ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Bijlage A Competenties van de opleiding

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Opleiding Accountancy

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Opleiding Fiscale Economie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Management & Organisatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Avans Hogeschool

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

FINANCE & CONTROL - BEDRIJFSECONOMIE

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO bachelor International Business and Languages Stenden hogeschool

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

HBO Competenties met beroepstaken TOPKI (kinesiologie) en domeincompetenties. in OS, pag. 7)

De 6 Friesland College-competenties.

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hogeschool Drenthe hbo-opleiding Bedrijfseconomie. Croho-registratienummer: 34401

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Visitatiedatum: 11 september 2007

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool van Amsterdam

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Communicatie voor juristen. mevrouw drs. D. van der Wagen. Communicatie voor juristen. Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Christelijke Hogeschool Windesheim

Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica [voltijd/deeltijd/duaal] Hogeschool van Amsterdam

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. HBO Bachelor Bedrijfskunde. aan het NVAO Accreditatiekader

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie. ABC Hogeschool Dordrecht e.o. Croho-registratienummer 34426

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie Hogeschool Markus Verbeek. Croho-registratienummer: 34426

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Student Company op het hbo. Stappenplan

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Overstapregelingen HBO Bachelor SPD Bedrijfsadministratie per 1 september 2017 Tevens van toepassing op de opleidingen:

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bijlagen OER AVD opleiding Business IT & Management. Bijlage 3: Competenties BEHOREND BIJ DE BACHELOR OF ICT

Naar een nieuw opleidingsmodel voor de Bachelor Accountancy

Christelijke Hogeschool Windesheim. HBO-Bacheloropleiding Accountancy

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskundige Informatica van de Stichting LOI Hoger Onderwijs

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleidingen van. HBO Bachelor International Business and Management Studies

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Verkeerskunde NHTV internationale hogeschool Breda. CROHO-nummer 34371

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Conceptkaders HBO5 3 november 2009

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Informatie werkplekleren

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S Klas: CE 2b

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de Hogeschool Rotterdam

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie voltijd en deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Inholland

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. Master of Studies in Real Estate. Amsterdam School of Real Estate

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Universiteit Utrecht Master Natuurwetenschappen en Bedrijf. Croho-registratienummer: 60710

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Minor Toegepaste Psychologie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

bijlage 1 bij agendapunt 4.2/15DB12 HERSTELPLAN OPLEIDING COMMUNICATIEMANAGEMENT HOGESCHOOL WEST-VLAANDEREN

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. NHTV internationale hogeschool Breda Opleiding Facility management Croho-registratienummer: 34500

FINANCE & CONTROL (VOORHEEN BEDRIJFSECONOMIE)

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Transcriptie:

ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Opleiding Croho-registratienummer: 34401 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 20 maart, 3 en 16 april 2007 Op 2 november 2007 heeft een afrondend onderzoek plaatsgevonden. Inhoud van het verslag Identificatie...2 Vooraf...7 Bevindingen...9 Bijlage 1: Programma...55 Bijlage 2: Documenten...63 Bijlage 3: Toelichting doelgroepen per afdeling...64 Bijlage 4: Domeinspecifiek referentiekader...65 Bijlage 5: Visitatieteam...68 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen...70 De verantwoordelijke teamleider: drs. P. Esveld namens deze, M.Lathouwers Certiked-VBI November 2007 Pagina 1 van 70

Identificatie Hogeschool van Amsterdam HES Hogeschool voor Economische Studies Locatie Fraijlemaborg Fraijlemaborg 133 1102 CV AMSTERDAM Z.O. Telefoon: (020) 523 63 11 Locatie Leeuwenburg Weesperzijde 190 1097 DZ AMSTERDAM Telefoon: (020) 595 11 11 Website: www.hva.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: drs. I. van der Linden, directeur HES W.J. Hazelhoff, plaatsvervangend opleidingsmanager, BE voltijd, locatie Fraijlemaborg tot juli 2007, opleidingsmanager IFM vanaf september 2007 drs. L.J. Bonder, opleidingsmanager, BE voltijd, locatie Fraijlemaborg drs. M. Foekens, opleidingsmanager IFM, locatie Fraijlemaborg september 2007 Mag. U.M. Daurer, opleidingsmanager BE voltijd, locatie Leeuwenburg drs. Y Kok, opleidingsmanager, BE duaal, locatie Leeuwenburg- tot 1 augustus 2007 mr. W.J.M.M. Vodegel, opleidingsmanager BE duaal, locatie Leeuwenburg- vanaf 15 augustus 2007 drs. G.H. Rijssel, opleidingsmanager BE deeltijd, locatie Leeuwenburg Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: Hogeschool van Amsterdam, HES Hogeschool voor Economische Studies HBO opleiding Voltijd: locaties Fraijlemaborg en Leeuwenburg Deeltijd: locatie Leeuwenburg Duaal: locatie Leeuwenburg Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat wordt afgedekt. Teamsamenstelling Teamleiders: ir. R.S. Kloosterman, drs. P. Esveld Extern deskundige: drs. R.R. van Aalst Secretaris: A.J.C. van Noort Studentleden: W. de Jong, G. Abord-Hugon, P. Vonk Pagina 2 van 70

Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam in maart 2007. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad waarin is vastgesteld dat het zelfevaluatierapport basis biedt om de visitatie uit te voeren. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 21 maart, op 3 april is de tweede visitatiedag uitgevoerd en op 16 april vond de derde visitatiedag plaats. Er zijn deelrapportages uitgebracht ten aanzien van de bevindingen van facetten 6.1 en 4.2 op respectievelijk 23 april en 21 mei 2007. Het integrale conceptrapport is op 16 juli 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 25 september 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding. De schriftelijke reacties en het aanvullend onderzoek, dat plaatsvond op 2 november 2007, hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er meerdere malen een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de HES. Deze bijeenkomsten hadden allen een voorlichtend en planningstechnisch karakter, waarbij onder andere de werkwijze is toegelicht, de teamsamenstelling is besproken en het programma tot stand is gekomen. Pagina 3 van 70

Managementsamenvatting Op 21 maart en 3 en 16 april 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding van de Hogeschool van Amsterdam. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader. De zelfevaluatie (inclusief bijlagen) van de opleiding heeft het visitatieteam een basis geboden om mede aan de hand daarvan alle varianten van de opleiding te beoordelen. Hiernaast heeft het visitatieteam tijdens de drie visitatiedagen documentatie kunnen bestuderen. De HES is een van de vijftien instituten van de HvA en heeft circa 10.000 studenten en 600 medewerkers, verdeeld over 5 onderwijsafdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. De opleiding (hierna BE) wordt op twee locaties aangeboden, te weten de locatie Leeuwenburg en Fraijlemaborg. De afdelingen zijn georganiseerd naar doelgroep. De doelgroepen verschillen aanzienlijk van elkaar. Het meest in het oog springende verschil ten aanzien van de opleidingsvorm is dat aan de locatie Fraijlemaborg meer structuur in de begeleiding is aangebracht, terwijl bij de locatie Leeuwenburg een grotere zelfstandigheid van de student past. Men onderscheidt twee voltijdse varianten op beide locaties. Op de Fraijlemaborg wordt ook de Engelstalige voltijd variant International Financial Management (IFM) aangeboden. IFM kenmerkt zich door een grote instroom van studenten uit het buitenland. Verder zijn er nog een duale variant en een deeltijd variant, beide op de locatie Leeuwenburg. De verschillende opleidingsvarianten zijn anders geformuleerd, maar inhoudelijk wordt voor dezelfde eindkwalificaties opgeleid, gebaseerd op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel (1999). Dit profiel is gevalideerd door het werkveld en vastgesteld in de Landelijk Overleg Opleidingen (LOOBE). In het rapport 'Ict-competenties bedrijfseconomie' (2000) 1 is het profiel aangevuld met competenties bestuurlijke informatieverzorging, die voor de bedrijfseconoom steeds belangrijker worden. Ook deze competenties zijn in nauw overleg met vertegenwoordigers van het beroepenveld geformuleerd. Het visitatieteam heeft gedurende drie dagen deze varianten beoordeeld. Daarbij heeft het team waardering gekregen voor de diversiteit in de aangeboden onderwijsvormen: de vorm waarin het onderwijs wordt aangeboden is aantrekkelijk voor verschillende doelgroepen van studenten. Voor elk is er wel wat wils. Voorts is het visitatieteam positief over het curriculum: dit is breed, heeft een goede praktijkgerichtheid in zich en toont een doordachte samenhang. Dit heeft geleid tot een beoordeling goed op de facetten 2.1 en 2.3. Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De docenten van alle varianten hebben relevante praktijkervaring en waar dat niet of minder het geval is worden maatregelen genomen om de docenten in contact te brengen met het werkveld. Ook wordt het beroepenveld op verschillende manieren ingeschakeld. Daarom is aan facet 3.1 eveneens een beoordeling goed toegewezen. 1 Ict-competenties bedrijfseconomie, februari 2000 Pagina 4 van 70

Ten aanzien van de eindresultaten heeft het visitatieteam aanvankelijk vastgesteld dat een significant deel van de beoordeelde afstudeerwerken niet op adequate wijze het bachelorniveau weerspiegelt. Dit facet is voor alle varianten als on beoordeeld. Overigens was Certiked van mening dat bij het merendeel van deze werken een aanvullende inspanning de afstudeerwerken op een adequaat niveau gebracht zou kunnen hebben. Verder stelde het visitatieteam vast dat de studiebegeleiding bij de duale variant opvallende kritiek krijgt vanuit de studenten; ook dit facet is on beoordeeld voor de duale variant. Daarnaast zijn meer specifieke goede zaken en verbeterpunten ook per variant vastgesteld; deze zijn in het vervolg van deze rapportage nader beschreven. Op 2 november 2007 heeft Certiked een aanvullende beoordeling uitgevoerd ten aanzien van de als on gekwalificeerde facetten, waarbij is vastgesteld dat de uitgevoerde verbetermaatregelen effect hebben gehad. Op basis van dat aanvullende onderzoek is een herziene, integrale rapportage uitgebracht. Pagina 5 van 70

Overzicht van beoordelingen opleiding Onderwerp en facet Voltijd Deeltijd Duaal Doelstellingen opleiding positief positief positief Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO Programma positief positief positief Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing goed goed goed goed goed goed goed Inzet van personeel positief positief positief Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel goed goed goed Voorzieningen positief positief positief Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg positief positief positief Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten positief positief positief Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement Pagina 6 van 70

Vooraf De HES Hogeschool voor Economische Studies (HES) is een van de vijftien instituten van de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De HES telt 10.000 studenten en ruim 600 medewerkers, verdeeld over 5 afdelingen, 21 opleidingen en verschillende stafafdelingen. Het instituut is ontstaan uit een fusie van het cluster economische opleidingen van de HvA en de voormalige zelfstandige Hogeschool voor Economische Studies Amsterdam. Deze fusie is, na jarenlange besprekingen, in oktober 2004 formeel bekrachtigd, maar kreeg feitelijk pas in september 2005 vorm. Toen trad het nieuwe instituut onder één naam naar buiten de HES Hogeschool voor Economische Studies met een gemeenschappelijk managementteam en gemeenschappelijke beleidsafdelingen. De HES constateert in de zelfevaluatie van de opleiding, dat de fusie niet zonder slag of stoot is verlopen maar dat er in de korte tijd dat het instituut bestaat al veel is bereikt. De opleiding is in het najaar 2000 beoordeeld in het kader van de proefaccreditatie HBO. De voltijd Fraijlemaborg, duale en deeltijd opleiding hebben op basis van de kritiekpunten van het accreditatiepanel en de bevindingen van de Inspectie hoger onderwijs substantiële verbeteringen doorgevoerd. Zo heeft de deeltijdopleiding een op de doelgroep afgestemd nieuw competentiegericht curriculum geïmplementeerd en de duale opleiding het hoofdfaseprogramma herzien. De deeltijd en duale opleiding hebben de Evaluatie Bestuurlijke Hantering eind 2004 met een positief resultaat afgerond. Ook de voltijdopleiding Fraijlemaborg heeft verbeteringen in het curriculum geïmplementeerd waaronder een deels gemeenschappelijk 1e en 2e jaar met verwante opleidingen en een duidelijke samenhang van van het curriculum met de eindkwalificaties. Door het invoeren van bedrijfsopdrachten en het instellen van bedrijfsbegeleiders is een stevige relatie met het werkveld tot stand gekomen. Het veranderingsproces dat de HES doorgaat wordt vormgegeven in Beste Business School. Beste Business School hanteert als uitgangspunt de inhoud en inrichting van het onderwijs. In 2006 heeft de HES houtskoolschetsen opgesteld die een antwoord geven op vragen als: wat wil de HES bieden aan studenten, medewerkers en werkveld gezien de ontwikkelingen in de wereld, hoe kan de HES zich onderscheiden van andere instellingen en wat zijn de kenmerken van de nieuwe leer- en werkorganisatie? Op basis hiervan zal in de komende jaren de nieuwe (onderwijs)organisatie verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Met als doelstelling de start van het nieuwe eerste studiejaar voor alle opleidingen van de HES in 2008. Certiked is betrokken bij de visitatie van meerdere opleidingen van de HES. Om een beeld te krijgen van de opleidingsoverstijgende onderdelen van het Timmermansoog heeft op 18 januari 2007 een HES-brede visitatie plaatsgevonden. Tijdens deze dag zijn gesprekken gevoerd met het MT van de HES over onder andere de doelstellingen en resultaten van de HES, het programma, het personeel, de voorzieningen en de kwaliteitszorg. Pagina 7 van 70

De belangrijkste bevindingen van de HES-brede visitatie zijn: Het visitatieteam is onder de indruk van de doordachte en brede aanpak van het veranderingsproces dat is ingezet. Door in gezamenlijkheid te werken aan onderwijsvernieuwing wordt iets nieuws neergezet. Het visitatieteam realiseert zich echter ook dat het veranderingsproces nog in volle gang is, en dat er tijdens de visitaties bij de verschillende opleidingen wellicht een divers beeld te zien zal zijn. Het visitatieteam ziet dat de HES adequaat beleid heeft geformuleerd voor onderwerpen als minoren, toetsing, EVC en internationalisering. De uitwerking zal per opleiding verschillend kunnen zijn; internationalisering bijvoorbeeld is voor bepaalde opleidingen en afstudeerrichtingen nu eenmaal relevanter dan voor andere. Bijzondere waardering is er voor het EVC-baar maken van opleidingsonderdelen. Aandacht wordt gevraagd voor het toetsbeleid; dit is nog erg beschrijvend van aard. Het visitatieteam is van mening dat dit de visitaties niet in de weg hoeft te staan, mits op opleidingsniveau adequaat handen en voeten gegeven wordt aan de uitvoering van toetsingen (qua niveau, domein en oriëntatie). In voorliggende rapportage zal dit onderdeel voor de opleiding besproken worden. Ook de minoren hebben tijdens de visitaties aandacht gekregen. De keuze om tot bepaalde minoren te komen zou in de optiek van Certiked vooral ingegeven moeten zijn door vragen van externe stakeholders (beroepenveld). De validering van de keuze om tot bepaalde minoren te komen evenals de feitelijke kwaliteitsbewaking van de minoren is een aandachtspunt geweest tijdens de visitaties. Pagina 8 van 70

Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de blokken de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat te interpreteren is als: voldoet aan de eisen. De waardering goed wordt gegeven op het moment dat er duidelijk sprake is van een beoordeling die daar bovenuit stijgt. De waardering excellent wil zeggen dat voor dat facet betreffende opleiding een voorbeeldfunctie in Nederland vervult. Tenzij expliciet anders staat aangegeven gelden de bevindingen voor alle opleidingsvarianten en alle locaties. Pagina 9 van 70

1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleiding is gebaseerd op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel (1999). Dit profiel is gevalideerd door het werkveld en vastgesteld in de Landelijk Overleg Opleidingen (LOOBE). Aanvullend is gebruik gemaakt van het in 2000 verschenen rapport ICT-competenties van LOOBE, dat ten aanzien van competenties bestuurlijke informatievoorziening een aanvulling vormt op het hiervoor genoemde opleidingsprofiel. Ook deze competenties zijn in overleg met werkveldvertegenwoordigers opgesteld. Op grond van deze twee profielen leidt de opleiding van de Hogeschool van Amsterdam op tot generalisten met mogelijkheden tot specialisatie. De opleiding heeft een brede financieel-economische basis, met een accent op ICT. Het hart van het vak wordt in alle varianten gevormd door bedrijfsadministratie, accounting (zowel management accounting als financial accounting) en management. De in 2005 vastgestelde domeincompetenties voor het domein Economics, waartoe behoort, zullen in een landelijk project nog verder worden uitgewerkt van hoofdniveau naar deelniveaus. De domeincompetenties zijn, evenals het beroeps- en opleidingsprofiel en het ICTcompetentieprofiel, de basis geweest voor de opleiding zoals hij op de verschillende locaties in de verschillende varianten wordt aangeboden. Alle opleidingsvarianten leiden op voor dezelfde eindkwalificaties, maar er zijn verschillen in uitwerking. Dat betekent dat de route waarlangs de studenten de eindkwalificaties aanleren verschillen vertoont. De locatie Leeuwenburg heeft op grond van onder andere de basisprofielen, gesprekken met het werkveld en input uit het LOOBE één nieuw Beroeps- en Competentieprofiel (BCP) ontwikkeld. Dit profiel is in 2005 besproken met en vastgesteld door de Opleidingsadviesraad (OAR). Het profiel bestaat uit vijf beroepskerntaken en negen competenties. Dit competentieprofiel is opgenomen in bijlage 4A bij dit visitatierapport. Het opleidingsprofiel voor de opleiding van locatie Fraijlemaborg is gebaseerd op de domeincompetenties. Dit profiel, dat door de OAR is gevalideerd in 2006 onderscheidt drie soorten competenties: beroepsspecifieke, algemene en zelfsturende competenties. Het opleidingsprofiel is als bijlage 4B opgenomen in dit visitatierapport. De activiteiten in het kader van Beste Business School zullen leiden tot één beroeps- en opleidingsprofiel voor alle varianten BE van de HES. Dit gebeurt in nauw overleg met het beroepenveld. De programma-adviesgroep (PAG), waarin alle varianten zijn vertegenwoordigd, zullen de bestaande profielen evalueren en herijken, waarna het profiel ter validatie wordt voorgelegd aan de OAR. De verwachting is dat binnen Beste Business School extra aandacht zal worden geschonken aan aspecten van internationalisering. De opleiding ziet het vak als combinatie van vakkennis, vaardigheden en houding. Ze bespeurt dat het werkveld vooral waarde hecht aan de houding en vaardigheden. De opleiding is van mening dat kennis zonder vaardigheden verkeerde output geeft. Niettemin zien ze kennis wel als de basis. Pagina 10 van 70

Het niveau en de validiteit van de eindkwalificaties worden bewaakt via structurele contacten met de beroepspraktijk. Daartoe behoren het LOOBE, de OAR, contacten met het bedrijfsleven in het kader van stage, werkperiode, afstuderen of opdrachten, docenten die naast een deeltijd aanstelling tevens werkzaam zijn in de beroepspraktijk, gastdocenten en alumni. In 2006 zijn de beroepenveldcommissie en de opleidingsadviesraden van de diverse opleidingsvarianten samengevoegd tot één nieuwe OAR. De OAR bestaat uit elf leden met verschillende achtergronden, al of niet met een internationale oriëntatie. De OAR komt minimaal twee keer per jaar bijeen. Aan de vergaderingen van de OAR nemen ook kerndocenten en opleidingsmanagers deel. De opleiding gebruikt de OAR als klankbord, maar ziet in de OAR ook een informatiebron wat betreft actuele ontwikkelingen in het werkveld die een plek moeten of kunnen krijgen in het curriculum. Certiked heeft geconstateerd dat de betrokkenheid van de OAR bij de opleiding goed is. De OAR is breed wat betreft de samenstelling. De leden zijn allen kritisch. Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen aan universiteiten en business schools in het buitenland gebruikt de HES het lidmaatschap van het Network of International Business Schools (NIBS). De HES neemt ook jaarlijks deel aan de conferentie van de European Association for International Education, waarin onderwerpen aan de orde komen die voor het hoger onderwijs van belang zijn. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De verschillende opleidingsvarianten zijn anders geformuleerd, maar inhoudelijk wordt voor dezelfde eindkwalificaties opgeleid. De eindkwalificaties zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen. Het visitatieteam stelt voor alle varianten vast dat de competenties aansluiten op de eisen uit de beroepspraktijk en de eisen van vakgenoten. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet Domeinspecifieke eisen voor beide varianten als. Pagina 11 van 70

1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De hbo-kernkwalificaties worden gedekt door de competentieprofielen van locatie Fraijlemaborg (hierna locatie F) en locatie Leeuwenburg (hierna locatie L). De hbo-kernkwalificaties dekken op hun beurt de Dublin Descriptoren. Dit blijkt uit de uitwerking in de vorm van onderstaand overzicht dat de opleiding heeft opgesteld en waarvan het visitatieteam kennis heeft genomen. Dublin descriptoren DD 1 Kennis en inzicht HBOkernkwalificaties KK 1: Brede professionalisering KK 2: Multidisciplinaire integratie BCP Leeuwenburg Uitvoeren beroepskerntaken en -handelingen en de competenties: - Vakkundigheid - Resultaatgerichtheid - Ontwikkelingsgericht vermogen BCP Fraijlemaborg -Vakkundigheid en algemene competenties ( B.1 t/m 6) - Resultaatgerichtheid (A.1) - Zelfsturing (Z1 t/m 3) DD 2 Toepassen kennis en inzicht DD 3 Oordeelsvorming KK 3: Probleemgericht werken KK 4: Creativiteit en complexiteit in handelen KK 5: Toepassing in de wetenschap KK 6: Methodisch en reflectief denken en handelen KK 7: Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid - Vakkundigheid - Innovatief vermogen - Resultaatgerichtheid - Vakkundigheid Beroepsspecifieke competenties B.1 t/m B.6 (vakkundigheid) en algemene competenties Resultaatgerichtheid (A.1) Zelfsturing (Z.1 t/m 3) Beroepsspecifieke competentie B.1 t/m B.6 (vakkundigheid) en de algemene competenties A.1 t/m A.4 Resultaatgerichtheid Organisatiegerichtheid Zelfsturing (Z.1 t/m 3) Pagina 12 van 70

DD 4 Communicatie DD 5 Leervaardigheden KK 8: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid KK 9: Basiskwalificering voor managementfuncties KK 10: Transfer en brede inzetbaarheid KK 1: Brede professionalisering - Communiceren - Samenwerken - Besluitvaardigheid - Ondernemend gedrag - Ontwikkelingsgericht vermogen - Resultaatgerichtheid Algemene competenties Resultaatgerichtheid A.1 Organisatiegerichtheid A.3 Communicatie en Interactie A.4 Zelfsturende competenties: Sturen en reguleren eigen ontwikkeling Reflecteren op en verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen Ontwikkelen van een beroepshouding Professionaliseren Z.1 t/m 4. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Uit het overzicht kan worden afgeleid dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij het niveau van HBO-bachelor, zoals in de Dublin descriptoren weerspiegeld. Op basis hiervan beoordeelt het visitatieteam voor alle varianten het facet Niveau als. 1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: De opleidingskwalificaties die, op landelijk niveau zijn vastgesteld, zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen. De vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zijn het er over eens dat de kwalificaties passen bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Over de relevantie en het niveau van de eindkwalificaties voert de opleiding regelmatig overleg met onder andere de OAR. De opleiding krijgt signalen dat de eindkwalificaties goed aansluiten bij het niveau van de beginnend professional. Dit signaal wordt afgegeven door alumni, de OAR en opdrachtgevers van afstudeeropdrachten. Pagina 13 van 70

Met uitzondering van afgestudeerden van de deeltijd- en duale opleiding vinden afgestudeerden de opleidingsspecifieke competenties van groot belang. Afgestudeerden van de deeltijd- en duale deeltijd opleiding vinden een deel van de beroepscompetenties niet altijd even relevant voor de beroepsuitoefening. De analyse is dat de studenten in hun recente of actuele beroepspraktijk nog niet in aanraking zijn gekomen met deze competenties, te weten beoordelen van marketingbeleid op financiële consequenties, analyseren van bedrijfseconomische gevolgen van juridische beslissingen en analyseren van consequenties van sociaal-economische ontwikkelingen in de maatschappij op bedrijfsbeleid. De opleiding is echter van mening dat deze integratieve competenties wel degelijk van belang zijn. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt de praktijkgerichtheid van het competentieprofiel als en corresponderend met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende werkveld. Op basis van de bevindingen beoordeelt zij het facet Oriëntatie HBO voor alle varianten als. Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding De eindkwalificaties zijn in overleg met het werkveld tot stand gekomen en sluiten aan bij de eisen die door de beroepspraktijk gesteld worden. De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van de hbo bachelor. Het visitatieteam heeft alle facetten met beoordeeld. Daarom beoordeelt zij het onderwerp als geheel positief. Pagina 14 van 70

2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Fraijlemaborg De opleiding gebruikt zowel Nederlandse als internationale vakliteratuur. Bij IFM is alle literatuur Engelstalig, bij BE wordt Engelstalige literatuur gebruikt bij de hoofdvakken. Voor een aantal vakken wordt gebruik gemaakt van literatuur die tevens op universiteiten wordt gebruikt. Door middel van aanvullende literatuur en/of casuïstiek wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen en nieuwe wetenschappelijke inzichten. Enkele docenten zijn (mede)auteur van boeken die in de opleiding gebruikt worden. Jaarlijks wordt de literatuurlijst geactualiseerd door de leerplancoördinatoren, in samenspraak met de vakdocenten. Gedurende de opleiding wordt gebruik gemaakt van aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal, maar komt de student ook regelmatig direct in aanraking met de praktijk. In het eerste jaar BE gebeurt dit in de studie- en beroepsoriëntatieweek, waarvan bedrijfsonderzoek een onderdeel zijn. Tevens werkt de student aan twee projecten, namelijk het project Bedrijfsoriëntatie en het project Competentieprofiel. Bij IFM zijn dat de projecten Young Enterprise en Management Communication. In het tweede studiejaar komen studenten in contact met de beroepspraktijk via de voorbereiding op de stage bij de vakken communicatieve vaardigheden (BE) en articulation (IFM) en via de projecten Jaarverslaganalyse en Ondernemingsanalyse (BE) en Financial Accounting en Finance (IFM). In het derde studiejaar hebben zowel de BE- als IFM-studenten een stage van vijf maanden. Tijdens het bedrijfspracticum SAP worden door mensen uit de beroepspraktijk gastcolleges gegeven aan studenten BE en IFM. In het vierde jaar wordt een reeks gastcolleges gegeven bij het onderdeel Capita Selecta en Seminar. Ook organiseren de studenten zelf een seminar voor afstuderenden en bedrijven. Ter afronding van de opleiding maakt de student een scriptie naar aanleiding van een relevante, praktijkgeboden opdracht (BE) of een thesisopdracht over een actueel onderwerp (IFM). Studenten die extra geïnteresseerd zijn in onderzoeksvraagstukken kunnen de doorstroomminor Business Studies kiezen (in samenwerking met de UvA ontwikkeld). De opleiding zorgt voor afstemming op actuele ontwikkelingen door masterclasses, SAP-congressen en lezingen in het kader van Capita Selecta en Seminar. Internationalisering neemt een steeds belangrijkere plaats in het curriculum in, zoals bij Externe verslaglegging, Management accounting en Corporate finance. Internationale onderwerpen die in deze onderwijseenheden onder andere behandeld worden zijn corporate governance, veranderde wetgeving ten aanzien van externe verslaggeving, internationalisering van financiële markten met bijbehorende financiële instrumenten. De IFM-studenten hebben een Engelstalig programma en kunnen daarnaast nog kiezen uit Nederlands (voor buitenlanders), Spaans, Duits, Frans en Portugees. Tevens is voor deze studenten internationaal belastingrecht onderdeel van het curriculum. Door middel van de jaarlijkse studenttevredenheidsmeting (STM) worden de gebruikte vakliteratuur, gastlessen, stagevoorbereiding, beroepsgerichtheid van het programma en de aansluiting op de Pagina 15 van 70

beroepspraktijk geëvalueerd onder studenten. De scores hierop zijn over het algemeen tot goed. Leeuwenburg VT In alle studiejaren komt de student in aanraking met de praktijk. In het eerste studiejaar doet de student projectopdrachten aan de hand van praktijkcases, is er beroepenoriëntatie en zijn er gastsprekers. In het tweede jaar zijn er eveneens gastsprekers en worden tevens projectopdrachten aan de hand van praktijkcases gemaakt. Daarnaast maakt de student twee externe opdrachten van opdrachtgevers in het bedrijfsleven (in het kader van de Virtual Consulting Firm) en vindt ter voorbereiding op de stage een bedrijfsbezoek en een werkgeversmarkt plaats. In het derde jaar loopt de student een stage van een half jaar. Tijdens de drie stageterugkomdagen zijn gastsprekers uitgenodigd. In het vierde studiejaar wordt gebruik gemaakt van realistische actuele praktijkcases en doet de student een afstudeeronderzoek bij een bedrijf. Per semester staan één of meer beroepstaken en daarmee samenhangende beroepshandelingen centraal. De projectopdrachten die studenten uitvoeren, zijn gesimuleerde bedrijfsopdrachten (ook wel professionaliserings- of proftaken genoemd) of opdrachten van externe opdrachtgevers die met ict-middelen worden ondersteund (VCF: Virtual Consulting Firm). Beide leiden tot een beroepsproduct. Ook de stage en afstudeeropdracht leiden tot een beroepsproduct. In de opleiding wordt gebruik gemaakt van relevante en actuele vakliteratuur, waaronder Engelstalige literatuur. Naast de literatuur wordt theorie ook overgebracht door middel van hoor- en werkcolleges. Aan het doen van toegepast onderzoek wordt op verschillende momenten in de opleiding aandacht besteed. In het eerste blok van het eerste jaar krijgen de studenten een basistraining in onderzoeksvaardigheden. In het vierde jaar, ter voorbereiding op de afstudeeropdracht, krijgen de studenten opnieuw een training onderzoeksvaardigheden, aangevuld met de referaatcyclus Capita Selecta. Hiervoor doen de studenten zelfstandig onderzoek naar actuele (theoretische) ontwikkelingen in de bedrijfseconomie. Studenten die extra geïnteresseerd zijn in onderzoeksvraagstukken kunnen in het derde studiejaar de doorstroomminor Business Studies kiezen (in samenwerking met de UvA ontwikkeld). Gedurende de opleiding traint de student beroepsvaardigheden, die zijn afgeleid van het beroeps- en competentieprofiel. De inhoud van de trainingen is afgestemd op de beroepsrollen en gebruikte vakliteratuur. Bedrijfsbegeleiders van stagiaires en afstudeerders beoordelen de beroepsgerichtheid van de opleiding als goed. De aansluiting op de beroepspraktijk scoort ruim en is inmiddels verder verbeterd door het organiseren van gastcolleges. Om studenten in het buitenland optimaal te kunnen begeleiden wordt in het studiejaar 2007/2008 een digitaal begeleidingssysteem opgezet en geïmplementeerd. Tevens wordt het dan mogelijk voor vierdejaars om een theoriesemester te volgen aan een buitenlandse hogeschool of universiteit. Hiervoor dient wel toestemming van de examencommissie te worden verkregen. Internationalisering wordt binnen het werkveld van bedrijfseconomie in toenemende mate belangrijk. De studenten verwerven de noodzakelijke basiskennis en vaardigheden om te kunnen werken in een internationale setting. Ook krijgen de studenten een training Engels, zowel in het eerste als tweede jaar. In het tweede jaar wordt hiermee het niveau financial English B2 bereikt. Aanpassing van de ingangseisen voor werkstage en afstudeeropdracht in het buitenland moet ertoe leiden dat studenten gemotiveerd worden om internationale beroepservaring op te doen. Leeuwenburg, DU Pagina 16 van 70

Het eerste semester van de propedeuse is gelijk voor alle duale studenten van de HES. Dit semester heeft als doel kennis en inzicht in de bedrijfseconomie en commerciële economie te verwerven. In het tweede semester van de propedeuse wordt een beroepsspecifiek project uitgevoerd. Voor de BE studenten is dit project gericht op de kernvakken van de opleiding: administratieve organisatie, controlebeginselen en externe verslaggeving. Het tweede semester is hetzelfde voor AC en BE studenten. Aan het einde van het tweede semester kiest de student voor AC of BE. Na het theoretische propedeusejaar is er continu afwisseling van leren en werken. De student werkt drie maal een half jaar in de bedrijfseconomische beroepspraktijk. In het tweede en derde studiejaar werkt de student in het eerste semester. In het vierde jaar werkt de student in het laatste semester. In deze laatste werkperiode verricht de student toegepast onderzoek waarover hij een rapport schrijft. In het binnenschoolse programma worden projecten uitgevoerd in de context van een gesimuleerde beroepssituatie. Vakdocenten bewaken het niveau en de actualiteit van de gebruikte literatuur. Wijzigingen worden pas doorgevoerd nadat voorstellen hiervoor zijn besproken in het opleidingsteam. Nieuwe ontwikkelingen en de aansluiting van de opleiding op het werkveld worden jaarlijks besproken met de OAR. Leeuwenburg DT In de deeltijdopleiding staat de werkplek van de student centraal. De beroepsproducten die de student maakt voor de opleiding en de beroepshandelingen die hij leert uitvoeren, sluiten zo veel mogelijk aan bij wat hij in zijn werk doet. Zo kan de student het geleerde toepassen in zijn werksituatie en brengt hij de beroepspraktijk in de opleiding door middel van voorbeelden uit zijn werk. De docent legt een koppeling tussen theorie en praktijk door de praktijkvoorbeelden te voorzien van een theoretisch kader. Studenten voeren voor elk taakgebied praktijkopdrachten uit die leiden tot een beroepsproduct. Hiervoor verrichten ze zelfstandig onderzoek waarbij theoretische kennis wordt toegepast. De opleiding werkt zo veel mogelijk met echte opdrachten, maar omdat het bedrijfsleven concurrentiegevoelige informatie niet wil vrijgegeven wordt eveneens gewerkt met casuïstiek of in het geval van bijvoorbeeld de module resultaatgericht ondernemen met een simulatie. Het ondersteunend onderwijs biedt de studenten kennis en vaardigheden die nodig zijn om de beroepsproducten succesvol te kunnen vervaardigen. Voor het theoretisch onderwijs wordt actuele vakliteratuur gebruikt. De literatuurlijst wordt vastgesteld door de semesterontwikkelaars, in overleg met de programma-adviesgroep (PAG). Aan internationalisering wordt vormgegeven doordat ongeveer 50% van het studiemateriaal bestaat uit Engelstalige literatuur of simulaties. Casuïstiek is over het algemeen gebaseerd op bedrijven die opereren op de buitenlandse (vaak Amerikaanse) markt. Ook wordt in het programma stilgestaan bij verschillen tussen Nederlandse en buitenlandse regelgeving omtrent externe verslaglegging. Stage of studie in het buitenland is voor de deeltijd student over het algemeen moeilijk uitvoerbaar en is daarom geen beleidspunt. De afstudeeropdracht voert de student uit bij een opdrachtgever die baat heeft bij het eindresultaat. Overal het algemeen gebeurt dit in de eigen werkomgeving. Pagina 17 van 70

De opleiding speelt in op actuele ontwikkelen doordat veel docenten nog werken in de beroepspraktijk, waardoor zij actuele ontwikkelingen in hun lessen kunnen integreren. Ook worden actuele ontwikkelingen in het werkveld die relevant zijn voor het onderwijs besproken in het overleg met de OAR. Voor diverse taakgebieden, zoals financial accounting en management control, worden gastsprekers uitgenodigd die de onderwerpen vanuit de praktijk toelichten. Algemeen Voor alle varianten geldt dat met de minorkeuze de student op basis van persoonlijke wensen en ambities accenten leggen in zijn competentieontwikkeling. De minor moet bijdragen aan de competentieontwikkeling van de student en passen binnen het competentieprofiel van de opleiding. Studenten hebben de keuze uit BE-specifieke minoren (verdieping/specialisatie), domeinspecifieke minoren (verbreding binnen het economisch domein), vrije minoren en doorstroomminoren (naar een masteropleiding bij de UvA). Er zijn momenteel twaalf BE-specifieke minoren, waarvan vier Engelstalig. De PAG heeft een advies geformuleerd over welke minoren ontwikkeld zouden kunnen c.q. moeten worden. Dit advies is vervolgens aan de OAR voorgelegd. De examencommissie toetst of de minoren die de HES zelf aanbiedt daadwerkelijk bijdragen aan de competentieontwikkeling van een BE er en dus door de BE-student gevolgd mogen worden. De student moet zijn keuze voor een vrije minor verantwoorden aan de examencommissie, die dit al dan niet goedkeurt. Voor elke minor geldt dat de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke kwaliteit ervan bij een opleidingsmanager ligt. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande is het visitatieteam van mening dat de programma s goed aansluiten bij beroepspraktijk en goede samenwerkingsrelaties met de praktijk hebben om de actualiteit van het programma te kunnen waarborgen. Ook de gebruikte literatuur is van goede kwaliteit en actualiteit. Het visitatieteam beoordeelt het facet Eisen HBO daarom als goed. 2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen: In de beschrijving onderwijseenheden (BOE s) of de studiehandleidingen is de plaats van iedere onderwijseenheid binnen het onderwijsprogramma aangegeven. Hierin zijn de leerdoelen, competenties, werkvormen en toetsvormen vastgelegd. Certiked heeft vastgesteld dat de leerdoelen diep en breed zijn. Pagina 18 van 70

Certiked heeft competentiematrices bekeken, waarmee zichtbaar is gemaakt waar en wanneer de beroepstaken, beroepshandelingen en competenties uit het beroeps- en competentieprofiel in de opleiding aan bod komen. Uit deze matrices is gebleken dat de eindkwalificaties terugkomen in het programma. De leerdoelen, die evenwichtig zijn gespreid over de opleiding, dekken de eindkwalificaties af. Voor de studenten is inzichtelijk gemaakt welke leerdoelen er zijn en hoe en wanneer deze terugkomen in de opleiding. In de opleidingsgidsen staat per onderwijseenheid beschreven wat de plaats van de onderwijseenheid is in de opleiding, de relatie met het opleidingsprofiel, de leerdoelen in termen van kennis, vaardigheden en gedrag, gebruikte literatuur, toetsvormen, leerstof per toets en beoordelingscriteria en de koppeling tussen competenties, leerdoelen, werkvormen en toetsvormen. Met de minorkeuze kan de student op basis van persoonlijke wensen en ambities accenten leggen in zijn competentieontwikkeling. De minor moet bijdragen aan de competentieontwikkeling van de student en passen binnen het competentieprofiel van de opleiding. Studenten hebben de keuze uit BEspecifieke minoren (verdieping/specialisatie), domeinspecifieke minoren (verbreding binnen het economisch domein), vrije minoren en doorstroomminoren (naar een masteropleiding bij de UvA). Er zijn momenteel twaalf BE-specifieke minoren, waarvan vier Engelstalig. De PAG heeft een advies geformuleerd over welke minoren ontwikkeld zouden kunnen c.q. moeten worden. Dit advies is vervolgens aan de OAR voorgelegd. De examencommissie toetst of de minoren die de HES zelf aanbiedt daadwerkelijk bijdragen aan de competentieontwikkeling van een BE er en dus door de BE- en IMF-student gevolgd mogen worden. De keuze voor een vrije minor moet de student verantwoorden aan de examencommissie, die de minorkeuze al dan niet goedkeurt. Voor elke HES minor geldt dat de verantwoordelijkheid voor de inhoudelijke kwaliteit van de minor bij de opleidingsmanager ligt van de opleiding die de minor aanbiedt. Voor vrije minoren is dit de instituutsdirecteur van het instituut dat de minor aanbiedt. Fraijlemaborg: Studenten BE en IFM kunnen in plaats van een minor kiezen voor een uitwisselingsprogramma van 30 EC aan een partnerinstituut. De student stelt het vakkenpakket samen op basis van het advies van de leerplancoördinator, die hiervoor door de examencommissie is gemandateerd. Er zijn structurele samenwerkingsverbanden met partnerinstituten over de hele wereld. Bij niet-studie inhoudelijk gerelateerde vragen kunnen studenten ondersteuning krijgen van het International Office van de HvA. Studenten en alumni hebben tijdens de visitatie aan Certiked gezegd dat de internationale smaak van de opleiding meer gerealiseerd werd door de buitenlandse studenten dan door de docenten. Op grond hiervan is Certiked van mening dat de internationale oriëntatie van de opleiding IFM meer aandacht verdient. Pagina 19 van 70

Leeuwenburg VT en DU Het curriculum is opgebouwd rond de vijf beroepskerntaken die in het BCP zijn beschreven, en de daarmee samenhangende beroepshandelingen: - Management accounting: beheersing van kosten, werken met budgetten en advisering management hieromtrent; - Financieel management: beoordelen van investeringen en financieringen en advisering hieromtrent, risicoplanning en - beheersing; - Financial accounting: administratieve verwerking, opstellen jaarrekening en toetsen hiervan aan wettelijke bepalingen; - Bestuurlijke informatievoorziening: ontwikkelen van een systeem van interne controle, administratieve organisatie; - Interdisciplinair bedrijfsmatig handelen: als managementadviseur met verschillende disciplines communiceren. In het curriculum wordt vorm gegeven aan internationalisering door gebruik te maken van Engelstalige literatuur en aandacht te besteden aan buitenlandse regelgeving. Tevens kunnen studenten een werkperiode, stage en/of een minor in het buitenland doen. De HES heeft een uitgebreid netwerk van buitenlandse partnerinstellingen waar studenten een studieonderdeel kunnen volgen. Leeuwenburg DU De duale variant heeft de competenties van het landelijke BCP vertaald in beroepstaken en competenties. De beroepstaken zijn vervolgens weer uitgewerkt in beroepshandelingen en beroepsproducten. De beroepstaken komen in de verschillende jaren terug, in toenemende complexiteit. In de zelfevaluatie geeft de opleiding een overzicht waarin de beroepstaken gekoppeld worden aan de activiteiten per studiejaar. In de competentiematrix worden de beroepstaken en de competenties gerelateerd aan de verschillende onderdelen (vakken, werkperiodes, etc) van het programma. De opleiding heeft ook de HBO kernkwalificaties verwerkt in de leerdoelen. Het eerste semester van de propedeuse is gelijk voor alle duale studenten van de HES. Dit semester heeft als doel kennis en inzicht in de bedrijfseconomie en commerciële economie te verwerven. In het tweede semester van de propedeuse worden beroepsspecifieke projecten uitgevoerd. Voor de BE studenten zijn deze projecten gericht op de kernvakken van de opleiding. Zoals eerder al is aangegeven, is het tweede semester hetzelfde voor AC en BE studenten. Aan het einde van het tweede semester kiest de student voor AC of BE. Voordat studenten starten met de eerste werkperiode stellen ze een competentieontwikkelplan (COP) op. Hierin wordt beschreven aan welke competenties de student tijdens de werkperiode wil werken. Voor aanvang van iedere werkperiode wordt het COP aangepast. In het tweede jaar starten de studenten met de eerste werkperiode. Tijdens een werkperiode is er elke vrijdag college, de overige dagen zijn de studenten aan het werk. Na deze eerste werkperiode volgt er een studieperiode, waarbij de studenten twee projecten uitvoeren. Het derde studiejaar start met een studieperiode waarin de studenten eveneens projecten uitvoeren. Vervolgens breekt de tweede werkperiode aan In het vierde jaar volgen de studenten de minor en wordt de afstudeeropdracht uitgevoerd. In de derde werkperiode wordt de afstudeeropdracht uitgevoerd. De afstudeeropdracht resulteert in een beroepsproduct. Pagina 20 van 70

Leeuwenburg DT Het competentieprofiel is vertaald naar de acht semesters. In de eerste zes semesters staan de competenties vakkundigheid, resultaatgerichtheid en communiceren centraal. Deze semesters beslaan het gehele vakgebied BE. Elk semester leidt tot een afgerond geïntegreerd beroepsproduct. In het persoonlijke professionaliseringstraject ontwikkelt de student op zijn werkplek de zes overige beroepscompetenties, namelijk innovatief vermogen, ondernemend gedrag, besluitvaardigheid, samenwerken, klantgerichtheid en ontwikkelingsgerichtheid. Om de ontwikkeling ten aanzien van deze competenties te kunnen volgen maakt de student een competentieontwikkelingsplan. De ontwikkeling en resultaten worden besproken met de coach. In het laatste semester staat de afstudeeropdracht centraal. Dan worden de competenties vakkundigheid, resultaatgerichtheid en communicatie getoetst op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. In het derde studiejaar volgen de studenten een minor (zie hiervoor de algemene beschrijving) en een verdiepingssemester. In het verdiepingssemester hebben studenten de keuze uit management control, financial management, beleggen, fiscaal advies en accountancy. Dit semester, waarin voortgebouwd wordt op de basis van de eerste twee studiejaren, biedt de student mogelijkheden tot specialisatie. Deeltijdstudenten kunnen een semester van een andere deeltijdopleiding van de HES als minor volgen, mits zij aan de instapvoorwaarden voldoen. Leidinggeven is daarvan een voorbeeld. Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat er sprake is van een adequate relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en de inhoud van het programma: de doelstellingen worden door de inhoud afgedekt. Het beroepscompetentieprofiel is adequaat vertaald naar de verschillende leerroutes. De studenten worden in de gelegenheid gesteld om internationale ervaring op te doen. Bij de opleiding IFM mag de internationale oriëntatie daarentegen wat sterker ontwikkeld worden. Het visitatieteam beoordeelt het facet Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma op grond van het voorstaande als. 2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: Algemeen: In de BOE s (beschrijving onderwijseenheden) of studiehandleidingen staat wat in voorgaande vakken is behandeld. In het toetsplan staan alle leerdoelen en de toetswijze. In diverse overleggen, zoals die van de curriculumcommissie en de semestergroep, wordt de samenhang in de opleiding besproken. In de PAG (programma-adviesgroep) zitten docenten van alle varianten, onder voorzitterschap van een opleidingsmanager. De ontwikkeling van de programma s wordt hierin afgestemd. De PAG vormt de inhoudelijke brug tussen de varianten. Pagina 21 van 70

Fraijlemaborg: In de eerste twee studiejaren staat in ieder semester een project centraal rond een bepaald thema. Het project wordt ondersteund door flankerend onderwijs (theorie en vaardigheden), dat enerzijds aansluit bij het onderwerp van het project en anderzijds bijdraagt aan de verwerving van de competenties. De laatste twee studiejaren worden gekenmerkt door het behandelen van cases en de stage- en afstudeeropdracht. Complexiteit en niveau van de projecten en het onderwijs nemen toe naarmate de opleiding vordert. Vakken komen in verschillende jaren terug, maar dan op een hoger niveau. Ook vormt verworven kennis in bepaalde vakken de basis voor andere vakken later in de opleiding, zoals bijvoorbeeld bedrijfsadministratie en financiering die de basis vormen voor het vak management accounting. De opleiding kent een concentrische opbouw waardoor gedurende de opleiding een steeds grotere mate van integratie van vakken ontstaat. De samenhang tussen binnenschools en buitenschools curriculum worden geborgd doordat studenten voor stage en scriptie opdrachten moeten uitvoeren die gerelateerd zijn aan de competenties. De opdrachten moeten worden goedgekeurd door de begeleider in de opleiding, in overleg met de werkplekbegeleider. Uit de STM blijk dat studenten tevreden zijn over de samenhang tussen de programmaonderdelen en de aansluiting tussen stage en opleiding. Ook alumni geven aan dat ze tevreden zijn over de samenhang tussen de vakken en de opbouw van het studieprogramma. Leeuwenburg VT De voltijd opleiding kent vier leerlijnen: 1) De integratieve leerlijn, waarbinnen competenties worden geworven en getoetst; 2) De conceptuele leerlijn (kennis); 3) De vaardighedenleerlijn (interpersoonlijke beroepsvaardigheden, ict en taal); 4) de leerlijn studieloopbaanbegeleiding (SLB, reflectieve vaardigheden). De conceptuele, de vaardigheden- en de SLB-leerlijn zijn ondersteunend aan de integratieve leerlijn en de beroepskerntaken die daarbinnen centraal staan. Bij de uitvoering van de taken worden de studenten inhoudelijk (colleges, consultancy en trainingen) en procesmatig (projectteam- en individuele begeleiding) ondersteund. Docenten die met elkaar samenwerken zijn op de hoogte van elkaars vakinhoud. Bij de introductie van een semester wordt de samenhang aan de studenten uitgelegd. In de eerste twee studiejaren voert de student per onderwijsperiode in teamverband een gesimuleerde bedrijfsopdracht en de daarmee samenhangende handelingen (professionaliserings- of proftaken genoemd) uit. De docenten die betrokken zijn bij de proftaken (door middel van begeleiding of beoordeling) stemmen af over de inhoud en de beoordelingswijze. In jaar twee is er eveneens sprake van een externe opdracht in vorm van de VCF-opdracht (VCF staat voor Virtual Consulting Firm). In dat jaar is het curriculum geordend rondom de beroepsrollen van assistent-controller en assistent-accountant. Hiermee wordt horizontale samenhang bereikt. In de ondersteunende colleges wordt theorie aangereikt uit de kennisdomeinen die met de projecten samenhangen. De vaardighedentrainingen betreffen vaardigheden die samenhangen met de projecten of die relevant zijn voor het verloop van de studieloopbaan. Bij de training ter voorbereiding op de stage speelt het bedrijfsleven een actieve rol. In de navigatiebijeenkomsten (voortgangsbesprekingen) krijgen de studenten begeleiding bij de procesmatige kant van de projectopdrachten zoals teamvorming, samenwerking en planning. In het derde jaar loopt de student een stage. Tijdens de stage voert hij een opdracht uit die samenhangt met minimaal één van de beroepskerntaken. Er zijn gedurende de stage drie terugkomdagen met begeleide intervisie, trainingen en gastcolleges. Tevens volgt de student in het derde jaar een minor. Pagina 22 van 70