Vragen van de gemeenten over de (meerjaren-)begroting 2015 en risicoanalyse van Westerwijs en de antwoorden van Westerwijs in twee termijnen.



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

Ontwerpbegroting 2011

Tweede kwartaalrapportage exploitatie Conceptversie 1.1

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

De feiten over stille bezuinigingen in het primair onderwijs

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen /41613

MANAGEMENTRAPPORTAGE. Januari t/m September 2012

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

Begroting SKPO Eindhoven e.o.

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON ( )/30709

Samenkomst gezamenlijke Medezeggenschapsraden STAIJ

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Jan van Brabant /41332

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Sirius te Amsterdam /41716

JULI Stichting voor openbaar primair onderwijs /Indrukwekkend onderwijs

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden /42504

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Christelijk Speciaal Onderwijs /72464

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SMART Limburg /41891

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

de Jaarrekening 2016 van Onderwijsgroep Fier goedkeuren.

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

BASISSCHOLEN < EEN MEE ONTWERPBEGROTING september 2014

De effecten van de WWZ voor het bijzonder onderwijs

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Scholengroep Den Haag Zuid- West /41402

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Toelichting begroting 2016

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Protestants-Christelijk Basis- en Orthopedagogisch Onderwijs te Rotterdam-Zuid /47595

Geacht College van B&W Geachte leden van de Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp. 30 april 2015 Begroting 2015 en Meerjarenbegroting

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

(pagina 3) (pagina 6)

Raadsvergadering : 29 oktober 2012 Agendanr. 14. : jaarverslag en jaarrekening 2011 Scholengroep OPRON

CSG DE WAARD BEGROTING 2017 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Agendanr. : Voorstelnr. : Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

Aan de gemeenten in de GR Breed Griffier ter attentie van gemeenteraad. Datum: 31 maart 2014 Onderwerp: gewijzigde begroting 2015

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 19 mei 2014 Agendapunt: 12

Toelichting. van overig 1,4 so en. Prognose. zowel het. indexatie van. Beleid. middelen. Concreet

Nota van B&W. Onderwerp Financiële afwikkeling wetswijziging voortgezet onderwijs

Aan de Raad. 1 Alle scholen die vallen onder de Opron doen mee aan het project duurzaam leren. Ambitie van

Waar bleef een half miljard onderwijsgeld?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. VCO Midden- en Oost Groningen /41845

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m augustus 2016

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi te Hilversum /20187

Toelichting begroting 2015

nr. Betreft: Begroting 2011 en Meerjarenbegroting

Financiële consequenties akkoorden: duidelijkheid voor bekostiging 2014/2015

Financieel verslag Derde Kwartaal d.d. 13 december DSW Rijswijk en omstreken


Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2014 t/m 2017

Ontwerp- 5 e begrotingswijziging 2013

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Flankerend beleid. 1 augustus 2011 tot 1 augustus Vastgesteld d.d. 18 april 2011 door het bestuur van stichting Wolderwijs

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Hillegersberg-Schiebroek te Rotterdam /40774

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting voor Speciaal Basisonderwijs te Doetinchem

Model begroting verantwoording kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

Toelichting op het Portaal Kwaliteitsbudget Verpleeghuiszorg

Raadsvergadering : 13 december 2010 Agendanr. 13. : jaarverslag en jaarrekening 2009 Scholengroep OPRON

Bijlage 8 Specificaties begroting

Bijlage 2A: Begroting GWO 2014 Begroting 2014

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Gewijzigde begroting 2012

Meerjarenbegroting

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Wat gaat het kosten? Baten & lasten totaal. Bedragen * Inkomsten Lasten Bijdrage gemeente

Voor de afbouwregeling Presikhaaf is een bijdrage van jaarlijks opgenomen welke wordt onttrokken uit de daarvoor bestemde reserve Presikhaaf.

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland te Borculo /83189

BEGROTING VAN DE HERVORMDE GEMEENTE VEENENDAAL

BEOORDEEL DE VERMOGENSPOSITIE VAN UW SCHOOLBESTUUR

Raadsvergadering : 21 november 2011 Agendanr. 14

STAF/FC/U Lbr. 10/052

Stichting Haagsche Schoolvereeniging. Begroting 2014

Begroting Meerjarenbegroting Goedgekeurd door de ledenvergadering en vastgesteld door het bestuur op 21 juni 2018.

December 2017 Susanne de Wit. Bestuursbegroting

2. -beaamt u daarmee dat 60% van de bestaande kosten van overhead op korte en middellange termijn niet beïnvloedbaar is?

Omgaan met het lerarentekort Aanpak BMS Friesland

Financiële managementrapportage Eerste kwartaal 2017

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

Raadsvergadering : 24 juni 2013 Agendanr. 14

BEGROTING - CSG DE WAARD BEGROTING 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Nr.: 06-50a Diemen, 15 september 2006 Onderwerp: Voorjaarsnota 2006 (aanvullend voorstel) Op 11 september behandeld geweest in de auditcommissie

Notitie. Datum: 28 november 2016 Onderwerp: Begroting PCOB 2017

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

Naam van de regeling: Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW)

PROTESTANTSE GEMEENTE TE AMSTELVEEN-BUITENVELDERT BEGROTING 2018 PROGNOSE UITKOMSTEN 2017 TOELICHTINGEN MEERJAREN PERSPECTIEF T/M 2022

Lumpsum 2.0. Lumpsum 2.0

Transcriptie:

Vragen van de gemeenten over de (meerjaren-)begroting 2015 en risicoanalyse van Westerwijs en de antwoorden van Westerwijs in twee termijnen. Eerste termijn 1. Graag ontvangen wij de risico-inventarisatie die door de accountant van Westerwijs is gemaakt. Antw: is/wordt toegezonden 2. Hoe snel kan het overtollige reguliere personeel uitstromen, en is dit op basis van een sociaal statuut? Antw: Westerwijs hanteert het zogenaamde Werkgelegenheidsbeleid op grond waarvan in overleg met de vakbonden (DGO-decentraal georganiseerd overleg) regulier personeel (hier opgevat als personeel in loondienst) gedwongen kan afvloeien op een termijn van op zijn vroegst 2 jaar. Voorafgaand zal in dat geval een sociaal statuut en een sociaal plan worden opgesteld en met de vakbonden worden overeengekomen. 3. Hoeveel van de contracten met de payrollers worden eerder opgezegd dan 1-8-2015? Antw: Er wordt per 1-2-2015 voor een aantal van 9,21 fulltime aanstellingen (fte) payroll aan contracten opgezegd. Het betreft hier de opzegging/wijziging van de contracten voor in ieder geval 19 verschillende personen. 4. Welke gevolgen heeft de uitstroom van het extra personeel voor de scholen en het onderwijs? Antw: Er zal vanzelfsprekend minder personeel aanwezig zijn. De begrotingsaanpassingen die zijn doorgevoerd op de scholen, zijn gedaan op basis van waar de meeste impulsen zijn gegeven (financieel) het meeste is aangepast. Alle scholen van Westerwijs werken na de aanpassingen nog steeds op basis van tenminste rijksvergoeding alleen is de omvang van de kwaliteitsimpuls verkleind. Daar waar payrollers vertrekken, worden groepen gedeeltelijk samengevoegd of splitsingen gedeeltelijk ongedaan gemaakt, gaan directeuren les geven naast hun directietaak en worden minder vakleerkrachten ingezet. Binnen het stafbureau zijn de beleidsterreinen gescand en ook hier is de begroting op het gebied van ICT, personeel, onderwijs en office management op een verantwoorde manier aangepast. Er is nog steeds sprake van een kwaliteitsimpuls alleen is die kleiner dan eerst voorgenomen. Voor veel mensen in de organisatie maar ook voor sommige ouders betekent deze versobering wel een teleurgestelde verwachting. 5. Bij de analyse oorzaak naar de overschrijding baten-lasten wordt genoemd dat van 19 FTE personeel de dienstverbanden na de zomervakantie beëindigd wordt. Daarna wordt genoemd dat het totale aantal FTE (payroll plus regulier) met 27 afneemt tot 143 na de zomervakantie. Is dat dan 19 payroll plus 8 regulier? En om hoeveel personen gaat het dan in die situatie? Antw: Op 1 januari 2015 is er ruim 27 fte aan payroll formatie aanwezig verdeeld over plm 60 personen. Hiervan is bijna 7 fte ter vervanging van mensen die op of na 1-8-2014 uit dienst zijn getreden en ruim 21 fte aan mensen die voor kwaliteitsverbetering zijn ingezet. Voorzien wordt dat alle payrollcontracten worden beëindigd, 9 fte per 1-2-2015 en tussen de 18 en 19 fte per 1-8-2015. Door pensionering en afloop van tijdelijke aanstellingen zullen er tussen 1-1 en 1-9-2015 nog ongeveer 3 fte in reguliere dienst vertrekken waarbij deze mensen tot 1-8 mogelijk (gedeeltelijk) zullen worden vervangen. Als deze mensen na 1-8-2015 niet meer worden vervangen (en de intentie is om niet te vervangen) dan is de bezetting op 1-8-2015 ongeveer 140 fte.

6. Hoe is het grote verschil tussen de begrote loonkosten lumpsum (8,7 mln) en gerealiseerde loonkosten (10,7 mln) in 2014 ontstaan, en hoe realistisch is dan begrote loonkosten lumpsum in 2015 van 8,1 mln? Antw: De genoemde bedragen van 8.7 miljoen (mln) en 10.7 mln (=prognose van oktober 2014) zijn niet 1-op-1 vergelijkbaar. In het bedrag van 10.7 mln zijn ook de kosten begrepen van gedetacheerden, stafmedewerkers en centrale directie, vervangers bij zwangerschappen en vervangers bij ouderschapsverlof. Die zijn niet meegenomen in het bedrag van 8.7 mln. De totale begrote loonkosten waren 10.44 mln. Het verschil van plm. 0.25 mln wordt verklaard door meer inzet van aanwezige medewerkers en de indiensttreding van medewerkers van de peuterspeelzaal. Het vergelijkbaar begrote bedrag aan loonkosten voor 2015 bedraagt 9.9 mln. Dat bedrag is gebaseerd op de bestaande verplichtingen waarbij geen rekening is gehouden met de medewerkers van de peuterspeelzaal, hun kosten lopen anders dan gepland nog even door in 2015 maar worden vergoed door de gemeente Marum. 7. Voor formatie payroll wordt nl. maar een bedrag van 656.000 genoemd; voor 19 FTE zou dit neerkomen op een bedrag van 34.500,- per FTE; klopt deze aanname? Antw: dat klopt met de aantekening dat deze 19fte maar een halfjaar wordt ingezet en de kosten op jaarbasis dus ongeveer het dubbele zouden zijn. Deze berekening is niet heel nauwkeurig, de payrollers verschillen onderling erg in kosten, de duurste is 1.5x zo duur als de goedkoopste. Het gemiddelde klopt wel ongeveer. Er wordt telkens met het gemiddelde gerekend. 8. De post extern personeel is twee maal zo hoog t.o.v. de begroting van 2014 en ligt net iets onder het niveau van ca 1 mln van prognose voor 2014; is hier al rekening gehouden met de aanstelling van een interim-algemeen directeur voor de periode tot de zomervakantie? Antw: Nee, daar is geen rekening mee gehouden, ook is geen rekening gehouden met het vertrek van de directeur in loondienst. De niet opgenomen kosten voor de interim directeur en de doorgetrokken loonkosten van de begrote directeur worden geacht elkaar te compenseren. Hoe dit exact zal uitkomen is onzeker. De interim directeur wordt minder ingezet dan de begrote directeur. Voor de begrote directeur zal vermoedelijk een (kostenverhogende) regeling moeten worden getroffen maar gedurende zijn ziekte zal een (kostenverlagende) vergoeding worden ontvangen. 9. Is een begroot bedrag van 160.000,- voor sociaal beleid (afkoopsommen) voldoende, gelet op de verwachte uitstroom van regulier personeel en de algemeen directeur (sociaal statuut)? Antw: Er is in dit bedrag geen rekening gehouden met een afkoopsom voor de algemeen directeur, in die zin zal het bedrag niet voldoende zijn. Ten aanzien van de kosten van uitstroom van regulier personeel wordt dit bedrag voldoende geacht. In het verleden werd dit bedrag ook al ruim begroot. Mocht het bedrag niet voldoende zijn dan bestaat de wel kans dat de meerkosten meerdan/geheel/gedeeltelijk gecompenseerd wordt door de dalende loonkosten voor deze mensen. De uitstroom van regulier personeel voor zover gefaciliteerd via het sociaal plan (standaard regeling) is volstrekt gebaseerd op vrijwilligheid. De deelname is afhankelijk van de behoefte van medewerkers. Geforceerd vertrek van medewerkers vindt alleen plaats bij gebleken ongeschiktheid voor de functie, er wordt niet verwacht dat om deze reden een groot beroep op het beschikbare budget zal worden gedaan. 10. Hoe staat het in dat opzicht met de effectuering van het werkgelegenheidsbeleid vanaf 2014? Antw: Het heeft er in het verleden niet op geleken dat het werkgelegenheidsbeleid geëffectueerd moest worden. Door een grote vrijwillige uitstroom in 2014 is dat beeld

eigenlijk ongewijzigd. Na het vertrek van de payrollers in 2015 ontstaat er een situatie waarin baten en lasten weer dicht bij elkaar komen. Uiteraard dient er rekening gehouden te worden met toekomstige daling van leerlingenaantallen en scholenfusies maar in feite is dat niet anders dan de situatie van 2013. Ook gaat in 2018 of 2019 mogelijk de situatie optreden dat de natuurlijke uitstroom sneller gaat dan wenselijk is om de daling van leerlingenaantallen te volgen. Er zal dan in 2016 al afgewogen moeten worden of de voorbereiding van gedwongen ontslag in 2018 aan de orde moet zijn. Bovendien is er sprake van een fusie-intentie waardoor de situatie al voor 2018 in veel opzichten nog heel anders kan worden. 11. De lumpsum is in 2015 fors gedaald door afnemende leerlingenaantallen; in hoeverre lukt het om de (personeels)kosten hiermee in evenwicht te brengen? (per procent daling - min 1 FTE?) Antw: De dalende leerlingaantallen worden mede veroorzaakt door scholenfusies waarbij in 2014 2 scholen naar samenwerkingspartner Penta Primair over gingen. Penta Primair ontvangt daarvoor van het rijk fusiebekostiging en leent daarvoor personeel in van Westerwijs. Daarvoor worden detacheringbaten ontvangen van Penta Primair. Er is in dat geval sprake van een zekere mate van verschuiving van baten. Wel gaat bij fusies de batendaling vaak iets sneller dan de lastendaling. Tot dusver was het lastig om de personele krimp in balans te brengen met de krimp van leerlingenaantallen. Om de onderwijskwaliteit te handhaven en om niet tot gedongen ontslagen over te hoeven gaan, is voor 2013 tm 2015 ook jaarlijks (vooraf overlegd met de gemeenten) een bedrag aan de reserves onttrokken. In 2014 is de uitstroom van personeel in loondienst groter geweest dan nodig was voor compensatie van de batendaling. Door de vervanging van deze mensen door payrollers en door de stevige kwaliteitsimpuls is dit niet zichtbaar in het financieel resultaat. 12. Post 41110 loonkosten lumpsum is onder voorbehoud van de juiste verwerking gegevens Westerwijs; is bekend wanneer het definitieve bedrag bekend is; oftewel, wat is het risico op afwijkingen? Antw: In het antwoord op vraag 6 wordt al veel verklaard al ging het daar nog over de prognose van oktober 2014. De definitieve bedragen zijn inmiddels bekend (behoudens correcties). Hoewel deze kosten sterk in relatie moeten worden gezien met de payroll kosten, zitten begroting en realisatie dicht bij elkaar, 10.44 mln begroot en een realisatie van 10.53 mln. In de realisatie zit een bedrag aan loonkosten voor vervanging van 0,72 mln waar een bedrag van 0,73 mln was begroot. Rekening houdend met de niet begrote indiensttreding van de peuterspeelzaalmedewerkers, zijn de werkelijke loonkosten vrijwel exact overeenkomstig de begroting. 13. Is er een specificatie te geven van de ICT-kosten ad 126.500,-? Antw: Abonnement Brinbox (=overkoepelende ict-voorziening voor Westerwijs) 65.000; Service contract digiborden: 19.000; Verbruiksmateriaal en aanschaffingen beneden activeringsgrens 15.000; Onderhoudskosten hardware 10.000; Website 7.000; Internetabonnementen 6.000 en Diversen 4.500. 14. De kosten voor PR en marketing worden verdrievoudigd naar 25.000,-; om welke reden? Antw: In het verleden bleken de kosten meestal te laag begroot, een verhoging sluit aan bij meer realistische cijfers. In 2014 is verder besloten het beeldmerk van Westerwijs meer prominent neer te zetten en de communicatie met de relevante omgeving professioneler vorm te geven. Nieuwsbrieven, flyers voor conferenties, het jaarverslag en andere publicaties zullen er daarom beter uit zien maar worden ook iets duurder.. Ten opzichte van veel andere schoolbesturen is het totale budget nog steeds niet hoog. En relatief gezien bedragen de kosten minder dan 0,2%.

15. Welke oorzaak is er voor het opnemen van een hoger bedrag aan schoonmaakkosten in een situatie met minder schoolgebouwen? Antw: In het verleden is de post vaker te optimistisch ingeschat. Verder wordt een kwaliteitsverbetering van de schoonmaak wenselijk geacht en wordt verwacht dat klachten over een urinegeur in een enkele school tot het verleden behoren. Misschien is het bedrag nu iets te pessimistisch begroot, het uitblijven van sneeuwval kan al een gunstig effect hebben bijvoorbeeld. Maar dat is nog onzeker. 16. Voor het inzicht in de afname van de reserves zou het zou prettig zijn als in de meerjarenbegroting de stand van zaken op de balans voor/na ieder begrotingsjaar wordt vermeld. Antw: Uiteraard wordt de stand van het eigen vermogen wel gevolgd en als vanzelfsprekend vermeld in de jaarrekening die jaarlijks ter goedkeuring aan de gemeenten wordt voorgelegd maar wordt (ook als vanzelfsprekend) niet vermeld in de jaarlijks ter goedkeuring aan de gemeenten voorgelegde exploitatiebegroting. Op basis van de actuele meerjarenbegroting zal het eigen vermogen wijzigen van 5.2 mln ultimo 2012 naar 3.0 mln ultimo 2016. In de gepresenteerde meerjarenbegroting 2012-2016 werd voor de jaren 2013 tm 2016 voorzien in een inzet van reserves van 4x 360.000 per jaar, een totaalbedrag van 1.44 mln. In de bespreking met de gemeenten is dit gewijzigd in 3x 360.000 per jaar over de jaren 2013-2015, een totaalbedrag van 1.080.000. In de jaren 2013 tm 2016 wordt nu een afname voorzien van respectievelijk 0.0 mln, 1.5 mln, 0.6 mln en 0.1 mln. In 2014 is een bedrag van ongeveer 0.4 mln ingezet welke in december 2013 is ontvangen van OCW en door het ministerie van OCW ook in 2013 moest worden verantwoord in de boekhouding. Dat verklaart naast de kwaliteitsimpuls door de in 2013 gestarte directeur in belangrijke mate de afwijkingen tussen de resultaten in de meerjarenbegroting 2012-2016 en de realisatie en prognose op dit moment. 17. Is de afnemende post gemeentelijke bedragen in de mjb te specificeren? Antw: Het uitgangspunt voor de begroting is wel te geven. Het gaat om een bijdrage van de gemeente Marum voor leerlingbegeleiding/schoolbegeleiding en een tweetal bijdragen van de gemeente Zuidhorn, eentje voor een vakleerkracht en eentje voor bovenmatige huisvestingskosten. Het bedrag van Marum van plm 10.000 is in 2015 voor het laatst begroot. In de post voor bovenmatige huisvestingskosten (Zuidhorn) wordt vanaf 2015 een afbouw begroot van 18.000 per jaar, dit omdat de kwaliteit van de gebouwen en installaties in de gemeente Zuidhorn wordt verbeterd. De baten van de vakleerkracht (Zuidhorn) van ongeveer 18.000 zijn gekoppeld aan de kosten van de vakleerkracht. De inzet van deze vakleerkracht wordt vooralsnog ongewijzigd begroot. Tweede termijn (toen inhoud risicoanalyse bekend was) 18. Westerwijs verwacht in 2015 132.800 minder baten dan in 2014 (prognose). De lasten dalen met 1.118.100 (voornamelijk lonen en salarissen, extern personeel, maar ook bijv. arbokosten, schoolbegeleiding). Dat betekent dat de lasten ten opzichte van de prognose 2014 8,5 keer meer dalen dan de baten. Is dit haalbaar? Antw: Het is zeker haalbaar. De lasten in 2014 zijn incidenteel verhoogd door de inzet van extra leerkrachten via een payroll constructie. Van die leerkrachten kan in arbeidsrechtelijke zin snel afscheid worden genomen. Bovendien is eind 2014 van een relatief groot aantal vaste, in loondienst aangestelde medewerkers afscheid genomen.

19. Is in het meerjarenbeeld vanaf 2016 het onderdeel Bovenschools positief? Antw: In de meerjarenbegroting worden de gegevens niet per organisatieonderdeel gespecificeerd maar wordt er met geaggregeerde gegevens gewerkt. Een hard antwoord op deze vraag is dus niet te geven. Wel is het zo dat onder de vorige directeur er sprake was van een herverdeling van baten en lasten over de verschillende organisatieonderdelen waarbij de scholen met veel hogere baten en lasten te maken zouden krijgen en waarbij de bovenschoolse bedragen veel lager zouden worden. Het voornemen is deze wijzigingen geen doorgang te laten vinden en terug te keren naar het beter beheersbare alternatief dat voorheen werd toegepast. Onder die systematiek krijgen scholen de materiele budgetten en een klein stukje personeel budget (opleidingen en diverse kosten maar geen salarissen). Onder die systematiek is het zo dat de scholen een tekort hebben (omdat de materiele baten (al vele jaren) te laag zijn om de materiele kosten te dekken) en er bovenschools een overschot is. De tekorten op de scholen worden gedekt met bovenschoolse gelden die oorspronkelijk waren bedoeld om loonkosten en andere personele kosten mee te dekken. Terugkeer naar de oude situatie betekent dat er weer wordt voorzien in meerjarig positieve bovenschoolse resultaten. Echter door de wijze van verdeling van baten over de organisatieonderdelen is die uitkomst eigenlijk arbitrair. De focus is dat de gehele organisatie op de lange duur een vrijwel neutraal financieel resultaat behaalt. 20. Waarom is de bijdrage vakleerkracht lager dan 18.500? Antw: De bijdrage voor de vakleerkracht zal in 2014 en 2015 lager zijn dan het afgesproken bedrag van 18.500 omdat er sprake is van onbetaald verlof in de periode van 1-8-2014 tm 1-8-2015. Het voorstel van verlaging van deze bijdragen over 2014 en 2015 van de gemeente Zuidhorn zal binnenkort voorzien van specificatie aan de gemeente Zuidhorn worden verzonden. 21. Voor een aantal posten wordt aangegeven dat ze onderdeel uit maken van de beleidsbegroting ( 10.000 risico scholen en 159.000 sociaal beleid). Wat zijn de andere onderdelen? En wat voegt dit nog toe, dit bedrag (totaal 360.000) wordt toch ook ten laste van het eigen vermogen gebracht? Antw: De andere componenten zijn: 41.000 voor extern personeel en de rest loonkosten boventalligheid. Dit geld heeft inderdaad geen ander effect op het eigen vermogen dan andere tekorten. Het is afgezonderd om aan te geven dat het een benoemd deel vormt van de voorgenomen onttrekkingen aan het eigen vermogen. Over dit deel is in het verleden (2012) overeenstemming tot stand gekomen tussen de gemeenten en Westerwijs. 22. Waarom neemt de dotatie voorziening meerjarig onderhoud af (ten opzichte van de begroting en de prognose 2014), terwijl het buitenonderhoud er als taak voor de scholen bij is gekomen (NB het bedrag klein onderhoud is wel gecorrigeerd voor deze ontwikkeling). Antw: Voorzien wordt dat op de langere termijn enkele schoolgebouwen zullen worden gesloten en al of niet vervangen door nieuwe gebouwen. Die zullen vermoedelijk in constructies voor brede scholen of multifunctionele accommodaties terecht komen waarbij het meerjarig onderhoud niet meer ten laste komt van de onderhoudsvoorziening van Westerwijs. [red: volgens onderwijsambtenaren zijn onderhoudskosten schoolgebouwen wel voor Westerwijs, al dan niet versleuteld in een bijdrage aan voorzieningen brede school] De dotatie wordt gebaseerd op en 10-jarige planning waarin dus ook toekomstige kosten een rol spelen. Naast deze oorzaak is er in 2014 ook sprake van de sluiting van 2 scholen (Molshoop en Middelpunt) waarvoor in 2015 en daarna geen dotatie meer hoeft te worden berekend.

23. In 2016 daalt het aantal leerlingen ten opzichte van 2015 met ca. 2,1 %. De totale opbrengsten dalen met 0,7%. Sluit dit op elkaar aan? Antw: Dit sluit op elkaar aan al lijkt dat niet zo. 1) In de bekostiging is voor de personele baten sprake van een vertraging van 1 jaar waardoor het beeld iets vertekend wordt. 2) Verder wordt in de bekostiging rekening gehouden met de omstandigheid dat kleinere scholen gemiddeld per leerling meer geld nodig hebben dan grotere scholen (kleine scholentoeslag). Bij de aanwezigheid van veel kleine scholen (kleiner dan 145 leerlingen) betekent dat een toename van de kleine scholen toeslag. En dat maakt dat de daling van baten minder dan proportioneel afneemt ten opzichte van het aantal leerlingen. 3) Een derde factor is dat de belangrijkste vormen van bekostiging een vaste voet kennen met daarboven een bedrag per leerling. Ook dit aspect in de bekostiging maakt dat de baten minder snel dalen dan het aantal leerlingen. 4) Op de baten zijn ook nog de extra gelden van het najaarsakkoord 2013 en de NOAakkoorden van toepassing. Deze afspraken betekenen een kleine stijging van de baten per leerling. 5) Ook de baten van passend onderwijs stijgen de komende 2 jaren en vertekenen dus de relatie tussen de baten en het leerlingenaantal. 24. In 2017 daalt het aantal leerlingen ten opzichte van 2016 met ca. 1,2%, de totale opbrengsten dalen met 0,3% sluit dit op elkaar aan? Is de daling van de kosten in 2017 ten opzichte van 2016 haalbaar? Antw: zie ook het antwoord op vraag 6. Bij de daling van lasten van 2016 naar 2017 wordt rekening gehouden met de uitstroom van 2,25 fte. Op basis van natuurlijke uitstroom van 2,0 fte is deze voorgenomen lastendaling zeker haalbaar. 25. Aangegeven wordt dat de verhoging van de kosten aansluit bij meer realistische cijfers. Hoe moeten we dit zien in relatie tot de prognose 2014 ( 12.000)? Of is de verwachting dat de kosten voor 2014 ook hoger zullen uitvallen dan nu geprognosticeerd? (aanvulling op vraag 14) Antw: De tot nu (20-1-2015) geboekte kosten op PR en marketing liggen tussen de 11.000 en 12.000. Mochten deze kosten de prognose te boven gaan, dan zal dat niet veel zijn. In 2014 heeft echter niet alle communicatie met de relevante omgeving op het gewenst kwaliteitsniveau plaatsgevonden. Ook om die reden wordt voor 2015 een hoger bedrag ingeschat. Of dat daadwerkelijk ook zal gebeuren is natuurlijk mede afhankelijk van hoe de prioriteiten die in de pas gewijzigde situatie zullen worden gelegd. 26. Er zijn afspraken gemaakt voor de huisvestingsbijdrage van de gemeente Zuidhorn tot en met 2016. In de begroting wordt ook in 2017 uitgegaan van een huisvestingsbijdrage van Zuidhorn. In het fusierapport is afgesproken dat 5 jaren na de fusie een evaluatie zou plaatsvinden. (aanvulling op vraag 17) Antw: Inderdaad is ten onrechte verondersteld dat er in 2017 nog een bijdrage voor huisvesting van de gemeente Zuidhorn zal zijn. Hoewel een evaluatie op zich niet betekent dat deze bijdrage er niet zal zijn, is het toch voorbarig om hiervan uit te gaan. Bovendien is en wordt er aan gewerkt om er voor te zorgen dat de evaluatie als uitkomst zal hebben dat voortzetting niet langer nodig is. De bate is vooralsnog 32.500 te hoog begroot.

Vragen van de gemeenten over de risicoanalyse van Westerwijs en de antwoorden van Westerwijs. Algemeen dient opgemerkt te worden dat de risicoanalyse is opgesteld door de accountant. Onderstaande reactie van de controller van Westerwijs is dus plaatsvervangend en hierdoor wellicht onvolledig en niet geheel in overeenstemming indien de beantwoording voor rekening was genomen door de accountant. Gelet op de tijdsdruk is het niet mogelijk om tijdig beantwoording via de betreffende accountant te laten verlopen. 27. De risicoanalyse geeft geen antwoord op de vraag: is de risicomarge van de commissie Don (5% van de totale jaarlijkse baten) te laag voor Westerwijs? Gezien de risico s en de omvang daarvan lijkt me dit een reële vraag. Antw: Voor vergelijkbare besturen wordt door OSGMetrium een profiel van 7 a 8% aangehouden, dit voornamelijk vanwege de kleine scholenproblematiek en de krimp. Een eigen vermogen van 3 miljoen zou hieraan nog voldoen. Dit bij een verder gelijkblijvende balans en een gecorrigeerde waarde voor de aanschaf van de materiele vaste activa. Hier wordt het wel iets technisch, desgewenst kan nadere tekst en uitleg volgen over de berekening van de kapitalisatiefactor en het risicobuffer deel van deze kapitalisatiefactor. De commissie Don (wiens normen worden gehanteerd door de Inspectie van het Onderwijs) zal niet ongerust worden over de kapitalisatiefactor noch de risicobuffer per ultimo 2016, wel over 2 opeenvolgende jaren met een flink negatief financieel resultaat. 28. De risicoanalyse is te algemeen, voorbeeld ter verduidelijking: - Op pag. 2 staat dat de financiële effecten van de krimp kunnen fors zijn, het bedrag is niet gekwantificeerd. Antw: Deze is ook redelijk algemeen inderdaad, maar dat is op sommige van de door u aangedragen punten ook verklaarbaar. Zo wist de accountant dat een meerjarenbegroting onderdeel is van de planning en control van Westerwijs. Hierin worden integraal kosten gespecificeerd naar de toekomst toe. 29. Op pag. 3 staat dat een aspect waar rekening mee gehouden moet worden de mate van waardering van ouders en leerlingen is. Er wordt niet aangegeven hoe deze waardering is bij Westerwijs. Antw: Ook wist de accountant dat tevredenheidsmetingen onder ouders en leerlingen in de planning en control cyclus van Westerwijs staan. 30. Op pag. 5 wordt gesproken over het hoge ziekteverzuim. Er wordt niet gekwantificeerd tot welke extra kosten dit leidt. Antw: De kosten van ziekteverzuim in het primair onderwijs worden in zeer belangrijke mate gedekt via een (nog) verplichte verzekering bij het vervangingsfonds. Bij hoge verzuimpercentages brengt het vervangingsfonds een malus in rekening maar de hoogte daarvan is gering gemeten naar de meerkosten die zijn veroorzaakt. Het verzuim wordt goed geregistreerd en komt ook regelmatig bij het bestuur op de agenda. Het verzuimpercentage van Westerwijs ligt gemiddeld over 2014 op 8%, het landelijk gemiddelde in het primair onderwijs is 6,6% (in 2013). Voor 2015 is in de begroting geen rekening gehouden met een malus omdat deze afhankelijk is van het verzuim in het schooljaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarover de begroting is opgesteld en over 2013-2014 was het verzuim lager en was geen malus van toepassing. Als het verzuim in de 2e helft van 2014 doorzet tot het einde van het schooljaar 2014-2015 dan zou er in 2016 een malus tegemoetgezien kunnen worden van ongeveer 40.000. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met een malus.

31. Op pag. 5 wordt aangegeven dat een onjuiste verhouding van flexibele schil en vast personeel voor hoge kosten kan zorgen. Hoe zit dit bij Westerwijs? En wat is hiervan de financiële impact. En hoe zit het met de BAPO rechten, welk financieel risico (gekwantificeerd) hebben we het dan bij Westerwijs over? Antw: Bij een normale inzet van payrollers speelt het kostenaspect in de praktijk geen rol. De ingezette payrollers zijn doorgaans zeer jonge beloftevolle leerkrachten die een laag basissalaris hebben. Weliswaar is daarover btw en een premie voor de payrollorganisatie verschuldigd maar de bekostiging die hiervoor wordt ontvangen is voldoende omdat die is gebaseerd op de gemiddelde leeftijd van het personeel in loondienst en dat is veel ouder dan de gemiddelde payroller. 32. Pag. 5/6: er wordt geen uitspraak gedaan over of het bestuur /management voldoende op haar taak toegerust is. Paragraaf 2.4 is grotendeels een algemeen verhaal. Hoe scoort Westerwijs op de verschillende genoemde risico s? Antw: De vraag over het toegerust zijn van bestuur en management is door ondergetekende moeilijk te beantwoorden. Bestuur en directeur (a.i.) zijn ervaren mensen. De beleidsmedewerkers (voor zover die tot het management gerekend moeten worden) zitten voor het eerste jaar in hun rol en 2 van de 3 moeten zich nog inwerken in het vakgebied. De schooldirecteuren zijn ook alle ervaren mensen. Dat is niet een goed antwoord maar misschien het begin er van. 33. De risico s ten aanzien van huisvesting zijn niet gekwantificeerd. Antw: De risico s van de huisvesting worden, voor zover het financiële risico s zijn, verwerkt in de meerjarenbegroting. Het belangrijkste risico is dat de baten dalen maar de lasten niet of niet evenredig. Dat doet zich vooral voor bij krimp en toenemende leegstand van klaslokalen. 34. Spelen de risico s t.a.v. inventaris en apparatuur ook bij Westerwijs? En waar hebben we het dan over qua omvang? Antw: Bij Westerwijs is het niveau van investeringen in lesmethoden en apparatuur op orde. Hier doet zich wel het verschijnsel voor dat bij krimp er onvoldoende baten worden ontvangen voor de vervanging van bijvoorbeeld al het meubilair maar dat de afschrijvingslasten bij een afschrijvingstermijn van 20 jaar nog lang doorlopen. In dat geval is het niet zo erg om jaarlijks ook een beetje te krimpen in eigen vermogen want voor de vervanging van meubilair is ook minder vermogen benodigd (minder leerlingen dus minder nieuw meubilair maar wel tegen een over 20 jaar geïndexeerde stuksprijs). 35. Op pag. 3 wordt gesproken over de fusie van besturen. Vervolgens wordt benoemd dat dit een risico kan zijn voor het openbaar onderwijs vanwege de verlaging van de leerlingenaantallen. Dit risico is mij niet geheel duidelijk. Antw: Helaas is dit risico door ondergetekende ook niet te duiden, vermoedelijk had de tekst moeten zijn Er zijn plannen om in de aankomende jaren scholen te fuseren met scholen van de andere besturen in het afzetgebied. Er worden vermoedelijk 2 begrippen door elkaar gehaald. De scholenfusies (samenwerkingsscholen) hebben geleid tot minder leerlingen voor het Openbaar Onderwijs. Immers, van de 6 samenwerkingsscholen zijn er 4 naar Penta gegaan. Op het moment dat er een besturenfusie komt heeft het geen enkel effect meer omdat de leerlingen dan onder hetzelfde bestuur vallen. 36. Op pag. 3 (zelfde alinea als vraag 35) staat dat een fusie van scholen gevolgen heeft op het aantal leerlingen (omdat de scholen van Westerwijs naar andere schoolbesturen gaan). Maar dit speelt toch niet meer als de besturen fuseren? Antw: Uw opmerking klopt dus, vooropgesteld dat er geen leerlingen besluiten om naar een bestuur te gaan dat niet in de fusie is betrokken. Verder moet er rekening gehouden worden

met het feit dat ook bij scholenfusies binnen 1 bestuur de baten dalen. Uiteraard worden er ook schoolgebouwen afgestoten en zullen de lasten daarvan dalen maar ook de personele baten (prestatiebox, P&A-budget) dalen omdat de vaste component per school niet meer wordt verstrekt.