Aan alle leden van de LVE. Amsterdam, januari 2006. Betreft: Advies inzake contractafspraken met zorgverzekeraars. Geachte leden,



Vergelijkbare documenten
Vergoeding niet-gecontracteerde zorg: restitutiepolis en restitutie op naturapolis: wat gaat er veranderen?

2. Waarom komen de NMa en de NZa met een gezamenlijk document voor zorggroepen?

Veelgestelde vragen. Eigen risico en eigen bijdrage bij een zorgverzekering

Informatie zorgverzekeringen per

SPECIAL PZO ZORGCOLLECTIEF Platform Zelfstandige Ondernemers december 2005 (geactualiseerd)

informatie voor verzekerden

Nieuwsbrief Coöperatie VGZ Digitale contractering GGZ 28 juli 2014

informatie voor verzekerden De Goudse Zorg Polis Productkenmerken voor verzekerden

Eerstelijnspsychologen van de LVE:de beste keuze!

ALGEMENE VOORWAARDEN GEAUTOMATISEERD DECLAREREN VAN TANDHEELKUNDIGE VERRICHTINGEN

Overeenkomst Bekken Expertise Centrum Leiderdorp en cliënt 2019.

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bruins Slot (CDA) over omzetplafonds in de zorg (2014Z22725).

Kwaliteitsregister Doktersassistent

Zorginkoopbeleid 2017 Mondzorg

Algemene voorwaarden Diatia 2014

Zorginkoopbeleid 2017 Mondzorg Versie 1 juli 2016

97, 42. Speciaal voor u: De collectieve ziektekostenverzekering BASISPREMIE 2012

Juridisch Document ZORG

Zorginkoop voor polissen met beperkende voorwaarden

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Verzekerdenmobiliteit en Keuzegedrag 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aandoening Indicatie Eerste Consult (intake) Behandeling. Spataderen Niet medisch noodzakelijk Verzekerde zorg* Niet verzekerde zorg

Kwaliteitsregister Doktersassistent

IZZ Zorg voor de zorg. Geldend vanaf 1 januari 2011

IZZ Zorg voor de zorg. Geldend vanaf 1 januari 2010

Veranderingen in de GGZ 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte

ZIEKENHUISZORG: WAT BETAALT U?

Brochure POH-GGZ - informatie voor huisartsen mei 2015

Reglement persoonsgebonden budget eerstelijnspsychologische zorg SIZ

Belangrijke informatie voor 2019

Reglement persoonsgebonden budget eerstelijnspsychologische zorg Trias geldend vanaf 1 januari 2010

BESLUIT. Zaaknummer 1060: Van Wieringen tegen Zorg en Zekerheid

Regiebehandelaar & Kwaliteitsstatuut

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 november 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ziekenhuiszorg in 2015: wat betaalt u?

Algemene voorwaarden 2019

Zorgverzekering Waar u rekening mee moet houden bij de keuze van uw zorgverzekeraar voor 2016

Psychologenpraktijk Schermers Behandelovereenkomst 2017

CZ Zorgverzekeringen Fincover 2014

Psychologenpraktijk Schermers Behandelovereenkomst 2015

(deels) contractvrij werken in de vrijgevestigde ggz-praktijk - een praktische handleiding - copyright LVVP

NZa Vragenlijst uitvoeringstoets integrale tarieven 2015

Jeugdzorg met een pgb

ECWGO/U Lbr: 16/065 CvA/LOGA 16/17

Ziekenhuiszorg Wat betaalt u?

ANONIEM BINDEND ADVIES

Reglement persoonsgebonden budget eerstelijnspsychologische zorg VGZ

Hulpmiddelen en de zorgverzekering. Alles wat je wilt weten over de vergoeding van je hulpmiddel

Overeenkomst Voetzorg Diabetes Mellitus 2016

ANONIEM BINDEND ADVIES

Welkom bij DSW Zorgverzekeraar 2009

Declaratieprotocol jeugdhulp

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 september 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Ciran Voorwaarden Zorgverlening

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

OVEREENKOMST ZORGMAKELAAR-EERSTELIJNS GGZ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Financiële administratie ZIEKENHUISZORG: WAT BETAALT U?

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

Admicon Hypotheken en Verzekeringen ABONNEMENT FINANCIEEL ADVIES EN BEMIDDELING PARTICULIERE SCHADEVERZEKERING. Serviceabonnementen

Zorgverzekeringen 2014

De zorgverzekeringswet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 juni 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

ANONIEM BINDEND ADVIES

Algemene voorwaarden en tarieven 2015 VARDAcoaching&therapie

NADERE REGEL NR/CU-531

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Reglement persoonsgebonden budget eerstelijnspsychologische zorg Univé. geldend vanaf 1 januari 2011

Tot zover uw rechten en zekerheid. Wat moet u zelf doen? Ten eerste: hoe zit het nu met de kosten?

Declaratieovereenkomst 2015 ter zake van geleverde tandheelkundige hulp

CORRECTIEBRIEF NO-CLAIM EIGEN RISICO

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/14/55c /

Zorgverzekeringen. Thema-onderzoek. Zorgverzekeringen

CZ Zorgverzekeringen via uw tussenpersoon 2014

Ziekenhuiszorg in 2015 Wat betaalt u?

Een Persoonsgebonden Budget bij de zorgverzekeraar

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie

ONDERZOEK TEVREDENHEID FYSIOTHERAPEUTEN OVER ZORGCONTRACTEN MOTIVACTION, NOVEMBER 2016

Januari 2014 Versie 1. Algemeen deel overeenkomst hoofdcontractant-zorgaanbieder Meditta Zorg

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 39 reglement van orde van de gemeenteraad.

Bijlage 1 Uitgangspunten en inhoud van Zvw-pgb

WETTELIJKE EIGEN BIJDRAGE

Consultatiebijeenkomst Eerstelijnspsychologische zorg. 1 juni 2007

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Betreft: Collectieve zorgverzekering bij Zilveren Kruis en Aevitae (VGZ) via Aedes

De Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 bij wonen in België en werken in Nederland

De Nederlandse zorg lijkt op een Arubaanse geit

Hulpmiddelen en de zorgverzekering Alles wat je wilt weten over de vergoeding van je hulpmiddel

Regionale samenwerking HA zorg Nico Eyck (ZOIJ) Marco Balhuizen (DVAN)

Module 2 implantaten onderkaak

a.s.r. ziektekosten/ Ditzo Inkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg 2017 Trombosediensten

Dienstverleningsdocument Hypotheken

ZORG SPECIAL NIEUWE ZIEKTEKOSTENREGELING PER 2006

Transcriptie:

Aan alle leden van de LVE Amsterdam, januari 2006 Betreft: Advies inzake contractafspraken met zorgverzekeraars Geachte leden, Met dit schrijven wil het bestuur van de LVE u zoals afgesproken inlichten over de situatie met de zorgverzekeraars, naast dat het bestuur u de mogelijkheden schetst voor het maken van contractafspraken in de toekomst, vergezeld van een advies. Het LVE-bestuur wil met dit advies de leden informeren over een aantal mogelijkheden waarop zelfstandig gevestigde eerstelijnspsychologen straks afspraken met zorgverzekeraars kunnen gaan maken. Het is aan iedereen zelf om al dan niet van een van deze mogelijkheden gebruik te gaan maken. Algemeen, de randvoorwaarden Per 1 januari 2007 valt ook het grootste deel van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) onder de basisverzekering van de nieuwe ziektekostenverzekeringen. Hieronder vallen de acht gesprekken eerstelijnspsychologische zorg, waarvoor een eigen bijdrage gevraagd kan worden (artikel 2 e.v.). Zorgverzekeraars krijgen een belangrijke stem in de manier waarop de zorg wordt aangeboden en georganiseerd. Enerzijds hebben zij de plicht om de in de basisverzekering opgenomen zorg aan hun verzekerden aan te bieden. Anderzijds hebben ze de vrijheid om zelf te bepalen wie voor hen bij voorkeur die zorg mag leveren en op welke wijze ze met die zorgaanbieders afspraken maken. Als LVE onderhouden we voor u contacten met de zorgverzekeraars. Het doel is de eerstelijnspsychologen die lid zijn van de LVE, op een duidelijke en positieve manier bij de verzekeraars in beeld te brengen en te houden, en de te contracteren partij te laten zijn als het gaat om het leveren van de beste eerstelijnspsychologische zorg. En wel conform ons profiel en garantievoorwaarden. Vervolgens is het aan de zorgverzekeraars en de eerstelijnspsychologen zelf, om afspraken met elkaar te maken i.c. contracten aan te gaan. Deze afspraken moeten voldoen aan de eisen van de mededingingswet. Deze verbiedt kartelvorming, met als doel het stimuleren van de onderlinge concurrentie (zijnde overheidsbeleid). Voor de meeste eerstelijnspsychologen - althans voor de zelfstandige ondernemers onder hen - is het vooral van belang te weten dat praktijken via bijvoorbeeld de LVE niet gezamenlijk afspraken mogen maken. De LVE houdt zich daar dus verre van. De NMa ziet hier op toe. De verschillende polissen Verzekeraars bieden hun polissen op twee manieren aan hun klanten aan. De eerste vorm is de restitutiepolis. Verzekerden met een restitutiepolis kunnen zelf een zorgaanbieder uitkiezen, mits die voldoet aan de minimumeisen die voor de betreffende zorg door de wet worden gesteld. De zorgverlener declareert bij de

cliënt, die de gemaakte kosten vervolgens bij de verzekeraar indient. Deze kan de kosten aan de cliënt terugbetalen of rechtstreeks aan de hulpverlener voldoen. Dit is de manier waarop op dit moment vrijwel alle vergoedingen aan eerstelijnspsychologen worden afgehandeld. In een variant hierop kan de zorgverlener ook bij een restitutiepolis rechtstreeks bij de verzekeraar declareren.verzekeraars kunnen wel een maximum stellen aan de hoogte van de vergoeding die ze bieden. Dat kan het voor een zorg landelijk vastgesteld CTG-tarief (College Tarieven in de Gezondheidszorg) zijn; vergelijkbaar met de tariefsvorming bij de huisartsen. Bij het ontbreken van een CTG-tarief geldt het marktconforme tarief. De andere vorm is de naturapolis. De zorgverzekeraar sluit daarin contracten af met zorgaanbieders voor de te leveren zorg. De verzekerde krijgt van de verzekeraar aangeboden om naar een hulpverlener te gaan met wie zo n contract is aangegaan. De declaraties verlopen rechtstreeks tussen zorgaanbieder en verzekeraar. De cliënt ziet hier niks van. De hoogte van de vergoeding is onderdeel van de afspraken tussen aanbieder en verzekeraar. Maar ook kwaliteitsafspraken maken onderdeel uit van een contract. Als een verzekerde ervoor kiest om naar een hulpverlener te gaan die geen contract met de verzekeraar heeft, dan kan de verzekeraar tussen de 0% en de 100% van de gemaakte kosten alsnog vergoeden. Naar verwachting zal in veel gevallen de verzekeraar de zorg wel vergoeden, maar dan voor 80% tot 90%. Vaak komt dat er op neer dat dan vergoed wordt volgens het marktconforme tarief of voor een deel van het tarief dat ook binnen de wel afgesloten contracten wordt gehanteerd. Klanten kunnen zelf een verzekering afsluiten, maar in toenemende mate is er ook de mogelijkheid van collectieve contracten. Hierover vindt op dit moment een enorme concurrentieslag plaats tussen verzekeraars. Deze contracten worden gevuld met een mengelmoes aan natura- en restitutievoorwaarden. Welke soorten polissen de overhand gaan krijgen is nog ongewis. Veel zorgverzekeraars leken te gaan kiezen voor de naturapolis, maar vaak bieden ze daarnaast ook de soms wat duurdere restitutiepolissen aan. Sommige verzekeraars hebben aangegeven vooral voor restitutie te gaan. De rol van de LVE, contractvormen en manieren om ze af te sluiten Niemand zit te wachten op een situatie waarin elke zelfstandige zorgaanbieder met alle verzekeraars moet gaan onderhandelen. Verzekeraars hebben ook al te kennen gegeven zeker niet met alle zelfstandige zorgaanbieders te gaan onderhandelen. Voor zorgverzekeraars zijn er verschillende aspecten belangrijk bij het afsluiten van een contract met een zorgaanbieder. In de eerste plaats letten ze op een gunstige verhouding tussen prijs en kwaliteit. Maar ook de manier waarop onderling en met andere disciplines wordt samengewerkt (in al of niet gestructureerde verbanden), naast het voeren van een goede administratie en registratie zullen onderdeel uitmaken van de (contract)afspraken. De LVE speelt nu en in de toekomst blijvend haar rol naar de zorgverzekeraars en naar u zoals toebedeeld in de wet, hetgeen wil zeggen dat wìj geen contracten afsluiten. Wij kunnen en zullen onze eerstelijnspsychologen over het voetlicht blijven brengen bij de verzekeraars. Wij zullen de verzekeraars als vertegenwoordiger van de beroepsgroep en praktijken informatie verstrekken, voorlichten, gesprekspartner zijn over landelijke ontwikkelingen in de zorg en we zullen de kwaliteit van de zorg en de praktijkvoering blijven bewaken en verder ontwikkelen, conform de afspraken die we met u hebben gemaakt in het beleidsprogramma 2006-2010 (zie m.n. hoofdstuk 2, visie). De afgelopen tijd hebben we bij verschillende organisaties advies ingewonnen. We hebben het ministerie van VWS bezocht. We hebben met verzekeraars gesproken en vooral ook goed naar verzekeraars geluisterd. We zijn in gesprek gegaan adviesorganisaties en hebben met gerichte vragen bij de NMa aan tafel gezeten. Uit de ingewonnen informatie blijkt, dat er verschillende mogelijkheden zijn om tot afspraken tussen zorgverzekeraars en eerstelijnspsychogen te komen, d.w.z. als het gaat om het contracteren van eerstelijnspsychologische zorg.

De voornaamste mogelijkheden zoals ze zich nu lijken voor te doen: 1. In de meest eenvoudige vorm kan een verzekeraar aan alle eerstelijnspsychologen een contract aanbieden. Het is dan aan een ieder om hier al dan niet op in te gaan. Het is de verzekeraar die bepaalt wat er in het contract staat, dat verder niet onderhandelbaar is. Aangezien zorgverzekeraars verplicht zijn voldoende eerstelijnspsychologische zorg aan te bieden, zullen de aangeboden contracten voor een beroepsgroep redelijk moeten zijn. Als immers de voorwaarden voor de zorgverlener niet acceptabel zijn ontstaat er een verlies-verlies situatie. De zorgverlener moet weliswaar zonder contract werken en afwachten in hoeverre er vergoed gaat worden, maar de zorgverzekeraar kan de te leveren zorg niet verzekeren. Alle partijen zijn er dus bij gebaat om wel met elkaar s belangen rekening te houden. Het voordeel van deze manier is dat de zorgverlener zelf geen contractbesprekingen hoeft te voeren of zich hiertoe te organiseren. Het nadeel is de minimale controle die de zorgaanbieder heeft over de te maken afspraken. 2. Eerstelijnspsychologen kunnen zelf het initiatief nemen om samen een verzekeraar te benaderen. Een beperkt aantal zelfstandig ondernemers mag samen contractbesprekingen voeren, mits ze binnen de bagatelbepaling vallen. Dat wil zeggen dat het gaat om maximaal acht ondernemingen en/of een maximale gezamenlijke jaaromzet in het voorgaande kalenderjaar van 908.000,--. Zorgverzekeraars kunnen deze manier ook gebruiken om te luisteren naar wat er in de markt leeft en op die manier tot een contract te komen dat ze ook aan andere zorgverleners kunnen aanbieden. De zorgverzekeraar is één onderneming en mag contracten aanbieden aan wie ze wil. 3. Een andere mogelijkheid is het oprichten van een coöperatie. Deze mogelijkheid biedt het voordeel van een eigen invloed op het onderhandelingsproces met behoud van een hoge mate van zelfstandigheid. Om dit wat beter uit te leggen, is er aan dit advies een bijlage toegevoegd met wat meer uitleg over de coöperatie. Het LVE-bestuur heeft hierover een aantal besprekingen gevoerd met Caraet, een onderneming die zich richt op het oprichten van coöperaties in de gezondheidszorg. Als uitgangspunt is dan ook het model genomen zoals dat door Caraet wordt gepresenteerd. 4. En er zijn verschillende mogelijkheden om tot een organisatievorm te komen die voor een grotere groep psychologen kan onderhandelen. Dat kan gaan om een B.V. of een franchiseorganisatie. Zij het dat daar wel het nadeel is, dat de deelnemende psychologen feitelijk hun eigen praktijk opgeven of zich anders in ieder geval conformeren aan de soms vergaande afspraken en af te dragen vergoedingen die door de franchiseorganisatie worden gesteld. De invloed op de contractafspraken ligt in dit geval bij de organisatie. De psycholoog als zelfstandige heeft ook hier weinig tot geen zeggenschap in de te maken afspraken. Bovendien ligt het in de lijn van de manier waarop de LVE de verzekeraars voorlicht, om juist de zelfstandige gekwalificeerde eerstelijnspsycholoog die het kwaliteitsbeleid van de LVE onderschrijft als de meest aantrekkelijke zorgaanbieder voor de eerstelijnspsychologische zorg te zien. Er zijn in ieder geval twee manieren waarop een door bepaalde partijen afgesloten contract ook voor andere partijen kan worden toegepast: 1. De contracten die worden afgesloten met de regionaal dominante verzekeraar(s) kunnen door andere verzekeraars worden overgenomen. Bovendien mogen de in een bepaalde regio nietdominantie verzekeraars tot op zekere hoogte samenwerken. 2. Sommige verzekeraars gaan landelijk contracteren, andere zullen zich in eerste instantie op hun voornaamste regio concentreren. Als dan een zorgverlener buiten die regio met een verzekerde van de betreffende verzekeraar te maken krijgt, dan kan de verzekeraar ook aan die zorgverlener dezelfde contractvoorwaarden aanbieden.

Ons advies Er is met de komst van de nieuwe zorgverzekeringswet sprake van een inherente onzekerheid over het verloop. Deze kan de LVE niet wegnemen. Omdat een deel van het proces bestaat uit de gereguleerde marktwerking is er per definitie ruimte gelaten aan verzekeraars, aanbieders en verzekerden om tot een uitwerking van het nieuwe zorgstelsel te komen. Hoe dit precies gaat uitpakken wordt pas gaandeweg het proces duidelijk. Ook de manier waarop de NMa naar deze markt gaat kijken is daarmee nog onduidelijk en experimenteel. Ons advies is gebaseerd op wat we op dit moment - in januari 2006 - zo zeker mogelijk weten en wat we veilig achten. De LVE heeft in september 2005 een beleidsmiddag georganiseerd als voorbereiding van een gefundeerd advies aan de leden over de verschillende manieren waarop de contracten met verzekeraars kunnen worden afgesloten. Op de Vergadering van Afgevaardigden in november 2005 is het onderwerp ook uitvoerig aan de orde geweest (zie het volledige verslag op www.lve.nl). Onze uitgangspunten voor het advies zijn: het vrije, zelfstandige ondernemerschap is belangrijk; de vormen van contractering mogen niet in strijd zijn met de mededingingswet; ze moeten eenvoudig uit te voeren zijn door de leden zelf; ze moeten tegelijkertijd de leden een zo gunstig mogelijke onderhandelingspositie geven. De ontwikkelingen van dit moment geven volgens het LVE-bestuur aan dat er verschillende, gelijkwaardige mogelijkheden zijn om binnen het wettelijke kader tot afspraken met een zorgverzekeraar te komen. Hoewel het belangrijk is om goed op de nieuwe situatie voorbereid te zijn en een actieve opstelling daarbij van voordeel kan zijn, is er geen reden tot onrust en haast. De zorgverzekeraars hebben de komende tijd hun handen vol aan de invoering van het nieuwe zorgstelsel. Er zijn zoals gezegd regelmatig en veelvuldig contacten met de LVE. Als in de loop van het volgende jaar duidelijk wordt met wie en hoe de eerstelijnspsychologische zorg zal worden georganiseerd, is er nog voldoende tijd om goed voorbereid tot afspraken te komen. In alle gevallen adviseren we om de eerstelijnspsychologische zorg aan te bieden als gekwalificeerde eerstelijnspsycholoog, die het kwaliteitsbeleid van de LVE onderschrijft (dus eerstelijnspsycholoog is!). Zorgverzekeraars zijn zeker geïnteresseerd in dit type zelfstandige beroepsbeoefenaar. De grootste zwakte van de eerstelijnspsychologen is nu echter dat er op dit moment onvoldoende in aantal zijn om de hele markt te kunnen bedienen. Verzekeraars voelen zich daarom gedwongen om breder te contracteren. Met de versterking van de beroepsgroep in gedachte, raden wij u dus af te kiezen voor een mogelijkheid waarbij zelfstandigheid en herkenbaarheid worden verminderd of zelfs opgegeven. De geschiedenis leert dat juist het vasthouden aan profiel en positie, de leden en de LVE zover heeft gebracht. Natuurlijk is niemand verplicht om een contract af te sluiten. Waarschijnlijk wordt een deel, zelfs een groot deel, van de declaraties dan alsnog vergoed. En voor de cliënten met een restitutiepolis is het toch al allemaal niet aan de orde. Maar contracten geven wel de mogelijkheid om preferente zorgverleners aan te wijzen. En omdat de afspraken niet alleen over het tarief gaan kunnen er ook gezamenlijke afspraken worden gemaakt over kwaliteit. Bovendien verloopt de declaratie rechtstreeks naar de verzekeraar. Het LVE-bestuur adviseert dan ook om daar waar dat in alle redelijkheid mogelijk is of aan de orde is, wel over te gaan tot het afsluiten van contracten met zorgverzekeraars. Hoe dan? Voor wie het allemaal wil afwachten, is het dus zeker een mogelijkheid om dat simpelweg ook te doen. Om het negatief te stellen kunnen we niet garanderen dat er geen slechte contracten komen, maar dat kunnen we ook niet als er wel onderhandeld gaat worden. Zoals hierboven beschreven zijn verzekeraars er ook bij gebaat om goede zorg te leveren en dat in voldoende mate te doen. Ook kan het zo zijn dat er verzekeraars zijn die alle ideeën om te onderhandelen afwijzen en hoe dan ook hun eigen plan trekken.

De verzekeraars geven nu al aan juist wel geïnteresseerd te zijn in de inbreng van de beroepsgroep bij het tot stand komen van contracten. Dat kan ook door afspraken te maken met een kleine, beperkte groep beroepsbeoefenaren. De verzekeraar kan er dan voor kiezen om die afspraken, al dan niet in gewijzigde vorm aan andere zorgaanbieders aan te bieden (dit zien we o.a. bij de huisartsen gebeuren). Wil een grotere groep eerstelijnspsychologen zelf het initiatief nemen en proberen door middel van onderhandelingen tot een contract te komen, dan is naar mening van het LVE-bestuur de coöperatie in de vorm zoals we het hierboven hebben beschreven de beste oplossing. En om niet allemaal zelf het wiel te hoeven uitvinden heeft het LVE-bestuur voor de uitwerking de keuze laten vallen op Caraet. Zij kunnen in regionale vergaderingen aan de leden voorlichting geven over de opzet van een coöperatie. En voor geïnteresseerden kunnen zij deze opzet vervolgens ook verzorgen. Wel zijn we uitdrukkelijk van mening dat de uiteindelijke besprekingen met een zorgverzekeraar namens een coöperatie het beste kunnen mede worden gevoerd door een eerstelijnspsycholoog die, al dan niet na extra scholing, vaardig is in het onderhandelen over deze zaken. Een professionele onderhandelaar of lobbyist werkt juist vaak afstotend en kent het veld vaak onvoldoende om inhoudelijk tot afspraken te komen. En nu? Op dit moment voert de LVE landelijke en regionale gesprekken met de meeste zorgverzekeraars. Deze centrale aanpak werkt naar het zich laat aanzien positief uit. Om een en ander te kunnen blijven overzien is het erg prettig als de eventuele nog bestaande regionale contacten met verzekeraars aan het LVEbureau worden gemeld. Ook als er vragen zijn kunnen die altijd worden gesteld. Met klem wijzen we er op, dat ook regionale gesprekken uitsluitend een informerend karakter mogen dragen. Alleen binnen de bagatelbepaling mogen er inhoudelijke afspraken worden gemaakt. De LVE is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor de gevolgen voor leden die zich daar niet aan houden en daarmee de mededingingswet overtreden. Zoals al eerder gezegd is er geen haast geboden. Wie zich in een coöperatie wil organiseren kan dat het beste in de loop van 2006 gaan doen. In de toekomst is er wellicht van alles mogelijk aan nieuwe ontwikkelingen om onze zorg in te richten en al dan niet samen met andere disciplines aan te bieden, waarbij naast de algemene eerstelijnspsychologische zorg er ook een ander aanbod en/of specialiteiten kunnen worden ontwikkeld. Iedere ondernemer is vrij om hier iets in op te zetten. Het beleid van de LVE is er op dit moment echter op gericht om eerst de algemene eerstelijnspsychologische zorg binnen de basisverzekering op een goede manier uit te voeren. Voor de LVE-leden die nu al volgens de kwaliteitsstandaard van de LVE werken zal er werkinhoudelijk in eerste instantie waarschijnlijk weinig veranderen. Wat in ieder geval op korte termijn wel gaat veranderen is de wijze van declareren. Het is nagenoeg zeker dat alle declaraties die rechtstreeks naar de verzekeraar gaan elektronisch ingediend moeten gaan worden. De LVE wil ervoor zorgen dat alle leden in januari 2007 hiervoor klaar kunnen zijn. Voorbereidingen hiertoe zijn al aan de gang. Wij houden u op de hoogte. Raadpleeg de website van de LVE, www.lve.nl (leden). Deze wordt regelmatig voorzien van nieuwe informatie. Let tevens op berichten in de Nieuwsbrief en de Nieuwsflitsen van de LVE. Hiervoor is het belangrijk dat u uw e-mailadres bekend is bij het bureau van de LVE! Met vriendelijke groet, namens het LVE-bestuur Stefanie van Vliet, voorzitter

BIJLAGE De coöperatie Een citaat uit een brief van Caraet: Kern van het verhaal van de NMa is dat iedere casus op zijn eigen merites beoordeeld moet worden en dat wanneer er sprake is van een economische eenheid er veel mogelijk is binnen de mededingingswet. Afspraken binnen één onderneming vallen niet onder het kartelverbod. Het kartelverbod heeft immers betrekking op afspraken tussen ondernemingen en niet binnen één onderneming (in de zin van een economische eenheid ). De rechtsvorm die gekozen wordt is daarbij niet van belang. Bij de beoordeling of sprake is van een economische eenheid worden door de NMa vier relevante criteria gehanteerd: Eén permanent ondernemingsbestuur Interne verrekening van verlies en winst Gezamenlijke aansprakelijkheid jegens derden Gezamenlijke presentatie naar buiten toe. In de situatie dat een aantal zorgaanbieders bijvoorbeeld een coöperatie opricht uitsluitend met als doel gezamenlijk te onderhandelen en daarnaast onafhankelijk te blijven in die zin dat de winst en verlies voor eigen rekening blijven, kan de NMa concluderen dat er in dat geval geen sprake is van een economische eenheid omdat er geen interne winst en verliesverrekening plaatsvindt. In de coöperaties die Caraet opzet wordt voor een andere opzet gekozen. Er wordt één nieuwe zorgonderneming gevormd, de coöperatie, die functioneert naast de eigen ondernemingen van de zorgaanbieders. Binnen de coöperatie vindt wel interne verrekening van winst en verlies plaats. Daarnaast wordt ook aan de overige drie voorwaarden voldaan. Kortom, de voorgestelde coöperatievorm is een onderneming van ondernemers. In dit geval van een aantal zelfstandig werkende eerstelijnspsychologen. Tot ongeveer een dertigtal/veertigtal eerstelijnspsychologen kunnen samen een coöperatie vormen. De coöperatie neemt een manager in dienst (voor enkele uren), die de zaken voor de coöperatie behartigt. De deelnemende psychologen brengen een deel van hun zorg onder in de coöperatie. In de verdere uitwerking gaan we er van uit, dat dit de te contracteren eerstelijnspsychologische zorg betreft die wordt vergoed in de basisverzekering. Als naar verwachting de meeste verzekeraars met naturapolissen gaan werken, dan zal dit dus het grootste deel van de door eerstelijnspsychologen geleverde zorg zijn. De zorg die hier niet onder valt wordt volledig binnen de eigen praktijk gehouden. Daarbij kan worden gedacht aan zorg die onder een aanvullende verzekering valt, eventueel zorg voor cliënten met een restitutiepolis en andere activiteiten die niet onder de basis eerstelijnspsychologische zorg vallen. De manager sluit namens de coöperatie een contract af voor de te leveren zorg met de belangrijkste verzekeraar(s). In dit contract worden ook tariefafspraken opgenomen. Andere verzekeraars mogen en kunnen dit contract overnemen. De deelnemende eerstelijnspsychologen sluiten op hun beurt een contract af met de coöperatie. Daarin staat in ieder geval welke zorg ze voor de coöperatie leveren en welke vergoeding ze daarvoor ontvangen. Zij voeren hun praktijk zoals ze dat gewend zijn. Aanmeldingen en behandelingen lopen zoals gewoonlijk. De declaraties voor de verleende zorg die onder de coöperatie valt worden bij de coöperatie ingediend. De coöperatie dient deze vervolgens in bij de betreffende zorgverzekeraar.

zorgverzekeraar coöperatie ELP ELP ELP ELP Van de tarieven die de coöperatie van de verzekeraar ontvangt, wordt een (onderling) afgesproken deel ingehouden. De rest wordt direct overgemaakt aan de betreffende eerstelijnspsycholoog. Van het ingehouden deel worden aan het einde van het jaar de door de coöperatie gemaakte kosten ingehouden. De rest is winst voor de coöperatie. Op deze manier voert de coöperatie een eigen winst en verliesrekening. Deze winst kan vervolgens weer worden uitgekeerd aan de deelnemende eerstelijnspsychologen. Omdat de deelnemende eerstelijnspsychologen een deel van de zorg volledig in eigen beheer uitvoeren, is er ook voor elke praktijk een eigen winst en verliesrekening. Op die manier blijft de praktijk een zelfstandige onderneming. Op de bovenstaande situatie kan worden gevarieerd, zolang de deelnemers het maar met elkaar eens zijn en de coöperatie voldoet aan de eisen van de mededingingswet. Waarschijnlijk is het het beste om eerst te beginnen met een eenvoudige opzet zoals hierboven omschreven. Dan is er een samenwerkingsvorm waarmee contractafspraken gemaakt kunnen worden terwijl de deelnemende psychologen toch in ruime mate de zeggenschap over hun eigen praktijk houden. In een later stadium kan een coöperatie worden uitgebreid. Er kunnen bijvoorbeeld andere disciplines deelnemen. Zo is het denkbaar om samen met huisartsen of bijvoorbeeld fysiotherapeuten een product aan te bieden, dat voor verzekeraar en cliënt interessant is. Ook mag een coöperatie personen in dienst nemen. Dat kan interessant zijn voor eerstelijnspsychologen of ook andere hulpverleners die wel mee willen doen, maar geen zelfstandig ondernemer willen zijn. Omdat een coöperatie wordt gevormd door de deelnemende leden, maken zij ook zelf uit welke afspraken er binnen de coöperatie gelden. Mits dit aan de wettelijke eisen voldoet uiteraard. In- en uitstappen is vrij, eventueel met een afgesproken opzegtermijn. De afspraken die de leden voor hun coöperatie maken worden contractueel vastgelegd. Het vereist wel samenwerking, en in die zin wordt de vrijheid van handelen voor de in de coöperatie ondergebrachte zorg minder groot. Anderzijds bepalen de leden samen het beleid. Dit kan een argument zijn om een coöperatie ook niet te groot te laten worden. Bij een beperkter ledental is er immers meer invloed en kunnen afspraken gemakkelijker gemaakt en gewijzigd worden.

Relatie coöperatie en LVE? Geen! Op LVE-niveau wordt landelijk beleid gemaakt en worden landelijke activiteiten ontplooid. Dit varieert van het geven van voorlichting en het voeren van lobby bij politiek, bestuur, financiers voor de eerstelijnspsycholoog met de volgende kwaliteitsartikelen: - de vereiste eerstelijnskwalificatie c.q. registratie in het register van eerstelijnspsychologen (NIP), naast opname als gezondheidspsycholoog in de Wet BIG; - een systeem van herregistratie; - het LVE-kwaliteitssysteem (LVE-Kwaliteitshandboek versie 2), dat de kwaliteitsnormen omschrijft voor praktijken van eerstelijnspsychologie en leidt tot HKZ-ISO-certificering; - een permanente vakinhoudelijke oriëntatie en verdieping door intercollegiale intervisie, consultatie met en door GGZ-hulpverleners uit de tweedelijn, nascholing binnen en buiten het verenigingsverband van de LVE - transparantie door registratie van praktijk- en cliëntgegevens met het LVE-Codeboek en door de LVE-Jaarberichten; - een landelijke LVE-klachtenregeling - een centraal LVE-wachttijdenbeleid De Beleidsnota 2006-2010 van de LVE geeft hier inzicht in. Het ROEP als afdeling van de LVE blijft als voortuig van dit beleid - gewoon bestaan. De ROEP s doen datzelfde op regionaal niveau. Ook regionale contacten kunnen op ROEP-niveau worden onderhouden. Naast de contractuele en productmatige voordelen biedt de coöperatie hiernaast een subregionaal platform waar eerstelijnspsychologen met elkaar uitvoering geven aan overeengekomen beleid. De coöperaties bieden a.h.w. een verkoopplatform dat daadwerkelijk uitvoer geeft aan kwaliteitsbeleid. Daarbij kan het management en de administratie organisaties van de coöperatie ondersteunend werken. De kosten (prijspeil 2006) Caraet biedt de leden van de LVE de opzet van de ZorgCEL aan. De leden betalen voor het opzetten van een coöperatie en ondersteuning tijdens het eerste halfjaar per persoon 750,-- incl. BTW. Hiervoor worden onderstaande taken uitgevoerd: - de coöperatie opgezet; - een ondernemingsplan geschreven; - onderhandeld met de belangrijkste zorgverzekeraar (max twee); - de administratie van de coöperatie opgezet; - contracten met de leden opgesteld; - tevens worden na de startfase twee bijeenkomsten van een uur gehouden voor evaluatie van de werkzaamheden en eventuele nieuwe ideeën voor de samenwerking. De ZorgCEL is vrij om te beslissen om tijdens het tweede halfjaar op interim-basis Managementondersteuning in te huren bij Caraet. Per uur zal dit management 125,00 incl. BTW kosten. Voor specifieke projecten zullen separaat prijzen worden geoffreerd.