Taal- en rekenvaardigheden van vmbo-leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taal- en rekenvaardigheden van vmbo-leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten"

Transcriptie

1 Taal- en rekenvaardigheden van vmbo-leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten Onderzoeksrapportage KPC Groep December 2011 HJ dr. José van der Hoeven dr. Joost Meijer

2 1 INLEIDING 5 2 ONDERZOEKSOPZET Onderzoeksgroep Procedure 8 3 RESULTATEN Brugklassen VMBO Eindexamenklassen VMBO Conclusies 24 Inhoud 4 DISCUSSIE EN AANBEVELINGEN 25 5 LITERATUUR 29 6 BIJLAGE I RAPPORTAGE OP ITEMNIVEAU 30 December 2011 HJ

3 Colofonpagina Deze publicatie is ontwikkeld door KPC Groep voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. KPC Groep vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. Het is toegestaan om in het kader van educatieve doelstellingen (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm zodanig dat de intentie en de aard van het werk niet worden aangetast. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Hoeven, J. van der & Meijer, J. (2011). Taal- en rekenvaardigheden van vmboleerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten. Onderzoeksrapportage. s-hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW. 2012, KPC Groep, s-hertogenbosch. Pagina 3/54 December 2011 HJ

4 1 INLEIDING In 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking getreden. Dat betekent dat vanaf dat moment was vastgelegd wat leerlingen op verschillende niveaus en in verschillende fasen van hun onderwijsloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kunnen en kennen op het gebied van Nederlandse taal en rekenen, en dat scholen hun leerlingen een taal- en rekenaanbod zouden moeten aanreiken, waarmee leerlingen het beoogde niveau kunnen halen. Uit onderzoek van Duo Market Research (2010) bleek dat vmbo-scholen voldoende op de hoogte zijn van de invoering van referentieniveaus. Opmerkelijk was wel, dat ongeveer helft van de respondenten knelpunten bij de invoering verwachtte, vooral met betrekking tot het niveau voor de leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (BB). Voor zowel taal als rekenen sprak men de verwachting uit dat niveau 2 voor deze leerlingen te hoog zou zijn. Vmbo-scholen zaten volgens dit onderzoek niet stil. Zo gaf tweederde van de scholen aan taal- en rekenbeleid te ontwikkelen. Echter, slechts 25 % van de scholen gaf aan het taalen rekencurriculum daadwerkelijk vorm te geven. Vmbo-scholen verwachtten met betrekking tot de beheersing van de referentieniveaus knelpunten op het gebied van de leerprestaties. Hoe staat het met de taal- en rekenprestaties in het vmbo? In relatie tot de invoering van het referentiekader heeft tot nu toe twee keer een monitor van taal- en rekenprestaties plaatsgevonden (CITO). In de eerste monitor van het reken- en taalonderwijs (CITO, 2009) bleek dat aan het eind van het vmbo veel leerlingen het gewenste 2F-niveau (nog) niet hadden gehaald. In de basisberoepsgerichte leerweg (BL) hadden de meeste leerlingen het 2F-niveau niet gehaald (87% voor rekenen, 77% voor taal), in de gemengde en theoretische leerweg (GL, TL) hadden de meeste leerlingen (76-95%) wel het 2F niveau gehaald. Ook in de tweede monitor (CITO, 2011) bleek dat er een grote variatie zichtbaar is tussen de taal- en rekenprestaties bij de verschillende vmbo-leerwegen. Het beeld verschilde niet opmerkelijk van het beeld van Voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg gold dat 45% geen van de vaardigheden op het 2F-niveau beheerste. Deze leerlingen presteerden het slechtst op de onderdelen rekenen (88% van de leerlingen beheerst 2F niet) en taalverzorging (71% van de leerlingen beheerst 2F niet). Opmerkelijk ten opzichte van de monitor van 2009 was de vooruitgang in de prestaties voor lees- en luistervaardigheid van vmbo- leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg (KL). Zij presteerden aanzienlijk beter op lees- en luistervaardigheid dan op taalverzorging en rekenen. Tekorten in de taal- en rekenprestaties werken door in het vervolgonderwijs. Uit een mboenquête bleek dat 80% van de mbo-instellingen tekorten vaststelden bij instromende vmboleerlingen. Bij leerlingen die vanuit de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg instromen werden tekorten geconstateerd op het gebied van woordenschat, begrijpend lezen, spelling, schrijfvaardigheid, en de basisvaardigheden rekenen (getallen en bewerkingen, breuken en procenten). Deze tekorten werden in het mbo het meest frequent vastgesteld bij leerlingen uit de sector economie. Mogelijk is dit te verklaren vanuit de leerinhouden van de mbo-opleidingen die eisen stellen aan taalvaardigheid bij secretariële opleidingen en aan de rekenvaardigheden bij administratieve opleidingen (Hofman e.a., 2009). Pagina 4/54 December 2011 HJ De oorzaken van de tekorten of het tegenvallende prestatieniveau zijn voor een deel terug te voeren op onderwijsfactoren. In onderzoek naar de kwaliteit van het taalonderwijs onder 72 vmbo-scholen stelde de Inspectie van het Onderwijs (2008) onder andere vast dat docenten van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg vaak niet weten hoe de taalprestaties van deze leerlingen waren in het basisonderwijs terwijl deze gegevens wel beschikbaar zijn, dat slechts 30% van de scholen heeft vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen na het tweede leerjaar en dat 75% van de scholen niet toetst of

5 leerlingen na twee jaar het gewenste taalniveau hebben bereikt. Eenzelfde beeld werd gevonden voor her rekenonderwijs (Inspectie van het Onderwijs, 2009). Voor rekenen constateerde de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen (2008) daarnaast dat er binnen de verschillende onderwijstypen te weinig aandacht is voor het onderhoud van verworven rekenvaardigheden. Bepaalde routes binnen het onderwijsstelsel leiden ertoe dat leerlingen jarenlang niets doen met hun rekenvaardigheden. Zo laat 20% van de vmbo-leerlingen het vak rekenen vallen na het tweede leerjaar (Ballering, 2009). Het referentiekader Nederlandse taal en rekenen zorgt voor ijking van het beheersingsniveau op het gebied van taal en rekenen op verschillende drempels in de leerloopbaan. Dan doet de vraag zich voor hoe docenten de beheersing van de taal- en rekenvaardigheden hun instromende en uitstromende vmbo-leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg beoordelen en welke problemen zij constateren. Deze vraag was voor ons dan ook het uitgangspunt voor een onderzoek naar het oordeel van vmbo-docenten over het taal- en rekenvaardigheidniveau van leerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg bij instroom in, en uitstroom uit het vmbo. De volgende onderzoeksvragen werden daarbij beantwoord. - Welke eisen stellen docenten aan hun leerlingen? - Hoe schatten zij het uitstroomniveau van hun leerlingen? - Welke witte vlekken worden geconstateerd? - Welke aanbevelingen kunnen ten aanzien van het reken- en taalonderwijs in het BB en KB worden gedaan? Pagina 5/54 December 2011 HJ

6 2 ONDERZOEKSOPZET Ter beantwoording van de onderzoeksvragen heeft een vragenlijstonderzoek onder docenten in het vmbo-veld plaatsgevonden. Met behulp van enquêtes, ingevuld door docenten die zich met rekenen en taal in het eerste leerjaar en het eindexamenjaar van het vmbo bezighouden, werd een beeld geschetst van de taal- en rekenbeheersing van vmbo-leerlingen zoals die wordt getaxeerd door docenten. Op basis van de bevindingen worden aanbevelingen gedaan voor de gewenste praktijken voor rekenen en taal in deze leerjaren van de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg voor de sectoren economie, zorg en welzijn en techniek. Voor de opzet van de vragenlijsten werd aangesloten bij onderzoek van Meijer & Mellink (2000; zie ook Meijer, 2007). Zij ontwikkelden vragenlijsten met betrekking tot de eisen die aan leerlingen worden gesteld en de taxatie van het niveau van leerlingen ten aanzien van de kerndoelen in de voormalige basisvorming. De voor dit onderzoek ontwikkelde vragenlijsten richtten zich op de eisen die docenten aan leerlingen stellen en het getaxeerde taal- en rekenniveau van leerlingen in het licht van het referentiekader. De vragenlijsten werden opgebouwd aan de hand van de in het referentiekader onderscheiden domeinen. Voor rekenen betrof dit: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Daarbij werd een onderscheid gemaakt tussen paraat hebben en functioneel gebruik van de vaardigheden. Voor taal betrof het de domeinen mondelinge vaardigheid (gespreksvaardigheid, luisteren en spreekvaardigheid), leesvaardigheid (zakelijke teksten, fictie en verhalen) en schrijfvaardigheid. De vragenlijsten werden digitaal aangeboden in de vorm van een webenquête. De vragenlijsten behelsden alle taal- en rekenvaardigheden binnen de genoemde domeinen. In totaal werden vier vragenlijsten ontworpen: - Taal instroom leerjaar 1 (referentieniveau 1F); - Taal uitstroom leerjaar 4 (referentieniveau 2F); - Rekenen instroom leerjaar 1 (referentieniveau 1F); - Rekenen uitstroom leerjaar 4 (referentieniveau 2F). Voor het instroomniveau van taal en rekenen werd aan leraren gevraagd een rapportcijfer tussen 1 en 10 te geven voor elke in het referentiekader beschreven vaardigheid, corresponderend met de gebruikelijke interpretatie van schoolcijfers, i.e., 1: zeer slecht. 10: uitmuntend. Voor het verwachte uitstroomniveau werd docenten in het eindexamenjaar gevraagd te scoren op een vijfpuntsschaal van 1: (beheersing van dit niveau vormt) geen enkel probleem tot 5: (beheersing van dit niveau vormt) een onoverkomelijk probleem. Omdat al snel bleek dat de respons erg laag dreigde te worden, werden verkorte versies van de internetvragenlijsten gemaakt voor telefonische afname. Hierin werden per reken- en taaldomein een makkelijke of eenvoudige en een moeilijke of complexe vaardigheid bevraagd. Er waren wederom 4 (verkorte) vragenlijsten. - Taal verkort: instroom leerjaar 1 (referentieniveau 1F); - Taal verkort: uitstroom leerjaar 4 (referentieniveau 2F); - Rekenen verkort: instroom leerjaar 1 (referentieniveau 1F); - Rekenen verkort: uitstroom leerjaar 4 (referentieniveau 2F). Pagina 6/54 December 2011 HJ

7 2.1 Onderzoeksgroep Het onderzoek vond plaats onder vmbo-docenten in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. De betrokken docenten waren docent Nederlands, docent rekenen en/of wiskunde of taal- of rekencoördinator. Daarbij richtte het onderzoek zich binnen de vmbo-sectoren op de intersectorale programma s: techniek breed, zorg en welzijn breed en handel en administratie. 2.2 Procedure Alle vmbo-scholen met intersectorale programma s, 397 in totaal, ontvingen een brief met verzoek tot deelname aan het vragenlijstonderzoek. De brief was gericht aan de directie met het verzoek de betreffende docenten te benaderen. De brief bevatte aanmeldcodes voor het invullen van de digitale vragenlijsten. Het verzoek werd na een maand herhaald. Aangezien de respons op de schriftelijke vragenlijst laag was, werd besloten ten minste 30% van de niet responderende scholen telefonisch te bevragen aan de hand van een verkorte vragenlijst, zoals eerder vermeld. Drie onderzoeksassistenten belden 150 scholen met de verkorte vragenlijsten die waren samengesteld op basis van de internetvragenlijsten. Pagina 7/54 December 2011 HJ

8 3 RESULTATEN De respons op de internetvragenlijsten was erg laag en onvoldoende om gefundeerde uitspraken te kunnen doen. Hieronder wordt de respons per vragenlijst weergegeven. Tabel1: overzicht van afgeronde schriftelijke vragenlijsten Afgeronde vragenlijst Taal instroom leerjaar 1 (1F) 50 Taal uitstroom leerjaar 4 (2F) 65 Rekenen instroom leerjaar 1 (1F) 42 Rekenen uitstroom leerjaar 4 (2F) 56 In september 2011 werden de telefonische vraaggesprekken gehouden. De respons op deze verkorte vragenlijsten die waren samengesteld op basis van de internet vragenlijsten wordt hieronder per vragenlijst weergegeven. Tabel 2: overzicht van afgeronde telefonische vragenlijsten Afgerond telefoongesprek Taal instroom leerjaar 1 (1F) 5 Taal uitstroom leerjaar 4 (2F) 6 Rekenen instroom leerjaar 1 (1F) 17 Rekenen uitstroom leerjaar 4 (2F) 7 Achtereenvolgens zullen de resultaten met betrekking tot de eerste klassen en eindexamenklassen worden beschreven. Daarbij komt eerst de enquête over taal aan de orde en daarna de vragenlijst over rekenen. Omdat de verkorte vragenlijsten die bij de telefoongesprekken werden gebruikt, deels overlapten met de internetvragenlijsten, worden per vragenlijst eerst de gezamenlijke resultaten op de twee gemeenschappelijke vragen in beide enquêtes besproken. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de resultaten van alleen de webenquête, waarin alle referentieniveaus werden bevraagd. In de webenquête is een uitsplitsing gemaakt tussen de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Wegens tijdoverwegingen is in de telefonische enquête in het algemeen geen onderscheid aangebracht tussen de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Pagina 8/54 December 2011 HJ Brugklassen VMBO Taal De webenquête en de telefonische enquête gezamenlijk Er waren 53 respondenten die de webenquête hebben ingevuld en nog eens 5 respondenten bij wie de telefonische enquêtes werd afgenomen. Bij de webenquête werden de antwoorden van drie respondenten verwijderd (zie verder bij de beschrijving van de resultaten van alleen de webenquête), zodat er in totaal 55 respondenten resteerden. De vragen in de telefonische enquête vormden een subset van de vragen in de webenquête. Binnen elk domein (mondelinge

9 vaardigheid, luisteren, spreekvaardigheid, zakelijke teksten, fictie en verhalen en schrijfvaardigheid) werden een relatief eenvoudige vaardigheid en een relatief complexe vaardigheid voor opname in de telefonische enquête geselecteerd. Daarbij werd aan leerkrachten gevraagd een rapportcijfer tussen 1 en10 te geven, zoals eerder vermeld. Tabel 3 geeft de gemiddelde beoordelingen van de respondenten over het beheersingsniveau van de referentieniveaus 1F voor taal. In de telefonische enquête is geen onderscheid aangebracht tussen de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Voor de respondenten van de webenquête is het gemiddelde tussen de rapportcijfers in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg berekend. Er is te zien dat het aantal respondenten afnam naarmate de vragen zich verder in de enquête bevonden. Vijf personen maakten de vragenlijst niet af. Het leggen van een relatie tussen gesproken tekst en eigen ervaring, het herkennen van structuuraanwijzingen, plaats en tijd of rijm en versvorm en het kunnen beantwoorden van vragen over een tekst, werd door leraren als onvoldoende beoordeeld, i.e., onder een vijf en een half. Het meest positief waren de respondenten over het gebruik van eenvoudige zinsconstructies door de leerlingen in de beroepsgerichte leerweg. Tabel 3 Gemiddelde beheersing van enkele van de referentieniveaus taal 1F N M sd min max Mondelinge vaardigheid Voert gesprekken om informatie en meningen uit te wisselen 55 5,63 1,32 3,0 8,5 Gebruikt eenvoudige zinsconstructies 55 6,52 1,28 3,5 9,0 Luisteren Onderscheidt verhalende, informatieve, instructieve en betogende teksten 51 5,70 1,17 2,0 8,0 Legt een relatie tussen de gesproken tekst en eigen ervaring 51 5,09 1,39 1,5 7,0 Spreekvaardigheid Gebruikt passend taalgebruik bij het publiek 50 5,89 1,09 3,0 8,0 Gebruikt eenvoudige zinsconstructies 50 6,35 1,08 3,5 9,0 Zakelijke teksten Legt relaties tussen de tekst en meer algemene kennis 50 5,89 1,05 3,0 8,5 Kan vragen over een tekst beantwoorden 50 5,22 1,01 3,0 7,0 Fictie en verhalen Herkent structuuraanwijzingen; plaats en tijd of rijm en versvorm 50 5,21 1,25 2,0 7,5 Leeft met de hoofdpersoon mee en kan het gevoel van deze persoon beschrijven 50 5,99 1,09 3,5 8,0 Schrijfvaardigheid Kent het verschil tussen formeel en informeel schrijven 50 5,68 1,48 2,0 10,0 Besteedt aandacht aan de opmaak van een tekst (bladspiegel, plaatjes) 50 5,91 1,52 1,0 9,5 Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking Pagina 9/54 December 2011 HJ Multivariaat getoetst waren er geen verschillen tussen de respondenten van de telefonische enquête en de webenquête (V=.51, F (12, 37)=1.58, ns). Univariate toetsen gaven aan dat er op één variabele een verschil bestond tussen beide groepen respondenten, te weten het leggen

10 van een relatie tussen gesproken tekst en eigen ervaring (F (1, 48)=10.42, p=.002). Respondenten op de webenquête gaven hiervoor gemiddeld een onvoldoende (M=4.87), terwijl de telefonisch geïnterviewden vonden dat leerlingen in de beroepsgerichte leerweg deze vaardigheid in ruim voldoende mate beheersen (M=6.8). Gegeven het kleine aantal respondenten in de laatste groep (N=5) en het feit dat de verschillen multivariaat getoetst niet significant waren, is het echter de vraag in hoeverre er betekenis verleend moet worden aan dit verschil. Beide groepen lijken nauwelijks van elkaar te verschillen op grond waarvan voorzichtig geconcludeerd kan worden dat de respons op de webenquête niet selectief is geweest. Alleen de webenquête Er zijn in totaal 130 respondenten die de webenquête hebben benaderd, maar slechts 48 personen hebben de vragenlijst volledig ingevuld. Vijf respondenten hebben de vragenlijst onvolledig ingevuld en 77 personen hebben in het geheel geen vragen beantwoord. Overigens waren sommige niet ingevulde vragenlijsten afkomstig van leraren die op een later tijdstip wel de enquête hebben ingevuld. Waarschijnlijk hebben deze respondenten de eerste keer alleen ingelogd en besloten de lijst later in te vullen. Omdat de vragenlijst voor de docenten die in de brugklas les gaven uit 126 items bestond, is een rapportage op itemniveau niet zinvol. De lezer die geïnteresseerd is in deze details, wende zich tot Bijlage I. In plaats daarvan werd besloten eerst na te gaan of de oordelen op de items in de zes domeinen door leraren op consistente wijze werden beantwoord, dat wil zeggen of er een duidelijke samenhang bestaat tussen de antwoorden op de items binnen elk domein. Het betrof de domeinen mondelinge vaardigheid, luisteren, spreekvaardigheid, en lees- en schrijfvaardigheid. Leesvaardigheid werd weer opgesplitst in het lezen van zakelijke teksten en het lezen van fictie en verhalen. Per domein werd eerst een maat voor de onderlinge samenhang tussen de antwoorden op de items berekend, te weten Cronbach s α (zie Tabel 4). Dit is voor de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg apart gedaan. Tabel 4 Betrouwbaarheid van de domeinen binnen Taal BB KB N Nitems α N Nitems α mondelinge vaardigheid luisteren spreekvaardigheid zakelijke teksten fictie en verhalen schrijfvaardigheid Noot. N: aantal respondenten; Nitems: aantal items in schaal; α: betrouwbaarheidscoëfficiënt Pagina 10/54 December 2011 HJ De antwoorden van de docenten binnen de verschillende domeinen waren in zeer hoge mate intern consistent. Omdat dit het geval was, konden somscores per schaal worden berekend. Hierbij werd gedeeld door het aantal items zodat de gemiddelden makkelijk interpreteerbaar waren. Ze behielden immers dezelfde traditionele schoolcijferverdelling tussen 1 en 10. Er waren drie respondenten met merkwaardige antwoordpatronen. Eén van deze had de kwaliteiten van de leerlingen in de brugklas ten aanzien van de referentieniveaus met uitzondering van het domein fictie en verhalen alle met een 9 (zeer goed) of een 10 (uitmuntend) beoordeeld. Een tweede respondent hadt alle leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg op alle domeinen gemiddeld net boven de 1 beoordeeld, met uitzondering van het domein schrijfvaardigheid, waar de respondent komt tot een gemiddelde score van 2,07. Tenslotte was er een respondent die leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg redelijk had beoordeeld, maar leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg op alle

11 zes domeinen met een 1. Deze drie respondenten met onwaarschijnlijke antwoordpatronen konden de resultaten vertekenen en werden daarom verwijderd. Daarna werd de betrouwbaarheidsanalyse opnieuw gedaan. Tabel 5 geeft de betrouwbaarheden na verwijdering van de drie outliers. Er kan worden gezien dat de betrouwbaarheden van de schalen nu iets lager zijn, maar dat is nauwelijks van belang. De gemiddelde scores, minima, maxima en spreiding van de scores zijn weergegeven in Tabel 6. Het is duidelijk dat de leraren zorgelijk zijn over de mate van beheersing van niveau 1F in de basisberoepsgerichte leerweg. Alle gemiddelde scores met uitzondering van het gemiddelde voor spreekvaardigheid zijn onvoldoende, i.e. lager dan een vijf en een half. Tabel 5 Betrouwbaarheid van de domeinen binnen Taal in klas 1 (zonder outliers) BB KB N Nitems α N Nitems α mondelinge vaardigheid luisteren spreekvaardigheid zakelijke teksten fictie en verhalen schrijfvaardigheid Noot. N: aantal respondenten; Nitems: aantal items in schaal; α: betrouwbaarheidscoëfficiënt Wel zijn er substantiële verschillen tussen de respondenten. De laagste scores liggen rondom een 2 ( slecht ) en de hoogste scores liggen rondom een 7 ( ruim voldoende ). Voor wat de kaderberoepsgerichte leerweg betreft zijn alle gemiddelde scores hoger dan 6 ( voldoende ). Ook hier zijn flinke verschillen tussen respondenten, maar de verschillen zijn consequent minder groot dan in de basisberoepsgerichte leerweg; de standaardafwijkingen zijn kleiner. Minima fluctueren rondom een 4 ( onvoldoende ); maxima liggen alle boven de 8 ("goed"). Het valt op dat de leraren zowel in BB als KB het gunstigst oordelen over het niveau van spreekvaardigheid van hun leerlingen in de brugklas en het meest negatief zijn over luistervaardigheid en het lezen van zakelijke teksten. Zoals verwacht achten docenten de vaardigheden van leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg hoger dan die van leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg. De oordelen over de leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg zijn significant hoger dan de oordelen over leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg (zie Tabel 6). Omdat er zes t-toetsen zijn uitgevoerd, moet er wel worden gecorrigeerd voor kanskapitalisatie, maar alle overschrijdingskansen zijn kleiner dan een duizendste, zodat er geconcludeerd mag worden dat de trend consistent is (zie Tabel 7). Pagina 11/54 December 2011 HJ Tabel 6 Gemiddelde scores, minima, maxima en spreiding per domein BB M min max sd M min max sd mondelinge vaardigheid luisteren spreekvaardigheid zakelijke teksten fictie en verhalen schrijfvaardigheid Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking KB

12 De correlaties tussen de oordelen van de respondenten over de beheersingsniveaus van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg zijn zeer substantieel. Dit wijst erop dat respondenten die geneigd zijn leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg slecht of juist goed te beoordelen, eenzelfde neiging vertonen ten aanzien van leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg. Tabel 7 Verschillen tussen de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg bij taal; eerste klas t df p r p mondelinge vaardigheid < <.001 Luisteren < <.001 spreekvaardigheid < <.001 Zakelijke teksten < <.001 fictie en verhalen < <.001 schrijfvaardigheid < <.001 Noot. t: toetsingsgrootheid, df: aantal vrijheidsgraden, p: overschrijdingskans, r: correlatie tussen oordeel over leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg Rekenen De webenquête en de telefonische enquête gezamenlijk Ook bij rekenen werd aan de telefonische respondenten een subset van de omschrijvingen van de referentieniveaus in de webenquête voorgelegd. Voor het instroomniveau werd ook weer aan leraren gevraagd een rapportcijfer tussen 1 en 10 te geven. De gemiddelden staan vermeld in Tabel 8. Pagina 12/54 December 2011 HJ Tabel 8 De telefonische enquête en de webenquête voor rekenen in de brugklas N M sd min max Paraat hebben Getallen Producten uit de tafels van vermenigvuldiging (tot en met 10) uit het hoofd kennen 59 5,33 1,31 2,0 9,0 Efficiënt rekenen (+, -,, :) gebruik makend van de eigenschappen van getallen en bewerkingen, met eenvoudige getallen 59 5,19 1,53 1,0 8,0 Verhoudingen Eenvoudige relaties herkennen, bijvoorbeeld dat 50% nemen hetzelfde is als de helft nemen of hetzelfde als delen door ,97 1,43 3,0 8,5 Rekenen met eenvoudige percentages (10%, 50%,...) 57 5,29 1,56 2,0 8,0 Meten en meetkunde Omtrek, oppervlakte en inhoud 56 4,65 1,38 2,0 7,5 Omtrek en oppervlakte berekenen van rechthoekige figuren 56 5,44 1,48 1,5 8,0 Verbanden Eenvoudige tabel gebruiken om informatie uit een situatiebeschrijving te ordenen 56 5,54 1,42 2,0 9,0 Eenvoudig staafdiagram maken op basis van gegevens 56 5,54 1,63 1,0 8,5 Functioneel gebruiken Getallen Vertalen van eenvoudige situatie naar berekening 56 5,06 1,34 2,0 8,0 Afronden van gehele getallen op ronde getallen 56 6,21 1,45 2,0 8,5 Verhoudingen

13 Problemen oplossen waarin de relatie niet direct te leggen is: 6 pakken voor 18 euro, voor 5 pakken betaal je dan ,11 1,55 1,0 7,5 Eenvoudige verhoudingen in procenten omzetten, bijvoorbeeld 40 op de ,35 1,31 1,0 7,0 Meten en meetkunde Verschillende tijdseenheden (uur, minuut, seconde, eeuw, jaar, maand) 56 6,09 1,52 2,5 9,0 Liniaal en andere veel voorkomende meetinstrumenten gebruiken 56 6,37 1,17 3,5 8,5 Verbanden Kwantitatieve informatie uit tabellen en grafieken gebruiken om eenvoudige berekeningen uit te voeren en conclusies te trekken, bijvoorbeeld: in welk jaar is het aantal auto s verdubbeld 55 6,12 1,24 2,5 9,0 Eenvoudige legenda 56 5,20 1,55 1,0 7,5 Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking Het beeld bij rekenen was minder rooskleurig dan bij taal; op negen van de zestien bevraagde referentieniveaus werd onvoldoende gescoord. Bij taal werd slechts in drie van de twaalf gevallen een onvoldoende uitgedeeld. Het meest negatief waren de respondenten over het kunnen oplossen van problemen waarin de rekenkundige relatie niet direct te leggen is. Het meest positief waren ze over het kunnen gebruiken van veel voorkomende meetinstrumenten zoals een liniaal. Net als bij taal was de spreiding van de oordelen van de respondenten substantieel. Waar sommige respondenten het beheersingsniveau als zwaar onvoldoende kenmerkten, waren er andere die het niveau als zeer goed beoordelen. Multivariaat getoetst waren de verschillen tussen de respondenten van de telefonische enquête en de webenquête significant (V=1.56, F (16, 36)=3.51, p=.001). De univariaat significant van elkaar verschillend beoordeelde niveaus zijn in Tabel 9 aangegeven. Tabel 9 Verschillen tussen de telefonische enquête en de webenquête bij rekenen; eerste klas M web M tel F (1, 51) p Efficiënt rekenen (+, -,, :) gebruik makend van de eigenschappen van getallen en bewerkingen, met eenvoudige getallen Eenvoudige relaties herkennen, bijvoorbeeld dat 50% nemen hetzelfde is als de helft nemen of hetzelfde als delen door Eenvoudige tabel gebruiken om informatie uit een situatiebeschrijving te ordenen Vertalen van eenvoudige situatie naar berekening Problemen oplossen waarin de relatie niet direct te leggen is: 6 pakken voor 18 euro, voor 5 pakken betaal je dan Eenvoudige verhoudingen in procenten omzetten, bijvoorbeeld 40 op de Eenvoudige legenda <.01 Noot. M web: gemiddelde webenquête, M tel: gemiddelde telefonische enquête, F: toetsingsgrootheid, p: overschrijdingskans Pagina 13/54 December 2011 HJ Daar waar er verschillen in gemiddelde score tussen beide soorten enquêtes waren, werd er op de telefonische enquête altijd hoger gescoord. Dat kan er op wijzen dat de respons op de internetvragenlijst voor rekenen in de brugklas niet representatief is, en dat de respondenten

14 negatiever staan tegenover het niveau van beheersing van rekenvaardigheden dan de nonrespondenten. Hier is het aantal telefonisch geïnterviewden ook groter dan bij de andere drie enquêtes (N=17), en daarmee het geconstateerde verschil betrouwbaarder. Alleen de webenquête Ook de enquête voor rekenen in de brugklassen kende een magere respons. Weliswaar was de elektronische vragenlijst 121 keer benaderd, maar slechts 42 personen hebben de lijst ingevuld, waarvan 39 volledig. De vragen waren net als bij de telefonische lijst onderverdeeld volgens de indeling in de vier domeinen die in de referentieniveaus worden onderscheiden, te weten getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Daarnaast werd onderscheid gemaakt tussen het paraat hebben van kennis en vaardigheid en het functioneel gebruik ervan. Ook hier was het weinig zinvol om op itemniveau te rapporteren; het totaal aantal items bedroeg 76. In Tabel 10 staan de betrouwbaarheden van de onderscheiden groepen items. Zelfs de relatief korte schalen met slechts drie of vier items waren nog betrouwbaar, er weer op wijzend dat de leraren de vragen consistent hebben beantwoord. Er werden geen respondenten met merkwaardige antwoordpatronen gesignaleerd, zoals bij de webenquête voor taal in de brugklas. Tabel 10 Betrouwbaarheid van de domeinen binnen rekenen; eerste klas BB KB N Nitems α N Nitems α Paraat hebben getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Functioneel gebruiken getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Noot. N: aantal respondenten; Nitems: aantal items in schaal; α: betrouwbaarheidscoëfficiënt De gemiddelde scores per domein, uitgesplitst naar paraat hebben en functioneel gebruik, staan vermeld in Tabel 11. In de basisberoepsgerichte leerweg zagen we geen voldoendes, hetgeen zorgelijk genoemd kan worden. In de kaderberoepsgerichte leerweg was het beeld aanzienlijk rooskleuriger. Alleen het functioneel gebruik van getallen en het functioneel gebruik van verhoudingen scoorden een onvoldoende, op de overige domeinen werd voldoende gescoord. Wat verder opviel, was dat de uitgedeelde cijfers voor rekenen lager zijn dan voor taal. Pagina 14/54 December 2011 HJ Tabel 11 Gemiddelde scores, minima, maxima en spreiding per domein bij rekenen; klas 1 BB KB M min max sd M min max sd Paraat hebben getallen verhoudingen meten en meetkunde

15 verbanden Functioneel gebruiken getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking Ook bij rekenen werden de verschillen tussen de gemiddelde scores van de kaderberoepsgerichte leerweg en de basisberoepsgerichte leerweg statistisch getoetst. De resultaten zijn samengevat in Tabel 12. Het is opnieuw duidelijk dat de kaderberoepsgerichte leerweg op alle fronten hoger scoort dan de basisberoepsgerichte leerweg. Ook de correlaties tussen de oordelen omtrent het beheersingsniveau van leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg zijn bij rekenen substantieel. Dit is een sterk beoordelaarseffect in de zin dat leraren geneigd zijn overeenkomstig hoge of lage cijfers uit te delen voor de beoordeling van de beheersing van de referentieniveaus 1F in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Tabel 12 Verschillen tussen KB en BB bij rekenen; eerste klas t df p r p Paraat hebben getallen < <.001 verhoudingen < <.001 meten en meetkunde < <.001 verbanden < <.001 Functioneel gebruiken getallen < <.001 verhoudingen < <.001 meten en meetkunde < <.001 verbanden < <.001 Noot. t: toetsingsgrootheid, df: aantal vrijheidsgraden, p: overschrijdingskans, r: correlatie tussen oordeel over leerlingen BB en KB Ook de verschillen tussen paraat hebben en functioneel gebruiken werden statistisch getoetst. De resultaten worden vermeld in Tabel 13. Pagina 15/54 December 2011 HJ Tabel 13 Verschillen tussen paraat hebben en functioneel gebruik bij rekenen; eerste klas t df p r p BB getallen <.001 verhoudingen < <.001 meten en meetkunde ns.81 <.001 verbanden ns.84 <.001 KB getallen <.001 verhoudingen < <.001 meten en meetkunde ns.76 <.001

16 verbanden ns.75 <.001 Noot. t: toetsingsgrootheid, df: aantal vrijheidsgraden, p: overschrijdingskans, r: correlatie tussen oordeel over paraat hebben en functioneel gebruiken, ns: niet significant, i.e. p>.05 In de basisberoepsgerichte leerweg werd het functioneel gebruiken van kennis en vaardigheid van getallen en verhoudingen slechter beoordeeld dan het paraat hebben van kennis en vaardigheid in deze twee domeinen. Dat lijkt in de kaderberoepsgerichte leerweg tevens het geval, maar omdat er acht t-toetsen simultaan werden gebruikt dient de t-waarde bij getallen door kanskapitalisatie als een toevalstreffer te worden beschouwd. Voor meten en meetkunde en verbanden was het verschil tussen paraat hebben en functioneel gebruiken zowel in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg niet van belang. 3.2 Eindexamenklassen VMBO Taal De webenquête en de telefonische enquête gezamenlijk Zowel in de telefonische enquête als in de webvragenlijst werd gevraagd naar het verwachte uitstroomniveau van leerlingen in klas 4, i.e., de mate van beheersing van niveau 2F. Tabel 14 geeft de gemiddelde scores op de vragen die zowel in de webenquête als in de telefonische enquête waren opgenomen. Tabel 14 Gemiddelde scores eindexamenklassen taal N M sd Min Max Mondelinge vaardigheid Deelname aan discussie of overleg (probleem verhelderen, mening, instemming of afkeuring uitdrukken, commentaar geven) Informatie uitwisselen met instantie binnen en buiten school, een vraaggesprek houden Luistervaardigheid Begrijpt uitleg of instructie over dagelijkse werkzaamheden Luistert als lid van een live-publiek: Begrijpt een voordracht, toespraak of les op interessegebied, een voorgelezen verhaal Spreekvaardigheid Kan een kort verhaal vertellen Kan informatie verzamelen om een presentatie te houden Leesvaardigheid Kan instructieve teksten met een heldere structuur en lage informatiedichtheid begrijpen over diverse onderwerpen Kan eenvoudige adolescenten- en volwassenenliteratuur belevend en herkennend lezen Schrijfvaardigheid Pagina 16/54 Kan de volgende teksten schrijven: - een briefje of December met een mening of gevoelens HJ

17 Kan de volgende teksten schrijven: - verslag of werkstuk volgens stramien met gebruik van bronnen Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking De schaalscores hebben een andere betekenis dan de rapportcijfers die in de brugklassen zijn gebruikt. De docenten is gevraagd met een getal tussen 1 en 5 aan te geven in hoeverre het bereiken van het betreffende referentieniveau door de kandidaten voor het eindexamen problematisch zal zijn. Daarbij betekende een 1 geen enkel probleem, een 2 nauwelijks een probleem, een 3 wel enigszins een probleem, een 4 een groot probleem en een 5 een onoverkomelijk probleem. Hoe hoger de score, hoe meer het bereiken van het betreffende doel problematisch wordt geacht. Ongeveer de helft van de gemiddelde scores tendeerde naar een 3, hetgeen betekent dat de leraren gemiddeld gesproken van oordeel zijn dat het beheersen van het betreffende referentieniveau wel enigszins een probleem zal worden. De minimumscores waren voor alle referentieniveaus 1, hetgeen impliceert dat er altijd wel een leraar is die de beheersing ervan geen enkel probleem vond. Er waren slechts weinig leraren die onoverkomelijke problemen voorzien. De maximumscore was bij enkele items 4.5, verkregen door het gemiddelde te nemen van de oordelen voor de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg. Het best scoorde het schrijven van een briefje of met een mening of gevoelens, daarvoor werden nauwelijks problemen voorzien. Het minste vertrouwen had men gemiddeld in het belevend en herkennend kunnen lezen van eenvoudige adolescenten- en volwassenenliteratuur, daarbij voorzag men wel enige problemen. Multivariaat getoetst waren er geen verschillen tussen de respondenten van de telefonische enquête en de webenquête (V=.21, F (10, 41)=.87, ns). Univariate toetsen geven aan dat er op één variabele een verschil bestond tussen beide groepen respondenten, te weten het kunnen verzamelen van informatie om een presentatie te houden (F (1, 50)=6.87, p=.012). De respondenten op de webenquête vooragien daar meer problemen (M=2.50) dan de telefonisch ondervraagden (M=1.67). Gezien het niet significante resultaat van de multivariate toetsing en het geringe aantal telefonisch geënquêteerden (N=6) is het de vraag in hoeverre er aan deze uitkomst belang moet worden gehecht. Alleen de webenquête De URL van de webenquête werd in totaal 85 maal benaderd. Twintig potentiële respondenten hebben echter niets ingevuld. Van de resterende 65 leraren hebben er slechts 34 de vragenlijst volledig ingevuld, maar er waren 16 leraren die een klein deel van de vragen hebben overgeslagen. Daarnaast waren er zeven docenten die slechts de helft van de vragen konden beantwoorden, omdat ze alleen in één van beide leerwegen werkzaam waren. In Tabel 15 staan de resultaten van de betrouwbaarheidsanalyse op de items binnen de zes domeinen van taalvaardigheid. Gezien de betrouwbaarheden van de schalen konden zonder bezwaar somscores worden berekend. De gemiddelde scores, standaardafwijkingen, minimum- en maximumscores staan in Tabel 16. Pagina 17/54 December 2011 HJ Tabel 15 Betrouwbaarheid van de domeinen binnen taal; eindexamenklassen BB KB N Nitems α N Nitems α mondelinge vaardigheid luisteren

18 spreekvaardigheid zakelijke teksten fictie en verhalen schrijfvaardigheid Noot. N: aantal respondenten; Nitems: aantal items in schaal; α: betrouwbaarheidscoëfficiënt Tabel 16 Gemiddelde scores, minima, maxima en spreiding per domein bij taal BB KB M min max sd M min max sd mondelinge vaardigheid luisteren spreekvaardigheid zakelijke teksten fictie en verhalen schrijfvaardigheid Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking De gemiddelde scores in de de basisberoepsgerichte leerweg lagen in het algemeen iets boven de 3, hetgeen betekent dat de respondenten het bereiken van het referentieniveau 2F voor taal door hun eindexamenkandidaten in de basisberoepsgerichte leerweg 4 vmbo toch wel enigszins als een probleem ervaren. De maximumscores gaven aan dat enkele docenten het zelfs als een groot probleem beschouwen. Het beeld in de kaderberoepsgerichte leerweg gaf aan dat men zich om deze leerlingen een stuk minder zorgen maakt: de gemiddelde scores lagen hier in het algemeen tussen 2 en 3, i.e., variërend tussen nauwelijks een probleem en wel - enigszins een probleem. Al de verschillen tussen de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg zijn statistisch significant (zie Tabel 17). Tabel 17 Verschillen tussen de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg bij taal; eindexamenklassen t df p r p mondelinge vaardigheid < <.001 luisteren < <.001 spreekvaardigheid < <.001 zakelijke teksten < <.001 fictie en verhalen < <.001 schrijfvaardigheid < <.001 Noot. t: toetsingsgrootheid, df: aantal vrijheidsgraden, p: overschrijdingskans, r: correlatie tussen oordeel over leerlingen BB en KB Ook hier is weer een sterk beoordelaarseffect in de zin dat de oordelen over de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg zeer substantieel correleren. Zowel in de basisberoepsgerichte leerweg en de kaderberoepsgerichte leerweg waren de respondenten het meest negatief over de leesvaardigheid van zakelijke teksten van hun eindexamenkandidaten en het meest positief over hun spreekvaardigheid. Pagina 18/54 December 2011 HJ Rekenen De webenquête en de telefonische enquête gezamenlijk

19 Tabel 18 geeft een overzicht van de gemiddelde scores voor de referentieniveaus bij het eindexamen, dat wil zeggen hetgeen de respondenten verwachten aan het einde van klas 4. Voor het verwachte uitstroomniveau werd net als bij taal gevraagd te scoren op een vijfpuntsschaal van 1: geen enkel probleem tot 5: een onoverkomelijk probleem. Over rekenen waren de respondenten minder optimistisch dan over taal. De meeste gemiddelde scores zaten dichter bij 3 ( wel enigszins een probleem ) dan bij taal. Het minst problematisch achtte men het kennen van de namen van vlakke figuren. Het meest problematisch vond men kennis omtrent de samenhang tussen omtrek, oppervlakte en inhoud. Daar lag het gemiddelde dicht bij 4 ( een groot probleem ). Multivariaat getoetst was er geen effect van het type enquête (V=.72, F (16, 33)=1.48, ns). Univariaat waren er drie verschillen. Deze betroffen achtereenvolgens: situaties vertalen naar een bewerking (F (1, 48)=10.04, p=.003), aflezen van maten uit een (werk)tekening (F (1, 48)=8.01, p=.007) en formules herkennen als vuistregel of als rekenvoorschrift (F (1, 48)=6.13, p=.017). Op al deze drie omschrijvingen scoorden de respondenten op de internetvragenlijst hoger dan de telefonisch geïnterviewden. Dit was net als bij de leraren uit de brugklassen een aanwijzing dat de aanvankelijke nonrespondentgroep minder pessimistisch was dan de groep die de webenquête voor de sluitingsdatum heeft ingevuld. Het ging echter om een klein aantal telefonisch bevraagden (N=7) en multivariaat is er geen effect. Pagina 19/54 December 2011 HJ Tabel 18 Gemiddelden rekenen eindexamenklassen N M sd min max Paraat hebben Getallen Symbolen zoals < en > gebruiken Met een rekenmachine breuken, procenten, machten en wortels berekenen of benaderen als eindige decimale getallen Verhoudingen 1 op de 5 Nederlanders is hetzelfde als een vijfde deel van alle Nederlanders Verhoudingen met elkaar vergelijken en daartoe een passend rekenmodel kiezen, bijvoorbeeld een verhoudingstabel Meten en meetkunde Namen vlakke figuren: vierkant, ruit, parallellogram, rechthoek, cirkel Inhoud berekenen Verbanden Snijpunt (twee rechte lijnen, snijpunten met de assen) Regelmatigheden in een tabel beschrijven met woorden, grafieken en eenvoudige (woord)formules Functioneel gebruiken Getallen Schatten van een uitkomst Situaties vertalen naar een bewerking: 350 blikjes nodig, ze zijn verpakt per Verhoudingen Notatie van breuken, decimale getallen en procenten

20 herkennen en gebruiken Vergroting als toepassing van verhoudingen: Een foto wordt met een kopieermachine 50% vergroot. Hoe veranderen lengte en breedte van de foto? Meten en meetkunde Aflezen van maten uit een (werk)tekening, plattegrond werktekening eigen tuin Samenhang tussen omtrek, oppervlakte en inhoud (hoe verandert de inhoud van een doos als alleen de lengte wordt gewijzigd, als alle maten evenveel vergroot worden?) Verbanden Formules herkennen als vuistregel of als rekenvoorschrift en omgekeerd: een mijl is ongeveer anderhalve kilometer; aantal mijlen 1,5 aantal km Kwantitatieve informatie uit tabellen, diagrammen en grafieken gebruiken om berekeningen uit te voeren en conclusies te trekken: vergelijkingen tussen producten maken op basis van informatie Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking Alleen de webenquête De URL van de webenquête werd in totaal 73 maal benaderd. Zeventien docenten hebben echter niets ingevuld. Van de resterende 56 leraren hebben er slechts 36 de vragenlijst volledig ingevuld, maar er waren 12 leraren die een klein deel van de vragen hebben overgeslagen. Daarnaast waren er drie docenten die slechts de helft van de vragen konden beantwoorden, omdat ze alleen in één van beide leerwegen werkzaam waren. De vragen in de webenquête werden opnieuw onderverdeeld volgens de indeling in de vier domeinen die in de referentieniveaus worden onderscheiden, te weten getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Daarnaast werd onderscheid gemaakt tussen het paraat hebben van kennis en vaardigheid en het functioneel gebruik ervan. Ook hier was het weinig zinvol om op itemniveau te rapporteren; het totaal aantal items bedraagt 110. In Tabel19 staan de betrouwbaarheden van de onderscheiden groepen items. Pagina 20/54 December 2011 HJ Tabel 19 Betrouwbaarheid van de domeinen binnen rekenen; eindexamenjaar BB KB N Nitems α N Nitems α Paraat hebben getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Functioneel gebruiken getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Noot. N: aantal respondenten; Nitems: aantal items in schaal; α: betrouwbaarheidscoëfficiënt

21 De betrouwbaarheden zijn lager dan die van de schalen voor de brugklassen, maar het aantal items per schaal was gemiddeld dan ook kleiner. De betrouwbaarheid van de schaal verhoudingen bij functioneel gebruiken is eigenlijk te laag, maar voor onderzoeksdoeleinden kunnen er wel somscores worden berekend. De gemiddelde scores, minimum- en maximumscore en standaardafwijkingen staan in Tabel 20. In de basisberoepsgerichte leerweg voorzien de respondenten bij rekenen meer problemen dan bij taal; op de helft van de domeinen bij rekenen werd hoger gescoord dan 3.5, een aanwijzing dat er binnen die domeinen toch wel vrij grote problemen worden verwacht. Het betreft het paraat hebben van kennis en vaardigheid omtrent verhoudingen en het functioneel gebruik van verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. In de kaderberoepsgerichte leerweg wijkt het beeld bij rekenen niet veel af van het beeld bij taal. Tabel 20 Gemiddelde scores, minima, maxima en spreiding per domein; klas 4 BB KB M min max sd M min max sd Paraat hebben getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Functioneel gebruiken getallen verhoudingen meten en meetkunde verbanden Noot. M: gemiddelde score, min: minimumscore, max: maximumscore, sd: standaardafwijking Ook voor de eindexamenklassen werd nagegaan of functioneel gebruiken moeilijker werd geacht en volgens de leraren dus meer problemen zou opleveren dan paraat hebben. Omdat dit verwacht werd en paraat hebben als eerste in de vergelijking werd gedaan, werden er significant negatieve t-waarden verwacht, zie Tabel 21. Pagina 21/54 December 2011 HJ Tabel 21 Verschillen tussen paraat hebben en functioneel gebruik bij rekenen t df p r p BB getallen ns.62 <.001 verhoudingen hs.52 <.001 meten en meetkunde ns.60 <.001 verbanden < <.001 KB getallen ns.54 <.001 verhoudingen <.001 meten en meetkunde ns.78 <.001 verbanden < <.001

22 Noot. t: toetsingsgrootheid, df: aantal vrijheidsgraden, p: overschrijdingskans, r: correlatie tussen oordeel over paraat hebben en functioneel gebruiken, ns: niet significant, i.e. p>.05 In tegenstelling tot het verschil tussen paraat hebben en functioneel gebruik in de brugklassen, waar het functioneel gebruik van getallen en verhoudingen als moeilijker werd beoordeeld dan het paraat hebben van kennis daaromtrent, werd in de eindexamenklassen het functioneel gebruik van kennis en vaardigheid omtrent verbanden als problematischer gezien dan het paraat hebben ervan. Dat gold voor beide leerwegen. In de kaderberoepsgerichte leerweg lijkt het functioneel gebruik van verhoudingen ook als problematischer te worden beoordeeld dan paraat hebben, maar dit kan ook een gevolg zijn van kanskapitalisatie als gevolg van het aantal uitgevoerde t-toetsen. Ook hier is weer sprake van een substantieel beoordelaarseffect gezien de correlaties tussen de oordelen over paraat hebben en functioneel gebruik. 3.3 Conclusies De respons op beide typen enquêtes, de internetvragenlijst en de telefonische interviews, was buitengewoon teleurstellend. In totaal ging het bij elke vragenlijst (taal brugklas en eindexamenklas, rekenen brugklas en eindexamenklas) om een respons van circa 50 a 60 op 400 aangeschrevenen, dat is tussen de 12½ en 15%. Gemiddeld gesproken verwachtten de respondenten wel enige problemen bij het bereiken van de referentieniveaus van hun leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. In het algemeen waren de respondenten negatiever over de beheersing van de referentieniveaus voor rekenen dan die voor taal. Zoals verwacht beoordeelden leraren in de eerste klassen hun leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg beter dan hun leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg. In de eindexamenklassen verwachtten leraren ook meer van hun leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg dan van hun leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg ten aanzien van beheersing van de referentieniveaus 2F. Bij de enquêtes voor rekenen is enige voorzichtigheid geboden omtrent de representativiteit van de responsgroep. Het lijkt erop dat diegenen die de webenquêtes voor rekenen hebben ingevuld, negatiever oordelen over hun leerlingen dan diegenen die telefonisch zijn geïnterviewd. Als de laatste respondenten representatief zijn voor de non-respondenten, kan de webenquête een vertekend beeld opleveren. Het aantal respondenten bij de telefonische vraaggesprekken was echter uitermate gering. Daarnaast zou er sprake kunnen zijn van een effect van de bevragingsmethode. Wellicht zijn respondenten geneigd om bij telefonische interviews minder negatief te reageren dan bij een internetvragenlijst. Ten slotte is er bij alle enquêtes een zeer substantieel beoordelaarseffect. Respondenten die geneigd zijn positief te oordelen over hun leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg doen dat ook over hun leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg, en respondenten die negatief oordelen over hun leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg doen dat ook over hun leerlingen in de kaderberoepsgerichte leerweg. Er bestaan tevens substantiële correlaties tussen de oordelen over respectievelijk paraat hebben en functioneel gebruiken bij rekenen. Opvallend is dat de resultaten van het onderzoek in grote lijnen sterk overeenkomen met de enquête die door onderzoeksbureau R&M onlangs is uitgevoerd (Got It?!, 2012). De respons in dat onderzoek was overigens nog lager dan de respons in het door ons uitgevoerde onderzoek, zij bedroeg slechts 7,8%. Pagina 22/54 December 2011 HJ

Taal- en rekenvaardigheden van vmboleerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten.

Taal- en rekenvaardigheden van vmboleerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten. Taal- en rekenvaardigheden van vmboleerlingen in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg volgens hun docenten. Onderzoeksrapportage februari 2012 HJ1.12.035 José van der Hoeven Joost Meijer

Nadere informatie

Taal en rekenniveaus bij instroom en uitstroom van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. José van der Hoeven en Joost Meijer, KPC Groep

Taal en rekenniveaus bij instroom en uitstroom van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo. José van der Hoeven en Joost Meijer, KPC Groep Taal en rekenniveaus bij instroom en uitstroom van de beroepsgerichte leerwegen in het vmbo José van der Hoeven en Joost Meijer, KPC Groep Inleiding In 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Cito Primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs Meting taal en rekenen 2010 Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Meting taal en rekenen

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie Rekentoetswijzer 2F Eindversie Voorwoord De rekentoetswijzer stelt docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de rekentoetsen rekenen 2F voor het voortgezet onderwijs wel en niet gevraagd

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan

Nadere informatie

Bijlage Wiskunde vmbo

Bijlage Wiskunde vmbo Bijlage Wiskunde vmbo IJking Referentiekader Rekenen versus Examenprogramma's Victor Schmidt April 2010 Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Hoe is SmartRekenen opgebouwd?

Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Onderstaand figuur toont de opbouw van SmartRekenen: SmartRekenen 1F Instaptoets IT 2A 2F Referentieniveau Deel 1 Deel 3F Deel 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf Eindtoets 2 Theorie

Nadere informatie

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen

Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Resultaten instaptoetsen Rekenen en Nederlands 2010 Rapportage aan de Profijtscholen Rapportage: Analyse en tabellen: 4 Februari 2011 Mariëlle Verhoef Mike van der Leest Inleiding Het Graafschap College

Nadere informatie

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling VMBO BB leerling Verbanden en Hoge -bewerkingen onder 100 -tafels t/m 10 (x:) -bewerkingen met eenvoudige grote en -makkelijk rekenen -vergelijken/ordenen op getallenlijn -makkelijke breuken omzetten -deel

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en Rekenen en ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal Vaktaal herkennen en voor het ordenen van herkennen en voor het ordenen van herkennen en voor het ordenen van

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministeriee van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 3F. Eindversie

Rekentoetswijzer 3F. Eindversie Rekentoetswijzer 3F Eindversie Voorwoord De rekentoetswijzer stelt docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de rekentoetsen rekenen 3F voor het voortgezet onderwijs wel en niet gevraagd

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen 2020 REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 22 maart 2019 pagina 1 van 7 rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Enkele rekenexperts, docenten en andere betrokkenen. Rekentoetswijzercommissie voortgezet onderwijs. Expertmeeting rekentoetsen vo

Enkele rekenexperts, docenten en andere betrokkenen. Rekentoetswijzercommissie voortgezet onderwijs. Expertmeeting rekentoetsen vo Uitnodiging Aan Enkele rekenexperts, docenten en andere betrokkenen Van Rekentoetswijzercommissie voortgezet onderwijs Datum 16 maart 2011 Agenda Expertmeeting rekentoetsen vo Datum overleg 12 april 2011

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging

Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging maart 2011 Voorwoord De rekentoetswijzer en de bijbehorende voorbeeldtoets stellen docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de

Nadere informatie

Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Aankomend onderofficier grondoptreden zich op het volgende niveau:

Indicatief bevindt de beroepsinhoud van de Aankomend onderofficier grondoptreden zich op het volgende niveau: 2.4.3 Aankomend onderofficier grondoptreden Nederlands Mondelinge taalvaardigheid: 2F Leesvaardigheid: 2F Schrijfvaardigheid: 2F Taalverzorging en taalbeschouwing: 2F Verantwoording beroepsniveau Nederlands

Nadere informatie

REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015

REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015 REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015 pagina 2 van 16 Inhoud Voorwoord 5 Vooraf 6 1 Inleiding 7 1.1 Wat is een rekentoetswijzer? 7 1.2 De rekentoets 3F 7 1.3 Uitgangspunten bij de constructie van

Nadere informatie

INSIGHT Rekentoets. Witboek Insight rekentoets. Tijd voor rekenen! 1

INSIGHT Rekentoets. Witboek Insight rekentoets. Tijd voor rekenen! 1 INSIGHT Rekentoets Witboek Insight rekentoets Tijd voor rekenen! 1 Colofon Titel: Uitgave door: Adres: Witboek Insight Rekentoets AMN b.v. Arnhem De Wetstraat 1 6814 AN Arnhem Tel. 026-3557333 info@amn.nl

Nadere informatie

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1 Verbanden 1 Rekenen en Wiskunde Verbanden 1 bestrijkt de basisvaardigheden van Verbanden: de verschillende grafische presentaties, zoals tabel, rooster, staafdiagram, cirkeldiagram en grafiek. Doelgroep

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL Wijziging op 19-01-2016 bij punt 4 Dyslexie of dyscalculie: de aangepaste rekentoets ER duurt 120 minuten in plaats van 150 minuten. Wijziging op 04-02-2016 bij punt 3: de rekentoets duurt 90 minuten in

Nadere informatie

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012 De Referentieniveaus Taal BAVO Eemlanden 14 maart 2012 2 Wat komt aan de orde? Aanleiding tot de referentieniveaus Wat zijn referentieniveaus? Status en ontwikkelingen rond de referentieniveaus Referentieniveaus

Nadere informatie

Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO

Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO Referentiekader Informatiebijeenkomsten Referentieniveaus Steunpunt PO steunpuntpo@poraad.nl 030-3100940 Inhoud Aanleiding tot de referentieniveaus Wat zijn referentieniveaus? Voordelen referentieniveaus

Nadere informatie

REKENTOETSWIJZER 2F 2015 REKENTOETS VO 2015

REKENTOETSWIJZER 2F 2015 REKENTOETS VO 2015 REKENTOETSWIJZER 2F 2015 REKENTOETS VO 2015 pagina 2 van 18 Inhoud Voorwoord 5 Vooraf 6 1 Inleiding 7 1.1 Wat is een rekentoetswijzer? 7 1.2 De rekentoets 2F 7 1.3 Uitgangspunten bij de constructie van

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO pagina 2 van 14 Inhoud 1 Nieuwe Syllabus rekenen, met ingang van 1 oktober 2015 5 2 Nieuw en anders: Verschillen oude rekentoetswijzers vo/ rekensyllabi

Nadere informatie

Referentieniveaus taal en rekenen Primair onderwijs

Referentieniveaus taal en rekenen Primair onderwijs Referentieniveaus taal en rekenen Primair onderwijs Overeenkomsten OGW - HGW Cyclisch ambitieuze doelen stellen en evalueren: Welke leerlijnen liggen er onder jullie onderwijs? Doorgaande leerlijnen? Uitgaan

Nadere informatie

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003 Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003 REKENEN-WISKUNDE VERSLAG Samenstelling De BOVO-kwaliteitsgroep rekenen-wiskunde bestond uit: Sira Kamermans,

Nadere informatie

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort 15-16-17

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort 15-16-17 en examen Engels PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort 15-16-17 Het eindexamen bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende

Nadere informatie

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen Niveau 2F Lesinhouden Rekenen LES 1 Begintest LES 2 Getallen Handig optellen en aftrekken Handig vermenigvuldigen en delen Schattend rekenen Negatieve getallen optellen en aftrekken Decimale getallen vermenigvuldigen

Nadere informatie

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort en examenprogramma Engelse taal en literatuur Het eindexamen bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: A Leesvaardigheid; B Luistervaardigheid;

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1 Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F. Voortgezet onderwijs. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Rekentoetswijzer 2F. Voortgezet onderwijs. SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Rekentoetswijzer 2F Voortgezet onderwijs SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Rekentoetswijzer 2F voortgezet onderwijs December 2011 Verantwoording 2011 SLO (nationaal expertisecentrum

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

REKENTOETSWIJZER 3F T.B.V. SCHOOLJAAR 2013-2014

REKENTOETSWIJZER 3F T.B.V. SCHOOLJAAR 2013-2014 REKENTOETSWIJZER 3F T.B.V. SCHOOLJAAR 2013-2014 Juli 2013 Inleiding Voor de rekentoets VO heeft de rekentoetswijzer dezelfde functie als de syllabus voor een centraal examen VO. De functie ervan is een

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.03.2 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort

PTA Engelse taal en literatuur HAVO Belgisch Park cohort Examenprogramma Het eindexamen bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: A Leesvaardigheid B Luistervaardigheid C Spreek- en gespreksvaardigheid

Nadere informatie

Verhoudingen. de deel geheel relatie: 4 als 3 van de 4 delen van een geheel ( 4 taart);

Verhoudingen. de deel geheel relatie: 4 als 3 van de 4 delen van een geheel ( 4 taart); De operationalisering voor Verhoudingen Uit: Over de drempels met rekenen, Consolideren, onderhouden, gebruiken en verdiepen (zie voor het hele hoofdstuk en rapport: www.taalenrekenen.nl) Verhoudingen

Nadere informatie

REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.05.1 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Media&Design, Statenkwartier (Vakcollege) cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009 Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo Kenmerk Datum november 2009 Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling / KvK 09103470 1 Inleiding

Nadere informatie

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen!

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen! INSIGHT Rekentoets Spoorboekje Tijd voor rekenen! Colofon Titel: Subtitel: Uitgave door: Adres: Insight Rekentoets Spoorboekje AMN b.v. Arnhem Oude Oeverstraat 120 6811 Arnhem Tel. 026-3557333 info@amn.nl

Nadere informatie

NOT 24 januari 2013 Taal en rekenen, de basis versterkt! Ria van de Vorle (SLO)

NOT 24 januari 2013 Taal en rekenen, de basis versterkt! Ria van de Vorle (SLO) NOT 24 januari 2013 Taal en rekenen, de basis versterkt! Ria van de Vorle (SLO) Inhoud: taal en rekenen de basis versterkt! Wat vooraf ging Wat zijn referentieniveaus? Referentieniveaus taal Referentieniveaus

Nadere informatie

HANDREIKING REKENEN 2F MBO

HANDREIKING REKENEN 2F MBO HANDREIKING REKENEN 2F MBO TEN BEHOEVE VAN REKENONDERWIJS CENTRAAL ONTWIKKELDE EXAMENS pagina 2 van 24 Inhoud 1 Voorwoord 5 2 Algemeen 6 3 Domein getallen 7 4 Domein verhoudingen 9 5 Domein Meten en Meetkunde

Nadere informatie

Tussendoelen in MathPlus

Tussendoelen in MathPlus MALMBERG UITGEVERIJ B.V. Tussendoelen in MathPlus Versie 1 Inhoud Tussendoelen onderbouw in MathPlus... 2 Tabel tussendoelen... 2 1HVG... 7 Domein Rekenen... 7 Domein Meten en tekenen... 9 Domein Grafieken

Nadere informatie

Rapportage. De invoering van referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO. In opdracht van: mevrouw J. Kerkhoffs en de heer J.

Rapportage. De invoering van referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO. In opdracht van: mevrouw J. Kerkhoffs en de heer J. Rapportage De invoering van referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het VMBO In opdracht van: Contactpersoon: STICHTING PLATFORMS VMBO mevrouw J. Kerkhoffs en de heer J. de Kruijf Utrecht, november

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2 Getallen 2 Getallen 2 bestrijkt de uitbreiding van de basisvaardigheden van het rekenen, regels en vaardigheden die in het vmbo en de onderbouw van havo/vwo worden aangeleerd, geoefend en toegepast. Doelgroep

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.12.1 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens

Nadere informatie

Programma van Toetsing Onderbouw (PTO)

Programma van Toetsing Onderbouw (PTO) Programma van Toetsing Onderbouw (PTO) 2017-2019 Inleiding Dit document geeft u meer inzicht in het programma en toetsing van kennis en vaardigheden van de leerlingen uit de onderbouw: leerjaar 1 en 2

Nadere informatie

Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011

Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011 Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011 Rekenen in het mbo (en vmbo) 1. Referen?ekader rekenen 2. Hoe ver is men in mbo? 3. Hoe ver is men in vmbo? 4. Drieslag func?oneel

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2 Getallen 2 Getallen 2 bestrijkt de uitbreiding van de basisvaardigheden van het rekenen, regels en vaardigheden die in het vmbo en de onderbouw van havo/vwo worden aangeleerd, geoefend en toegepast. Doelgroep

Nadere informatie

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011

Doorlopende leerlijnen Nederlands (PO - vmbo) 2011 Doorlopende leerlijnen Nederlands ( - vmbo) 2011 De samengevatte kerndoelen en eindtermen in samenhang met de referentieniveaus Domein 1. Leesvaardigheid Nr. 4: Informatie achterhalen in informatieve en

Nadere informatie

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en): Wiskunde, LTP leerjaar 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 26 De leerling leert te werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan afbeeldingen te maken en deze te interpreteren, en leert

Nadere informatie

HANDREIKING REKENEN 3F MBO

HANDREIKING REKENEN 3F MBO HANDREIKING REKENEN 3F MBO TEN BEHOEVE VAN REKENONDERWIJS CENTRAAL ONTWIKKELDE EXAMENS December 2013 Inhoud 1 Voorwoord 3 2 Algemeen 4 3 Domein getallen 5 4 Domein Verhoudingen 5 5 Domein Meten & Meetkunde

Nadere informatie

Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6

Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6 Rekenen Oefenboek (2) Geschikt voor LVS-toetsen van CITO 3.0 Groep 6 2019 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte 1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken

Nadere informatie

PTA wiskunde BBL - Kijkduin Statenkwartier - cohort 13-14-15

PTA wiskunde BBL - Kijkduin Statenkwartier - cohort 13-14-15 A. Schoolexamen derde leerjaar, 2013-2014 1 SE 1 De volgende onderdelen worden getoetst: PCS Schriftelijk 90 min ja 2,0 Hoofdstuk 1: Plaats en afstand. 301B Algebraïsche verbanden en WI/K/4 * * * aanzichten

Nadere informatie

Product Informatie Blad Toets Engels

Product Informatie Blad Toets Engels Product Informatie Blad Toets Engels PIB-2014-Engels Context Beheersing van de Engelse taal is een belangrijk onderdeel in het Nederlandse onderwijs. In het VO is Engels één van de doorstroomrelevante

Nadere informatie

Rekenonderwijs op SG Newton

Rekenonderwijs op SG Newton Rekenonderwijs op SG Newton 1.0 Uitgangspunt en doel... 1 2.0 Rekenles en extra les rekenen in lessentabel... 1 3.0 De uitvoering... 1 4.0 Overlegstructuur... 1 5.0 Inhoud... 2 6.0 Leermiddelen... 2 7.0

Nadere informatie

Rapportage. De invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het havo/vwo

Rapportage. De invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het havo/vwo Rapportage De invoering van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het havo/vwo In opdracht van: Het Steunpunt taal en rekenen vo i.s.m. de VO-raad en de VVVO Utrecht, januari 2011 DUO MARKET

Nadere informatie

Amsterdam, september PTA 3e leerjaar Sector: Zorg & Welzijn/Economie Afdeling: Verzorging/Administratie Gemengde leerweg

Amsterdam, september PTA 3e leerjaar Sector: Zorg & Welzijn/Economie Afdeling: Verzorging/Administratie Gemengde leerweg Amsterdam, september 207 PTA 3e leerjaar Sector: Zorg & Welzijn/Economie Afdeling: Verzorging/Administratie Gemengde leerweg 207-208 Geachte ouders/ verzorgers, beste derdeklassers, Dit jaar is het zover,

Nadere informatie

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen CvE-bijlage bij rapportage 2012-2013 invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen In dit document geeft het College voor Examens gegevens rondom de resultaten

Nadere informatie

REKENTOETS HAVO/VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.11.2

REKENTOETS HAVO/VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.11.2 REKENTOETS HAVO/VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.11.2 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best!

Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! Artikel 7 Door: Eric Robbers en Stefan Robbers Muiswerk: Taal en rekenen op z n best! 1.Inleiding Er zijn zorgen over het niveau van het onderwijs, zowel binnen het onderwijs als ook daarbuiten. Binnen

Nadere informatie

Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7

Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7 Rekenen Oefenboek (1) Geschikt voor Entreetoets en de LVS-toetsen van het Cito - Groep 7 2019 Junior Einstein bv Enschede, the Netherlands Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Cursus rekendidactiek Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Rekenen uit de krant Een krappe 40 procent van de Nederlanders weet niet dat een glas sap evenveel

Nadere informatie

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Voorstel taal- en rekenbeleid [school] Inleiding Landelijk Op 27 april 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 augustus 2010 in werking. De kern van

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Waldeck, Statenkwartier cohort 18 19 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN ENGELS VMBO GT/TL

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN ENGELS VMBO GT/TL TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN ENGELS VMBO GT/TL EERSTE TIJDVAK 2011 1 Inleiding 1. Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ INHOUDSOPGAVE BLZ HOOFDSTUK 1 DOMEIN A: GETALLEN 15 1.1. Inleiding 15 1.2. Cijfers en getallen 15 1.3. Gebroken getallen 16 1.4. Negatieve getallen 17 1.5. Symbolen en vergelijken van getallen 19 HOOFDSTUK

Nadere informatie