De inspectie is uitgevoerd samen met de heer. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico s zware ongevallen 2015.

Vergelijkbare documenten
De inspectie is uitgevoerd samen met de heer. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo.

De inspectie is uitgevoerd samen met mevrouw. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo.

De inspectie is uitgevoerd samen met mevrouw. De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico's zware ongevallen 2015.

Stibbe Advocaten T.a.v. mevrouw mr. Postbus AP AMSTERDAM. Datum: 20 juli 2017 Onderwerp: beslissing op bezwaar.

Van bovengeschetste aanpak kan door de VTH-partners worden afgeweken indien sprake is van ontoelaatbare risico s.

FE3. VNO-NCW de heer J. H. de Boer postbus AA Den Haag. Datum Betreft Implementatie PGS 29 periode Geachte heer De Boer,

Dit zijn overtredingen van artikel 5 lid 1 (RI&E) en artikel 5 lid 3 (PvA) van de arbeidsomstandighedenwet.

U dient binnen 6 maanden na dagtekening van deze brief aan de eisen voldaan te hebben. Hierover leest u meer in bijlage 1.

Op donderdag 18 september 2014 hebben wij, de heer 10.2.E. Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer 10.2.E

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ter informatie zend ik u een afschrift van de correspondentie met betrekking tot de 3 stilleggingen zoals ook mondeling toegelicht aan de heer 10.2.

Na afloop van de termijn wordt uw organisatie opnieuw geselecteerd voor een inspectie op de overtreden onderwerp(en).

Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Aircraft Fuel Supply B.V. Postbus ZS Luchthaven Schiphol

Staatstoezicht op de Mijnen Ministerie van Economische Zaken

Rijnnnond Beschikking. Parallelweg 1 AANTEKENEN Vopak Terminal Europoort B.V. Postbus AB ROZENBURG ZH. Uw kenmerk. Telefoonnummer

Products Solutions Services. High Level Alarms. Industrial Safety

mhtml:file://\\sv frd.shsdir.nl\data\inet\bestanden\poststuk\00\60\22\61\07\0...

Tussenrapport Tankopslag. Inspecties van PGS 29 opslagtanks bij BRZO-bedrijven

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

Opslag brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks. Resultaten plan van aanpak implementatie PGS 29

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Meldingsplichtige arbeidsongevallen. Meld ze direct bij de Inspectie SZW

OMGEVINGSVERGUNNING. Bayer MaterialScience BV

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

In deze procedure wordt bij stap IV gesproken van 2 weken wachten. Gezien het feit dat de zienswijzen bij het bevoegd gezag binnenkomen en er tijd

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

Behandeld door Afdeling Toezicht en Handhaving

ZUID. lan Gedeputeerde Staten. Last onder dwangsom. Geachte directie.

Inventarislijst

ONTWERP-BESLUIT TOT WIJZIGING VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Geachte., Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht: Psychosociale arbeidsbelasting: Werkdruk:

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

Omgevingsdienst NZKG t.a.v. de heer M. van der Putte Postbus EE Zaandam

Per koerier / per aangetekende post / per mail De heer en mevrouw s Gravenweg SC ROTTERDAM

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Handhavingsmogelijkheden Besluit risico s zware ongevallen 2015 Artikel Brzo 2015

Heerlijk Helder Handhaven?

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Algemeen. Zaaknummer Startdatum 12 maart 2018 Zaak afgesloten Printdatum Verantw. Inspecteur. Vestiging

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving

Definitieve beschikking

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5

Het bevel is van kracht geworden op donderdag 24 augustus 2017 om 16:30 uur en is geldig tot donderdag 31 augustus :30 uur.

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Samenvatting van het Brzo-inspectierapport bij ExxonMobil Chemical Holland B.V. RPP te Welplaatweg 2, Botlek Rotterdam

D xxxx. (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Stand van zaken naleving brandveiligheidseisen bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.

Odfjell onverminderd onder verscherpt toezicht

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

llll IIIIIIIIII IIIII llil IIII

Arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p.a. DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus AV Schiedam

tegen het besluit van 13 maart 2017 in het kader van de subsidie SNL, kenmerk

Ons kenmerk: /01

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

Template voor bewerkersovereenkomst

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

DCMR milieudienst. wmmm. Rijnmond

PGS 31: Overige gevaarlijke vloeistoffen: opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties

Boete, dwangsom en stillegging: bezwaar, beroep en betaling

PROVINCIAAL BLAD. maar minder dan maar minder dan maar minder dan

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Arbo-eis terecht? / Het Brzo lijkt voor I-SZW een onuitputtelijke bron om een PGS richtlijn voor te schrijven.

Inspectie SZW Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer.

VERZONDEN - 1 SEP 2015

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

A. Stichting Aeres Groep, hierbij vertegenwoordigd door <<naam>>, te noemen: Opdrachtgever,

Naar een veiliger (proces) industrie. Inspecties naar het onderhoudsmanagement en de veilige en juiste uitvoering van onderhoud bij BRZO-bedrijven

Datum 30 januari 2014 Ons kenmerk DT-EKr Pagina 1 van 8. Betreft

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ februari 2018

Ondermandaatbesluit Directeur RUD Zuid-Limburg bevoegdheden. burgemeester en wethouders en burgemeester van de gemeente Roermond mei 2014.

Aangetekend verstuurd De heer W. De Jong h.o.d.n. De Jong Verzekeringen Haarsterweg VB MARUM

Skal-Reglement bezwaar

Besluit van de Raad van Bestuur van de Kansspelautoriteit als bedoeld in artikel 35 van de Wet op de kansspelen. Besluit

inisterie van Economische Zaken

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Postbus MC 's-hertogenbosch. Datum 14 september 2015 Betreft Aanvraag milieuvergunning Stahl Waalwijk

_ februari 2019

Algemeen. Zaaknummer Startdatum 21 juni 2018 Zaak afgesloten Printdatum Verantw. Inspecteur. Vestiging

RUD UTRECHT. MANDAATLIJST Gemeente, BEPERKT MANDAAT BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN VOORWAARDEN EN REIKWIJDTE (INSTRUCTIES) OPMERKING

Ontbrandingstoestemming. Onderwerp Aanvraag van Katan Vuurwerk om een ontbrandingstoestemming ingevolge het Vuurwerkbesluit.

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag ExxonMobil Chemical Holland t.a.v. de directie Postbus 1293 3180 AG ROZENBURG ZH 3180AG1293 Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag www.inspectieszw.nl Contactpersoon Medewerker afd. Inspectieondersteuning T +31 (0)70 Betreft Eis KMS-code Y04 Geachte directie, Op 12 december 2016 heeft de heer, arbeidsinspecteur bij de inspectie SZW, een inspectie uitgevoerd bij ExxonMobil Chemical Holland te Europoort Rotterdam met betrekking tot de inrichting ExxonMobil Chemicals Holland B.V. (ROP) te Europoort Rotterdam. De inspectie is uitgevoerd samen met de heer bevoegd gezag Wabo en de heer Veiligheidsregio s (Brandweer)., inspecteur van het inspecteur van het bevoegd gezag De inspectie is uitgevoerd in het kader van artikel 13 van het Besluit risico s zware ongevallen 2015. Met mijn brief van 17 januari 2017, kenmerk 81600582/01 bent u geïnformeerd over mijn voornemen u eisen te stellen voor de manier waarop u de in die brief beschreven overtredingen dient op te heffen. U bent en indien van toepassing ook de werknemers in de gelegenheid gesteld uw zienswijze hierover kenbaar te maken. U heeft hiervan gebruik gemaakt in uw brief van 30 januari 2017. In uw zienswijze brief van 30 januari 2017 schrijft u onder andere dat: De reikwijdte van artikel 27 van de Arbowet jo. Artikel 5 Brzo niet zo ver gaat dat op basis hiervan voorschriften uit de PGS-29 opgelegd kunnen worden; Het opleggen van nadere eisen in strijd is met het motiveringsbeginsel, specialiteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel; De nadere eisen aanpassing wat betreft timing behoeven vanwege (onder andere) veiligheids- en milieuredenen. Met betrekking tot dit punt is u per e-mail van 8 mei 2017 om aanvullende informatie gevraagd, die door u is verstrekt per brief van 30 mei 2017. Onderstaand wordt ingegaan op uw zienswijze. Op grond van artikel 27 eerste lid Arbowet kan een eis worden gesteld betreffende de wijze waarop een bepaling bij of krachtens de Arbowet dient te worden nageleefd. Artikel 27, vijfde lid Arbowet noemt de artikelen waarvoor een eis kan worden gesteld voor het bij of krachtens De bevordert door middel van toezicht en handhaving de naleving van wet- en regelgeving ten aanzien van eerlijk, veilig en gezond werken en bestaanszekerheid voor iedereen. Pagina 1 van 8

die artikelen bepaalde. Hierbij worden onder meer artikel 6 Arbowet genoemd. Artikel 5 Brzo 2015 is gesteld krachtens artikel 6 Arbowet zodat een eis kan worden gesteld. Wat het specialiteitsbeginsel betreft, dit brengt met zich mee dat de toestemming voor een bepaalde activiteit op basis van een omgevingsvergunning er niet toe leidt dat, door het uitvoeren van die activiteit, een schending op grond van een bestaande verplichting van een andere wettelijke regeling (in casu de Arbeidsomstandighedenwet en het Brzo 2015), er niet mag worden gehandhaafd. Immers, het belang van arbeidsveiligheid is een andere dan die van vergunningen in het kader van het milieu. Met betrekking tot het motiveringsbeginsel is in de kennisgeving eis gelet op de arbeidsveiligheid en gezondheid van werknemers aangegeven wat er thans niet in orde is, namelijk het ontbreken van een onafhankelijke overvulbeveiliging volgens de huidige stand van de wetenschap en professionele dienstverlening. Hiermee is mede gelet op de feiten en omstandigheden en de in het bedrijf aanwezige kennis, de verplichting voor ExxonMobil voldoende geduid. Met betrekking tot het evenredigheidsbeginsel zijn de vermeende nadelige gevolgen van de eis tot invoering van Onafhankelijke Overloop Beveiligingen voor belanghebbende niet onevenredig in verhouding met de tot het besluit te dienen doelen, namelijk het belang van de arbeidsveiligheid van werknemers. Het evenredigheidsbeginsel is jegens belanghebbende niet geschonden door de gestelde eis tot invoering van de onafhankelijke overvulbeveiligingen. In de aanvullende zienswijze van 30 mei 2017 geeft ExxonMobil aan dat, m.b.t. de Fase 1 maatregelen, één (1) K1 tank binnen de vereiste implementatietermijn (1 januari 2018) van een onafhankelijke overvulbeveiliging zal worden voorzien en dat één (1) K1/K2 intermediate tank (Tk-999) voor 1 januari 2018 uit bedrijf zal worden genomen voor K1/K2 opslag, totdat deze van een onafhankelijke overvulbeveiliging zal zijn voorzien. Verder stelt u dat de overige K1/K2 tanks (Tk-901, 902, 903, 904, 905, 963, 921, 922, 923, 931 en 932) zullen worden voorzien van een onafhankelijke overvulbeveiliging en motiveert u waarom voor deze tanks de implementatietermijnen uit de brief van de Staatssecretaris en de in juli 2016 gepubliceerde PGS-29:2016 niet kunnen worden gehaald. Tevens geeft u aan welke tijdelijke organisatorische maatregelen u zult nemen c.q. u genomen heeft om overvullen te voorkomen totdat de onafhankelijke overvulbeveiligingen zijn geïmplementeerd. Sinds de publicatie van PGS-29 in 2008 was bij ExxonMobil reeds bekend dat deze tanks moesten worden voorzien van een onafhankelijke overvulbeveiliging. Dit is opnieuw bevestigd in de brief van de Staatssecretaris en de in juli 2016 gepubliceerde PGS-29:2016. ExxonMobil heeft sinds 2008 onvoldoende actie ondernomen om de noodzakelijke maatregelen te treffen. De tijdsdruk die nu is ontstaan om de onafhankelijke overvulbeveiligingen binnen de in de aanvullende zienswijze aangegeven maximaal haalbare implementatietermijnen alsnog te realiseren, heeft ExxonMobil zelf veroorzaakt. Desondanks zal in de definitieve eis aangesloten worden bij deze door ExxonMobil aangegeven maximaal haalbare termijnen. M.b.t. de 18 opslagtanks voor de opslag van K3 onverwarmde vloeistoffen waarvoor vóór 1 januari 2023 ( fase 2 ) maatregelen tegen overvullen moeten worden getroffen een onafhankelijke overvulalarmering (OOA) - Pagina 2 van 8

geeft ExxonMobil aan het voorbarig te vinden om nu al toe te zeggen een OOA te installeren op deze tanks. Dit omdat nog niet met zekerheid kan worden gezegd of de OOA vereisten ongewijzigd blijven in de nu in ontwikkeling zijnde PGS-29 nieuwe stijl. Bovendien acht ExxonMobil deze maatregelen op grond van haar eigen veiligheidsevaluatie niet nodig. - ExxonMobil neemt een voorschot op de PGS 29 Nieuwe Stijl. In de PGSen die volgens de Nieuwe Stijl (NS) worden opgemaakt vindt een scenario selectie plaats. Alleen scenario s met een risicowaardering middel en hoog worden behandeld in een PGS NS. Gezien de gevaareigenschappen van klasse 3 (en klasse 4 verwarmde) vloeistoffen, daarbij rekening houdend met de stand van de techniek en de arbeidshygiënische strategie, worden de overvulscenario s met deze klasse stoffen en de HA+OOA vereisten ook in de PGS 29 NS opgenomen. ExxonMobil wordt aangeraden thans al projecten voor te bereiden zodat de gestelde termijnen (zoals nu bij de K1/K2 opslagtanks) niet overschreden worden. - Het maatregelenpakket tegen overvullen (paragraaf 3.3.4 van PGS29:2016) voor bestaande situaties is al op basis van een risicobenadering tot stand gekomen. Hetgeen betekent dat dit maatregelenpakket toekomstbestendig is in relatie tot de PGS Nieuwe Stijl. Ref. https://brzoplus.nl/actueel- 0/nieuwsberichten/nieuwsberichten/nieuwsberichten- 2016/oktober-2016-pgs-29/. - In PGS 29:2008 was het voorschrift (87) opgenomen dat alle PGS 29 tanks dienden te worden voorzien van een OOB. Tijdens de actualisatie van PGS 29 heeft de werkgroep voorschrift 87 uit de PGS 29:2008 aangepast waarbij het maatregelen niveau met betrekking tot het gevaar van overvullen is afgestemd op het gevaar voor de werknemer. Dit aangepaste voorschrift (inclusief implementatietermijnen) is gecommuniceerd in de brief van de Staatssecretaris van I&M en is tevens vastgelegd in voorschrift 3.3.4 van de PGS 29:2016. Dit voorschrift beschrijft de stand der techniek met betrekking tot PGS 29 opslagtanks en de Inspectie SZW is van mening dat dit voorschrift de minimum voorziening ter voorkoming van overvullen van een tank betreft. Hetgeen in de zienswijze(n) wordt gesteld is geen reden om van de eisen af te zien. Overtreding Exxonmobil Chemical Holland Bv ROP (hierna Exxon ROP) heeft 31 verticale cilindrische opslagtanks voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in gebruik, die niet voldoen aan het maatregelpakket voor de aanpak van overvulscenario s, zoals beschreven in: 1) het maatregelenpakket voor aanpak overvulscenario s uit de brief van de staatssecretaris van I&M over de implementatie PGS 29 periode 2016 2022 van 15 februari 2016; 2) de maatregelen voorgeschreven in de voorschriften 3.3.12 en 3.3.13 van de op 15 juli 2016 gepubliceerde PGS-29:2016; 3) de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening. Het betreft de volgende 31 opslagtanks: Zeven (7) opslagtanks zijn dedicated voor klasse 1 vloeistoffen en zijn niet voorzien van de vereiste maatregelen. Dit betreft onder andere de tanks met tanknummers 901, 902, 903, 904, 905 en 963; Pagina 3 van 8

Zes (6) opslagtanks zijn geschikt voor klasse 1 of klasse 2 vloeistoffen en zijn niet voorzien van de vereiste maatregelen. Dit betreft de tanks met tanknummers 921, 922, 923, 931, 932 en 999; Achttien (18) opslagtanks zijn dedicated voor klasse 3 vloeistoffen en zijn niet voorzien van de vereiste maatregelen. Dit betreft onder andere de tanks met tanknummers 951, 971 en 983. Het overvullen van opslagtanks is een reëel risico dat inherent aan tankopslag verbonden is. Overvulling van een opslagtank die is gevuld met een gevaarlijke stof kan leiden tot zware ongevallen met gevolgen voor de menselijke gezondheid, zoals het ontstaan van: - een explosieve dampwolk die kan leiden tot een dampwolkexplosie; - een plasbrand (ontsteking via damp); - blootstelling aan een toxische damp die kan leiden tot overlijden of onomkeerbare gezondheidschade. Het beveiligen van een opslagtank met een onafhankelijke overvulbeveiliging is een technische bron maatregel die, gelet op de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening, ter bescherming van de werknemer redelijkerwijs kan worden gevergd. Uit het voorgaande volgt dat ExxonMobil Chemical Holland niet alle maatregelen heeft getroffen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor de menselijke gezondheid en het milieu te beperken. Dit is een overtreding van Artikel 5 lid 1 van het Besluit risico s zware ongevallen 2015. Opmerkingen: 1. Op 15 februari 2016 is door de Staatssecretaris van I&M een brief uitgestuurd over de implementatie van PGS-29 in de periode 2016-2022. In de bijlage van deze brief is de werkwijze implementatie PGS-29 periode 2016 2022 beschreven, waaronder maatregelen voor de aanpak van overvulscenario's van PGS-29 tanks. 2. In paragraaf 3.3.4, voorschriften 3.3.12 en 3.3.13, van PGS-29:2016, Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks, is een maatregelen pakket beschreven voor aanpak van overvulscenario s. 3. Van de bedrijven wordt een actieve implementatie van PGS 29:2016 verwacht, in samenhang met de in de brief van de staatssecretaris genoemde implementatietermijnen. Het maatregelenpakket tegen overvullen (paragraaf 3.3.4 van PGS29:2016) voor bestaande situaties is al op basis van een risicobenadering tot stand gekomen. Hetgeen betekent dat dit maatregelenpakket toekomstbestendig is in relatie tot de PGS Nieuwe Stijl. 4. De klasse-indeling naar brandgevaar van brandbare vloeistoffen is afhankelijk van het vlampunt. Voor de klasse-indeling verwijs ik naar PGS-29:2016 bijlage A : Begrippen, definities en afkortingen. Brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks ingedeeld in stofklasse 0 moeten worden uitgevoerd met minstens eenzelfde maatregelenpakket en volgens dezelfde implementatietermijnen als stofklasse 1. Naar aanleiding hiervan stel ik de heer u, daartoe bevoegd op basis van artikel 27 van de Arbeidsomstandighedenwet, de volgende eis ter invulling van artikel 5, eerste lid, van het Besluit risico's zware ongevallen 2015: Eis (1) Alle PGS 29 tanks die worden gebruikt voor opslag van klasse 1 brandbare vloeistoffen en/of toxische vloeistoffen (H330 en H331, geclassificeerd Pagina 4 van 8

volgens CLP verordening (EG) 1271/2008) moeten zijn uitgevoerd met: a) een hoogniveau-alarmering die ter plaatse en / of in de controlekamer, alarm geeft, voordat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau in de tank wordt bereikt, zodat maatregelen genomen kunnen worden om de pompcapaciteit te verminderen of het verpompen te stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Waarbij de alarmering zodanig is ingesteld dat er voldoende tijd is bij direct en adequaat reageren om de pompcapaciteit te verminderen of het vullen van de tankt te stoppen zodat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau niet wordt bereikt. En; b) een fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging die bij het bereiken van het hoogst toelaatbare vloeistofniveau in de tank de toevoer naar de tank doet stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Met betrekking tot de hiervoor genoemde maatregelen: - Er moet een methodiek worden gehanteerd die de samenhang tussen de risico s, vastgesteld middels veiligheidsstudies, en (de betrouwbaarheid van de) instrumentatie en bijbehorende maatregelen aantoont en documenteert. De betrouwbaarheid van de instrumentatie en bijbehorende maatregelen moet in relatie staan tot het gezondheids- en veiligheidsrisico. Tussenkomst van een operator is niet toegestaan als onderdeel van de fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging. De methodiek moet worden toegepast alleen met het doel om de benodigde betrouwbaarheid van de maatregelen (waaronder de fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging) af te stemmen op het risico. - Onder fysiek onafhankelijk wordt verstaan: los van niveaumeting en met een apart stuursignaal. - Onder overvulbeveiliging wordt verstaan: elk systeem dat de toevoer tot de tank automatisch doet stoppen zonder tussenkomst van een operator. Met betrekking tot de opslagtanks met tanknummers 902, 905, 922, 923 moet u uiterlijk 31 maart 2018 aan de eis hebben voldaan. Met betrekking tot de opslagtanks met tanknummers 904, 931, 932, 963 moet u uiterlijk 30 juni 2018 aan de eis hebben voldaan. Met betrekking tot de opslagtanks met tanknummers 901, 903, 921 moet u uiterlijk 30 september 2018 aan de eis hebben voldaan. Met betrekking tot de overige tanks voor opslag van klasse 1 brandbare vloeistoffen en/of toxische vloeistoffen (H330 en H331, geclassificeerd volgens CLP verordening (EG) 1271/2008) moet u uiterlijk 1 januari 2018 aan de eis hebben voldaan. Eis (2) Alle PGS-29 tanks die gebruikt worden voor opslag van klasse 2 en klasse 3- verwarmd brandbare vloeistoffen moeten zijn uitgevoerd met: a) een hoogniveau-alarmering die ter plaatse en / of in de controlekamer, alarm geeft, voordat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau in de tank wordt bereikt, zodat maatregelen genomen kunnen worden om de pompcapaciteit te verminderen of het verpompen te stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Waarbij de alarmering zodanig is ingesteld dat er voldoende tijd is bij direct en adequaat reageren om de pompcapaciteit te verminderen of het vullen van de tankt te stoppen zodat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau niet wordt bereikt. En; b) een fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging die bij het Pagina 5 van 8

bereiken van het hoogst toelaatbare vloeistofniveau in de tank de toevoer naar de tank doet stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Afwijking hiervan in bestaande situaties is toegestaan in de volgende uitzonderingsituatie: - Wanneer voor klasse 2 en klasse 3-verwarmd middels een fysiek onafhankelijke instrumentele temperatuurbeheersing is geborgd dat de stoffen te allen tijden minimaal 5 graden Celsius (voor enkelvoudige stoffen) of 15 graden Celsius (voor mengsels) onder hun vlampunt worden opgeslagen, kan in afwijking van voorschrift 3.3.12 lid b van de PGS 29:2016 een fysiek onafhankelijke instrumentele hoog-hoogniveau alarmering toegepast worden in combinatie met operator ingrijpen om het vulproces tijdig te stoppen. Toelichting: Klasse 3 verwarmde stoffen zijn: 1. enkelvoudige stoffen van klasse 3 die minimaal 5 C onder het vlampunt (bepaald met ASTM D3941-90:2007) worden opgeslagen; 2. mengsels van klasse 3 stoffen die minimaal 15 C onder het vlampunt (bepaald met ASTM D3941-90:2007) worden opgeslagen. Met betrekking tot de hiervoor genoemde maatregelen: - Er moet een methodiek worden gehanteerd die de samenhang tussen de risico s, vastgesteld middels veiligheidsstudies, en (de betrouwbaarheid van de) instrumentatie en bijbehorende maatregelen aantoont en documenteert. De betrouwbaarheid van de instrumentatie en bijbehorende maatregelen moet in relatie staan tot het gezondheids- en veiligheidsrisico. Tussenkomst van een operator is niet toegestaan als onderdeel van de fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging. De methodiek moet worden toegepast alleen met het doel om de benodigde betrouwbaarheid van de maatregelen (waaronder de fysiek onafhankelijke instrumentele overvulbeveiliging of de fysiek onafhankelijke instrumentele hoog-hoogniveau alarmering) af te stemmen op het risico. - Onder fysiek onafhankelijk wordt verstaan: los van niveaumeting en met een apart stuursignaal. - Onder overvulbeveiliging wordt verstaan: elk systeem dat de toevoer tot de tank automatisch doet stoppen zonder tussenkomst van een operator. Indien de uitzonderingssituatie niet van toepassing is moet u uiterlijk 1 januari 2019 aan het gestelde in de eis hebben voldaan. Indien de uitzonderingssituatie wel van toepassing is moet u uiterlijk 1 januari 2019 aan het gestelde in de eis met betrekking tot de fysiek onafhankelijke instrumentele temperatuurbeheersing en uiterlijk 1 januari 2021 aan het gestelde in de eis met betrekking tot de fysiek onafhankelijke instrumentele hoog-hoogniveau alarmering hebben voldaan. Eis (3) Alle PGS-29 tanks die gebruikt worden voor opslag van klasse 3- onverwarmd of klasse 4 verwarmd brandbare vloeistoffen moeten zijn uitgevoerd met: a) een hoogniveau-alarmering die ter plaatse en / of in de controlekamer, alarm geeft, voordat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau in de tank wordt bereikt, zodat maatregelen genomen kunnen worden om de Pagina 6 van 8

pompcapaciteit te verminderen of het verpompen te stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Waarbij de alarmering zodanig is ingesteld dat er voldoende tijd is bij direct en adequaat reageren om de pompcapaciteit te verminderen of het vullen van de tankt te stoppen zodat het hoogst toelaatbare vloeistofniveau niet wordt bereikt. En; b) een fysiek onafhankelijke instrumentele hoog-hoogniveau alarmering toepast worden die bij het hoogst toelaatbare vloeistofniveau ter plaatse en/of in de controlekamer alarm afgeeft zodat maatregelen genomen kunnen worden om de toevoer naar de tank te stoppen, waarmee voorkomen wordt dat de tank kan overvullen. Met betrekking tot de hiervoor genoemde maatregelen: - Er moet een methodiek worden gehanteerd die de samenhang tussen de risico s, vastgesteld middels veiligheidsstudies, en (de betrouwbaarheid van de) instrumentatie en bijbehorende maatregelen aantoont en documenteert. De betrouwbaarheid van de instrumentatie en bijbehorende maatregelen moet in relatie staan tot het gezondheids- en veiligheidsrisico. De methodiek moet worden toegepast alleen met het doel om de benodigde betrouwbaarheid van de maatregelen (waaronder de fysiek onafhankelijke instrumentele hoog-hoogniveau alarmering) af te stemmen op het risico. - Onder fysiek onafhankelijk wordt verstaan: los van niveaumeting en met een apart stuursignaal. U moet uiterlijk 1 januari 2023 aan het gestelde in de eis hebben voldaan. De overtreding is met uw vertegenwoordigers na afloop van de inspectie besproken en bovendien vermeld in het aan u toegestuurde inspectierapport. Na afloop van de termijn wordt gecontroleerd of u de geëiste maatregelen heeft getroffen. Als dit niet het geval is, kan dit leiden tot het opmaken van een boeterapport. Tevens kan ik dan gebruik maken van mijn bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen om de noodzakelijke aanpassing te realiseren. Dit is een beschikking in de zin van artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Een afschrift van deze brief is verzonden aan uw medezeggenschapsorgaan. Indien gewenst kunt u op deze brief schriftelijk reageren. Wilt u dan het kenmerk en de datum van deze brief vermelden? U kunt ook telefonisch contact opnemen met de in het briefhoofd vermelde contactpersoon. Meer informatie over de handhaving door de en het werken met gevaarlijke stoffen kunt u vinden op: www.inspectieszw.nl. Pagina 7 van 8