DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4



Vergelijkbare documenten
DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

- 1 - Voorwoord. De inkt van mijn vorig voorwoordje voor de resultatenbrochure 2006 is amper opgedroogd, of weer is er een seizoen voorbij.

Specifieke rassen: t Rhizomanie-rhizoctoniatolerant ras: Isabella kws t Rhizomanie-nematodenresistent ras: Bering. Foto: kbivb

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Suikerbieten. magazine

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

Proefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BELANG VAN EEN RASSENKEUZE GEBASEERD OP RESISTENTIES/TOLERANTIES EN CONFORM MET IPM, VOOR EEN OPTIMALE OPBRENGST

Nieuwe rassen van suikerbiet op de nationale rassenlijst

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Rassenkeuze wat zijn de afwegingen

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET

De nematodenbesmetting kennen : een prioriteit om zijn rassen te kiezen

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

De suikerbiet en haar teelttechniek

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

De suikerbiet en haar teelttechniek

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

Inhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24

Actualiteiten Emeltenbestrijding Elma Raaijmakers

Verbetering rendement suikerbietenteelt

LG-BROCHURE voor voederbieten

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

INDUSTRIELE CICHOREI

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

De suikerbiet en haar teelttechniek

Rassenbulletin suikerbieten 2011 Aangepaste uitgave augustus 2012

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

versie: maart Diagnostiek CONTACTPERSONEN: ELMA RAAIJMAKERS EN BRAM HANSE

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Rassenkeuze Noud van Swaaij, Elma Raaijmakers, Hans Schneider. Rassenlijstcijfer: gemiddelde van onderzoek

IN DIT NUMMER. p. 2: Actualiteit. p. 4: Verbond Suikerbietplanters Tiense. p. 6: De nieuwe receptie in Tienen. p. 8-12: Rassenresultaten 2010 KBIVB

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO

WORTEL wortelvliegbestrijding 2015

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

Fractioneren van de stikstofbemesting in aardappelen 6 jaar proeven

2 BEMESTING WINTERTARWE

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten

Vanggewassen: waarom en keuze

Hilleshög suikerbieten

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

Teelt Voederbieten en eiwithoudende gewassen

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Brochure Suikerbietenzaad 2018

Herkauwers & Akkerbouw

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Workshop Voorjaarsproblemen

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

VLAIO project: BYDV predictor. Jolien Bode Technisch onderzoeksmedewerker PIBO-Campus

Eindverslag BodemBreed Teeltjaar vzw PIBO - Campus

BELGISCHE BESCHRIJVENDE EN AANBEVELENDE RASSENLIJST VOOR INDUSTRIËLE CICHOREI

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Rassenproef biologische quinoa 2018

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2017 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

-1- BEZOEKERSGIDS :WINTERGERST RASSENPROEF WINTERGERST... 5

VOEDERBIETEN OPNIEUW IN BEELD TEELTTECHNISCHE TIPS EN KNELPUNTEN

ILVO Mededeling 227. Belgische beschrijvende en aanbevelende rassenlijst voor industriële cichorei 2017

Rassenkeuze erwten en veldbonen in combinatie met triticale

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

INHOUDSOPGAVE AGRO-VITAL

Transcriptie:

- 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen de grondbewerkingen en de uitzaai in goede omstandigheden? Hebben we een groeizaam seizoen gekend of was er veeleer schade door een te droge zomer? Hoe is het met de ziektedruk geweest? Hebben de bieten- en de cichoreivelden een goede opbrengst- zowel plantkundig als financieel - gebracht? Welke gewasbeschermingsmiddelen deden het goed en welke rassen sprongen eruit? Om op al deze vragen een bevredigend antwoord te geven werken wij, PIBO- Campus, samen met o.a. de Vlaamse overheid afdeling duurzame landbouw, het KBIVB en Orafti. Proeven werden aangelegd om de nodige gegevens te kunnen verzamelen zodat tijdens de volgende teeltseizoenen van suikerbieten en cichorei rekening kan gehouden worden met de resultaten en de opmerkingen van de proeven. We willen er hier ook nog op wijzen dat PIBO-Campus meewerkt aan een project Groene Grondstoffen, waarin gezocht wordt naar alternatieve afzetmarkten voor ondermeer de suikerbieten om zo de teelt van de suikerbieten, die van groot belang is in Haspengouw, te vrijwaren. Ook wordt actief gezocht naar de mogelijkheid om nieuwe gewassen te introduceren om zo nieuwe perspectieven te kunnen bieden aan de akkerbouwer van morgen. Hier wordt gedacht aan de teelt van vezels (hennep, vlas) voor verwerking in de betonindustrie of aan energiegewassen (olifantengras). In ieder geval biedt de brochure die u nu in de hand hebt weer een hele brok actuele informatie over de teelt van twee toch wel belangrijke gewassen voor de Haspengouwse akkerbouwer. We hopen dan ook dat u met deze informatie het volgende seizoen weer aan de slag kunt gaan om een goed product op de markt te brengen, met aandacht voor de rendabiliteit van de teelt en de kwaliteit van het milieu. Medewerkers PIBO-Campus vzw

- 2 - INHOUD DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 1 Overzicht van het voorbije suikerbietenjaar... 4 2 Rassenproef suikerbieten... 6 2.1 Proefopzet... 6 2.2 Perceelsgegevens... 6 2.3 Waarnemingen en tellingen... 8 2.4 Bespreking... 9 3 De aanbevolen rassen van het KBIVB voor 2011... 10 3.1 De bevestigde rassen... 11 3.2 De nieuwe rassen... 11 3.3 De specifieke rassen... 12 4 Resultaten van de proeven in 2010... 13 4.1 Resultaten van de rassen in 2010: opbrengsten... 14 4.2 Meerjarige resultaten: waarnemingen... 16 4.3 Meerjarige resultaten: opbrengsten... 18 4.4 Nematodenrassen: opbrengsten in besmette percelen... 20 4.5 Meerjarige resultaten Nematodenrassen : opbrengsten in 2008-2009-2010... 21 4.6 Rhizoctoniaresistente rassen: wortelrot index... 21 5 Situatie in de bieten doorheen het netwerk waarnemingsvelden van het KBIVB... 22 5.1 Inleiding... 22 5.2 Proefopzet... 24 5.3 Waarnemingsveld Tongeren... 24 5.4 Waarnemingsveld Riemst... 25 5.5 Situatie van de bieten in 2010... 26 6 Onkruidbestrijding in de bietenteelt,... 29 7 Bewaring van de bieten op lange termijn... 32 8 Geactiveerde zaden: voordelen en bewaring... 34 9 Bespreking van de bladschimmelziekten... 35 9.1 Meeldauw... 35 9.2 Bruine roest... 35 9.3 Cercospora... 36 9.4 Ramularia... 36 9.5 Rhizoctonia... 37 9.6 Rhizomanie... 37 9.7 Violetwortelrot... 38 10 Erosieproef in suikerbieten... 39 10.1 Proefopzet... 39 10.2 Perceelsgegevens... 39 10.3 Aangelegde objecten... 41 10.4 Waarnemingen... 42 10.5 Opbrengstresultaten... 45 10.6 Bespreking... 46 DEEL 2: CICHOREI...47 1 Rassenproef cichorei... 48 1.1 Proefopzet... 48 1.2 Perceelsgegevens... 48 1.3 Waarnemingen... 49 1.4 Bespreking... 50

- 3-2 Proef teelttechniek... 51 2.1 Proefopzet... 51 2.2 Perceelsgegevens... 51 2.3 Waarnemingen en tellingen... 53 2.4 Oogstresultaten... 53 2.5 Besluit... 54 3 Onkruidbestrijdingsproef cichorei - remming cichorei... 55 3.1 Proefopzet... 55 3.2 Perceelsgegevens... 55 3.3 Proefprotocol onkruidbestrijding... 56 3.4 Waarnemingen... 57 3.5 Remming van de cichorei... 57 3.6 Opbrengstresultaten... 58 4 Onkruidbestrijdingsproef Crisnée werking onkruid... 59 4.1 Proefopzet... 59 4.2 Perceelsgegevens... 59 4.3 Proefprotocol onkruidbestrijding... 60 4.4 Waarnemingen... 61 4.5 Opbrengstresultaten... 63 4.6 Bespreking... 64 5 Groeicurveproef... 65 5.1 Proefopzet... 65 5.2 Perceelsgegevens... 65 5.3 Waarnemingen... 66 5.4 Vergelijking premie en groeipotentieel cichorei... 66 5.5 Bespreking... 67 6 Erosieproef cichorei... 68 6.1 Perceelsgegevens... 68 6.2 Aangelegde objecten... 69 6.3 Waarnemingen... 69 6.4 Opbrengstresultaten... 72 6.5 Bespreking... 73 DEEL 3: PRODUCTEN EN ACTIEVE STOFFEN...74 1 Herbiciden... 74 2 Fungiciden... 80 3 Insecticiden... 83 4 Varia... 84

- 4 - DEEL 1: SUIKERBIETEN 1 Overzicht van het voorbije suikerbietenjaar Het suikerbietenperceel van de PIBO-Campus werd in de tweede helft van juli 2009 ingezaaid met een groenbemester (bladrammenas) na de teelt van wintergerst en na toediening van 15 ton/ha varkensmengmest. De bladrammenas was matig ontwikkeld en werd verkleind begin december om zo de vertering in de hand te werken. Het cichoreiperceel werd einde augustus ingezaaid met gele mosterd na toediening van 15 ton vleesvarkensmengmest per hectare. De gele mosterd was sterk ontwikkeld en werd verkleind half december. Door het inzaaien van een groenbemester wordt het nitraatresidu gereduceerd en verbetert de humustoestand van de bodem. De percelen werden eind december geploegd onder goede omstandigheden. De wintermaand januari was vrij droog en koud met plaatselijk vorst tot 20 C,wel was er redelijk wat zonneschijn. Februari daarentegen was eerder een sombere maand met wat meer neerslag en ook nog wat vorst. Maart werd gekenmerkt door normale waarden op gebied van uren zonneschijn en neerslag. De eerste bieten werden gezaaid vanaf 15 maart. De pas gezaaide bieten hadden soms wel wat te lijden van koude en regenachtig weer juist na de uitzaai. Rond 5 april was er ongeveer 7 % van het suikerbieten areaal uitgezaaid. Vanaf 11 april kenden we op de meeste plaatsen gunstige zaaiomstandigheden. Op 15 april was 50 % van het suikerbietenareaal gezaaid ( 50 zaaidatum), het geen toch 14 dagen later is dan in 2009. Rond 25 april werden de laatste bieten gezaaid. We kenden hier in de streek een droogte periode gedurende de maand mei. Dit in combinatie met de aanhoudende koude en de noordoostenwind bemoeilijkte de jeugdgroei van de bieten. Rond 22 mei bevonden de meeste percelen zich nog maar in het 4-de bladstadium, enkel de zeer vroeg gezaaide percelen waren al in het 8 10 bladstadium. Rond 7 juni waren de rijen gesloten op de vroegst gezaaide percelen. Door de gunstige groeiomstandigheden in de maand juni, konden de andere percelen ook de rijen sluiten rond het einde van die maand. Wel dient gesteld te worden dat de bodem over het algemeen zeer droog bleef tot half juli, met op sommige percelen zeer trage groei tot gevolg. De onkruidbestrijding werd ook sterk bemoeilijkt door de schrale noordoostenwinden en de droge bodemomstandigheden. Op veel plaatsen was een extra behandeling dan ook noodzakelijk. Naar bemesting toe profielanalyse uitgevoerd op alle proefpercelen in februari, welk een uitgangspunt is om een ecologische en economische verantwoorde stikstofgift te voorzien. De andere voedingselementen werden toegediend bij de voor- of tussenteelt onder organische vorm en eventueel aangevuld met minerale meststoffen. De schietersproef en de teelttechnische proeven van cichorei werden in goede omstandigheden uitgezaaid op 14 april. De verschillende rassen cichorei werden in het vlakke veld uitgezaaid op 19 april. Op het perceel van de teelttechnische proeven was de opkomst van de cichorei niet gelijkmatig door de droogte periode die we kenden na de zaai. Het perceel met de rassenproef werd dan weer getroffen door een zwaar onweer waarbij het op een uur tijd 30 liter water te verwerken kreeg. De maanden juli en augustus waren groeizame maanden met vooral in augustus voldoende neerslag en groeizame temperaturen. De eerste symptomen van witziekte, roest en cercospora werden dit jaar pas half augustus waargenomen op het proefperceel. Het betreft hier hoofdzakelijk een lichte aantasting door witziekte. Roest en cercospora waren zeer gering aanwezig. Ramularia werd niet waargenomen. Verder verliep de aantasting doorgaans traag. De uitleg voor deze trage ontwikkeling ligt zeker bij de lage luchtvochtigheid tussen juni en augustus. Vanaf het verschijnen van de waarschuwingsberichten in

- 5 - verband met bladziekten door het K.B.I.V.B. te Tienen werd in de proeven preventief behandeld met een systemisch fungicide. Deze behandeling, die de voorbije jaren een degelijke bescherming van de bietenbladeren bood tot aan de oogst. De ziektedruk lag in 2010 laag, zowel in suikerbieten als in cichorei. Zelfs nog een stuk lager dan in 2009, waar we al een geringe ziektedruk hadden. Wel moeten we waakzaam zijn voor de ziektes rhizoctonia en violetrot, die de laatste jaren in de praktijk nog steeds toenemen. Ook aaltjes komen de laatste jaren meer en meer voor en kunnen voor serieuze opbrengstdervingen zorgen. De rooiomstandigheden in het begin van de campagne waren goed. Later in het najaar werd het rooien bemoeilijkt door de natte bodem omstandigheden. De opbrengsten van zowel bieten als cichorei liggen lager dan in 2009, dit zowel voor kg suiker / inuline gehalte van de wortels per hectare. De opbrengsten liggen wel ongeveer gelijk met de gemiddelden van de afgelopen 5 jaar. De proefvelden werden dit jaar geoogst tussen 18 september en 3 november. De gemiddelde opbrengst (onder proefveldomstandigheden) bedroeg 89 ton netto bieten en 17,6 % (15,6 ton suiker per hectare). De suikergehalten varieerden van 15,7 tot 19 %; de tonnages lagen tussen 58 ton (nematodenvelden) et 94 ton netto. Ook in de proeven met een lager plantenbezetting heeft de suikerbiet nogmaals zijn ongelooflijke compensatiecapaciteit getoond. Deze opbrengstresultaten overtreffen over het algemeen deze van praktijkpercelen. Een verklaring hiervoor is het feit dat proefvelden geen randeffecten en sproeisporen hebben en het gebruik van specifieke machines voor proefvelden waardoor er minder opbrengstverliezen voorkomen. Toch moeten we oog blijven hebben voor enkele problemen in de bieten / cichoreiteelt, zoals de aanpassingen van het quotum / contract en een dalende prijs. Een punt waarbij de suikerindustrie vragende partij is, is de vermindering van de grond- en vooral koptarra. In die context is het reinigen van bieten en cichoreiwortels tijdens het laden zeker ook een punt waar de nodige aandacht aan besteed moet worden. Ook zullen we in de toekomst meer en meer de teeltkosten zo laag mogelijk moeten houden in een markt waar we als landbouwers praktisch geen invloed meer hebben op de prijs die we krijgen voor het geproduceerde product.

- 6-2 Rassenproef suikerbieten Proef in samenwerking met het KBIVB, de Vlaamse Overheid Afdeling Duurzame Landbouwontwikkelingen (Ir. A Demeyere) 2.1 Proefopzet In iedere proef wordt een vergelijking gemaakt van groei, suikergehalte, productie en economische waarde van zevenentwintig rassen, al dan niet, behandeld met één fungicide (Spirale 1 l/ha). Zowel voor de controle als in de fungicidebehandeling zijn er vier herhalingen per ras. In het kader van resistentieonderzoek wordt de aantasting van witziekte, ramularia, cercospora en roest per ras nagegaan. 2.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: wintergerst gevold door bladrammenas (matig ontwikkeld) b Ploegen tijdens de winter 16.12.10 c Zaaidatum: 14.04.10 d Zaaiafstand: 19,7 x 45 cm e Onkruidbestrijding: - vooropkomst : niet uitgevoerd wegens te droge bodem - naopkomst: 1 e Betanal 0,75 l/ha + Tramat 0,150 l/ha + Goltix 0,750 l/ha uitvloeier 0,3 l/ha 29.04.10 2 e Betanal elite 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + uitvloeier 0,3 l/ha 06.05.10 3 e Betanal 1 l/ha + Treto 500 0.2 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Venzar 0.1 l/ha + uitvloeier 0.3 l/ha 14.05.10 4 e Betanal 1l/ha + Tramat 0,2 l/ha + Frontier Elite 0,75 l/ha + Venzar 0,1 l uitvloeier 0,5 l/ha 28.05.10 5 e Frontier Elite 0,5 l/ha + Goltix 0,5 l/ha (+ boor 2 l) 04.06.10 Kanten: Fusilade 1. 5 l/ha 02.06.10 f Bemesting:- organische:15 ton per ha varkensrmengmest 20.07.09 inzaai van bladrammenas, matig ontwikkeld 29.07.09 - chemische stikstof: - stikstofindex: 152 (normaal) - stikstofbehoefte: 142 eenheden per ha kort voor de zaai 13.04.10 g Insectenbestrijding: zaaizaadbehandeling met Poncho Beta / Cruiser&Force h Karate 75 cc/ha 07.07.10 i Fungicidebehandeling: Spirale1 l/ha 01.09.10 j Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,8 6,7 7,3 Gunstig C in % (humus) 1.2 1,2 1,6 Normaal Fosfor (P) 25 12 19 Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) 23 14 21 Tamelijk hoog Magnesium (Mg) 11 9 15 Normaal Calcium (Ca) 236 163-358 Normaal Natrium (Na) 3.8 3,1 6,2 Normaal Boor (B) -- -- k Rooien: 30.10.10

- 7 - Tabel 1: geeft, per ras, de mandataris en de eigenschappen in verband met de tolerantie. nr Ras Mandataris Eigenschap 1 Abondamax Erauw Jaquery Rhizomanie 2 Angeliqua KWS Rhizomanie 3 Ardamax Erauw Jaquery Rhizomanie 4 Baloo ( new nematodes 09 ) SES Vanderhave Rhizomanie / nematoden tol 5 Balthazar ( CM 04 ) Clovis Matton Rhizomanie 6 Benemax Erauw Jaquery Rhizomanie 7 Benno De Wulf Agro Rhizomanie 8 Bering De Wulf Agro Rhizomanie / nematoden tol 9 Bernadetta ( 8R87) KWS Rhizomanie 10 Cherokee SES Vanderhave Rhizomanie 11 CM 02 Clovis Matton Rhizomanie 12 Coyote SES Vanderhave Rhizomanie 13 Eleonora KWS Rhizomanie 14 Iguane ( idem piranha ) SES Vanderhave Rhizomanie / rhizoctonia tol 15 Isabella KWS Rhizomanie / rhizoctonia tol 16 Magellan SES Vanderhave Rhizomanie 17 Rosalinda KWS Rhizomanie 18 Rubens De Wulf Agro Rhizomanie 19 Sabrina KWS Rhizomanie 20 Simonta ( HI0828 in 09 ) SCAM sc Rhizomanie 21 SY Invicta SCAM sc Rhizomanie 22 Theresa KWS Rhizomanie / nematoden tol 23 Vedeta SCAM sc Rhizomanie / rhizoctonia tol 24 Zanzibar SES Vanderhave Rhizomanie 25 Zorro De Wulf Agro Rhizomanie / rhizoctonia tol 26 9K57 KWS Rhizomanie / nematoden tol 27 9K63 KWS Rhizomanie / nematoden tol l

- 8-2.3 Waarnemingen en tellingen Tabel 2 geeft, per ras, het gemiddelde opkomstpercentage en het aantal planten/ha weer Nr Ras % Opkomst Aantal planten/ha 1 Abondamax 93.6 104.532 2 Angeliqua 90.4 100.999 3 Ardamax 94.0 105.019 4 Baloo 93.7 104.654 5 Balthazar 92.3 103.070 6 Benemax 95.2 106.360 7 Benno 95.5 106.603 8 Bering 97.0 108.309 9 Bernadetta 92.2 102.948 10 Cherokee 91.5 102.134 11 CM 02 91.2 101.852 12 Coyote 94.3 105.263 13 Eleonora 93.8 104.776 14 Iguana 92.0 102.705 15 Isabella 92.7 103.468 16 Magellan 93.8 104.756 17 Rosalinda 94.5 105.507 18 Rubens 91.3 101.974 19 Sabrina 96.1 107.334 20 Simonta 87.5 97.710 21 SY Invicta 95.2 106.295 22 Theresa 88.9 99.237 23 Vedeta 92.1 102.844 24 Zanzibar 93.8 104.721 25 Zorro 93.8 104.794 26 9K57 92.1 102.827 27 9K63 96.7 107.943 Gemiddelde 93.2 104.024

- 9-2.4 Bespreking Bij de bespreking van de proefresultaten van de suikerbieten vestigen we er nogmaals de aandacht op dat de proefveldopbrengsten deze van de praktijkpercelen duidelijk overtreffen. Een verklaring hiervoor is het feit dat proefvelden van gunstigere teeltomstandigheden genieten, onder meer door het ontbreken van spuitsporen en randeffecten en het gebruik van specifieke oogstmachines voor proefvelden waardoor er geen oogstverliezen optreden. 2.4.1 Aantal planten Het zaaien gebeurde in goede bodemomstandigheden. De opkomst was voor de meeste rassen zeer goed. We behalen een gemiddelde veldopkomst van 93.2 %. Dit is vooral te danken aan de weersomstandigheden, de zorgvuldige zaaibedbereiding en de juiste afstelling van de zaaimachine in functie van de te verwachte weersomstandigheden na de zaai. Dit jaar hebben we kunnen rekenen op de mensen van het K.B.I.V.B. om de proef te zaaien. Wanneer we tabel 2 analyseren, zien we dat er zich een lichte variabiliteit voordoet in het aantal planten tussen de verschillende rassen op het proefveld. De variabiliteit in het aantal planten is voor een gedeelte te herleiden tot het verschil in raseigenschappen: kiemkracht, kiemenergie en andere specifieke opkomst-omstandigheden, zoals gevoeligheid voor herbiciden en bodeminsecten. Door de zaaiafstand van 19,7 cm in de rij te nemen, ligt in deze proef het aantal planten per ha gemiddelde op 104.024 wat voldoende is om een optimale opbrengst te behalen (Tabel 2). 2.4.2 Opbrengsten Het proefveld waarop de suikerbieten waren uitgezaaid was aangetast door de schimmelziekte violetwortelrot. De proefvelden wel geoogst door het KBIVB, maar het was onmogelijk om relevante informatie uit de gegevens te halen, aangezien de aantasting dwars doorheen het perceel liep. Het publiceren van deze resultaten zou bijgevolg geen bijdrage leveren tot een optimalisering van de suikerbietenteelt.

- 10 - Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 3 De aanbevolen rassen van het KBIVB voor 2011 De aanbeveling van de rassen voor 2010 is samengesteld uit 2 verschillende lijsten : 1. Een aanbevolen lijst met bevestigde rassen, die sinds minstens 2 jaar op basis van commerciële zaadpartijen worden getest, en die op brede schaal kunnen gezaaid worden. 2. Een lijst met nieuwe rassen die begin 2009 werden ingeschreven en dus een jaar werden gecommercialiseerd. Zij vertegenwoordigen vaak een genetische vooruitgang maar de resultaten vereisen bevestiging. Zij zullen op een beperkte oppervlakte gezaaid worden. In elke lijst is een segment van specifieke rassen (nematoden, rhizoctonia bruinwortelrot) voorzien. De resultaten van de rassen voorgesteld door het Kbivb werden verkregen vanuit verschillende proeven die met de grootste strengheid werden geleid teneinde betrouwbare resultaten te verkrijgen die direct in de praktijk te gebruiken zijn. Aldus worden alle proeven (en vanaf de inschrijving van het ras) op afstand gezaaid (afstand ± 20 cm), alle toedieningen en behandelingen (bemesting, herbiciden, fungiciden) worden toegepast «volgens de aanbevelingen». De rooitechniek, belangrijke factor voor de opbrengst, geeft de meest betrouwbare resultaten in Europa : de bieten van de 4 centrale rijen van elk 6-rijig perceel worden geoogst, gewogen, gewassen, ontkopt en volledig geanalyseerd. De rooitechniek laat eveneens toe een precieze meting uit te voeren van de grondtarra bij het rooien. Enkel de proeven waar een betrouwbare meting van de grondtarra kan uitgevoerd worden, komen in aanmerking. Zijn rassen goed kiezen is : 1. Rekening houden met de aanwezigheid van nematoden (zelfs gering) of met rhizoctonia bruinwortelrot door een dubbel resitent of tolerant ras te kiezen. 2. Een voorkeur geven aan de stabiele bevestigde rassen die weinig variëren, getest vanaf grote commerciële zaadpartijen. 3. De nieuwigheden testen op een beperkt areaal van uw bedrijf. 4. Hoewel het financieel potentieel van de rassen een belangrijk criterium voor uw keuze is, kijk ook naar de oplossingen die geboden worden in andere domeinen : - suikergehalte, - resistentie tegen bladziekten, - reductie van de grondtarra.

- 11 - Zanzibar Angeliqua Debora Kws Calgarhi Coyote Rosalinda Kws Nematoden Julietta Theresa Kws Baloo Correcta (res) Bevestigde rassen Nieuwe rassen Rubens Resimax Ardamax Exacta Sabrina Kws Jupital Rhizoctonia Zorro Iguane Vedeta Gecko Benno Eleonora Kws Magellan Benemax SY Invincta Abondamax Touareg Bernadetta Kws Nematoden Bering Rhizotonia Isabella Kws 3.1 De bevestigde rassen De bevestigde rassen werden tijdens minstens 2 proefjaren op basis van (grote) commerciële zaadpartijen getest. De bietenplanter moet aan deze rassen een voorkeur geven voor de uitzaai in 2011. Wij benadrukken nog dat de resultaten van de rassen met veel nauwkeurigheid worden onderzocht, en dat er zowel rekening gehouden wordt met de gemiddelde waarde van het ras (tabellen en grafiek op vorig blad) als met de variatie van de resultaten tussen de verschillende beproevingsjaren. Ideaal zal deze variatie zo klein mogelijk zijn voor de onderzochte parameters. Deze variatie tussen de jaren kan van «genetische» oorsprong zijn (men heeft het ras gewijzigd) of komt van de interactie van het ras met de jaaromstandigheden (droogte, koude, ziekten ). 3.2 De nieuwe rassen De nieuwe rassen werden ingeschreven in 2009 (2008). Zij hebben slechts een jaar commercialisatie. Sommige rassen werden in 2009 in de proeven getest vanuit een beperkte zaadpartij, voor anderen was een groot commercieel zaadlot ter beschikking (Magellan, BernadettaKws). Hoewel de resultaten van nieuwe rassen soms zeer welbelovend zijn, moet men steeds voorzichtig blijven, zonder de genetische evolutie te stoppen. Betere bladgezondheid of een lagere grondtarra zijn interessante karakteristieken die de nieuwe rassen kunnen aanbieden.

- 12-3.3 De specifieke rassen De specifieke rassen moeten een oplossing bieden voor belangrijke problemen die door de chemie niet kunnen opgelost worden. De segmenten waarin deze specifieke rassen gebruikt moeten worden zijn : - Aanwezigheid van bietencystenematode. - Aanwezigheid door Rhizoctonia (bruin) wortelrot. De specifieke rassen hebben een gereduceerd productiepotentieel ten opzichte van de normale rhizomanierassen (in onbesmette grond). Het zaaizaad is eveneens duurder, zodat de keuze voor deze rassen goed moet overwogen worden. Alle specifieke rassen (nematoden of rhizoctonia) zijn eveneens rhizomanietolerant. Dubbel tolerante/resistente rassen zijn schietersgevoelig! Vroege zaai van deze rassen is afgeraden. Rassen resistent tegen Rhizoctonia solani De rassen met resistentie tegen rhizoctonia bruinwortelrot bezitten een resistentiegen tegen aantastingen door de schimmel Rhizoctonia solani. Wij moeten beseffen dat er een inverse relatie bestaat tussen resistentieniveau en opbrengstpotentieel: hoe resistenter het ras, hoe lager zijn opbrengstpotentieel, en omgekeerd. Men moet dus oplettend zijn in de keuze van zijn ras in functie van de gewenste resistentie : bij hoge infectiedruk kiest men voor een hogere resistentie, dus een lage wortelrot index. Tegen andere wortelziekten (violetrot bvb) hebben deze rassen géén resistentie! Rassen met tolerantie tegen nematoden De rassen met nematodentolerantie (Julietta, Theresa Kws, Baloo en Bering) laten toe om hoge opbrengsten te bekomen, ook in velden besmet met het bietencystennematode. Hun opbrengstpotentieel is lager dan dat van normale rhizomanierassen maar de tolerante rassen reageren zeer snel op de aanwezigheid van aaltjes. Tolerante rassen laten niet toe de infectiedruk (aantal nematoden) te verlagen. Rassen met resistentie tegen nematoden Vandaag is slechts één nematodenresistent ras ingeschreven in België (Correcta). Het voordeel van resistente rassen is het feit dat zij een verlaging van de nematodendruk meebrengen, terwijl hun opbrengst in besmette velden hoger scoort dan normale rassen, maar weliswaar lager dan de tolerante rassen. Het productiepotentieel is lager dan die van de normale rhizomanierassen in onbesmette grond. Resistente rassen worden vooral aangeraden in sterk besmette percelen. De kiemkracht en veldopkomst van de resistente rassen is lager. Men zal hiervoor oplettend zijn bij de uitzaai.

- 13-4 Resultaten van de proeven in 2010 Met een koude maar volledig normale winter, is het jaar 2010 zeer goed gestart. De vorst heeft na de winter een uitstekende bodemstructuur geleverd zodat een ideaal zaaibed kon bereid worden. Bij de eerste gezaaide velden in april was de bodemstructuur nog niet altijd optimaal, maar vanaf begin april was de bodembewerking in zeer goede omstandigheden uitgevoerd. Zaai en opkomst De proeven van het KBIVB werden gezaaid tussen 7 en 20 april. In de meeste gevallen was de opkomst snel en homogeen, maar hier en daar kwamen wat latere kiemers door een snel uitdrogend zaaibed en te ondiepe zaai. De eindopkomst lag rond 89%, iets lager in sommige velden die leden onder een langdurig droogte waaronder Melles (Heneg.) en Verlaine (Hasp.) (zaai ± 20 cm). De snelheid van de veldopkomst werd berekend door tussentijdse tellingen in het veld en in het laboratorium uit te voeren voor alle commerciële rassen Snelheid betekent doorgaans niet altijd een hoger plantenaantal, maar wel een betere homogeniteit tussen de jonge plantjes. Schieters De zaaidatum lag in 2010 niet vroeg, zodat de problemen van schieters miniem waren. Slechts in het ras Bernadetta Kws en sommige rhizoctoniaresistente rassen werden tijdens de zomer en tot laat bladschieters gevonden. Wij herinneren hier dat dubbeltolerante rassen schietersgevoelig zijn en nooit te vroeg mogen uitgezaaid worden! Bladziekten en fungicide De ontwikkeling van ziekten is gestart rond eind juli met een sterke witziekte aantasting in Kortrijk. De ziekteontwikkeling was duidelijk later en trager in het centrum en in Haspengouw, wat toeliet om geen fungicide in Franc Waret toe te passen. Praktisch werd een fungicidebehandeling uitgevoerd tussen 5 en 30 augustus, in functie van het verschijnen van de ziekten en het overschrijden van de spuitdrempel. Witziekte en roest waren de belangrijkste ziekten in augustus en september, gelukkig was de ontwikkeling van cercospora traag. Opbrengsten De proeven werden geoogst tussen 18 september en 3 november. De gemiddelde opbrengsten lagen bij 89 ton netto bieten en 17,6 Z (15,6 ton suiker per hectare). De suikergehalten varieerden van 15,7 tot 19 Z; de tonnages lagen tussen 58 ton (nematodenvelden) et 94 ton netto. Ook in de proeven met een lager plantenbezetting heeft de suikerbiet nogmaals zijn ongelooflijke compensatiecapaciteit getoond.

- 14-4.1 Resultaten van de rassen in 2010: opbrengsten Tabel 1 geeft per ras de veldopkomst, de grondtarra in ton/ha, de netto wortels in ton/ha, het suikergehalte in %, de witsuikerproductie in ton/ha en het financiële potentieel (relatief). ras Opkomst Grondtarra wortels % S Witsuiker financieel potentieel % t/ha t/ha % t/ha (1) Bevestigde rassen Rosalinda KWS benelux 91 3.1 96 17.2 15.2 105.4 Sabrina KWS benelux 89 3.5 94 17.5 15.1 104.7 Coyote SESVanderHave 89 3.8 92 17.6 14.9 103.5 Angeliqua KWS benelux 88 2.9 95 17.1 14.8 102.7 Ardamax Erauw-Jaquery 88 3.9 91 17.7 14.7 102.5 Debora KWS benelux 88 2.5 89 18.0 14.6 102.3 Calgarhi Scam sc 91 3.5 90 17.7 14.6 101.7 Zanzibar SESVanderHave 90 3.9 92 17.5 14.6 101.6 Rubens De Wulf Agro 90 3.1 89 17.8 14.5 101.5 Resimax Erauw-Jaquery 88 3.6 91 17.5 14.6 101.2 Jupital SESVanderHave 88 3.4 85 18.1 14.2 99.6 Exacta Scam sc 87 2.6 87 17.6 14.0 98.0 Nieuwe rassen Bernadetta KWS benelux 87 3.2 87 18.7 15.0 105.6 Eleonora KWS benelux 89 3.3 92 17.8 15.1 105.3 Magellan SESVanderHave 90 3.7 92 17.6 14.9 103.5 Benno De Wulf Agro 91 3.9 91 17.7 14.8 103.1 Benemax Erauw-Jaquery 90 3.7 92 17.4 14.6 101.1 Abondama x Erauw-Jaquery 88 3.5 92 17.3 14.5 100.9 Touareg SESVanderHave 89 3.9 92 17.2 14.5 100.2 SY Invincta SCAM sc 89 3.0 90 17.3 14.2 98.9 (1) relatief ten opzichte van getuige rassen: Zanzibar, Resimax, Cadenza, Angeliqua, Balthazar

- 15 - Tabel 2 geeft per ras de veldopkomst, de grondtarra in ton/ha, de netto wortels in ton/ha, het suikergehalte in %, de witsuikerproductie in ton/ha en het financiële potentieel (relatief). ras Opkomst Grondtarra wortels %S Witsuiker financieel potentieel % t/ha t/ha % t/ha (1) Specifieke rassen Baloo² SESVanderHave 90 3.9 88 17.4 14.0 97.3 Theresa² KWS benelux 87 3.6 84 17.8 13.6 95.2 Bering² De Wulf Agro 90 4.6 86 17.4 13.6 94.5 Julietta² KWS benelux 88 2.5 86 16.8 13.0 91.2 Zorro³ De Wulf Agro 89 3.2 84 17.8 13.7 95.5 Iguane³ SESVanderHave 87 3.1 84 17.7 13.5 94.4 Vedeta³ SCAM sc 90 3.4 81 17.7 13.1 92.0 Gecko³ SESVanderHave 88 3.0 75 18.1 12.5 87.4 Isabella ³ Correcta 4 KWS benelux SCAM sc 89 3.7 88 17.7 14.3 100.0 85 3.8 87 16.5 12.9 89.8 lsd 0.3 1.6 0.2 0.3 1.9 (1) relatief ten opzichte van getuige rassen: Zanzibar, Resimax, Cadenza, Angeliqua, Balthazar ² dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematoden ³ dubbel tolerante rassen rhizomanie - rhizoctonia 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent

- 16-4.2 Meerjarige resultaten: waarnemingen Tabel 3 geeft per ras de veldopkomst, de bodembedekking en een score voor witziekte, cercospora en roest. ras mandataris Witziekte veldopkomst Bodembedekking Cercospora roest (1) (2) (3) (3) (3) Bevestigde rhizomanierassen : resultaten 2008-2009-2010 Rosalinda KWS Benelux 103 5 7 6 9 Sabrina KWS Benelux 101 5 7 6 7 Coyote SESVanderHave 102 6 2 5 6 Angeliqua KWS Benelux 100 5 6 5 7 Rubens De Wulf Agro 102 6 4 5 5 Zanzibar SESVanderHave 101 6 3 5 6 Ardamax Erauw-Jacquery 102 6 3 5 7 Resimax Erauw-Jacquery 101 6 3 5 6 Calgarhi SCAM sc 101 6 3 5 7 Debora KWS Benelux 100 5 4 5 7 Jupital SESVanderHave 100 5 4 5 6 Exacta SCAM sc 99 6 3 6 7 Nieuwe rassen : resultaten 2009-2010 Magellan SESVanderHave 102 6 2 5 6 Bernadetta KWS Benelux 100 6 6 5 6 Eleonora KWS Benelux 101 5 7 6 6 Benno De Wulf Agro 103 6 3 4 8 Abondamax Erauw-Jacquery 100 6 4 7 7 Touareg SESVanderHave 101 6 4 6 7 Benemax Erauw-Jacquery 102 6 4 5 6 SY Invincta SCAM sc 100 6 2 5 4 1) relatief ten opzichte van getuigerassen 2) Hoog cijfer duidt op een snelle bodembedekking 3) Hoog cijfer duidt op gezond blad

- 17 - Tabel 4 geeft per ras de veldopkomst, de bodembedekking en een score voor witziekte, cercospora en roest. ras mandataris veldopkomst Bodembedekking Witziekte Cercospora roest (1) (2) (3) (3) (3) Bevestigde rhizomanierassen : resultaten 2008-2009-2010 Rosalinda kws KWS Benelux 103 5 7 6 9 Sabrina Kws KWS Benelux 101 5 7 6 7 Coyote SESVanderhave 102 6 2 5 6 Angeliqua KWS Benelux 100 5 6 5 7 Rubens De Wulf Agro 102 6 4 5 5 Zanzibar SESVanderhave 101 6 3 5 6 Ardamax Erauw-Jacquery 102 6 3 5 7 Resimax Erauw-Jacquery 101 6 3 5 6 Calgarhi SCAM sc 101 6 3 5 7 Debora Kws KWS Benelux 100 5 4 5 7 Jupital SESVanderhave 100 5 4 5 6 Exacta SCAM sc 99 6 3 6 7 Nieuwe rassen : resultaten 2009-2010 Magellan SESVanderhave 102 6 2 5 6 Bernadetta Kws KWS Benelux 100 6 6 5 6 Eleonora Kws KWS Benelux 101 5 7 6 6 Benno De Wulf Agro 103 6 3 4 8 Abondamax Erauw-Jacquery 100 6 4 7 7 Touareg SESVanderhave 101 6 4 6 7 Benemax Erauw-Jacquery 102 6 4 5 6 SY Invincta SCAM sc 100 6 2 5 4 1) relatief ten opzichte van getuige 2) Hoog cijfer duidt op een snelle bodembedekking 3) Hoog cijfer duidt op gezond blad

- 18-4.3 Meerjarige resultaten: opbrengsten Tabel 5 geeft per ras de mandataris, in relatief ten opzichte van de geleverde grond, de netto kg wortels, het suikergehalte, de totale tarra en het financieel potentieel. ras mandataris Geleverde grond wortel netto suikergehalte totale tarra financieel potentieel (1) (1) (1) (1) (1) Bevestigde rhizomanierassen : resultaten 2008-2009-2010 Rosalinda Kws KWS Benelux 103 107 98 101 105.1 Sabrina Kws KWS Benelux 108 104 100 108 103.5 Coyote SESVanderhave 111 103 99 97 102.9 Angeliqua KWS Benelux 88 106 97 100 102.8 Rubens De Wulf Agro 91 102 101 95 102.8 Zanzibar SESVanderhave 109 104 98 98 102.5 Ardamax Erauw-Jacquery 108 102 99 97 102.1 Resimax Erauw-Jacquery 102 103 99 95 101.8 Calgarhi SCAM sc 101 103 99 96 101.7 Debora Kws KWS Benelux 84 98 103 97 100.9 Jupital SESVanderhave 103 96 102 95 98.7 Exacta SCAM sc 78 98 100 92 98.4 Kbv 7.8 1.2 0.5 4.0 1.1 Nieuwe rhizomanierassen : resultaten 2009-2010 Magellan SESVanderhave 109 105 99 96 104.3 BernadettaKws KWS Benelux 98 98 106 100 103.9 Eleonora Kws KWS Benelux 101 102 101 108 103.2 Benno De Wulf Agro 113 103 100 99 103.0 Abondamax Erauw-Jacquery 104 106 97 99 102.6 Touareg SESVanderhave 112 105 98 100 102.4 Benemax Erauw-Jacquery 112 103 99 101 101.4 SY Invincta SCAM sc 88 102 98 86 100.5 Kbv 8.7 1.3 0.6 4.0 1.3

- 19 - Tabel 6 geeft per ras de mandataris, in relatief ten opzichte van de geleverde grond, de netto kg wortels, het suikergehalte, de totale tarra en het financieel potentieel. ras mandataris Geleverde grond wortel netto suikergehalte totale tarra financieel potentieel (1) (1) (1) (1) (1) Bevestigde rhizoctoniaresistente rassen : resultaten 2008-2009- 2010 Zorro³ De Wulf Agro 92 94 100 92 94.2 Iguane³ SESVanderhave 86 94 100 91 93.9 Vedeta³ SCAM sc 105 90 101 98 90.2 Gecko³ SESVanderhave 95 84 102 98 86.1 Nieuw rhizoctoniaresistent ras : resultaten 2009-2010 Isabella Kws³ KWS Benelux 109 99 100 110 100.1 Bevestigde nematodentolerante/resistente rassen : resultaten 2008-2009-2010 Baloo² SESVanderhave 107 99 99 99 97.8 Theresa Kws² KWS Benelux 107 94 102 112 96.4 Julietta² KWS Benelux 81 98 95 100 92.9 Correcta 4 SCAM sc 122 96 95 107 90.0 Nieuw nematodentolerant ras : resultaten 2009-2010 Bering² De Wulf Agro 135 98 99 110 97.0 Kbv 8.7 1.3 0.6 4.0 1.3 1) relatief ten opzichte van getuige (Zaneibar, Resimax, Cadenza, Angeliqua, Balthazar) ² : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematodenr ³ : dubbel tolerante rassen rhizomanie rhizoctonia 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent

- 20-4.4 Nematodenrassen: opbrengsten in besmette percelen Tabel 7 geeft de geleverde grond, de netto kg wortels, het suikergehalte, de totale tarra, witsuikerproductie en het financieel potentieel van tolerante en resistente rassen in besmette velden. ras Geleverde grond wortels netto suikergehalte totale tarra Witsuiker Financieel potentieel t/ha t/ha % % t/ha (1) Zanzibar 2.4 69 17.2 10.4 10.9 88.1 Resimax 2.4 67 17.3 10.1 10.7 86.3 Cadenza 2.5 64 18.0 11.2 10.5 86.0 Angeliqua 2.3 67 17.1 11.0 10.5 84.6 Balthazar 2.1 59 17.8 10.5 9.7 78.7 Baloo 2 3.0 78 17.6 10.6 12.5 102.2 Julietta 2 2.1 80 16.9 10.1 12.1 100.2 Theresa 2 Kws 2.3 75 17.9 11.1 12.1 99.8 Bering 2 3.3 75 17.4 11.4 12.1 98.3 Correcta 4 2.9 77 16.6 10.3 11.4 93.5 0.3 2 0.1 0.3 0.2 3.2 1) relatief ten opzichte van getuige rassen ² : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematodenr 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent

- 21-4.5 Meerjarige resultaten Nematodenrassen : opbrengsten in 2008-2009-2010 Tabel 8 geeft, in relatief ten opzichte van de geleverde grond, de netto kg wortels, het suikergehalte en financieel potentieel van tolerante en resistente rassen in besmette velden ras Zanzibar mandataris geleverd e grond wortels netto inkomen besmet 2 jaren inkomen besmet 3 jaren (1) (1) (1) (1) (1) 107 93 98 91.6 90.1 Resimax 109 91 99 89.7 88.7 Cadenza gevoelige rassen 123 83 104 86.6 86.2 Angeliqua 104 88 97 86.0 88.4 Balthazar 88 80 101 81.7 Julietta³ KWS Benelux 94 105 97 102.2 101.6 Baloo³ SESVanderhave 119 103 100 103.6 99.5 Theresa³ Kws KWS Benelux 106 95 103 97.8 98.4 Bering³ De Wulf Agro 134 101 100 102.2 - Correcta 4 SCAM sc 123 99 95 93.1 92.3 Kbv 9.9 3 0.8 2.3 1.9 3 : dubbel tolerante rassen rhizomanie - nematoden 4 : rhizomanietolerant en nematodenresistent (1) relatief ten opzichte van Julietta en Theresa Kws 4.6 Rhizoctoniaresistente rassen: wortelrot index ras mandataris wortel netto suikergehalte suikergehalte financieel potentieel Wortelrot index (1) (1) (1) (2) Zorro³ De Wulf Agro 94 100 94.2 2.3 Iguane³ SESVanderhave 94 100 93.9 2.8 Vedeta³ SCAM sc 90 101 90.2 1.7 Gecko³ SESVanderhave 84 102 86.1 1.6 Isabella Kws³ KWS Benelux 99 100 100.1 2.7 (1) relatief ten opzichte van Julietta en Theresa Kws (2) Hoe lager de wortelrot index, hoe resistenter het ras is tegen Rhizoctonia bruinwortelrot. 3 dubbel tolerante rassen rhizomanie-rhizotonia

- 22 - Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet vzw PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 5 Situatie in de bieten doorheen het netwerk waarnemingsvelden van het KBIVB 5.1 Inleiding Dankzij de oproep van het KBIVB naar externe waarnemers sinds 2006 kon het netwerk waarnemingsvelden aanzienlijk verbreed worden. In 2009 telt dit netwerk ongeveer 60 bieten- en 30 cichoreivelden en wordt opgevolgd door een veertigtal bietentelers, landbouwkundigen, gepensioneerden, studenten, medewerkers van het KBIVB, van het PIBO-Tongeren, van de CHPTE- CEFA (Borgworm) en van de CARAH (Aat). Sinds 2007 gebeurt de wekelijkse verzending van de waarnemingen naar het KBIVB via een on-line formulier dat rechtstreeks ingevuld wordt op de Website van het Instituut. Deze website (Web site KBIVB (www.irbab-kbivb.be) > Waarnemingsvelden) geeft ook alle informatie over de uit te voeren waarnemingen. Geïnteresseerde kandidaten om mee te werken aan deze teeltopvolging, kunnen dit nog steeds melden bij KBIVB (info@kbivb.be). De waarnemingen geven een beeld van de ontwikkeling van de teelt en van de problemen in alle streken, en laten toe zo snel mogelijk de eventuele noodzaak te bepalen om een behandeling aan te bevelen tegen een plaag of een ziekte. Indien dit vereist is wordt een behandelingsadvies onmiddellijk verspreid via de volgende kanalen: - de website van het KBIVB: www.irbab-kbivb.be, - de verzendingsdienst per e-mail (gratis, op aanvraag via www.irbab-kbivb.be), - de landbouwpers, de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken en de provinciale diensten. De berichten worden meestal op dinsdag aangepast en in kritieke perioden meerdere keren per week (bvb. bij aantastingen door bietenkevers, bladluizen of bladschimmelziekten). Deze berichten bevatten ook meer algemene aanbevelingen (bemestingsadvies, grondvoorbereiding, vorstschade, onkruidbestrijding, afdekken van de bietenhopen,...).

- 23 - Nieuwe info via kaarten op website: Vanaf 2009 worden de gegevens afkomstig van de waarnemingsvelden alsook andere meldingen, grafisch medegedeeld via kaarten. Gedurende het seizoen 2010 verschenen de volgende kaarten. In het voorjaar : een kaart met de veldopkomst en een kaart met de melding van schade in de jonge bieten. Een kaart met de schade door insecten gedurende de zomer, en een kaart met de ontwikkeling van de bladschimmelziekten werd vanaf einde juli uitgegeven en wekelijks (of dagelijks) aangepast.de aanwezigheid van de verschillende ziekten, alsook het bereiken van de spuitdrempel kon gevisualiseerd worden per veld. Deze kaarten laten iedereen toe de situatie in de bietenvelden te volgen, nationaal maar ook in eigen regio. Een uitleg over de keuze van de kleuren wordt gegeven op de website zelf. Voorbeeld : kaart met de ontwikkeling van de bladschimmelziekten Gelijkaardige kaarten worden opgesteld voor de cichoreiteelt.

- 24-5.2 Proefopzet De meeste waarnemingsvelden zijn gewone praktijkvelden waarin tellingen en waarnemingen door de landbouwers of anderen uitgevoerd worden. In enkele waarnemingsvelden zijn meerdere stroken ('objecten') voorzien, waarin verschillende insecticidenbehandelingen worden uitgevoerd bij het zaaien. In de 2 waarnemingsvelden opgevolgd door de PIBO-Campus werden volgende behandelingen vergeleken: 1. Controle (geen insecticidenbehandeling ) 2. Poncho Beta ( 53.3 g/l Beta- cyfluthrin + 400 g/l Clothianidin of 8 g + 60 gas per zaadeenheid) 5.3 Waarnemingsveld Tongeren 5.3.1 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: 14.04.10 c Zaaiafstand: 19.6 x 45 cm d Ras: Angeliqua e Onkruidbestrijding: - Voor de zaai: niet-kerend: Glyfosaat 4 l/ha 23.03.10 - Vooropkomst: geen behandeling te droge bodem - Naopkomst: (B = Betanal, Tr = Tramat, G = Goltix) 1e B 0,75 l/ha + G 0,75 l/ha + Tr 0,15 l/ha + uitvloeier 0.3 l/ha 29.04.10 2e Betanal Elite 1 l/ha + G 0,75 l/ha + uitvloeier 0,3 l/ha 06.05.10 3e B 1 l/ha + Treto 500 0,2 l/ha + G 0,75 l/ha + venzar 0,1 kg/ha + uitvloeier 0,3 l/ha 14.05.10 4e B 1 l/ha + G 1 l/ha + uitvloeier 0,5 l/ha 28.05.10 5e Betanal Elite 1 l/ha + G 1 l/ha + Rosabor 2 l/ha 04.06.10 6e Dual Gold 0,5 l/ha 12.06.10 7e Dual Gold 0,5 l/ha 19.06.10 8e Fusilade Max: 3 l/ha 02.06.10 f Bemesting: - Organische bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest 10.08.09 - Groenbemester: gele mosterd 10.08.09 - Chemische: stikstof: - Stikstofindex: 226 (hoger dan normaal) - Stikstofbehoefte: 161 E N/ha - stikstofgift: rijbemesting (reductie): 120 E N/ha g Insectenbestrijding: zaaizaadbehandeling met Pocho Beta h Oogstdatum: 18.10.10

- 25-5.4 Waarnemingsveld Riemst 5.4.1 Perceelsgegevens a. Voorvrucht: wintertarwe gevolgd door gele mosterd b. Zaaidatum: 11.04.10 c. Zaaiafstand: 19,1 cm x 45 cm d. Ras: Rosalinda e. Onkruidbestrijding: - naopkomst: 1 e : Betanal Elite 1l/ha + Goltix 0,75 l/ha 29.04.10 2 e : Betanal 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Tramat 0,2 l/ha + Uitvloeier 0,5 l/ha 08.05.10 3 e : Betanal 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Tramat 0,2 l/ha + Uitvloeier 0,5 l/ha 18.05.10 4 e : Betanal 1 l/ha + Goltix 0,75 l/ha + Tramat 0,2 l/ha + Uitvloeier 0,5 l/ha 25.05.10 5 e : Frontier Elite 0,5 l/ha 01.06.10 6 e : Frontier Elite 0,5 l/ha 07.06.10 f. Insectenbestrijding: Ponco Beta g. Bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest op de stoppel 25.08.09 Inzaai van gele mosterd, hoge massa voor winter 15 ton/ha varkensdrijfmest 10.04.10 h. Oogstdatum 16.10.10

5.5 Situatie van de bieten in 2010-26 - 5.5.1 Zaai en opkomst Aan het einde van de winter 2009-2010, gekenmerkt door koude en droogte en gemarkeerd door talrijke dagen van vaak strenge vorst, vertoonden de velden over het algemeen een goede structuur. De eerste bieten werden tussen 13 en 15 maart gezaaid in de streek van Veurne ( de polders ). Tijdens de maand maart werd er maar 7 % van de voorziene oppervlakte voor 2010 ( +- 59.000 ha ) gezaaid. Er werden ongeveer 2.520 ha bieten van het cliënteel Fontenoy en 1.600 ha van het cliënteel van de Tiense Suikerraffinaderij gezaaid. De vroeg gezaaide bieten hadden soms wel te lijden van koude en regenachtig weer, zodat de veldopkomst vertraagd werd. In week 15 (tussen 12 18 April) kon de zaai terug worden hervat door de terugkeer van zonnig en droog weer. Dit waren gunstige bodemomstandigheden maar het was relatief fris. In deze week werden ongeveer 45.000 ha bieten gezaaid, het geen een zeer hoog percentage is voor de gezaaide oppervlakte in één week. Dit niveau getuigd van het vermogen van het Belgische machinepark, de bietenplanters en de loonwerkers om snel bieten te zaaien wanneer de weersomstandigheden gunstig zijn. De 50- zaaidatum (50 % van de gezaaide oppervlakte) valt in 2010 op 15 april. Dit is ongeveer een week later ten opzichte van de theoretisch verwachte datum (6 7 April) opgesteld op basis van de evolutie van de 50- zaaidatum van de laatste 10 jaar. Deze datum viel op 5 April in 2009, op 20 April in 2008, op 6 April in 2007, op 20 April in 2006 en 6 april in 2005. De volgende tabel geeft de uitzaai van de suikerbieten weer per suikerindustrie en per week. Evolutie van de uitzaai in 2010 (uitgedrukt in %) 15/03 22/03 29/03 05/04 12/04 19/04 26/04 03/05 ha totaal ISCAL Sugar 1.42 9.71 15.20 15.20 18.07 78.16 100.00 100.00 16575 RT-TS 0.0 0.85 3.77 3.77 12.31 95.00 100 100 42470 Nationaal 0.40 3.34 6.98 6.98 13.93 90.27 100.00 100.00 59045 (bron: RT/TS en ISCAL) Ongeveer 25 ha bieten werden herzaaid, omwille van oppervlakkige korstvorming of schade door emelten. De gegevens van de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken tonen aan dat in 2010 het gebruik van rhizomanietolerante rassen veralgemeend is voor de hele bietenoppervlakte, d.w.z. 100 % van het areaal (99% in 2009, 99 % in 2008, 99 % in 2007, 90% in 2006). De dubbeltolerante rassen rhizomanie - rhizoctonia wortelrot zijn in 2010 op ± 7.3 % van het areaal gebruikt ( 7% in 2009, 5.2% in 2008; 6.3% in 2007 ) De nematoden tolerante rassen worden eveneens iets meer gebruikt in 2010 hetzij op 8 % van het areaal (7% in 2009, 5.6 % in 2008, 4.9 % in 2007).

- 27 - Het percentage zaden behandeld met een insecticide in de omhulling ligt hoger in 2010, met 97% behandelde zaadloten (95 % in 2009, 88 % in 2008, 83 % in 2007). De producten in de omhulling zijn op basis van Poncho Beta, Cruiser & Force of Inprimo. Het percentage geactiveerde zaden gebruikt in 2010 bereikt praktisch 100 % van de loten ( 90 % in 2009). 5.5.2 Plagen en ziekten (toestand tot en met 25 mei 2010) De trage jeugdgroei van de bieten heeft de kans gelaten voor plagen om schade aan te richten tijdens de opkomst. Plaatselijk werd de verdwijning van kiemplantjes waargenomen. Deze werden veroorzaakt door klein wild ( haas, konijn ). Fazanten of duiven slaan plaatselijk toe op de kiemplantjes ( kiemlobben en bladuiteinden worden uitgetrokken) of verwijderen de kiemplantjes over meerdere meters op een rij. Het ging dan voornamelijk om percelen die grenzen aan grasstroken of houtkanten. Er werd geen schade waargenomen door slakken. Schade door emelten werd wel plaatselijk waargenomen. In 2 waarnemingsvelden werden de allereerste bladluizen ( zowel groene en zwarte) waargenomen. Op percelen waar er zaadgoed behandeld met een insecticide gebruikt was, waren de aantastingen van bladluizen ( zowel groene als zwarte) praktisch nergens boven de behandelingsdrempel. De onkruidbestrijding verliep vrij moeizaam. De behandeling in vooropkomst werd op verschillende plaatsen achterwege gelaten door te droge bodemomstandigheden. Ook de FAR behandelingen verliepen vrij moeizaam. Praktisch de hele maand mei hadden we te maken schrale weersomstandigheden ( droge bodem, al van vroeg in de ochtend noord-oosten wind). De jeugdgroei van de bieten verliep dan ook trager dan gemiddeld waardoor het een stuk langer duurder vooraleer de meeste percelen de rijen toe hadden. Op de meeste plaatsen werd er dan ook een langere periode gehanteerd tussen 2 op een volgende bespuitingen in. Tot half weg Juni was nog geen enkele insecticide behandeling economisch verantwoordt. Plaatselijk waren er wel wat lichte aantastingen van bladluizen en bietenkevers en werden ook de eerste vlinders van de nachtvlindersoort Autographa gamma waargenomen. 5.5.3 Plagen en ziekten - toestand zomer Op 10 augustus werden 15 % van de waarnemingsvelden met een fungicide behandeld. Men stelt hoofdzakelijk witziekte en een geringe ontwikkeling van andere ziekten vast. De aantastingen waren hoofdzakelijk waargenomen in Henegouwen - Vlaanderen en zeldzamer in Haspengouw. 85 % van de waarnemingsvelden had de behandelingsdrempel nog niet bereikt en 1/3 van deze velden vertoonde geen enkel symptoom van ziekten. De trage evolutie van bladziektes zette zich verder. Op 17 augustus was 28 % van de waarnemingsvelden met een fungicide behandeld omdat ze de behandelingsdrempel hadden bereikt. Het ging dan hoofdzakelijk over een witziekte aantasting. De ontwikkeling van andere ziektes was nog steeds gering. 72 % van de waarnemingsvelden hadden de behandelingsdrempel nog steeds niet bereikt. Op 24 augustus werd voor 61% van de waarnemingsvelden de behandelingsdrempel nog steeds niet bereikt t.o.v. 72% vorige week. 39 % van de waarnemingsvelden bereikten de behandelingsdrempel en werden met een fungicide behandeld. In deze velden waar de behandelingsdrempel is bereikt stelt men nog steeds vooral witziekte vast. De ontwikkeling van andere ziektes bleef gering.

- 28 - Na de hevige regen die we kenden midden augustus, was de evolutie van de bladziekten iets verhoogd in de waarnemingsvelden waar de behandelingsdrempel nog niet bereikt was. Op 1 september was op 30 % van de waarnemingsvelden de behandelingsdrempel nog steeds niet bereikt (tegen 61 % de week voordien ), hetgeen het belang aantoonde van regelmatige opvolging van de bladziekten, om een fungicidebehandeling al dan niet uit te voeren op het juiste moment. Witziekte bleef de meest waargenomen ziekte. Roest en cercospora waren meer aanwezig dan ramularia. Voor de velden die begin september nog niet behandeld werden, was een behandeling uitgevoerd na 10 september niet meer economisch gerechtvaardigd en du nutteloos. Hetzelfde geldt voor een behandeling uitgevoerd in de laatste 40 dagen voor de rooi. Men moet dus rekening houden met de rooidatum en de veiligheidstermijn voor de rooi om te oordelen over de gegrondheid van een behandeling. De velden die geen of weinig symptomen vertonen moeten niet behandeld worden. Hetzelfde geldt voor de velden die behandeld werden tijdens de eerste decade van augustus. In onze teeltomstandigheden blijkt een tweede behandeling over het algemeen nooit rendabel. Algemeen kan gesteld worden dat de bladziektedruk in 2010 vrij laag was, witziekte was de meest waargenomen ziekte en de aantasting verliep vrij traag. 5.5.4 Wortelziekten Typisch sinds 2009 is de uitbreiding, over de hele leemstreek maar eveneens de poldergronden van het violetwortelrot. Deze wortelziekte komt vooral voor op diepe leembodems, op percelen met een hoge ph en is niet bijzonder afhankelijk van een slechte structuur. Deze ziekte wordt meestal pas bij de oogst vastgesteld: Bieten sterven niet af maar het blad verkleurd met haarden. Het wortelrot wordt pas duidelijk in de hoop! Na de oogst vertonen de bieten dezelfde symptomen als bruinwortelrot (Rhizoctonia solani) waardoor de bewaringscapaciteit van de bieten duidelijk achteruit gaan. Violetrot heeft een zeer grote waaier aan waardplanten, waardoor de bestrijding door vruchtwisseling moeilijk te ondernemen is. Er bestaat momenteel géén resistentie in bieten tegen violetrot, ook de resistentie tegen Rhizoctonia solani helpt hier niet! 5.5.5 Opbrengsten De proeven werden geoogst tussen 18 september en 3 november. De gemiddelde opbrengsten lagen bij 89 ton netto bieten en 17,6 Z (15,6 ton suiker per hectare). De suikergehalten varieerden van 15,7 tot 19 Z; de tonnages lagen tussen 58 ton (nematodenvelden) et 94 ton netto. Ook in de proeven met een lager plantenbezetting heeft de suikerbiet nogmaals zijn ongelooflijke compensatiecapaciteit getoond.

- 29 - KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW PVBC Programma Voorlichting Bieten Cichorei info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be met de steun van de Vlaamse overheid - DLV Departement Landbouw en Visserij; ADLO - Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling - Voorlichting 6 Onkruidbestrijding in de bietenteelt, André Wauters en Marc Vanstallen, KBIVB Meerdere bietentelers, bezorgd over de rendabiliteit van hun bedrijf, zien in dat een vooropkomstbehandeling niet altijd verantwoord is voor de onkruidbestrijding. Deze behandeling kan weggelaten worden in velden zonder hondspeterselie of kleefkruid, en met weinig of geen kamille. Ongeacht de het toepassen van een vooropkomst, moet de eerste naopkomstbehandeling tijdig uitgevoerd worden (hetgeen eveneens nodig is met een vooropkomst). Indien er een vooropkomstbehandeling wordt uitgevoerd, moet deze gebeuren binnen de 5 dagen en zeker zodra de zaai voltooid is, dus minder dan 5 dagen na het zaaien. Het principe van het FAR-systeem (bijna 20 jaren geldig!) is : (zeer) lage doseringen van meerdere producten gemengd De basis is Betanal 0,5-0,6 + Tramat500 0,15-0,20 + Goltix 0,500 + olie 0,500 toegepast op kleine onkruiden dosis enkel aangepast aan het stadium van het onkruid en niet aan deze van de biet herhaaldelijk toegepast met korte tijdspanne Om een goede (en goedkope) onkruidbestrijding te hebben zijn enkele basisregels belangrijk: De eerste FAR behandeling moet uitgevoerd worden al 10 (tot 15) dagen na de zaai, dit is tijdens de opkomst van de bieten, van zodra het eerste onkruid nauwelijks zichtbaar is! De tweede FAR behandeling moet volgen binnen de 6 tot 8 dagen na de eerste doorgang.. De dosis FAR wordt niet verhoogd ook als is het onkruid niet volledig verdwenen bij de eerste behandeling! Deze twee eerste FAR behandelingen zijn de belangrijkste behandelingen om een veld onkruidvrij te bekomen. De derde FAR behandeling (indien nodig) volgt 6 à 8 dagen na de tweede behandeling, kan iets later indien proper. Hier ook wordt er niet automatisch de dosis verhoogd maar in functie van het onkruid.!! de dosis moet niet opgedreven worden met het stadium van de biet, enkel met het stadium van het onkruid!! Vroeg in de ochtend behandelen, zonder wind, ochtenddauw benutten en het volume water verhogen. Het stadium van de biet is van weinig belang, op voorwaarde de dosis Tramat in het mengsel niet te hoog is.