Gemeente Eindhoven. Uitvoeringsprogramma. Participatiebudget



Vergelijkbare documenten
Gemeente Eindhoven. Uitvoeringsprogramma. Participatiebudget

Tegenprestatie naar Vermogen

Geachte leden van de commissie Ruimte en Vastgoed,

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

uitstroombevordering

Bijlage 1 : Beschut werk

Betreft: Reactie van de Haagse Maatschap op Landelijke bezuinigingen kinderopvang (RIS )

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Startnotitie Werken naar Vermogen

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Aan de raad. No. 5 en 5A Wissenkerke, 5 januari 2015

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Scenario Participatiewet Iedereen doet mee, niemand aan de kant

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

BIJLAGE 1: BESCHUT WERK

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/003186

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Aan: Het College van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Leiden Postbus PC Leiden

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Oplegvel Collegebesluit

De Participatieladder. Klaas Folkerts, Rotterdam Luuk Mallee, Regioplan Ingrid van Dinteren, Eindhoven

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne

Wat werkt voor wie in reïntegratie?

gelezen ons besluit dd. 28 april 2009 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand, ioaw en ioaz,

Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne

Werkplan uitvoering Wet inburgering 2012

Notitie. Tegenprestatie naar vermogen

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

gemeente Eindhoven Prioritering Participatiebudget 2012

Nota van B&W. Inzet participatiebudget voor jongeren

Beleidsnota Maatschappelijk nuttig werk gemeente Leeuwarden 2014

TEGENPRESTATIE REGIO ZUID-KENNEMERLAND HAARLEM ZANDVOORT HEEMSTEDE BLOEMENDAAL HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen.

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

gemeente Eindhoven Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

Toelichting. Artikelsgewijs

Onderwerp : Financiele verkenning bestuursakkoord met betrekking tot de Wet Werken Naar Vermogen

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

Notitie. Deze notitie is bedoeld voor de 12 deelnemende gemeenten in de gezamenlijke communicatie naar hun raden toe.

Beschut werk in Aanleiding

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

gemeente Eindhoven Bijlage 1 Evaluatie 2011 Trajecten uitvoeringsprogramma Partipatiebudget

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: J. de Graaf. No. B Dronten, 6 november Beleidskeuzes WWB Aan de gemeenteraad

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Toevoeging beleidsplan WWB

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

De nu voorliggende Kadernota bevat de beleidsmatige kant van de Participatiewet (ingangsdatum 1 januari 2009).

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsvragen. Raadsvragen OAE. Geacht College,

Beleidsregel tegenprestatie Participatiewet 2015

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

Beschermd Werk in de gemeente Barneveld

Thema-workshop Tegenprestatie

Datum 30 januari 2017 Behandeld door Pauline Scheffers

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 7

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder F.J.P.M. Cuijpers. Onderwerp : aanvullend re-integratiebudget Voorstelnummer : 16.

Risicoanalyse en scenariostudie als onderbouwing van de Kadernota. Samenvatting

Raadsvoorstel Wijziging Verordening Sociaal Domein

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2014;

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

Transcriptie:

A Gemeente Eindhoven Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2012

Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2009 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Sectoren: - Werk - Mens & Maatschappij Datum Mei 2012 gemeente Eindhoven

Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 1 INLEIDING...4 2 KADER...6 2.1 PRIORITERING...6 2.1.1 Werk staat voorop...6 2.1.2 Zoveel mogelijk inburgeringsplichtigen (BPI) een aanbod...7 2.1.3 Meer maatwerk in het kader van educatie en inkomen tot 110% WML...7 2.2 VERDELING BUDGET 2012...7 2.3 TEGENPRESTATIE NAAR VERMOGEN...8 2.4 MONITORING RESULTATEN OP BASIS VAN PARTICIPATIELADDER...9 2.5 ADVIESCOMMISSIE PARTICIPATIEBUDGET (INTERN)...9 2.6 VERANTWOORDING BUDGET...10 2.7 EXTERNE ADVIESCOMMISSIE PARTICIPATIEBUDGET...10 3 FINANCIEEL OVERZICHT 2011, 2012 EN 2013...13 3.1 PARTICIPATIEBUDGET 2011...13 3.2 PARTICIPATIEBUDGET 2012...13 3.3 VOORUITBLIK 2013...13 4 REALISATIE 2011...15 4.1 RESULTATEN WERK...15 4.1.1 Planning & realisatie 2011...15 4.1.2 Trajecten...17 4.1.3 Flankerend beleid...18 4.1.4 Sociale Activering...18 4.1.5 Evaluatie trajecten...19 4.2 RESULTATEN INBURGERING 2011...19 4.3 RESULTATEN EDUCATIE 2011...20 5 TRAJECTEN 2012...22 5.1 TRAJECTEN TEN LASTE VAN WERKDEEL...22 5.1.1 Werkleerbedrijf...22 5.1.2 Participatieplaatsen...23 5.1.3 PB-bureau...23 5.1.4 Sector Werk in de Krachtwijken...23 5.1.5 Werkgevers...24 5.1.6 Sociale activering...24 5.1.7 Prioritering & reserveren voor 2013...26 5.2 TRAJECTEN TEN LASTE VAN INBURGERINGSDEEL...26 5.3 TRAJECTEN TEN LASTE VAN EDUCATIEDEEL...28 5.4 SAMENWERKING...29 gemeente Eindhoven 3

5.5 SOCIAAL DOMEIN...29 5.6 OVERZICHT PARTICIPATIETRAJECTEN 2012...31 Bijlage 1: Evaluatie trajecten werkdeel 2011... 35 1 Inleiding Voor u ligt het uitvoeringsprogramma 2012. Dit in navolging van de vaststelling door de Raad van de nota Prioritering participatiebudget 2012 in december 2011. Het uitvoeringsprogramma volgt altijd in het tweede kwartaal, omdat dan de cijfers van de jaarrekening bekend zijn. Het doel van het Participatiebudget is om personen te laten participeren in de Eindhovense samenleving. Bij voorkeur door betaalde arbeid, maar dat kan ook door maatschappelijke participatie. Met het budget zorgen we dat personen gaan participeren door deelname aan een traject in het kader van werk, activering, inburgering of educatie. Werkend aan morgen Het Coalitieakkoord Werken aan Morgen is nader uitgewerkt in het Coalitieprogramma Werkend aan morgen. In het programma zijn de aandachtspunten uit het Coalitieakkoord meegenomen. Gezien de teruglopende middelen en het maatschappelijke en financiële belang om uitstroom uit de uitkering te bevorderen gaat het grootste deel van het budget naar activiteiten om uitstroom te bevorderen. Daarnaast heeft de Raad besloten om 100.000,- te blijven investeren in sociale activering. Wet werken naar vermogen Aanvankelijk zou per 2013 de Wet werken naar vermogen (WWVN) van kracht gaan. Wegens het vallen van het kabinet zal deze wet niet per 1 januari 2013 van kracht gaan. Na de verkiezingen zal de wet opnieuw geagendeerd worden. Dat neemt niet weg dat de verwachting is dat de grote lijn van de wet overeind zal blijven en de stelselwijziging in Sociale Zekerheidsland uiteindelijk door zal gaan. Het gaat dan om te komen tot één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt, door delen van de doelgroepen WSW-beschut en Wajong-met gedeeltelijke arbeidsproductiviteit, ook onder één wet te brengen. Aan het participatiebudget zullen middelen vanuit de WSW en Wajong worden toegevoegd. Een indicatie van het budget voor 2013 bedraagt 14,5 mln. Het college en de Raad zullen keuzes moeten blijven maken over de inzet van het budget. De wijzigingen van de Wet werk en bijstand per 2012 zijn reeds een feit en vastgesteld bij verordeningen door de Raad. De voorbereidingen in het kader van de Wet werken naar vermogen zijn reeds in gang gezet, waarbij de datum van 1 januari 2013 nu is losgelaten, aangezien de wet later in zal gaan. 4 gemeente Eindhoven

gemeente Eindhoven 5

2 Kader 2.1 Prioritering 2.1.1 Werk staat voorop Structureel 7,5 mln minder bijstandsuitgaven in 2014 In het kader van de bezuinigingen (prestatieverbetering) heeft het college de volgende ambitie vastgesteld: -over 4 jaar 10% minder bijstandsafhankelijkheid in Eindhoven -jaarlijks 1,9 miljoen minder bijstandsuitgaven, oplopend tot 7,5 miljoen structureel in 2014. -effectiviteit in besteding re-integratiemiddelen 50% beter -balans rechten-plichten in Eindhovense sociale zekerheid meer in evenwicht. Werk staat voorop, liefst direct of anders zo snel mogelijk. Indien er problemen zijn die duurzaam werken verstoren, wordt dit flankerend opgepakt: problemen worden niet (meer) bovengeschikt gemaakt aan het (weer gaan) werk(en). Educatie wordt ingezet om een plek te krijgen of behouden op de arbeidsmarkt. Ook inburgering wordt, naast de wettelijke doelgroepen, in het kader van participatie bezien. Voor wat betreft de aanwending van het Participatiebudget is het belangrijk: om te blijven investeren in mensen op alle relevante treden van de participatieladder (treden 1, 2, 3, 4 en 5); om de uitstroom uit de uitkering te vergroten; belangrijk voor de cliënten en belangrijk voor het Inkomensbudget (BUIG). Indien we namelijk het BUIG-budget niet volledig hoeven aan te wenden voor het betalen van de uitkeringen, kan dit anders bestemd worden (zie Turap). De combinatie van bovenstaande 2 punten leidt tot het uitgangspunt: op alle relevante treden van de participatieladder gaat de meeste aandacht en Participatiebudget naar cliënten, die in potentie kunnen uitstromen naar werk (die komen dus op alle genoemde treden voor). Op alle relevante treden van de participatieladder staat een reëel perspectief op arbeid centraal. Grofweg kunnen we in dat kader onze cliënten op 2 manieren van dienst zijn: 1. Met trajecten (scholing, werkleertrajecten, projecten in samenwerking met werkgevers, enzovoort), gericht op uitstroom naar werk; 2. Met een activeringsaanbod, primair gericht op maatschappelijke participatie en hooguit secundair op uitstroom. Er wordt dus uitgegaan van de mogelijkheden tot groei bij mensen. 6 gemeente Eindhoven

Het inzicht in groeimogelijkheden en het meten van de resultaten wordt geregistreerd op basis van de participatieladder. 2.1.2 Zoveel mogelijk inburgeringsplichtigen (BPI) een aanbod In het kader van inburgering verdwijnt de rol van gemeenten. De verantwoordelijk komt volledig bij de inburgeraar te liggen. De verwachting is dat de wetswijziging per 2013 in zal gaan. De raad heeft voor 2011 reeds gekozen om het zogenaamde BPIbestand (vastgesteld statisch bestand van personen die potentieel inburgeringsplichtig zijn) zoveel mogelijk van een aanbod te voorzien. Ook zal, waar mogelijk, gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om personen te ontheffen van de inburgeringsplicht. Door een uitspraak van de CrvB, hebben de Turken geen inburgeringsplicht meer. Hiermee valt in Eindhoven een groot deel van de doelgroep van inburgering weg. In het kader van participatiebevordering en het belang van de Nederlandse taal hierbij, is besloten wel nog een taalaanbod voor deze doelgroep te faciliteren. 2.1.3 Meer maatwerk in het kader van educatie en inkomen tot 110% WML In het kader van de educatie geldt nog steeds de verplichte winkelnering bij een ROC. Er is in 2011 een start gemaakt richting meer maatwerk. Daarmee wordt bedoeld dat de inzet van educatie meer bij dient te dragen aan de participatie van personen. Gezien de slinkende budgetten zal voorrang worden gegeven aan personen met een inkomen tot 110% WML. Deze groep heeft immers minder financiële mogelijkheden om zelf onderwijs te bekostigen. 2.2 Verdeling budget 2012 Werkdeel De raad heeft gekozen voor de volgende verdeling van het Participatiebudget voor het onderdeel Werkdeel: - Het werkdeel wordt ingezet om personen te begeleiden naar werk. - Een bedrag van 100.000,- wordt beschikbaar gesteld voor sociale activering. Inburgeringdeel De gemeente heeft vanaf 2013 geen rol meer in het kader van inburgering. Inburgering zal dan ook niet meer gefinancierd worden vanuit het Rijk. Voor nu heeft de Raad gekozen om het (resterende) BPI bestand alsnog van een aanbod te voorzien. Met de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep vallen de Turken niet meer onder doelgroep inburgeraars en is het budget voldoende om de lopende verplichtingen te kunnen voldoen. Educatiedeel Op het Educatiedeel is ook (wederom) een korting toegepast. Deze korting zal niet gecompenseerd worden uit andere budgetten. Het beschikbare budget zal conform gemeente Eindhoven 7

de verplichte winkelnering volledig ingezet worden bij het ROC. De verwachting is dat het onderdeel VAVO per 2013 over zal worden geheveld naar het Ministerie van OC&W. Voor 2012 blijft dit nog een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Naar aanleiding hiervan is de verwachting dat het WEB-budget per 2013 gehalveerd zal worden. 2.3 Tegenprestatie naar vermogen Per 1 januari 2012 heeft het college de bevoegdheid een tegenprestatie naar vermogen te vragen van mensen met een bijstandsuitkering. Het college dient nog een keuze te maken op welke wijze zij om wil gaan met deze bevoegdheid. Motie Met de vaststelling van het kader prioritering participatiebudget 2012 is een motie aangenomen waarin staat vermeld dat het college vooralsnog geen gebruik zal maken van de bevoegdheid tot het opleggen van een tegenprestatie. Naar aanleiding hiervan is afgesproken dat het college de Raad informeert over de keuze van het college met betrekking tot deze bevoegdheid bij het uitvoeringsprogramma 2012. Wat houdt de tegenprestatie in? Gemeenten hebben sinds 1 januari 2012 de bevoegdheid om een tegenprestatie naar vermogen te vragen van mensen die een uitkering ontvangen. Deze tegenprestatie houdt het verrichten van onbetaalde maatschappelijk nuttige werkzaamheden in. De werkzaamheden moeten afgestemd worden op de mogelijkheden van de persoon en dienen in omvang en duur beperkt te worden, zodat deze activiteiten eventuele werkaanvaarding of re-integratie niet in de weg staan. Doel Het doel van de verplichting is om een tegenprestatie te verlangen voor het beroep op de solidariteit van de samenleving. Wat houdt de tegenprestatie naar vermogen in? Wat is het wel Wat is het niet - onbeloond - vrijwilligerswerk - maatschappelijk nuttig - belemmering om werk te accepteren - beperkt in omvang en tijdsduur - belemmering voor de re-integratie - additioneel - verdringing van regulier / bestaand werk - afgestemd op het vermogen van de persoon - mantelzorg - prestatie naast verrichten van mantelzorg - een re-integratietraject - een straf of sanctiemiddel Uitvoering van de tegenprestatie 8 gemeente Eindhoven

De gemeente bepaalt aan de hand van de individuele omstandigheden en de beschikbare onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten, de aard duur en omvang van de tegenprestatie. Ze kan hierover eigen regels opstellen. Bevoegdheid college De tegenprestatie betreft een bevoegdheid van het college. Er zal dus een keuze gemaakt dienen te worden of deze bevoegdheid wel of niet wordt toegepast. Het college wil, voordat zij een definitieve beslissing neemt, nader onderzoeken welke mogelijkheden er zijn en welke kosten hiermee gemoeid zijn. Uitgangspunten bij dit onderzoek zijn dat de activiteiten een positieve bijdrage moeten leveren voor de persoon in kwestie en de maatschappij. De ervaringen uit het verleden leren dat deelnemers positief gewaardeerd worden en dat dit weer positief bijdraagt aan het eigen beeld en motivatie van de persoon in kwestie. Het zal moeten gaan om activiteiten die zich bevinden in het collectief goed, die niet concurreren met reeds bestaande taken en waarvoor de burger niet genegen is te betalen, maar die wel een positief maatschappelijk effect hebben. Dit onderzoek zal eind 2012 afgerond worden, waarna het college een besluit kan nemen. De raad zal hierover geïnformeerd blijven. 2.4 Monitoring resultaten op basis van Participatieladder De resultaten van de inzet van het participatiebudget worden gemeten met behulp van de participatieladder. Deze participatieladder geeft een kwantitatief overzicht van het aantal klanten en de daarbij behorende gemaakte bewegingen op de ladder. Het gaat hierbij om de resultaten die gehaald en of personen een trede hoger zijn gekomen. Uiteindelijk doel is uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding of terugkeer naar onderwijs (bij jongeren). Volledigheidshalve staat de participatieladder hieronder afgebeeld: De participatieladder Treden 6. Economisch zelfst. 5. Betaald werk met ondersteuning 4. Onbetaald werk 3. Deelname georganiseerde activiteiten 2. Sociale contacten buiten de deur 1. Geïsoleerd 2.5 Adviescommissie participatiebudget (intern) Vorig jaar is reeds aangegeven dat de Toetsingscommissie geen echt bestaansrecht meer had, aangezien er niets meer te toetsen viel voor 2011. In 2012 is dat al gemeente Eindhoven 9

helemaal niet meer het geval. Wel is voor de prioritering 2012 de adviescommissie (voorheen toetsingscommissie)geraadpleegd. Ook voor 2012 zal er niets te toetsen vallen en zal de adviescommissie (sectorhoofden Strategie, M&M, E&C en Werk) daar waar nodig geraadpleegd worden. 2.6 Verantwoording budget De inzet van het participatiebudget is gekoppeld aan verantwoordingseisen opgesteld door het Ministerie. Eén van de belangrijkste eisen is dat het besteedde geld terug te leiden is naar personen. Het is weliswaar mogelijk om een bedrag aan een project toe te kennen, maar dan toch geldt de eis dat achteraf rekenschap plaatsvindt over de kosten per persoon in de vorm van een trajectprijs. Bij inbesteding moet inzichtelijk zijn dat de medewerker bekostigd is uit het participatiebudget, dat de desbetreffende persoon geen wettelijke taken uitvoert in het kader van de bijstand en dat de diensten ten goede komen aan het bevorderen van participatie (uitvoeringskosten gericht op re-integratie van personen). Voor wettelijke taken behoort de gemeente het uitvoeringsbudget aan te wenden, die via het gemeentefonds worden uitgekeerd. 2.7 Externe adviescommissie Participatiebudget Op verzoek van het college is een externe adviescommissie Participatiebudget in het leven geroepen. Hierbij is de vraagstelling geformuleerd om advies uit te brengen over doel, opzet en aanpak van het re-integratiebeleid voor de komende 5 jaar. Hieronder staan kort de eerste bevindingen van de commissie beschreven, maar zal nog nader uitgewerkt moeten worden. Het advies is richtinggevend op lokaal niveau en we zullen daar zelf vorm aan moeten geven. Duidelijk is dat de werkgevers hier een belangrijke rol spelen evenals de aanpak op het sociaal domein. Zaken moeten gekoppeld worden en in samenhang bezien. We zijn reeds bezig met voorbereidingen inzake bovenstaande zaken. De externe adviescommissie bestaat uit: - De heer R. den Uyl, directeur bij Radargroep. - De heer A. van Nes, arbeidsmarktmeester in Rotterdam. De heer T. Thissen zou aanvankelijk ook deelnemen, maar heeft zich wegens drukke werkzaamheden terug moeten trekken. De commissie is begin 2012 gestart. Achtergrondinformatie De afgelopen jaren beschikte de gemeente Eindhoven over een ruim Participatiebudget. Vanaf 2011 is deze situatie gewijzigd en de komende jaren zal het budget nog verder afnemen. Daarnaast staat er een grote stelselwijziging in Sociale Zekerheid aan te komen met de aankondiging van de Wet werken naar vermogen (WWnV). 10 gemeente Eindhoven

Tijd dus om de balans op te maken gericht op de toekomst. We zullen re-integratie op een heel andere wijze vorm moeten gaan geven. Ook is de opbrengst van de inzet van de re-integratiebedrijven in het verleden te laag gebleken. Het is uiteraard belangrijk om ervaringen uit het verleden mee te nemen. Maar omdat zoveel gaat wijzigen in de toekomst, heeft een uitgebreide analyse van het verleden slechts een beperkte toegevoegde waarde. Eerste advies commissie Het eerste advies van de commissie gaat over de volgende onderwerpen: - betrekken van werkgevers bij integrale arbeidsmarktbenadering (verder uitwerking moet nog vorm krijgen) - heroverweging re-integratie trajecten - heroverweging personeelskosten binnen Participatiebudget Indien we in de toekomst kijken dan denkt de commissie aan een bescheiden rol van de overheid die gericht is op normeren, indiceren, faciliteren en handhaven. Deze overheid: - Is ondernemend met ondernemers in de stad; - Werkt samen met partners in de stad; - Opereert dicht bij de burger: ziet de burger als een geheel mens en niet opgedeeld in probleemgebieden; - Gaat uit van eigen kracht; - Is bescheiden. Gemeenten worden verantwoordelijk voor personen die nog niet zelfstandig in hun inkomen kunnen voorzien, met uitzondering van doelgroep met zeer zware beperkingen (100% afgekeurd Wajong en WSW-beschut). Het participatiebudget en het SW budget worden aanzienlijk gekort. Evenals de budgetten die het UWV heeft voor Wajong uitstroom. Daarnaast is het nog steeds de verwachting dat op termijn het instrument loondispensatie ingevoerd waarbij werkgevers gecompenseerd worden voor het productieverlies van werknemers met een gedeeltelijke arbeidsproductiviteit. Advies is om niet meer onevenredig veel tijd in het stellen van indicaties, het gaat bij personen met name om: 1. intrinsieke motivatie; 2. ontwikkelbaarheid Koppeling AWBZ (geldstromen) De dagbesteding en begeleidende zorg die over gaat komen naar de WMO zorgt voor een nieuwe geldstroom die effectiever en efficiënter in te zetten is. Nu vindt op veel plekken dagbesteding plaats voor personen met verschillende labels. Die etiketten zijn niet zo interessant, wel wat de burger gemeen heeft. Een voorbeeld is dat er een gemeente Eindhoven 11

grote overlap is tussen de doelgroep SW-beschut en AWBZ dagbesteding (straks WMO). Ook bij de begeleiding van personen gericht op werk, zijn ook koppelingen te leggen met het participatiebudget en de AWBZ-gelden. 12 gemeente Eindhoven

3 Financieel overzicht 2011, 2012 en 2013 3.1 Participatiebudget 2011 Toegekend budget Werkdeel (Ministerie SZW) 25.739.036 Toegekend budget Inburgering (Ministerie WWI) 4.889.321 Toegekend budget Educatie (Ministerie OCW) 1.618.324 Meeneemregeling werkdeel + inburgering van 2010 naar 2011 1.273.690 Meeneemregeling Educatie van 2010 naar 2011 n.v.t.# Beschikbaar P-budget 2011 33.520.371 WEB 1.576.443 Inburgering 2.367.563 Werkdeel 25.003.217 Realisatie P-budget 2011 28.947.223 Beschikbaar P-budget 2011 33.520.371 Terugbetaling onderbesteding ROC - 41.880 Realisatie P-budget - 28.947.223 Meeneemregeling 2011 naar 2012 4.531.268 #Het WEB-deel kent geen meeneemregeling. 3.2 Participatiebudget 2012 Participatiebudget vanuit Rijk - Inburgering (Ministerie WWI) 2.819.487 - Educatie (Ministerie OCW) 1.532.935 * - Werk (Ministerie SWZ) 13.854.871 *Meeneemregeling vanuit 2011 naar 2012 toevoegen aan werkdeel - Werk (meeneemregeling) 2.009.509 - Inburgering (meeneemregeling) 2.521.757 - Werk (Ministerie SZW) 13.854.871 Totaal besteedbaar Werk 18.386.137 3.3 Vooruitblik 2013 Hieronder een voorlopig overzicht van de indicatieve budgetten voor 2013 (conform rekentool VNG mei 2012): Werkdeel 14,5 mln. Inburgering gemeente Eindhoven 13

1,3 mln. laatste jaar Educatiedeel 0,7 mln. 14 gemeente Eindhoven

4 Realisatie 2011 4.1 Resultaten werk 4.1.1 Planning & realisatie 2011 Schematische weergave begroting & realisatie 2011 Onderdeel (A) Begroting (B) Realisatie (C) Afwijking tov begroting (D) 1. Lange afstand tot werk 11.041.760,00 8.030.405,28-3.011.354,72 2. Korte afstand tot werk 4.888.448,00 4.941.232,06 +52.784,06 3. Sociale Activering 2.633.420,00 2.796.973,31 +163.553,31 4. Flankerend beleid 2.255.000,00 2.810.370,39 +555.370,39 - Lopende verplichtingen vanuit 2010 0,00 811.004,78 +811.004,78 - Inbesteding 6.790.450,00 5.613.230,92-1.177.219,08 27.609.078,00 25.003.216,74-2.605.861,26 Werkelijk budget 27.012.690,00-596.388,00 Bewuste overvraag in uitvoeringsprogramma 1 596.388,00 Meeneemregeling W-dl: 2.009.473,26 Toelichting op de tabel In bovenstaande tabel staat vermeld: A. onderdeel waar de kosten betrekking op hebben B. de begroting van 2011 (n.a.v. de prioritering 2011 en het uitvoeringsprogramma) C. de daadwerkelijke besteedde kosten per onderdeel D. inzicht of er sprake is van een overbesteding (+) of een onderbesteding (-) Over- en onderbesteding Bovenstaand overzicht wijst uit dat we op de onderdelen: - korte afstand tot werk, sociale activering en flankerend beleid, we meer geld hebben uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. - Lange afstand tot werk en inbesteding (vast en ingehuurd personeel) we minder geld hebben uitgegeven dan begroot (maar niet minder trajecten ingezet). - Dat we in totaal geld overhouden in de vorm van een meeneemregeling ad 2 mln. Dit bedrag kunnen we volledig meenemen naar 2012. Van dit bedrag kunnen de lopende verplichtingen die we vanuit 2011 meenemen naar 2012 (deels) gefinancierd worden. o de kosten die ten laste kunnen worden gebracht van het werkdeel betreffen kosten van activiteiten die daadwerkelijk in 2011 zijn 1 In voorgaande jaren hebben we steeds een bewuste overschrijding van het budget ingepland. Dus we namen hogere uitgaven op, dan het werkelijk budget was. Dit om onderbesteding met gevolg terugbetaling Rijk te voorkomen (meeneemregeling). Nu is dit niet meer relevant en zijn de geplande uitgaven conform daadwerkelijk budget. gemeente Eindhoven 15

uitgevoerd en waarvan de prestatie geleverd is. Dat houdt in dat aangegane verplichtingen (deels) drukken op het volgende jaar. De lopende verplichtingen vanuit 2011 naar 2012 betreffen de 3,6 mln. Een deel van deze kosten kunnen dus gedekt worden uit de meeneemregeling en de overige kosten uit het nieuwe budget voor 2012. 16 gemeente Eindhoven

Van 33 mln. in 2010 naar 27,6 mln. in 2011 In 2011 is een aantal zaken opgepakt om de kosten omlaag te brengen (van 33 mln beschikbaar budget in 2010 naar 27,6 beschikbaar budget in 2011). Het gaat dan om de volgende acties: - van individuele trajecten naar groepsbijeenkomsten (w.o. Werkleerbedrijf: van lage contactfrequentie naar intensieve contactfrequentie); - geen loonvormende re-integratietrajecten meer, maar met behoud van uitkering; - minder (dure) contractpartners, meer (groepsgericht) zelf doen en de werkzoekende in zijn / haar eigen kracht zetten (de burger meer zelf aan zet); - in overleg met partijen om prijzen naar beneden aan te passen; - meer resultaatsturing in de uitvoering; - naleving van de door de wet en de gemeenteraad aangegeven verplichtingen, die behoren bij het ontvangen van een uitkering. 4.1.2 Trajecten In het kader van de inzet van trajecten is het streven erop gericht om zoveel mogelijk burgers economisch zelfstandig te laten functioneren. Dit doel is bereikt als zij trede 5 of 6 behalen. Voor sommige personen is (in eerste instantie) duurzame participatie via vrijwilligerswerk een doel (trede 3 of 4). In onderstaande tabel staat een overzicht van het aantal personen dat in 2011 aan een traject heeft meegedaan, waarbij de verschillende resultaatgebieden vermeld staan. Omschrijving Behaalde trede Aantal Aantal 2011 2010 Totaal aantal trajecten 2-7.094 7.426 Aantal trajecten dat doorloopt naar 2012-2.352 2.509 4.742 4.917 Onafhankelijke diagnose - 881 255 Sociale Activering 3 of 4 244 231 Plaatsing op vervolgtraject 4 278 490 Economische zelfstandigheid 5 of 6 712 854 Uitval / niet succesvol - 2627 3.087 Beëindigingen op basis van rechtmatigheid Naast de uitstroom uit de uitkering door werkaanvaarding zijn er ook andere oorzaken dat personen uitstromen uit de uitkering. Dat gaat om veel hogere aantallen dan uitstroom door werk. Te denken valt aan zaken zoals verhuizing, overlijden, samenwoning, niet verstrekken inlichtingen en andere 2 Het gaat dan om trajecten die individueel en / of in groepsverband worden uitgevoerd. Indien er een groep van 10 personen start, dan worden dit als 10 trajecten gezien (vanuit de persoon geredeneerd). gemeente Eindhoven 17

rechtmatigheidszaken. Het gaat dan om 1.159 beëindigingen op grond van rechtmatigheid in 2011. 4.1.3 Flankerend beleid Naast trajecten en vormen van werk met ondersteuning, zijn er evenzeer zaken die bijdragen aan arbeidsinschakeling maar die niet direct een re-integratie-instrument zijn. Het gaat om zaken waaronder het regelen van kinderopvang of het aanpakken van schulden. Deze zaken zijn te bekostigen uit het participatiebudget als duidelijk is dat het belemmeringen wegneemt opdat werk tot de mogelijkheden gaat behoren. Hieronder een overzicht van de flankerende voorzieningen die de gemeente Eindhoven heeft voor burgers die op weg naar werk zijn of recentelijk werk hebben aanvaard. Flankerend beleid Aantal 2010 Aantal 2011 Kinderopvang 508 556 Schulddienstverlening 835 1.471 Uitstroompremies (2011 laatste jaar) 284 371 Team duurzame uitstroom (2010 laatste jaar) 600 n.v.t. Totaal 2.227 2.398 4.1.4 Sociale Activering In 2011 was een bedrag van 2.633.420,- beschikbaar gesteld voor Sociale Activering (20% van het budget na verrekening van de vaste / lopende verplichtingen vanuit 2010 naar 2011). In totaal zijn de uitgaven op dit onderdeel 2.796.973,31. In de prioritering participatiebudget is uitgegaan van een trajectprijs van 4.000,-. Dat zou inhouden dat ongeveer 650 personen een traject zouden kunnen krijgen in het kader van sociale activering. In 2011 hebben 636 personen een traject gehad gericht op sociale activering. In het verlengde daarvan hebben 1.079 personen een traject gehad waarbij het accent meer heeft gelegen op zorg / hulpverlening. Hiermee is een grote groep bereikt waarbij het accent niet direct op arbeidsinschakeling heeft gelegen, maar waarbij wel de nodige zorg is geweest op het maatschappelijke en psycho-sociale vlak. Sociale Activering In het kader van sociale activering valt te denken aan trajecten uitgevoerd door de casemanager eventueel met behulp van PRB-bureau of via een contract, zoals: - Atlantgroep - Fontys - Mode met een Missie - Neos 18 gemeente Eindhoven

- Lumensgroep - Re-U Works - Your Choice Zorg / hulpverlening Het gaat in dit kader om personen die doorverwezen zijn of warm overgedragen naar hulpverleningsorganisaties, mogelijk zijn ook duaal trajecten ingezet. Ook is in dit kader sprake van doorverwijzing / samenwerking met Jongerenloket, Dia methode, etc. De besteding van de middelen is enerzijds gegaan naar trajecten en anderzijds naar de inzet van casemanagers belast met de uitvoering hiervan (activering, zorg, diacasemanager en outreachend medewerker OOV). 4.1.5 Evaluatie trajecten Naast de overall resultaten van de trajecten, is ook verzocht om een evaluatie van de ingezette trajecten. In bijlage 1 staan alle trajecten / contracten vermeld met de daarbij behorende resultaten. 4.2 Resultaten inburgering 2011 Begin 2011 stonden er nog 2600 inburgeraars in het BPI bestand. Ultimo 2011 waren dat er nog 521. Opmerking hierbij is dat door het wegvallen van de inburgeringsplicht voor Turken het bestand ineens daalde met 900 personen. Voor de Turken uit het BPI-bestand was een speciaal aangepast programma gemaakt ter compensatie van het wegvallen van het inburgeringtraject. De belangstelling hiervoor was echter niet groot wegens het wegvallen van de inburgeringsplicht. In 2011 zijn 511 nieuwe trajecten opgestart. Er ligt geen bestuurlijke afspraak meer met het Rijk zoals dat voorgaande jaren het geval was (tot 2011). Wel ligt er de bestuurlijke opdracht om in 2011 en 2012 zoveel mogelijk verplichte inburgeraars van het BPI-bestand een haalbaar aanbod te doen en daarbij op ruimhartige wijze de ontheffings en vrijstellingsmogelijkheden toe te passen. Van de oudere klanten die we opriepen was een opmerkelijk aantal voldoende ingeburgerd (Evident ingeburgerd). Het slagingspercentage is nog steeds 85% (landelijk 73%). Het is aannemelijk dat het slagingspercentage in 2013 zal dalen omdat inburgeraars uit het BPI bestand die nu nog een aanbod krijgen 50% langzaam lerend is. Van de gestarte trajecten was ¾ duaal. gemeente Eindhoven 19

4.3 Resultaten educatie 2011 Voor het educatiedeel betreft nog steeds de verplichte winkelnering bij een ROC. Het budget 2011 is besteed bij het ROC Eindhoven. Omdat het budget niet volledig is benut, is er een terugbetalingsverplichting ten aanzien van het ROC van 41.880,- over 2011. VAVO - 113 studenten ingeschreven (vanaf augustus 2010) o 13 studenten voorexamenjaar vmbo/m3) 7 doorgestroomd naar vmbo 4 o 27 studenten voorexamenjaar havo 4 13 doorgestroomd naar havo 5 of vwo 6 De rest is veelal doorgestroomd naar MBO (een enkeling is gaan werken of uitgevallen wegens ziekte of privéproblemen) o 73 gestart in examenjaar 58 personen hebben een diploma of certificaten gehaald (79%) 15 personen hebben zich (vaak net) voor het examen teruggetrokken of geen certificaten behaald 20 gemeente Eindhoven

Basiseducatie Er hebben zo n 67 mensen deelgenomen aan trajecten gericht op basisvaardigheden taal en rekenen. Deze aanpak staat in het teken van het voorkomen van laaggeletterdheid. In totaal hebben 15 deelnemers succesvol deelgenomen aan het VOB-traject (Voorbereiding op Beroepsopleiding en Werk). Dit programma omvat algemene vakken zoals taal en rekenen, maar ook het maken van een gerichte keuze richting opleiding en/of werk. Van deze 15, zijn 12 personen doorgestroomd naar het beroepsonderwijs. Voortraject inburgering In 2011 zijn 80 personen gestart met een voortraject inburgering (alfabetiseringstrajecten en logopedie). Het traject duurt gemiddeld 1 jaar bij dagonderwijs en 2 jaar bij avondonderwijs. gemeente Eindhoven 21

5 Trajecten 2012 5.1 Trajecten ten laste van werkdeel In 2012 is wederom minder geld beschikbaar dan voorgaande jaren. Dat heeft er toe geleid dat er geen nieuwe initiatieven opgenomen konden worden in het programma. Trajecten die reeds een toekenning hadden van de toetsingscommissie zijn onderdeel uit blijven maken van het programma. Wel is per project gekeken of de omvang omlaag zou kunnen. Enerzijds omdat er minder geld beschikbaar is, maar ook is uit de praktijk gebleken dat diverse projecten een lager bereik hebben dan eerder gepland. Bij de sector Werk zijn met diverse re-integratiebedrijven de trajecten gestopt. Redenen hiervan waren dat ze een laag bereik hadden, flexibele inzet niet mogelijk was en het rendement betrekkelijk laag. Om meer met minder te kunnen doen is er bij de Sector Werk gekozen om meer via het PRB-bureau (paragraaf 5.1.3) in te kopen dan contracten voor doelgroepen af te sluiten. Op die wijze kan meer maatwerk worden geleverd (immers, het traject wordt direct toegespitst op de individuele situatie van de cliënt), wordt meer vorm en inhoud gegeven aan eigen verantwoordelijkheid (cliënt kan ook zelf een keuze maken) en kunnen goede prijsafspraken worden gemaakt. Verder zal ingezet blijven worden op het werkleerbedrijf (paragraaf 5.1.1). Daarnaast heeft er een project plaatsgevonden onder de naam screening waarbij gekeken is naar het deel van de populatie van de Sector Werk waar geen werkpotentie meer (geen stijging op de participatieladder) aanwezig is en waarvoor het participatiebudget ook niet meer ingezet wordt. Het gaat om personen die meer op de dienstverlening van de Sector Zorg en Inkomen aangewezen zijn. In paragraaf 5.1.10 is dit project / pilot nader beschreven. 5.1.1 Werkleerbedrijf Eind 2011 zijn we gestart met het Werkleerbedrijf. Re-integratie, handhaving en dienstverlening worden daarbij in directe samenhang uitgevoerd. Dit Werkleerbedrijf is een co-productie tussen gemeente en Ergon waarbij beide organisaties hun kennis en kunde inzetten. Er vindt daarmee geen uitbesteding van taken plaats van gemeente naar Ergon maar het functioneert als een netwerkorganisatie waarin gemeente en Ergon samen verantwoordelijk zijn. In november 2011 is gestart met het Werkleerbedrijf en de resultaten ervan zijn positief. Afbouw Arbeidspool en Trabajo In oktober 2011 is in een Raadsinformatiebrief (11R4549) aangegeven dat we in verband met de bezuinigingen op het participatiebudget met minder reintegratiemiddelen de uitkeringslasten naar beneden moeten brengen en meer 22 gemeente Eindhoven

mensen aan het arbeidsproces deel moeten laten nemen. Dat betekent dat we geen gesubsidieerde dienstverbanden meer kunnen aanbieden in het kader van Arbeidspool en Trabajo. Gezien de landelijke bezuinigingen is dit onvermijdbaar. De Arbeidspool en Trabajo worden dus afgebouwd. 5.1.2 Participatieplaatsen Op grond van de nieuwe re-integratieverordening kunnen er participatieplaatsen aangeboden worden zodat mensen met behoud van uitkering werkervaring kunnen opdoen in additionele functies. In het tweede kwartaal is hiermee een start gemaakt. Het gaat in eerste instantie om functies bij het Cruydenhuys, De Eetalage en Robin Hood. Dit zal nog verder uitgebouwd gaan worden. 5.1.3 PB-bureau Inmiddels draait het PRB bureau al zo n drie jaar. Bij het PB-bureau koop je per persoon een traject in. Dat zorgt ervoor dat er meer maatwerk is, het traject wordt immers op een individu ingekocht en je kunt vaak volstaan met een of meerdere modules of een deel van een traject. Daarnaast kunnen cliënten zelf meer inhoud geven aan hun eigen traject waardoor meer recht wordt gedaan aan eigen verantwoordelijkheid en zelfbeschikking. Diverse contracten zijn dan ook inmiddels verlopen en zullen niet opnieuw aanbesteed worden omdat via de PB-constructie de inkoop plaats kan vinden. 5.1.4 Sector Werk in de Krachtwijken De Sector Werk zit sinds 2007 in de drie Krachtwijken. Hierbij wordt de volgende werkwijze gehanteerd, die reeds vorig jaar is ingezet. - De Sector Werk is voor de factor werk in de krachtwijk; - Meer zal er door de casemanagers zelf worden gedaan (minder uitbesteding); - Meer flexibele en korte(re) trajecten ipv (standaard) lange trajecten; - Kijken waar zaken groepsgewijs kunnen - Meer / betere samenwerking met partners in de wijk die verantwoordelijk zijn voor andere leefgebieden; - Samenwerking / regie met en door Gbo. Verder willen we, om de ambitie in het kader van werk en activering (toename participatie in de krachtwijk) te kunnen halen, ook in de krachtwijk meer gaan inzetten via het PB-bureau. Daarnaast denken we dat er ook nog winst te behalen valt door de samenwerking met GBO en andere sectoren de samenwerking nog meer te intensiveren. Het heeft de voorkeur dat de regie vanuit de gemeente (bijvoorbeeld GBO) wordt opgepakt en de Sector Werk haar bijdrage levert, samen met andere sectoren en partners, om zo een passend aanbod aan bewoners te kunnen doen. Indien de gemeente Eindhoven 23

startgebieden in het kader van WIJ Eindhoven van kracht gaan, gaan we graag onderdeel uitmaken van de teams in de wijken. In de commissievergadering van 14 februari 2012, is door wethouder Fiers toegezegd de aanpak van Krachtwijk Actief te inventariseren en de commissie te berichten over de stand van zaken. Hierover zijn de raadsleden recentelijk bericht. 5.1.5 Werkgevers In het kader van de werkgeversbenadering is er een aantal medewerkers die projecten opzet samen met werkgevers. Hierbij wordt door de werkgever een werkgarantie afgegeven en ondersteunt de gemeente / werkplein door middel van een vergoeding van eventuele opleidingskosten en indien nodig door de inzet van tijdelijk werken met behoud van uitkering waardoor de werkgever tijdelijk een financieel voordeel heeft. Diverse van deze projecten lopen in de zorg. Vanuit het Servicepunt Leren en werken is er aandacht voor personen zonder startkwalificatie. Zowel voor jongeren als overige werkzoekenden of werkenden zonder startkwalificatie. De samenwerking met werkgevers is zeer belangrijk en zal in de toekomst met de Wet werken naar vermogen nog belangrijker worden. Nu worden de voorbereidingen getroffen in het kader van de WWnV om de werkgeversbenadering beter vorm te gaan geven en te onderzoeken op welke wijze we aan een betere samenwerking kunnen bouwen met werkgevers, Onderdeel hiervan zin o.a., welke instrumenten zijn aantrekkelijk voor werkgevers en op welke wijze kunnen we social return beter vorm geven. Dit jaar zal er een nota er besluitvorming aangeboden worden waarvan dit onderdeel uitmaakt. 5.1.6 Sociale activering Voor 2012 wordt 100.000,- beschikbaar gesteld uit het Participatiebudget om sociale activering vorm te kunnen geven. Trajecten die uit andere bronnen worden gefinancierd Er lopen verschillende trajecten in de stad die uit andere bronnen worden gefinancierd, waarvan de cliënten van Sector Werk gebruik kunnen maken, bijvoorbeeld: - pilot Vrijwilligerspunt (begeleiding bij het zoeken naar vrijwilligerswerk) - werkervaringsplaatsen Woonbedrijf (laagdrempelig kennismaken met verschillende werkplekken) - project Eigen Kracht (gericht op emancipatie van laagopgeleide vrouwen) - pilot voor zwerfjongeren van Trudo/Jongcoachen - kader dagbesteding voor bijzondere doelgroepen. Met het budget voor sociale activering zullen we niet specifiek op deze onderwerpen inzetten, om geen zaken dubbel te doen. 24 gemeente Eindhoven

Wat willen we in 2012 wel met het beschikbare budget: - project lifecoaching (A) - inzet individuele trajecten via het PRB (persoonsgebonden reintegratiebudget)-bureau (B) A. Project lifecoaching We willen een groepsaanpak inzetten voor de activeringscliënten, die bestaat uit lifecoaching. Hieronder verstaan we een aanpak die gericht is op zelfredzaamheid van de cliënt, op het nemen van regie over zijn of haar eigen leven (deze doelstelling sluit aan bij de gemeentelijke ontwikkeling op sociaal gebied, WIJeindhoven). De lifecoaching bestaat uit verschillende onderdelen. Denk bijvoorbeeld aan sociale vaardigheden: cliënten worden getraind over het opbouwen van een sociaal netwerk vanaf nul (hoe maak je een praatje, hoe doorbreek je je kleine veilige kringetje). In het verlengde daarvan komen vaardigheden aan de orde die ook belangrijk zijn voor een eventuele werksetting, zoals op tijd komen, je tijd efficiënt indelen, etc. De aanpak is tevens gericht op assertiviteit: hoe kom ik voor mezelf op, hoe pak ik zaken in mijn leven zelf aan zonder in een slachtofferrol te gaan zitten. Ook motivatie speelt daarbij een rol, als de deelnemer enthousiast wordt over een perspectief, zal hij of zij zich meer gaan inzetten om ook daadwerkelijk iets aan de situatie te veranderen. Laatste punt is het ontzorgen : cliënten moeten de tools in handen krijgen of ondersteund worden bij de wijzigingen die kunnen plaatsvinden als je situatie verandert. Bijvoorbeeld het regelen van een goede (financiële) administratie. De Sector Werk is zelf enige tijd geleden gestart met een groepsaanpak, waarin casemanagers in een vijftal sessies een bewustwordingsproces bij cliënten op gang willen brengen. In deze sessies zijn goede resultaten geboekt, personen die eerst in de weerstand zitten raken na een aantal keer gemotiveerd. Op deze ingezette koers willen we in 2012 graag verder gaan. Een aantal bureaus hebben inmiddels een offerte uitgebracht om de lifecoaching aan groepen aan te bieden, waar mogelijk in samenwerking met casemanagers van de Sector Werk. Hierdoor ontstaat een leereffect, waar de Sector Werk profijt van kan hebben als het project is afgelopen. B. Inzet individuele trajecten via het PRB-bureau Naast de hierboven geschetste groepsaanpak willen we ook graag een deel van het budget beschikbaar houden voor cliënten die geen baat hebben bij de lifecoaching. Voor hen kan een ander traject op het gebied van sociale activering tot betere resultaten leiden. De casemanager maakt de inschatting, en kan waar nodig een individueel traject inkopen via het PRB-bureau. Hierbij hebben zij mandaat tot een bedrag van 2000,-. In verband met budgetbewaking dient voor duurdere trajecten afgestemd te worden met de leidinggevende. Monitoring gemeente Eindhoven 25

De omvang en resultaten van personen die deelnemen aan de activiteiten gericht op sociale activering, zullen apart gelabeld worden, zodat de kengetallen duidelijk en inzichtelijk zijn. Wijziging ten opzichte van 2011 In 2011 was een bedrag van 2,6 mln. beschikbaar, waarvoor 636 personen in het kader van sociale activering een traject hebben gehad. Voor 2012 is het P-budget gehalveerd. De inzet is in principe voor allen die in potentie naar werk kunnen uitstromen. In 2012 is 100.000,- beschikbaar voor sociale activering waarbij we de ambitie hebben om voor 50 tot 75 personen een traject uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt nu al meer dan in het verleden gebruik gemaakt van de doorverwijzing naar organisaties waar personen zelf kunnen organiseren dat zij vrijwilligerswerk kunnen verrichten (eigen kracht principe). Daarnaast is er de pilot bij het vrijwilligerspunt waar personen vanuit de bijstand, die dit niet zelf kunnen, worden begeleid naar vrijwilligerswerk. Het gaat dan om een groep van 40 personen. Van beide bovengenoemde initiatieven, is reeds aangegeven dat de eerste resultaten zeer positief zijn als het gaat over aanmeldingen, deelname en plaatsingen. Hierover wordt u nader bericht in de evaluatie behorend bij het Uitvoeringsprogramma 2013. 5.1.7 Prioritering & reserveren voor 2013 De Raad heeft in december 2011 de prioritering aangegeven van de besteding van het Participatiebudget. In het programma is deze verdeling terug te zien evenals de in te zetten activiteiten. De planning (kosten) is conform beschikbaar budget). Bij het vaststellen van de prioritering Participatiebudget, leek er aanvankelijk geen sprake te zijn van een meeneemregeling op het werkdeel. Dit was eind 2011 nog niet te voorzien, omdat de definitieve afrekening op basis van geleverde prestatie pas in het eerste kwartaal van 2012 berekend kan worden. Ook is door de keuze om de personeelslasten van vast personeel in 2012 van het BUIG-budget te betalen, ruimte ontstaan in het budget voor 2012. Derhalve wordt voorgesteld, omdat gemeentebreed de budgetten steeds meer onder druk komen te staan, om een deel van het budget te reserveren voor de werkgeversbenadering en personeelslaten voor 2013. Op deze wijze blijft de ambitie om binnen het bestaand budget de kosten op te vangen realistisch en ontstaat er geen overschrijding op het budget 2013. 5.2 Trajecten ten laste van inburgeringsdeel Per 1 juli 2012 zullen alle nog op te roepen klanten in behandeling zijn bij een trajectbegeleider. Er blijft enkel nog een restgroep over van 60 klanten met een leeftijd onder de 18 of boven de 60. Aan de opdracht is dan voldaan. 26 gemeente Eindhoven

Dit betekent dat er enkel nog taken liggen in het begeleiden van klanten op lopende en nog op te starten wettelijke trajecten, de verplichte voorlichtingtaken en de handhavende taken en aanbod doen aan verplichte groepen zoals asiel. De afdeling is reeds in een afbouwende fase. Het lukt nog steeds om de afdeling evenredig te laten krimpen in relatie tot de afname van de werkzaamheden (er lopen nu meer trajecten af dan dat er opgestart worden). De groep die in 2012 opgeroepen wordt zijn inburgeraars boven de 50 jaar. De trend is dat velen ontheven zullen worden van de inburgeringsplicht omdat men in het verleden reeds meerder trajecten heeft gevolgd zonder dat het diploma haalbaar was. Daarnaast zijn bij deze groep velen reeds voldoende ingeburgerd zodat zij ook vrijgesteld worden. BPI: Stand per 10 april 338 Af: reeds in behandeling 125 Per 1-7 jonger dan18 12 Per 1-7 ouder dan 60 48 Nog op te roepen Per 10-4 166 Stand per 1-7 60 gemeente Eindhoven 27

Planning 2012 - Aantal intakes 461 - Aantal trajecten: Langzaam 150 (gemiddelde trajectduur 24 maanden) Gemiddeld/snel 150 (gemiddelde trajectduur 18 maanden) Waarvan: - Met participatie 225 (gemiddeld 6000 euro per traject) Module - Duaal 225 - Kaal traject 75 - Enkel handhaven 75 - Ontheffingen 135 - Vrijstellingen 75 - Bezwaarschriften 10 Financieel - Betaalde en nog te betalen bedragen in 2012 1.597.960,- - Nieuwe opdrachten met betaling in 2012 300.000,- + - Verwachte uitgaven in 2012 1.897.960,- 5.3 Trajecten ten laste van educatiedeel De gelden voor educatie worden (conform de verplichte winkelnering) besteed bij het ROC Eindhoven. Het gaat om de volgende trajecten: - Alfabetisering: Voortraject inburgeringtraject - VAVO: tweede kans onderwijs, dat er aan bijdraagt dat personen alsnog een diploma voor VMBO-t, HAVO of VWO halen - Basiseducatie: Vervolgopleidingen Participatie en Werk Taal en rekeningen, basisvaardigheden Bij VAVO en basiseducatie bedraagt de inkomensgrens 110% om op deze wijze mogelijkheden te creëren voor personen met beperkte financiële ruimte. Ook gaat het om personen die door middel van educatie hun eigen maatschappelijke of sociale positie willen versterken en die de stap willen maken naar de arbeidsmarkt. 28 gemeente Eindhoven

5.4 Samenwerking Het is zoals al eerder gezegd, erg belangrijk om de samenwerking intern (met andere sectoren) en extern, met andere partners goed vorm te geven. Van belang is om in de dienstverlening aan de klant, elkaar te versterken en dubbelingen te voorkomen, laat staan dat trajecten naast elkaar lopen, zonder dat dit bekend is. Ook zal, daar waar mogelijk, de samenwerking op regionaal niveau gezocht moeten worden. Zo is Eindhoven trekker van de aanpak van Jeugdwerkloosheid van Zuidoost Brabant. Nadat eerst geëxperimenteerd is met diverse projecten is in 2010 gekozen voor een jongerencheque die uitgereikt kan worden aan werkgevers die jongeren in dienst nemen. Per project en initiatief is het belangrijk om te weten wie verantwoordelijk is en de regie voert. Maar ook voor de verschillende budgetten, gelden verschillende verantwoordingseisen. Dus samenwerking is van uiterst belang, waarbij niet de diensten van de afzonderlijke partners centraal staat, maar de vraag van de burger / klant. 5.5 Sociaal Domein Op het sociaal domein staat heel wat te gebeuren. In eerste instantie de drie decentralisaties (Jeugd, AWBZ en WWnV). Wegens het vallen van het kabinet, zullen door de nieuwe regering nieuwe wetsvoorstellen ingediend worden voor zaken die nu stop zijn gezet. Duidelijk is reeds dat de IQ-maatregel niet door zal gaan en dat de huishoudtoets ook (met terugwerkende kracht) wordt ingetrokken. Voor de overige ontwikkelingen (decentralisaties) is de verwachting dat de grote lijn door zal gaan. Met betrekking tot de Wet werken naar vermogen (die dus niet van kracht gaat per 2013), is ook de verwachting dat de koers wordt voortgezet. Dus zetten we de ingeslagen koers voort omdat:er brede politieke steun is dat er één regeling moet komen voor de onderkant van de arbeidsmarkt. WIJ Eindhoven is een nieuwe werkwijze / methode op basis waarvan we het sociaal domein anders in willen gaan richten. Reden hiervan is dat we in Nederland een goed ingerichte verzorgingsstaat kennen, waarbij zorg en welzijn in principe voor iedereen toegankelijk is en op basis van onderlinge solidariteit wordt gehandeld. De laatste jaren is echter ook duidelijk geworden dat een keerzijde van deze verzorgingsstaat is dat Nederland inmiddels het meest geïnstitutionaliseerde land van Europa is. Dit heeft mede geleid tot een systeem waarin professionele verkokering en het benaderen van mensen vanuit een versnipperd en veelal gestandaardiseerd aanbod aan de orde van de dag is. Leidend hierin is dat het productenaanbod voorop lijkt te staan in plaats van de vraag van een inwoner. En gebleken is dat lang niet iedereen zijn of haar weg vindt in dit gemeente Eindhoven 29

versnipperde aanbod. Bovendien werkt het soms juist verlammend en ontkrachtend dat de overheid zorg overneemt in plaats van mogelijk maakt dat iemand die moeite heeft met actieve deelname aan de maatschappij zelf verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn of haar welbevinden. Ten slotte is de financiering van het huidige systeem in toenemende mate een punt van zorg. In de eerdergenoemde kaderstelling nieuw sociaal beleid ( Nieuw sociaal beleid, inhoudelijke kaders en vervolgproces ) die in april 2011 door de Gemeenteraad akkoord is bevonden worden dan ook twee ontwikkellijnen onderscheiden: Op weg naar eigen kracht en Op weg naar vraaggerichte, effectieve en ontkokerde uitvoering. De ontwikkellijn Op weg naar eigen kracht gaat over het terugleggen van regie over iemands leven bij iemand zelf, in plaats van bij de overheid of de professional. Niet primair vanuit een kostenbesparing, maar vanuit ervaringsgegevens die uitwijzen dat de oplossingen die iemand zelf aandraagt en organiseert uiteindelijk leiden tot betere en meer duurzame resultaten. Van belang hierbij is te onderkennen dat het niet, of in ieder geval niet alleen, gaat om de eigen kracht van een individu, maar net zozeer om de kracht in de omgeving van een individu en de kracht van de kleinere en informele netwerken die volop aanwezig zijn in de stad. In de woorden van het adviesrapport van het extern Comité: ontwikkeling van samenkracht. Burger centraal De Sector Werk is intensief betrokken bij deze ontwikkeling en zal ook deel uit gaan maken van deze werkwijze, in de wijk, dichtbij de burger en het leveren van maatwerk. Een deel van de uitkeringsgerechtigden wordt immers dagelijks nog geconfronteerd met een leger aan hulpverleners en ondersteuners, die het maatschappelijk of economisch participeren niet bevorderen. Enerzijds zal de component werk meer ingezet moeten worden, maar anderzijds zal ook de ondersteuning hierom effectievere en efficiënter moeten gaan werken en vooral: ontkokerd. Slimme verbindingen In het transitieteam waarbij de voorbereidingen in het kader van WIJ Eindhoven en de decentralisaties wordt voorbereid staat ontkokering uiteraard hoog op de agenda, We zullen slimme verbindingen moeten gaan maken, enerzijds voor de klant (ontkokering), maar ook voor de financiële huidhouding op orde te houden. Denk bijvoorbeeld aan verbindingen tussen de huidige dagbesteding AWBZ en WSWbeschut. Maar ook de voorzieningen van de AWBZ die over gaan komen naar de WMO om personen in staat te stellen te participeren, kunnen ook ingezet worden ten behoeve van arbeidsparticipatie. Momenteel worden de verbindingen onderzocht en beoordeeld op welke onderdelen we slimmer, effectiever en efficiënter en ontkokerd kunnen gaan werken. 30 gemeente Eindhoven