Eindverslag BodemBreed Teeltjaar vzw PIBO - Campus

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindverslag BodemBreed Teeltjaar 2009 2010. vzw PIBO - Campus"

Transcriptie

1 Eindverslag BodemBreed Teeltjaar vzw PIBO - Campus

2 1. Cichorei Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttelling en percentage bodembedekking Onkruidtellingen...8 Het verschil in onkruiddruk tussen de drie objecten was verwaarloosbaar Vochtgehalte van de bouwlaag in het voorjaar Meting bodemverdichting Waterinfiltratiemetingen Opbrengstresultaten Bespreking Suikerbieten Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking Onkruidtellingen Meting bodemverdichting Vochtgehalte van de bouwlaag in het voorjaar Opbrengstresultaten Bespreking Korrelmaïs Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking Onkruidtellingen Meting bodemverdichting Opbrengstresultaten Bespreking Drijfmesttoepassing in het voorjaar in korrelmaïs Proefopzet Perceelsgegevens Resultaten en besluit Effect van sporenwissers in korrelmaïs

3 5.1 Proefopzet Perceelsgegevens besluit Wintertarwe na cichorei Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomstellingen Bodemverdichting Proefresultaten Bespreking Wintertarwe na suikerbieten Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttellingen Meting bodemverdichting Proefresultaten Bespreking Erosieproef wintertarwe na korrelmaïs Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttellingen Meting bodemverdichting Proefresultaten Bespreking Aardappelen Proefopzet Perceelsgegevens Aangelegde objecten Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking Onkruidtellingen Proefresultaten

4 9.6 Bespreking

5 1. Cichorei Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: Kerend en beperkte grondbewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, onkruiddruk, bodemverdichting en opbrengst. 1.1 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 9.6 cm x 45 cm d Ras: Melci e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: niet-kerend: Glyfosaat: 6 l/ha (kweek) Bonalan: 9 l/ha Vooropkomst: Geen behandeling wegens te droge bodem Naopkomst: (S = Safari; Tr = Trend; DG = Dual Gold;L = Legurame) 1 e S 5 g/ha + Kerb 0,5 l/ha + L 0,5 l/ha e S 10 g/ha + Kerb 0,25 l/ha + L 0,5 l/ha e S 10 g/ha + Kerb 0.3 l/ha + L 0.5 l/ha + AZ 25 cc/ha e S 10 g/ha + DG 0,1 l/ha + Trend 0.1 l/ha e S 12 g/ha + DG 0.15 l/ha + Trend 0,1 l/ha e S 12 g/ha + DG 0,2 l/ha + Aminosol 0.5 l/ha e DG 0,3 l/ha + Aminosol 0.5 l/ha Fusilade Max : 3 l/ha f Bemesting: Organische bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest Analyse van de mest (zie proef suikerbieten) Groenbemester: gele mosterd Minerale stikstof: Stikstofbehoefte en - gift: 40 E N/ha

6 g Ontledingsuitslag van de bouwlaag : Tabel 1: Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl ,3 Tamelijk laag C in %(humus) 1.1 1,2 1.6 Tamelijk laag Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 2.0 3,1 6,1 Laag Boor (B) , Tamelijk laag h Oogstdatum Aangelegde objecten Tabel 2 : Verschillende bodembewerkingen in de objecten. Er werd geen diepe grondbewerking uitgevoerd met een decompactor. nr Objecten Bodembewerkingen Bewerkingsdiepte 1 2 Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode 3 Ploegen Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Schijfeggen Opentrekken veereg x rotoreg Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Vaste tand cultivator Opentrekken veereg x rotoreg Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen 15 cm 12 cm 8 cm 15 cm 12 cm 8 cm 15 cm 12 cm 6

7 Ploegen Afslepen Opentrekken veereg x compactor 25 cm 5 cm 8 cm Objecten 1 en 2 zijn aangelegd om na te gaan hoe we ook zonder ploegen de bodem voldoende snel kunnen laten opdrogen in het voorjaar. Foto s: Klepelen en schijveneggen op Foto s: Cultiveren op

8 1.3 Waarnemingen Opkomsttelling en percentage bodembedekking Tabel 3: De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op twee tijdstippen. nr 1 2 Objecten Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand cultivator tijdens winterperiode % Opkomst % Opkomst % Bodembedekking* 59 % 61 % % 62 % 64 % % 3 Ploegen 73 % 73 % 5 % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de drie objecten was verwaarloosbaar. Foto s: Links zaaibed in object ploegen, rechts zaaibed in object vaste tand cultivator tijdens winter 8

9 1.3.3 Vochtgehalte van de bouwlaag in het voorjaar Tabel 4: Het vochtgehalte werd bepaald op (de dag dat de voorjaarsbewerkingen werden uitgevoerd) en is uitgedrukt in gewichtsprocenten. In elk object werden vier stalen genomen van elke bodemlaag. Bodembewerking Bodemlaag (cm diepte) % Bodemvocht Gem. % Ploegen NKG schijveneg NKG cultivator

10 1.3.4 Meting bodemverdichting Grafiek 1 : Geeft de bodemverdichting 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Per bewerking werden er 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 10

11 1.3.5 Waterinfiltratiemetingen Grafiek 2: infiltratiemeting uitgevoerd op 20 mei 2010 met behulp van een dubbele ringinfiltrometer. In elk object werden vier metingen uitgevoerd. Foto s: Infiltratiemetingen 1.4 Opbrengstresultaten Tabel 5: geeft de kilo-opbrengst per hectare weer van de oogst, uitgevoerd op

12 Object Kg opbrengst/ha Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand cultivator tijdens winterperiode Ploegen Foto s: Oogst met een bunkerrooier uitgerust met vorken. Oogst verliep onder goede weersomstandigheden 12

13 1.5 Bespreking De voorvrucht van dit perceel is wintertarwe, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (15 ton varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd half december verbrijzeld. Op 15 december werd er geploegd en op 16 december werd de grond bewerkt met een schijveneg (in één object niet-kerende grondbewerking) met het oog op een betere verwering door vorst en het creëren van een luchtigere bodem. Op 4 januari werd de grond van één object opengetrokken met een vaste tand cultivator. Het geploegde object werd op 7 april afgesleept om een sterke uitdroging te vermijden. Op 14 april werd in alle objecten 9l/ha Bonalan ondergewerkt met een Canadese veereg. Vervolgens werd de zaaibedbereiding uitgevoerd met een Lemken compactor in het geploegde object. In de objecten niet-kerende grondbewerking werd de zaaibedbereiding uitgevoerd met een rotoreg. Tenslotte werden de verschillende objecten gezaaid met een pneumatische zaaimachine op 14 april. Het zaaibed in de objecten niet-kerende bewerking bevatte meer kluiten dan in het geploegde object. Bijgevolg had dit laatste object ook het hoogste opkomstpercentage (zie tabel 3). Er werd een meting van het bodemvochtgehalte uitgevoerd bij de grondbewerkingen in het voorjaar (tabel 4). De bodem in de objecten niet-kerende grondbewerking bleek in het voorjaar vochtiger te zijn dan het geploegde object maar de verschillen waren eerder klein. Bij de infiltratiemetingen werd duidelijk dat de wateropnamecapaciteit bij niet-kerende grondbewerking (schijveneg en vaste tand cultivator) hoger is dan bij ploegen. Bij ploegen verslempte de bodem onmiddellijk waardoor de wateropnamecapaciteit zeer beperkt was. Het object waarbij de grond bewerkt werd met de schijveneg had de hoogste infiltratiesnelheid en capaciteit. De verklaring hiervoor is wellicht te vinden bij de hogere verdichting in de laag (0-20 cm) in het object cultivator in vergelijking met het object schijveneg (zie grafiek 1). Na het toepassen van het onkruidbestrijdingschema bleek er geen verschil te zijn tussen de objecten in het aantal resterende onkruiden. Uit de opbrengstresultaten (Tabel 5) blijkt dat er geen groot verschil is in wortelopbrengst tussen de verschillende grondbewerkingstechnieken. Het lagere aantal planten per hectare in de objecten nietkerende grondbewerking ten opzichte van het geploegde object heeft dus niet geleid tot een lagere opbrengst maar werd gedurende het groeiseizoen gecompenseerd door een hogere wortelgewicht. 13

14 2. Suikerbieten 2.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: ploegen, schijfeg tijdens de winterperiode, vaste tand cultivator tijdens de winterperiode en beperkte nietkerende grondbewerking in het voorjaar. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemvocht in het voorjaar, onkruiddruk, opbrengst en procent suiker. 2.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaiafstand: 19.6 x 45 cm d Ras: Angeliqua e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: niet-kerend: Glyfosaat 4 l/ha Vooropkomst: geen behandeling te droge bodem Naopkomst: (B = Betanal, Tr = Tramat, G = Goltix) 1 e B 0,75 l/ha + G 0,75 l/ha + Tr 0,15 l/ha + uitvloeier 0.3 l/ha e Betanal Elite 1 l/ha + G 0,75 l/ha + uitvloeier 0,3 l/ha e B 1 l/ha + Treto 500 0,2 l/ha + G 0,75 l/ha + venzar 0,1 kg/ha + uitvloeier 0,3 l/ha e B 1 l/ha + G 1 l/ha + uitvloeier 0,5 l/ha e Betanal Elite 1 l/ha + G 1 l/ha + Rosabor 2 l/ha e Dual Gold 0,5 l/ha e Dual Gold 0,5 l/ha Fusilade Max: 3 l/ha

15 f Bemesting: g Organische bemesting: 15 ton/ha varkensdrijfmest Tabel 1: ontledingsuitslag van de varkensdrijfmest Analyse-uitslag Beoordeling Gem. Samenstelling ph 7.5 Droge stof laag 82.6 Organische stof zeer laag 55.8 Totale stikstof 6.10 tamelijk laag 8.6 Minerale stikstof 3.72 tamelijk laag 5.5 Fosfor (P 2 O 5 ) 2.47 zeer laag 4.2 Kalium (K 2 O) 3.56 gem. samenstelling 4.8 Natrium (Na 2 O) 1.52 gem. samenstelling 1.3 Calcium (CaO) 2.17 zeer laag 3.3 Magnesium (MgO) 1.23 zeer laag 1.7 Groenbemester: gele mosterd Chemische: stikstof: - Stikstofindex: 226 (hoger dan normaal) - Stikstofbehoefte: 161 E N/ha - stikstofgift: rijbemesting (reductie): 120 E N/ha Tabel 2: ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl ,3 Gunstig C in % (humus) 1,2 1,2 1.6 Normaal Fosfor (P) Normaal Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Tamelijk hoog Natrium (Na) 3,0 3,1 6,2 Tamelijk laag Boor (B) 0,27 0, Laag h Insectenbestrijding: zaaizaadbehandeling met Pocho Beta i Oogstdatum:

16 2.3 Aangelegde objecten Tabel 3 : Verschillende bodembewerkingen in de objecten. Er werd geen diepe grondbewerking uitgevoerd met een decompactor nr Objecten Bodembewerkingen Bewerkingsdiepte 1 Ploegen Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Beperkte NKG in het voorjaar Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Ploegen Afslepen Opentrekken veereg x compactor Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen g Schijfeggen Opentrekken veereg x rotoreg Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Vaste tand cultivator Opentrekken veereg x rotoreg Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen x rotoreg 15 cm 12 cm 25 cm 5 cm 8 cm 15 cm 12 cm 8 cm 15 cm 12 cm 15 cm 8 cm 15 cm 12 cm 8 cm Objecten 2 en 3 zijn aangelegd om na te gaan hoe we ook zonder ploegen de bodem voldoende snel kunnen laten opdrogen in het voorjaar. 16

17 Foto: Gemaakt op links op foto het geploegde object (reeds afgesleept) Rechts op foto het object cultivator in de winterperiode Foto s: Links de bewerking met de veereg, rechts de zaai met rijbemesting 17

18 Foto s: Links zaaibed in object ploegen, rechts zaaibed in object schijveneg tijdens winterperiode Foto s: Links zaaibed in object cultivator tijdens winterperiode, rechts zaaibed in object beperkte NKG in het voorjaar. 18

19 2.4 Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op twee tijdstippen. Tabel 4 : Geeft het opkomstpercentage en het percentage bodembedekking van de objecten weer. nr Objecten % Opkomst % Opkomst % Bodembedekking* 1 Ploegen 91 % 91 % 0 % Schijveneg tijdens winterperiode Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Beperkte NKG in het voorjaar 87 % 89 % % 91 % 93 % % 83 % 86 % % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de drie objecten was verwaarloosbaar. 19

20 2.4.3 Meting bodemverdichting Grafiek 1 : Geeft de bodemverdichting 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Per bewerking werden er 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 20

21 2.4.4 Vochtgehalte van de bouwlaag in het voorjaar Tabel 6: Het vochtgehalte werd bepaald op (de dag dat de voorjaarsbewerkingen werden uitgevoerd) en is uitgedrukt in gewichtsprocenten. In elk object werden vier stalen genomen van elke bodemlaag. Bodembewerking Bodemlaag (cm diepte) % Bodemvocht Gem. % Ploegen NKG schijveneg NKG cultivator Mosterd Beperkte NKG in het voorjaar Phacelia Rotoreg Bladrammenas* * * 20.7* * Japanse Haver *Bladrammenas had zich in vergelijking met de andere groenbemesters slechts matig ontwikkeld 21

22 2.5 Opbrengstresultaten Tabel 7 : geeft de opbrengstresultaten weer van volgende objecten: ploegen en beperkte grondbewerking. De proef werd manueel gerooid en uitgevoerd in vier herhalingen. Teelttechniek Wortelopbrengst kg/ha % suiker kg suiker/ha Ploegen , Schijveneg , Cultivator , Beperkt NKG , Bespreking De voorvrucht van deze teelt was wintertarwe, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (15 t/ha varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd verbrijzeld op verschillende momenten. Op 14 december werd het object dat geploegd werd geklepeld en werd geploegd op 15 december. 2 objecten werden bewerkt in de winter met een schijveneg en vaste tand cultivator op respectievelijk 16 december en op 4 januari. Deze bodembewerkingen werden uitgevoerd met als doel na te gaan hoe het mogelijk is zonder ploegen de bodem voldoende snel kunnen laten opdrogen in het voorjaar. Op 13 april werd het perceel met een Candese veereg opengetrokken gevolgd door de zaaibedbereiding met een Lemken Compactor bij het geploegde object. De twee objecten nietkerende grondbewerking die tijdens de wintermaanden werden bewerkt werden voor de zaaibedbereiding éénmaal bewerkt met een rotoreg op 14 april. Vervolgens werd er gezaaid. De beperkte niet-kerende grondbewerking werd uitgevoerd op 14 april. Hiervoor werd de gele mosterd geklepeld op 14 april en vervolgens tweemaal bewerkt met de rotoreg. De objecten waarvan de grond bewerkt is met een ploeg en vaste tand cultivator hadden het beste zaaibed en bijgevolg ook de hoogste opkomstpercentages (zie Tabel 4). Het zaaibed bij beperkte niet-kerende bewerking in het voorjaar was minder goed. Het betrof hier vele kluitjes in vergelijking met het geploegde object, het opkomstpercentage was dan ook het laagst in dit object. De bodem verdichting in de laag 0-15 cm was in objecten schijveneg en beperkte niet-kerende grondbewerking hoger ten opzichte van de andere objecten. Er werd een meting van het bodemvochtgehalte uitgevoerd bij de grondbewerkingen in het voorjaar (tabel 4). De bodem in de objecten schijveneg en cultivator bleek in het voorjaar vochtiger te zijn dan het geploegde object maar de verschillen waren eerder klein. In het object beperkte niet- 22

23 kerende grondbewerking was de bodem beduidend vochtiger in de laag 0-20 cm in vergelijking met de andere objecten. Na het toepassen van het onkruidbestrijdingschema bleek er geen verschil te zijn tussen de objecten in het aantal resterende onkruiden. Uit de opbrengstresultaten (Tabel 7) blijkt dat de wortelopbrengst per hectare in het object ploegen iets hoger ligt ten opzichte van de andere objecten. Het suikergehalte was in het object beperkte niet-kerende grondbewerking duidelijk hoger ten opzichte van de andere objecten. 23

24 3. Korrelmaïs 3.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: ploegen, schijfeg tijdens de winterperiode, vaste tand cultivator tijdens de winterperiode en beperkte nietkerende grondbewerking in het voorjaar. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, erosie, onkruiddruk, ziekteaantasting en opbrengst. 3.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: korrels/ha d Ras: Avixxene e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: zonder bodembewerking in winterperiode : Glyfosaat 3 l/ha Naopkomst: Gardo Gold 2 l/ha + Mikado 0,8 l/ha + Samson OD 0,7 l/ha f Bemesting: - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest groenbemester: Gele mosterd - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest Vloeibare N op de akker voor de zaai ( 62 EN/ha ) Ontledingsuitslag van de bouwlaag (zie proef suikerbieten) g Oogstdatum

25 3.3 Aangelegde objecten Tabel 1: verschillende bodembewerkingen in de objecten. Er werd geen diepe grondbewerking uitgevoerd met een decompactor. nr Objecten Bodembewerkingen Bewerkingsdiepte Beperkte NKG in het voorjaar Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Schijveneg tijdens winterperiode 4 Ploegen Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Cultivator: mest onderwerken x rotoreg Rotoreg + zaaimachine Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Vaste tand cultivator Cultivator: mest onderwerken Rotoreg + zaaimachine Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Schijfeggen Cultivator: mest onderwerken Rotoreg + zaaimachine Drijfmestinjectie Cultivator Rotoreg + zaaimachine Klepelen Ploegen Afslepen Cultivator: mest onderwerken Rotoreg + zaaimachine 15 cm 12 cm 8 cm 8 cm 15 cm 12 cm 15 cm 8 cm 15 cm 12 cm 8 cm 15 cm 12 cm 25 cm 5 cm 8 cm 25

26 3.4 Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking Tabel 2: De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op twee tijdstippen. nr Objecten Beperkte NKG in het voorjaar Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Schijveneg tijdens winterperiode % Opkomst % Opkomst % Bodembedekking* 91 % 91 % % 91 % 91 % 20 % 90 % 91 % 20 % 4 Ploegen 93 % 93 % 0 % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Het verschil in onkruiddruk tussen de drie objecten was verwaarloosbaar. 26

27 3.4.3 Meting bodemverdichting Grafiek 1: Geeft de bodemverdichting 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Per bewerking werden er 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. 27

28 Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 3.5 Opbrengstresultaten Tabel 4 : geeft de opbrengstresultaten weer per object. De proef werd uitgevoerd in vier herhalingen. nr Objecten Aantal kolven/ 100 planten % vocht in de korrel Opbrengst kg/ha bij 30% vocht Beperkte NKG in het voorjaar Vaste tand Cultivator tijdens winterperiode Schijveneg tijdens winterperiode , , , Ploegen , Bespreking De voorvrucht van deze teelt was wintertarwe, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (15 t/ha varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd verbrijzeld. Op 15 december werd er geploegd. Twee objecten werden in de winterperiode bewerkt met het oog op een betere verwering door vorst en het creëren van een luchtigere bodem. Hiervoor werd een de grond bewerkt met een vaste tand cultivator en met een schijveneg op respectievelijk 4 januari en 16 december. Het geploegde object werd op 7 april afgesleept om een sterke uitdroging te vermijden. Op 19 april werd er 15 ton varkensdrijfmest toegediend en ingewerkt met een vleugelschaar cultivator. Op 20 april werd het perceel zaaiklaar gelegd met een rotoreg. Achter deze rotoreg was een precisie zaaimachine gemonteerd bestaande uit vier zaai-elementen zodat gelijktijdig kon worden gezaaid. In alle objecten werd het ras Avixxene gezaaid. 28

29 4. Drijfmesttoepassing in het voorjaar in korrelmaïs 4.1 Proefopzet Er wordt een proef aangelegd waarbij in het voorjaar drijfmest werd aangewend maïs. Het doel is om na te gaan of het mogelijk is om bij niet-kerende grondbewerking drijfmest toe te passen in het voorjaar. 4.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: korrels/ha d Ras: Avixxene e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: zonder bodembewerking in winterperiode : Glyfosaat 3 l/ha Naopkomst: Gardo Gold 2 l/ha + Mikado 0,8 l/ha + Samson OD 0,7 l/ha f Bemesting: - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest groenbemester: mosterd, phacelia, bladrammenas en japanse haver ( alles matig ontwikkeld ) - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest Vloeibare N op de akker voor de zaai ( 62 EN/ha ) Resultaten en besluit Op 19 april werd er onder droge omstandigheden 15 ton/ha varkensdrijfmest op het land verspreid en onmiddellijk ondergewerkt met een vleugelschaar cultivator op een werkdiepte van ongeveer 10 cm. De objecten niet-kerende grondbewerking vertoonden iets meer draagkracht dan het geploegde object (geploegd op 26 december). Bij bepalen van de bodemverdichting (zie Erosieproef in korrelmaïs) werd een hogere verdichting gemeten in het geploegde object hetgeen te verklaren in door het toepassen van drijfmest. Uit deze proef kunnen we concluderen dat er bij het toepassen van niet-kerende grondbewerking (waar bij de grond onbewerkt was of slechts beperkt bewerkt gedurende de wintermaanden) meer draagkracht is in het voorjaar dan op akkers geploegd voor de winter. 29

30 5 Effect van sporenwissers in korrelmaïs 5.1 Proefopzet Er wordt een proef aangelegd waarbij maïs gezaaid wordt met en zonder sporenwissers op de zaaimachine. Het doel is om na te gaan of er verschillen zijn in afstroming van aarde (erosie) tussen de twee manieren van zaaien. 5.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: korrels/ha d Ras: Avixxene e Onkruidbestrijding: Voor de zaai: zonder bodembewerking in winterperiode : Glyfosaat 3 l/ha Naopkomst: Gardo Gold 2 l/ha + Mikado 0,8 l/ha + Samson OD 0,7 l/ha f Bemesting: - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest groenbemester: mosterd, phacelia, bladrammenas en japanse haver ( alles matig ontwikkeld ) - organische bemesting: 15 ton varkensdrijfmest Vloeibare N op de akker voor de zaai ( 62 EN/ha ) Ontledingsuitslag van de bouwlaag (zie proef suikerbieten) g Oogstdatum besluit Als gevolg van het droge voorjaar en zomer en het uitblijven van hevige regenbuien kon er in het teeltjaar op het proefveld in Tongeren geen meting worden uitgevoerd van de hoeveelheid afgespoelde teeltaarde. 30

31 6. Wintertarwe na cichorei 6.1 Proefopzet Er worden de grondbewerkingen ploegen en niet kerende grondbewerking met elkaar vergeleken. De niet kerende grondbewerking wordt nog opgedeeld in een diepe- en een ondiepe bodembewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziekten-aantasting, opbrengst en kwaliteit. 6.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: cichorei b Zaaidatum: c Zaaidichtheid: 350 korrels/m² d Ras: Oakley e Onkruidbestrijding: Atlantis 0,3 kg/ha + Hussar Ultra 75 cc/ha + Actirob 1l/ha Tegen cichorei opslag : Allié 30 g/ha f Bemesting: Minerale stikstof: - Stikstofindex: 163 (lager dan normaal) - Stikstofbehoefte: 200 E N/ha - Stikstofgift: 175 EN/ha (o.w.v. mestdecreet) 1 e fractie: 78 EN/ha bij uitstoeling e fractie: 58 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 39 EN/ha bij het laatste blad g halmverkorter: Meteor 2 l/ha h Fungiciden: Bladbehandeling: Alto Extra 0,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1 l/ha + Horizon 0,8 l/ha

32 Tabel 1: Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 48 Leem ph-kcl 7,8 7,0 7,5 Tamelijk hoog C in %(humus) 1,3 1,8 2,8 Laag Fosfor (P) Tamelijk hoog Kalium (potas) (K) Normaal Magnesium (Mg) Zeer hoog Calcium (Ca) Zeer hoog Natrium (Na) 3,1 3,1 6,2 Tamelijk laag Boor (B) 0,39 0,77 1,14 Laag 6.3 Aangelegde objecten Tabel 2: bodembewerkingen in de verschillende objecten nr Objecten Ondiepe grondbewerking 2* Diepe grondbewerking 3 Ploegen *Vleugelschaarcultivator Cultivator* ( 16 cm diep ) Diepwoeler** ( 25 cm diep ) Ploegen ( 25 cm diep ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) **Kuhn DC 301: 4 rechte tanden met vlakke beitels op 3 meter werkbreedte 32

33 6.4 Waarnemingen Opkomstellingen De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op Tabel 3: opkomsttelling (aantal planten per m 2 ) en opkomstpercentage per object nr Objecten # planten/m² % Opkomst 1 Ondiepe grondbewerking % 2 Diepe grondbewerking % 3 Ploegen % Foto s: Links: Cultivator, Rechts: Diepwoeler Foto s: Links: ploegen, Rechts: zaaibed na ploegen 33

34 Foto s: Links zaaibed na cultivator, Rechts zaaibed na diepwoeler 34

35 6.4.2 Bodemverdichting Grafiek 1 : Geeft de bodemverdichting 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Per bewerking werden er 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 35

36 6.5 Proefresultaten Tabel 4: opbrengst (kg/ha), hectolitergewicht en vochtpercentage per object nr Objecten Opbrengst kg/ha bij 15% vocht Hectoliter gewicht Vochtpercentage bij de oogst 1 2 Ondiepe grondbewerking Diepe grondbewerking ,7 13, ,1 13,2 3 Ploegen ,4 13,6 6.6 Bespreking De proef werd gezaaid op 21 oktober na de teelt van cichorei. Alle objecten werden op dezelfde dag bewerkt en ingezaaid. Dit was mogelijk door de gunstige bodemomstandigheden die we kenden in oktober De niet kerende bewerkingsmethodes vereisen uiteraard stabiele en droge weersomstandigheden in het najaar. Bij de diepe grondbewerking werd er met een erosieploeg (diepwoeler) tot 25 cm diep de bodem losgetrokken. Bij de beperkte grondbewerking werd er met een vleugelschaarcultivator een bewerking uitgevoerd tot 16 cm diep. Het object ploegen werd 25 cm diep omgeploegd. Daarna werden alle objecten ingezaaid met de combinatie rotoreg + pneumatische zaaimachine. Alle objecten lagen er na de zaai goed bij. Bij het object ploegen lagen er wel meer kluiten bovenop het zaaibed, hetgeen beter is om bij sterke regenval verslemping te voorkomen. Bij de twee niet kerende objecten lagen er wel wat meer gewasresten boven ( punten van cichoreiwortels en loofresten), die gewasresten kunnen ook verslemping voorkomen. Gedurende het groeiseizoen werden er verschillende tellingen en waarnemingen gedaan. De opkomst lag zo een 8 % lager in de objecten ondiepe bodembewerking en ploegen dan in het object diepe bodembewerking. Op het vlak van onkruidruk bleken er geen verschillen te zijn tussen de objecten, wel stelden we in de niet kerende objecten een grotere opslag van cichorei vast. Er bleken geen verschillen te zijn tussen de objecten voor wat betreft ziekteaantasting. Als we de opbrengsten bekijken dan zien we dat ploegen de hoogste opbrengst behaald, ondiepe bodembewerking behaalde een opbrengst die kg lager ligt. Het object diepe grondbewerking behaalde de laagste opbrengst kg minder als het object ploegen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er bij de diepe grondbewerking de toplaag niet gemengd werd in de bouwlaag. De sterke en lang nawerkende herbiciden die worden toegepast in de cichoreiteelt bleven zo in het zaaibed van de tarwe aanwezig en hebben mogelijks de ontwikkeling van de tarwe geremd. 36

37 7. Wintertarwe na suikerbieten Deze proef kadert in een vijfjarig onderzoek naar erosiebestrijding. Het proefveld is opgedeeld in stroken waarin gedurende vijf jaar een specifieke grondbewerking wordt toegepast, hetzij ploegen, hetzij een niet-kerende grondbewerking. 7.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: Kerende en verschillende beperkte grondbewerking methodes. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziekteaantasting, opbrengst en kwaliteit. 7.2 Perceelsgegevens a. Voorvrucht: Suikerbieten b. Zaaidatum: c. Zaaidichtheid: 350 korrels per m² d. Ras: Oakley e. Onkruidbestrijding: Naopkomst: Atlantis 0,3 kg/ha + Hussar Ultra 75 cc/ha + actirob 1l/ha Tegen cichorei opslag : Allïe 30 gram / ha f. Bemesting: Chemische stikstof: - stikstofindex: 163 (lager dan normaal ) - stikstofbehoefte: 200 EN/ha - stikstofgift: 175 EN/ha (o.w.v. mestdecreet) De stikstof werd toegediend bij de volgende ontwikkelingsstadia van de wintertarwe: 1 e fractie: 78 EN/ha bij de uitstoeling e fractie: 58 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 39 EN/ha bij het laatste blad g. Halmverkorter: CCC 1 l/ha h. Insectenbestrijding: / i. Fungicide : geen behandeling ( schade drempel niet overschreden) Bladbehandeling: Alto Extra 0,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1l/ha + Horizon 0.8 l/ha j. Grootte van de oogstpercelen: 25 m x 3,20 m = 80 m² k. Gewashoogte ( strolengte) : gemiddeld 75 cm l. Oogstdatum buiten proef: m. Oogstdatum in proef :

38 7.3 Aangelegde objecten Tabel 1 : Verschillende bodembewerkingen in de objecten. nr Objecten Ploegen Ploegen ( 25 cm diep ) rotoreg + zaaimachine ( diep ) 2* Diepe grondbewerking Diepwoeler (25 cm) 3 4* Diepe grondbewerking + ondiepe grondbewerking Ondiepe grondbewerking Diepwoeler (25 cm) + cultivator ( 16 cm ) cultivator ( 16 cm ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) Rotoreg + zaaimachine ( diep ) * Object 2 had de afgelopen 2 jaar spitten als bodembewerking. Het betrof hier een 2 jarige privé proef voor de firma Imants ( producent van spitfrezen ). Vanaf najaar 2009 is het object spitten vervangen door een diepe niet kerende bodembewerking. 7.4 Waarnemingen Opkomsttellingen De tellingen gebeurden in vier herhalingen op Tabel 2: opkomsttelling (aantal planten per m 2 ) en opkomstpercentage per object nr Objecten # planten/m² % opkomst 1 Ploegen % 2 Diepe grondbewerking % 3 4 Diepe grondbewerking + ondiepe grondbewerking Ondiepe grondbewerking % % 38

39 7.4.2 Meting bodemverdichting Grafiek 1 : Geeft de bodemverdichting op 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Per bewerking werden er 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 39

40 7.5 Proefresultaten Tabel 3: opbrengst (kg/ha), hectolitergewicht en vochtpercentage per object nr Objecten Opbrengst kg/ha bij 15% vocht Hectoliter gewicht Vochtpercentage bij de oogst 1 Ploegen ,3 13,2 2 Diepe grondbewerking ,5 13,2 3 4 Diepe grondbewerking + ondiepe grondbewerking Ondiepe grondbewerking ,2 13, ,4 13,1 7.6 Bespreking De proef werd gezaaid op 21 oktober na de teelt van suikerbieten. Alle objecten werden op dezelfde dag bewerkt en ingezaaid. Dit jaar was dit mogelijk door de gunstige bodemomstandigheden die we kenden in oktober De niet kerende bewerkingsmethodes vereisen uiteraard stabiele en droge weersomstandigheden in het najaar. Bij de diepe grondbewerking werd er met een erosieploeg (diepwoeler) tot 25 cm diep de bodem losgetrokken. Bij de ondiepe grondbewerking werd er met een vleugelschaarcultivator en bewerking uitgevoerd tot 16 cm diep. Bij object 3 werden de beide bewerkingen uitgevoerd. Daarna werden alle objecten ingezaaid met de combinatie rotoreg + pneumatische zaaimachine. Alle objecten lagen er na de zaai goed bij. Bij het object ploegen lagen er wel wat meer kluiten bovenop het zaaibed, hetgeen beter is om bij sterke regenval verslemping te voorkomen. Gedurende het groeiseizoen werden er verschillende tellingen en waarnemingen gedaan. Er bleken geen verschillen te zijn tussen de objecten voor wat betreft opkomst, onkruiddruk en ziekteaantasting. Als we oogstresultaten bekijken zien we dat het object met de diepe grondbewerking dit jaar de hoogste opbrengst behaald gevolgd door het object ploegen en het object met diepe en ondiepe bodembewerking. De opbrengst in het object ondiepe grondbewerking ligt dit jaar wat lager. Een mogelijke verklaring voor de lager opbrengst een het object ondiepe grondbewerking is de hoge verdichting van de bodem in dit object (grafiek 1). De bewerkingdiepte in dit object was 16 cm en tijdens de meting van de bodemverdichting op 11 juni bleek dat het onmogelijk was om met de penetrologger dieper dan 16 cm in de bodem te dringen. 40

41 8. Erosieproef wintertarwe na korrelmaïs Het proefveld is opgedeeld in stroken waarin gedurende vijf jaar een specifieke grondbewerking wordt toegepast, hetzij ploegen, hetzij een niet-kerende grondbewerking. 8.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor de uitzaai vergeleken: Kerende en verschillende beperkte grondbewerking methodes. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, erosie, bodemverdichting, onkruiddruk, ziekteaantasting, opbrengst en kwaliteit. 8.2 Perceelsgegevens a. Voorvrucht: korrelmaïs b. Zaaidatum: c. Zaaidichtheid: 350 korrels per m² d. Ras: Oakley e. Onkruidbestrijding: Naopkomst: Atlantis 0,3 kg/ha + Hussar Ultra 75 cc/ha + actirob 1l/ha Tegen cichorei opslag : Allïe 30 gram / ha f. Bemesting: Chemische stikstof: - stikstofindex: 163 (lager dan normaal ) - stikstofbehoefte: 200 EN/ha - stikstofgift: 175 EN/ha (o.w.v. mestdecreet) De stikstof werd toegediend bij de volgende ontwikkelingsstadia van de wintertarwe: 1 e fractie: 78 EN/ha bij de uitstoeling e fractie: 58 EN/ha bij de stengelstrekking e fractie: 39 EN/ha bij het laatste blad g. Halmverkorter: CCC 1 l/ha h. Insectenbestrijding: / i. Fungicide : geen behandeling ( schade drempel niet overschreden) Bladbehandeling: Alto Extra 0,5 l/ha Aarbehandeling: Allegro 1l/ha + Horizon 0.8 l/ha j. Grootte van de oogstpercelen: 25 m x 3,20 m = 80 m² k. Gewashoogte (strolengte) : gemiddeld 75 cm l. Oogstdatum buiten proef: Oogstdatum in proef :

42 8.3 Aangelegde objecten Tabel 1 : Uitgevoerde bodembewerking nr Objecten Ploegen Ploegen (25 cm diep ) rotoreg + zaaimachine ( diep ) 8.4 Waarnemingen Opkomsttellingen De tellingen gebeurden in vier herhalingen op Tabel 2: opkomsttelling (aantal planten per m 2 ) en opkomstpercentage per object nr Objecten # planten/m² % opkomst 1 Ploegen % 42

43 8.4.2 Meting bodemverdichting Grafiek 1 : Geeft de bodemverdichting 11 juni 2010 in de verschillende objecten weer. Er werden 12 metingen uitgevoerd met een penetrologger. Metingen met een te grote afwijking werden weggelaten. Een kritische penetratieweerstand waarbij wortels niet in staat zijn door een bodemlaag te dringen is niet eenduidig gedefinieerd in de literatuur. Ide et al. (1982) spreken reeds van compactie bij landbouwgewassen vanaf 2,5 MPa en duidelijke groeiremmingen vanaf 3 MPa. 8.5 Proefresultaten Tabel 3: opbrengst (kg/ha), hectolitergewicht en vochtpercentage per object nr Objecten Opbrengst kg/ha bij 15% vocht Hectoliter gewicht Vochtpercentage bij de oogst 1 Ploegen ,3 13,3 8.6 Bespreking De proef werd gezaaid op 29 november na de teelt van korrelmaïs. De oogstresten werden op het volledige perceel verkleind met een klepelmaaier maar desondanks was het niet mogelijk om de niet kerende bodembewerkingen uit te voeren. Door de zeer natte bodemomstandigheden en de diepe wielsporen die de maaidorser na de oogst achterliet was het onmogelijk om zonder kerende grondbewerking tarwe in te zaaien. 43

44 Op het gebied van ziektedruk was het perceel vergelijkbaar met de andere proefpercelen, een lichte aantasting van bladseptoria en witziekte. Geen gele of bruine roest en een zeer lichte aantasting van aarseptoria en aarfusarium. Het object ploegen kende een opbrengst van kg/ha, hetgeen een aannemelijke opbrengst is aangezien de laat gezaaide tarwe dit teeltjaar overal een lagere opbrengst heeft dan vroeg gezaaide tarwe. De laat gezaaide tarwe heeft sterker te lijden gehad van de strenge winter en het koude voorjaar waardoor de uitstoeling minder goed was dan bij de vroeg gezaaide tarwe. 44

45 9 Aardappelen 9.1 Proefopzet Er worden verschillende grondbewerkingen voor het poten vergeleken: Kerende en niet-kerende grondbewerking. Er gebeurt een vergelijking tussen de technieken qua opkomst, groei, onkruiddruk en opbrengst. De proef gebeurt in 4 herhalingen. 9.2 Perceelsgegevens a Voorvrucht: Wintertarwe b Pootdatum: c Pootafstand: 28 cm x 75 cm d Potermaat: mm e Ras: Cilena f Onkruidbestrijding: Vooropkomst: Defi 3l/ha + Artist 2 kg/ha (wendakkers + 5 sproeiwegen) Metric 1.5 l/ ha (overige oppervlakte) g Insectenbestrijding: Fury (kever) h Bemesting: Najaarsbemesting: 11 m³/ha varkensdrijfmest op tarwestoppel Analyse-uitslag Beoordeling Gemiddelde samenstelling ph 7.8 Droge stof Gemiddeld 82.6 Organische stof Gemiddeld 55.8 Totale stikstof 8.74 Gemiddeld 8.6 Minerale stikstof 5.24 Gemiddeld 5.5 Fosfor ( P2O5 ) 4.59 Gemiddeld 4.2 Kalium ( K2O ) 5.61 Gemiddeld 4.8 Natrium ( Na2O ) 1.73 Tamelijk hoog 1.3 Calcium ( CaO ) 3.82 Gemiddeld 3.3 Magnesium ( MgO ) 2.21 Tamelijk Hoog 1.7 Groenbemester: gele mosterd, normaal ontwikkeld gewas Voorjaarsbemesting - injectie van 17 m³ drijfmest voor ploegen

46 i Mestontleding Analyse-uitslag ph 7.7 Beoordeling Gemiddelde samenstelling Droge stof Gemiddeld 82.6 Organische stof Gemiddeld 55.8 Totale stikstof 7.35 Gemiddeld 8.6 Minerale stikstof 4.49 Gemiddeld 5.5 Fosfor ( P2O5 ) 3.76 Gemiddeld 4.2 Kalium ( K2O ) 4.16 Gemiddeld 4.8 Natrium ( Na2O ) 1.27 Tamelijk hoog 1.3 Calcium ( CaO ) 3.26 Gemiddeld 3.3 Magnesium ( MgO ) 1.77 Tamelijk Hoog Stikstofindex: 183 (lager dan normaal) - Stikstofbehoefte: 137 E N/ha - Stikstofgift: 76 E N/ha uit drijfmest vlak voor het ploegen Stikstofgift 60 E/ha voor de zaai Kalium: 300 E K 2 O/ha j Ontledingsuitslag van de bouwlaag Bepaling Uitslag ontleding Streefzone Beoordeling Grondsoort 40 Leem ph-kcl 6,7 6,7 7,3 Tamelijk laag C in %(humus) 0,9 1,2 1,6 Tamelijk laag Fosfor (P) Normaal Kalium (potas) (K) Tamelijk hoog Magnesium (Mg) Normaal Calcium (Ca) Normaal Natrium (Na) 2,8 3,0 6,0 Tamelijk laag 46

47 k Fungicidebehandeling tegen aardappelziekte Datum Product Dosis per ha 31/05/2010 Cymox 2,5 kg 05/06/2010 Revus 0,6 l 12/06/2010 Revus 0,6 l 21/06/2010 Revus 0,6 l 02/07/2010 Revus 0,6 l 12/07/2010 Revus 0,6 l 19/07/2010 Revus 0,6 l 25/07/2010 Infinito 1,4 l 31/07/2010 Infinito 1,2 l 06/08/2010 Ranman Ranman B 0,2 l + 0,15 l 12/08/2010 Ranman Ranman B 0,2 l + 0,15 l 20/08/2010 Shirlan 0,4 l 25/08/2010 Shirlan 0,4 l l Loofdoding: Reglone 3l/ha Reglone 3l/ha m Oogstdatum

48 9.3 Aangelegde objecten De gele mosterd werd verbrijzeld op eind december nr Objecten Bodembewerkingen 1 Ploegen 2 Beperkte diepe grondbewerking Ploegen Opentrekken met veereg Frezen-poten-aanaarden in één werkgang Cultivator Opentrekken met veereg Frezen-poten-aanaarden in één werkgang Bewerkigsdiepte 25 cm 15 cm 18 cm 15 cm 15 cm 18 cm 9.4 Waarnemingen Opkomsttellingen en percentage bodembedekking Tabel 1: De tellingen gebeurden in 4 herhalingen op Objecten % Opkomst % Bodembedekking* Ploegen 100,0 % 0 % Beperkte grondbewerking 100,0 % 0-5 % * % van de bodem dat bedekt wordt door resten van de groenbemester Onkruidtellingen Er was geen verschil in onkruiddruk tussen de objecten waarneembaar. 9.5 Proefresultaten Tabel 2: Opbrengstresultaten per object, uitgedrukt in kg/ha per sorteringsmaat Objecten - 30 mm kg/ha mm kg/ha + 60 mm kg/ha Totaal kg/ha Ploegen Beperkte grondbewerking Tabel 3: 48

49 Opbrengstresultaten per object, uitgedrukt in percentage van het totaal aardappelen Objecten - 30 mm mm + 60 mm Totaal Ploegen Beperkte grondbewerking Tabel 4: Percentage grondtarra bij de oogst Objecten % grondatrra Ploegen 7,7 Beperkte grondbewerking 12,0 9.6 Bespreking De voorvrucht van dit perceel is wintertarwe, waarvan het stro gehakseld werd. Na de oogst werd er drijfmest (11 m³ varkensdrijfmest) geïnjecteerd, waarna gele mosterd als groenbemester werd gezaaid. Deze groenbemester had zich zeer sterk ontwikkeld en werd verbrijzeld eind december. Op 17 maart werd er geploegd voorafgegaan door 17 m³ drijfmest te hebben geïnjecteerd. Op 17 maart werd de grond bewerkt met de cultivator in het object niet-kerende grondbewerking. Op 15 april werden beide objecten opengetrokken met de veereg. Op 15 april werden beide objecten gepoot met een all-in-one pootcombinatie. Dit wil zeggen in één werkgang frezen, poten en aanaarden. De opkomst verliep vlot en goed (zie tabel 1). Bij de onkruidtellingen bleek er geen verschil tussen de aangelegde objecten voor wat betreft klassieke onkruiden. Opslag van wintertarwe was er nauwelijks. Bovendien viel er ook niet meer opslag van wintertarwe te detecteren bij de niet-kerende grondbewerking. Uit de opbrengstresultaten (Tabel 2 en 3) blijkt dat de totale opbrengst van het object niet-kerende grondbewerking 3,5 ton lager ligt dan in het object ploegen. De hoeveelheid (kg/ha) vermarktbare aardappelen (maat mm) was echter niet verschillend tussen beide objecten. Tijdens het rooien was er in het object niet-kerende grondbewerking duidelijk meer grondtarra (grote harde kluiten) aanwezig dan in het object ploegen. 49

DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM 11

DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN 6 DEEL 3: BEHEERSOVEREENKOMSTEN VLM 11 1 Inhoud Blz. DEEL 1: INTERREGPROJECT BODEMBREED 4 1. BODEMBREED... 4 2. RIJKER BODEMLEVEN... 4 3. UNIEKE KANS VOOR LANDBOUW... 4 4. ONDERZOEKSDOELEN... 5 5. BODEMBREED IN LIMBURG... 5 DEEL 2: MTR-RANDVOORWAARDEN

Nadere informatie

ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010

ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010 0 RAPPORT BODEMBREED INTERREG ONDERZOEK BODEMBEWERKINGEN TEELTCOMBINATIE GRAS MAÏS 2010 Zand Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: maart 2011 Versie: 1 Opgesteld: Hooibeekhoeve, Gert Van de

Nadere informatie

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( )

9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen ( ) 9.2 Ervaringen met niet-kerende grondbewerking in aardappelen (-) V. De Blauwer (PCA), D. Cauffman (PIBO-Campus), P. Vermeulen (VTI), L. Serlet (Proclam) Samenvatting Aangezien aardappelen op ruggen geteeld

Nadere informatie

PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB

PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB Inleiding: Niet-kerende bodembewerking 2 NKG = zonder bodem te keren Diepe NKG VTT (vereenvoudigde teelttechniek) Directzaai Voordelen

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN Vandergeten J.P. & Vanstallen M. Prov. Vlaams-Brabant - Tollembeek 2 NKG & Erosiebestrijding wordt vanaf het eerste jaar waargenomen dubbel effect: - op niveau

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009)

BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit LCG-Brochure Granen Oogst 2009) - 1 - BEMESTING WINTERTARWE (Tekst uit ) Let wel: de proeven aangelegd door het LCG in 2009 werden uitgevoerd conform de bemestingsnormen die van kracht waren in 2009. Deze bemestingsnormen van 2009 zijn

Nadere informatie

Voorstelling resultaten

Voorstelling resultaten Voorstelling resultaten Interregproject BodemBreed en ILVO-proefpercelen Greet Ruysschaert Studiedag erosie: niet-kerende bodembewerking 27 augustus 2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid

Nadere informatie

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging! Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij

Nadere informatie

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/

Diepte (cm) Stikstofanalyse totaal Kort voor aanleg 16/06/ Bij aanleg proef 03/07/ STAMSLABOON 2014 Proef N-bemesting stamslaboon 1. Doel Nagaan of de huidige N-bemestingsadviezen van het labo van Inagro voor de teelt van stamslaboon optimaal zijn om een hoge opbrengst te combineren

Nadere informatie

Boerenexperiment No 4 aanvulling

Boerenexperiment No 4 aanvulling Boerenexperiment No 4 aanvulling Aardappels op zware grond, aanvulling op rapport Aanvulling en Resultaten en ervaringen van de groenbemestervelden op zware klei, najaar 2012 Achtergrond De toepassing

Nadere informatie

Proefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens

Proefresultaten suikerbieten en cichorei. Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens Proefresultaten suikerbieten en cichorei Vzw PIBO campus Tongeren Morgan Carlens Cichoreiproeven vzw PIBO campus 2018 Chemische onkruidbestrijding 10 objecten en 1 controle Bemestingsvensters Nulbemesting

Nadere informatie

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI 4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 22 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI (in samenwerking met de Vlaamse Compostorganisatie, VLACO) DOEL In een lange termijnproef wordt de bodemverbeterende

Nadere informatie

Drempeltjes tussen de plantrijen van knolselder als erosie beperkende maatregel :

Drempeltjes tussen de plantrijen van knolselder als erosie beperkende maatregel : Drempeltjes tussen de plantrijen van knolselder als erosie beperkende maatregel : De teelt van knolselder is een teelt die lang op het veld staat en waarbij de bodem tussen de rijen tijdens de meest erosiegevoelige

Nadere informatie

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot 22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

1 : WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 2 : WINTERTARWE 14 2.1 RASSENPROEF WINTERTARWE LCG... 14

1 : WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 2 : WINTERTARWE 14 2.1 RASSENPROEF WINTERTARWE LCG... 14 -1-1 : WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 1.1.1 Proefopzet... 5 1.1.2 Perceelsgegevens... 5 1.1.3 Waarnemingen... 6 1.1.4 Eigenschappen per ras... 8 1.2 FUNGICIDENPROEF WINTERGERST... 10 1.2.1

Nadere informatie

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen Onderzoek in 2006 en 2007 in opdracht van: Verenigingen Voor Bedrijfsvoorlichting Communicatie in 2006 en 2007 in opdracht van: Provincie Groningen Onderzoek en communicatie

Nadere informatie

Perceelsgegevens Pagina 9

Perceelsgegevens Pagina 9 Perceelsgegevens Pagina 9 Voorteelt: Suikerbieten Ploegen: 30 oktober 2017 Zaai: 30 oktober 2017 Droge omstandigheden 350 korrels per m² Opkomst: 5 februari 2018 Perceelsgegevens Pagina 9 N-Index : 14

Nadere informatie

Bewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research

Bewerken. Bewerken en inwerken van groenbemesters. Groenbemesters Wageningen University & Research Bewerken Bewerken en inwerken van groenbemesters Gewasbescherming Robuust Optimaal Economisch Natuurlijk Groenbemesters 2019 1 10 Bewerken van groenbemesters Groenbemesters kunnen op veel verschillende

Nadere informatie

Kansen voor NKG op zand

Kansen voor NKG op zand Kansen voor NKG op zand Sander Bernaerts DLV plant 14 juni Vessem NKG Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief kerende of mengende grondbewerking en het zoveel mogelijk

Nadere informatie

Aan de slag met erosie

Aan de slag met erosie Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging (2006) Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 325115105

Nadere informatie

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen? Piet Ver Elst, Jan Bries, Bodemkundige Dienst van België De Bodemkundige Dienst van België voert jaarlijks een groot aantal analyses

Nadere informatie

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN? Ronald Euben Wat vraagt de biet? 2 Bij de zaai Enkele (kleine) kluiten bovenaan (dichtslaan, erosie) Verkruimelde, aangedrukte laag (contact zaad bodem) Vaste,

Nadere informatie

Aan de slag met erosie

Aan de slag met erosie Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging (2005) Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 5115105

Nadere informatie

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot Inleiding In de tarweteelt is de grondbewerking een belangrijke kostenpost. Vooral bij monocultuur wintertarwe komt

Nadere informatie

GOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen

GOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen GOMEROS: teelt van groenten en maïs op erosiegevoelige percelen Studiedag Ruraal netwerk Maarkedal 29 juni 2017 Overzicht Proefveldresultaten maïs Niet-kerende bodembewerking en strip-till Vollevelds zaaien

Nadere informatie

Rijenbemesting met mengmest bij maïs

Rijenbemesting met mengmest bij maïs Rijenbemesting met mengmest bij maïs Auteurs Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 10 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 De technieken... 5 Mest toedienen voor het zaaien... 5 Rijenbemesting

Nadere informatie

Aan de slag met erosie

Aan de slag met erosie Aan de slag met erosie Ploegloze grondbewerking in beweging 2004-2006 Ing. J.G.M. Paauw Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente PPO nr. 325115105

Nadere informatie

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014

Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 Mogelijkheid tot ploegloos zaaien van groenten 2014 1 Doel Mogelijkheid nagaan om een ploegloze teelt uit te voeren bij uitzaai van fijne zaden na inwerken van een groenbedekker. Nagaan wat de impact is

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Voorjaarstoepassing van drijfmest in wintertarwe Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus Situering project Doelstelling project Focus op achteruitgang van de bodem door intensieve productiesystemen

Nadere informatie

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien. In opdracht van: Agro-vital/Agriton Molenstraat 10-1, 8391 AJ Noordwolde Fr, The Netherlands Uitgebracht door: N.G. Boot

Nadere informatie

PLOEGLOOS MAIS TELEN EROSIE BEPERKENDE TECHNIEKEN

PLOEGLOOS MAIS TELEN EROSIE BEPERKENDE TECHNIEKEN PLOEGLOOS MAIS TELEN EROSIE BEPERKENDE TECHNIEKEN WAAR? Invloed van diverse bodembewerkingssytemen op de fytotechnische omgeving en kostprijs van de teelt van mais (2007-2014) - Bottelare (Proefhoeve Bottelare

Nadere informatie

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1

Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Inleiding Doel en context Proefopzet Inagro ILVO (a) (b) Figuur 1 Tabel 1 Maaimeststof: een volwaardig alternatief voor stalmest? Bram Vervisch, Annelies Beeckman, Johan Rapol, Lieven Delanote, Victoria Nelissen, Koen Willekens Inleiding Proeven de voorbije jaren hebben aangetoond

Nadere informatie

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Op de zandgrond in Zuidoost Brabant heeft er in 2012 een boerenexperiment met NKG plaatsgevonden op een perceel aardappelen met als

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen KW 362 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding Ammoniumpolyfosfaat (APP) is een vloeibare meststof die zowel stikstof als fosfaat

Nadere informatie

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO) Inleiding Door de lage graanprijzen staat het rendement van de graanteelt onder druk. De aanzienlijke

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef

Nadere informatie

Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen

Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen Erosieklas 2019 Vlaamse Ardennen 5 maart 2019 Erosiecafé s 2018 Algemeen overzicht Heuvelland/Zwevegem 2 ondernemersgroepen goed bodemzorg ism Leader kleine kemmelbeek Vlaamse Ardennen 2 erosieklassen

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus

Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus Erosie in de akkerbouw Knelpunten en oplossingen (vanaf p. 68) Martine Peumans, Coördinator PIBO-Campus Proefveldgegevens (p. 69) Voorvrucht: suikerbieten Werkzaamheden Zaai: 27/4/ 17 en 02/05/ 17 Ras:

Nadere informatie

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update

Programma. Meer rendement door opbrengstverhoging. GBM-update Meer rendement door opbrengstverhoging Marco Bom Wieringerwerf, 27 januari 2015 Programma Meer rendement door opbrengstverhoging GBM-update grote variatie Opbrengsten in de praktijk 2013 inuline wortel

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten

Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking op de opbrengst en interne kwaliteit van suikerbieten Resultaten van vier proefvelden van tot en met 2005 07P02 Het effect van een niet-kerende hoofdgrondbewerking

Nadere informatie

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking

Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking Onderzoeksresulaten meerjarige veldproeven niet-kerende bodembewerking Greet Ruysschaert Agriflanders, 16 januari 2015 Studiedag Erosie Prosensols Mesam Niet-kerende bodembewerking en erosie Reeds > 14

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe.

TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. TOLALG14SPZ_BM08 (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt Tarwe. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Inhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24

Inhoud. DEEL 2: AARDAPPELEN 24 1 RASSENPROEF Proefopzet Perceelsgegevens...24 - 1 - Inhoud INHOUD...1 DEEL 1: SUIKERBIETEN 4 1 RASSENPROEF SUIKERBIETEN...4 1.1 Proefopzet...4 1.2 Perceelsgegevens...4 1.3 Waarnemingen...7 2 WAARNEMINGSVELDEN EN SITUATIE VAN DE BIETEN...8 2.1 Inleiding...8

Nadere informatie

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Fungicideproef wintertarwe 2017-2018 Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw Perceelsgegevens (pagina 30) Voorvrucht: Ras: Suikerbieten Anapolis 350 korrels/m² 30 oktober 2017 Onkruidbestrijding:

Nadere informatie

Wat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols

Wat is niet-kerende bodembewerking? Resultaten Interreg-project Prosensols Jan Vermang Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Studiedag Erosie: niet-kerende bodembewerking, 27 augustus 2013 Ruraal Netwerk

Nadere informatie

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe EH 859 Door: ing.h.w.g.floot Inleiding In de tarweteelt is de bestrijding van blad- en aarziekten eigenlijk ieder jaar nodig om een maximale financiële

Nadere informatie

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Randvoorwaarden Erosie Dienst land en Bodembescherming Departement LNE Context Erosie 100,000 ha 2,000,000 ton bodem/jaar 400,000 ton slib/jaar naar waterlopen na 10 jaar erosiebeleid : beleidsindicator

Nadere informatie

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst)

AARDAPPELEN. nr variëteit maat zaadhuis. 1 Agria Bioselect Agrico/Binst. 2 Biogold Van Rijn. 3 Charlotte Bio Terra (Binst) AARDAPPELEN 1 Proefopzet Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe

Nadere informatie

Stikstofonderzoek 2010 en Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04

Stikstofonderzoek 2010 en Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04 Stikstofonderzoek 2010 en 2011 Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04 Stikstofonderzoek 2010 en 2011 Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden Peter Wilting Stichting IRS Postbus

Nadere informatie

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt

CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt CCBT-project: Optimalisatie bemesting in de biologische kleinfruitteelt Doelstelling: Inzicht in nutriëntenbehoefte en analyses (bodem, blad, plantsap, nitraatresidu) bij de biologische teelt van kleinfruit

Nadere informatie

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen KW 0112 Door: ing. H.W.G. Floot Inleiding In de teelt van biologische aardappelen gelden specifieke regels van

Nadere informatie

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN Gert Van de Ven (Hooibeekhoeve/LCV) Koen Vrancken (PIBO Campus vzw) Jill Dillen (BDB) Mathias Abts (Departement Landbouw en Visserij) In het buitenland wordt

Nadere informatie

GOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen

GOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen GOMEROS Groenten en maïs op erosiegevoelige percelen 21 februari 2018 Oudenaarde 27 februari 2018 Ophasselt Boeren op een helling Gebruikersgroep: leden Gebruikersgroep: waarnemers LCV/Hooibeekhoeve Bodemkundige

Nadere informatie

-1- BEZOEKERSGIDS 2014-2015 1 :WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5

-1- BEZOEKERSGIDS 2014-2015 1 :WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 -1- Inhoud BEZOEKERSGIDS 2014-2015 1 :WINTERGERST 5 1.1 RASSENPROEF WINTERGERST... 5 1.1.1 Proefopzet... 5 1.1.2 Perceelsgegevens... 5 1.1.3 Waarnemingen... 7 1.1.4 Eigenschappen per ras... 10 1.2 FUNGICIDENPROEF

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011 Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011 SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011 Opdrachtgevers: Bayer CropScience BASF WPA Robertus Agrifirm Team

Nadere informatie

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg

Rassenproef biologische triticale : Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Rassenproef biologische triticale 2014-2015: Droogte staat goede opbrengst niet in de weg Karel Dewaele, Lieven Delanote, Inagro Gunther Leyssens, PIBO Triticale is met ongeveer 250 ha het belangrijkste

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Meerjarig proefopzet bodembeheer

Meerjarig proefopzet bodembeheer Meerjarig proefopzet bodembeheer Koen Willekens, Bart Vandecasteele, Alex De Vliegher, Greet Ruysschaert, Bert Van Gils, Bert Reubens, Johan Van Waes Eenheid Plant, Teelt en Omgeving Studiedag Bioforum

Nadere informatie

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen Overvloedige neerslag tijdens groeiseizoen - Bemesting en verslemping - Wortelrot Peter Wilting en Bram Hanse SID Heerenveen en Tilburg, 7/8 december 2016 Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

Nadere informatie

Opbrengstvergelijking lelie

Opbrengstvergelijking lelie vergelijking lelie In opdracht van Kleurrijk Flevoland maart 2008 F. Kreuk B 0771 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30 29 E-mail: proeftuin@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

Satellietbedrijf Tiems

Satellietbedrijf Tiems Satellietbedrijf Tiems Rapportage 2016 Algemeen Bedrijfsgegevens Naam:Maatschap Tiems-Cazemier Adres: Molenberg 2 9567 PP Anloo Het bedrijf van Henk Tiems telt ruim 100 stuks melkkoeien en 70 stuks jongvee.

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: september 2010 Versie: 2 Status: Definitief Opgesteld: Hooibeekhoeve, Gert Van

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek Compost is een veel gebruikte bodemverbeteraar in meerdere teelten. Diverse soorten zijn verkrijgbaar, waarbij aan sommige soorten middels extra doorgroeien met micro-organismen,

Nadere informatie

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT Beredeneerde gewasbescherming vandaag en morgen 13 & 14 Juni 2017 te Ramillies Met ondersteuning van de Vlaamse en Waalse regio en ontvangst

Nadere informatie

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus

Rassenproef wintergerst Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Rassenproef wintergerst 2017-2018 Nico Luyx Technisch onderzoeksmedewerker vzw-pibo Campus Overzicht teeltseizoen Wintergerst was heel de winter geel van kleur. Bevroren ondergrond niet bemesten gevaar

Nadere informatie

Teelthandleiding. 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor suikerbieten

Teelthandleiding. 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor suikerbieten Teelthandleiding 2.1 grondbewerking en zaaibedbereiding voor 2.1 Grondbewerking en zaaibedbereiding voor... 1 2 2.1 Grondbewerking en zaaibedbereiding voor Versie: mei 2015 Een goed zaaibed is een eerste

Nadere informatie

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 06R02 Onderzoek biologische onkruidbestrijding in suikerbieten 2005 P. Wilting Stichting IRS Postbus 32 4600 AA Bergen op Zoom Telefoon: 0164-27

Nadere informatie

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels Gebruik Bokashi in de akkerbouw 26 maart 2015, Gerard Meuffels Bokashi (2013) Keuze in Zuid Limburg om Bokashi uit stro en drijfmest te maken. Ingrediënten: 3 ton tarwe stro 8 ton varkensdrijfmest 10 ltr

Nadere informatie

Ritnaalden. Preventie, erkende middelen en proefresultaten

Ritnaalden. Preventie, erkende middelen en proefresultaten Ritnaalden Preventie, erkende middelen en proefresultaten Wat er tegen te doen? 1. Risico inschatten 2. Monitoren 3. Behandelen: Biofumigatie Bodembewerking Gewasbeschermingsmiddelen 1. Risico inschatten

Nadere informatie

copyright Proeftuinnieuws

copyright Proeftuinnieuws Thema Fijnzadige groenten inzaaien na niet-kerende bodembewerking: niet altijd vanzelfsprekend Niet-kerende bodembewerking is één van de maatregelen binnen de randvoorwaarden erosie. Inagro legde in 2015

Nadere informatie

Opzet veldproeven. Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent

Opzet veldproeven. Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent Opzet veldproeven NutriCycle 2012 Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent doelstellingen Veldexperiment met diverse groene kunstmeststoffen als bijbemesting Taken: Productbemonstering en karakterisatie

Nadere informatie

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT Beredeneerde gewasbescherming vandaag en morgen 13 & 14 Juni 2017 te Ramillies Met ondersteuning van de Vlaamse en Waalse regio en ontvangst

Nadere informatie

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Randvoorwaarden erosie Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Randvoorwaarden Erosie: Wat kunnen we doen? Bodem bedekt houden Teelt die jaar rond volledige bedekking

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

N-index: wat zeggen de cijfers?

N-index: wat zeggen de cijfers? Beste klant, N-index: wat zeggen de cijfers? U heeft een analyse ontvangen van de Bodemkundige Dienst met bepaling van de N-index en met het bijhorend N-bemestingsadvies. Hieronder vindt u een verduidelijking

Nadere informatie

2 BEMESTING WINTERTARWE

2 BEMESTING WINTERTARWE 2 BEMESTING WINTERTARWE 2.1 Bekalking, basisbemesting en stikstofbemesting in wintertarwe W. Odeurs 1, J. Bries 1 Een beredeneerde bemesting is een belangrijke teelttechnische factor voor het bekomen van

Nadere informatie

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat

Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Rassenproef biologische zomertarwe 2017: zonder neerslag naar een goed (bak)resultaat Voor het telen van biologische bakwaardige tarwe wordt er vaak gekozen voor zomertarwe in plaats van wintertarwe. In

Nadere informatie

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt.

TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. TOLALG14SPZ_BM07: (Blad)bemestingsproef in najaarsspinazie voor industriële verwerking met voorteelt erwt. Doel Rekening houdende met N-vrijstelling/immobilisatie uit oogstresten van de voorteelt gedeeltelijk

Nadere informatie

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval

Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Nieuwe rassen komen in het zog van Grandval Karel Van Den Berge, Lieven Delanote (Inagro) Gunther Leyssens (PIBO) Triticale is met ongeveer 200 ha het belangrijkste graangewas in de Vlaamse biologische

Nadere informatie

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan 48 3001 Heverlee www.bdb.be ph in relatie tot N ph beïnvloedt opneembaarheid nutriënten te zuur

Nadere informatie

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken

Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Maïs bemesten: oude principes, nieuwe technieken Auteurs Wendy Odeurs en Jan Bries Joos Latré Dieter Cauffman en Koen Vrancken Jef Verheyen Gert Van de Ven 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 13 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale

Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale Verslag rassenproeven biologische wintergerst, wintertarwe en triticale Brecht Vandenbroucke, Karel Dewaele, Kevin De Ceuleners Jaarlijks legt Inagro een rassenproef biologische triticale aan op zandleemgrond.

Nadere informatie

Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking. Project stage DLV Plant

Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking. Project stage DLV Plant Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking Project stage DLV Plant Tonco Padmos November 2011 Aardappelen bij Niet Kerende Grondbewerking Project stage DLV Plant Tonco Padmos Tuin- en Akkerbouw Green

Nadere informatie

Nieuwsbrief 12. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking.

Nieuwsbrief 12. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking. Onderzoek HAS-studenten naar brandstofverbruik van niet kerende grondbewerking en kerende grondbewerking. Twee studenten van HAS Hogeschool te Den Bosch, Hans Moggré en Martijn Robben zijn in opdracht

Nadere informatie

Niet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding

Niet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding PROEFVERSLAG Niet-kerende bodembewerking als erosiebestrijding Proefnummer: LMLWAT18MAZ_TT02 Protocol identificatie opdrachtgever: INAGRO Ieperseweg 87, Rumbeke uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87

Nadere informatie

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bodem in Balans?

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bodem in Balans? Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw Resultaten van het veldonderzoek in Nieuw Beerta in het seizoen 2012-2013 Resultaten van het veldonderzoek in Nieuw Beerta in het seizoen 2012-2013 Opdrachtgevers:

Nadere informatie

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Persoonlijke introductie Janjo de Haan Onderzoeker Bodem Water Bemesting Akkerbouw

Nadere informatie

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf GROEN FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf FOSFAATMESTSTOF VOOR MAÏS Maïs telen zonder fosfaatkunstmest

Nadere informatie

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4 - 1 - Voorwoord Nu de nachten lang zijn en de dagen kort, is het tijd om het voorbije bieten- en cichoreiseizoen nog eens de revue te laten passeren en te bespreken. Hoe was de start van het seizoen? Verliepen

Nadere informatie

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels November 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 De proef... 4 Producten... 4 Proefopzet... 5 Metingen... 5 Resultaten...

Nadere informatie

Bemestingsproef snijmaïs Beernem

Bemestingsproef snijmaïs Beernem Bemestingsproef snijmaïs Beernem 1. Context Het onderzoek richt zich op het bereiken van innovatieve strategieën om agro- en bio-industriële nutriëntenrijke stromen te recycleren. Het agronomische en ecologische

Nadere informatie