Examen II: Spreken 2009 Opgavenboekje Voorbeeldexamen NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal



Vergelijkbare documenten
NT /2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

2002/2003 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

NT /2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2009 Voorbeeldexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

TOETS NT2-1 spreken. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SPREKEN. niveau B1. tijdsduur: 30 minuten

NT /2004 LUISTEREN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

Hoofdstuk 5 Extra spreekopdrachten 1, 2, 3, 4 en 5

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 5 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd.

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd.

2002/2003 LUISTEREN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

NT2. Examen I: Luisteren. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

2001/2002 LUISTEREN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Proefexamen Schrijven 3 Deel 2

TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten

2002/2003 LUISTEREN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

NT /2004 LUISTEREN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

2002/2003 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1

2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema In en om het huis

2001/2002 LUISTEREN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 70 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

NT2. Examen II: Luisteren. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

Dit is een oefentoets KNM voor het inburgeringsexamen. Print deze toets uit. Elke vraag is multiple choice. U mag geen woordenboek gebruiken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken I (vb 2011) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1

Blusdeken. Opdracht 1. Opdracht 2. Hoofdstuk 6 - Oefening 5 - Extra luisteroefeningen

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Thema In en om het huis.

2003/2004 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

UITWERKING webcase solliciteren & vacature

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Proefexamen Schrijven 2 Deel 2

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

werkbladen thema 5 werk

Voorbeeldexamen Alfa-toetsen

Tijdrovers. Inleiding. Opzet van deze lesbrief. Door Caroline Wisse-Weldam

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

2002/2003 SCHRIJVEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

2002/2003 SPREKEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven I NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

2001/2002 SCHRIJVEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Veelgestelde vragen Wet WIJ

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Kolb Leerstijlen test

Cursus. De wijk in beeld

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften Schrijven II NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Begeleide interne stage

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

1 Uit onderzoek blijkt dat 50% van de ongelukken zijn brandwondongelukken. 0 punten: de persoonsvorm van de bijzin staat op de verkeerde plaats

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

Hoofdstuk 4 Stage en werk zoeken 86 Luisteren 87 Lezen 93 Schrijven 101 Spreken 109

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

Lexien gaat minder werken. Marion gaat werk van haar overnemen. In het gesprek legt Lexien aan Marion uit wat ze allemaal moet doen.

Aflevering 2: Solliciteren

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Deel D Spreken - Thema 11 Milieu

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Dit is een oefentoets KNM voor het inburgeringsexamen. Print deze toets uit. Elke vraag is multiple choice. U mag geen woordenboek gebruiken.

Werkloos? Weener XL helpt u op weg naar werk

Deel D Spreken - Thema 1 Thuiskomen

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Bespreek met elkaar: Wat zijn het voor producten die u op de plaatjes ziet? Welke van deze producten heeft u zelf in huis?

Bedenken: een tekening maken van de held

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Een toverspaarpot Spaar jij graag geld? We gaan een spaarpot maken. Die kan toveren!

Dit is een oefentoets KNM voor het inburgeringsexamen. Print deze toets uit. Elke vraag is multiple choice. U mag geen woordenboek gebruiken.

Aflevering 2: Solliciteren

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Transcriptie:

Examen II: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit drie delen. Elk deel begint met een korte instructie. Daarna komen de opdrachten. U hoort de instructie en de opdrachten. Deze staan ook in uw opgavenboekje. U kunt dus luisteren naar de opdrachten en meelezen in uw boekje. Een pieptoon geeft aan wanneer u moet beginnen met spreken. Als de spreektijd om is, hoort u weer een pieptoon. Daarna begint de volgende opdracht. Soms staan er bij de opdrachten in uw opgavenboekje plaatjes of een stukje tekst. U krijgt altijd tijd om deze extra informatie te bekijken. Er wordt steeds aangegeven wanneer u de informatie in uw boekje moet gebruiken. Lees een stukje tekst niet letterlijk voor. Daarvoor krijgt u geen punten. Bij de meeste opdrachten wordt een situatie beschreven. Probeert u zich in die situatie te verplaatsen. U moet namelijk iets zeggen wat in die situatie past. Bij sommige opdrachten hoeft u zich niet in een situatie te verplaatsen. U kunt dan bijvoorbeeld direct zeggen wat u ergens van vindt. De inhoud van uw antwoord hoeft niet waar te zijn. Uw antwoord moet wel passen in de situatie die bij de opdracht beschreven wordt. Als u vindt dat uw antwoord volledig is, hoeft u niet alle spreektijd te gebruiken. Bij de opdrachten in deel 1 wordt van u een kort antwoord verwacht: een paar woorden of maximaal twee zinnen is genoeg. De spreektijd bij deze opdrachten is steeds twintig seconden. U hoort eerst een voorbeeld. Bij de opdrachten in deel 2 wordt van u een langer antwoord verwacht. De spreektijd bij deze opdrachten is steeds dertig seconden. U hoort eerst een voorbeeld. Bij de opdracht in deel 3 krijgt u een onderwerp voorgelegd. De spreektijd bij deze opdracht is twee minuten. U krijgt twee minuten de tijd om u op de opdracht voor te bereiden. Bij dit deel is géén voorbeeld. Alles wat u zegt tijdens de toets, wordt opgenomen. Het is belangrijk dat u duidelijk spreekt. Let erop dat u niet te zacht spreekt. Het examen wordt nu gestart. U moet eerst uw nummer en naam inspreken. NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal

2

Deel 1 Instructie - Uw antwoorden bij de opdrachten in dit deel moeten kort zijn. Soms zijn enkele woorden al genoeg, soms moet u één of twee zinnen zeggen. U hebt hier twintig seconden spreektijd. - Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij een opdracht. Voor het bekijken van deze extra informatie krijgt u steeds vijf seconden de tijd. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. - Er volgt nu eerst een voorbeeld. Luister goed. U hoeft nog niet te spreken. Voorbeeld Voor het aanvragen van een studiebeurs hebt u formulieren nodig. Deze formulieren hebt u nog deze week nodig. U belt een bureau voor studiefinanciering. Wat vraagt u? - Dit was het voorbeeld. Dan begint nu de toets. Sla de bladzijde om. 3

1 U gaat op dinsdagavond een cursus volgen van 19.00 tot 21.30 uur. Tijdens de eerste bijeenkomst vraagt de docente wat u liever wilt: een pauze van een kwartier halverwege de les of geen pauze en al om 21.15 uur naar huis. Vertel de docente wat u liever wilt en vertel ook waarom u dat wilt. U hoort eerst de docente. 2 U studeert economie. U moet samen met een andere student een werkstuk maken. Gisteren zou uw medestudent zijn gedeelte naar u mailen. U zet de computer aan. Kijk naar het plaatje. U belt uw medestudent op. Luister naar de medestudent en reageer. 3 U hebt meegedaan aan een wedstrijd van een reisbureau en u hebt de tweede prijs gewonnen. U kunt kiezen tussen een videocamera en een reischeque. Een kennis vraagt welke prijs u kiest. Vertel de kennis wat u kiest en vertel ook waarom. U hoort eerst de kennis. 4

4 U gaat twee weken op vakantie. Een kennis komt in die tijd in uw huis wonen. Deze kennis moet tijdens de vakantie enkele dingen voor u doen. Kijk naar de plaatjes. Vertel de kennis wat hij moet doen en wanneer hij dat moet doen. U hoort eerst de kennis. 5 U werkt bij een bedrijf. Bij uw bedrijf komt een vacature vrij voor administratief medewerker. U vindt dat een kennis van u bij uw bedrijf moet solliciteren. Vertel de kennis waarom ze bij uw bedrijf moet solliciteren. U hoort eerst uw kennis. 6 U gaat een taalcursus volgen. Bij het opleidingscentrum zijn er twee mogelijkheden: individuele training of een groepscursus. Vertel wat u het liefste doet. Vertel ook waarom. U hoort eerst een medewerker van het opleidingscentrum. Einde deel 1. Ga verder op pagina 7 5

6

Deel 2 Instructie - Bij de opdrachten in dit deel wordt van u een langer antwoord verwacht. U hebt hier dertig seconden spreektijd. - Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij een opdracht. U moet deze informatie gebruiken bij het geven van uw antwoord. In dit deel krijgt u altijd vijftien seconden de tijd om uw antwoord voor te bereiden. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. - Er volgt nu eerst een voorbeeld. Luister goed. U hoeft nog niet te spreken. Voorbeeld U woont in een flat. U moet het groente- en fruitafval in een aparte container doen. Deze container wordt één keer per twee weken leeggemaakt. U vindt dat dit iedere week moet gebeuren en gaat naar de Gemeentelijke Reinigingsdienst. Vertel de medewerker van de gemeente dat de container elke week leeggemaakt moet worden. Geef daar ten minste twee redenen voor. U krijgt eerst de tijd om uw antwoord voor te bereiden. Begin na de pieptoon met spreken. - Dit was het voorbeeld. Dan gaat de toets nu verder. Sla de bladzijde om. 7

1 U hebt nieuwe buren. U praat met de buurman over uw hobby s. In uw vrije tijd doet u vaak vrijwilligerswerk voor het wijkcentrum. De buurman vraagt wat voor werk dat is. Kijk naar de plaatjes. Vertel de buurman wat u in het wijkcentrum doet en wanneer. U moet daarbij alle plaatjes gebruiken. U hoort eerst de buurman. 8

2 Kennissen van u krijgen een kind. Ze willen een huis kopen. Ze laten u advertenties zien van twee huizen die te koop zijn en willen graag uw mening horen. U vertelt de kennissen welk huis u het beste vindt en waarom. Kijk naar de plaatjes. Vertel de kennissen welk huis u geschikter vindt en waarom. Geef ten minste twee redenen. 9

3 U werkt in een ziekenhuis. Een patiënt moet morgen naar het ziekenhuis komen om geopereerd te worden. U belt de patiënt op en vertelt hem hoe hij zich op de operatie moet voorbereiden. Kijk naar de plaatjes. Vertel de patiënt hoe hij zich op de operatie moet voorbereiden. U moet daarbij alle plaatjes gebruiken. Luister naar de patiënt en reageer. 4 U werkt sinds een jaar als projectmedewerker bij een onderzoeksbureau. U vindt dat u uw werk goed hebt gedaan en dat u daarom een salarisverhoging verdient. U hebt een gesprek met uw baas. Vertel hem dat u salarisverhoging wilt en ook waarom u dat wilt. Geef ten minste twee redenen. U krijgt eerst de tijd om uw antwoord voor te bereiden. Begin na de pieptoon met spreken. 10

5 U volgt een opleiding. U organiseert een excursie voor uw medestudenten. Het wordt een excursie naar de havens van Rotterdam. Tijdens een informatiebijeenkomst vertelt u aan uw medestudenten wat u die dag allemaal gaat doen. Kijk naar de plaatjes. Geef uw medestudenten een beschrijving van het programma van die dag. U moet daarbij alle plaatjes gebruiken. 11

6 U bent hoofd van een afdeling op een kantoor. De kamer van een medewerker moet worden geschilderd. Voordat de schilder komt, moet de medewerker een aantal dingen doen. Kijk naar de plaatjes. Vertel de medewerker wat hij moet doen, voordat de schilder komt. U moet daarbij alle plaatjes gebruiken. U hoort eerst de medewerker. 12

7 U bent voor uw werk in een andere stad. U logeert in een hotel. U bent niet tevreden. U gaat naar de eigenaar om te klagen. Kijk naar de plaatjes. Vertel de hoteleigenaar waarom u niet tevreden bent. U moet daarbij alle plaatjes gebruiken. U hoort eerst de hoteleigenaar. 13

8 U bent inspecteur bij de gemeente. U controleert restaurants op brandveiligheid. U bent in een restaurant dat niet brandveilig is. U vertelt de eigenaar welke drie maatregelen hij moet nemen om zijn restaurant veiliger te maken. Kijk naar de plaatjes. Vertel de eigenaar van het restaurant welke drie maatregelen hij moet nemen om zijn restaurant veiliger te maken. U hoort eerst de eigenaar. 14

9 Wat vindt u? Nederlandse onderzoeksbureaus bellen vaak mensen op om een enquête te houden. Ze stellen vragen over allerlei onderwerpen. Sommige mensen hebben een hekel aan telefonische enquêtes, anderen vinden het geen probleem telefonisch allerlei vragen te beantwoorden. Wat vindt u van telefonische enquêtes? Vertel ook waarom u dat vindt. U krijgt eerst de tijd om uw antwoord voor te bereiden. Begin na de pieptoon met spreken. Einde deel 2. Ga verder op pagina 17 15

16

Deel 3 Instructie - Bij de opdracht in dit deel moet u langere tijd spreken. U hebt hier twee minuten spreektijd. - U krijgt van tevoren twee minuten de tijd om uw verhaal voor te bereiden. In die tijd bekijkt u de informatie in uw opgavenboekje en bedenkt u wat u wilt gaan zeggen. - Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. - Bij dit deel is géén voorbeeld. - Dan gaat de toets nu verder. - Sla de bladzijde om. 17

1 U woont in de wijk Groothof. Het is een drukke wijk met veel verkeer. U bent lid van de wijkcommissie. Er is een bijeenkomst over de verkeersveiligheid in de wijk. Tijdens de bijeenkomst geeft u een presentatie. Tijdens de presentatie vertelt u over de verkeersveiligheid in uw wijk. Ook geeft u een aantal mogelijkheden om de wijk verkeersveiliger te maken. U geeft aan welke mogelijkheid u het beste vindt en waarom. aantal verkeersongevallen in Groothof 14 12 10 8 6 4 2 0 1999 2000 2001 2002 2003 Het is belangrijk: - dat u iets vertelt over de verkeersveiligheid in uw wijk, - dat u een aantal voorstellen doet voor de verbetering van de verkeersveiligheid, en - dat u aangeeft welk voorstel u het beste vindt en waarom. Alleen dan kunt u namelijk het volle aantal punten voor deze opdracht krijgen. U krijgt nu eerst twee minuten de tijd om te bedenken wat u tegen de wijkbewoners gaat zeggen. Bekijk in die tijd ook de informatie. Begin na de pieptoon met spreken. Bij mogelijke verbeteringen kunt u denken aan: - verkeersdrempels - rotondes - beperking maximale snelheid - waarschuwingsborden - verbod voor auto s -. 18 Einde deel 3. Spreek nu nog een keer uw examennummer in, en ook uw naam. Einde van het examen Spreken II. Doe uw boekje dicht. Het wordt nu opgehaald.

19

20

21

22

23

Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal 2009. Auteursrecht voorbehouden. Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie/reprografie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook.