Stadsontwikkeling. Masterplan. Kop van Feijenoord. Fase II Kop van Zuid



Vergelijkbare documenten
i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

Handelingsperspectief wijk Noordereiland

Feijenoord. Gebiedsplan. Kop van Zuid. Ambtelijke inventarisatie

figuur 1a Plankaart OOB

Rotterdam - Parkstad. Stedenbouwkundig ontwerp voor de ontwikkelingen van zowel Parkstad als de oostflank van de Afrikaanderwijk.

panel: : Stadsvisie 2030

Blik op Leidschendam-Voorburg 2020

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Onderzoek Digipanel: Structuurvisie

cultuurhistorische verkenning Feijenoord Leon van Meijel Heide Hinterthür Els Bet

Rotterdam Stadshavens

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

HERONTWIKKELING MOLENWAL

Wonen. Basisinspanning. Ambities. Kansen. Voorkomen

Mijn interpretatie van de onderdelen van het eindwerkstuk (semesterboek BSC 6 e semester)

Pact op Zuid sociaal gezien Aanvullingen op Reisgids Frans Spierings Wim van der Zanden Marina Meeuwisse

Park van buijsen pijnacker-nootdorp. Een bijzonder groene en waterrijke uitbreiding

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Convenant betreffende een financiële impuls ten behoeve van de Kwaliteitssprong Rotterdam Zuid ( ).

Rotterdam. sociaal. gemeten. 4e meting Sociale Index

STRATEGISCHE VERKENNING VERSTEDELIJKING

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De Nieuwe Ontwikkelaar, 20 april Willem Sulsters (WSA)

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad

Koers voor de toekomst

WIJKVISIE STADSKANAAL NOORD

uitwerking deelgebied Dordrecht Weeskinderendijk

Verstedelijkingsopgave Delft: We geven de stad een kwaliteitsimpuls :36

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

het plan in hoofdlijnen

Een toekomst voor Stratum

Rotterdam Veiligheidsindex 2012

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

Feijenoord. Gebiedsplan. Katendrecht-Wilhelminapier. Ambtelijke inventarisatie

Nijmegen Waalfront Trekker Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Ambitiedocument Bensdorp

82 Uitwerkingsplan. wonen in het stadshart: beschutting en intimiteit

ESSE ZOOM LAAG NIEUWERKERK AAN DEN IJSSEL GEMEENTE ZUIDPLAS

Stedenbouw en Landschap

Heukelum. Zicht op de Linge

Zondag Ontwikkeling. Profiel. Over Zondag Ontwikkeling. ...gelooft in mogelijkheden, niet in beperkingen

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

De Afrikaanderwijk in 2020 Een wijk om trots op te zijn

Geen woorden maar daden

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Handboek openbare ruimte. Gemeente Urk, december 2014

Den Helder Stadshart 47

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Beeldkwaliteitsplan Torenstraat 7 Gassel

ZaanIJ Unieke locaties aan de oevers van de Zaan

Veldwerkopdracht Utrecht in ontwikkeling

Uitvoeringsplan Nationaal Programma Rotterdam Zuid. Marco Pastors 11 maart 2015

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

KANSENKAART. Kansenkaart 2020 Mogelijkheden voor bouwen in Leiden Inhoudsopgave Meer informatie. Toelichting. Meer info. Voorwoord.

Binnenstad Den Haag. Beste Binnenstad van Nederland

Wijkvisie. Dubbeldam. Dordrecht. december Inleiding. Dubbeldam

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

Stadsagenda Vlaardingen

Handelingsperspectief wijk Katendrecht

Opgave en. toekomstperspectief EEN NIEUWE TOEKOMST

Ontwikkelingsvisie Klein Plaspoelpolder, beeldenboek 2: opgaven

beschrijving plankaart.

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Spelregels bij particulier initiatief Kruyderlaan-Herenstraat Collegevergadering 17 januari 2017

STRAATENQUÊTE MASTERPLAN LIJNBAANHOVEN

maasboulevard venlo Een nieuw stedelijk verblijfsgebied aan de Maas

ISV 3 programma gemeente Harlingen

Alternatieve locaties Hoeksche

ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD

Kwaliteitsverbetering van de (huur)voorraad in tijden van Krimp Opwierde APPINGEDAM. Delfzijl, 21 november 2013

Betekenisvol beleid voor een aantrekkelijke stad

Factsheet Schiedam 2014

Factsheet Schiedam 2015

Stationskwartier Zwijndrecht. Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht

INTENTIEOVEREENKOMST CENTRUMPLAN MARUM

Heijplaat. Ondernemend wonen in een stadshaven

onderwerp Aanvraag initiatievenbudget herontwikkeling winkelcentrum Lorentzplein Badhoevedorp

Startnotitie herstructurering Rembrandtweg en omgeving

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

16 april Schetsdag Zwarte Hond Kristal project Loevesteinlaan II

Stedenbouwkundig plan

1 Amsterdam, de opbouw van een stad

GEBIEDEN. 4 havo 3 Stedelijke gebieden 4-5

nieuwsbrief Waarom deze

dbruist Zwolle Zwolle Bruist De Strategische agenda Binnenstad

FEIJENOORD IN BEELD 2006

2b// -Döoo S-Sa. Ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 2: Uitgangspunten. Ontwikkelstrategie Suikerfabriek

Izegem - Visie Ontwikkelingsvisie en ontwerp voor de stationsomgeving

Startnotitie Herstructurering woningen Rijsoord Versie 1.1 Datum 21 mei 2014

Oost Gelre Commissie Ruimtelijke Kwaliteit

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Brainport Eindhoven/ A2-zone (Brainport Avenue)

Ontwikkelingsvisie. Noordereiland & Burgemeester Drijbersingel, Zwolle. DeZwarteHond.

Amsterdam - Staalmanpleinbuurt. Stedenbouwkundig ontwerp voor herstructurering naoorlogse woonwijk.

Transcriptie:

Stadsontwikkeling Masterplan Kop van Feijenoord Fase II Kop van Zuid

Colofon Dit masterplan Kop van Feijenoord is opgesteld door Stadsontwikkeling in opdracht van de gemeente Rotterdam en de ontwikkelcombinatie Port Feijenoord. Ambtelijk opdrachtgever: Mark Sutherland, Frans de Jong Stadsontwikkeling: Merel Richter, Bram van Norden, Maurice Boumans, Albert van Eer, Ines Cengic, Martine Broekhuijzen, Victor Velthuijs, Tim Langelaan 2 Masterplan Kop van Feijenoord

Inhoudsopgave Voorwoord 5 5 Planverantwoording 51 1 Inleiding 7 5.1 milieuaspecten 5.2 energie en duurzaamheid 5.3 parkeren 5.4 spoortunneloverbouwing 5.5 waterveiligheid 51 57 58 58 60 2 Achtergrond van de wijk (context) 9 2.1 (cultuur)historie 2.2 de huidige situatie 2.3 Kop van Feijenoord in beeld 9 13 15 6 Maatschappelijke haalbaarheid & communicatie 63 3 Beleidskaders 3.1 stedelijk beleid 3.2 deelgemeentelijk beleid 3.3 visie Kop van Feijenoord 19 19 23 26 6.1 themabijeenkomsten 6.2 panels 6.3 1op1 gesprekken 6.4 algemene communicatie 6.5 van concept naar definitief Masterplan 7 Financiële haalbaarheid & uitvoering 63 63 66 67 67 69 4 Planbeschrijving 29 7.1 financiële haalbaarheid 7.2 uitvoering 69 69 4.1 uitgangspunten 4.2 hoofdopzet (masterplankaart) 4.3 openbare ruimte 4.4 programma 4.5 deelgebieden 4.6 proefverkaveling 4.7 referenties 29 31 37 41 43 46 48 Masterplan Kop van Feijenoord 3

4 Masterplan Kop van Feijenoord

Voorwoord Met genoegen bied ik u hierbij het masterplan Kop van Feijenoord aan. De gemeente Rotterdam, deelgemeente Feijenoord, verschillende ontwikkelende partijen, wijkbewoners en andere betrokkenen werkten gezamenlijk aan de plannen voor dit gebied. Het masterplan dat voor u ligt, toont een plan voor de integrale vernieuwing van de wijk. Doel van die vernieuwing is het verbeteren van de woon- en leefkwaliteit voor de huidige en toekomstige bewoners. Rotterdam-Zuid biedt kansen. Een van de kansen is het creëren van aantrekkelijke woonmilieus als onderdeel van de versterking van de regionale woningmarkt. Voor een aantrekkelijk woonmilieu zijn allerlei zaken van belang. Niet alleen goed onderhouden woningen van verschillende typen en prijzen, maar ook een aantrekkelijke woonomgeving, goede voorzieningen en een goede bereikbaarheid. Daarnaast is een hoogwaardig niveau van schoon, heel en veilig een voorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat. De fysieke opgaven (zoals nieuwbouw van woningen en de aanpak van de buitenruimte) staan in het teken van de sociale en economische versterking van Rotterdam- Zuid. Dit deel van de stad heeft namelijk te maken met problemen op sociaal en economisch gebied. Met dit in het achterhoofd werd het masterplan ten opzichte van de visie meer concreet gemaakt. De verbeteringen in de wijk Feijenoord gaan uit van de kracht van de wijk. Die kracht zit m in de markante ligging aan de Nieuwe Maas, de relatief jonge bevolking en de betrokken bewoners en ondernemers. De fysieke ontwikkelingen (zoals de herinrichting van het Nassauhavenpark) verbeteren de wijk en brengen deze in een stroomversnelling. Hiermee werkt Rotterdam aan een van de ambities uit de Stadsvisie 2030: het creëren van een aantrekkelijke woonstad. Daarbinnen is het ontwikke- len van attractieve woonmilieus in de bestaande stad een van de hoofddoelstellingen. De opgaven om Rotterdam-Zuid te verbeteren, zijn omvangrijk en complex. Ze vragen om een gerichte en intensieve bundeling van krachten en jarenlange toewijding van betrokken partijen. Gerichte betrokkenheid en inzet van velen op lokaal, regionaal en nationaal niveau is nodig om het tij te keren. Er is een krachtige bestuurlijke coalitie nodig is tussen Rijk, gemeente en een aantal lokale partners. Een coalitie die met visie en lef aan de slag gaat. Gezamenlijke inzet, doorzettingsmacht, mandaat en gezag zijn daarbij de sleutelwoorden. De integrale gebiedsontwikkeling Kop van Feijenoord kan hierop rekenen. Met het Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid, Zuid Werkt!, opgesteld op advies van de commissie Deetman en Mans, is de eerste belangrijke stap hiervoor gezet. Op dit moment wordt er samen met bewoners gewerkt aan een aanvalsplan om die kwaliteitssprong samen te maken. Feijenoord heeft van oudsher het imago van aanpakken en werken. Het zit in het DNA van de wijk. Dit is precies wat er de komende tijd gaat gebeuren om tot een goed resultaat te komen. Samen gaan wij ervoor. Hamit Karakus, Wethouder Wonen, Ruimtelijke Ordening, Vastgoed en Stedelijke Economie, projectwethouder Zuid. Masterplan Kop van Feijenoord 5

6 Masterplan Kop van Feijenoord

Hoofdstuk 1 Inleiding Op 7 juli 2009 stelde het college van B en W de visie Kop van Feijenoord vast. Tegelijkertijd gaf het college de opdracht een masterplan op te stellen op basis van de ambities en maatregelen die genoemd zijn in de visie. Voor u ligt het resultaat: het conceptmasterplan Kop van Feijenoord. De economische crisis heeft ervoor gezorgd dat het masterplanproces langer duurt dan oorspronkelijk gedacht. Door de crisis wijkt het masterplan op enkele punten af van de plannen in de visie. De opgave van de gebiedsontwikkeling blijft echter dezelfde: enerzijds het woon- en leefklimaat voor de huidige bewoners verbeteren, waardoor de wijk ook voor nieuwkomers aantrekkelijk wordt. En anderzijds de wijk beter verbinden met de binnenstad en de omringende wijken. Uit de analyse in de visiefase bleek dat de kwaliteit van de volgende onderdelen moet worden verbeterd om dit doel te bereiken: De voorzieningen (commercieel en maatschappelijk) De buitenruimte De woningen om een wooncarrière binnen de wijk Feijenoord mogelijk te maken en om aan te sluiten bij de huidige woonwensen uit te voeren, zijn er op dit moment gewoonweg niet. Toch is het belangrijk om het masterplan nu voor de integrale gebiedsontwikkeling vast te stellen. Het masterplan is een blauwdruk van de gebiedsontwikkeling. Als er geld is, worden onderdelen uit het plan opgepakt. De gemeente betrekt in dat geval de bewoners en andere belanghebbenden opnieuw bij de plannen. Alle toekomstige ontwikkelingen worden op deze manier in de context van het gebied geplaatst. Op deze manier blijven de ambities en maatregelen voor dit gebied staan. Zo weet iedereen waar hij of zij de komende jaren aan toe is. De inhoud van het masterplan is op hoofdlijnen gelijk aan de inhoud van de vastgestelde visie. De volgende punten wijken in het masterplan af van de visie of zijn verder uitgewerkt: De plannen voor het Jan Eleveld en de Persoonsdam Het woningbouwprogramma Het maatschappelijk programma (onderwijs, sport en welzijn) Planning, uitvoering en financiële strategie Het belangrijkste verschil met de visie is dat niet alles in één keer opgepakt en aangepakt kan worden. De middelen en de marktomstandigheden om in één keer alles Masterplan Kop van Feijenoord 7

Ontwikkeling van Rotterdam-Zuid, getekent door E. Hesmert, 1904 1874-1881 1899-1904 1919-1920 uitbreidingsplan RVH, 1874 (bron: GAR) 8 Masterplan Kop van Feijenoord

Hoofdstuk 2 Achtergrond van de wijk (context) Voordat er keuzes gemaakt kunnen worden over de toekomstige ontwikkeling van het gebied, is de achtergrond van de wijk het DNA in kaart gebracht. Wanneer is de wijk Feijenoord ontstaan? Hoe is dat gegaan? En wat speelt er op dit moment in de wijk? De antwoorden op deze vragen staan in dit hoofdstuk. 2.1 (Cultuur)historie Tot de 19e eeuw: polderlandschap Tot ver in de achttiende eeuw beperkt de stedelijke ontwikkeling van Rotterdam zich tot de rechter Maasoever. Op de andere oever ligt het eiland IJsselmonde, dat op dat moment nog niet bij de stad hoort. Dit kleinschalige agrarische polderlandschap was sinds de middeleeuwen door bedijking, overstromingen en herbedijking gevormd. Na de drooglegging van een polder slibt op IJsselmonde buitendijks nieuwe grond aan, die na verloop van tijd omsloten wordt door een nieuwe dijk. Door aanwassing ontstaat een onregelmatig patroon van komvormige polders van wisselende groottes. Het eiland Feijenoord is een zandplaat aan de binnenbocht van de Maas. Het Zwanengat een kreek met een sterke stroming op de plek van de huidige (ingekorte) Spoorweghaven scheidt het eiland van IJsselmonde. Feijenoord groeit in omvang door aanwassing langs twee strekdammen. Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw wordt Feijenoord stukje bij beetje bedijkt. Van de voormalige ringdijk is nu alleen een klein stukje Feijenoorddijk over. In het polderlandschap op Zuid is de bebouwing geconcentreerd in kernen, langs de toegangswegen en de dijken. Het eiland Feijenoord blijft echter eeuwenlang vrijwel onbebouwd. Vanwege de geïsoleerde ligging en de vruchtbare bodem is het een ideale plaats voor de vestiging van een pesthuis, een traankokerij, een galg en een stadskwekerij. In 1825 vestigt G.M. Roentgen bij het pesthuis aan de westzijde van het eiland de fabriek van de Nederlandsche Stoomvaart Maatschappij. Dit zet de ontwikkeling van Feijenoord in gang. 19e eeuw: havenstad Met Feijenoord komt ook Rotterdam-Zuid aan het begin van de negentiende eeuw tot ontwikkeling. De fabriek van de Nederlandsche Stoomvaart Maatschappij groeit in rap tempo uit tot een stoomscheepvaartbedrijf en scheepstimmerwerf. Met ruim duizend werknemers in 1840 is het een van de grootste bedrijven in Nederland in die tijd. De gemeente Rotterdam voegt Feijenoord bij de stad en maakt plannen om de toekomstige industriële groei op te vangen. Stadsbouwmeester W.N. Rose maakt in de periode 1843-1864 diverse schetsontwerpen. Deze gaan nog uit van de traditionele eenheid tussen handelskade (zeilvaart), pakhuis (stapelmarkt) en woonhuis (koopmanstad). De keuze voor de route door Feijenoord en de binnenstad voor het Zuiderspoortracé naar Antwerpen in combinatie met een brugverbinding over de Nieuwe Maas, zet echter een dikke streep door alle planvorming. Het concept van de koopmanstad en stapelmarkt blijkt achterhaald. De combinatie van spoor- en havenfaciliteiten kunnen op Feijenoord leiden tot de ontwikkeling van speciale havens voor de transitohandel. Havens en spoorwegen in één concept Het Rotterdamse gemeentebestuur stelt op 11 december 1868 een uitbreidingsplan voor Feijenoord vast. De directeur van de Dienst Plaatselijke Werken Ch. B. van der Tak en de ingenieur van de Staats Spoorwegen N. Th. Michaëlis ontwierpen het plan. Het uitbreidingsplan voorziet in de aanleg van een spoorweghaven met Masterplan Kop van Feijenoord 9

Luchtfoto Nassaukade, 1924 (bron: De Groot, 2009) emplacement, de aanleg van een doorgaande vaarroute met beweegbare bruggen, het ophogen van de polder op het Noordereiland, de aanleg van kademuren en goederensporen en de bouw van diverse spoor- en verkeersbruggen. Voor het eerst worden havens en spoorwegen in een integraal concept gevat. Nassauhaven (bron: Bruijn, 2006) Rooms katholieke kerk aan het Stieltjesplein Veilinghal Persoonsdam (bron: www.rotterdam010.nl) Het graven van de overslaghavens gaat voortvarend van start: in 1873 wordt de Binnenhaven en Entrepothaven gerealiseerd, in 1878 de Spoorweghaven en in 1879 de Koningshaven. De Zuiderspoorlijn deelt Feijenoord op in een oostelijk en een westelijk deel. Het oostelijke deel leent zich vooral goed voor de vestiging van industriële bedrijven. Aan de Nassaukade strijken brouwerij d Oranjeboom (1885) en margarinefabriek Van den Bergh (1891) neer. Het westelijke deel leent zich juist goed voor de overslag met zeeschepen, omdat deze dan geen bruggen hoeven te kruisen. Hier komt het handelsterrein van de Rotterdamse Handels Vereniging (RHV) tot ontwikkeling. Onder leiding van koopman en gemeenteraadslid L. Pincoffs wijzigt deze vereniging het gemeentelijke uitbreidingsplan voor Feijenoord. In het vernieuwde plan naar het ontwerp van ir. Th.J. Stieltjes ligt nog meer de nadruk op de combinatie en integratie van vervoer over water en spoor. Stieltjes ontwerpt een ommuurd handelsterrein met kanaalhavens, kades, opslagloodsen, entrepots en aansluitingen op het Staatsspoor en de stoomlijn van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM): een afgesloten fiscale enclave in de stad. Van de oorspronkelijke ommuring de zogenaamde Chinese Muur resteren nog twee fragmenten aan de Stieltjesstraat en de Entrepotstraat. Industrie- en woongebied In 1879 gaat de RHV failliet. Daarmee komt een snel einde aan de particuliere havenexploitatie en neemt 10 Masterplan Kop van Feijenoord

Luchtfoto Feijenoord / Noordereiland de gemeente het initiatief in de ontwikkeling, bouw en exploitatie van havens weer in eigen hand. In dat jaar treedt G.J. de Jongh aan als directeur van de gemeentelijke Dienst Plaatselijke Werken. Onder zijn leiding krijgt het oostelijk deel van Feijenoord de bestemming industrie- en woongebied. Voor de woningbouw ontwerpt De Jongh een stratenplan en voor de industrie de Nassauhaven (1900) en de Persoonshaven (1901). Deze langgerekte industriehavens zijn van hetzelfde type als de Binnenhaven en Spoorweghaven, maar wijken qua karakter en gebruik sterk hiervan af. De Nassauhaven en de Persoonshaven bieden plaats aan een bonte mengeling van bedrijven. Deze bedrijven liggen met hun representatieve voorkant naar de straatzijde. De achterkanten zijn gericht op het water, waar de schepen op enige afstand van de schuine oevers liggen. Steigers met een geringe helling vormen de transportverbinding tussen de fabrieken en de schepen. Op de dam tussen de Nassau- en Persoonshaven vestigt zich de Coöperatieve Tuinbouwveiling Zuid-Hollandse Eilanden. Deze beschikt over enkele hallen (1904, 1926, 1930) en een eigen railverbinding voor de aanvoer van groenten en fruit. De wens om het onstuimig groeiende Feijenoord beter te verbinden met de binnenstad, staat op gespannen voet met de belangen van de scheepvaart. De Jongh pleit daarom voor extra veerdiensten. Zijn opvolger Burgdorffer presenteert in 1913 een plan voor een vernieuwde Koninginnebrug en een verlengde Willemsbrug. In 1927 maakt de oude spoorbrug plaats voor de Hef, een ontwerp van P. Joosting. Het is een stalen spoorbrug met twee heftorens van zestig meter hoog aan weerszijden van een spoordek dat in hoogte beweegbaar is. Vervolgens wordt in 1929 ook de Koninginnebrug tot dan toe een draaibrug vervangen door een dubbele basculebrug met vier ronde brugwachtershuisjes. A.H. Rood en A. van der Steur maakten dit ontwerp. Om de verkeersdruk op de oude Willemsbrug te verlichten, wordt tussen 1937 en 1942 de Maastunnel gegraven. Na ruim een eeuw trouwe dienst wordt de oude Willemsbrug op 1 juli 1981 gesloopt. Alleen de bruggenhoofden blijven op hun plaats. Op dezelfde dag wordt de nieuwe Willemsbrug naar een ontwerp van C. Veerling geopend. Van 1987 tot 1993 wordt de Willemsspoortunnel gegraven, waardoor de spoorbruggen overbodig worden. De Willemsspoorbrug wordt dan ook in 1994 gesloopt, met uitzondering van de bruggenhoofden en de Hef. Groei- en bouwexplosie De bedrijvigheid in de havens trekt veel nieuwe arbeiders aan. De bevolking van Rotterdam groeit spectaculair: van bijna 150.000 inwoners in 1880, naar 320.000 in 1900 tot ruim 500.000 in 1920. Dat leidt tot een enorme bouwexplosie. Het bouwen van woningen is dan nog het domein van particuliere bouwondernemers. Wel stelt de gemeente in de bouwverordening randvoorwaarden aan de woningbouw. De bepalingen in de verordening zijn gericht op een veilige en gezonde woonomgeving. Concrete bepalingen over de architectonische verschijningsvorm ontbreken, maar indirect worden ook vormgevingsprincipes vastgelegd die van invloed zijn op het stadsbeeld. Zo mag de helling van een pannendak niet steiler zijn dan 55 graden, moet het dak tenminste één venster hebben, wordt een afgeschuinde hoek van 45 graden op elke straathoek voorgeschreven en mogen gevelelementen als lijsten, dorpels en versieringen, maximaal tien centimeter buiten de rooilijn treden. De vorm, omvang en ligging van de havens, spoorlijnen en wegen bepalen de locaties van de woonblokken Masterplan Kop van Feijenoord 11

Rosestraat (bron: De Groot, 2009) in Feijenoord. Deze restgebieden krijgen een stedenbouwkundige invulling op basis van een stratenplan waarin de gemeente de rooilijnen vaststelt. De gesloten bouwblokken liggen als geïsoleerde buurten ingeklemd tussen de havens, de fabrieksterreinen en de goederenspoorlijnen. Verder wordt de Zuiderspoorlijn ingepakt door twee langgerekte bebouwingslinten parallel aan de Rosestraat en de Oranjeboomstraat. De in 1884 aangelegde Oranjeboomstraat is opgevat als een brede boulevard: door een bomenrij gescheiden rijbanen met tramrails en brede trottoirs met bomen. De eenvoudiger opgezette Rosestraat krijgt een breedte van twintig meter en wordt alleen aan de oostzijde bebouwd. Aan de overzijde ligt het spoor van de RTM en staat de muur van het handelsterrein. Meer dan Feijenoord krijgt het Noordereiland primair een woonbestemming. Namens de RHV ontwerpen Th.J. Stieltjes en A.W. Mees het stedenbouwkundig plan. Dat plan bestaat uit een asymmetrisch, vrijwel rechthoekig stratenpatroon met een regelmatige rangschikking van gesloten bouwblokken rondom een centrale pleinenreeks (Prins Frederikplein, Burgemeester Hoffmanplein en de Prins Hendriklaan), de groene ruggengraat van het eiland. De gesloten bouwblokken zijn samengesteld uit aaneengesloten gevelwanden van vier of vijf bouwlagen met kap, binnen rechte of licht gebogen rooilijnen. De meest luxe woningen krijgen een plek aan de voornaamste straten, zoals de Maaskade en het westelijke deel van de Prins Hendrikkade. De woningen voor de gegoede middenstand staan aan het oostelijke deel van de Prins Hendrikkade en rond de centrale pleinenreeks. Het gewone volk woont in de overige dwarsstraten en vooral op het oostelijke deel van het eiland. 20e eeuw; na WOII In de jaren veertig, vijftig en zestig gaat op Rotterdam- Zuid alle aandacht uit naar de aanleg van de nieuwe zuidelijke tuinsteden, het Zuiderpark en het Zuidplein. In Feijenoord verandert in die tijd betrekkelijk weinig. De noodzakelijke sanering van de verouderde woningvoorraad is onmogelijk vanwege de hoge woningnood. Tegelijkertijd verandert langzaam de bevolkingssamenstelling. Een deel van de oorspronkelijke bewoners gaat elders in de stad wooncarrière maken. Buitenlanders en jongeren komen vervolgens af op de goedkope woningvoorraad. Langzaam maar zeker verslechteren de woningen, verpaupert de openbare ruimte en gaat het leefklimaat achteruit. Feijenoord wordt in 1974 aangewezen als stadsvernieuwingsgebied. De belangrijkste doelstellingen zijn: het verplaatsen van hindergevende bedrijven, het realiseren van vervangende en typologisch vernieuwende woningbouw, het openbreken van de stedenbouwkundige structuur, het toevoegen van openbare ruimte, het realiseren van parkeervoorzieningen en het renoveren van verouderde woningen. Sinds de start van de stadsvernieuwing zijn grofweg drie fasen te onderscheiden: 1. De eerste fase betreft vooral renovatie van het verouderde woningbestand; dit resulteert in verbetering van het wooncomfort, maar heeft tegelijkertijd ingrijpende gevolgen voor het ruimtelijke beeld en de kwaliteit van het stadsbeeld (dakdozen, en dergelijke). 2. In de tweede fase van de stadsvernieuwing, begin jaren tachtig, maakt renovatie steeds vaker plaats voor sloop en nieuwbouw. Daarbij worden onderdelen van de gesloten bouwblokken met eigentijdse nieuwbouw ingevuld. 3. De derde fase komt mede voort uit een groeiend cultuurhistorisch besef; er groeit langzaam meer waardering voor het authentieke beeld van de negentiende-eeuwse woningbouw. Dit leidt tot reconstructies en hoogwaardige renovaties (zoals 12 Masterplan Kop van Feijenoord

Oranjeboomstraat het complex aan de Stampioendwarsstraten of de Dillenburgblokken). Door het wegtrekken van de havenactiviteiten veranderen in de stadsvernieuwingsperiode de verlaten haventerreinen in woonbuurten met sociale woningbouw. Aanvankelijk worden vooral omvangrijke en gesloten woningbouwcomplexen gerealiseerd, zoals de Simonsblokken, de Peperklip en de Koopvaardijhof. De latere herstructureringsprojecten zijn ook grootschalig, maar hebben vaker een open verkaveling met hoogbouwaccenten. Een goed voorbeeld hiervan zijn de torens op de Persoonsdam. Aandacht voor sociale, economische en culturele aspecten Tijdens de stadsvernieuwing ligt de nadruk vrij eenzijdig op de functie wonen. In de loop van de jaren tachtig komt daarnaast steeds meer aandacht voor de sociale, economische en culturele aspecten van de stedelijke vernieuwing. Deze verruiming van de opgave resulteert in plannen van Riek Bakker en Teun Koolhaas (1987-1991) voor de Kop van Zuid, dat tot een integraal deel van het centrum moet uitgroeien. De vorm en structuur van de oude havens blijven daarbij grotendeels behouden. Het plangebied bestaat uit twee stroken haaks op elkaar: de Wilhelminapier en het havengebied. Het eerste gerealiseerde project op de Kop van Zuid is de transformatie van de Entrepothaven met de renovatie en verbouwing van het gebouw De Vijf Werelddelen, de nieuwbouw van enkele wooncomplexen en de omvorming van de overslaghaven tot jachthaven. Daarna volgen de Landtong, de Stadstuinen en vele projecten op de Wilhelminapier en langs de Laan op Zuid. Maar het belangrijkste planonderdeel voor de herontwikkeling van de Kop van Zuid is een extra oeververbinding, waardoor de overvolle binnenstad verder kan uitbreiden op de linker Maasoever: de Erasmusbrug (Van Berkel & Bos, 1990-1996). Deze brug staat symbool voor de culturele gedrevenheid waarmee de tweede sprong over de rivier is vormgegeven. De Kop van Zuid zorgt voor verbeteringen op sociaal, economisch en cultureel gebied op Zuid. Hoge en middeninkomens kiezen ervoor om te wonen en te recreëren op Zuid. Dit is goed voor het voorzieningenniveau, de werkgelegenheid, het woonmilieu en het imago. De gebundelde en samenhangende inzet van publieke en private partijen heeft bijgedragen aan dit succes. De wijk Feijenoord heeft echter nog niet kunnen profiteren van deze succesvolle ontwikkeling. Ontwikkelingen in de wijk zijn niet van de grond gekomen. Kanttekening is wel dat de focus ook op andere gebieden op Rotterdam-Zuid heeft gelegen dan op Feijenoord. De focus is er nu wel; de vernieuwing van de wijk wordt de komende jaren ingezet. 2.2 De huidige situatie De Kop van Feijenoord heeft een markante positie binnen Rotterdam. Samen met de Kop van Zuid vormt het de schakel tussen het noordelijke en het zuidelijke deel van de stad. Deze delen worden gescheiden door de Nieuwe Maas en zijn verbonden door de Willemsbrug. Hoewel Kop van Zuid-Entrepot verbonden is met de wijk Feijenoord, zijn de verschillen tussen de wijken groot. Dat heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis, maar ook de sociaaleconomische en culturele aspecten spelen hierbij een rol. Hieronder zijn de twee wijken in het kort beschreven op basis van wijkgegevens en monitoren, zoals de Sociale Index en Veiligheidsindex (cijfers voornamelijk uit 2010). Kop van Zuid-Entrepot De wijk Kop van Zuid-Entrepot telt ongeveer 3.600 Masterplan Kop van Feijenoord 13

3 Rotterdam 2010 Uitkomsten 2010 Rotterdam scoort in 2010 een 5,8 op de Sociale Index. Deze score is net niet hoog genoeg om de stad als sociaal voldoende te kwalificeren. Er zijn twee aspecten die voldoende scoren: meedoen en leefomgeving, twee die kwetsbaar zijn: capaciteiten en sociale binding. Problematisch zijn de thema s voldoende inkomen (4,4), voldoende gezondheid en voldoende taalbeheersing (beide 4,8). Onderstaande tabel 2 geeft de scores weer voor Sociale Index Rotterdam 2010 op index-, aspect- en themaniveau. Visie_KopFeijenoord_040608 6/5/08 10:34 AM Page 61 Veiligheidsindex: score Rotterdam en deelgemeente Feijenoord adequate voorzieningen vervuiling en overlast werk en school ontbreken van discriminatie passende huisvesting sociale contacten sociale en culturele activiteiten leefomgeving meedoen sociale inzet sociale index voldoende taalbeheersing voldoende inkomen capaciteiten sociale binding mutaties Legenda Sociale Index en score stad Rotterdam goede gezondheid voldoende opleiding ervaren binding Tabel 2 Sociale Indexscore voor Rotterdam op index, aspect- en themaniveau, meting 2010 Sociale Index Capaciteiten Voldoende opleiding Goede gezondheid Voldoende inkomen Voldoende taalbeheersing Leefomgeving 1 16 15 Rotterdam 2010 5,8 5,1 6,4 4,8 4,4 4,8 6,1 6,2 5,7 6,1 6,6 6,2 6,1 5,2 6,7 6,6 5,8 6,0 5,7 9 2 3 Tabel 3 Index- en aspect scores van Rotterdam en de deelgemeenten, meting 2010 Deelgemeente Sociale Index4 Capaciteiten Leefomgeving Meedoen Sociale Binding Centrum 6,1 6,1 6,3 6,4 5,4 8 Prins Alexander 6,8 6 6,7 7,0 6,6 7 14 6,9 Pernis 7,4 7,4 7,1 7,2 8,0 Overschie 6,1 5,6 6,3 6,1 6,5 Noord 5,9 5,4 6,3 6,2 5,8 Kralingen-Crooswijk 5,9 5,3 5 6,2 6,3 5,6 IJsselmonde 5,8 5,0 6,2 5,9 13 5,9 Hoogvliet 6,6 6,3 6,8 6,2 12 7,0 Hoek van Holland 7,7 7,3 8,0 7,7 7,9 Hillegersberg-Schiebroek 7,0 7,0 7,1 6,9 7,1 Feijenoord 5,2 4,1 5,4 5,6 11 5,6 Delfshaven 5,3 4,4 5,6 5,7 5,3 Charlois 5,1 4,5 5,6 5,4 4,8 Rotterdam 5,8 5,1 6,1 6,2 5,8 10 Ontbreken van discriminatie Passende huisvesting Adequate voorzieningen Weinig vervuiling en overlast Meedoen Werk en school Sociale contacten Sociale en culturele activiteiten Sociale inzet Sociale Binding Mutaties Ervaren binding 61 Straatnamenkaart Kop van Feijenoord 14 Masterplan Kop van Feijenoord

t op de Sociale Index een vol ijk gemiddelde. Ook Feijenoord deze wijk iale probleemwijken in Rottereen enkel voldoende thema. od vt vi ootste probleem ph(3,9). De inscoren vi gg zeer zwak av op inkomen derlands. vo Probleemthema s v + o vesting, sociale en culturele sociale index w + s n binding. iteiten (4,7) is één van sca de zes sociale m si tterdam. In deze wijk is de van capaciteiten Sociale Index voor de zeer wijk Feijenoord proaanzien van gezondheid, ersing (laagste score in heel aan de samenleving is een sende huisvesting en discrimiema s. vi Afrikaanderwijk scoort de gg thema s voorzieningen en iteiten woningen, waarvan meer dan de helft na 1994 is gebouwd. De helft Afrikaanderwijk van woningvoorraad bestaat uit portiek- en galerijwoningen met lift en 30% van de woningen zijn koopwoningen. Het gemiddeld netto vloeroppervlak is het hoogste van de deelgemeente en de gemiddelde WOZ-waarde ligt met 188.000 ruim boven het Rotterdamse od gemiddelde. vt In de wijk wonen ruim 7.500 phmensen, onder wie een vi klein aantal 65+ ers (8,3%). Van deze 65+ ers komen relatief veel mensen av uit Suriname, de Antillen en Turkije. gg Een kwart van de wijkbevolking is jonger dan 20 jaar. Kop van Zuid-Entrepot scoort op de Sociale Index v een + o vo 6,8. Dat is ruim anderhalf punt boven het gemiddelde van de deelgemeente. sociale De bevolking heeft voldoende capaciteiten en index w + s participeert voldoende in de samenleving. De leefomgeving is van redelijk goede eb kwaliteit en er is voldoende sociale binding. De wijk is sociaal sterk sc op het gebied van vervuiling en overlast, deelname aan sociale en culturele activiteiten en sociale inzet. Kwetsbaar sca is het gebied mals het gaat om taalbeheersing, voorzieningen, si sociale contacten en het ervaren van binding. Het gemiddelde inkomen is 23.200 (landelijk: 34.300, Rotterdam: 29.200). De wijk Kop van Zuid-Entrepot scoort in de Veiligheidsindex een 7,9 en zit daarmee in de categorie veilig. Er zijn in Kop van Zuid-Entrepot ongeveer 1.600 arbeidsplaatsen, meer dan de helft in de niet-commerciële dienstverlening. n van de zes sociale probleemeb Wat capaciteiten betreft heeft age) scores als Afrikaanderwijk. Bloemhof is zeer zwak wat albeheersing. Opleiding en leemthema s. Ook leefombijzonder discriminatie en le binding zijn problematisch. minst slecht, hoewel ook daar vi school en sociale contacten. Bloemhof gg scoort op geen oende. iteiten binding binding an tie binding eb vo vo Feijenoord In de wijk Feijenoord staan ongeveer 3.100 woningen. Daarvan bestaat het overgrote deel uit corporatiehuurwoningen (meer dan 90%). Tweederde van de woningen zijn portiek- of galerijwoningen zonder lift. Eengezinswoningen of woongebouwen met lift zijn er weinig. De gemiddelde WOZ-waarde ligt met 111.000 behoorlijk onder het landelijk ( 233.000) en Rotterdams gemiddelde ( 164.000). De woningen zijn voor een deel vooroorlogs en ongeveer de helft van de woningen voldoende taalbeheersing eb sc leefomgeving meedoen leefomgeving meedoen capaciteiten sociale binding capaciteiten sociale binding gg vo eb Masterplan Kop van Feijenoord Sociale Index voor de wijk Kop van Zuid-Entrepot stamt uit de periode 1969-1993. De wijk telt ongeveer 7.300 inwoners. Onder Vreewijk hen zijn weinig autochtonen en 65+ ers, en relatief veel Surinamers, Antillianen, Turken en Marokkanen. Ook onder de 65+ ers zijn relatief veel allochtonen. Feijenoord is een jonge wijk: 31% van de bevolking is jonger dan 20 jaar. Ook wonen in Feijenoord relatief veel eenoudergezinnen. od vt Op de Sociale Index scoort de wijk op phalle capaciteitenthema s vi (zeer) laag, met een totaalgemiddelde van 4,9 (deelgemeente Feijenoord avscoort een 5,2 en de stad Rotterdam gg een 5,8). Daarmee is Feijenoord een van de zes sociale probleemwijken in Rotterdam. De inwoners participeren v + o vo onvoldoende in werk en school. Ze ondernemen weinig sociale sociale en culturele activiteiten en ervaren weinig sociale index binding. w + Het s gemiddelde inkomen is 15.200 en ligt daarmee ruim onder het landelijke en Rotterdamse eb gemiddelde (landelijk: 34.300, Rotterdam: 29.200). Ook passende sc huisvesting is een probleem. Alleen op het gebied van mutaties scoort de wijk voldoende. Volgens de Veiligheidsindex sca zit Feijenoord m met een 5,4 in de categorie bedreigd. side aspecten drugsoverlast, overlast en schoon & heel uit de Veiligheidsindex laten een verslechtering zien. Alleen als het gaat om diefstal is verbetering te zien. In de wijk Feijenoord zijn ongeveer 3.200 arbeidsplaatsen, waarbij opvalt dat het aandeel industrie relatief hoog is. 2.3 Kop van Feijenoord in beeld Op de pagina hiernaast is een straatnamenkaart van het studiegebied Kop van Feijenoord te zien. Hierop zijn de plekken aangegeven od waar de vt foto s op de volgende pagina s zijn genomen. ph vi 15 v + o w + s av v + o av w + s sc sc ph meedoen sca leefomgeving meedoen Kop van Zuid Entrepot od leefomgeving meedoen vt sociale index si leefomgeving Hillesluis sociale index m vi capaciteiten sociale binding capaciteiten sociale binding capaciteiten ale binding gg gg vo eb vo eb a v + o w + a v + o w + a v + o w +

1 Jan Eleveldterrein vanaf Prins Hendrikkade 2 de Hef vanaf Koninginnebrug 3 Noordereiland vanaf Nassaukade 4 Stieltjesplein 5 Entrepothaven vanaf Rijksboom 6 Handelsplein 7 Parkeerterrein Jumbo 8 Steven Hoogendijkstraat 16 Masterplan Kop van Feijenoord

9 Roentgenstraat 10 Oranjeboomstraat 11 Damstraat 12 Persoonshaven 13 Persoonsdam 14 Nassauhaven 15 Nassauhavenpark 16 Dillenburgblok aan de Feijenoordkade Masterplan Kop van Feijenoord 17

Strategie sterke economie Strategie aantrekkelijke woonstad 18 Masterplan Kop van Feijenoord

Hoofdstuk 3 Beleidskaders 3.1 Stedelijk beleid Stadsvisie Rotterdam In november 2007 stelde de gemeenteraad de Stadsvisie Rotterdam vast. Ze beschrijft in dit document de ambities van de stad Rotterdam en de strategie om deze ambities te verwezenlijken. Ook geeft de gemeenteraad in het document de prioriteiten weer, de zogenoemde VIP-gebieden. De ontwikkelingsstrategie bestaat uit twee pijlers: een sterke economie en een aantrekkelijke woonstad. Om een sterke economie te creëren, gaat Rotterdam zich meer richten op een kennis- en diensteneconomie in plaats van op een industriële economie. Van de drie economische speerpunten (sectoren) ontwikkelen de medische en creatieve sector zich verder. De vrijetijdssector wordt niet alleen doorontwikkeld, maar op bestaande succesvolle locaties ook uitgebreid. Een aantrekkelijke woonstad beschikt niet alleen over goede woningen. Rotterdam richt zich daarom op complete woonmilieus met aandacht voor de openbare ruimte en noodzakelijke voorzieningen, zoals winkels en scholen. Om meer gezinnen met kinderen en hoge en middeninkomens aan de stad te binden, breidt Rotterdam de woonmilieus van sterke wijken uit. In de zwakkere wijken vindt herstructurering plaats en staat de aanpak van de bestaande woningvoorraad centraal. Door te bouwen binnen de bestaande stad stelt Rotterdam zichzelf een verdichtingopgave van 56.000 woningen op binnenstedelijke locaties ten doel. Het plangebied Kop van Feijenoord maakt deel uit van het VIP-woonmilieu Kop van Zuid. Rotterdam wil met dit gebied rustig en centrumstedelijk wonen aan het water en in gemengde wijken realiseren. Dit zorgt voor een aantrekkelijkere woonstad en een verdubbeling van het aantal inwoners van de binnenstad. Het plangebied maakt deel uit van het Internationaal centrum Rotterdam. Door het versterken van vrijetijdsfuncties en ruimte te bieden aan creatieve bedrijvigheid en kantoorlocaties, levert het plangebied een bijdrage aan een sterke economie. Ruimtelijk Plan Rotterdam 2010 Vóór de stadsvisie stelde de gemeenteraad in maart 2001 het gemeentelijk structuurplan Ruimtelijk Plan Rotterdam 2010 (RPR 2010) vast. Hierin schetst de gemeente Rotterdam het kader om gericht aan de stad te werken. De twee belangrijkste beleidsspeerpunten die in het RPR 2010 zijn uitgewerkt, zijn Sterke Stad en Wijken van Waarde. De gemeenteraad formuleert in het RPR 2010 drie centrale ambities: 1. Rotterdam als gevarieerde en aantrekkelijke stad. De stad moet leefbaar en aantrekkelijk zijn voor een brede doelgroep. Het gaat daarbij niet alleen om wonen, maar ook om werken en recreëren. 2. Rotterdam als centrum in de Zuidvleugel. De positie van Rotterdam in de Zuidvleugel moet worden versterkt. Rotterdam moet daarom vanuit de voornaamste centra in de Zuidvleugel en vanuit de regio goed bereikbaar zijn. Het aanbod van voorzieningen, werklocaties, recreatiemogelijkheden en bijzondere woonmilieus moet worden versterkt en uitgebreid. 3. Rotterdam als Europese stad met een wereldhaven. In Europa moet Rotterdam zich samen met de andere steden van de Randstad profileren als onderdeel van de Deltametropool. De Rotterdamse haven moet daarbij haar toppositie behouden. De identiteit van de haven kan de diensteneconomie en het toerisme versterken. In het RPR 2010 benoemt de gemeenteraad acht strategische gebieden waarmee ze de ambities kan realiseren. Het gaat om zes strategische wijkaanpakgebieden en twee stedelijke strategische gebieden. Een van de twee stedelijke strategische gebieden is het Centrum op twee Masterplan Kop van Feijenoord 19

Plankaart RPR 2010 oevers. Hierbij zijn de belangrijkste troeven het Centraal Disctrict en de rivieroevers, het waterfront. Toekomstvisie 2030 Rotterdam-Zuid In de nota Atelier Zuid Toekomstvisie 2030 Rotterdam- Zuid is de inzet van Rotterdam-Zuid voor het RPR 2010 beschreven. Op termijn worden de oude havengebieden met hun beeldbepalende elementen herontwikkeld. Dit biedt de kans om Rotterdam-Zuid van binnenuit te versterken en een nieuw centrumgebied aan de stad Rotterdam toe te voegen. Rotterdam krijgt dan een centrum op twee oevers. Centrum-Zuid (Kop van Zuid, Oud-Feijenoord, Katendrecht, Afrikaanderwijk en het Noordereiland) ontwikkelt zich verder op de stedelijke kwaliteiten van de Kop van Zuid en de negentiendeeeuwse wijken. Het gebied voorziet in de behoefte aan gemengde stedelijke woonmilieus en een stedelijk programma dat een aanvulling is op het centrumgebied op de noordelijke oever. In de nota schetst de gemeente de volgende toekomst voor Centrum-Zuid, het gebied boven de Putselaan: Kenmerkend voor Centrum-Zuid zijn de functiemenging, de hoge bevolkingsdichtheid en de vele kantoren en voorzieningen die functioneren op het stedelijke en regionale schaalniveau. Deze mix van functies versterkt niet alleen de wijkeconomie, maar ook de stedelijke economie. Het geeft daarmee een belangrijke impuls aan de werkgelegenheid in Rotterdam-Zuid. Ook verlevendigt de functiemenging het straatbeeld en verhoogt het de kans op sociale contacten en toevallige ontmoetingen. In de zone Wilhelminapier Entrepotgebied de Hef Noordereiland concentreren zich de hoogstedelijke functies. Dit versterkt het gezicht van Zuid aan de rivier. De twee stedelijke assen (Laan op Zuid/Posthumalaan Hillelaan Maashaven-Oostzijde) zorgen daarnaast voor de verdere centrumontwikkeling. Plankaart uit nota Atelier Zuid In Centrum-Zuid vindt elke doelgroep zijn plek: gezinnen, empty-nesters, en een- en tweepersoonshuishoudens. De negentiende-eeuwse wijken, zoals Feijenoord, bieden de kans een nieuw woon- en werkmilieu aan Rotterdam toe te voegen. Het behouden en versterken van het historisch karakter is daarbij essentieel. Het hergebruik van de oude havengebouwen en bedrijfsgebouwen levert hieraan een bijdrage. Deze kunnen namelijk voor verschillende functies worden gebruikt, zoals recreatie en cultuur. Beeldbepalende elementen moeten zo min mogelijk worden gesloopt. Een ander belangrijk kenmerk van Centrum-Zuid is het samenhangende geheel van openbare ruimte en binnenhavens. De openbare ruimte onderscheidt zich van andere gebieden in de stad Rotterdam, is uitstekend ingericht en berekend op intensief gebruik. De oostwestverbindingen en de as Rosestraat Willemsbrug zijn belangrijk bij het ontsluiten en verbinden van de verschillende wijken. De binnenhavens voegen een extra dimensie toe aan Centrum-Zuid: binnenvaart, pleziervaart, watertaxi s en cruiseschepen zorgen voor een dynamisch beeld van Rotterdam-Zuid. De beide stadshelften vullen elkaar aan. Centrum-Zuid vormt een toevoeging aan en een verbreding van het huidige stadscentrum. Door het afstemmen van functies vindt kruisbestuiving plaats tussen de beide stadshelften. Centrum-Zuid vervult door de unieke woon- en werkgebieden en centrumvoorzieningen een belangrijke rol in het stedelijk functioneren van de stad Rotterdam als totaal en van de regio. Dit is de volgende stap voorwaarts in het proces van ontwikkeling van Rotterdam-Zuid. Toekomstvisie Waterfront 2030 In 2003 stelde het college van B en W de Toekomstvisie Waterfront 2030 vast. Het waterfront is het gebied tussen Tropicana en de Parkhaven, inclusief de zuidoever met 20 Masterplan Kop van Feijenoord

Illustratie uit Toekomstvisie Waterfront; meer bezoekers de Wilhelminapier, het Entrepot en het Noordereiland. In de toekomstvisie staat de gewenste ontwikkeling beschreven vanaf de oplevering van de Oude Haven in 1985, via de opening van de Erasmusbrug en de metamorfose van de Kop van Zuid naar een volwaardig centrum op beide rivieroevers in 2020. De centrale doelstelling is de realisatie van één centrum aan de rivier. Dat moet tot stand komen door de realisatie van aantrekkelijke woon- en werkmilieus. Om deze te creëren, is onder andere verdichting nodig. Een analyse laat de volgende problemen zien: In het waterfront zijn te weinig stedelijke programma s (kansen op Wilhelminapier, rond Entrepot, bij Oude Haven) Aantrekkelijke plekken liggen te ver uit elkaar Alleen incidenteel zijn er aantrekkelijke wandelroutes De auto eist te veel ruimte en domineert de sfeer Behalve watertaxi s zijn er weinig waterprogramma s Sommige havens liggen er stil en verlaten bij Om het waterfront verder te ontwikkelen als stadscentrum en de bovenstaande problemen op te lossen, moet het gebied zich blijven ontwikkelen door: het toevoegen en intensiveren van programma s; meer bewoners te trekken door hoogbouw of kadewoningen; meer bezoekers te trekken door meer vrijetijdsvoorzieningen; het waterfront aantrekkelijk te maken voor manifestaties en evenementen; meer goed ingerichte openbare ruimten te creëren: verschillen in sfeer en gebruik tussen plekken; de toegankelijkheid en verbindingen met achterland en met het netwerk van routes langs het water waaraan voorzieningen liggen, te verbeteren. Zoekgebied woonmilieus (uit Stadsvisie) Woonvisie Rotterdam uit in de stadsvisie het voornemen zich verder te ontwikkelen als aantrekkelijke woonstad waar mensen kunnen kiezen uit een divers en kwalitatief goed woningaanbod. Hiervoor moet de stad werken aan vier doelen: 1. Brede kwaliteitsslag maken. Een groot deel van de bestaande woningvoorraad blijft achter bij de eisen van deze tijd. Dit vraagt om een ingrijpende verbetering. 2. Vraag en aanbod beter afstemmen. Zowel in de nieuwbouw als bij de bestaande woningvoorraad moeten woningen en woonmilieus nog beter dan voorheen aansluiten bij de uiteenlopende wensen van de consument. 3. Betaalbaarheid van het wonen verbeteren. De consument moet meer keuze hebben rond de grens van goedkoop en middelduur tussen huur en koop. 4. Woongenot vergroten. Werken aan een duurzame woonomgeving, waarin uiteenlopende voorzieningen aanwezig zijn en de sociale structuur aansluit bij de verwachtingen van de consument. De hierboven genoemde doelen hangen nauw met elkaar samen. Ze moeten de knelpunten in de woningmarkt verminderen, bijvoorbeeld het tekort aan grondgebonden woningen. Deze woningen binden gezinnen aan de stad en behouden ze ook. Nieuwbouw en samenvoeging creëren nieuw woningaanbod. Dit moet niet alleen gebeuren in uitleggebieden, maar ook in herstructureringsgebieden. Overigens is een grondgebonden woning niet per definitie een standaard eengezinswoning. Ook benedenbovenwoningen in de oudere stadswijken komen aan deze vraag tegemoet. In het kader van de stadsvisie zet de gemeente in bestaand stedelijk gebied sterk in op meer grondgebonden woningen in groen stedelijke en rustig stedelijke woonmilieus. Masterplan Kop van Feijenoord 21

Eindrapportage Rotterdamse norm voor buitenspeelruimte Samenvattend richt het woonbeleid zich de komende jaren op het aanpakken van de bestaande woningvoorraad, doorgaan met de nieuwbouwproductie, sturing van de huurmarkt, het verleiden tot de koopmarkt en het verbeteren van het woon- en leefklimaat. Rotterdamse Stijl De gemeente Rotterdam is ervan overtuigd dat een goede buitenruimte een onmiskenbaar onderdeel is van een wervend woon- en werkklimaat. Ze stelde daarom het Handboek Rotterdamse Stijl op. Met de Rotterdamse Stijl wil de gemeente samen met externe partijen inzetten op een betere kwaliteit van de buitenruimte die stadsbreed wordt toegepast. Herkenbaarheid, eenduidigheid en samenhang zijn de kernbegrippen. De Rotterdamse Stijl versterkt de samenhang in het stedelijke netwerk van buitenruimten met oog op en respect voor de verscheidenheid en identiteit van wijken. Belangrijke aspecten om de allure van het stedelijk netwerk te vergroten, zijn het toepassen van groen, de balans in het gebruik en een aansprekende stadsbrede standaardkwaliteit van materialen. Relevante uitgangspunten voor de buitenruimte zijn: Eenheid in bestrating Het behouden en versterken van boomstructuren Terughoudende en zorgvuldige plaatsing van straatmeubilair Voldoende ruimte voor de wandelaar en het spelende kind naast de afwikkeling van het autoverkeer Daarnaast geeft de Rotterdamse Stijl richtlijnen voor de profilering van de straten en een toolkit voor de bestrating en het straatmeubilair. In de Rotterdamse Stijl zijn twee visies opgenomen: Een Lichtvisie: een vernieuwing van de verlichtingswijze en verlichtingsstandaard De Bomenstructuurvisie: een betekenisvol beeld en gebruik van groen gecombineerd met goede groeicondities Buitenspeelnorm Buiten spelen is noodzakelijk voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Het stimuleert essentiële aspecten van de lichamelijke ontwikkeling, zoals de motoriek en coördinatie. Ook mentale processen als het leren van sociale vaardigheden, het kennen en verleggen van de eigen grenzen en ruimtelijk inzicht komen door sport en spel tot ontwikkeling. Voldoende ruimte voor buiten spelen vergroot de vaardigheden van en het plezier voor kinderen in de stad. Daarnaast bevordert het ook een gezonde levensstijl en voorkomt het overgewicht. De Rotterdamse norm voor buitenspeelruimte omschrijft waar ruimten voor buiten spelen in de woonomgeving moeten zijn en hoe groot deze moeten zijn. De drie kernpunten van de norm luiden als volgt: 1. Binnen elk groot barrièreblok (groter dan 15 ha) moet minstens één centrale sport- en spelplek van minimaal 5.000 m2 zijn. In kleine barrièreblokken (minder dan 15 ha) is één grote sport- en spelplek van minimaal 1.000 m2 voldoende. 2. Ten opzichte van een centrale plek in de wijk moeten zich om de 300 meter maximaal (in dichtbebouwde wijken 200 meter) grotere sport- en spelplekken (minimaal 1.000 m2) bevinden. 3. Aan tenminste één straatzijde van de weg (bij voorkeur de zonzijde) moet een bespeelbare stoep (3 5 meter breed) zijn aangelegd. Kwaliteitssprong Zuid: ontwikkeling vanuit kracht (team Deetman/Mans 2011) In maart 2010 vroeg toenmalig minister Van der Laan van VROM/WWI de heren Deetman en Mans om de gemeente Rotterdam te adviseren over de aanpak van de opgaven in Rotterdam-Zuid. De opdracht die zij meekregen, luidde als volgt: Maak een analyse van de bijzondere situatie op Zuid en de aangrijpingspunten voor interventies en strategiebepaling. Het gaat om een integraal onderzoek met als uitgangspunt het oplossen van de 22 Masterplan Kop van Feijenoord

25 Kwaliteitssprong ZuiD Ontwikkeling vanuit kracht Eindadvies Team Deetman/Mans problematiek met een samenhangende systeemaanpak. De opdracht had de volgende aangrijpingspunten: De imperfecte woningmarkt Het gebrek aan waardecreatie op de woningmarkt De sociaaleconomische situatie De verbinding tussen de aanpak in de wijken, de VIP-projecten en de Zuidtangent De gewenste sociale stijging van Rotterdam-Zuid als geheel komt onvoldoende van de grond. Hoewel er sprake is van een bevolkingstoename op Zuid, leidt de selectieve migratie tot effecten die vergelijkbaar zijn met die in krimpregio s, zoals Parkstad Limburg en Noordoost-Groningen. De kern van de problematiek schuilt in achterstanden op vele aspecten. Bijvoorbeeld opleidingsniveau, inkomen en werkeloosheid, gezondheid, veiligheid en de kwaliteit en het imago van de woonomgeving. Deetman en Mans vatten dit in hun rapport van februari 2011 als volgt samen: Zuid kent een omvangrijke stapeling van sociaaleconomische problemen in het zwakste deel van de woningmarkt in Nederland. De omvang en intensiteit van deze stapeling van problemen is ongekend voor Nederlandse begrippen. Het team Deetman/Mans adviseert de stad Rotterdam om zich te richten op de pijlers talentontwikkeling, economie en fysieke kwaliteitsverbetering. A. Talentontwikkeling 1. Wegwerken taalachterstanden 2. Ontwikkelen doorlopende leerlijnen 3. Ontwikkelen soft skills beroepsbevolking B. Economische versterking 1. Stimuleren bedrijvigheid in de wijk 2. Concretiseren nieuwe economische dragers C. Fysieke kwaliteitsverbetering 1. Onderhouden basisniveau schoon, heel en veilig 2. Verbeteren kwaliteit particulier woningbezit 3. Herstructurering deel van de particuliere woningvoorraad De problematiek op Zuid vereist een samenhangende aanpak. De kansrijke verbindingen tussen de drie pijlers zijn daarom juist de doorbraken voor Zuid. Het team Deetman/Mans wijst specifiek op het belang van een gedeelde visie voor de ontwikkeling van Zuid. Ook het realiseren van voldoende doorzettingsmacht in de wijken en het betrekken van bewoners en ondernemers bij de ontwikkelingen op wijkniveau zijn belangrijk. Bij de aanpak moet de wens van de bewoners om zich op een bepaalde manier te ontwikkelen voorop staan. Alle ontwikkelingen moeten hieraan bijdragen. De opgaven om Zuid te verbeteren, zijn omvangrijk en complex. Ze vragen om een gerichte en intensieve bundeling van krachten en een jarenlange betrokkenheid van lokale, regionale en nationale partijen. Alleen dan kan het tij keren. Het team Deetman/Mans vindt dat een krachtige bestuurlijke coalitie nodig is tussen Rijk, gemeente en een aantal lokale partners. Deze coalitie moet met visie en lef aan de slag gaan. Gezamenlijke inzet, doorzettingsmacht, mandaat en gezag zijn hierbij de sleutelwoorden. Op dit moment (herfst 2011) werkt de gemeente aan het Nationaal programma Kwaliteitssprong Zuid. Deze visie geeft richting aan de inzet van verschillende partijen voor de komende twintig tot dertig jaar. 3.2 Deelgemeentelijk beleid Ruimtelijke Visie Feijenoord 2020 De positie van de noordelijke wijken verandert nadrukkelijk door de vorming van een stadscentrum op twee oevers. De komende jaren groeit de bevolking en de druk vanuit het centrum van de stad neemt toe. Deze ontwikkelingen vragen een optimale inzet. Meer dan nu moet deelgemeente Feijenoord een aangename plek worden om te wonen, werken en te recreëren. Jong en oud, starters en doorstromers, arm en rijk moeten zich thuis voelen, want deelgemeente Feijenoord is een plek voor Masterplan Kop van Feijenoord 23

knoop hoofdontsluitingsweg grens deelgemeente buurtontsluitingsweg vliet boulevard-zuid ns-station metrostation Knopen O n t w i k k e l i n g s v i s i e F e ij e n o o r d 2 0 2 0 Knopen knoop hoofdthema bedrijvigheid stadsboulevard winkelboulevard relatie met de rivier groene buitenruimte buurtgroen structuurlijnen water structuurlijnen groen Lijnen iedereen. Lijnen De Kop van Zuid moet worden geïntegreerd met de omliggende wijken Afrikaanderwijk en Feijenoord. Daarnaast ligt er een ingrijpende opgave in de wijken Katendrecht, Bloemhof en Hillesluis. De basis van de ontwikkelingsvisie Feijenoord is een gemeenschappelijk gedragen beeld van de toekomst. De visie is daarom een belangrijk middel om de ruimtelijke en economische ontwikkeling te sturen. De ontwikkelingen spelen zich af op verschillende schaalniveaus en reageren op elkaar. Een stelsel van knopen, lijnen en buurten verduidelijkt het gebied en brengt ontwikkelingen en ideeën met elkaar in verband. O n t w i k k e l i n g s v i s i e F e ij e n o o r d 2 0 2 0 Toekomstbeeld Toekomstbeeld centrum(rand)wijken: fijnmazige functiemenging grofmazige functiemenging stadswijken: gedifferentieerde buurten tuindorp Vreewijk: geen functiemenging functiemenging De knopen trekkers van economische activiteiten In de noordelijke wijken van de deelgemeente liggen enkele belangrijke concentraties van infrastructuur en programma. Dit worden de knopen genoemd. Het zijn gebieden met grote ruimtelijke capaciteit en uitstraling. Ze hebben een belangrijke functie voor het op gang brengen van met name economische ontwikkeling en de uitstraling op de omliggende gebieden. De gemeente wil de menging van functies (wonen, werken en recreëren) in de knooppunten stimuleren en de omgeving kwalitatief hoogwaardig inrichten. O n t w i k k e l i n g s v i s i e F e ij e n o o r d 2 0 2 0 De lijnen uitstraling en bereikbaarheid De belangrijke verkeerswegen die de deelgemeente doorsnijden en verbinden met de rest van de wereld vormen de lijnen. Ze hebben zowel een functionele als een programmatische betekenis. Er is veel verkeer en men woont en werkt er. De lijnen vormen een belangrijk visitekaartje van de deelgemeente. Goed functionerende lijnen hebben namelijk een positief effect op de achterliggende buurten. De deelgemeente verbetert de uitstraling van de lijnen en houdt tegelijkertijd de bereikbaarheid op hoog niveau. Hoogwaardig openbaar vervoer en goede verbindingen voor langzaam verkeer zijn hiervan 24 Masterplan Kop van Feijenoord