Arbo Jaarverslag 2013



Vergelijkbare documenten
A R B O JAARVERSLAG 2009 GEMIVA-SVG GROEP

Arbo Jaarverslag 2014

Arbo jaarverslag 2018

Arbo. Jaarverslag 2015

Arbo jaarverslag 2017

Arbo jaarverslag 2016

MEDEWERKERS VRAGENLIJST BRANCHE-RIE TECHNISCHE GROOTHANDEL

Betrekken medewerkers bij de uitvoering van de RI&E.

Arbo jaarverslag 2012 & Arbo jaarplanning 2013

Checklist RSI-preventiebeleid

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Beeldschermwerk en werken in de e-gemeente

Pesten. Wie heeft welke rol

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Arbo-/preventieplan FM-team bedrijf ABC

Rapportage toetsing Risico Inventarisatie en Evaluatie en Plan van aanpak

Toetsingsrapportage RI&E

Arbobeleid. Titus Terwisscha van Scheltinga

Voorwoord: status model RI&E SW

Branchetoetsdocument: Arbo en veiligheid

HANDLEIDING OPZETTEN BELEID TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN ONGEWENST GEDRAG

Handboek Personeelsmanagement

Melden van (bijna )ongevallen en gevaarlijke situaties

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

Veiligheidsplan. Versie: apr Veiligheidsplan Pagina 1 van 6

Vragenlijst. Thema 1: Beleid en organisatie

ARBOBELEIDSPLAN 2012

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

Bureau KAM/Arbo Waternet Deel RI&E Bodem- en Milieu Technologie

Het betrekken van medewerkers bij de uitvoering van de RI&E

Bijlage 6 Voorbeeldstellingen teampeiling

Arbeidsomstandigheden

Peek Bouw & Infra BV. T.a.v. Mevr. N. van Hienen Postbus GB Houten. Betreft: Toetsing RI&E. Geachte mevrouw van Hienen,

Beleidskader Bedrijfshulpverlening beleidskader BHV 1

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

DieselMotorEmissie. Kijk op voor meer informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

RSI beleid NIKHEF RSI beleid NIKHEF

Arbocatalogus Tuincentra

u de regie, wij de deskundigheid De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017

MeetUp Verzuim. Draag bij aan de aanpak van verzuim! INZICHTEN & AANPAK! HANDREIKING VOOR ONDERNEMINGSRADEN

Protocol voor het handelen bij ongevallen

Verslag ARBO-event van het jaar!

Memo. Geachte collega s,

Externe Vertrouwenspersonen Arbo Technische Groothandel. Wim van Es Coördinator Externe Vertrouwenspersonen

Vraag 1: De samenwerkingsvorm/overlegvorm inzake het arbobeleid tussen de directie en het personeel

kort, Jacqueline Wit, 1 INLEIDING EN KENNISMAKING Jacqueline Wit Ambtelijk secretaris kort training en advies OR en Arbo

De nieuwe Arbowet PER 1 JULI 2017

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Het rapport is aangemaakt met gegevens uit de webapplicatie Arbomeester2 (

1. INLEIDING PLAN VAN AANPAK... 3

Interventies Houdings- en Bewegingsapparaat

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

Bijlage 2: Klachten regelement Klachten regelement Autstekend

Protocol Opvang en nazorg na schokkende gebeurtenissen

Wat is er aan de hand?

Voorkomen is nog altijd beter dan.

Jaarverslag Januari december De Waterhoeve. Boerderijnummer: Kwaliteitssysteem Zorgboerderijen

Hogeschool van Amsterdam. Beeldschermwerk? Voorkom RSI!

Basisinspectiemodule

Medewerkerstevredenheidsonderzoek

De Inspectie SZW controleert de naleving van deze regelgeving en kan boetes opleggen indien een werkgever er zich niet aan houdt.

STEP WerkPlekAnalyse bij

Inhoud. Inleiding Algemene gegevens Gevoel van veiligheid De mate waarin agressie voorkomt Omgaan met agressie...

Helger Siegert. Agenda

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Toetsing RI&E 2010/2011

Veel gestelde vragen 1

Aan de leden van FNV Bondgenoten werkzaam bij Aldi BV. Beste Leden,

Melding incidenten op school protocol + formulier

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht

Voorbeeld-RI&E, met Plan van Aanpak (met dank aan ArboUnie Noordwest Nederland)

Bijlage. Voorbeeld uitwerking minimaal werkdrukbeleid

Gezond en veilig werken. Je hebt t zelf in de hand.

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

ASW Sociaal jaarverslag 2014

Van risico s naar beheersmaatregelen. Door: Huib Arts, ArboProfit

Voorwoord. Inhoud ONDERNEMINGSRAAD. Jaarverslag 2017

Wijziging Arbowet: wat verandert er in 2015?

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

v.o.f. Adviesbureau Schouwen Adviseurs & Consultants Arbeidsomstandigheden, Milieu & Kwaliteit

Risico-inventarisatie en evaluatie Arbeidsomstandigheden Plan van Aanpak

EFFECTIVITEIT VAN ARBOMAATREGELEN

Vernieuwde Arbowet. De belangrijkste wijzigingen op een rij

Diensten informatieblad: Optimalisatie KAM & Arbo- & Veiligheidsinspecties. Coöperatie Baronije UA

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen

Invloed op arborisico s

Een werkgever is ook verplicht zich aan allerlei wetten te houden. Een van die wetten is de Arbeidsomstandighedenwet, kortweg de Arbo-wet.

De Regeling melding en registratie arbeidsongevallen, incidenten en onveilige situaties (2014) vast te stellen.

Sessie 2 RI&E en Plan van aanpak. Wendy Roescher

Invloed op arborisico s

Taak Arbo >> Discussietaak Burcu Arslan 3T1A. Ergonomie. Arbozorg in de grafimedia

Agressie op de werkvloer. Themadag LOMOZ 26 maart 2014 Agnes Vissers

Het rapport is aangemaakt met gegevens uit de webapplicatie Arbomeester (

Management Summary 5e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg onderzoek in opdracht van A+O VVT

Bijzondere weersomstandigheden: wat moet je doen?

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Antares Veiligheid Advies

Workshop: Training preventiemedewerker. Door: Mark Smakman Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige

7. Arbodeskundige(n) en arbodienst

Transcriptie:

Arbo Jaarverslag 2013 Vooraf Alle hoofdlocaties zijn in de afgelopen jaren bezocht en hebben een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) gehad. Alle RI&E s zijn door de arbodienst getoetst op volledigheid en betrouwbaarheid. Arbeidsomstandigheden staan op de agenda van veel locaties. Ook in 2013. Er komen steeds meer vragen binnen over werkplekonderzoeken, tilbeleid, fysieke belasting, agressie, machineveiligheid, beeldschermwerk, klimaat, geluidsmetingen, enzovoort. De lijn die, met het verankeren van het arbomanagementsysteem, in de (locatie) werkplannen is uitgezet, voldoet nog steeds. De opzet van dit jaarverslag is in grote lijnen te vergelijken met die van voorgaande jaren. Dit jaarverslag is een beknopte weergave van wat in het afgelopen jaar aan risico's is geïnventariseerd. Eerst wordt een uitleg gegeven van de werkwijze van de preventiemedewerker waar het gaat om de RI&E. Vervolgens volgt een opsomming van de bezochte locaties en een samenvatting van de activiteiten in 2013. Verder volgt een opsomming van het nieuw ontwikkeld beleid op het gebied van Arbo. In 2013 is het arbomanagementsysteem omgebouwd. Het grote voordeel hiervan is dat de locatiehoofden minder plannen van aanpak hoeven te maken. En dat de preventiemedewerker Arbo beter kan monitoren hoe het er op de locaties voor staat, waar het gaat om arbeidsomstandigheden. Verderop in het jaarverslag meer hierover. Werkwijze RI&E Voor een (opvolging van de) risico-inventarisatie (een uitgebreide RI&E of Arbo quickscan) wordt een afspraak gemaakt met het locatiehoofd van de betreffende locatie. Als het een uitgebreide RI&E betreft, gaat de preventiemedewerker Arbo naar de locatie toe en is hij aanwezig bij een (locatie)overleg. In dit overleg worden nut en noodzaak van de RI&E uitgelegd en wordt aan de medewerkers gevraagd om een enquête in te vullen. Verder doet de preventiemedewerker Arbo een ronde door de locatie en kijkt naar risico s op het gebied van gevaarlijke stoffen, beeldschermwerkplekken, nooduitgangen en verbanddozen. Ook wordt aan het locatiehoofd gevraagd om (eventueel samen met een BHV er) de Arbochecklist in te vullen. Met deze gegevens wordt een rapport gemaakt waarin de gesignaleerde risico s staan en worden adviezen gegeven om de risico s te verminderen of op te heffen. Verder wordt aangegeven wanneer er actie ondernomen moet worden, door aan het advies een risico-index te geven. Risico-index laag betekent: actie binnen een half jaar. Midden betekent: actie binnen drie maanden. Hoog betekent: direct actie ondernemen. Zeer hoog betekent: werkzaamheden stoppen. Dit rapport wordt verstuurd naar de locatie en het locatiehoofd, de clustermanager, de regiomanager, de Raad van Bestuur, de Ondernemingsraad en de Arbodienst. Het locatiehoofd en de clustermanager maken vervolgens een plan van aanpak naar aanleiding van de lijst met knelpunten en risicofactoren. Dit plan van aanpak wordt naar de preventiemedewerker Arbo gestuurd. De arbodienst toetst de rapportage op volledigheid en betrouwbaarheid en doet hier, door middel van een rapport, verslag van. Soms geeft de arbeidshygiënist die deze toetsing doet ook adviezen om een bepaald risico nog op te nemen of de risico-index te veranderen. Als ook het verslag van de arbodienst binnen is, is de RI&E volledig. De volledige RI&E ligt op de betreffende locatie en is te vinden in de administratie van de preventiemedewerker. Deze rapportage is ook inzichtelijk voor de arboarts. 1

Bij een Arbo-quickscan komt de preventiemedewerker naar een locatie toe en neemt met het locatiehoofd en/of een BHV er de laatstgehouden RI&E door. Verder wordt een ronde door het pand gedaan. Hierbij let de preventiemedewerker Arbo op de bovengenoemde aandachtspunten en risico's. Verandering Arbomanagementsysteem In 2013 is, naar aanleiding van signalen van het management, het Arbomanagementsysteem veranderd. Locatiehoofden hebben in toenemende mate te maken met verhoging van de werkdruk. Waar het kan proberen we om hier iets aan te doen. De grootste veranderingen zijn dat: RI&E niet meer eens in de vier jaar gehouden wordt; de jaarlijkse rondgang door de locatie vervalt; de preventiemedewerker Arbo eens per twee jaar naar de locatie komt; daardoor de plannen van aanpak aanmerkelijk korter worden. Bovendien kunnen de medewerkers tijdens het tweejaarlijkse MTO ook Arbogerelateerde punten aangeven. Hierdoor wordt de werkdruk van het management (met name de locatiehoofden) minder en kan de preventiemedewerker Arbo beter monitoren hoe het er op de locaties voorstaat waar het gaat om arbeidsomstandigheden. Wanneer op een locatie een door de Arbodienst getoetste RI&E aanwezig is, hoeft er in principe geen nieuwe RI&E gemaakt te worden. Een nieuwe RI&E is wel van toepassing als binnen de locatie de risico's zijn veranderd (bijvoorbeeld meer agressie of fysieke belasting), de wet en regelgeving wijzigt, er nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn of wanneer er in de huisvesting van de locatie iets is veranderd (bijvoorbeeld een verbouwing). Tijdens het tweejaarlijks bezoek van de preventiemedewerker aan de locaties wordt de lijst met knelpunten en risicofactoren (met het daarbij behorende plan van aanpak van de laatstgehouden RI&E) doorgenomen. Wanneer er aanleiding is om naast deze rondgang toch een volledige RI&E te houden (zie eerdere criteria), wordt deze alsnog gepland. Voor de ambulante dienstverleningen is een apart onderdeel opgenomen in het beleid. Omdat een rondgang op de locatie bij de Ambulante Dienstverlening geen zin heeft (begeleiden achter de voordeur) en de RI&E jaarlijks op de agenda van het overleg terugkomt, is besloten om de locaties van de Ambulante Dienstverlening niet meer te bezoeken. Tijdens de jaarlijkse bespreking van de laatstgehouden RI&E moeten alle aspecten van Arbo aan bod komen. Ook de bijzondere risico's waarmee medewerkers van de Ambulante Dienstverleningen te maken krijgen. 2

Locaties en RI&E in 2013 In 2013 zijn de volgende locaties bezocht. Leiden: Apollotoren, Ankerplaats, Boshuizerlaan, Cronesteijn, Kunst en Vliegwerk, Noordbaan, Oude Vest, Uit de Kunst, Vreewijkstraat, Walnoot. Leiderdorp: Octogoon, Woonvorm Leiderdorp. Voorschoten: Dorpszicht, Zij aan Zij Alphen: Facet, Hoogkamer Oegstgeest, Rijnsburg, Katwijk, Warmond, Oud Ade: Evertsenstraat 70-100, Evertsenstraat 132, Rhijnluststraat, Sotaweg, Tilly Koenenlaan. Zoeterwoude: Beukenoot, Brink, Facilitaire dienst Swetterhage, de Geer, IBG Cronesteijn, Loet, Molen, Nachtdienst Swetterhage, Roodbontweide 25-31, Roskam, TD Swetterhage, Westeinder, Witrikweide 2-4 en Zwartbontweide 5-7, Zwartbontweide 1-3 - 9-11, Zwartbontweide 2-4 - 6, Zwartbontweide 10-12 Gouda: Centraal Bureau, Karnemelksloot, Riebeecklaan, Rotonde, Woonvorm Gouda, Zorgboerderij Gouda Nieuwerkerk: De Gouwe, Dorrestein, Essezoom, Fransezoom (twee locaties/alle woningen), IJsselhage Stolwijk: Kerspelpad 14, Kerspelpad 16, alle woningen Kerspelpad Lekkerkerk, Schoonhoven, Ammerstol, Bergambacht: Den Haag, Nootdorp en Delft: Gelderhof Rayon Drechtsteden: Rotterdam: Oostvoorne: Oud-Beijerland, Zuid-Hollandse eilanden e.o.: Elsenhoeve, Populier, Appartementen Fleminghof, Hoekse Gang, Thiendenland, Waterviolier en Zonnedauw Ambulante dienstverlening kinderen Waardenland, ambulante dienstverlening kinderen Zuid-Hollandse eilanden, Printerij, Atelier, Stadsboerderij Weizigtpark Galerij, Karveel, Kogge, Nieuwe Schalm Bontekoe, Debussyring, Impasto, Ophelia, Paperas, Symfonie, Vlier Arbocommissie De Arbocommissie is een adviesorgaan en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur. In de Arbocommissie zitten -naast de preventiemedewerker Arbovertegenwoordigers vanuit elke regio in de persoon van clustermanagers. Er is één afgevaardigde van de training Ingrijpend Anders. En verder zijn er twee leden van de Ondernemingsraad (OR) vertegenwoordigt. Met de OR en de preventiemedewerker Arbo is afgesproken dat er contact is tussen een afvaardiging van de OR (VGW-M commissie) en de preventie-medewerker, over onder andere het Arbo jaarverslag en andere Arbo aangelegenheden. De Arbocommissie is in 2013 niet bij elkaar geweest. Arbo, verzuim en re-integratie 3

In 2011 is een begin gemaakt met een nauwere samenwerking tussen de afdelingen Verzuim en re-integratie en Arbo. Door deze samenwerking kan adequater beoordeeld worden wat de relatie tussen arbeidsomstandigheden en verzuim is. Hierdoor kan ook de relatie tussen verzuim en de arbeidsrisico's beter in kaart worden gebracht. Arbeidsinspectie (inspectie SZW) In december 2013 is een arbeidsongeval gemeld bij de inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hoewel er geen sprake was van een ziekenhuisopname of overlijden van de betrokken medewerker, is toch een melding gedaan. Op het moment van melden was nog niet helder of er sprake was van blijvend letsel. Is dat wel het geval, dan zou dat alsnog gemeld moeten worden. Een melding dient binnen 24 uur gedaan te worden. Beeldschermwerkplekken De beeldschermwerkplekken voldoen op de meeste locaties aan de richtlijnen. Het document laat je muis los is in het afgelopen jaar naar alle locaties die een RI&E hebben gehad, gestuurd. Hierin staan richtlijnen genoemd om de beeldschermwerkplek zo optimaal mogelijk in te richten. Werkplek onderzoek Ook in het afgelopen jaar is een aantal werkplekonderzoeken geweest. Het ging hierbij om beeldschermwerkplekken in combinatie met klachten aan het bewegingsapparaat. Naar aanleiding van dit onderzoek zijn adviezen geformuleerd, waardoor de klachten verminderden. Verder is een aantal locaties bezocht in verband met klachten over het klimaat. Op deze locaties zijn metingen verricht en aan de hand hiervan zijn oplossingen bedacht en uitgevoerd. Er zijn diverse geluidsmetingen geweest op locaties waar met machines wordt gewerkt. Op diverse andere locaties wordt met enige regelmaat een geluidsmeting gehouden. Dit wordt gedaan door een logopedist uit de betreffende regio of door de preventiemedewerker Arbo. Door de manier van communiceren van een aantal cliënten, werd door medewerkers aangegeven dat zij klachten aan het gehoor, concentratie problemen et cetera kregen. Functie-inhoud en werkdruk In het afgelopen jaar valt bij functie-inhoud en werkdruk op dat minder dan een kwart van de medewerkers geen functioneringsgesprek heeft gehad in het afgelopen jaar. Advies is om te blijven stimuleren om jaarlijks een functioneringsgesprek met de medewerkers te houden. Voor medewerkers met een kort dienstverband gelden overigens andere richtlijnen rond functioneringsgesprekken. Het komende jaar wordt de systematiek rond de functioneringsgesprekken veranderd. Goede implementatie en invoering van een nieuw systeem is hierbij van belang. Overigens wordt op bijna alle locaties wel regelmatig werkoverleg gehouden. In ongeveer eenderde van de locaties hebben medewerkers met schokkende gebeurtenissen te maken. Het gaat vaak om een paar medewerkers van de locatie die hierop scoren. Hierbij wordt geadviseerd om helder te krijgen om welke schokkende gebeurtenissen het gaat en om hierover met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. De nazorg in de vorm van opvang, gesprekken en dergelijke moeten onder de aandacht blijven. In een aantal locaties wordt de werkdruk als structureel te hoog ervaren door een aantal medewerkers. 4

In ongeveer eenderde van de locaties geeft een aantal medewerkers aan dat het voorkomt dat zij alleen moeten werken terwijl er met meer collega s zou moeten worden samengewerkt. Ook komt het in die locaties vaker voor dat medewerkers moeten terugkomen van vrije dagen. Het advies in deze situaties is om helder te krijgen wat de redenen hiervoor zijn. En om contact op te nemen met het mobiliteitsbureau (invalpool), om te kijken wat zij voor de locatie kunnen betekenen, waar het om inval bij verzuim en verlof gaat. Overigens wordt regelmatig aangegeven dat sommige medewerkers er zelf voor kiezen om in hun vrije tijd (extra) te komen werken. Tijdens het bespreken van de laatstgehouden RI&E's en tijdens de overleggen op de locaties wordt in veel van de bezochte locaties benoemd dat medewerkers onzekerheid ervaren over de toekomst. Blijft de locatie bestaan en Heb ik straks nog werk, zijn vragen die regelmatig weer terugkomen. Verder wordt een toename van de werkdruk ervaren op locaties waar hetzelfde werk met minder collega's gedaan moet worden. Geluid Regelmatig zijn er klachten over het geluid. Het gaat dan bijvoorbeeld om locaties waar machines staan, maar ook om locaties waar de cliënten harde geluiden produceren. Cliënten in woonlocaties en activiteitencentra kunnen door bijvoorbeeld hun manier van communiceren ook harde geluiden produceren. Er zijn geluiden van 120 db gemeten. Hiervoor is het beleid gehoorbescherming opgesteld. Hierin staan de wettelijke kaders. Verder staan hierin de overwegingen, in de vorm van een werkinstructie, om te komen tot een goed en verantwoord gebruik van gehoorbescherming. Het ontwikkelde beleid voldoet over het algemeen goed. Verlichting en uitzicht In 2013 waren hier weinig klachten over. In nieuwe locaties zijn veel plafond verlichtingselementen voorzien van (gematteerde) opaalkappen. Hierdoor wordt het TLlicht minder fel, maar is er toch voldoende licht aanwezig. Deze armaturen worden over het algemeen als erg prettig ervaren. Zowel door cliënten als door medewerkers. Klimaat In 2013 werd in ongeveer 20% van de bezochte locaties door een aantal medewerkers aangegeven dat er klachten over het binnenklimaat waren. De klachten gaan over tocht, zomers te heet en s winters te koud, geen regelbaar klimaat, droge ogen of hoofdpijn. Een paar keer is er een vervolgonderzoek ingesteld. Bij dit onderzoek zijn metingen verricht naar o.a. temperatuur en luchtvochtigheid. Gevaarlijke stoffen Binnen de bezochte locaties worden steeds minder gevaarlijke en milieu onvriendelijke stoffen als chloor, antikalk, ammoniak en dergelijke gebruikt. Daarom zijn de combinaties van deze stoffen, die bijvoorbeeld een verdund soort chloorgas kunnen geven (chloor en antikalk), ook bijna niet meer te vinden. Het advies aan de locaties waar nog wel gevaarlijke stoffen aanwezig zijn is om gevaarlijke stoffen voor niet gevaarlijke stoffen te vervangen. Voor "bijzondere" gevaarlijke stoffen bijvoorbeeld cytostatica, is een apart beleid. Fysieke belasting In locaties waar fysieke belasting aanwezig is, wordt door de medewerkers regelmatig aangegeven dat er vaak getild moet worden en dat medewerkers klachten aan het bewegingsapparaat hebben. In diverse locaties werd dit jaar aangegeven dat medewerkers aandoeningen hebben aan nek, schouders, armen, rug of benen. Het 5

advies hierbij is om de betreffende medewerkers een PMO (preventief medisch onderzoek) fysieke belasting aan te bieden. In deze locaties is bijna altijd te zien dat er veel gebruik wordt gemaakt van hulpmiddelen als tilliften en dergelijke. Het werkpakket pakketje gezond wordt (in de locaties waar dit van toepassing is) gebruikt en is bij de preventiemedewerker Arbo en- via internet (www.profijtvanarbobeleid.nl) verkrijgbaar. Verder organiseert het Educatief Centrum (EC) tilcursussen of wordt op aanvraag van de medewerkers of bij inwerken van nieuwe medewerkers een tilcursus georganiseerd. Ook hier is het advies om door te blijven gaan op de ingeslagen weg. In locaties waar fysieke belasting is, zijn de adviezen gericht op het onder de aandacht brengen en houden van tilinstructies en het duidelijk krijgen wanneer en in welke omstandigheden fysieke belasting wordt ervaren. Waar nodig in overleg met een fysiotherapeut of ergonoom. Werkplekinrichting In ongeveer een kwart van de locaties heeft een aantal medewerkers klachten over gladde vloeren. We adviseren medewerkers om geen schoenen met gladde zolen te dragen. Verder zijn gladde vloeren vaak gemakkelijk te voorkomen door een inloopmat neer te leggen of, als deze al aanwezig is, te verlengen. Verder wordt in een paar locaties aangegeven dat stoelen niet in hoogte verstelbaar zijn en niet aan de werkzaamheden zijn aan te passen en de ruimte niet goed is ingericht om de werkzaamheden goed te kunnen doen. Over het algemeen zijn deze problemen gemakkelijk op te lossen. Agressie Binnen ongeveer de helft van de locaties die in 2013 bezocht zijn komt agressie voor. In de ene locatie is dit heftiger dan in de andere. In sommige locaties zeer heftig. Agressie wordt op dezelfde locatie door de ene medewerker wel ervaren en door de andere niet. In deze locaties wordt over het algemeen een module of training Ingrijpend Anders (I.A.), of een andere training (affect neutraal handelen, gentle teaching, oplossingsgericht werken enzovoort) gevolgd. Waar dit niet zo is, is het advies om dit alsnog te doen. In sommige locaties moet meer aandacht aan de opvang gegeven worden. Vooral als het gaat om eerste en vervolg opvanggesprekken. Verder kan, bij ernstige agressie incidenten, een beroep worden gedaan op de nazorgmedewerkers van het Centrum Kennis & Leren. Ook hier is het advies om door te gaan op de ingeslagen weg. Dus agressie op de agenda van het overleg houden en de modules en trainingen Ingrijpend Anders blijven aanbieden. In 2010 is de nota De Gemiva-SVG Groep en moeilijk verstaanbaar gedrag: de zorg voor cliënt en medewerker ontwikkeld. In de komende jaren wordt het beleid verder aangepast op grond van ervaringen van medewerkers op de werkvloer. Veiligheid In de locaties waar persoonsbeschermende middelen moeten worden gebruikt, wordt dit niet altijd gedaan. Het gaat dan om beschermende kleding, mondkapjes, handschoenen enzovoort. Het advies is altijd om persoonsbeschermende middelen te gebruiken. Wat betreft PBM bij machines, zie hiervoor het beleid gehoorbescherming en het beleid machineveiligheid. In 2007 is het beleid rondom prik- snij- en bijtincidenten uitgewerkt en vorm gegeven. Naar alle locaties zijn posters en kaartjes gestuurd waarop het beleid en de te nemen 6

stappen staan. Verder staat hierop een telefoonnummer van het prikpunt. Om de behandeling van deze incidenten zo goed mogelijk vorm te geven, heeft de Gemiva-SVG Groep met deze organisatie een contract afgesloten. In een kwart van de bezochte locaties wordt aangegeven dat er risico bestaat op besmetting met micro-organismen (bijvoorbeeld Hepatitis, HIV). Het advies hierbij is altijd om helder te krijgen wat de besmettingsbron is. Verder wordt standaard geadviseerd om gebruik te maken van PBM in de vorm van handschoenen, mondkapjes etc. Bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverlening is binnen de locaties bekend. De bekendheid van de betreffende BHV ers op de locatie is redelijk goed. Niet alle locaties die bezocht zijn hebben een brandpreventie instructie of een ontruimingsoefening gehouden. In die gevallen is het dringende advies (risicofactor: midden en soms hoog) om dit zo spoedig mogelijk te doen. Brandveiligheid Tijdens de rondgang in de locatie wordt ook altijd gekeken naar brandveiligheid. Zo wordt gekeken of de vluchtroutes vrij van obstakels zijn, de blusapparatuur goed zichtbaar is en voor het grijpen ligt, wat voor brandmeldsysteem er is, of er voldoende opgeleide BHV ers en medewerkers voor de BMI zijn, etc. Overigens worden alle locaties jaarlijks bezocht door een medewerker van het Educatief Centrum. Hij neemt met de medewerkers en soms de cliënten de brandveiligheid door. En verder wordt, afhankelijk van de doelgroep, een ontruimingsoefening gehouden. Intimidatie Er zijn sinds het laatste kwartaal van 2005 vijf vragen opgenomen over intimidatie. Intimidatie door cliënten of diens vertegenwoordiger of derden, scoorde het afgelopen jaar regelmatig. Op de vraag aan medewerkers of zij zich door een collega of leidinggevende (seksueel) geïntimideerd voelden werd door enkele medewerkers op diverse locaties bevestigend gescoord. Ook gaven enkele collega s in deze locaties aan dat zij uit eigen waarneming hebben ervaren dat een collega (seksueel) werd geïntimideerd. Het advies aan de medewerkers is om -als het intern op de locatie niet besproken kan worden- contact op te nemen met een vertrouwenspersoon. In situaties waarin een significant aantal medewerkers aangeeft dat er sprake is van intimidatie door een collega of leidinggevende, wordt niet volstaan met de oproep om een vertrouwenspersoon in te schakelen maar wordt ook door de lijn nagegaan of er een redelijke grond onder die meldingen ligt. Deze situatie heeft zich het afgelopen jaar niet voorgedaan. Nieuw beleid en aanpassingen In 2013 is het beleid rond het Arbomanagementsysteem aangepast. Zie hiervoor het eerder geschreven stuk. Wanneer de medewerkers op het werk veelvuldig gebruik maken van de computer met programma's met een bijzonder letter-cijfertype of van computers die vanwege de werkzaamheden op een aparte manier zijn opgesteld, kunnen zij aanspraak maken op een regeling die voorziet in een tegemoetkoming in de kosten voor de aanschaf van een computerbril. Dit beleid is in 2013 ontwikkeld. Adviezen en aanbevelingen voor de Gemiva-SVG Groep 7

Vooraf De adviezen en aanbevelingen verschillen, net als de risico s die het afgelopen jaar zijn aangegeven, niet veel met die van voorgaande jaren. Dit komt mede door de hoeveelheid locaties die bezocht worden. Het aantal bezochte locaties (het afgelopen jaar 25 meer dan de voorgaande jaren, en de komende jaren steeds de helft van het aantal locaties binnen de Gemiva-SVG Groep) geeft een goed beeld van het geheel van de locaties. Samenwerking afdeling Verzuim en re-integratie en Arbo In 2014 blijft deze samenwerking gehandhaafd. Door deze samenwerking kan adequater beoordeeld worden wat de relatie tussen arbeidsomstandigheden en verzuim is. Sinds Arbo en Verzuim & Re-integratie onder één leidinggevende vallen, is de samenwerking gemakkelijk vorm te geven. Functioneringsgesprekken Het systeem van functioneringsgesprekken gaat het komende jaar veranderen. Van belang is om een nieuw systeem goed te implementeren en uit te voeren. Fysieke belasting Hier geldt ook voor 2014: doorgaan op de ingeslagen weg. Aandacht blijven besteden aan fysieke belasting, tillen en tilinstructie. Waar nodig een fysiotherapeut of ergonoom betrekken bij vragen rondom fysieke belasting. Ook op aanvraag van de medewerkers. In diverse locaties zijn aandachtsfunctionarissen benoemd die de manier van tillen in hun takenpakket hebben. Agressie In 2010 is de nota De Gemiva-SVG Groep en moeilijk verstaanbaar gedrag: de zorg voor cliënt en medewerker ontwikkeld. In de komende jaren wordt het beleid verder aangepast op grond van ervaringen van medewerkers op de werkvloer. Het op een goede manier hanteren van agressie is, gezien het aantal meldingen van agressie en bedrijfsongevallen, de verhalen uit de dagelijkse praktijk en de aard van de incidenten, een grote uitdaging voor de Gemiva-SVG Groep. Daarom moet dit onderwerp op diverse niveaus besproken blijven worden. Nazorg in de vorm van opvanggesprekken na een agressie incident moeten gehouden worden. En de agressie incidenten moeten geanalyseerd en besproken worden. Er zijn diverse modules en trainingen Ingrijpend Anders. Deze moeten onder de aandacht van het management blijven. Hierdoor kunnen medewerkers op de locaties op een goede en bij hun locatie en doelgroep passende manier getraind worden in het omgaan met en hanteren van agressie. Ook in locaties die niet meer geoormerkt staan als locatie waar Ingrijpend Anders verplicht is, maar waar wel agressie voorkomt, dient een training te worden aangeboden. Vaker moet op de locaties waar agressie incidenten plaatsvinden overwogen worden om een nazorgfunctionaris in te schakelen. Schokkende gebeurtenissen Binnen ongeveer eenderde van de locaties komen schokkende gebeurtenissen voor. Hierbij wordt geadviseerd om helder te krijgen om welke schokkende gebeurtenissen het gaat en om hierover met elkaar in gesprek te (blijven) gaan. De nazorg in de vorm van opvanggesprekken en dergelijke moet onder de aandacht blijven. 8

Veiligheid Het beleid rondom prik- snij en bijt incidenten is doorgevoerd. Al deze incidenten worden gemeld bij bijvoorbeeld de FOBO-commissies, contact opnemen met de locaties en het beleid nogmaals onder de aandacht brengen. Gehoorbescherming Op locaties waar met machines gewerkt wordt, is het voor de meeste medewerkers duidelijk dat zij gehoorbescherming moeten gebruiken. In 2010 zijn er diverse signalen van woonlocaties en activiteitencentra geweest, waarin werd aangegeven dat er cliënten zijn die mogelijk door hun manier van communiceren erg harde geluiden maken. In verband hiermee moet het beleid gehoorbescherming onder de aandacht worden gebracht op alle locaties. Als er getwijfeld wordt over de hardheid van geluiden is het motto: meten is weten. Hiervoor kan een beroep op de preventiemedewerker of een logopediste van een regio worden gedaan. Voor gehoorbescherming bij cliënten is beleid ontwikkeld. Als op een locatie door cliënten harde geluiden worden geproduceerd, moet een afweging gemaakt worden hoe de geluiden het beste gereduceerd kunnen worden. Het ontwikkelde beleid geeft hier goede richtlijnen voor. Zowel op het gebied van gehoorbescherming als op het gebied van bouwkundige aanpassingen. Intimidatie Waar intimidatie voorkomt door collega s of door leidinggevenden, wordt het advies gegeven een vertrouwenspersoon te benaderen, indien er op een andere manier binnen de locatie zelf niet over gesproken kan worden. Waar het intimidatie door cliënten, vertegenwoordigers of derden betreft, moet geanalyseerd worden waardoor dit komt en hoe daar op een goede manier op gereageerd kan worden. Tot slot Hoewel de systematiek van het arbomanagementsysteem de laatste jaren goed werkte, is in 2013 toch besloten om het arbomanagementsysteem te veranderen. De redenen hiervoor zijn eerder in dit verslag genoemd. De RI&E, de rondgang, de checklist en vooral het gesprek over arbeidsomstandigheden op de locatie zijn hierin meetinstrumenten. De RI&E s geven veel informatie over de beleving van de medewerkers, als het gaat om hun risico s. Maar ze geven ook feitelijke informatie die voor de locatie van belang is. Doordat de laatstgehouden RI&E ook jaarlijks besproken moet worden op de locatie met de medewerkers, ontstaat bewustwording bij de medewerkers. Bewustwording over hun arbeidsomstandigheden. Een ander meetinstrument is het Medewerkerstevredenheidsonderzoek. Hierin staat een aantal Arbo-gerelateerde vragen. De uitwerking van het arbomanagementsysteem heeft in de afgelopen jaren zijn vruchten afgeworpen. Locaties en medewerkers van deze locaties zijn zich meer bewust van wat Arbo in de breedste zin van het woord in de dagelijkse praktijk betekent. De verwachting (gebaseerd op de eerste ervaringen in de tweede helft van 2013) is dat met het vernieuwde Arbomanagementsysteem de arbeidsomstandigheden scherper op het netvlies van de medewerkers komen te staan. 9