Taal en rekenniveaus bij instroom en uitstroom van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. José van der Hoeven en Joost Meijer, KPC Groep



Vergelijkbare documenten
Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader

filmpje bewindslieden (

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Referentieniveaus en doorlopende leerlijnen VO-MBO. Jan van Weerden Hoofd Research POVO

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Taal- en rekenvaardigheden van vmboleerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten.

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

Rapportage. De invoering van referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO. In opdracht van: mevrouw J. Kerkhoffs en de heer J.

Taal- en rekenvaardigheden van vmbo-leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten

Diagnostische toetsen. Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen. toetsen bij referentieniveaus

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leren in het platte vlak: taalonderwijs van punten langs lijnen naar ruimte

Rotterdam, februari 2013 Betreft: Verandering invoering nieuwe eisen m.b.t. Nederlands en rekenen. Geachte ouders/verzorgers en leerlingen,

Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april Rianne Reichardt

NOT 24 januari 2013 Taal en rekenen, de basis versterkt! Ria van de Vorle (SLO)

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO

Rekenen van groep 8 naar de brugklas. Herfst, 2012 Bert Claessens (HAN)

notitie Opbrengsten onderzoeken naar aanleiding van advies van

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum Centrale examinering taal en rekenen mbo

Enkele rekenexperts, docenten en andere betrokkenen. Rekentoetswijzercommissie voortgezet onderwijs. Expertmeeting rekentoetsen vo

Kennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs Suggesties voor bespreking in het team

Drentse Onderwijsmonitor 2014

Rapportage. De invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het havo/vwo

Referentieniveaus taal en rekenen Primair onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ARTIKEL. Anneke Notenboom

Recht op geletterd(heid)!

Referentieniveaus Nederlandse taal

REKENEN IN HET MBO. Rekenles lastige opgave. Ingrid Christoffels & Annemarie Groot, Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Taal- en rekenbeleid op het Valuascollege

CvE-bijlage bij rapportage invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

Rapportage TOA. Taal en Rekenen in de regio Den Haag Schooljaar Algemene bevindingen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Toets 0 t/m 3. Voortgang in beeld. Advies en determinatie Volgen Kwaliteitsbewaking Indicatie op referentieniveaus

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toets 0 t/m 3. Voortgang in beeld. Advies en determinatie Volgen Kwaliteitsbewaking Indicatie op referentieniveaus

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Datum 24 september 2014 Gevolgen van de referentieniveaus taal voor de normering van de centrale examens Nederlands 2015

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

SAMENVATTING DIGITALE VELDRAADPLEGING. Syllabus Nederlands 2014 vmbo

Informatieblad Rekenen September 2012 Locatie Zusterstraat Schooljaar VWO, HAVO, MAVO en VMBO

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Toewijzing en invoering Referentiekader Taal en Rekenen Een evenwichtige ambitie

Ecbo-donderdagmiddaglezing. Rekenniveaus op het mbo. Marieke Buisman

De Centrale Eindtoets anno nu en in de toekomst. Margit van Aalst (CvTE) Iris Verbruggen (Stichting Cito)

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

Eindtoets & Overgang PO-VO.

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Onderzoek Passend Onderwijs

Kunnen leerlingen wat ze moeten kunnen?

De scholen voor voortgezet onderwijs, t.a.v. de directeur, de examensecretaris en de docenten Nederlands

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie?

Product Informatie Blad - Taaltoets

Referentieniveaus en leesbevordering voor zwakke lezers

"Daarbij moet het koppie gewoon zijn werk doen"

De Politieke Barometer Onderwijs

Rekenbeleid. Procesbeschrijving. Versie: 1

Margit van Aalst (CvTE) Iris Verbruggen (Cito) Overzicht presentatie. verantwoordelijkheden van het cvte

Stromen door het onderwijs

Product Informatie Blad Toets Engels

Referentieniveaus en VVE: wat moet je ermee?

INSIGHT Rekentoets. Witboek Insight rekentoets. Tijd voor rekenen! 1

14 Vragen en antwoorden

Hoe het basisonderwijs stilletjes efficiënter werd

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands

Naar een referentieniveau Nederlandse taal voor het primair onderwijs

Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

De Politieke Barometer Onderwijs 2011

Speaking English: a piece of cake? Resultaten van landelijk onderzoek naar het niveau gespreksvaardigheid Engels van de leerlingen

Doorlopende leerlijnen Taal

Verslag resultaten enquête onder de vmbo leden NVvW

Product Informatie Blad - Rekentoets

OVERGANGSNORMEN LOCATIE OOSTERWEG

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

TECHNIEKPACTMONITOR.NL HIGHLIGHTS 2017

Handscoring Eindtoets Basisonderwijs 2010

CONFERENTIE DOORLOPENDE LEERLIJNEN TAAL EN REKENEN

Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen (2010). Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 265.

Toets 0 t/m 3. Voortgang in beeld. Advies en determinatie Volgen Kwaliteitsbewaking Indicatie op referentieniveaus

Ministeriële ingreep: rekenniveau omhoog

De Effectiviteit van het Daltononderwijs

Taal- en rekenbeleid. Acties op vier niveaus

5. Onderwijs en schoolkleur

vormgeven van rekenen in het VO

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1

Amsterdam, september PTA 3e leerjaar Sector: Zorg & Welzijn/Economie Afdeling: Verzorging/Administratie Gemengde leerweg

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Modellen voor rekenen in het VO

Verantwoording meting taal en rekenen 2010

Transcriptie:

Taal en rekenniveaus bij instroom en uitstroom van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo José van der Hoeven en Joost Meijer, KPC Groep Inleiding In 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking getreden. Dat betekent dat vanaf dat moment is vastgelegd wat leerlingen op verschillende niveaus en in verschillende fasen van hun onderwijsloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kunnen en kennen op het gebied van Nederlandse taal en rekenen, en dat scholen hun leerlingen een taal- en rekenaanbod zouden moeten aanreiken, waarmee leerlingen het beoogde niveau kunnen halen. Uit onderzoek van Duo Market Research (2010) bleek dat vmboscholen voldoende op de hoogte zijn van de invoering van referentieniveaus. Opmerkelijk was wel, dat ongeveer helft van de respondenten knelpunten bij de invoering verwachtte, vooral bij de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (BB). Voor zowel taal als rekenen sprak men de verwachting uit dat niveau 2F voor deze leerlingen te hoog zou zijn. Vmbo-scholen zaten volgens dit onderzoek niet stil. Zo gaf tweederde van de scholen aan taal- en rekenbeleid te ontwikkelen. Echter, slechts 25 % van de scholen gaf aan het taal- en reken curriculum daadwerkelijk vorm te geven. Hoe staat het met de taal- en tegenprestaties in het vmbo? Volgens het referentiekader taal en rekenen (Meijerink, 2009) zouden leerlingen ideaal gesproken op niveau 1F instromen zodat zij na vier jaar op niveau 2F kunnen uitstromen. De commissie Meijerink schatte dat in werkelijkheid circa 75% van de leerlingen deze niveaus in respectievelijk in groep 8 van het basisonderwijs en aan het einde van het voortgezet onderwijs beheerst. Roeleveld en Béguin (2009) komen op grond van onderzoek binnen het PRIMA-cohort tot een schatting van het percentage leerlingen dat het fundamentele niveau 1F bij intrede van het voortgezet onderwijs beheerst. Circa 45% van leerlingen in groep 8 met het advies vmbo beroepsgerichte leerweg zou volgens hen rekenniveau 1F beheersen, en ongeveer 77% van de leerlingen met het advies vmbo gemengd - theoretisch. In de eerste monitor van het reken- en taalonderwijs (CITO, 2009.) bleek dat aan het eind van het vmbo veel leerlingen het gewenste niveau 2F (nog) niet hadden gehaald. In de richting basisberoepsgerichte leerweg (BB) hadden de meeste leerlingen het niveau 2F niet gehaald (87% voor rekenen, 77% voor taal), in de gemeng theoretische leerweg (GT) richting hadden de meeste leerlingen(76-95%) wel het niveau 2F gehaald. Ook in de tweede monitor (CITO, 2011) bleek dat er een grote variatie is tussen de taal- en rekenprestaties in de verschillende leerwegen van het vmbo. Het beeld verschilde niet opmerkelijk van het beeld van 2009. Voor de BB-leerlingen gold dat 45% van de leerlingen geen van de vaardigheden op niveau 2F beheerste. De BB-leerlingen presteerden het slechtst op de onderdelen rekenen (88% van de leerlingen beheerst 2F niet) en taalverzorging (71% van de leerlingen beheerst 2F niet). Slechts 37% van de leerlingen in de kaderberoepsgerichte 1

leerweg (KB) van het vmbo beheerst het niveau 2F voor rekenen, terwijl dit 71% is voor leerlingen in vmbo-gt. Deze gegevens zijn gebaseerd op de afname met het meetinstrument diagnostische toetsen. Het vooronderzoek naar de rekentoets voor het voortgezet onderwijs laat andere resultaten zien. Daar zijn de percentages voor de beheersing van niveau 2F voor BB-leerlingen en KB-leerlingen flink hoger, i.e., respectievelijk 24% en 48%, terwijl GT-leerlingen het iets minder goed doen (67%). Daarbij moet worden aangetekend dat de aantallen leerlingen in BB en KB in dit vooronderzoek kleiner waren dan 300, waardoor de betrouwbaarheidsintervallen van de geschatte percentages relatief groot zijn. Het 95% betrouwbaarheidsinterval van de schatting van het percentage beheersing onder BB-leerlingen op grond van afname van de diagnostische toetsen ligt tussen 9% en 16%, voor KB-leerlingen tussen 32% en 41% en dat voor GTleerlingen tussen 69% en 74%. Kortom, er lijkt nogal wat af te dingen op de geschatte percentages leerlingen uit het vmbo die het referentieniveau 2F in het eindexamenjaar beheersen. Opmerkelijk ten opzichte van de monitor van 2009 was de vooruitgang in de prestaties voor lees- en luistervaardigheid van vmbo-kb-leerlingen. Zij presteerden aanzienlijk beter op lees- en luistervaardigheid dan op taalverzorging en rekenen. Tekorten in de taal- en rekenprestaties werken door in het vervolgonderwijs. Uit een mboenquête bleek dat 80% van de mbo-instellingen tekorten vaststelden bij instromende vmbo-ers. Bij leerlingen die vanuit de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg instromen werden tekorten geconstateerd op het gebied van woordenschat, begrijpend lezen, spellling, schrijfvaardigheid, en de basisvaardigheden rekenen (getallen en bewerkingen, breuken en procenten). Deze tekorten werden in het mbo het meest frequent vastgesteld bij leerlingen uit de sector economie. Mogelijk is dit te verklaren vanuit de leerinhouden van de mbo-opleidingen die eisen stellen aan taalvaardigheid bij secretariële opleidingen en aan de rekenvaardigheden bij administratieve opleidingen (Hofman & Spijkerboer, 2009). De oorzaken van de tekorten of het tegenvallende prestatieniveau zijn voor een deel terug te voeren op onderwijsfactoren. In onderzoek naar de kwaliteit van het taalonderwijs op 72 vmbo scholen stelde de Inspectie van het Onderwijs (2008) onder andere vast dat: leraren van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg vaak niet weten hoe de taalprestaties van deze leerlingen waren in het basisonderwijs terwijl deze gegevens wel beschikbaar zijn, dat slechts 30% van de scholen heeft vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen na het tweede leerjaar en dat 75% van de scholen niet toetst of leerlingen na twee jaar het gewenste taalniveau hebben bereikt. Eenzelfde beeld werd gevonden voor het rekenonderwijs (Inspectie van het Onderwijs, 2009). Voor rekenen constateerde de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008) daarnaast dat er binnen de verschillende onderwijstypen te weinig aandacht is voor het onderhoud van verworven rekenvaardigheden. Bepaalde routes binnen het onderwijsstelsel leiden ertoe dat leerlingen jarenlang niets doen met hun rekenvaardigheden. Zo laat 20% van de vmbo-leerlingen het vak rekenen vallen na het tweede leerjaar (Ballering, 2009). 2

Het referentiekader Nederlandse taal en rekenen zorgt voor ijking van het beheersingsniveau op het gebied van taal en rekenen op verschillende drempels in de leerloopbaan. Het is echter de vraag of leraren voldoende zicht hebben op de vaardigheden die hun instromende en uitstromende vmbo-leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg al dan niet beheersen. Op grond van de bevindingen van de Inspectie van het onderwijs kan worden verondersteld dat deze kennis te wensen overlaat (2008, 2009). Deze vraag was voor ons dan ook het uitgangspunt voor een onderzoek naar de kennis van vmbodocenten over het taal- en rekenvaardigheidniveau van leerlingen in BB en KB bij instroom in, en uitstroom uit het vmbo. Analoog aan de opzet van onderzoek van Meijer en Mellink (2000; zie ook Meijer, 2007) is een viertal vragenlijsten ontwikkeld voor docenten in het eerste jaar en het eindexamenjaar van BB en KB in het vmbo, voor respectievelijk taal en rekenen. Aan docenten in het eerste jaar zijn de referentieniveaus 1F voorgelegd met de vraag aan te geven in welke mate instromende leerlingen uit het basisonderwijs deze niveaus beheersen. De docenten konden dit aangeven met behulp van een traditioneel schoolcijfer tussen 1 en 10. Aan leraren in het vierde leerjaar zijn de referentieniveaus 2F voorgelegd met de vraag in hoeverre uitstromende leerlingen deze niveaus zouden beheersen. Docenten konden dit aangeven op een vijfpuntsschaal waarbij een 1 betekende geen enkel probleem, een 2 nauwelijks een probleem, een 3 wel enigszins een probleem, een 4 een groot probleem en een 5 een onoverkomelijk probleem. De vragenlijsten werden vormgegeven als webenquêtes. De referentieniveaus werden conform het rapport Meijerink (2009) ingedeeld in verschillende domeinen. Voor taal waren dat mondelinge taalvaardigheid, luistervaardigheid, spreekvaardigheid, lezen van zakelijke teksten, fictie en verhalen, en schrijfvaardigheid. Voor rekenen gaat het om getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Bij rekenen werd bovendien een onderscheid gemaakt tussen paraat hebben en functioneel gebruiken. De directeuren van 397 intersectorale vestigingen van vmbo-scholen kregen een brief toegestuurd met het verzoek geschikte leraren te benaderen met de vraag om de internetvragenlijst in te vullen. In de brief werd de URL vermeld, waar de vragenlijst te bereiken was. Omdat de respons zeer laag was, zijn daarna nog enkele docenten telefonisch geïnterviewd, deels bij wijze van non-respons onderzoek. Hierbij werden omwille van tijdsoverwegingen per domein slechts twee omschrijvingen van referentienievaus aan de respondenten voorgelegd. Resultaten Respons De respons was bijzonder teleurstellend, gemiddeld circa 15%. Veel leraren bleken de vragenlijsten wel te hebben geopend, maar niet ingevuld. Opmerkelijk was, dat de respons onder leraren die aan leerlingen in het eindexamenjaar les gaven, hoger was dan de respons onder docenten van het eerste leerjaar (65 versus 50 voor taal en 56 versus 42 voor rekenen). Wellicht kunnen leraren van het eerste leerjaar het beheersingsniveau van hun leerlingen moeilijker taxeren dan leraren van leerlingen in het eindexamenjaar. De telefonische vraaggesprekken leverden eveneens een zeer teleurstellende respons op. Bij een totaal van 213 internetvragenlijsten werden slechts 35 extra telefonische vraaggesprekken afgerond. Deze vraaggesprekken worden derhalve hier niet besproken. 3

Eerste jaar; taal Gemiddeld gesproken werd de beheersing van de referentieniveaus voor taal onder BBleerlingen als twijfelachtig beoordeeld (5,1), voor KB-leerlingen was het oordeel gunstiger, i.e., iets meer dan voldoende (6,2). Zowel in de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg waren leraren het meest optimistisch over de spreekvaardigheid van hun leerlingen. Het minst gunstig waren de oordelen over luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten. Eerste jaar; rekenen Het beheersingsniveau voor rekenen onder BB-leerlingen werd als onvoldoende beoordeeld. Het gemiddeld gegeven cijfer bedroeg 4,5. Functioneel gebruik werd gemiddeld met een 4,3 beoordeeld en paraat hebben met een 4,6. Paraat hebben en functioneel gebruik binnen het domein verhoudingen scoren het laagst; meten en meetkunde het hoogst. In de kaderberoepsgerichte leerweg wordt gemiddeld een voldoende cijfer gegeven, i.e., een 5,8. Ook onder KB-leerlingen wordt voor functioneel gebruik een lager cijfer gegeven dan voor paraat hebben (5,7 versus 5,9). Paraat hebben van kennis en vaardigheid omtrent getallen en functioneel gebruik van kennis en vaardigheid omtrent verhoudingen scoren het laagst. Paraat hebben en functioneel gebruik van kennis omtrent verbanden scoren het hoogst. Het lijkt erop dat functioneel gebruik slechter is beoordeeld dan paraat hebben, dit geldt echter alleen binnen de domeinen getallen en verhoudingen, zowel binnen BB als KB. Eindexamenjaar; taal Voor BB-leerlingen geven de leraren gemiddeld een beoordeling van 3,2 punten, ongeveer corresponderend met de taxatie dat de beheersing van de referentieniveaus voor taal door eindexamenleerlingen wel of in elk geval enigszins een probleem zal zijn. De problematiek voor KB-leerlingen wordt duidelijk als minder ernstig beoordeeld, i.e., met een gemiddelde score van 2,6. Dat wil dus zeggen het midden houdend tussen nauwelijks een probleem en wel enigszins een probleem. Net als in het eerste jaar zijn leraren het minst optimistisch over de beheersing van luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten en het meest optimistisch over spreekvaardigheid. Dat geldt zowel binnen de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg. Eindexamenjaar; rekenen Ook voor de leerlingen in het eindexamenjaar wordt in de kaderberoepsgerichte leerweg gemiddeld een betere beoordeling gegeven dan in de basisberoepsgerichte leerweg, dat is 2,6 versus 3,4. Voor rekenen wordt in de kaderberoepsgerichte leerweg net als voor taal geschat dat de problematiek het midden zal houden tussen nauwelijks en wel of enigszins.voor rekenen wordt in de basisberoepsgerichte leerweg iets meer problematiek verwacht dan voor taal. In de basisberoepsgerichte leerweg én de kaderberoepsgerichte leerweg worden de meeste problemen verwacht in het domein verhoudingen, dat geldt zowel voor paraat hebben als functioneel gebruik. De minste problemen worden verwacht binnen het domein getallen, zowel voor paraat hebben als voor functioneel gebruik, in beide leerwegen. In de basisberoepsgerichte leerweg wordt functioneel gebruik problematischer geacht dan paraat hebben (3,5 versus 3,4). Dat geldt ook voor de kaderberoepsgerichte leerweg (2,8 versus 2,6). Nadere analye leert dat dit met name geldt voor het domein verbanden in beide leerwegen en voor het domein verhoudingen in de kaderberoepsgerichte leerweg. 4

In de volgende tabel wordt samengevat welke domeinen binnen taal en binnen rekenen volgens de respondenten het slechtst en het best worden beheerst. Tabel I Domeinen die volgens respondenten het slechtst en het best worden beheerst BB KB Taal Leerjaar 1 slechtst Luistervaardigheid Lezen zakelijke teksten Luistervaardigheid Lezen zakelijke teksten best Spreekvaardigheid Spreekvaardigheid Leerjaar 4 slechtst Luistervaardigheid Lezen zakelijke teksten Luistervaardigheid Lezen zakelijke teksten best Spreekvaardigheid Spreekvaardigheid Rekenen Leerjaar 1 slechtst Verhoudingen Getallen Paraat hebben best Meten en meetkunde Verbanden Functioneel gebruik slechtst Verhoudingen Verhoudingen best Meten en meetkunde Verbanden Leerjaar 4 slechtst Verhoudingen Verhoudingen Paraat hebben best Getallen Getallen Functioneel gebruik slechtst Verhoudingen Verhoudingen best Getallen Getallen Het beeld voor taal is bijzonder eenduidig. Zowel voor leerjaar 1 als leerjaar 4 en zowel binnen BB als KB wordt de beheersing van luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten als het slechtst beoordeeld en spreekvaardigheid als het best. Bij rekenen is het beeld iets diffuser. In het eindexamenjaar wordt de beheersing van verhoudingen het slechtst beoordeeld en de beheersing van getallen als het best. Dat geldt zowel binnen het BB als het KB, en zowel voor paraat hebben als functioneel gebruik. De beheersing van verhoudingen wordt ook in het eerste leerjaar als het slechtst beoordeeld, met uitzondering van paraat hebben in het KB, waar getallen als het slechtst uit de bus komt. Voorts wordt meten en meetkunde in het BB als het best beoordeeld en verbanden in het KB, zowel voor paraat hebben als functioneel gebruik. Al met al een vrij consequent beeld, waarop aanbevelingen kunnen worden gebaseerd. Daarop wordt in de conclusie en discussie teruggekomen. Opvallend is dat de resultaten van het onderzoek in grote lijnen sterk overeenkomen met de enquête die door onderzoeksbureau RenM onlangs is uitgevoerd (Got It?!, 2012). De respons in dat onderzoek was overigens nog lager dan de respons in het door ons uitgevoerde onderzoek, zij bedroeg een luttele 7,8%. Conclusie en discussie Hoewel het in dit onderzoek slechts over beoordelingen van leraren gaat en niet om objectieve gegevens over de werkelijke beheersing van de referentieniveaus, zijn de beoordelingen opvallend consistent. De beheersingsniveaus taal en rekenen van KB-leerlingen worden zoals verwacht gunstiger beoordeeld dan de beheersingsniveaus taal en rekenen van BB-leerlingen. 5

Voor taal beoordelen docenten zowel in de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg en zowel in het eerste jaar als in het eindexamenjaar de beheersing van spreekvaardigheid het meest gunstig en luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten het minst gunstig. In de kaderberoepsgerichte leerweg wordt het gewenste taalbeheersingsniveau, in dit geval 2F voor het merendeel van de leerlingen zonder veel problemen haalbaar geacht. De vraag is in hoeverre docenten bij het invullen van onze vragenlijst zijn beïnvloed door de uitkomsten van de monitor van CITO. In deze monitor werden in 2010 hogere prestaties voor lees- en luistervaardigheid van vmbo-kb-leerlingen gemeten dan bij de eerste meting (CITO, 2009, 2011). Het is niet ondenkbaar dat docenten de uitkomsten van de monitor hebben aangegrepen om het taalbeheersingsniveau van hun leerlingen in te schatten en dus dienovereenkomstig op onze vragenlijst te antwoorden. Het lijkt tegenstrijdig dat KB-leerlingen volgens ons onderzoek het taalbeheersingsnvieau 2F over het algemeen halen, terwijl bij instroom in het mbo wel degelijk tekorten werden gesignaleerd op het gebied van woordenschat, begrijpend lezen, spelling en schrijfvaardigheid bij leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Dit gold het sterkst voor leerlingen uit de sector economie (Hofman e.a., 2009). Hierbij moet wel worden opgemerkt dat in het hier gepresenteerde onderzoek taalverzorging niet als apart onderdeel is onderzocht. Het onderzoek stak in op complexe vaardigheden, waarvan taalverzorging deel uitmaakte. Hoewel leerlingen over een periode van twee jaar beter kunnen gaan presteren is het wel opmerkelijk dat in het mbo schrijfvaardigheid als probleem wordt ervaren, terwijl dat uit ons onderzoek in het vmbo niet blijkt. Wellicht stelden vmbo en mbo in 2009 andere eisen aan leerlingen, wat door de komst van de referentieniveaus, die in ons onderzoek centraal stonden, minder het geval kan zijn. Voor rekenen zijn er minder overeenkomsten tussen het eerste leerjaar en het eindexamenjaar dan bij taal. Als het meest lastige domein wordt bijna geheel consequent verhoudingen beoordeeld. Dit domein is voor zowel leerjaar 1 als 4 in de basisberoepsgerichte leerweg en in de kaderberoepsgerichte leerweg het meest lastig. Deze bevinding geldt zowel voor paraat hebben als voor functioneel gebruiken met slechts één uitzondering. In het eerste leerjaar van de kaderberoepsgerichte leerweg komt het paraat hebben getallen als het meest problematische domein uit de bus. Als minst problematisch wordt in het eerste leerjaar in de basisberoepsgerichte leerweg het meten en meetkunde domein gescoord en in de kaderberoepsgerichte leerweg het domein verbanden. In het eindexamenjaar is het beeld volstrekt consistent. Zowel binnen de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg en voor zowel paraat hebben als functioneel gebruik wordt het domein getallen als minst problematisch beoordeeld. Uit de monitor van CITO (2009, 2011) bleek dat het beheersingsniveau van rekenen (2F) voor leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg niet altijd haalbaar is. Sterker nog, in de basisberoepsgerichte leerweg bleken de meeste leerlingen niveau 2F niet te beheersen. Ook in ons onderzoek vonden wij een dergelijk resultaat, dat wil zeggen dat docenten het behalen van het rekenniveau 2F voor deze leerlingen problematisch achten. 6

Uit onderzoek bleek dat in 2010 slechts 25 % van de scholen een taal- en rekencurriculum vormgeeft (Duo Market Research, 2010). Om de prestaties van leerlingen te verbeteren, lijkt het vormgeven van een reken- en taalaanbod echter onontbeerlijk. Op grond van het bovenstaande kan voor taal de aanbeveling worden gedaan om in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo meer aandacht te besteden aan luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten. Voor rekenen kan worden aanbevolen om in elk geval aan het domein verhoudingen meer aandacht te besteden, omdat in dat domein zowel binnen de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg en zowel voor paraat hebben als voor functioneel gebruik de beoordelingen in grote lijnen het laagst zijn. Dat zou ten koste kunnen gaan van de aandacht voor het domein getallen, omdat daar in het eindexamenjaar de minste problemen worden verwacht. Omdat het domein getallen gedeeltelijk is geïntegreerd in andere domeinen, zou de specifieke aandacht voor getallen in de loop van de tijd wellicht verminderd kunnen worden. Gezien de lage respons en de mogelijke niet-representativiteit van de steekproef moeten we echter wel een slag om de arm houden. Ofschoon er slechts weinig extra telefonische interviews werden voltooid, blijkt uit de gegevens dat de telefonisch geïnterviewden in het algemeen positiever stonden ten opzichte van het beheersingsniveau van hun leerlingen dan de respondenten op de webenquête. In het algemeen lijken leraren in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo te optimistisch te zijn over de beheersing van de referentieniveaus in het licht van de resultaten van onderzoek van het Cito (2009, 2011). Immers, volgens de resultaten van dit onderzoek zou in elk geval minder dan een kwart van de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en minder dan de helft van de leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg de referentieniveaus beheersen. De leraren beoordelen de beheersing van taal en rekenen op niveau 1F in het eerste leerjaar van de basisberoepsgerichte leerweg wel als twijfelachtig respectievelijk onvoldoende. Ook wordt de beheersing van taal en rekenen op niveau 2F in het eindexamenjaar van de basisberoepsgerichte leerweg meer dan enigszins problematisch geacht. Maar in de kaderberoepsgerichte leerweg wordt de beheersing van niveau 1F in het eerste leerjaar voor zowel taal als rekenen als voldoende beoordeeld en de beheersing van niveau 2F in het eindexamenjaar als het midden houdend tussen nauwelijks problematisch en enigszins problematisch. Hoe deze discrepantie tussen onderzoeksgegevens omtrent leerling-prestaties en oordelen van leraren moet worden geïnterpreteerd, is onduidelijk. Wellicht zijn leraren inderdaad te optimistisch. Anderzijds geven de toetsen die in de vooronderzoeken van het Cito zijn gebruikt, wellicht een niet geheel betrouwbaar beeld. Hoe het ook zij, er is voldoende reden om te twijfelen aan de haalbaarheid van de referentieniveaus voor taal en rekenen in de basisberoepsgerichte leerweg. Referenties Ballering, C. Sturen op kwaliteit. Effectief onderwijs voor de basisvaardigheden. In: Oosterman, J,, Ballering, C., Puper, H. Gelderblom, G., Haaksma, T. & Schouten, E. (2009). Taal en rekenen op de grens van voortgezet onderwijs en mbo, hbo en wo. Amersfoort: CPS, pp. 37-44. Cito (2011). Meting taal en rekenen 2010. Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader. Arnhem: CITO. 7

Cito (2009). Monitor taal en rekenen. Eerste meting: Een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader. Arnhem: CITO. Duo Market Research (2010). Onderzoek Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO in opdracht van Stichting Platforms VMBO. http://www.platformsvmbo.nl/actueel/laatstenieuws/uitslag_enqu%c3%aate_taal_en_rekenen.d oc/: Powerpoint presentatie. Got It?! (2012). De stand van rekenen in Nederland. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Hofman, R. & Spijkerboer, A. (2009). Ervaren deficiënties door havo- en mbo-opleidingen in de basisbagage van vmbo ers. Studie in opdracht van de Onderwijsraad. Den Haag: Onderwijsraad. Inspectie van het onderwijs (2009).Basisvaardigheden rekenen in het voortgezet onderwijs. Resultaten van een inspectieonderzoek naar de rekenvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Inspectie van het onderwijs (2008). Basisvaardigheden taal in het voortgezet onderwijs. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs. Meijer, J., & Mellink, E. (2000). Belasting van leerlingen en leergedrag in de Basisvorming. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Meijer, J. (2007). Correlates of student stress in secondary education. Educational Research, 49(1), 21-35. Meijerink, H. P. (2009). Referentiekader taal en rekenen. De referentieniveaus. Enschede: SLO. Roeleveld, J., & Béguin, A. (2009). Normering van referentieniveaus in het basisonderwijs. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. 8