Pilot project We Empower us bh Betere beroepsmogelijkheden voor mensen met Spina bifida en Hydrocephalus. Werkset

Vergelijkbare documenten
Pilot project We Empower us bh Betere beroepsmogelijkheden voor mensen met Spina bifida en Hydrocephalus. Werkset. Instrument 5: Beroepsbiografieën

Met je ziekte aan de slag

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Pilot project We Empower us bh Betere beroepsmogelijkheden voor mensen met Spina bifida en Hydrocephalus. Werkset

Online Psychologische Hulp Overspanning & Burn-out

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

De loopbaanchecklist

Reflectiegesprekken met kinderen

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Psychisch verzuim voorkomen kán! Zo werk je prettiger!

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Aan de slag met de Werk Ster!

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

Van huidige situatie naar gewenste situatie

1. Doel: de themagesprekken kunnen inzichten verschaffen over de werkmotieven (wie ben ik en wat wil ik) en zijn kwaliteiten (wat kan ik).

Vaktherapie en groepstrainingen bij De Hoenderloo Groep

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin)

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

De Budget Ster: omgaan met je schulden

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Beoordelingsformulieren

Handreiking werknemer Aan het werk blijven met een chronische aandoening

Weet wat je kan Samenvatting op kaarten

Inge Test

Met je ziekte aan de slag

Het functioneringsgesprek

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Doelstellingen van PAD

Van werkdruk naar werkplezier

ASSERTIVITEIT. beter communiceren vanuit jezelf

Trainingen die je in beweging brengen!

Veens trainingen. opkomen voor jezelf. samen leren. meer zelfvertrouwen. lotgenoten ontmoeten. durven vragen. een groter netwerk

Wat kan de orthopedagoog of psycholoog voor jou doen?

UW PARTNER HEEFT KANKER EN HOE GAAT HET MET U?

PeerEducatie Handboek voor Peers

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Cursus en Thema voor mantelzorgers en vrijwilligers

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Deze site gaat je niet gelukkig maken...

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

INTRODUCTIE PERSOONLIJKE GEGEVENS. Naam: Leeftijd: Geslacht: m / v. Begindatum:

Verslag snuffelstage week St. Aloysiuscollege. 12 t/m 16 oktober Naam: Klas 3:

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

maandag 11 mei inleveren!

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Ik heb een gesprek met de arts of de arbeidsdeskundige

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Employee Support en Menea

Help! Verzuim voorkomen

BALANS WERK EN PRIVÉ VOOR AIOS. Hoe blijf ik baas over mijn eigen tijd?

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Online Psychologische Hulp Angst & Paniek

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

Stressbronnenonderzoek

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

MODULE #7 CORE PURPOSE

Gedragscode. Gewoon goed doen

CP15. functioneringsgesprek

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

Praktijkinstructie Bedrijfsoriëntatie 1 (CAL01.1/CREBO:50240)

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

DE NETWERKTHERMOMETER LEERLINGEN INSTRUCTIE

Belbin Teamrollen Vragenlijst

COACHFRIEND. Werkboek. (voeg hier je profielfoto toe)

Nummer 1 December Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

WORD GROTER DAN DAT WAT JOU KLEIN HOUDT. Ann Weiser Cornell en Egbert Monsuur

GEZOND WERKEN INDIGO BRABANT. Training en ondersteuning in mentaal fit werken

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

fit for work MEDEWERKERS MET EEN CHRONISCHE AANDOENING HANDREIKING LEIDINGGEVENDE

Handleiding zelfzorgplan

Speel het spel. stimulansen

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

Weet wat je kan. Je laten horen

Cursusgids 2016 Den Helder & Schagen

Cursusspel. GGNet Communicatie

Evaluatieverslag mindfulnesstraining

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

MOTIVATIE-ONDEZOEK MEDEWERKERS

Training Een GROOTS leven

Feedback geven en ontvangen

Transcriptie:

Pilot project We Empower us bh Betere beroepsmogelijkheden voor mensen met Spina bifida en Hydrocephalus Werkset Instrument 2: Empowerment en zelfmanagement van jongeren met Spina bifida en/of hydrocefalus Module 1: De baan behouden; een training in zelfmanagement Cursusboek Uitgebracht door: Samenwerkingspartners We empower us bh Josefsheim Bigge Dit project werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.

Uitgebracht door: Project partners We empower us bh Asociatia Romana Spina Bifida si Hidrocefalie (ARSBH) Strada Piata Amzei Nr. 10-22 Bloc B, Ap. 8, Sector 1 RO - 010345 Boekarest www.arsbh.ro Arbeitsgemeinschaft Spina Bifida and Hydrocephalus e. V. (ASBH) Bundesgeschäftsstelle Grafenhof 5 DE - 44137 Dortmund www.asbh.de The Cedar Foundation Malcom Sinclair House 31 Ulsterville Avenue BT9 7AS Belfast Noord Ierland / Verenigd Koninkrijk www.cedar-foundation.org Josefsheim ggmbh Heinrich-Sommer-Straße 13 DE - 59939 Olsberg www.josefsheim-bigge.de REA-College Pluryn Kerkenbos 1003 6546 BB Nijmegen; Nederland www.pluryn.nl Zwitserse Vereniging voor Mensen met SPINA BIFIDA UND HYDROCEPHALUS Geschäftsstelle SBH-Zwitserland Aehrenweg 6 CH 8317 Tagelswangen www.spina-hydro.ch SRH Berufsbildungswerk Neckargemünd Im Spitzerfeld 25 DE - 69151 Neckargemünd www.bbw-neckargemünd.de Technische Universität Dortmund Fakultät Rehabilitationswissenschaften Emil-Figge-Straße 50 DE - 44221 Dortmund www.tu-dortmund.de

Vooraf: Dit handboek is ontwikkeld in het kader van het Leonardo-Pilotproject We Empower us bh. Project website: www.we-empower-us.eu Projectleider: Martin Künemund, Josefsheim Bigge, Duitsland De module Keeping the job werd ontwikkeld door REA-College Pluryn. Auteur en curriculum ontwikkelaar: Ron Reeuwijk, Projectmanager Henriette van Dijken, Job Coach Contact: REA-College Pluryn Ron Reeuwijk Kerkenbos 1003 6546 BB Nijmegen Nederland E-Mail: Internet: rreeuwijk@pluryn.nl www.pluryn.nl Stand: April 2013

Voorwoord Betere professionele kansen voor mensen met een handicap dit was het doel van de Europese projectsamenwerking als onderdeel van het project We empower us bh. De projectpartners richten zich op een specifieke doelgroep: jongeren met Spina bifida en/of Hydrocefalus. Mensen met deze aandoeningen werden als deskundigen betrokken bij alle projectactiviteiten. Acht partners van vijf landen hebben in tweeëneenhalf jaar de zeven gereedschappen van het ondersteuningsnetwerk ontwikkeld. De basis voor dit werk is de fundamentele houding die gericht is op empowerment. Het speciale kenmerk van dit project is de samenwerking tussen professionele revalidatiecentra uit Duitsland, Noord-Ierland en Nederland en zelfhulporganisaties uit Duitsland, Roemenië en Zwitserland. The Technische University van Dortmund heeft wetenschappelijke steun aan het project geleverd. De resultaten van ons werk worden in dit handboek en de bijbehorende CD-ROM gepubliceerd, zodat het materiaal voor het gebruik van de zeven gereedschappen beschikbaar is voor professionals in revalidatie, zelfhulporganisaties en personen met een handicap. Wij wensen u veel succes en plezier in uw dagelijkse werkleven. Wij zien graag dat meer jongeren met spina bifida en/of hydrocefalus de kans krijgen hun beroep naar keuze te kunnen uitoefenen en de baan die ze willen ook daadwerkelijk vinden, en behouden. Wij willen graag alle betrokkenen van het project bedanken: Veel dank aan alle deelnemers van de toekomstige workshops. De internationale samenwerking en uitwisseling van ervaringen in deze kleine Europese gemeenschap was een groot genoegen en motiverend voor iedereen, voor zowel mensen met als zonder een handicap. Wij willen graag het grote aantal mensen met spina bifida en hydrocefalus bedanken die voor ons een werkbiografie hebben gespreken en open met ons waren over de hoogteen dieptepunten van hun studie- en werktrajecten. Ook willen wij graag de deskundigen bedanken die beschikbaar waren voor interviews en hebben deelgenomen aan het testen van de middelen en het invullen van vragenlijsten. Ook willen wij graag de gehandicapte personen en specialisten erkennen die deel hebben genomen in het grote aantal projectactiviteiten. Zonde hun bijdrage en betrokkenheid in het analyseren van behoeften, had ons project zich niet zoals gewenst kunnen ontwikkelen. Wij willen graag de medewerkers en leden van de drie zelfhulporganisaties, ASBH in Duitsland, ARSBH in Roemenië en de Zwitserse Vereniging, bedanken voor hun intensieve samenwerking, goede adviezen en bekwame ondersteuning. Wij bedanken graag Andrea Nobs en prof. Horst Biermann van de faculteit Revalidatiewetenschappen aan de Technische Universiteit Dortmund, voor hun wetenschappelijke steun aan dit project.

Ook danken wij graag de projectmedewerkers van onze partners die de leerinhoud van de ondersteunende gereedschappen hebben ontwikkeld en bijdragen hebben geleverd aan dit handboek. Het LEONARDO-Project We empower us bh en het printen van dit handboek zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van de Europese Commissie. Olsberg, April 2013 Martin Künemund Project Manager JG Group - Josefsheim Bigge www.we-empower-us.eu

Inleiding Deze betreffende tekst is ontstaan in het kader van het EU-onderzoeksproject We empower usbh Transnationaal ontwikkelen, testen en overdragen van een beroeps ontwikkelingsconcept voor mensen met spina bifida en hydrocefalus. Het project werd gesteund door het Directoraat-Generaal Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie, als onderdeel van het Leonardo da Vinci programma. Er werd een beroepsontwikkeling concept gecreëerd met als doelstelling het mogelijk maken van, of de toegang verbeteren tot, een geïndividualiseerde en op capaciteiten gerichte opleiding en beroepssituatie voor de doelgroep. Aan het Europese project namen projectpartners uit vijf Europese landen deel (Verenigd Koninkrijk/Noord- Ierland, Nederland, Zwitserland, Roemenië en Duitsland), waaronder patiëntenorganisaties van betrokken partijen en aanbieders van arbeidsrevalidatie. Spina bifida is een aangeboren lichamelijke handicap die in 80-90% van de gevallen gepaard gaat met hydrocefalus. De beperkingen die daaruit voortvloeien variëren sterk. Vaak hebben deze personen een rolstoel of hulpmiddelen bij het lopen nodig. Studies over deze handicap hebben vaak vooral betrekking op de medische aspecten of kijken alleen naar de ontwikkeling in de kinderjaren. De doelgroep van dit project is jonge volwassenen met spina bifida en hydrocefalus die ontwikkeling nodig hebben in het kader van beroepsopleiding. Vanwege de vaak vroege indeling in het revalidatie-systeem, raakt een brede professionele oriëntatie doorgaans al in een vroeg stadium verloren. De doelgroep is, onafhankelijk van individuele beroepsprofilering, meestal aangewezen op een beperkt aantal vakgebieden, waaronder vooral kantoorwerk. Dit is waar het onderzoeksproject op inhaakt. Het beroepsontwikkeling concept omvat zeven instrumenten waarvan de accenten, naast het bieden van informatie aan werkgevers, docenten en revalidatie-adviseurs, ook liggen op zelfversterking voor mensen met spina bifida en hydrocefalus. Dit betekent richtlijnen en opleidingen gericht op het ontwikkelen van specifieke persoonlijke en sociaal-communicatieve competenties en self-empowerment. Er wordt binnen het project gestreefd naar een proces van emancipatie gebaseerd op de principes van de empowerment aanpak (zelfversterking en kwalificatie). Mensen met spina bifida en hydrocefalus moeten zichzelf zien als hoofdrolspelers in hun eigen professionele leven zodat zij zich bewust worden van hun eigen mogelijkheden en hun eigen belangen kunnen behartigen als gelijkwaardige burgers. De paradigma s binnen het project zijn een op capaciteiten gebaseerd idee van mensen (waar mensen met een handicap worden gezien als experts in hun eigen belangen), en moderne principes van revalidatie (kwalificatie en participatie). De kern van de definitie en de bepaling van de inhoud geven, samen met onderzoeken van de betrokkenen en specialisten, vorm aan de toekomstige uitvoering van een workshop en literatuuranalyse. Het project levert handboeken, trainingen en geschreven informatie, vrij verkrijgbaar voor het (gespecialiseerde) publiek, zowel online als in gedrukte vorm.

Project We empower usbh Transnationaal ontwikkelen, testen en overdragen van een professioneel ontwikkelingsconcept voor mensen met spina bifida en hydrocefalus Programma Project partners Doelgroep Directoraat-Generaal voor Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie: Leonardo da Vinci voor het gebied van beroepsopleiding Pluryn Rea College, Nederland The Cedar Foundation, Verenigd Koninkrijk/Noord-Ierland Asociata Romana Spina bifida si hidrocephalie ARSBH, Roemenië Vereinigung Spina bifida und Hydrocephalus SbH, Zwitserland Arbeitsgemeinschaft Spina bifida und Hydrocephalus ASBH, Duitsland Berufsbildungswerk BBW Neckargemünd, Duitsland Josefsheim Bigge, Duitsland Technische Universität Dortmund, Duitsland Mensen met spina bifida en hydrocefalus die gespecialiseerde ondersteuning nodig hebben als onderdeel van hun beroepssituatieof opleiding Project doelen Verbeteren van beroepsmogelijkheden voor mensen met spina bifida en hydrocefalus Bemoediging van de doelgroep in termen van empowerment (zelfversterking) Het opzetten van een Europees netwerk Tijdsperiode 01-11-2010 30-04-2013 Producten Beroepsontwikkeling concept met zeven instrumenten: 1. Richtlijnen en praktische hulpmiddelen voor opleiding en werk 2. Empowerment en zelfbeschikking voor mensen met spina bifida en hydrocefalus 3. Informatie voor specialisten over beroepsbegeleiding, werkgelegenheidsdiensten en begeleiding van jongeren en volwassenen met SBH 4. Informatie, tips en aanwijzingen voor werkgevers 5. Beroepsbiografieën 6. Opzetten van activiteiten met hulp van vrienden, collega s en het sociale netwerk 7. Peer support trainingen Homepage voor het project Overdracht Europa-brede verspreiding van de resultaten en producten van het project Het opbouwen van een regionaal netwerk Aanbieden van het ontwikkelde materiaal aan de media Integreren van het onderwerp in de aangeboden cursussen aan de Technische Universiteit van Dortmund

Leonardo project We Empower us bh Werkset Instrument 2: Empowerment en zelfmanagement van jongeren met Spina bifida en/of hydrocefalus Module 1: De baan behouden; een training in zelfmanagement 1. Introductie Beroepsopleidingen, de overgang van school naar werk en werkgelegenheid zijn belangrijke onderwerpen voor jongeren met een handicap, waaronder SBH. Waar het vinden van een baan als een uitdaging is, vormt het behouden van deze baan soms een nog grotere uitdaging. Werk hebben heeft voor iedereen verschillende implicaties die gerelateerd zijn aan de persoonlijke situatie en aan de omgevingsfactoren. Er is grote vraag naar een op maat gemaakte oplossing voor elk individu. Medische en secundaire omstandigheden van een persoon met SBH hebben een invloed op het oplossen van problemen die deze werkstatus met zich meebrengt. Bij het werken, als stagiair in een beroepsopleiding of in de eerste echte baan, kan SBH van grote invloed zijn. Sommige taken kunnen niet, of niet herhaaldelijk, uitgevoerd kunnen worden. Het is mogelijk dat het werken problemen voor de handicap geeft, of omgekeerd, dat de handicap problemen op het werk geeft. Het is mogelijk dat de SBH, of de invloed die het heeft op de werksituatie, leidt tot moeheid, minder werkplezier and vaker of langdurigere ziekte. Deze training richt zich op de empowerment van een jongere met SBH in het behouden van een baan als een beter alternatief voor het vinden van een nieuwe. 2. Doelgroep Jongeren met SBH die aan een stage of eerste baan beginnen. 3. Doel De training is gericht op het behouden van een baan en het vergroten van het werkplezier: Het analyseren en oplossen van mogelijke praktische en sociale problemen Het herkennen van je eigen mogelijkheden om invloed te hebben Hoe om te gaan met collega s, managers, bedrijfsartsen en anderen die betrokken zijn met jou functioneren op het werk Het verbeteren van jouw capaciteiten voor probleemoplossing Hoe de beschikbare ondersteuning te gebruiken 4. Inhoud Onderdeel 1: Wat is mijn probleem: de consequenties van SBH voor mijn werk

Uitleg van het doel en de inhoud van de training Hoe gaan we om met elkaar Kennis maken Consequenties van een chronische handicap voor het functioneren op werk Onderdeel 2: Ken jezelf: gevoelens en gedachten over SBH Het belang van communicatie en de invloed van gevoelens en gedachten over handicaps in communicatie Verkennen van gevoelens en gedachten Onderdeel 3:Communicatie: oefenen met praktijkgevallen Inventaris van de gewenste oefeningen Oefenen met acteur Onderdeel 4:Praktische zaken: wat moet men weten over wetgeving en faciliteiten voor werknemers met een handicap Inventarisatie van vragen Met welke oplossingen kan een bedrijfsarts komen Faciliteiten en wetgeving over arbeidshandicaps De bedrijfsarts en de deskundige op werkgebied (de job coach) Onderdeel 5:Communicatie en empowerment Handicaps en zelfmanagement Training met een acteur Onderdeel 6:Een plan opstellen Gesprek met een baas Een plan van aanpak opstellen Onderdeel 7: Vervolg: wat werkt en wat niet Ervaringen met actieplannen en persoonlijke doelen Terugblik en evaluatie 5. Tijdsduur: 14 weken / 21 uur 6. Prestatiebeoordeling: Naast de reguliere trainingssessies hebben de trainer en trainee drie individuele ontmoetingen: Een intakegesprek aan het begin van de training om de uitgangssituatie te beoordelen Een ontmoeting halverwege het proces om de individuele vooruitgang te beoordelen Een ontmoeting op het einde van het proces om de resultaten te beoordelen

Keeping the Job Een zelfmanagementtraining voor (jonge) mensen met een handicap die problemen in hun (eerste) baan ondervinden Cursusboek CREATIVE COMMONS Dit cursusmateriaal is voor anderen beschikbaar onder de Creative Commons licentie: Naamsvermelding, Niet-Commercieel gebruik, Gelijk Delen. Deze voorwaarden zijn te lezen onder: http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/ Wilt u het materiaal bewerken, dan willen wij graag een kopie van het nieuwe materiaal. Neem contact op met I. Varekamp of F. van Dijk (i.varekamp@amc.nl; varekamp@xs4all.nl, f.j.vandijk@amc.nl). Disclaimer Deze cursus is oorspronkelijk onder de naam Met je ziekte aan de slag ontwikkeld door het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC) en anderen. Het Coronel Instituut sluit alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of verband houdt met het gebruik van de cursus.

Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inleiding... 6 Voor wie is de training... 6 Opzet van de training.... 6 Opzet van het cursusboek... 7 Programma van de zeven bijeenkomsten... 8 1. Waar heb je last van, gevolgen van je handicap voor het werk... 9 1.1. Programma... 9 1.2. Bijeenkomst 1 in het kort... 9 1.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 2.... 10 2. Zicht op jezelf: gevoelens en gedachten rond je handicap.... 14 2.1. Programma... 14 2.2. Bijeenkomst 2 in het kort... 14 2.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 3.... 15 3. Communicatie: oefenen met praktijksituaties... 18 3.1. Programma... 18 3.2. Bijeenkomst 3 in het kort... 18 3.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 4... 17 4. Praktische zaken: de bedrijfsarts, wetgeving en voorzieningen voor werknemers met een handicap... 21 4.1. Programma... 21 4.2. Bijeenkomst 4 in het kort... 21 4.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 5... 22 5. Communicatie en opkomen voor jezelf: vervolg en verdieping... 25 5.1. Programma... 25 5.2. Bijeenkomst 5 in het kort... 25 5.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 6... 26 6. Een plan van aanpak... 28 6.1. Programma... 29 6.2. Bijeenkomst 6 in het kort... 28 6.3. Huiswerkopdrachten voor de follow-up bijeenkomst... 29 7. Follow-up: wat werkt wel en wat werkt niet.... 32 7.1. Programma... 32 7.2. Bijeenkomst 7 in het kort... 32 8. Het tussengesprek en het eindgesprek... 34 8.1. Het tussengesprek... 34 8.2. Het eindgesprek... 35 Bijlagen... 37 Bijlage 1. Waar heb je last van: gevolgen van een arbeidshandicap voor het werk... 38 1.1. Het doel en de opzet van de training... 38 1.2. Hoe gaan we met elkaar om... 39 1.3. Waar heb ik last van: gevolgen van een arbeidshandicap voor functioneren op het werk... 40 Bijlage 2. Zicht op jezelf: gevoelens en gedachten rond een arbeidshandicap.50 Bijlage 3. Communicatie: oefenen met praktijksituatie... 53

3.1. Tips voor een gesprek met een leidinggevende... 53 3.2. Uitleg geven over je handicap... 53 Bijlage 4. Praktische zaken: de bedrijfsarts, wetgeving en voorzieningen voor werknemers met een arbeidshandicap.... 55 4.1. Werkaanpassingen en hun plek in het werkmodel... 55 4.2. De bedrijfsarts en de arbodienst... 55 4.3. Wat kan de bedrijfsarts betekenen voor mensen met een handicap?.. 56 4.4. Regels bij langdurig verzuim: wat wordt er van de werknemer en de werkgever verwacht?... 57 4.5. Verschil van mening met de werkgever of de bedrijfsarts... 57 4.6. Langdurige arbeidsongeschiktheid en wetgeving: WIA en WAO... 58 4.7. Regelingen voor werknemers met beperkingen door ziekte of handicap59 4.8. Welke werkaanpassingen bestaan er en hoe kom je erachter wat er is?61 4.9. Websites en andere informatiebronnen... 62 Bijlage 5. Opkomen voor jezelf: subassertief, assertief en agressief gedrag.. 64 Bijlage 6. Een plan van aanpak volgens SMART... 67 Bijlage 7. Model kwaliteit van werk... 71

Voorwoord In 2001 werd bij het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid onderzoek gestart onder werknemers met verschillende chronische aandoeningen naar hun werkbeleving en knelpunten die zij op het werk ondervinden als gevolg van hun aandoening. Een pilot training werd samen met de arbodienst ArboUnie ontwikkeld en uitgevoerd. Op basis van de ervaringen werd de training iets aangepast en vanaf najaar 2006 in samenwerking met Arbo Unie Amsterdam uitgevoerd. In 2012 is deze training in het kader van het internationale Leonardo project: We Empower us bh waarin voor jongeren met spina bifida en/of hydrocefalus nieuwe ondersteuningsconcepten ontwikkeld zijn nogmaals aangepast en omgewerkt tot de zelfmanagement training: Keeping the Job.

Inleiding Voor wie is de training Mensen met een handicap merken dat de beperking veelal hun dagelijks leven beïnvloedt. Dat kan ook in het werk doorwerken. Je kan bepaalde taken niet of niet langdurig verrichten, of je hebt door het werk meer last van de beperking, of de medische behandeling stelt eisen die lastig zijn op je werk. Kortom, een handicap kan leiden tot moeite met het werk en minder plezier in het werk. Soms leidt dit tot veelvuldig of langdurig ziekteverzuim of zelfs (verdere) arbeidsongeschiktheid. Er is de afgelopen jaren in Nederland veel aandacht besteed aan arbeidsintegratie van mensen met een handicap of chronische aandoening; aan scholing, training en ondersteuning bij het vinden van een plek op de arbeidsmarkt. Toch blijkt uit de gegevens van het UWV en uit recent onderzoek dat jonge mensen met een handicap in het eerste jaar van hun baan veelvuldig tegen problemen aanlopen en dat deze problemen te vaak leiden tot verlies van de baan. De training Keeping the Job is gericht op mensen die een baan hebben, vanuit het idee dat het, indien mogelijk, beter is te werken aan het behouden van de baan, dan aan de slag te moeten met het vinden van een nieuwe baan nadat het werk opgehouden is. De training is bedoeld voor mensen die merken dat ze door een handicap op hun werk tegen problemen aanlopen, die bang zijn daardoor hun plezier in het werk of hun baan zelf kwijt te raken, en die willen nagaan wat ze hieraan kunnen doen. Het kan gaan om problemen van oververmoeidheid of overbelasting, om onzekerheid over de toekomst, last van onbegrip bij collega s, een slechte relatie met de leidinggevende, of niet weten wat je rechten en plichten als werknemer zijn en niet weten wat er aan voorzieningen is voor mensen met een arbeidshandicap. Voor jongeren met een handicap, die bijna altijd met een tijdelijk contract bij hun eerste werkgever beginnen kunnen deze problemen ertoe leiden dat de tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet voortgezet worden. Het uitgangspunt bij de training is dat problemen die mensen op hun werk tegenkomen dikwijls zijn te verhelpen, met werkaanpassingen of een andere oplossing. Dit vereist dat mensen zich realiseren waar ze tegenaan lopen en weten wat voor oplossingen misschien mogelijk zijn. Belangrijk is dat ze dit op het werk bespreekbaar kunnen maken. De rode draad in de training is dan ook: verkennen welke problemen er zijn, dit bespreekbaar maken en oplossingen bedenken. Communicatie is daarmee een belangrijk onderdeel van de training, het is de olie om dingen op het werk beter te later lopen. Opzet van de training De training is combinatie van een groepstraining en individuele begeleiding. De groepstraining bestaat uit zeven bijeenkomsten van drie uur. De eerste zes bijeenkomsten zijn om de twee weken; een enkele keer zit er drie weken tussen. De zevende bijeenkomst is twee maanden na de zesde bijeenkomst.

De groep telt acht deelnemers. De training wordt gegeven door één trainer. Eén keer zijn er een bedrijfsarts en een arbeidsdeskundige als gastsprekers aanwezig en twee keer wordt een deel van de bijeenkomst besteed aan rollenspel met een acteur. In de groepsbijeenkomsten staat steeds één onderwerp centraal. Over dit onderwerp wordt door de trainer uitleg gegeven. Dit gebeurt mede aan de hand van de ervaringen van de deelnemers, die in groepsgesprekken besproken worden. Ook opdrachten die men alleen of met meerderen doet maken deel uit van de groepsbijeenkomsten. Voor iedere bijeenkomst dienen opdrachten thuis gemaakt te worden. Het huiswerk wordt steeds een volgende keer besproken. Naast de groepsbijeenkomsten zijn er drie individuele gesprekken van de trainer met de deelnemer: een intakegesprek voorafgaand aan de training, een gesprek halverwege, en een eindgesprek na de zesde bijeenkomst. Deze gesprekken bieden de mogelijkheid meer op de persoonlijke situatie in te gaan. Opzet van het cursusboek De eerste zeven hoofdstukken van dit cursusboek horen bij de zeven groepsbijeenkomsten. De opbouw van ieder hoofdstuk is hetzelfde. Eerst zie je het programma van de bijeenkomst. In enkele regels lees je wat het thema van de bijeenkomst is en het doel; vervolgens welke onderwerpen aan bod komen. Er zijn verschillende manieren waarop de onderwerpen behandeld worden: uitleg, ervaringen bespreken in de groep, oefeningen in tweetallen of een kleine groep, of een andere manier. De tweede paragraaf, In het kort, geeft in één of twee pagina s een samenvatting van wat behandeld wordt. Het is aan te raden deze samenvatting van te voren te lezen. De laatste paragraaf behandelt de opdrachten die voor de volgende keer gemaakt worden. Het achtste hoofdstuk gaat over de twee individuele gesprekken die de trainer met de deelnemers heeft: het tussengesprek en het eindgesprek. Het tweede deel van het cursusboek bevat bijlagen. In de bijlagen wordt veel uitgebreider het thema van de bijeenkomst behandeld. Op die manier kan je later alles nog eens nalezen. Ook voorbeelden van opdrachten zijn in de bijlagen opgenomen.

Programma van de zeven bijeenkomsten 1. Waar loop je tegenaan: gevolgen van een handicap voor het werk 1.1. Programma Een handicap kan in het dagelijks leven zorgen en stress geven. Op het werk kan een handicap ertoe leiden dat je moeite hebt met bepaalde taken of met het tempo, of dat je af en toe niet beschikbaar bent. Je kan merken dat het gewoon moeilijk is om het werk vol te houden. In deze bijeenkomst wordt een begin gemaakt met het benoemen van wat er wel en niet goed loopt op het werk; het model Kwaliteit van werk is hierbij een hulpmiddel. Het doel van de eerste bijeenkomst is te verhelderen wat moeilijk of niet goed gaat op het werk. Programma 1. Toelichting op het doel en de opzet van de training 2. Hoe gaan we met elkaar om 3. Kennismaking 4. Pauze 5. Thema: gevolgen van een handicap voor functioneren op het werk 6. Opdracht voor de volgende keer 1.2. Bijeenkomst 1 in het kort Een handicap kan veel gevolgen hebben in het dagelijks leven. Klachten of vermoeidheid kunnen invloed hebben op het dagelijks functioneren, thuis maar ook op het werk. Soms kan je bepaalde taken niet of niet langdurig verrichten. De handicap kan dan leiden tot moeite met het werk, tot ziekteverzuim of zelfs arbeidsongeschiktheid. Een deel van de problemen die je op je werk tegenkomt is op te lossen. Bijvoorbeeld met werkaanpassingen of veranderingen van het takenpakket. Dit vereist wel dat je je realiseert waar je tegenaan loopt, weet wat voor oplossingen voorhanden zijn, én deze oplossingen op je werk, met leidinggevende of collega s, bespreekbaar kan maken. Deze drie stappen zijn de rode draad in de training. Door hier zelf actief mee aan de slag te gaan hopen we het doel te bereiken: aan het werk blijven én je plezier in het werk houden of vergroten. Of dat lukt hangt niet alleen van je eigen inspanningen als werknemer af; ook een leidinggevende die meedenkt en meewerkt aan oplossingen is nodig. Het onderwerp van de eerste bijeenkomst is werkproblemen, ofwel waar loop je nu precies tegenaan. Een handicap kan ertoe leiden dat je moeite hebt met

bepaalde taken of met het tempo, of dat je af en toe niet beschikbaar bent. Je kan dan het gevoel krijgen van overbelasting: er wordt naar je gevoel meer van je verwacht dan je kan waarmaken, ofwel er is een kloof tussen draagkracht (dat wat je kan waarmaken op het werk) en draaglast (dat wat van je verwacht wordt). Voortdurend een gevoel van overbelasting of stress hebben is niet goed en niemand houdt dat vol. Het verhelderen wat er precies niet goed gaat op het werk lijkt simpel, maar is toch vaak ingewikkeld. Het gaat erom te benoemen wat precies een probleem of een knelpunt is en welke factoren daar een rol in spelen. Vaak lopen meerdere zaken door elkaar. Als je moeite hebt om het werk vol te houden, dan heeft dat meestal met de aard van het werk te maken, bijvoorbeeld is het lichamelijk zwaar werk? Of is het psychisch inspannend werk? Daarnaast spelen heel andere factoren een rol, die op zich niets met je handicap te maken hoeven te hebben. De onderlinge relaties op het werk, de arbeidsvoorwaarden, de werkomgeving, of zelfs de omstandigheden thuis doen er ook toe. Bijvoorbeeld, als werk inspannend is, maar je hebt er plezier in, en de sfeer is goed en collegiaal, dan kan je meer aan. Is daarentegen de sfeer slecht, en ben je ook nog eens onzeker of je contract verlengd wordt, dan wordt het een ander verhaal. Met het kwaliteit van werk model kan je aangeven hoe je deze belangrijke aspecten van je werk beleeft. Rechts staat een blok met vier factoren die uitmaken of de kwaliteit goed is of niet: plezier, lichamelijke en psychische vermoeidheid, en overbelasting. Links staan vijf blokken met factoren die daar invloed op hebben: 1) de belasting, door werk of handicap, 2) de mogelijkheid zelf het werk in te delen, 3) de contacten op het werk, 4) of je werk past bij je capaciteiten en of het zekerheid biedt, en ten slotte 5) de verhouding werk-privé. 1.3. Opdrachten voor bijeenkomst 2 1) Werkmodel. Probeer met hulp van het formulier aan het eind van deze opdrachten te omschrijven hoe problemen die je op het werk ervaart eruit zien. Daarbij vul je ook het werkmodel in. Het hoeft niet meteen goed te zijn, het is een eerste verkenning van hoe werkproblemen in elkaar steken. Als je weinig idee hebt hoe je dat aan moet pakken: aan het eind van bijlage 1 is een voorbeeld uitgewerkt. 2) Een ander over jou. Vraag eens aan iemand die je na staat (een goede vriend of vriendin, of familielid) hoe hij of zij vindt dat je met je handicap omgaat. Welke gevoelens denkt hij of zij dat je hebt over je handicap? Hoe denkt hij of zij dat je er zelf over denkt? De ander is Hoe ik met mijn handicap omga, volgens hem/haar:

Welke gevoelens ik erover heb, volgens hem/haar: Hoe ik erover denk, volgens hem/haar: Formulier bij opdracht 1 Verkennen van waar je in het werk tegenaan loopt De bedoeling van de opdracht is te verhelderen waar je last van hebt. Omschrijf bij 1 wat het probleem is. Probeer dit zo precies mogelijk, bijvoorbeeld in welke omstandigheden het zich wel of juist niet voordoet. Geef bij 2 aan welke beperkingen of hinder je op het werk ervaart. Geef bij 3 aan hoe het werkmodel er voor jou uitziet. Je zet één of twee plusjes bij onderdelen die naar je gevoel in orde zijn en waar je positief over bent, en je zet één of twee minnetjes bij de onderdelen die naar je gevoel niet in orde zijn en die bijdragen aan problemen die je op je werk ervaart. Eerst zet je plusjes en minnetjes bij het rechterblok, bij de vier aspecten van de kwaliteit van werk. Dan zet je plusjes en minnetjes bij de onderdelen in de blokken aan de linkerkant, dus bij de energievreters of energiegevers. Bijvoorbeeld één minnetje bij zekerheid van de baan als je je wel eens ongerust maakt of je contract volgend jaar verlengd wordt, en bijvoorbeeld twee plusjes bij steun van collega s als je heel tevreden bent met je collega s. Als je niet weet wat je van een onderdeel vindt zet je een vraagteken. Geef, als je dat kan, een toelichting bij die punten waar je minnetjes hebt gezet of een vraagteken. Kruis bij 4 aan welke personen wellicht een bijdrage aan een oplossing zouden kunnen geven. 1. Werkprobleem

2. Invloed handicap MODEL KWALITEIT VAN WERK Energievreters en energiegevers Belasting: lichamelijke belasting (te hoog of te laag) psychische belasting (te hoog of te laag) emotionele belasting werkdruk (te hoog of te laag) onduidelijkheid over taken of verantwoordelijkheden storende zaken onder het werk.. Zelf werk indelen: zelf plannen van werk (te weinig of te veel) pauzes bepalen werktijden bepalen.. Contacten op het werk: waardering voor je werk steun van leidinggevende steun van collega s werksfeer Passend werk en toekomstperspectieven: passen in de organisatie zekerheid van de baan beloning.. Verhouding werk-privé belasting in thuissituatie vervoer van thuis naar werk vrijetijdsbesteding Kwaliteit van het werk plezier lichamelijke vermoeidheid psychische vermoeidheid overbelasting 3a. Toelichting kwaliteit van het werk:

3b. Toelichting energievreters en energiegevers: 4. Welke personen kunnen bijdragen aan een oplossing? 0 jezelf 0 partner/ familieleden/vrienden 0 leidinggevende 0 collega s 0 bedrijfsarts 0 hulpverlening 0 anders, namelijk _ Toelichting:

2. Zicht op jezelf: gevoelens en gedachten rond een handicap. 2.1. Programma Mensen met een handicap merken dat dit vaak veel vraagt van hun vaardigheden in communicatie. Overleggen over je handicap en of deze op het werk problemen geeft, veronderstelt dat je hier open over kunt praten. Negatieve gedachten en gevoelens over de beperking kunnen hierbij een obstakel zijn. In deze bijeenkomst wordt aandacht besteed aan deze gevoelens en hoe deze kunnen doorwerken in de manier waarop we ons tegenover anderen opstellen. Het doel van de bijeenkomst is je alert te maken op de rol die jouw eigen gevoelens en gedachten spelen als je met anderen in gesprek bent over je handicap. Programma 1. Opdrachten bespreken 2. Thema: het belang van communicatie en de invloed van gevoelens en gedachten rond handicap op de communicatie 3. Pauze 4. Verkennen van gevoelens en gedachten 5. Werk voor de volgende keer 2.2. Bijeenkomst 2 in het kort De rode draad in de hele training is: verhelderen waar je tegenaan loopt, daarover communiceren met leidinggevende of collega s of anderen een oplossing bedenken, in de vorm van werkaanpassingen of een ander soort oplossing. Communicatie met leidinggevende, collega s of anderen is daarbij één van de peilers van de training. Het is goed je te realiseren dat een handicap extra eisen stelt aan communicatievaardigheden. Het vereist dat je kan uitleggen wat je handicap inhoudt en wat deze voor gevolgen heeft. Dat wil zeggen dat je open over je handicap kan en durft te praten. Negatieve gevoelens of gedachten over je handicap kunnen daarbij een obstakel zijn. Bijvoorbeeld gevoelens van verdriet of gevoelens van schaamte of boosheid vanwege beperkingen. Deze gevoelens zijn normale reacties op het hebben van een beperking en ze zijn niet zo maar te veranderen. Het is wél goed je te realiseren dat je ze hebt, en je te realiseren hoe ze gesprekken met anderen kunnen beïnvloeden. Het is ook goed je iets anders te realiseren. In de training ligt het accent op wat je zélf kan doen om problemen op te lossen of het werk plezieriger te maken. Maar óf dat lukt hangt ook af van anderen: de werkgever, collega s en de leidinggevende. De een heeft hierbij domweg meer geluk dan de ander.

2.3. opdrachten voor de volgende bijeenkomst (bijeenkomst 3). 1) Verder invullen van het werkmodel en eigen overheersende gedachte formuleren. Lees de tekst van de bijlage, met de uitleg over gedachten en gevoelens rond handicap nog eens door. Vul vervolgens het werkmodel aan het eind van dit hoofdstuk verder in door het blokje persoonlijke houding in te vullen: gedachten en gevoelens rond handicap die bij jou een rol spelen. Kijk ook, naar aanleiding van de bespreking van werkmodellen in de tweede bijeenkomst, of je de rest van het model nog hetzelfde invult of dat je er wijzigingen in aanbrengt. Probeer vervolgens te formuleren wat jouw overheersende gedachte is: het beeld dat je van jezelf hebt en dat bewust of onbewust meespeelt in hoe je met anderen op het werk communiceert. Of: welke gedachte gaat door je heen als je denkt aan het bespreekbaar maken van je probleem. Je kan daarvoor kiezen uit het rijtje van twintig veel voorkomende gedachten, je mag er één of meer aankruisen. Je kunt ook meerdere gedachten aankruisen die met elkaar strijdig zijn,als je merkt dat je dan eens de ene, dan weer de andere hebt. Vind je daar niets van je gading, dan kun je zelf de meest passende gedachte opschrijven. 20 overheersende of basisgedachten: - Ik presteer minder dan de anderen - Ik ben heel hulpvaardig, dat brengt me wel eens in de problemen - Ik kan niet goed nee zeggen - Als mensen maar aardig zijn, dan lukt het wel - Veel mensen mankeren iets, dat is normaal - Verschillen tussen mensen maken het leven waardevol - Ik ben moe, ik wil niet meer - Door mijn handicap ga ik zorgvuldiger om met collega s en cliënten - Ik kan het werk steeds slechter aan - Als ik de vakantie maar haal - Ondanks mijn handicap presteer ik goed - Ik wil wel, maar ik kan niet - Mijn handicap heeft me geleerd sneller te doorzien of een ander wel of niet iets te bieden heeft voor onze organisatie - Ik lach, maar huil van binnen - Ze hebben makkelijk praten - Collega s zijn niet geïnteresseerd in mijn handicap - Anderen vinden mij sloom - Ik kan evenveel als zonder mijn handicap - Ik hou me gedeisd, anders vlieg ik eruit - Door mijn handicap heb ik meer begrip voor anderen (Als hier niets geschikts bij is) Mijn overheersende gedachte is:

Vul vervolgens de meest op de voorgrond springende overheersende gedachte in het werkmodel in en vraag je af of dit een belemmerende of een helpende gedachte is. 2) Gesprek met leidinggevende. Ga een gesprek met je leidinggevende aan om te verkennen hoe deze vindt dat je op je werk functioneert. Je leidinggevende weet waarschijnlijk dat je op deze training zit. Geef aan als je een afspraak maakt: Ik ben aan het verkennen waar ik precies tegenaan loop, wat er in het werk goed en minder goed gaat. Ik zou graag eens van jou/u horen hoe jij/u er tegenaan kijkt. Wat naar jouw/uw idee goed en minder goed gaat. In een latere fase wil ik graag nog eens een gesprek om over mogelijke oplossingen te praten. Bij deze opdracht heb je wellicht het werkmodel in je achterhoofd en vooral de linkerkant, de energievreters en energiegevers. Het is belangrijk je te realiseren dat er een verschil kan zijn tussen hoe je iets ervaart of beleeft, en hoe het feitelijk is. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je het gevoel hebt dat je weinig gewaardeerd wordt, terwijl blijkt dat je wel gewaardeerd wordt. Het is bij deze opdracht niet de bedoeling al over oplossingen na te denken, dat komt later. Tips: Bedenk vóór je een gesprek aangaat wat de beste plaats en tijd is voor het voeren van zo n gesprek. Bedenk vóór je een gesprek aangaat wat je wil bespreken en wat je wilt bereiken. Hoor wat de leidinggevende zegt Maak aantekeningen als je dat prettig vindt. Verval niet in jij-boodschappen. In plaats daarvan benoem je wat er feitelijk gebeurt en geef dan aan wat jij daarvan vindt. Ga niet in de verdediging, ook hier geldt: benoem wat je de ander hoort zeggen en herhaal je eigen standpunt. In bijlage 3 zijn deze tips uitvoeriger beschreven.

MODEL KWALITEIT VAN WERK Energievreters en energiegevers Belasting: lichamelijke belasting (te hoog of te laag) psychische belasting (te hoog of te laag) emotionele belasting werkdruk (te hoog of te laag) onduidelijkheid over taken of verantwoordelijkheden storende zaken Zelf werk indelen: zelf plannen van werk (te weinig of te veel) pauzes bepalen werktijden bepalen Contacten op het werk: waardering voor je werk steun van leidinggevende steun van collega s sfeer op het werk Passend werk en toekomstperspectieven: passen in de organisatie zekerheid van de baan beloning Verhouding werk-privé belasting in thuissituatie vervoer van thuis naar werk vrijetijdsbesteding Persoonlijke houding: Gevoelens: bedroefd boos blij bang Overheersende gedachte: Kwaliteit van het werk: plezier lichamelijke vermoeidheid psychische vermoeidheid overbelasting

3. Communicatie: oefenen met praktijksituaties 3.1. Programma De vorige bijeenkomst ging over gedachten en gevoelens rond handicap die je soms onbewust hebt en die de manier waarop je je tegenover anderen opstelt ongemerkt kan beïnvloeden. In deze bijeenkomst oefenen de deelnemers communicatievaardigheden. Ze oefenen met een acteur op een situatie die ze lastig vinden, waarna in de groep besproken wordt hoe het gaat. Het doel is zicht te krijgen op hoe je je tegenover anderen opstelt en hoe dat misschien beter kan. Programma 1. Opdrachten bespreken 2. Korte pauze 3. Inventariseren oefenwensen + oefenen met acteur 4. Pauze 5. Oefenen met acteur (vervolg) 6. Werk voor de volgende keer 3.2. Bijeenkomst 3 in het kort Het oefenen binnen de training is bedoeld om een veilige situatie te bieden om gedrag en communicatie uit te proberen. Er kan niets mis gaan. De trainer is er om je ten dienste te zijn. De bedoeling is dat je als deelnemer daar gebruik van maakt door te experimenteren met communicatie en gedrag. De trainer kan laten zien hoe zijn/haar gedrag verandert door jouw gedrag. Dus als deelnemer kan je zien hoe je je beïnvloedingsmogelijkheden kan vergroten. Een voorbeeld: De acteur speelt je baas, iemand waar geen land mee te bezeilen is. Door jouw gedrag verander de acteur/baas, en nu valt er wel met hem te praten. Dat zijn jouw beïnvloedingsmogelijkheden. De spelregel bij het oefenen is dat de deelnemer onder het rollenspel een time-out kan nemen. Je kan een time-out nemen als je denkt: ik weet niet meer hoe verder, ik hoor mezelf dingen herhalen, ik ben klaar. Ook de acteur of de trainer kunnen een time-out vragen. Het uitgangspunt bij dit soort trainen in communicatie is dat mensen soms onbewust onbekwaam communiceren. Door ons bewust te worden van wat er niet goed gaat, en ons ook bewust te worden van gedachten en gevoelens en hun invloed op communicatie hopen we een proces door te maken: van onbekwaam communiceren

naar bekwaam communiceren. Dat wil in dit geval zeggen: je realiseren wat je niet handig doet en dat anders proberen te doen, totdat het uiteindelijk vanzelf gaat. 3.3. Opdrachten voor bijeenkomst 4 1. In het werkmodel het blok persoonlijke houding verder invullen. Naar aanleiding van het oefenen met de acteur ga je na of het blok persoonlijke factoren (gedachten en gevoelens) verder uitgewerkt kan worden. Gevoelens die een rol spelen zijn: blij bang boos bedroefd schaamte... Mijn overheersende gedachte is: 2. Oefenen op het werk met dat wat je vandaag geleerd hebt. Het kan zijn dat je je gerealiseerd hebt dat je wijze van communiceren soms onbewust onbekwaam is (nu ben je je daar bewust van). De bedoeling is dat je door te oefenen de overstap maakt van de fase bewust onbekwaam naar de fase bewust bekwaam en vervolgens naar de fase onbewust bekwaam. 3. Vragen bedenken voor de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige, en de tekst lezen in bijlage 4 over voorzieningen en wet- en regelgeving rond (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en verzuim. De vierde bijeenkomst staat in het teken van praktische zaken: de rol van de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige, voorzieningen voor werknemers met een handicap, en de wet- en regelgeving rond ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Er zijn twee gastsprekers: een bedrijfsarts die vertelt wat je als werknemer aan de bedrijfsarts kan hebben, en een arbeidsdeskundige die iets vertelt over voorzieningen voor werknemers met een handicap waaronder werkaanpassingen. Bedenk een vraag die je aan ieder van hen zou willen stellen. Kijk voor ideeën bij de voorbeelden aan het eind van deze oefening. Bedenk vragen die voor jou van belang zijn. Als je ideeën hebt over een werkaanpassing die je zou wensen, bedenk dan vooral vragen die daarmee te maken hebben. Noteer de vragen hieronder. Als het mogelijk is mail je de vragen van tevoren aan de trainer.

Lees ter voorbereiding niet alleen bijeenkomst 4 in het kort, maar ook in bijlage 4 díe onderwerpen die voor jou belangrijk zijn. Gewenste werkaanpassingen: Mijn vraag aan de bedrijfsarts is: Mijn vraag aan de arbeidsdeskundige is: Mogelijke vragen aan de bedrijfsarts: ik zou iets minder willen werken, omdat ik mijn huidige baan te zwaar vind; is dat realiseerbaar en hoe gaat dat in zijn werk? kan ik ook een gesprek bij de bedrijfsarts aanvragen zonder dat ik wordt opgeroepen i.v.m. verzuim? kan de bedrijfsarts bemiddelen als ik een conflict heb met de leidinggevende? kan de bedrijfsarts andere werktijden voor mij regelen? Mogelijke vragen aan de arbeidsdeskundige: ik zou graag een aangepaste computer willen hebben. Is dat een redelijke vraag en hoe moet je dat realiseren? Moet ik dit aanvragen of mijn werkgever? hoe zit het met de wet WAJONG, de WAO en de WIA? is mijn werkgever verplicht het werk zo aan te passen dat ik het volhoud? hoe weet ik wat er allemaal is aan voorzieningen? wie betaalt werkaanpassingen?

4. Praktische zaken: de bedrijfsarts, wetgeving en voorzieningen voor werknemers met een handicap 4.1. Programma Werknemers met een handicap hebben met de bedrijfsarts te maken en met allerlei regels rond wetgeving en voorzieningen. In deze bijeenkomst geeft een bedrijfsarts een presentatie over de rol van de bedrijfsarts en over ziekteverzuim; daarna gaat de arbeidsdeskundige in op de wetgeving rond arbeidsongeschiktheid en op regelingen voor mensen met een chronische aandoening. Dit doen de sprekers aan de hand van vragen van de deelnemers. Doel van deze bijeenkomst is een globaal overzicht te krijgen van praktische zaken, waarbij duidelijk wordt hoe verdere informatie te verkrijgen is. Een tweede doel is zoveel mogelijk antwoorden te krijgen op specifieke vragen. Programma 1. Bespreken huiswerkopdrachten 2. Inventariseren vragen aan gastsprekers 3. Korte pauze 4. Thema s: 1. Wat kan de bedrijfsarts helpen oplossen? en 2.Voorzieningen en wetgeving rond arbeidsongeschiktheid 5. Pauze 6. De bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige (vervolg) 7. Huiswerk voor de volgende keer 4.2. Bijeenkomst 4 in het kort Tot nu toe lag de nadruk in de training op het verhelderen hoe problemen in elkaar steken en op eigen gevoelens. Nu wordt het tijd om met het werkmodel zaken aan te pakken, er een doe -model van te maken. Bijvoorbeeld door te bedenken of je met werkaanpassingen of een andere voorziening gebaat zou zijn. Werkaanpassingen kunnen invloed hebben op de linkerkant van het model. Aangepast meubilair kan de lichamelijk belasting verminderen, af en toe een extra pauze kan de psychische belasting verminderen, een vervoersvoorziening kan het vervoer van thuis naar werk vergemakkelijken. Dit zijn voorbeelden van voorzieningen die uiteindelijk de kwaliteit van het werk verhogen. Het werkmodel (zie volgende pagina) krijgt er daarmee een blokje bij. De bedrijfsarts gaat onder andere op de volgende onderwerpen in: a) Wat doet de bedrijfsarts en hoe kom je erachter wie je bedrijfsarts is? b) Waarin kan de bedrijfsarts een werknemer met een chronische aandoening helpen?

c) De Wet Verbetering Poortwachter: de taak van de bedrijfsarts, de werknemer en de werkgever. Veel tijd wordt uitgetrokken voor het beantwoorden van vragen van de deelnemers. Model kwaliteit van werk Persoonlijke houding (gevoelens en gedachten) Energievreters en energiegevers Belasting Zelf werk indelen Kwaliteit van het werk Contacten op het werk Passend werk en toekomstperspectief Verhouding werk-privé Werkaanpassingen De arbeidsdeskundige gaat onder andere op de volgende onderwerpen in: a) Arbeidsongeschiktheid: WAO, WIA en rechten en plichten bij dreigend ontslag. c) Regelingen voor werknemers met een beperking door ziekte of handicap. d) Welke werkaanpassingen bestaan er. Veel tijd wordt uitgetrokken voor het beantwoorden van vragen van de deelnemers. In bijlage 4 worden deze onderwerpen uitvoerig behandeld en worden veel websites genoemd. 4.3. Huiswerkopdrachten voor bijeenkomst 5 1. Bedenk werkaanpassingen waar jij bij gebaat zou zijn (vervolg). We stappen over van de fase van verhelderen van werkproblemen naar de fase van oplossingen bedenken en daarover overleggen. Eén van de mogelijke oplossingen is een werkaanpassing. In deze bijeenkomst kwamen verschillende voorzieningen en werkaanpassingen aan bod. Ga naar aanleiding van wat je vandaag gehoord hebt brainstormen over wat voor jou misschien een werkaanpassing zou kunnen zijn. Maak hierbij gebruik van bijlage 4 en de verschillende werkaanpassingen die worden genoemd; misschien brengt dat op ideeën. Benoem de werkaanpassingen (of voorzieningen) die voor jou wellicht nuttig zijn en ga na hoe ze in het model passen: hoe ze de energievreters of energiegevers (werkstressoren of energiebronnen)

positief zouden kunnen beïnvloeden en wat dat voor de kwaliteit van het werk zou betekenen. Vul hieronder werkaanpassingen in waar je misschien iets aan hebt. Je hoeft je nog niet af te vragen of je er echt iets aan hebt, en ook niet of ze realistisch zijn, dat wil zeggen, of er kans is dat je leidinggevende, je werkgever of een uitkeringsinstantie zich willen inspannen om deze werkaanpassingen te organiseren. Niet ieders ideeën kunnen de volgende keer besproken worden. Als je zelf niet aan de beurt komt, dan komt dit onderdeel bij het individuele gesprek met de trainer aan de orde. Mijn gewenste werkaanpassingen zijn: Heeft positieve invloed op (energievreter of energiegever): 2. Maak een afspraak met de bedrijfsarts als je denkt dat dit nuttig kan zijn De bedrijfsarts kan een steun en toeverlaat zijn. Hij of zij kan met je meedenken over de problemen die je ervaart, kan beoordelen in hoeverre je je werktaken kan doen of dat er aanpassingen nodig zijn, en hij of zij kan daarbij adviseren. Soms zal de bedrijfsarts al contact hebben met je leidinggevende. In de praktijk blijkt dat werknemers verschillende ervaringen hebben met hun bedrijfsarts. De een voelt zich daardoor gesteund en geholpen, de ander vindt dat je er niet veel mee opschiet of merkt dat je iedere keer een andere bedrijfsarts tegenover je ziet. Toch is het zinnig kennis te maken met je bedrijfsarts als je deze niet kent. Valt het tegen, dan heb je pech, maar valt het mee, dan kan je er in de toekomst iets aan hebben. Tot voor kort was het voor iedere werknemer mogelijk een oriënterend of adviserend gesprek bij de bedrijfsarts aan te vragen; dus een gesprek zonder dat je daar zelf voor opgeroepen bent. Dit heette het arbeidsomstandighedenspreekuur. Nu is niet ieder bedrijf meer verplicht deze mogelijkheid te bieden: bij het ene bedrijf kan het wel, bij het andere niet. Deze opdracht is bedoeld voor mensen die geen of weinig contact hebben met hun bedrijfsarts en die willen nagaan of ze er in de toekomst iets aan kunnen hebben. De bedoeling is met de bedrijfsarts te bespreken waar je zelf op het werk tegenaan loopt, hoe de bedrijfsarts daar tegenaan kijkt, en mogelijke oplossingen bespreken. De zesde bijeenkomst wordt in de groep besproken hoe de gesprekken verliepen. 3. Maak een afspraak met leidinggevende.

De bedoeling is een afspraak maken met de leidinggevende als vervolg op het eerste gesprek. Je kan ervoor kiezen de afspraak te plannen na de volgende bijeenkomst, omdat je daar nog meer leert over communicatie. Je kan er ook voor kiezen een gesprek juist eerder te plannen, zodat je volgende keer je ervaringen mee kan nemen bij het oefenen met een acteur. Maak in ieder geval wel alvast een afspraak. Kijk voor tips over hoe je zo n gesprek voorbereidt en uitvoert naar bijlage 3. Wat stel je aan de orde in het gesprek? Bespreek jouw werkmodel en wat voor jou knelpunten zijn. Leg mogelijke oplossingen voor, in de vorm van werkaanpassingen of in de manier van omgaan met elkaar of andere oplossingen. Oplossingen in de vorm van werkaanpassingen komen misschien voort uit de huiswerkopdracht 1 van deze keer. Bedenk vooraf wat je zou willen bereiken in het gesprek. Probeer tot afspraken over oplossingen of werkaanpassingen te komen. Stel dan voor om na een tijdje samen te bespreken hoe het werkt. Een concrete afspraak maken, bijvoorbeeld over drie of vier weken, werkt het beste. In de zesde bijeenkomst staan we uitvoerig stil bij deze huiswerkopdracht. Ook in het individuele gesprek met de trainer kan dit aan de orde komen 4. Oefening bedenken voor bijeenkomst 5 De volgende bijeenkomst wordt er weer geoefend met een acteur. Bedenk wat je zou willen oefenen. Bijvoorbeeld: - een gesprek voeren met je leidinggevende - beter voor jezelf opkomen tegenover de leidinggevende - hulp vragen aan een collega - goed reageren op onbegrip of kleinerende opmerkingen van anderen - met je leidinggevende je vermoeden bespreken van ontslag bij reorganisatie - zelf uitleggen wat je ziekte inhoudt. - een gesprek voeren met je leidinggevende over een werkaanpassing - met je leidinggevende je vermoeden bespreken van ontslag bij reorganisatie Het belangrijkst voor mij is een oefening in :