Belastingrecht voor het ho 2010



Vergelijkbare documenten
Belastingrecht voor het ho 2012

Belastingrecht MBA 2010

Belastingrecht MBA 2013

Belastingrecht voor het ho 2012

Belastingrecht MBA 2014

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015

Belastingrecht voor het ho 2014

Belastingrecht voor het ho 2014

Belastingrecht voor het ho 2010

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Onderzoek als project

De belastingplichtige krijgt dan een positieve/negatieve aanslag IB opgelegd.

Basiskennis Calculatie

De basis van het Boekhouden

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Bedrijfsadministratie MBA

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

GECONSOLIDEERDE JAARREKENING

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie MBA

Boekhouden geboekstaafd

Elementaire praktijk van de Bedrijfsadministratie

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Basisstudie in het boekhouden

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Boekhouden geboekstaafd

Boekhouden geboekstaafd

Financiële Administratie

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

HRo - Loonbelasting -- Deel 4

12 merken, 13 ongelukken

Financiële rapportage en analyse MBA

Basiskennis Boekhouden

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Jaarrekening. Henk Fuchs UITWERKINGEN OPGAVEN. Tweede druk

Boekhouden geboekstaafd

Praktisch belastingkompas. Fiscale cijfers

Syllabus. IB en het cafetariasysteem - uitwerkingen

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel. Fiscale aspecten van de onderneming. Donderdag 28 juni uur

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

HRo - Loonbelasting -- Deel 1

HRo - Loonbelasting -- Deel 1

Basiskennis Calculatie

Praktisch Verbintenissenrecht

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

Boekhouden geboekstaafd Uitwerkingen

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017

Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2010

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 10 MAART UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 6

HRo - Loonbelasting -- Deel 3

kantoor Den Haag CUMELA Nederland Postbus BD NIJKERK Geachte mevrouw,

Practicumopdracht A FFEBLR0111

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Loonheffing -- deel 4

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

2016 Nederlandse Associatie voor Examinering Loonheffingen niveau 5 1 / 7

WERKKOSTENREGELING. U kunt de eindheffing van de werkkostenregeling ook als concern toepassen.

... Betreft CAO voor het Hoveniersbedrijf in Nederland , algemeen verbindend verklaard tot en met 28 februari 2013

Reader Fiscaal J. Clermonts T. Visser

Basisvaardigheden rekenen voor de pabo

SRA-Praktijkhandreiking

Kantoor Arnhem. VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus BN DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

kantoor Haarlem BETA t.a.v. secretariaat Postbus BC Rotterdam Geachte heer, mevrouw,

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER UUR

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Werkkostenregeling (WKR)

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Belastingrecht MBA 2013

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Werkkostenregeling. Presentatie gemaakt door: Leijtens & Partners B.V

SPD Bedrijfsadministratie. Examenantwoorden FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNE- MINGS DONDERDAG 17 DECEMBER UUR. Belangrijke informatie

... Betreft Cao Glastuinbouw , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2014

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 20 april Rapportnummer: 2011/120

Nectar 5e editie biologie vmbo-b/k deel 2 leerwerkboek A

7 : Datum: datum waarop door Van Spronsen & Partners de loonverwerking voor die maand heeft plaatsgevonden.

Belastingrecht MBA 2011

... Betreft Cao voor de Groothandel in Vlakglas, het Glasbewerkings- en het Glazeniersbedrijf 2014

Oost-Brabant Kantoor Eindhoven

People Services. De werkkostenregeling ABCD. KPMG Meijburg & Co

Als u 65 jaar of ouder bent

IB winst Uitwerkingen Jaarwinst

Cultureel erfgoed en ruimte

... Betreft Cao voor het Hoveniersbedrijf in Nederland , algemeen verbindend verklaard tot en met 29 februari 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

====================================================================

Transcriptie:

Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen opgaven Deel 2 Loonbelasting Henk Guiljam Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 1

Ontwerp binnenwerk en omslag: Studio Noordhoff Uitgevers Groningen Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail: info@noordhoff.nl 0 1 2 3 4 5 / 14 13 12 11 10 2010 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van korte gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher. 2 Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Deel 2 Loonbelasting Hoofdstuk 5 Belastingplicht 5.1 a In beginsel is de loonbelasting een voorheffing op de inkomstenbelasting. In situaties waarin geen aanslag inkomstenbelasting wordt opgelegd, is de loonbelasting in feite eindheffing. b Er bestaat een gezagsverhouding tussen de werkgever en de werknemer; de werknemer moet (persoonlijk) arbeid verrichten; de werkgever moet loon betalen. 5.2 H. Bouwsma is aan de loonbelasting onderworpen in de dienstbetrekking tot de Haagse firma, want hij woont in Nederland en de inhoudingsplichtige is in Nederland gevestigd. De Berlijnse zaak is geen inhoudingsplichtige, tenzij deze hier te lande een vaste inrichting of vertegenwoordiger heeft. In het laatste geval is Bouwsma ook in de dienstbetrekking tot de Berlijnse zaak aan de loonbelasting onderworpen (art. 6 lid 2 onderdeel a Wet LB). Ch. Engel is aan de loonbelasting onderworpen, voor zover hij zijn dienstbetrekking hier te lande vervult. Het loon van Engel zal moeten worden gesplitst in een Nederlands deel en een Duits deel (art. 2 lid 4 Wet LB). H. Rothmann is niet aan de loonbelasting onderworpen, tenzij de Antwerpse zaak hier te lande een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger heeft (art. 6 lid 2 onderdeel a Wet LB). 5.3 De leden van het orkest zijn in fictieve dienstbetrekking bij de eigenaar van het café. De eigenaar is inhoudingsplichtige voor de loonbelasting (art. 5a, jo. 8a Wet LB). Op grond van art. 35a Wet LB moet hij 20% op de gage inhouden. Deze inhouding moet hij op aangifte afdragen (art. 35b Wet LB). Indien leden van het orkest weigeren hun naam, adres, woonplaats, identiteitsverklaring en sofinummer te verstrekken, bedraagt de in te houden loonbelasting 52% (art. 35a lid 3 Wet LB). 5.4 a Nee, er is geen sprake van een dienstbetrekking omdat een gezagsverhouding ontbreekt. b Ja, er is sprake van een dienstbetrekking, ervan uitgaande dat zij een vergoeding ontvangt. c Ja er is sprake van een gezagsverhouding. Derhalve sprake van een dienstbetrekking. Hoofdstuk 6 Voorwerp van belasting 6.1 a Tot het loon behoort al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten (art. 10 Wet LB). Aldus bestaat het loon in principe uit: het bedrag van 3.200, de bijdrage ad 120 van de werkgever in de pensioenpremie en de bijdrage ad 75 van de werkgever in de kapitaalverzekering. b Wanneer een in de loonheffing belaste aanspraak te zijner tijd uitkeringen gaat opleveren, behoren deze uitkeringen niet meer tot het inkomen uit werk en woning in box I. De aanspraak levert wel een vermogensbestanddeel op dat onder de rendementsgrondslag valt. Derhalve moet de aanspraak gewaardeerd worden op de waarde in het economisch verkeer. Hierover is in box III vermogensrendementsheffing verschuldigd. Op deze wijze wordt ook de rentecomponent in de belastingheffing betrokken. c Ingevolge art. 10 lid 2 Wet LB behoort de aanspraak op een kapitaaluitkering van 25.000 bij pensionering tot het loon. Aangezien een aanspraak niet in geld genoten loon vormt, zijn daarvoor de waarderingsregels van art. 13 Wet LB van toepassing. Ingevolge art. 13 lid 3 Wet LB en art. 7 onderdeel b, Uitvoeringsregeling LB 2001 behoort nu de uitkering hoger is dan driemaal het maandsalaris de aanspraak tot het loon. De te belasten aanspraak is gelijk aan de maandpremie, verminderd met het bedrag dat de werknemer in rekening wordt gebracht (art. 13 lid 3 Wet LB). Bij pensionering is de uitkering niet belast in box I. De waarde van de aanspraak valt onder de rendementsgrondslag (zie b). Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 3

6.2 a Loon 4.000 Af: Pensioenpremie (art. 11 lid 1 onderdeel j, punt 1 Wet LB) - 200 3.800 Bij: Voordeel vrij wonen (art. 13 Wet LB) 1.000 minus 350-650 Privégebruik auto 25% van 45.000 1/12 = - 937 + Loon over april 5.387 b Normaal loon 5.387 Extra loon t.g.v. 25-jarig jubileum: contanten 2.000 geldswaarde aandelen - 10.000 schrijfbureau met toebehoren (niet uit dienstbetrekking genoten) - + 12.000 vrijgesteld deel: 1 maandloon (art. 11 lid 1 onderdeel o Wet LB jo. art. 8 Uitv.regeling LB 2001) normaal belast loon 5.387 pensioenpremie - 200 vakantiegeld 8% van 4.000-320 + - 5.907 belast deel extra loon - 6.093 + 11.480 6.3 Een spaarloonregeling is een schriftelijke regeling, die ten doel heeft duurzaam bezit van werknemers te bevorderen. De belangrijkste criteria daarbij zijn: Op verzoek van werknemer houdt werkgever (periodiek) bedragen in op het brutoloon. Werkgever stort bedragen op een geblokkeerde spaarrekening. Het spaarloon mag jaarlijks niet meer bedragen dan 613. Het spaarloon behoort voor de werknemer niet tot het brutoloon. Van de werkgever wordt loonbelasting geheven naar een tarief van 25% (art. 31 lid 2 onderdeel c Wet LB). Zie art. 31 lid 1 onderdeel f Wet LB, art. 32 Wet LB. 6.4 a Loon in natura wordt belast naar de waarde in het economisch verkeer. Als de uitoefening van de dienstbetrekking meebrengt dat de werknemer de verstrekkingen in natura nuttigt of gebruikt, wordt de waarde daarvan ten hoogste gesteld op het bedrag van de besparing door de werknemer (art. 13 lid 1 Wet LB). b 1 Gezien de persoonlijke omstandigheden zou Lijberse waarschijnlijk vaak een bloemetje meenemen naar huis. De bos bloemen dient voor 15 per week tot het loon gerekend te worden (art. 13 Wet LB). 2 Het pakket dient voor 75 per week tot het loon gerekend te worden (art. 13 Wet LB). 3 De waarde per jaar van het betalen van de totale energienota door Dufokar dient gesteld te worden op het bedrag van de vergoeding (art. 13 Wet LB). Vergoeding van de kosten voor energie van de privéwoning dient in eerste instantie in verband te staan met een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking (art. 15 Wet LB). Indien hiervan sprake is, gelden er voor de loonbelasting genormeerde bijtellingen. In het onderhavige geval draagt vergoeding van deze energiekosten niet bij tot een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. De vergoeding is derhalve geheel belast. 4 Als Lijberse deze telefoon met een meer dan een bijkomstig zakelijk belang gebruikt, dan kan deze onbelast vergoed worden. 5 De waarde van het aandelenoptierecht behoort niet tot het loon. Pas op het moment waarop Lijberse het optierecht uitoefent (of vervreemdt), behoort tot het loon datgene wat Lijberse door de uitoefening (of door de vervreemding) geniet, verminderd met het bedrag dat hij voor de verwerving van het optierecht moest betalen. Dit verschil kan echter niet kleiner zijn dan 0. 4 Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

6 Het voordeel ter grootte van de niet-betaalde rente behoort tot het loon. De renteloze personeelslening komt in dit geval niet in de plaats van een vrije vergoeding of verstrekking. Het rentevoordeel is alsdan belast en dient tot het loon te worden gerekend. Hiervoor wordt de rente bepaald op de normrente. Voor dit jaar bedraagt de normrente 2,5%. Het voordeel moet per loontijdvak in de heffing worden betrokken (art. 15c Wet LB en art. 59 Uitv.reg. LB 2001). 7 Het jaarsalaris ad 50.000 behoort tot het loon. 6.5 Ingevolge art. 11 lid 1 letter k Wet LB mag Machinefabriek Ongeluk BV de ontstane schade belasting- en premievrij vergoeden. 6.6 a Er is hier sprake van een vrije verstrekking. Er wordt dus bij de desbetreffende werknemer niets in de heffing betrokken b De adviseur doelt op het feit dat bij het verstrekken van werkkleding bij de werknemer ingevolge art. 11 lid 1 letter b Wet LB juncto art. 17 lid 1 en lid 2 Wet LB juncto art. 24 Uitv.reg. LB niets in de belastingheffing betrokken wordt. Onder werkkleding wordt verstaan: kleding die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen; of kleding die is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige verbonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70 cm 2. De eis dat er sprake is van een logo van ten minste 70 cm 2 geldt per kledingstuk. c Bij het verstrekken van niet-werkkleding (hier: kostuums) geniet de werknemer een voordeel dat niet als een vrije verstrekking kan worden aangemerkt. Dergelijke kleding moet ingevolge art. 13 Wet LB (loon in natura) in de belastingheffing worden betrokken. Als het loon in natura bij de uitoefening van de dienstbetrekking wordt ge- of verbruikt, zal de besparingswaarde in de belastingheffing worden betrokken. Als het loon in natura niet bij de uitoefening van de dienstbetrekking wordt ge- of verbruikt, zal de waarde in het economische verkeer, dat wil zeggen de verkoop- of winkelwaarde, in de belastingheffing worden betrokken. 6.7 Ingevolge art. 31 Wet LB wordt de belasting (25%) geheven van de inhoudingsplichtige en niet van de werknemer (vgl. art. 1 Wet LB). Mevrouw Bartelen kan deze belasting dus niet als voorheffing verrekenen. 6.8 a Het belastbare maandloon is het loon verminderd met de zeedagenaftrek (vgl. art. 9 lid 2 Wet LB). b Vergoedingen en verstrekkingen, die naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren (de zgn. vrije vergoedingen en verstrekkingen) behoren niet tot het loon (art. 11 lid 1 onderdelen a en b Wet LB en art. 15 en 17 Wet LB). 1 Brutoloon 3.000 2 Vaste kostenvergoeding (belast o.g.v. art. 11 onderdeel a Wet LB jo. art. 15 Wet LB) - 500 3 Telefoon (art. 11 lid 1 onderdeel a Wet LB, ervan uitgaande zakelijk - 4 Vergoeding werkkamer (art. 11 lid 1 onderdeel a Wet LB jo. art. 15b lid 1 onderdeel e Wet LB jo. art. 30 Uitv.reg. LB 2001) - 50 5 Vergoeding vakliteratuur (onbelast) (art. 15a lid 1, onderdeel c Wet LB jo. art. 11 lid 1 onderdeel a, Wet LB) - Auto van de zaak (art. 13bis Wet LB) 1/12 25% 25.000 = - 520 Loon 4.070 Aftrekbare kosten: 6 Betaalde representatiekosten 7 Kosten werkkamer thuis - 8 Consumpties relatieontvangst - 9 Contributie personeelsvereniging - Aftrekbare kosten zijn afgeschaft - Belastbaar maandloon 4.070 6.9 a De reiskostenvergoeding is onbelast tot een bedrag van 0,19 per kilometer. De vrijgestelde vergoeding bedraagt derhalve 2 115 km 0,19 = 43,70. Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 5

Belast is 60 43,70 = 16,30. b De werkgever te Nijmegen mag een onbelaste reiskostenvergoeding voor woonwerkverkeer geven van 3 2 28 km 0,19 = 31,92 per week. De werkgever te Arnhem mag een onbelaste vergoeding voor de reiskosten geven van 2 2 8 km 0,19 = 6,08 per week. Ter zake van de overige kosten mag aan Goossens belastingvrij vergoed worden een bedrag van 2.500 500 = 2.000. 6.10 Voor de berekening van het fictieve loon geldt als uitgangspunt hetgeen vermeld in art. 12a Wet LB. Het genoten loon wordt tenminste voor dit jaar gesteld op 40.000. Nu echter aannemelijk is dat het normale zakelijke salaris 130.000 zou bedragen, wordt het loon zodanig vastgesteld dat het niet meer in belangrijke mate (= 30% of meer) afwijkt van het zakelijke salaris, derhalve op 70% van 130.000 = 91.000. Echter, het loon mag tevens niet lager zijn dan het loon van de meestverdienende werknemer. Dit loon bedraagt 100.000. Het fictieve loon bedraagt derhalve 100.000 25.000 = 75.000. Per saldo 100.000 Hoofdstuk 7 Tarief 7.1 a Breunisse vervult een tegenwoordige dienstbetrekking; dus de witte tabel is van toepassing op beide loonbetalingen. b Voor Breunisse gelden de navolgende heffingskortingen: algemene heffingskorting arbeidskorting alleenstaande-ouderkorting en aanvullende alleenstaande-ouderkorting ouderenkorting indien voldaan aan voorwaarden. c In de loonbelastingtabel zijn verwerkt: algemene heffingskorting arbeidskorting ouderenkorting alleenstaande-ouderenkorting. Let op: ook de levensloopverlofkorting kan onderdeel uitmaken indien voldaan wordt aan de voorwaarden. d Een Wajong-uitkering wordt genoten op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Degene die een Wajong-uitkering geniet, komt in aanmerking voor de heffingskorting genaamd jonggehandicaptenkorting. Deze heffingskorting is niet verwerkt in de loonbelastingtabellen. De inhoudingsplichtige moet de volgens de tabel in te houden loonheffing zelf nog verminderen met de jonggehandicaptenkorting. 7.2 Luyten en Mostert hebben beiden recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting, aangezien zij inkomen uit tegenwoordige arbeid genieten. Ook als Mostert stopt met werken en beiden zouden verzoeken als fiscale partners behandeld te worden (art. 1.2 lid 1 onderdeel b sub 2 Wet IB 2001) kan de algemene heffingskorting van Mostert niet overgedragen worden. De heffingskorting is niet overdraagbaar. In principe is de heffingskorting nooit hoger dan de verschuldigde belasting. Bij fiscale partners wordt gekeken naar de gezamenlijke heffingskorting en de gezamenlijk verschuldigde belasting. Als de gezamenlijk verschuldigde belasting hoog genoeg is, wordt de heffingskorting alsnog betaald aan degene die, op grond van het eigen inkomen en zelf verschuldigde belasting, de heffingskorting niet te gelde kon maken. Het gaat hierbij uitsluitend om de algemene heffingskorting, de arbeidskorting, de kinderkorting, de (aanvullende) combinatiekorting. De verschuldigde belasting van Mostert zal over het eerste halfjaar voldoende zijn om haar heffingskortingen te verrekenen. Zij kan deze zelf geldend maken. 7.3 Het vakantiegeld moet worden belast volgens de tabel voor bijzondere beloningen, tenzij bijtelling bij het maandloon voor M. van den Berg voordeliger is (art. 26 lid 1 en lid 2 Wet LB). Overwerkloon mag worden belast volgens de tabel voor bijzondere beloningen (art. 26 lid 3 Wet LB). Van den Berg kan dus uitsluitend m.b.t. de bijtelling van het vakantiegeld binnen zes weken na inhouding een bezwaarschrift indienen bij de inspecteur (art. 24 AWR). Tegen de bijtelling van 6 Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

het overwerkloon heeft bezwaar geen zin. Dit kan eventueel later worden geredresseerd in de inkomstenbelasting door het doen van aangifte, mits de grens wordt overschreden. 7.4 De groene tabel is van toepassing. Inhouding moet geschieden naar de op het moment van inhouding geldende tabel, dus de nieuwste (art. 27 lid 4 Wet LB). NB Hier is sprake van een normale beloning die over een tijdvak wordt toegekend en waarop de tijdvaktabel moet worden toegepast. De tabel voor bijzondere beloningen is niet van toepassing. 7.5 a De witte tabel is van toepassing. b Zowel in februari als in maart moet de tabel worden toegepast op een tabelloon van 3.200 + 60 (werkgeversdeel premie) is 3.260. Vergoeding voor buitengewone lasten is vrij tot een bedrag van 3 het maandloon (art. 11 lid 1 onderdeel m Wet LB), zodat de vergoede begrafeniskosten ad 2.000 niet tot belastbaar loon leiden. 7.6 a Het inkomen in box I van Groeneweg bedraagt 54.432 (inclusief 8% vakantietoeslag). Groeneweg heeft recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting. De echtgenote heeft slechts recht op de algemene heffingskorting. Zij krijgt deze door de Belastingdienst uitbetaald als Groeneweg voldoende inkomstenbelasting betaalt om zowel zijn eigen heffingskortingen als die van zijn echtgenote te kunnen verrekenen. b Op grond van art. 6.13 Wet IB (juncto art. 36 lid 1 onderdeel b Uitv. Regeling IB) komt K. Groeneweg in aanmerking voor aftrek wegens levensonderhoud voor kinderen. Hij heeft immers uitgaven voor levensonderhoud van kinderen jonger dan 27 jaar, waarvoor hij als gemoedsbezwaarde geacht wordt geen recht op AKW te hebben. Via een negatieve voorlopige aanslag inkomstenbelasting kan hij hier rekening mee laten houden. c De witte tabel. 7.7 a Ingevolge art. 26b Wet LB dient de clubeigenaar 52% loonbelasting/premies volksverzekeringen in te houden op het loon. b Ingevolge art. 29 Wet LB is E. Haast verplicht aan de clubeigenaar gegevens te verstrekken, die van belang zijn voor de heffing van loonbelasting. In art. 68 lid 1 onderdeel c, en art. 68 lid 2 onderdeel a AWR is het niet of onjuist verstrekken van gegevens of inlichtingen strafbaar gesteld. Deze strafbaarstelling geldt echter alleen indien het gevolg van het niet of onjuist verstrekken van gegevens of inlichtingen zou kunnen zijn dat er te weinig belasting zou kunnen worden geheven. Nu het toptarief in de inkomstenbelasting en loonbelasting 52% bedraagt (art. 2.10a Wet IB; art. 20a Wet LB) en van E. Haast ook 52% loonheffing wordt ingehouden (art. 26b Wet LB), wordt er niet te weinig belasting geheven. Er is dan ook geen sprake van een strafbaar feit. 7.8 1 Wit. 2 Wit. 3 Wit. 4 Wit. 5 Tabel bijzondere beloning. 6 Tabel bijzondere beloning. 7.9 a Op grond van de kleinebanenregeling wordt voor een achttienjarige dat voor een loon tot 325 geen premies werknemersverzekeringen en geen bijdrage Zorgverzekeringswet betaald behoeft te worden. Op grond van de witte tabel is ook geen loonbelasting verschuldigd, zodat het nettoloon gelijk is aan het brutoloon van 250. b Dan stijgt het loon van Gert tot boven de 325 en zal er bij hem premie werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet betaald moeten gaan worden. Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 7

Hoofdstuk 8 Wijze van heffen 8.1 Het loon is weliswaar invorderbaar door de werknemers, maar het loon is niet inbaar omdat Pieters BV ernstige liquiditeitsproblemen heeft. Derhalve is er geen genietingsmoment aan te wijzen en hoeft geen loonbelasting te worden ingehouden en afgedragen. 8.2 a Op grond van art. 19 AWR is Los Vast verplicht om binnen één maand na afloop van het aangiftetijdvak de ingehouden loonbelasting op aangifte af te dragen. b Het bedrag dient uiterlijk op 31 december om 24.00 uur te zijn bijgeschreven op de bankrekening van de ontvanger (Belastingdienst). 8.3 Voermans dient de identiteit van de werknemers op te nemen in zijn loonadministratie. Dit kan aan de hand van geldige identiteitsbewijzen zoals een paspoort of identiteitskaart Nederlandse Gemeenten. Nu wordt dus niet voldaan aan deze identificatieverplichting, waardoor Voermans het zogeheten anoniementarief dient toe te passen zonder rekening te houden met de loonheffingskorting. 8.4 a Er is sprake van een tijdelijk knelpunt, zodat individuele verloning niet mogelijk is. De werkgever kan nu voor eindheffing kiezen. b Parkeergelden is loon met een bestemmingskarakter en daarover moet eindheffing plaatsvinden. Over 25 aan geschenkbonnen mag eenmaal per jaar 20% eindheffing worden toegepast. c De eindheffing komt voor rekening van de werkgever. Loon waarop eindheffing is toegepast hoort niet meer tot het loon van de werknemer. Met andere woorden: de loonbelasting/premie volksverzekeringen die over dit loon wordt afgedragen, kan de werknemer niet verrekenen met zijn inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. 8 Belastingrecht voor het ho 2010 Uitwerkingen Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten