Richtlijnen milieueffectrapportage

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Rijkevorsel. (De Kroon Destrooper N.V.

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Milieueffectrapport voor de uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkensinrichting tot varkens

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Van Wonterghem Eddy Uitbreiding bestaand varkensbedrijf tot varkens

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Uitbreiding van de kopersmelter

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot varkens in Hoogstraten

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf

Milieueffectrapport voor een varkensbedrijf met varkensplaatsen in de toekomstige situatie te Heuvelland

The Brussels Airport Company Pier A-West

Ontheffing tot het opstellen van een MER. ontheffingsbeslissing. Project: Omvorming en Samenvoeging van 2 veeteeltbedrijven.

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Hervergunning en verandering van EOC Belgium Latex Division II te Evergem

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een bestaand veeteeltbedrijf te Lochristi

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Richtlijnen milieueffectrapportage. MER voor PRAYON NV Exploitatie van een chemisch bedrijf

UITBREIDING BIJ UMICORE NV TE HOBOKEN

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Varkensbedrijf Snels te Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Ieper

Hervergunning en wijziging centrale Langerlo. Initiatiefnemer:

De Berghoeve bvba Zoutleeuw

Project-MER-Verslag. Project: MER N42-N42b: Vak Zottegem-Geraardsbergen. Initiatiefnemer:

Fysicochemische installatie en uitbreiding van de deponie bij Indaver NV

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Hervergunning en verandering van Ford Werke GmbH te Genk

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van een bestaande pluimveehouderij tot legkippen en 50 paarden

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Project-MER-Verslag. Hervergunning en uitbreiding voor de meeverbranding van biomassa-afval van een electriciteitscentrale

Richtlijnen milieueffectrapportage. ITC Rubis Terminal Antwerp NV wijziging en uitbreiding op- en overslagactiviteiten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Renogen biomassa-wkk te Ham

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bekaert N.V. te Zwevegem

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 8470 varkens te Pepingen

27 september 2011 PRMER-0589-RL

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van een varkensbedrijf in Wuustwezel tot vergunde dieren

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Bio-warmtekrachtkoppeling (bio-wkk) Oostrozebeke

Ontwikkeling van de site Loghidden City. in de Waaslandhaven

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Richtlijnen milieueffectrapportage

Hervergunning van ArcelorMittal Genk FCS. Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot 4286 varkens te Knesselare

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Herinrichting toegangscomplex N44, N37 en N409 te Aalter.

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage Milieueffectrapport voor hernieuwing en uitbreiding vergunning tot een varkensbedrijf met 6 038 Bavarti BVBA - Aalter 21 december 2007 PRMER-0292-RL

1. Inleiding Bavarti BVBA heeft een vergunning voor een varkensbedrijf met 2 887 te Aalter. Momenteel zijn er op het bedrijf slechts 2 500 aanwezig. De 387 bijkomende vergunde zullen gehuisvest worden in de stal die momenteel reeds gebouwd wordt. Het project omvat de hernieuwing met uitbreiding van de vergunning tot 6 038. Naast het houden van vergunningspichtige dieren worden op het bedrijf eveneens 2 406 niet-vergunningsplichtige biggen gehuisvest. In de toekomstige situatie zal dit aantal toenemen tot 5 406. Er zal een nieuwe stal gebouwd worden om de 3 000 extra biggen te kunnen huisvesten. Het bedrijf is volledig gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het project omvat eveneens een mestverwerkingsinstallatie met een capaciteit van 20 000 ton per jaar en de uitbreiding van de grondwaterwinning van 8 300 m³/jaar naar 16 300 m³/jaar. Overeenkomstig de huidige inzichten is deze activiteit onderworpen aan de MER-plicht volgens rubriek 21.c van bijlage I van het besluit van de Vlaamse Regering van 10/12/2004, gepubliceerd op 17/02/2005 met name: Installatie voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 3 000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 20 kg). Initiatiefnemer is Bavarti bvba, Patersveld 4, 9880 Aalter. Het kennisgevingsdossier is door de Dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 9 oktober 2007. De terinzagelegging bij het gemeentebestuur van Aalter liep van 23 oktober 2007 tot en met 22 november 2007. Parallel werden de adviezen bij de administraties en openbare besturen gevraagd. Deze richtlijnen zijn opgesteld door de Dienst Mer en ze hebben betrekking op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen inspraakreacties en adviezen worden hierin meegenomen (zie bijlagen). 2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer: - recent en overzichtelijk kaartmateriaal te gebruiken, voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende. Het stratenplan en bijlage 4 zijn o.a. onduidelijk; - een afkortingenlijst, verklarende woordenlijst en literatuurlijst in het rapport op te nemen; - de inhoudstafel een logische en homogene structuur te geven die analoog is voor de verschillende disciplines; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - nutteloze herhalingen in de tekst te vermijden; - in de inleiding de benodigde vergunningen aan te geven, incl. een beschrijving van de gevolgde stappen in het MER-proces en de rol van het MER in het vergunningsproces; - het MER te controleren op tikfouten en grammaticale fouten; - het schema op p. 17 in geval grensoverschrijdende effecten van belang te zijn te verwijderen aangezien dit niet relevant is; Dienst Mer - Richtlijnen 2

- de naamgeving van de respectievelijke administraties binnen de Vlaamse overheid dient deze te zijn na de invoering van Beter Bestuurlijk Beleid. Zo is het Dienst Mer ipv Cel Mer. 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b De doelstelling bestaat erin de effecten aan te tonen voor een varkensbedrijf op het omliggende milieu. In het MER zal een duidelijke verantwoording voor het project opgenomen worden. Onder deze paragraaf wordt in de kennisgeving enkel een beschrijving van het project gegeven. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming maar volgens art. 4.1.7. van het decreet moeten ook de conclusies "doorwerken in de besluitvorming". Het MER zal bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen hiermee rekening houden. 4. Beschrijving van de huidige bedrijfstoestand In de kennisgeving is er reeds een beschrijving opgenomen van de huidige bedrijfstoestand. Bij de beschrijving van de bedrijfstoestand in het MER vraagt de Dienst Mer een duidelijk onderscheid tussen bestaande, vergunde en toekomstige toestand: de hoeveelheid mest (zowel absoluut als procentueel t.o.v. het totaal) die op de eigen grond uitgevoerd wordt en/of geëxporteerd of verwerkt wordt; een weergave van de totale oppervlakte en de activiteiten van het bedrijf met hierbij een grondige beschrijving van de exploitatiecyclus en de gebruikte batterijen; de beschrijving van de natuurlijke begroeiing op en rond het bedrijfsterrein zoals hagen, struwelen, alleenstaande bomen, ; een beschrijving van het gebruikte ventilatiesysteem en schoorsteentype in de stallen; overzicht van het waterverbruik voor de dieren en het reinigen van de stallen (grondwater, regenwater); reeds genomen maatregelen om de milieu-impact te reduceren aan te geven bij de beschrijving van de huidige situatie; indien mogelijk en nuttig, ter verduidelijking de projectbeschrijving te illustreren met beeldmateriaal. consequentie tussen de waarden in tabellen en in de tekst. Nu wordt bijvoorbeeld in tabel 2 aangegeven dat het woongebied zich op 706 m van Bavarti bevindt, volgens de tekst is het meest nabijgelegen woongebied gelegen op ongeveer 1 060 m. 5. Voorgenomen project en alternatieven art.4.3.7. 1,1,c, d en e De kennisgeving beschrijft in deel 3 het voorgenomen project. Dienst Mer - Richtlijnen 3

Aanvullend op de kennisgeving kan hierbij nog het volgende aangegeven worden: - Indien het bedrijf beschikt over bedrijfseigen percelen zullen deze op kaart aangeduid worden. - De locatie van alle aanwezige infrastructuren (o.a. voedersilo s, toegangswegen, kadaveropslag, opslagtanks ) zal aangeduid worden op kaart. - De mestverwerking zal aan de hand van een duidelijk werkingsschema, met inbegrip van de kwantitatieve gegevens over in- en output en een duidelijke tekstuele beschrijving van de diverse opbouwende delen, worden verhelderd. De bekomen zuiveringsrendementen zullen worden vermeld. De bestemming van zowel de zogenaamde dunne fractie van de mestverwerking als van de dikke fractie na afscheiding van het water dient te worden verduidelijkt. Er zal aangegeven worden hoeveel mest op eigen land afgezet wordt en welke effecten dit veroorzaakt. - Er zal verduidelijkt worden waar de afgegraven grond, die gebruikt zal worden voor de omwalling van de lagune, gestockeerd zal worden. De voor- en nadelen van de verschillende alternatieven zullen in het MER beschreven en afgewogen worden. Het rapport zal aantonen of het voorgestelde project het best haalbare project is voor het milieu, ook op lange termijn. 6. Juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De kennisgeving heeft voldoende opgave gedaan van het juridische/ beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is, in de vorm van een duidelijke overzichtmatrix. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en in het bijzonder ook aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component dienen duidelijk cartografisch gepresenteerd te worden. Voor het Bijzonder Plan van Aanleg wordt verwezen naar paragraaf 2.1, hier is echter niks over een BPA terug te vinden. Het decreet betreffende natuurbehoud en het natuurlijk milieu wordt aangeduid als niet relevant aangezien in de onmiddellijke omgeving van het bedrijf geen VEN-gebieden liggen. Dit decreet gaat echter verder dan enkel de VEN-gebieden, dit decreet is dan ook zeer relevant. 7. Bestaande toestand en milieueffecten 7.1. Bestaande toestand en ontwikkelingsscenario s art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient het gebied met zijn omgeving zoals het er momenteel uitziet te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Dienst Mer - Richtlijnen 4

Relevante ontwikkelingsscenario s dienen te worden uitgewerkt. Naast het voorgenomen project is ook nodig informatie en kennis te vergaren over activiteiten, projecten of plannen die vergund en/of gepland zijn en redelijkerwijze in de onmiddellijke toekomst worden uitgevoerd in de nabije omgeving en die samen met het voorgenomen project een cumulatief effect kunnen teweeg brengen. De kennisgeving geeft op voldoende wijze een beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven en welke bestaande gegevens daarvoor zullen gebruikt worden. In het MER dient de methodologische aanpak en de gebruikte informatiebronnen waarop gesteund wordt voor de beschrijving van de bestaande toestand te worden beschreven. Tijdens het opstellen van het MER dient men gebruik te maken van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. Aanvullend op de kennisgeving kan hierbij nog het volgende aangegeven worden: - In bijlage 7 staat als titel oude en nieuwe situatie hoewel dit enkel de huidige toestand weergeeft. - In één varkensstal is nog natuurlijke ventilatie. Er zal verduidelijkt worden om welke stal het gaat en of er concrete plannen zijn om mechanische ventilatie te installeren. - De totale mestopslagcapaciteit in de huidige situatie zal nagekeken worden, momenteel bestaan er verschillen tussen de hoeveelheid volgens tabel 8 en de tekst bij paragraaf 3.5. - Het projectgebied omvat eveneens de bedrijfseigen percelen waar mest op uitgereden wordt. - Het studiegebied voor biotisch milieu wordt vooral bepaald door lucht, samen met oppervlaktewater en niet door bodem zoals in de kennisgeving is aangegeven. - De relevante VMM- en MAP-meetpunten zullen op kaart gesitueerd worden. 7.2. Milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De kennisgeving geeft een volledige projectgerichte beschrijving per milieuthema van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er gestreefd wordt naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. Voor de beoordeling van de verschillende effectgroepen zal een significantiekader gehanteerd worden. Algemeen dienen over de verschillende disciplines heen de significantiekaders te worden afgestemd (aantal categorieën, benaming ervan) om de vergelijkbaarheid en de eindintegratie zo transparant mogelijk te maken. De effectbespreking zal per milieuthema onderzocht worden. De Dienst Mer kan zich vinden in deze werkwijze, mits per thema ook een duidelijke en verhelderende omslag gemaakt wordt naar de relevante milieudisciplines. De onderzochte thema s zijn geurhinder, verzuring, vermesting, visuele hinder, geluidshinder, stofhinder, verdroging, verontreiniging bodem, Dienst Mer - Richtlijnen 5

verontreiniging oppervlaktewater, verandering biodiversiteit, broeikaseffect en verspreiding van bestrijdingsmiddelen. Hierbij zou nog een onderscheid kunnen gemaakt worden volgens het belang van het thema, mindere belangrijke themata kunnen kort besproken worden. Er zal nagegaan worden of in het verleden klachten geuit zijn ten overstaan van het bedrijf. Indien in het verleden herhaaldelijk klachten, zou kunnen overwogen worden of een meer diepgaande effectbespreking voor betreffende thema s nodig kan zijn, gebruik makend van o.a. metingen. Cumulatieve effecten dienen te worden onderzocht, met name er dient te worden nagegaan in welke mate omliggende activiteiten gelijkaardige milieueffecten genereren. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) Geplande situatie. Aanvullend op de kennisgeving kan hierbij nog het volgende aangegeven worden: - Bij de inschatting van de fijn stof emissies door het bedrijf zal zowel aandacht besteed worden aan geleid als diffuus stof. De hypothese dat er weinig stof verspreid zal worden dient kwantitatief en/of modelmatig ondersteund te worden. De emissies ten gevolge van het aantal dieren zullen berekend worden op basis van emissiefactoren. - Op fijn stof (PM 10 en 2,5 ) dient dieper ingegaan te worden. - Bij stofhinder dient ook getoetst te worden aan de daggemiddelde norm van PM10. Dit kan via omrekening van de dagnorm naar de overeenstemmende jaargrenswaarde (31 µg/m³) vermits dit de meest stringente norm is. - Er dient voldoende aandacht besteed te worden aan eventuele milderende maatregelen, bijvoorbeeld voor diffuus stof: wegen verharden, bandenwasinstallatie,. Ook stofbestrijdende maatregelen (bijvoorbeeld bij vullen/ledigen silo s). - Bij weergave van de PM10 concentraties op VMM meetposten dienen zowel jaar- als daggemiddelde waarden weergegeven te worden. - Er zal een inschatting gemaakt worden van de bijkomende geluidsoverlast door de extra transporten (aanvoer mazout, aan- en afvoer van dieren, mestverwerking). - Hinderaspecten voor de omgeving (geluidshinder, stofhinder, geurhinder, ) zullen onderzocht worden. - De invloed van de uitbreiding van de grondwaterwinning op de ondergrondse watertafel zal nagegaan worden. - Bij voorkeur worden de cumulatieve effecten kwantitatief in rekening gebracht (dus ook de geuremissie van omliggende veebedrijven). Het kennisgevingsdossier is hierover onduidelijk. Voor de verdere invulling van het deelaspect geurhinder wordt verwezen naar de afspraken gemaakt werden tijdens een overleg met de dienst Hinder en Risicobeheer op 11 oktober 2007 (o.a. met de te hanteren toetsingscriteria, te gebruiken geuremissiekengetallen, punt- of oppervlaktebronnen, ). - Bij inschatten van mogelijke geurbronnen zal ook rekening gehouden worden met geuroverlast bij verwijdering van kadavers. Er zal onderzocht worden of een wekelijkse ophaling van kadavers voldoende frequent is in warme perioden om hygiënische problemen te voorkomen. Dienst Mer - Richtlijnen 6

- Er zal nagegaan worden of duurzame energiesystemen (zoals fotovoltaïsche cellen) toegepast kunnen worden. - De aanvulling van de te verwerken mestcapaciteit (ongeveer 13 000 ton niet bedrijfseigen mest per jaar) dient mee beschreven te worden. - Er zal aandacht besteed worden aan de landschappelijke integratie van het bedrijf. De nieuwe stallen en installaties moeten wat vormgeving, aard en kleur van de materialen betreft in overeenstemming zijn met het gebied. - In de omgeving van Bavarti liggen heel wat waardevolle tot zeer waardevolle BWKeenheden. Er dient nagegaan of het enkel gaat om de biologisch waardevolle, biologisch waardevol met zeer waardevolle elementen en biologisch zeer waardevolle elementen. Indien dit het geval is dient de invloed van de geplande ingrepen op de overige minder waardevolle elementen zoals biologisch minder waardevol met waardevolle elementen en de biologisch minder waardevol met waardevolle tot zeer waardevolle elementen eveneens onderzocht te worden. Belangrijk hierbij is dat al deze BWK-eenheden weergegeven worden, samen met de afstand waar ze zich situeren ten opzichte van de bedrijfssite. - De mogelijke effecten op de verandering van de biodiversiteit waaronder de vegetaties in het studiegebied veroorzaakt door verzuring, vermesting, verdroging, verontreiniging oppervlaktewater, dienen op het studiegebied, met in het bijzonder de groene gewestplanbestemmingen, grondig onderzocht te worden. - Er kan een luchtfoto aan de bijlagen toegevoegd worden die naast de bedrijfssite ook de ruimere omgeving weergeeft. - De impact van de bijkomende stallen (extra biggenstal en stal die reeds gebouwd werd in 2007) op de omgeving zal onderzocht worden. 7.3.Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e In het MER worden de mogelijke maatregelen ter beperking van ammoniak- en geuremissie besproken en getoetst aan Best Beschikbare Techniek (BBT). Specifiek dienen daarbij zeker ook de relevante aspecten uit de Vlaamse BBT studie Veeteelt en het BREF document Intensive Livestock Farming aan bod te komen. 8. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen opgedeeld worden naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid dient gemaakt te worden tussen leemten m.b.t. project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. Dienst Mer - Richtlijnen 7

9. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline/thema aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte in de kennis. 10. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De elementen en informatie ten behoeve van het uitvoeren van de watertoets uit het Decreet Integraal Waterbeheer moeten hierin opgenomen worden. Tevens zal men in deze synthese aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 11. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 5,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. 12. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Deze niet-technische samenvatting wordt bij het indienen van de definitieve versie tevens in digitale vorm aangeleverd (1 document). Brussel, 21 december 2007 Koen De Smet Afdelingshoofd Dienst Mer - Richtlijnen 8

Bijlagen Bijlage 1: Er werd door de gemeente Aalter één inspraakreactie ontvangen. Bijlage 2: Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die reageerden en waarmee rekening werd gehouden in deze richtlijnen: LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Milieu & Gezondheid, Dienst Hinder en Risicobeheer (gunther.vanbroeck@lne.vlaanderen.be, 02/553 11 35) LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Milieu & Gezondheid, Dienst Lucht en Klimaat (inge.overmeer@lne.vlaanderen.be, 02/553 11 22) ANB Oost-Vlaanderen (steven.lafort@lne.vlaanderen.be, 09/265 46 95) College van Burgemeester en Schepenen van Aalter Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die hebben laten weten geen opmerkingen te hebben op de inhoudsafbakening en methodologie: Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen (nancy.lemay@rwo.vlaanderen.be, 09/265 46 49) (jeanyves.declippel@rwo.vlaanderen.be, 09/265 46 12) Lijst van de administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die werden uitgenodigd om reactie te geven maar die niet reageerden en waarmee dus ook geen rekening werd gehouden in deze richtlijnen (deze zullen ook geen ontwerptekst meer ontvangen tenzij zij aan de Dienst Mer verzoeken om deze toch te ontvangen): LNE, Afdeling Milieuvergunningen Oost-Vlaanderen Agentschap R-O Vlaanderen, Ruimtelijke Ordening Oost-Vlaanderen VMM, Afdeling Water Oost-Vlaanderen VLM Ontvangt wel een ontwerptekst: De Bestendige Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen Dienst Mer - Richtlijnen 9