UITVOERINGSKADER BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER



Vergelijkbare documenten
UITVOERINGSKADER BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER

Bevolkingsonderzoek darmkanker In de (huisartsen)praktijk. februari 2014 Alice Olde Reuver of Briel projectleider darmkankerscreening

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Factsheet Bevolkingsonderzoek Darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Waarom een bevolkingsonderzoek naar darmkanker?

Darmkanker en het bevolkingsonderzoek (en klein stukje erfelijkheid)

Onderwerp Doel Nr Indicator Omschrijving Kwaliteitse is

Informatiefolder Een proefbevolkingsonderzoek naar darmkanker

Notitie klachtenafhandeling bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoeken. baarmoederhalskanker, borstkanker en darmkanker naar kanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Rapportage 2014 Landelijke Monitoring & Evaluatie Bevolkingsonderzoek Darmkanker (Erasmus MC NKI / AvL)

Darmkanker: Het openbaren van het onbekende. Vasilios Kousoulas MDL-arts ziekenhuis Nij Smellinghe, Drachten

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2017

Het BeVolkingsOnderzoek (BVO) Darmkanker

Resultaten landelijke monitoring bevolkingsonderzoek darmkanker 2017

Medische Publieksacademie

Samenvatting. Advies. Darmkanker is een belangrijk gezondheidsprobleem

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2016

WERKWIJZER INTAKE VOOR COLOSCOPIE

BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER Monitor 2015

Bevolkingsonderzoek darmkanker Uitnodiging

Regiobijeenkomst Midden-West Bevolkingsonderzoek darmkanker in vogelvlucht

IMPROVE. Helpt u mee het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vrouwvriendelijker te maken?

Toelatingseisen voor de uitvoering van coloscopieën vanuit het bevolkingsonderzoek darmkanker. Kwaliteitseisen coloscopie.

KORT-CYCLISCHE MONITOR CAPACITEIT (CAPACITEITSMONITOR)

Informatie. 3 e screeningsronde. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond. FOBT, 3e ronde

Vervolg alternatieve vervolgdiagnostiek bevolkingsonderzoek darmkanker (CT-colografie) Februari 2015

Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond. Informatie FOBT - 1

Informatie. herhalingsonderzoek. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond. FOBT - Groep D 2 e ronde

Informatie. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond. FOBT - vervolg 1 jr.

Kosteneffectiviteit colonscreening

Als er bloed in uw ontlasting is gevonden

Screen. Aan de slag in de regio. Kwaliteit gaat boven capaciteit. Feiten & cijfers

Samenwerkingsovereenkomst Coloscopie

Bevolkingsonderzoek naar dikke darmkanker: September 2013? Prof. dr. J.B.M.J. Jansen

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

Procedure Toelating Pathologen voor Bevolkingsonderzoek

Centrum voor Bevolkingsonderzoek Principes van screening

Overgang van het bestaande naar het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

Als er bloed in uw ontlasting is gevonden

Vragen en antwoorden naar aanleiding van het online vragenuur

Als er bloed in uw ontlasting. is gevonden. Bevolkingsonderzoek

NHG-Praktijkhandleiding. Bevolkingsonderzoek darmkanker

Informatie. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio s Amsterdam en Rotterdam COCOS CTC. Inhoudsopgave

Bevolkingsonderzoek darmkanker

Informatie. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio s Amsterdam en Rotterdam. Inhoudsopgave

DEF IKR Boekje B :35 Pagina 1. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond.

Ge-FOBT: stront aan de knikker?

Reeks 12: De eeuwige mens

Nederlandse samenvatting

Procedure (periodieke en volledige) auditing coloscopiecentra

Referentiefunctie bevolkingsonderzoek darmkanker

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg

Bevolkingsonderzoek darmkanker Vervolgonderzoek

Bevolkingsonderzoek darmkanker Vervolgonderzoek

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Vervolgonderzoek in het ziekenhuis. Polikliniek maag-, darm-, leverziekten

NHG-Praktijkhandleiding. Bevolkingsonderzoek darmkanker

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Informatiestromen screeningslaboratoria

Netwerkbijeenkomst Bevolkingsonderzoek darmkanker. 25 juni juni 2018

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld

PROTOCOL Voor de toelating en auditing van pathologielaboratoria

Dikke darmpoliepen. MDL-centrum IJsselland Ziekenhuis.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek naar borstkanker

Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP) Informatie over het ziektebeeld

Bevolkingsonderzoek darmkanker. Ir. Harriët van Veldhuizen, programmaleider

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 februari 2010 Betreft Standpunt darmkankerscreening

DEF IKR Boekje A :01 Pagina 1. Een proef-bevolkingsonderzoek naar darmkanker in de regio Groot-Rijnmond.

Onderzoek naar borstkanker

Landelijke monitoring van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker: resultaten eerste half jaar 2014

Darmkankeronderzoek vanaf 2014 bij 1,9 miljoen Vlamingen

Screen. Aan de slag in de regio. Kwaliteit gaat boven capaciteit. Feiten & cijfers

PROTOCOL VOOR DE TOELATING EN AUDITING VAN COLOSCOPIECENTRA EN ENDOSCOPISTEN

BEVOLKINGSONDERZOEK DIKKEDARMKANKER: BASISTEKST VOOR BEROEPSGROEPEN

Bevolkingsonderzoek. borstkanker 15 feiten

Darmkanker screening zin of onzin? Lisette Saveur, Verpleegkundig specialist MDL-oncologie Antoni van Leeuwenhoek Amsterdam

belangrijke cijfers over darmkanker

Bevolkingsonderzoek darmkanker vanaf 2013

PROTOCOL. Voor de toelating en auditing van coloscopiecentra en endoscopisten. Bevolkingsonderzoek darmkanker. December 2018 (versie 7)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoudsopgave. 1. Introductie pagina 3

Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging

Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging

Onderzoek baarmoederhalskanker

Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Uitnodiging

Overeenkomst Regionaal Centrum Prenatale Screening en praktijk voor counseling

Dikke-darmkanker. vrijdag 24 april Bas van Balkom MDL-arts

Landelijke monitoring en evaluatie van het bevolkingsonderzoek naar darmkanker in Nederland Het eerste evaluatierapport

Protocol mogelijk gemist kind bij de hielprikscreening

Disclosure belangen Evelien Dekker

Borstkanker is een kwaadaardig gezwel in de borst. Dit kan levensbedreigend zijn.

Inhoudsopgave. 1. Introductie pagina 3

Datum 19 juli 2018 Betreft: Verslag Schriftelijk Overleg (VSO) inzake VSO Bevolkingsonderzoek darmkanker -uitslagen

Transcriptie:

UITVOERINGSKADER BEVOLKINGSONDERZOEK DARMKANKER 2016

Disclaimer Het RIVM heeft in samenwerking met andere partijen veel aandacht besteed aan de totstandkoming van de inhoud van dit Uitvoeringskader. Desondanks is het RIVM niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden van welke aard dan ook. Verder aanvaardt het RIVM geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het gebruik of het niet kunnen gebruiken van dit document. Ook is het niet mogelijk rechten te ontlenen aan de inhoud van de informatie. Het RIVM behoudt zich het recht voor de inhoud van dit document te wijzigen. De meest actuele versie van het Uitvoeringskader kunt u vinden op www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl/downloads.

Documentbeheer Versiebeheer Versi e Datum Auteur Toelichting 1.0 juni 2012 RIVM-CvB Eerste definitieve versie, zoals deze in juni 2012 via de website (www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl) aan de professionals beschikbaar is gesteld. 1.1 januari 2013 RIVM-CvB Tweede definitieve gewijzigde tussenversie ten behoeve van de aanvraag van de WBOvergunning. In deze tussenversie is de gewijzigde rol van de huisarts opgenomen, zoals voorgelegd aan de Landelijke commissie invoering bevolkingsonderzoek darmkanker en vastgesteld op 10 december 2012. 2.0 januari 2014 RIVM-CvB Tweede definitieve versie, bij de start van het bevolkingsonderzoek in januari 2014 toegezonden aan professionals en beroepsgroepen. 3.0 november 2014 4.0 November 2015 RIVM-CvB RIVM-CvB Derde definitieve versie, na het doorvoeren van aanpassingen in het bevolkingsonderzoek in juli 2014. Wordt na advies van de programmacommissie in december 2014 toegezonden aan professionals en beroepsgroepen. Vierde definitieve versie, na doorvoeren van aanpassingen. Deze wordt na advies van de programmacommissie eind november 2015 toegezonden aan professionals en beroepsgroepen. Wijzigingen in 3.0 ten opzichte van 2.0 Pagin a alle Wijziging Algemene update van alle teksten naar de laatste stand van zaken. Daarnaast is de aanpassing in het bevolkingsonderzoek in het eerste jaar verwerkt, zijn er kwaliteitseisen, waaronder die van de screeningsorganisaties, toegevoegd en zijn er kwaliteitseisen aangepast (n.a.v. vaststellen protocol risicomanagement). versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 3 van 103

Wijzigingen in 4.0 ten opzichte van 3.0 Pagina alle alle alle Wijziging De werkgroepen kwaliteitseisen pathologie en coloscopie zijn nu adviesgroepen. ColonIS is vervangen door ScreenIT (Werkgroep Kwaliteitseisen) CT Colografie binnen het bevolkingsonderzoek darmkanker is verwijderd. 19 Opgenomen is de tijdelijke verruiming gedurende auditcyclus 2016 van de eis t.a.v. de termijn tussen intake en coloscopie van 10 naar 15 dagen. De eis t.a.v.de doorlooptijd tussen uitslagbrief en verrichting van de coloscopie komt voor auditcyclus 2016 tijdelijk te vervallen. 45 In H9 zijn de aanvullende voorwaarden voor de screeningsorganisaties met betrekking tot de kwaliteitsborging van de coloscopie en de pathologie onderdeel gemaakt van de reguliere uitvoering en daarbij behorende taken en verantwoordelijkheden. 50 Toegevoegd is dat eenmaal per jaar de screeningsorganisaties rapporteren over de uitvoering en bevindingen van de audits met specifieke aandacht voor zaken die het bevolkingsonderzoek kunnen verbeteren/optimaliseren. 52 Opgenomen is dat de screeningsorganisaties verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de gegevens die worden aangeleverd en hierover afstemmen met de monitorende partij. 58 Aangepast is dat in 2016 zal worden bezien wanneer het opportuun is om te starten met de hier genoemde commissie. Bijlage E Aanpassingen kwaliteitseisen zijn hier doorgevoerd conform protocol toelating en auditing coloscopie en protocol toelating en auditing pathologie. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 4 van 103

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Doel en reikwijdte van het Uitvoeringskader 7 1.2 Aanleiding 7 1.3 Historie bevolkingsonderzoek darmkanker 8 1.4 Totstandkoming en verantwoording 8 1.5 Leeswijzer 8 1.6 Distributie en onderhoud 9 Hoofdstuk 2 Bevolkingsonderzoek darmkanker 10 2.1 Ziektebeeld darmkanker 10 2.2 Wat houdt het bevolkingsonderzoek in? 10 2.3 Bevolkingsonderzoek darmkanker: doel en doelgroep 11 2.4 Uitgangspunten bij het bevolkingsonderzoek darmkanker 11 2.5 Kaders bij het bevolkingsonderzoek darmkanker 12 2.6 Feiten en cijfers 13 2.7 Gefaseerde invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker 14 Hoofdstuk 3 Primair proces bevolkingsonderzoek darmkanker 16 3.1 Uitvoering van het primair proces 16 3.2 Selecteren en uitnodigen 16 3.3 Screenen 17 3.4 Informeren en verwijzen 18 3.5 Diagnostiek 19 3.6 Behandeling en surveillance 20 Hoofdstuk 4 Organisatie: rolverdeling betrokken partijen 21 4.1 Direct bij de uitvoering betrokken partijen 21 4.2 Bij de kwaliteitsborging, monitoring en evaluatie betrokken partijen 23 4.3 Overige betrokken partijen 24 Hoofdstuk 5 Organisatie: rolinvulling uitvoerende partijen 26 5.1 Rol van de screeningsorganisatie 26 5.2 Rol van het inpakcentrum 29 5.3 Rol van het ifobt-laboratorium 30 5.4 Rol van de huisartsenpraktijk 31 5.5 Rol van het coloscopiecentrum 32 5.6 Rol van het pathologielaboratorium 36 5.7 Rol van de radiologie-afdeling 38 Hoofdstuk 6 Communicatie 39 6.1 Uitgangspunten en doelgroepen van communicatie en voorlichting 39 6.2 Communicatie met algemeen publiek 40 6.3 Communicatie en voorlichting aan de doelgroep 40 6.4 Communicatie en informatie aan professionals 42 Hoofdstuk 7 Deskundigheidsbevordering 43 7.1 Uitgangspunten en doelgroepen deskundigheidsbevordering 43 7.2 Scholingsmiddelen professionals 44 Hoofdstuk 8 Kwaliteitsborging 45 8.1 Kwaliteitsbeleid 45 8.2 Kwaliteitsborging op landelijk niveau 45 8.3 Kwaliteitsborging op regionaal niveau 47 8.4 Kwaliteitsborging op lokaal niveau 48 8.5 Referentiefunctie 48 versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 5 van 103

Hoofdstuk 9 Monitoring en evaluatie 51 9.1 Monitoring 51 9.1.1 Monitoring op landelijk niveau 51 9.1.2 Monitoring op lokaal en regionaal niveau 51 9.2 Evaluatie 51 9.3 Kortcyclische monitoring 52 9.4 Monitoring intervalcarcinomen 52 Hoofdstuk 10 Registratie en gegevensbeheer 53 10.1 Doelen gegevensverzameling en -uitwisseling 53 10.2 Gestructureerde gegevensvastlegging 54 10.3 Centraal informatiesysteem ScreenIT 54 10.4 Privacy deelnemers 55 10.5 Convenant gegevensuitwisseling 56 Hoofdstuk 11 Risicomanagement 57 11.1 Risicomanagement 57 11.2 IGZ-meldingen 58 11.3 Klachtenvoorziening 58 11.4 Woordvoering bij crises en calamiteiten 58 Hoofdstuk 12 Organisatie: programmastructuur en financiering 60 12.1 Organisatie 60 12.1.1 Programmacommissie 60 12.1.2 Werkgroepen en adviesgroepen 61 12.2 Financiering 62 Bijlage A Begrippen 63 Bijlage B Afkortingen 69 Bijlage C Leden van de programmacommissie, werkgroepen en adviesgroepen Bevolkingsonderzoek Darmkanker 71 Bijlage D Processchema bevolkingsonderzoek darmkanker 75 Bijlage E Landelijke kwaliteitseisen 76 Bijlage F Overzicht landelijke kaders, richtlijnen en werkwijzen 99 Bijlage G Organisatie Invoering bevolkingsonderzoek darmkanker tot 1-7-2014 103 versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 6 van 103

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Doel en reikwijdte van het Uitvoeringskader Dit Uitvoeringskader beschrijft de wijze waarop het bevolkingsonderzoek darmkanker en aansluitende zorg moet worden uitgevoerd, zodat dit effectief en binnen beleidsmatige, wettelijke kaders verloopt. Ook worden de kwaliteitskaders aangegeven, die nodig zijn om burgers een uniform, betrouwbaar en kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek en daarop aansluitende zorg te kunnen bieden. Dit Uitvoeringskader richt zich op alle professionals die betrokken zijn bij: de uitvoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker, aansluitende diagnostiek, behandeling/surveillance en de kwaliteitsborging, monitoring en evaluatie van het bevolkingsonderzoek. De inhoud van het Uitvoeringskader is bindend, dat wil zeggen dat iedere professional betrokken bij de uitvoering van het bevolkingsonderzoek verondersteld wordt de inhoud van het uitvoeringskader te kennen en zodanig in de praktijk te brengen. De betrokken zorgverleners zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg. Dit Uitvoeringskader is een landelijke standaard waarop zij mogen worden aangesproken. 1.2 Aanleiding Op 17 november 2009 adviseerde de Gezondheidsraad het ministerie van VWS om een bevolkingsonderzoek darmkanker in te voeren. De Gezondheidsraad concludeerde in haar advies dat een bevolkingsonderzoek naar darmkanker wenselijk is, ervan uitgaande dat de benodigde zorgcapaciteit de komende jaren kan worden opgebouwd. De Gezondheidsraad stelde op basis van de resultaten van proefbevolkingsonderzoeken dat het bevolkingsonderzoek veel gezondheidswinst oplevert en een gunstige kosteneffectiviteitsverhouding van 2.200 euro per gewonnen levensjaar kent. Geadviseerd werd om een tweejaarlijks bevolkingsonderzoek naar darmkanker geleidelijk in te voeren bij mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar. De geadviseerde screeningstest is de ifobt (immunologische Fecaal Occult Bloed Test), een zelfafnametest. Naar aanleiding van dit advies heeft het ministerie van VWS aan het RIVM-CvB gevraagd om in 2010 een uitvoeringstoets uit te voeren. Deze Uitvoeringstoets maakte duidelijk dat het mogelijk was een bevolkingsonderzoek naar darmkanker in te voeren. Het beschreef wat er vóór de start van het bevolkingsonderzoek geregeld moet zijn en hoe de uitvoering van het bevolkingsonderzoek kan worden georganiseerd. Op termijn kunnen door invoering van het bevolkingsonderzoek 2.400 sterfgevallen per jaar worden voorkomen. Op basis van het advies van de Gezondheidsraad en de uitvoeringstoets van het RIVM- CvB heeft de minister van VWS op 1 juni 2011 besloten om in 2013 een bevolkingsonderzoek darmkanker in te voeren. Belangrijke overwegingen hierbij zijn dat de overheid kan besluiten een bevolkingsonderzoek aan te bieden als daarmee tegen redelijke kosten veel gezondheidswinst op groepsniveau kan worden bereikt. Het voordeel van het bevolkingsonderzoek moet dan in gunstige balans staan tot de risico s ervan. Net als bij het bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker is het daarbij wenselijk om het opsporen van mensen met een hoog risico op een bepaald gezondheidsprobleem landelijk te organiseren. Op 10 april 2013 adviseerde de Gezondheidsraad op vraag van de minister van VWS over de WBO-vergunningaanvraag van de screeningsorganisaties voor de pilot van het versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 7 van 103

landelijke bevolkingsonderzoek. De Gezondheidsraad uitte daarbij twijfels over de klinische validiteit van de ifobt die uit de Europese aanbesteding was gekomen. De minister van VWS heeft daarop verschillende partijen geraadpleegd tijdens een expertmeeting. Die concludeerde dat de aanbesteding zorgvuldig en transparant had plaatsgevonden en dat er geen redenen waren om niet verder te gaan met de ifobt die de aanbesteding gewonnen had. Op basis daarvan besloot de minister op 4 juli 2013 dat de pilot van het bevolkingsonderzoek darmkanker in de regio Zuid-West in september zou starten met de ifobt die de aanbesteding gewonnen had en dat er daarnaast een vergelijkend onderzoek moet plaatsvinden naar de twee ifobt die meegedongen hadden. Het landelijk bevolkingsonderzoek ging in januari 2014 van start mede door een goede voorbereiding, de monitoring, het draagvlak onder betrokkenen en een flankerend onderzoek naar de testen. 1.3 Historie bevolkingsonderzoek darmkanker Het bevolkingsonderzoek darmkanker is medio 2014 aangepast. Ondermeer de afkapwaarde van de ontlastingstest op basis waarvan doorverwijzing plaatsvindt, is verhoogd. Dit leidt tot de beoogde balans tussen nut en risico binnen het bevolkingsonderzoek en is daarmee in lijn met het advies van de Gezondheidsraad uit 2009 1. 1.4 Totstandkoming en verantwoording Deze versie van het Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker is samengesteld op basis van de nu beschikbare informatie uit invoering en uitvoering van dit bevolkingsonderzoek. Het Uitvoeringskader is onder verantwoordelijkheid van het RIVM- CvB en in afstemming met de Programmacommissie Bevolkingsonderzoek Darmkanker (tot juli 2014 de Landelijke Commissie Invoering Bevolkingsonderzoek Darmkanker) tot stand gekomen. Velen hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de afspraken die opgenomen zijn in dit Uitvoeringskader. De afspraken in dit Uitvoeringskader zijn besproken in de verschillende werk- en adviesgroepen en de Programmacommissie Bevolkingsonderzoek Darmkanker. In bijlage C is een volledig overzicht opgenomen van alle leden van de betrokken werkgroepen, adviesgroepen en de programmacommissie. 1.5 Leeswijzer Dit Uitvoeringskader veronderstelt dat de lezer beschikt over algemene kennis ter zake. Achtergrondinformatie is alleen opgenomen voor zover dat nodig is voor een goed begrip van dit Uitvoeringskader. In bijlagen A en B is een overzicht van begrippen en afkortingen opgenomen. Verschillende aspecten uit dit Uitvoeringskader zijn uitgewerkt in gerelateerde documenten zoals kwaliteitseisen, indicatoren, protocollen, notities en modelovereenkomsten. Ook deze documenten zijn van toepassing op het bevolkingsonderzoek als bijlagen bij dit Uitvoeringskader. Via de website www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl/downloads zijn deze documenten digitaal beschikbaar. 1 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de aanpassingen in het bevolkingsonderzoek darmkanker: http://www.rivm.nl/dsresource?objectid=rivmp:252899&type=org&disposition=inline&ns_nc=1. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 8 van 103

1.6 Distributie en onderhoud Het RIVM-CvB verzorgt de redactie en distributie van dit Uitvoeringskader. Wijzigingen worden vastgesteld door de Programmacommissie Bevolkingsonderzoek Darmkanker. Dit Uitvoeringskader is bij de start van het bevolkingsonderzoek in januari 2014 eenmalig uitgegeven als papieren versie en toegezonden aan beroepsorganisaties en betrokken professionals. De meest recente versie van dit Uitvoeringskader is te raadplegen op de website www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl/downloads van het RIVM. Via e-mail (CvB@rivm.nl) is het mogelijk om vragen te stellen en voorstellen te doen voor aanpassing. Dit Uitvoeringskader wordt jaarlijks geactualiseerd. In de (digitale) nieuwsbrief kankerscreeningen en de nieuwsberichten op de website www.bevolkingsonderzoekdarmkanker/professionals van het RIVM staat vermeld wanneer een nieuwe versie van dit Uitvoeringskader beschikbaar is. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 9 van 103

Hoofdstuk 2 Bevolkingsonderzoek darmkanker Dit hoofdstuk begint met een korte beschrijving van het ziektebeeld darmkanker. Daarna volgt een beschrijving van wat het bevolkingsonderzoek inhoudt en een toelichting van de doelgroep en het doel. Ook zijn de uitgangspunten van het bevolkingsonderzoek en de overwegingen die meespelen bij de keuze tot deelname aan het bevolkingsonderzoek darmkanker opgenomen. Tevens geeft dit hoofdstuk inzicht in de wet- en regelgeving die van toepassing is op het bevolkingsonderzoek darmkanker en aansluitende zorg. Ook zijn enkele feiten en cijfers over darmkanker en het bevolkingsonderzoek weergegeven. Tot slot een beschrijving van de wijze waarop het bevolkingsonderzoek darmkanker gefaseerd wordt ingevoerd. 2.1 Ziektebeeld darmkanker Kwaadaardige tumoren in de darm komen vooral voor in de dikke darm (colonkanker: ICD-9 code 153; ICD-10 code C18) of in de endeldarm (rectumkanker: ICD-9 code 154; ICD-10 code C19-C20). Kwaadaardige tumoren van de dunne darm zijn zeer zeldzaam en worden niet opgespoord door het bevolkingsonderzoek darmkanker. Darmkanker begint meestal als een goedaardige poliep. Een klein deel van deze poliepen kan in de loop der jaren doorgroeien en een kwaadaardige tumor vormen die de darmwand ingroeit en uiteindelijk uitzaait via de lymfeklieren of bloedbaan. Het gaat dan veelal om een bepaald soort poliepen, adenomen genoemd. Ongeveer 30% van de mensen boven de 60 jaar heeft adenomen. Indien bij een coloscopie poliepen worden gevonden, worden deze meestal ter plekke verwijderd. Afhankelijk van de soort poliep vindt er surveillance plaats. Bij darmkanker zal er een behandeling ingezet worden. De symptomen bij darmkanker hangen af van de plaats van de tumor. Bij een tumor in het eerste opstijgende deel van de dikke darm (proximale tumor) zijn er doorgaans lange tijd geen symptomen. Bloedarmoede (voelbaar als vermoeidheid) als gevolg van onzichtbaar bloedverlies via de ontlasting is dan vaak het eerste teken. Later kunnen darmkrampen en pijn, bijvoorbeeld enige tijd na de maaltijd, optreden. Bij dikkedarmtumoren die dichter bij het rectum liggen (distale tumoren), zijn bloed- en slijmverlies via de anus en verandering van het ontlastingspatroon meestal de belangrijkste symptomen. Vaak gaat dit samen met krampende pijn, als gevolg van verstopping. Bij een tumor in het rectum is het meest voorkomende symptoom een verandering in de normale stoelgang (loze ontlastingsdrang en bloedverlies). De belangrijkste alarmsignalen voor darmkanker zijn een onverklaarbare en aanhoudende verandering in het ontlastingspatroon (constipatie, diarree), de aanwezigheid van bloed in de stoelgang, aanhoudende buikpijn en gewichtsverlies zonder een duidelijk aanwijsbare reden. De meeste mensen met darmkanker (ongeveer 80%) hebben geen familieleden met darmkanker. Bij ongeveer 5% van de mensen met darmkanker is er sprake van een erfelijk kankersyndroom (FAP of HNPCC). Bij de resterende personen (ongeveer 15%) hebben één of meer eerstegraads verwanten ook darmkanker. Dragers van erfelijke darmkanker en een deel van de mensen met eerstegraads verwanten met darmkanker hebben een zodanig groot risico op het krijgen van darmkanker, dat ze intensiever moeten worden gecontroleerd dan de tweejaarlijkse controle met ifobt. 2.2 Wat houdt het bevolkingsonderzoek in? Onder bevolkingsonderzoek verstaat de Gezondheidsraad: Onderzoek ter systematische vroege opsporing (of uitsluiting) van een ziekte, van de aanleg daarvoor of van versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 10 van 103

dragerschap van een aanleg die bij het nageslacht tot ziekte kan leiden (bron: Gezondheidsraad, 2001). Er is sprake van bevolkingsonderzoek wanneer het onderzoek zich richt op een vooraf omschreven groep mensen die zelf (nog) geen aanleiding heeft om wegens klachten, symptomen of ongerustheid geneeskundige hulp te zoeken; plaatsvindt op initiatief ( aanbod ) van het zorgsysteem, niet naar aanleiding van een zorgvraag; een systematisch karakter heeft: alle leden van de doelgroep worden er in beginsel voor uitgenodigd, of nadrukkelijk op de hoogte gebracht van de mogelijkheid er aan deel te nemen. 2.3 Bevolkingsonderzoek darmkanker: doel en doelgroep In het bevolkingsonderzoek darmkanker worden mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar elke 2 jaar uitgenodigd. Zij ontvangen thuis een zelfafnametest (ifobt), die zij na afname van een fecesmonster terugsturen. Bij een positieve uitslag worden zij doorverwezen voor verdere diagnostiek (coloscopie) en zo nodig behandeling. Het doel van het bevolkingsonderzoek darmkanker is de verlaging van de darmkankersterfte door darmkanker in een vroegtijdig stadium op te sporen, voordat de mannen en vrouwen klachten hebben. Daarnaast kan darmkanker voorkomen worden door de verwijdering van adenomen. Sommige adenomen groeien uit tot darmkanker. Het bevolkingsonderzoek darmkanker kan op termijn jaarlijks 2.400 sterfgevallen aan darmkanker voorkomen. 2.4 Uitgangspunten bij het bevolkingsonderzoek darmkanker Aan bevolkingsonderzoeken zijn behalve voordelen ook risico s en mogelijke schade verbonden. Deze kunnen zowel van fysieke als psychologische aard zijn. Gezien de fundamentele verschillen ten opzichte van de reguliere zorg en de risico s, stelt de overheid hoge eisen aan de bevolkingsonderzoeken. Een bevolkingsonderzoek wordt door de overheid beschikbaar gesteld en stelt hoge eisen aan de balans tussen gezondheidswinst, het vermijden van schade en kosteneffectiviteit. Om een goede balans te bewaken stelt de overheid de volgende eisen aan de bevolkingsonderzoeken: Effectiviteit: het bevolkingsonderzoek moet doeltreffend zijn in termen van de toegepaste onderzoekstechniek, bereik onder de doelgroep en bijdrage aan gezondheidswinst en/of het aanbieden van handelingsopties. Doelmatigheid: de overheid als opdrachtgever en de burger als belastingbetaler hebben belang bij een doelmatige inzet van publieke middelen. Betrouwbaarheid: Kwaliteit: een bevolkingsonderzoek moet kwalitatief verantwoord en zorgvuldig worden uitgevoerd op een landelijk uniforme manier. Continuïteit in het aanbieden van het bevolkingsonderzoek. Herkenbaarheid als overheidsaanbod voor de burger. Aansluiting op de zorg: de drie voorgaande punten betreffen niet alleen het bevolkingsonderzoek zelf. Bij afwijkende testuitslagen is een goede aansluiting op de zorg van groot belang, waar nadere diagnostiek en eventuele behandeling plaatsvindt. Daarnaast is een terugkoppeling vanuit de zorg noodzakelijk voor de evaluatie van het bevolkingsonderzoek. Bij het bevolkingsonderzoek naar darmkanker zijn de voordelen voor de doelgroep in gunstige balans tot de risico s. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 11 van 103

De burger beslist zelf of hij/zij wel of niet meedoet. In de voorlichting worden punten genoemd die kunnen helpen bij het maken van de keuze: Voordelen Door het bevolkingsonderzoek kan darmkanker vroegtijdig worden ontdekt. Als darmkanker vroeg wordt ontdekt, is de kans groter dat de behandeling succes heeft. De behandeling is vaak ook minder zwaar. Door het bevolkingsonderzoek kan een mogelijk voorstadium van darmkanker worden gevonden. Door het behandelen van een voorstadium kan darmkanker worden voorkómen. Door het bevolkingsonderzoek zullen minder mensen aan darmkanker overlijden. Het bevolkingsonderzoek kan op termijn jaarlijks 2.400 sterfgevallen aan darmkanker helpen voorkomen. Het is een zelfafnametest. U hoeft geen afspraak te maken met een zorgverlener. Meedoen aan het bevolkingsonderzoek (ontlastingstest) is gratis. Het bevolkingsonderzoek heeft directe aansluiting op de zorg. Als vervolgonderzoek nodig is, kunt u hiervoor snel terecht. Nadelen Darmkanker wordt niet altijd gevonden via het bevolkingsonderzoek. Daarnaast is het bevolkingsonderzoek een momentopname, het geeft geen garantie dat er geen darmkanker kan ontstaan. U kunt dus onterecht worden gerustgesteld. De uitslag van het bevolkingsonderzoek kan u ongerust maken. Mensen bij wie bloed in de ontlasting wordt gevonden, zitten tijdelijk in onzekerheid. De voorbereiding en het ondergaan van de coloscopie kunnen als vervelend worden ervaren. Als er bij het vervolgonderzoek poliepen worden gevonden, worden deze direct verwijderd. Niet alle poliepen leiden tot darmkanker. Het kan dus zijn dat het niet nodig was de poliepen weg te halen. Als bij het vervolgonderzoek (coloscopie) in het ziekenhuis afwijkingen worden gevonden, is meestal een ingreep nodig. Hieraan zijn risico s verbonden. Zo kunnen er complicaties optreden. Bij 2 op de 1.000 coloscopieën ontstaan complicaties. De kans op overlijden zal waarschijnlijk liggen tussen 1 op de 400.000 en 1 op de 10.000. Afhankelijk van het eigen risico van uw zorgverzekering moet u misschien zelf de kosten van het vervolgonderzoek (intake en coloscopie) geheel of gedeeltelijk betalen. 2.5 Kaders bij het bevolkingsonderzoek darmkanker Het bevolkingsonderzoek darmkanker is een onderzoek volgens de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO) en in die zin vergunningplichtig. Vijf screeningsorganisaties, die ook het bevolkingsonderzoek borstkanker en baarmoederhalskanker uitvoeren, zijn vergunninghouders namens alle zorgaanbieders met wie een overeenkomst voor het bevolkingsonderzoek is aangegaan. Alle voor de gezondheidszorg geldende wetten zoals de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) zijn van toepassing op het bevolkingsonderzoek darmkanker. Elke zorgaanbieder, betrokken bij de uitvoering van deze screening, moet voldoen aan de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) en de Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZi). Het Beleidskader Bevolkingsonderzoeken naar Kanker beschrijft de wettelijke en beleidsmatige kaders van de bevolkingsonderzoeken borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. Het Beleidskader moet leiden tot een gemeenschappelijk beeld van het doel, de uitgangspunten, randvoorwaarden en organisatie van de bevolkingsonderzoeken versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 12 van 103

naar kanker. De betreffende uitvoeringskaders beschrijven hoe de drie bevolkingsonderzoeken moeten worden uitgevoerd, uitgaande van de wettelijke en beleidsmatige kaders, zoals beschreven in het Beleidskader. 2.6 Feiten en cijfers De kans op het krijgen van darmkanker bedraagt 4 à 5%. Darmkanker is in 2014 de tweede meest gediagnosticeerde kanker in Nederland. Negen van de tien gevallen treden op bij personen van 55 jaar of ouder. Het aantal nieuwe gevallen van darmkanker in 2013 bedroeg 13.237 personen en in 2014 14.743 personen. De vijfjaarsoverleving van darmkanker bedraagt op dit moment ongeveer 59% en is sterk afhankelijk van het stadium waarin de tumor wordt ontdekt (stadium I 2 : 94%; stadium IV: 8% 3 ) De kans om aan darmkanker te overlijden bedraagt voor mannen 2% en vrouwen 1.5%. In 2013 overleden ongeveer 5.000 mensen aan darmkanker 4. Prognoses na volledige invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker op basis van de proefbevolkingsonderzoeken (peildatum 2020): (De percentages in de tweede tabel zijn prognoses nadat de hele doelgroep 1 maal is uitgenodigd.) Doelgroep mannen en vrouwen 55-75 jaar Omvang doelgroep 4,4 miljoen Oproep interval ifobt-screening elke 2 jaar Aantal uitnodigingen per jaar 2,2 miljoen Verwachte deelname 60% Aantal ifobt-analyses per jaar 1,3 miljoen Positieve ifobt per jaar 13.000-85.000 (2013-2020) Coloscopieën na positieve ifobt per jaar 11.000-72.000 (2013-2020) Testpositieven ifobt 6,4% Testpositieven ifobt die coloscopie ondergaan 5,5% Detectiecijfer darmkanker 0,45% Detectiecijfer darmkanker en voortgeschreden 2,8% adenomen Voorspellende waarde darmkanker 8,2% Voorspellende waarde darmkanker en voortgeschreden 51,6% adenomen NNScope darmkanker 12,2% NNScope darmkanker en voortgeschreden adenomen 1,9% De verwachte deelname is gebaseerd op de proefbevolkingsonderzoeken FOCUS (Amsterdam en Nijmegen) en CORERO (Rotterdam). In deze proefbevolkingsonderzoeken werd bij gebruik van de ifobt in de groep die na een afwijkende ifobt uitslag (OC-Sencor met afkapwaarde boven 75ng/ml) een coloscopie hebben ondergaan, in 51,6% darmkanker (8,2%) of een voortgeschreden adenoom (43,4%) gevonden (bron: Gezondheidsraad. Bevolkingsonderzoek naar darmkanker, 2009). De voorspelde vijfjaarsoverleving bij deelnemers aan ifobt-screening was met 85% aanzienlijk gunstiger dan voor de klinische controle groep (59%). 2 Stadium I: In dit stadium is de tumor beperkt tot de darm. Dat wil zeggen dat de tumor niet door de darmwand is gegroeid. Ook zijn er geen uitzaaiingen in de lymfeklieren of elders in het lichaam. Stadium IV: In dit stadium is de kanker uitgezaaid naar elders in het lichaam. Bij darmkanker ontstaan uitzaaiingen meestal in de lever of de longen (bron: www.darmkanker.info). 3 Zie ook: www.darmkanker.info. 4 Zie ook: www.iknl.nl. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 13 van 103

Op basis van de proefbevolkingsonderzoeken was de verwachting bij 6,4% van de deelnemers een afwijkende ifobt te vinden. Het percentage zal naarmate het bevolkingsonderzoek langer bestaat afnemen omdat verhoudingsgewijs meer mensen voor een tweede of latere ronde worden opgeroepen. Daardoor zal het aantal ontdekte afwijkingen afnemen. De sensitiviteit bij eenmalig screenen (ifobt) is 65% voor darmkanker en 27% voor voortgeschreden adenomen. Na twee tot drie ronden neemt de sensitiviteit naar verwachting toe tot 80 à 90% voor darmkanker. In oktober 2014 zijn de resultaten van het eerste half jaar bevolkingsonderzoek darmkanker gepubliceerd. Dit onderzoek is verricht door het Erasmus MC en het Antoni van Leeuwenhoek (AvL), in opdracht van het RIVM. In deze eerste publicatie zijn de actuele feiten en cijfers betreffende de effectiviteit weergegeven 5. 2.7 Gefaseerde invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker Gezien de omvang van de totale doelgroep wordt het bevolkingsonderzoek darmkanker gefaseerd ingevoerd. Op deze wijze kan zowel de benodigde capaciteit voor de uitvoering van het bevolkingsonderzoek als de capaciteit voor diagnostiek en behandeling in de aansluitende zorg worden opgebouwd. In het bovenstaande schema van gefaseerde invoering worden in 2014 (het eerste jaar van invoering) mannen en vrouwen uitgenodigd die in dat jaar 63, 65, 67, 75 of 76 worden. In 2015 volgen degenen die in dat jaar 61, 63, 65, 67, 69 en 75 worden, enzovoorts. De beschikbare coloscopiecapaciteit verschilt per regio. Om de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk te benutten, kan regionaal worden afgeweken van het beoogde jaar waarin de doelgroep een uitnodiging ontvangt. Volgens dit schema worden in 2018 alle leeftijdscategorieën (55 t/m 75 jaar) uitgenodigd, wat aansluit bij de huidige inschatting dat op dat moment voldoende zorgcapaciteit beschikbaar is. In 2019 wordt nog één leeftijdsgroep geïncludeerd, die niet 5 Zie ook: http://www.erasmusmc.nl/mgz/publicationsx/reports/monitor-bvo/. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 14 van 103

eerder is uitgenodigd. Dit zijn personen die in dat jaar 57 worden en als 56-jarigen het jaar daarvoor nog niet waren uitgenodigd. Daarmee is het streven dat in 2019 alle mensen van 55 tot en met 75 jaar minimaal eenmaal uitgenodigd zijn voor het bevolkingsonderzoek. Indien zich tijdens de gefaseerde invoering van het bevolkingsonderzoek capaciteitsproblemen voordoen en de wachttijden voor diagnostiek en behandeling oplopen, kan een alternatief uitrolschema worden ingezet om de capaciteitsproblemen te beheersen. De invoering wordt dan wel over een langere periode verspreid. Gerelateerde documenten Naam document zie www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl/downloads Toelichting Beleidskader Bevolkingsonderzoeken naar Kanker Overzicht van de door VWS vastgestelde wettelijke en beleids-matige kaders met betrekking tot de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 15 van 103

Hoofdstuk 3 Primair proces bevolkingsonderzoek darmkanker Dit hoofdstuk beschrijft het primaire proces van het bevolkingsonderzoek, inclusief de aansluitende zorg (diagnostiek, vervolgbehandeling en surveillance). Per fase wordt een beschrijving gegeven van de wijze waarop het bevolkingsonderzoek wordt uitgevoerd. 3.1 Uitvoering van het primair proces Elke twee jaar worden mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar uitgenodigd om mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Zij ontvangen daarvoor thuis een zelfafnametest (ifobt), die zij na afname van een fecesmonster zelf opsturen voor analyse. Bij een ongunstige uitslag worden zij doorverwezen voor verdere diagnostiek (coloscopie) en zo nodig behandeling. Zo kan darmkanker in een vroeg stadium worden ontdekt, voorstadia kunnen worden verwijderd en/of behandeling is beter mogelijk. Het primaire proces van het bevolkingsonderzoek darmkanker bestaat uit de volgende fasen: 1. Selecteren en uitnodigen 2. Screenen 3. Informeren en verwijzen 4. Diagnostiek 5. Behandeling en surveillance Het landelijk informatiesysteem ScreenIT en elektronische gegevensuitwisseling ondersteunen de verschillende stappen in het primair proces. In bijlage D is het primaire proces van het bevolkingsonderzoek darmkanker uitgewerkt in een stroomschema. 3.2 Selecteren en uitnodigen De screeningsorganisatie selecteert uit de Basis Registratie Personen (BRP) de voor het betreffende jaar uit te nodigen doelgroep voor het bevolkingsonderzoek. Uit deze selectie verwijdert de screeningsorganisatie in vervolgronden de personen die zich eerder hebben afgemeld en de personen die op grond van signalen uit diagnostiek en zorg kunnen worden uitgesloten. De initieel aangelegde selectie wordt onderhouden op basis van informatie in de stambestanden uit de BRP en niet BRP-bronnen. Wanneer het bevolkingsonderzoek volledig is ingevoerd, wordt elk jaar de helft van de doelgroep uitgenodigd. Daarmee ontvangen elke twee jaar 4,4 miljoen personen een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 16 van 103

Een persoon die voor de eerste maal wordt uitgenodigd, ontvangt 3 weken voor de uitnodiging een vooraankondiging. De uitnodigingsset bestaat naast een uitnodigingsbrief om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek, ook uit een folder over het doel en de werkwijze van het bevolkingsonderzoek en aanvullende diagnostiek met de voor- en nadelen en informatie over gegevensuitwisseling. Daarnaast ontvangt de doelgroep de zelfafnametest (ifobt), een gebruiksaanwijzing, een antwoordformulier, een zakje en een retourenvelop. De genodigde kan vervolgens op drie manieren reageren: 1. De genodigde neemt deel en verstuurt de retourenvelop met het fecesmonster en de datum van monsterafname (ingevuld op het antwoordformulier). 2. De genodigde meldt zich af voor deze ronde. 3. De genodigde meldt zich definitief af. 4. De genodigde reageert niet. Als de genodigde niet reageert, verstuurt de screeningsorganisatie 8 weken na de eerste uitnodiging een herinnering. Op deze herinnering kan de genodigde op bovenstaande vier manieren reageren. Wanneer de zelfafnametest (ifobt) is kwijtgeraakt, kan de genodigde een nieuwe uitnodigingsset bij de screeningsorganisatie aanvragen (ook via het cliëntenportaal 6 van ScreenIT). Indien de genodigde opnieuw niet reageert dan volgt voor deze screeningsronde geen nadere actie. Twee jaar later wordt de persoon weer uitgenodigd, tenzij hij of zij ouder is dan 75 jaar. Bij deelname aan het bevolkingsonderzoek kan een genodigde bij de screeningsorganisatie bezwaar maken tegen uitwisseling van bepaalde gegevens (ook via het cliëntenportaal van ScreenIT). De screeningsorganisatie verwerkt het bezwaar en stuurt de genodigde binnen een week na ontvangst een bevestiging hiervan. 3.3 Screenen De deelnemer neemt thuis zelf een fecesmonster af, vult de benodigde gegevens in op het antwoordformulier en verstuurt het monster in het zakje met het antwoordformulier in de voorgeadresseerde retourenvelop per reguliere post naar het laboratorium. De deelnemer kan het antwoord-formulier ook in het cliëntenportaal invullen. Door het opsturen van de retourenvelop naar het laboratorium start de screeningsprocedure. Het laboratorium analyseert en beoordeelt het fecesmonster op basis van de gestelde normen en stuurt de uitslag, binnen 48 uur na ontvangst van het monster, (elektronisch) naar de screeningsorganisatie. Het laboratorium scant de antwoordformulieren in, zodat de informatie daarop wordt vastgelegd in ScreenIT. Indien de uitslag gunstig is en de tijdspanne tussen de afname en de analyse van het fecesmonster de termijn van 7 dagen heeft overschreden, is de uitslag mogelijk niet valide. Dan informeert de screeningsorganisatie de deelnemer hierover en stuurt een nieuwe uitnodigingsset. Indien de deelnemer geen afnamedatum heeft vermeld en de uitslag gunstig is, stuurt de screeningsorganisatie de deelnemer eveneens een nieuwe uitnodigingsset. De deelnemer reageert door het terugsturen van een nieuw fecesmonster of niet. Als het monster onbeoordeelbaar is, bijvoorbeeld bij een kapot buisje, verstuurt de screeningsorganisatie ook een nieuwe uitnodigingsset. 6 Het cliëntenportaal is webinterface waarmee de deelnemer aan het bevolkingsonderzoek toegang heeft tot zijn/haar gegevens in ColonIS, bijvoorbeeld om een intake-afspraak te verplaatsen of om een nieuwe ontlastingstest aan te vragen. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 17 van 103

3.4 Informeren en verwijzen Na het uitvoeren van de screening wordt de uitslag gecommuniceerd met de deelnemer. Afhankelijk van de uitslag vindt dit op de onderstaande wijze plaats. Gunstige uitslag naar aanleiding van de ifobt-test In geval van een gunstige uitslag stuurt de screeningsorganisatie de deelnemer een brief met de uitslag, uiterlijk 5 werkdagen na ontvangst van de uitslag van het laboratorium. Ongunstige uitslag naar aanleiding van de ifobt-test Bij een ongunstige uitslag (waarde ifobt groter dan of gelijk aan afkappunt) maakt de screeningsorganisatie voor de deelnemer een afspraak voor een intakegesprek bij een coloscopiecentrum. Dit gebeurt op basis van de beschikbare tijdslots in de afsprakenmodule van ScreenIT. De screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een brief met de uitslag en een verwijzing voor een intake voor een coloscopie, namens de regionaal coördinerend MDL-arts. In de brief staat een afspraak voor de intake. Als bijlage wordt een folder met informatie over het vervolgonderzoek en de voor- en nadelen meegestuurd. Dit gebeurt uiterlijk 5 werkdagen nadat de screeningsorganisatie de uitslag van het laboratorium heeft ontvangen. In de uitslagbrief wordt aan de deelnemer gevraagd in geval van een medische voorgeschiedenis contact op te nemen met de huisarts, zodat deze ervoor kan zorgen dat relevante (medische) gegevens bij het coloscopiecentrum terechtkomen. Daarnaast kan de deelnemer ook voor andere vragen over de uitslag contact opnemen met de huisarts. Twee dagen voordat de screeningsorganisatie de uitslag naar de deelnemer verstuurt, ontvangt de huisarts de uitslag en de verwijzing van de screeningsorganisatie. Dit geeft de huisarts de gelegenheid zelf contact op te nemen met de deelnemer om deze te informeren over de ongunstige uitslag en te bespreken welke relevante medische gegevens moeten worden doorgestuurd naar het coloscopiecentrum. Als de deelnemer en de huisarts vóór de intake geen contact met elkaar opnemen, verschijnt de deelnemer zonder tussenkomst van de huisarts bij de intake voor de coloscopie. De afspraak voor de intake vindt niet binnen 5 werkdagen maar wel uiterlijk 15 werkdagen na het versturen van de uitslagbrief plaats. De deelnemer kan de intakeafspraak (tijdstip en/of locatie) via het cliëntenportaal of telefonisch bij de screeningsorganisatie wijzigen of afzeggen. De huisarts ontvangt een bericht van de screeningsorganisatie over de wijziging of afzegging. Indien een deelnemer niet op de intake-afspraak verschijnt, wordt dit door het coloscopiecentrum (in ScreenIT) geregistreerd. De screeningsorganisatie bewaakt of de deelnemer gevolg geeft aan het verwijsadvies. Zo niet, dan stuurt de screeningsorganisatie de deelnemer binnen één week een herinneringsbrief. Daarin wordt de deelnemer verzocht zelf een nieuwe afspraak voor de intake te maken via de screeningsorganisatie of het cliëntenportaal. Als de deelnemer niet op de herinnering reageert, informeert de screeningsorganisatie na 4-6 weken alleen de huisarts. De huisarts kan de deelnemer wijzen op het belang van het opvolgen van de verwijzing. Indien de deelnemer uiteindelijk niet reageert op de verwijzing en de reden onbekend is, wordt de deelnemer na twee jaar nogmaals uitgenodigd voor een intake voor een coloscopie en niet voor het bevolkingsonderzoek, tenzij hij of zij ouder is dan 75 jaar. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 18 van 103

3.5 Diagnostiek Indien de patiënt een relevante medische voorgeschiedenis heeft en contact heeft gehad met de huisarts, is de huisarts ervoor verantwoordelijk dat de benodigde medische gegevens over relevante medische voorgeschiedenis, familiaire belasting en medicatie voor de intake bij het coloscopiecentrum terechtkomen. Indien een patiënt geen contact heeft gehad met de huisarts en tijdens de intake blijkt dat het coloscopiecentrum extra medische gegevens nodig heeft, wordt de patiënt tijdens de intake gevraagd toestemming aan het coloscopiecentrum te geven om deze extra gegevens op te vragen bij de huisarts of andere zorgprofessional. Tijdens het intakegesprek wordt de anamnese afgenomen en wordt de patiënt verder geïnformeerd over de voorbereiding en de coloscopie. Tevens wordt een afspraak voor de coloscopie gemaakt. De coloscopie vindt plaats uiterlijk 10 werkdagen na de intake en uiterlijk 20 werkdagen na het verzenden van de uitslagbrief met de uitnodiging voor de intake. Voor het jaar 2016 zijn deze regels tijdelijk opgerekt. De coloscopie vindt dan plaats uiterlijk 15 werkdagen na de intake. De eis ten aanzien van de doorlooptijd tussen uitslagbrief en verrichting van de coloscopie vervalt dan tijdelijk. Het coloscopiecentrum geeft via ScreenIT de afspraak voor de coloscopie door aan de screeningsorganisatie. Dit is noodzakelijk voor de monitoring van de doorlooptijden. Indien er na de anamnese aanleiding is de patiënt niet te onderzoeken of als een volledige coloscopie niet mogelijk is, registreert het coloscopiecentrum dit en geeft dit via ScreenIT door aan de screeningsorganisatie. Indien een volledige coloscopie niet mogelijk is, maar een CT-colografie wel, dan verwijst het coloscopiecentrum de deelnemer naar de radioloog en draagt de gegevens over. De radioloog geeft de uitslag van het onderzoek door aan de verwijzende arts van het coloscopiecentrum. Het coloscopiecentrum geeft vervolgens de uitslag door aan de screeningsorganisatie, huisarts en patiënt. De coloscopie vindt plaats binnen 20 werkdagen na het verzenden van de brief met de ifobt-uitslag aan de patiënt (uitgezonderd 2016; de eis ten aanzien van de doorlooptijd tussen uitslagbrief en verrichting van de coloscopie komt dan tijdelijk te vervallen). Op de dag van de coloscopie krijgt de patiënt instructies/uitleg over het onderzoek en, indien met de patiënt afgesproken, een roesje. De coloscopie wordt uitgevoerd en het coloscopiecentrum legt de gegevens over de coloscopie vast. Het coloscopiecentrum informeert de patiënt mondeling en schriftelijk over de uitslag. Als bij een coloscopie afwijkingen worden gevonden, wordt in principe histologisch materiaal (d.w.z. poliepen of biopten) afgenomen. Het coloscopiecentrum stuurt dit materiaal naar een pathologielaboratorium dat voldoet aan de voor het bevolkingsonderzoek gestelde kwaliteitseisen. Het pathologielaboratorium beoordeelt het materiaal en geeft de uitslag elektronisch door aan het coloscopiecentrum en aan de screeningsorganisatie, binnen 5 werkdagen na het moment van binnenkomst van het histologisch materiaal. De vervolgstappen na het onderzoek zijn afhankelijk van de bevindingen (niet afwijkende of afwijkende uitslag). Wanneer de patiënt niet verschijnt bij de geplande afspraak voor een coloscopie (no show), zal het coloscopiecentrum de patiënt nog dezelfde dag actief benaderen om ervoor te zorgen dat hij of zij alsnog komt. Niet afwijkende uitslag naar aanleiding van de coloscopie Er zijn geen afwijkingen waargenomen. Het coloscopiecentrum registreert de uitslag en licht de uitslag mondeling toe aan de patiënt. Daarnaast krijgt de patiënt ook een schriftelijke bevestiging mee. Het coloscopiecentrum geeft de bevindingen en uitslag van de coloscopie elektronisch door aan de screeningsorganisatie. Hiermee is in ScreenIT versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 19 van 103

opgenomen dat de patiënt pas na 10 jaar weer hoeft te worden uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek. Het coloscopiecentrum geeft de bevindingen en het vervolgbeleid ook door aan de huisarts. Het coloscopiecentrum belt de patiënt binnen een maand na de coloscopie om te informeren naar eventuele complicaties. Als er complicaties zijn, legt het coloscopiecentrum deze vast. Tevens controleert het centrum of de informatie na de coloscopie goed is over gekomen bij de patiënt. Afwijkende uitslag naar aanleiding van de coloscopie Tijdens de coloscopie is kanker gezien of zijn poliepen waargenomen. Na (elektronische) binnenkomst van de uitslag van het pathologielaboratorium informeert het coloscopiecentrum de patiënt mondeling. Dit gebeurt uiterlijk 7 werkdagen na uitvoering van de coloscopie,. Uiterlijk 5 werkdagen na de mondelinge uitslag stuurt het coloscopiecentrum een schriftelijke bevestiging van de uitslag aan de patiënt (behalve indien kanker is gediagnosticeerd). Ook informeert het coloscopiecentrum de huisarts over de uitslag. Indien wenselijk, wordt een afspraak gepland voor het bespreken van de uitslag van de pathologische bevindingen. Tijdens het uitslaggesprek informeert het coloscopiecentrum of er sprake is geweest van complicaties en verzoekt de patiënt eventuele complicaties in de daaropvolgende weken te melden bij het coloscopiecentrum. Het coloscopiecentrum legt de complicaties vast. Het coloscopiecentrum geeft de bevindingen en uitslag van de coloscopie, nadere diagnostiek en vervolgbeleid elektronisch door aan de screeningsorganisatie. Het coloscopiecentrum zorgt zo nodig voor overdracht van de patiënt naar het door hem of haar gewenste ziekenhuis voor verdere diagnostiek en behandeling en/of surveillance. Indien kanker wordt gediagnosticeerd, start de behandeling in principe binnen 4 weken na de mondelinge toelichting op de uitslag. Tenzij er in overleg met de patiënt redenen zijn om hiervan af te wijken. Indien nodig draagt het coloscopiecentrum de gegevens over aan het ziekenhuis van keuze van de patiënt. 3.6 Behandeling en surveillance Na een ongunstige uitslag van ifobt en coloscopie kunnen patiënten in een surveillanceprogramma terecht komen, waarbij de patiënt periodiek voor controle naar het ziekenhuis moet. Na beëindiging van het surveillance-programma moeten de patiënten, die de maximale leeftijdsgrens nog niet hebben bereikt, weer deel kunnen nemen aan het bevolkingsonderzoek. Het coloscopiecentrum meldt de uitvoering van de surveillance coloscopie, en het vervolgbeleid elektronisch aan de screeningsorganisatie, in termen van terugkeer naar het bevolkingsonderzoek of nieuwe surveillance coloscopie na x tijd of behandeling. De screeningsorganisatie nodigt patiënten die terugkeren in het bevolkingsonderzoek vervolgens weer uit. Gerelateerde documenten Naam document Doorlooptijden zie www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl/downloads Toelichting Overzicht met de doorlooptijden van het bevolkingsonderzoek darmkanker en aansluitende diagnostiek. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 20 van 103

Hoofdstuk 4 Organisatie: rolverdeling betrokken partijen Dit hoofdstuk bouwt voort op de beschrijving van het primaire proces in het vorige hoofdstuk en gaat verder in op de rolverdeling en verantwoordelijkheden tussen de bij het bevolkingsonderzoek en aansluitende zorg betrokken partijen. Het bevolkingsonderzoek darmkanker is een onderdeel van het Nationaal Programma Bevolkingsonderzoek (NPB) en is landelijk ingericht. Het ministerie van VWS is opdrachtgever, financier en vergunningverlener van het bevolkingsonderzoek. De screeningsorganisaties zijn WBO-vergunninghouder voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. In het bevolkingsonderzoek darmkanker zijn de participerende partijen gezamenlijk verantwoordelijk voor het functioneren van de hele keten: van selecteren tot behandeling en surveillance. Een goede afstemming van de werkzaamheden, tijdige en volledige onderlinge informatie-uitwisseling zijn daarbij essentieel. Wanneer bijvoorbeeld een voorgenomen wijziging in het interne werkproces mogelijk consequenties heeft voor de burger en/of andere partijen, is het van belang dat een dergelijke wijziging tijdig wordt afgestemd met de betrokken ketenpartijen. Voor alle participerende partijen geldt dat deze vertegenwoordigd zijn in de programmacommissie (en/of daaraan verbonden werkgroepen en adviesgroepen) en daarin een adviserende rol vervullen naar het RIVM-CvB. De adviesrol van de programmacommissie strekt zich uit over de gehele keten van het bevolkingsonderzoek darmkanker en aansluitende zorg (diagnostiek, behandeling en surveillance). In de volgende paragrafen wordt voor elk van de betrokken partijen de rol beschreven in relatie tot het bevolkingsonderzoek darmkanker. 4.1 Direct bij de uitvoering betrokken partijen Onderstaande partijen hebben een directe rol in de uitvoering van het primaire proces van het bevolkingsonderzoek darmkanker en aansluitende zorg. Per partij is aangegeven in welke fase(en) zij een actieve bijdrage levert aan de uitvoering en waarvoor zij verantwoordelijk is. In hoofdstuk 5 worden de taken, (kwaliteits)eisen en van toepassing zijnde landelijke kaders, richtlijnen en (lokale) werkwijzen met betrekking tot hun rol nader uitgewerkt. Fasen: Betrokken partijen: Selecteren & Uitnodigen (informatieverstrekking) Screenen Informeren & Verwijzen Diagnostiek Behandeling & Surveillance Deelnemer Screeningsorganisatie Inpakcentrum ifobt-laboratorium Huisartsenpraktijk Coloscopiecentrum Pathologielaboratorium Radiologie-afdeling versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 21 van 103

Betrokken partijen Deelnemer Inpakcentrum ifobt-laboratorium Huisartsenpraktijk Coloscopiecentrum Screeningsorganisatie Pathologielaboratorium Radiologie-afdeling Toelichting rol De deelnemer is verantwoordelijk voor de feitelijke deelname aan het bevolkingsonderzoek. Bij deelname is de deelnemer verantwoordelijk voor de afname van het fecesmonster, het invullen van de benodigde gegevens en het zo spoedig mogelijk versturen van het fecesmonster. Afhankelijk van de uitslag van de ifobt zal de deelnemer aan het bevolkingsonderzoek wel of niet als patiënt worden doorverwezen naar de aansluitende diagnostiek en eventuele behandeling of surveillance. De vijf screeningsorganisaties zijn verantwoordelijk voor de regionale uitvoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker en de verwijzing voor de intake voor coloscopie naar centra die voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen. Tevens is de regionale coördinatie van het bevolkingsonderzoek en de aansluitende diagnostiek belegd bij de screeningsorganisaties. Zie voor meer informatie H5.1 Het inpakcentrum is verantwoordelijk voor het samenstellen, inpakken en versturen van de uitnodigingspakketten met de zelfafnametest (ifobt) en het op voorraad houden van de daarvoor benodigde materialen. Zie voor meer informatie H5.2 De ifobt-laboratoria ontvangen de retourenveloppen met fecesmonsters en antwoordformulieren via PostNL. Zij zijn verantwoordelijk voor het verwerken van de antwoordformulieren en het analyseren van de fecesmonsters (m.b.v. ifobt) en het doorgeven van de uitslag aan de screeningsorganisaties. Zie voor meer informatie H5.3 De huisarts en doktersassistent zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van informatie over het bevolkingsonderzoek. De huisarts adviseert deelnemers met een ongunstige ifobt-uitslag als patiënten daarom vragen en zorgt voor tijdige overdracht van relevante medische gegevens aan het coloscopiecentrum. Zie voor meer informatie H5.4 Coloscopiecentra (endoscopisten, verpleegkundigen en ondersteunend personeel) zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de intake en de coloscopie, de coördinatie van diagnostiek, de surveillance en de overdracht naar behandeling. Zie voor meer informatie H5.5 Pathologielaboratoria zijn verantwoordelijk voor het beoordelen van histologisch materiaal van coloscopie of vervolgbehandeling. Zie voor meer informatie H5.6 Radiologie-afdelingen voeren CT-colografieën uit op verzoek van coloscopie-centra. Zij geven de uitslagen door aan het coloscopiecentrum dat het onderzoek heeft aangevraagd. Zie voor meer informatie H5.7 versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 22 van 103

4.2 Bij de kwaliteitsborging, monitoring en evaluatie betrokken partijen Onderstaande partijen hebben een directe rol bij de kwaliteitsborging van het primaire proces en aansluitende zorg en/of monitoring en evaluatie van het bevolkingsonderzoek darmkanker. Per partij is een toelichting gegeven op hun rol en verantwoordelijken. Betrokken partijen Zorgverlener Beroepsgroepen Screeningsorganisaties Referentiefunctie RIVM-CvB Evaluator IGZ Toelichting rol De zorgverlener is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitvoering van het bevolkingsonderzoek en/of aansluitende zorg en houdt zich daarbij aan de landelijke, voor het bevolkingsonderzoek darmkanker, vastgestelde kwaliteitseisen en kaders. De zorgverlener of de organisatie waar de zorgverlener werkzaam is, heeft een intern kwaliteitssysteem ingericht en organiseert rondzendingen ter beoordeling van de kwaliteit en uniformiteit van de uitvoering van de werkzaamheden. Binnen de beroepsverenigingen organiseren visitatiecommissies visitaties van het betreffende specialisme. De vijf screeningsorganisaties zijn verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging van het bevolkingsonderzoek en de aansluitende diagnostiek. Kwaliteitsborging van de uitvoering vindt op regionaal niveau plaats door de referentiefunctie, ondergebracht in de screeningsorganisaties. De screeningsorganisaties (WBO-vergunninghouders) contracteren laboratoria en sluiten samenwerkingsovereenkomsten met coloscopiecentra en daar werkzame endoscopisten die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen. In de samenwerkingsovereenkomsten wordt gewezen op het volgen van de landelijke kaders en kwaliteitseisen. De Screeningsorganisaties doen jaarlijks aan het RIVM-CvB een voorstel ten aanzien van eventuele aanpassing van de kwaliteitseisen. Tevens doen zij voorstellen voor het verbeteren van de data-aanlevering en/of het verhogen van de kwaliteit van de aan te leveren data. Voor de kwaliteitsborging van de uitvoering van het bevolkingsonderzoek en de aansluitende diagnostiek zijn verschillende referentiefunctionarissen aangesteld. Zij voeren namens de screeningsorganisaties periodiek onafhankelijke kwaliteitsbeoordelingen uit, afgestemd op de visitaties van hun beroepsgroep. Het RIVM-CvB stelt kaders voor kwaliteitsborging door de landelijke kwaliteitseisen en protocollen/procedures voor kwaliteitsborging (opgesteld in samenspraak met de betreffende beroepsgroepen) vast te stellen,, na advies van de programmacommissie. Tevens is het RIVM-CvB opdrachtgever van de evaluator. De evaluator is verantwoordelijk voor de landelijke monitoring en evaluatie van het bevolkingsonderzoek darmkanker in opdracht van RIVM-CvB. IGZ is verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de zorg. De IGZ is onderdeel van VWS. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 23 van 103

4.3 Overige betrokken partijen Onderstaande partijen zijn betrokken bij de gehele samenwerkingsketen. Per partij is een toelichting gegeven op hun rol en verantwoordelijken. Betrokken partijen VWS RIVM-CvB Gezondheidsraad (GR) ZonMw Programmacommissie bevolkingsonderzoek darmkanker Toelichting rol VWS bepaalt het beleid en stelt de financiële en juridische kaders met betrekking tot het bevolkingsonderzoek darmkanker. De minister van VWS is politiek verantwoordelijk voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. De minister beslist over vergunningaanvragen (na advies van de Gezondheidsraad) die de screeningsorganisaties op grond van de WBO aanvragen. VWS zorgt dat middelen beschikbaar worden gesteld voor de uitvoering van het bevolkingsonderzoek. VWS is opdrachtgever van het RIVM-CvB, IGZ en de GR. VWS verleent de WBO-vergunning aan de screeningsorganisaties. Het RIVM-CvB is verantwoordelijk voor de landelijke regie op het bevolkingsonderzoek darmkanker. Het RIVM-CvB: coördineert en regisseert betrokken organisaties, onder andere door het stellen van kaders en kwaliteitseisen en het faciliteren van betrokken partijen financiert het bevolkingsonderzoek door subsidiëring vanuit de Subsidieregeling Publieke Gezondheid stimuleert en borgt de kwaliteit en uniformiteit van de uitvoering, monitort en evalueert het bevolkingsonderzoek communiceert met publiek, professionals en stakeholders bundelt kennis en innoveert adviseert en informeert beleidsmakers Het RIVM-CvB is opdrachtnemer (en onderdeel) van VWS. De landelijke aansturing en begeleiding van programmatische preventieprogramma s door het RIVM-CvB is per besluit van de Minister van VWS vastgelegd in de Wet op het RIVM. De Gezondheidsraad is verantwoordelijk voor onafhankelijk wetenschappelijk advies over: wijzigingen in het bevolkingsonderzoek darmkanker; WBO-vergunningaanvragen van de screeningsorganisaties. De Gezondheidsraad is opdrachtnemer (en onderdeel) van VWS. ZonMw is betrokken bij de gehele samenwerkingsketen en is verantwoordelijk voor de financiering van innovatiegericht onderzoek (onder meer ten aanzien van preventieprogramma s). ZonMw is opdrachtnemer van VWS. De programmacommissie adviseert het RIVM-CvB over de opzet en organisatie van de invoering van de gehele keten van het bevolkingsonderzoek darmkanker en daaruit voortkomende nadere diagnostiek en zorg rondom darmkanker. Voor elk van de partijen die zijn vertegenwoordigd in de commissie (en/of onderliggende werkgroepen en adviesgroepen) geldt dat zij adviserend zijn aan het RIVM-CvB. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 24 van 103

Patiëntenorganisaties, KWF en MLD-Stichting Beroepsgroepen Behartigen van belangen van patiënten. Informatievoorziening voor publiek. Inbreng (inhoudelijke) expertise en beroepsbelang voor landelijke afspraken. Informatievoorziening richting beroepsgroep. Zorgverzekeraar Financieren van de informatievoorziening door de huisarts en de nadere diagnostiek en zorg na ongunstige ifobt-uitslag. Overige partijen (PALGA, IKNL etc.) Gevraagd en ongevraagd adviseren aan RIVM-CvB over het bevolkingsonderzoek. Leveren van data voor monitoring en evaluatie. IKNL: tevens inrichten datawarehouse voor koppeling data ScreenIT met behandelgegevens. Gerelateerde documenten Geen. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 25 van 103

Hoofdstuk 5 Organisatie: rolinvulling uitvoerende partijen Dit hoofdstuk bouwt voort op de beschrijving van het primaire proces van het bevolkingsonderzoek darmkanker en de rolverdeling zoals beschreven in de vorige hoofdstukken (3 en 4). Bij de taken is aangegeven conform welk(e) kader, richtlijn of (lokale) werkwijze deze worden uitgevoerd. Een totaaloverzicht van de landelijke kaders, richtlijnen en werkwijzen is opgenomen in bijlage F. 5.1 Rol van de screeningsorganisatie De screeningsorganisaties zijn vooral betrokken bij de fasen selecteren en uitnodigen, screenen en informeren en verwijzen. De vijf screeningsorganisaties zijn daarnaast verantwoordelijk voor de regionale uitvoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker, de regionale coördinatie en de kwaliteitsborging van het bevolkingsonderzoek en de aansluitende diagnostiek. In dit hoofdstuk zijn alleen de taken van de screeningsorganisaties in het primaire proces nader uitgewerkt. De screeningsorganisaties werken in opdracht van het RIVM-CvB. Zij zijn zelf opdrachtgever voor de ifobt-laboratoria, de leverancier van de ifobt en bijbehorende analyseapparatuur en reagentia, het inpakcentrum en de referentiefuncties. Zij zijn daarnaast ketenpartner van de huisarts en ketenpartner van en verwijzer naar coloscopiecentra. Ten behoeve van de samenwerking hebben de screeningsorganisaties contracten gesloten met de ifobt-laboratoria, de leverancier van de ifobt, PostNL, het inpakcentrum en de referentiefuncties en overeenkomsten met coloscopiecentra. De screeningsorganisatie voert voor dit bevolkingsonderzoek de volgende taken uit en werkt volgens landelijke gestelde kwaliteitseisen, zie ook bijlage E. Selecteren en uitnodigen De medewerker van de screeningsorganisatie onderhoudt de (initieel aangelegde) selectie uit de BRP met de doelgroep voor het bevolkingsonderzoek. De medewerker van de screeningsorganisatie draagt er zorg voor dat eens in de twee jaar de doelgroep een uitnodiging voor deelname aan het bevolkingsonderzoek ontvangt. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de personen die voor de eerste maal worden uitgenodigd een vooraankondiging. De medewerker van de screeningsorganisatie laat het inpakcentrum een uitnodigingsset voor deelname aan het bevolkingsonderzoek sturen aan de doelgroep. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de personen die niet op de uitnodiging hebben gereageerd een eenmalige herinnering. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Beheren van persoonsgegevens. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Vooraankondiging. Uitnodigingsbrief. Folder Bevolkingsonderzoek darmkanker. Gebruiksaanwijzing ontlastingstest. Herinneringsuitnodiging. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Uitnodigen. De medewerker van de screeningsorganisatie verwerkt de afmeldingen van de genodigden die hebben aangegeven (deze ronde of definitief) niet deel te willen nemen aan het bevolkingsonderzoek. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert daarbij de reden van niet deelname. De medewerker van de screeningsorganisatie draagt er zorg voor dat definitieve afmelding van een handtekening van de genodigde zijn voorzien. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt Landelijke voorlichtingsmaterialen: Brief afmelding bevolkingsonderzoek. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijvingen Cliënt contact en Afmelden en bezwaar. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 26 van 103

de personen die zich definitief hebben afgemeld een bevestiging van de afmelding. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert de personen die zich na definitieve afmelding weer aan willen melden voor deelname aan het bevolkingsonderzoek. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Aanmelden. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de persoon een bevestiging van hernieuwde deelname. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert de genodigden die een nieuwe uitnodigingsset hebben aangevraagd en laat het inpakcentrum die versturen. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Uitnodigingsbrief. Folder Bevolkingsonderzoek darmkanker. Gebruiksaanwijzing ontlastingstest. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Cliënt contact. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert de deelnemers die bezwaar hebben gemaakt tegen gegevensuitwisseling, naar reden van bezwaar. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een bevestiging van de verwerking van het bezwaar tegen gegevensuitwisseling. De medewerker van de screeningsorganisatie zorgt voor de verwerking van wijzigingen in de gegevens van genodigde op verzoek van genodigde. De medewerker van de screeningsorganisatie beantwoordt vragen van burgers en genodigden over het bevolkingsonderzoek darmkanker. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert eventuele klachten en handelt deze op de juiste wijze af. De screeningsorganisatie registreert eventuele incidenten en handelt deze op de juiste wijze af. Landelijke kaders: Notitie toestemming en bezwaar. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Afmelden en bezwaar. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Cliënt contact. Procesbeschrijving Beheren van persoonsgegevens. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Cliënt contact. Landelijke kaders: Protocol risicomanagement. Notitie klachtenafhandeling. Screenen De medewerker van de screeningsorganisatie bestelt tijdig zelfafnametests en reagentia voor de ifobt. De screeningsorganisatie is verantwoordelijk voor het informeren van een deelnemer indien: 1. de ifobt-uitslag gunstig is, maar de toegestane termijn tussen monsterafname en analyse fecesmonster is overschreden 2. de ifobt-uitslag gunstig is, maar de afnamedatum van het fecesmonster onbekend is 3. een fecesmonster onbeoordeelbaar is In deze gevallen verstuurt het inpakcentrum een nieuwe uitnodigingsset naar de deelnemer. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Uitslagbrief uitslag onbekend. Folder Bevolkingsonderzoek darmkanker. Gebruiksaanwijzing ontlastingstest Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Verwerken versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 27 van 103

Informeren en verwijzen De screeningsorganisatie ontvangt de geautoriseerde uitslagen van de ifobt-analyse via ScreenIT van het ifobt-laboratorium. Gunstige ifobt-uitslag: De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een brief met de uitslag. Ongunstige ifobt-uitslag: De screeningsorganisatie is verantwoordelijk voor de verwijzing van de deelnemer naar de aansluitende diagnostiek. De medewerker van de screeningsorganisatie maakt een intake-afspraak voor de deelnemer, op basis van de door het coloscopiecentrum in ScreenIT beschikbaar gestelde tijdslots. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt, de deelnemer een brief met de uitslag met de verwijzing voor de intake voor een coloscopie, namens de verwijzend RCMDL. De medewerker van de screeningsorganisatie zorgt er voor dat de huisarts van de deelnemer twee dagen eerder de uitslag met het verwijsadvies ontvangt. De medewerker van de screeningsorganisatie verwerkt de afmeldingen van de deelnemers die hebben aangegeven niet deel te willen nemen aan de intake-afspraak voor coloscopie. De medewerker van de screeningsorganisatie registreert daarbij de reden van afmelding. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een bevestiging van de afmelding van de intake voor coloscopie. Op verzoek van de deelnemer wijzigt de medewerker van de screeningsorganisatie de afspraak voor de intake voor coloscopie. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een bevestiging van de gewijzigde afspraak. De medewerker van de screeningsorganisatie informeert de huisarts over afmeldingen en wijzigingen van intake-afspraken. De screeningsorganisatie beantwoordt vragen van deelnemers over de uitslag ifobt en verwijzing intake coloscopie. Bij vragen van de deelnemer over het nut van (de intake voor) coloscopie adviseert de screeningsorganisatie de deelnemer contact op te nemen met de huisarts. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Uitslagbrief gunstige uitslag. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Uitslag versturen. Landelijke kaders: Protocol melding benodigde en beschikbare capaciteit en tijdslots. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Uitslagbrief ongunstige uitslag. Folder Als er bloed in uw ontlasting is gevonden. Bericht huisarts ongunstige uitslag. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Uitslag versturen. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Brief afmelding intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Intakegesprek coloscopiecentrum. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Brief wijziging intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijvingen Cliënt contact. Procesbeschrijving Intakegesprek coloscopiecentrum. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Bericht huisarts wijziging intake. Bericht huisarts afmelding intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Cliënt contact. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 28 van 103

Diagnostiek De screeningsorganisatie bewaakt of de deelnemer gevolg geeft aan het verwijsadvies voor een intake voor een coloscopie. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een herinnering, wanneer deze niet op de intake-afspraak verschijnt. De medewerker van de screeningsorganisatie informeert de huisarts, wanneer een deelnemer niet op de herinnering reageert. De medewerker van de screeningsorganisatie maakt een nieuwe intake-afspraak voor de deelnemer, wanneer de deelnemer naar aanleiding van de herinnering contact opneemt. De medewerker van de screeningsorganisatie stuurt de deelnemer een bevestiging van de nieuwe intakeafspraak. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Herinnering intake. Bericht huisarts 2 e no show intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Intakegesprek coloscopiecentrum. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Procesbeschrijving Cliënt contact. Procesbeschrijving Intakegesprek coloscopiecentrum. 5.2 Rol van het inpakcentrum Het inpakcentrum is betrokken bij de fase selecteren en uitnodigen in de keten. Het inpakcentrum is verantwoordelijk voor het samenstellen, inpakken en versturen van de uitnodigingspakketten met de zelfafnametests (ifobt) en het op voorraad houden van de daarvoor benodigde materialen. Het inpakcentrum werkt in opdracht van de screeningsorganisaties. Ten behoeve van de samenwerking heeft het inpakcentrum een contract met de screeningsorganisaties. Het inpakcentrum voldoet aan en werkt conform de contractuele en werkafspraken die met de screeningsorganisaties zijn gemaakt. Selecteren en uitnodigen Het inpakcentrum is verantwoordelijk voor het ontwerpen, produceren en op voorraad houden van de verpakkingen. Dit geldt zowel voor het uitnodigingspakket als het terugzendpakket. Het inpakcentrum houdt voldoende voorraad aan van de onderdelen van het uitnodigingspakket: folder, zelfafnamebuis, gebruiksaanwijzing en papier/drukwerk. Het inpakcentrum informeert de screeningsorganisatie tijdig wanneer een nieuwe voorraad zelfafnamebuizen nodig is. De medewerker van het inpakcentrum voert de barcodes van de zelfafnamebuizen, inclusief houdbaarheidsdatum, in ScreenIT in. De medewerker van het inpakcentrum print of drukt de uitnodigingsbrieven en antwoordformulieren conform het overeengekomen format. De medewerker van het inpakcentrum koppelt zelfafnamebuis en antwoordformulier per genodigde aan elkaar via de barcode, op basis van de werklijst uit ScreenIT,. De medewerker van het inpakcentrum stelt de uitnodigingspakketten samen, op basis van de werklijst uit ScreenIT,. Het inpakcentrum biedt de uitnodigingspakketten ter bezorging aan bij het verzendbedrijf. Het inpakcentrum informeert de screeningsorganisatie over retour gekomen uitnodigingspakketten en de reden van retour, via Conform werkprocesafspraken screeningsorganisaties -inpakcentrum Conform werkprocesafspraken screeningsorganisaties - inpakcentrum Conform werkprocesafspraken screeningsorganisaties - inpakcentrum Conform werkprocesafspraken screeningsorganisaties - inpakcentrum Conform werkprocesafspraken screeningsorganisaties - inpakcentrum versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 29 van 103

registratie in ScreenIT. 5.3 Rol van het ifobt-laboratorium De ifobt-laboratoria zijn betrokken bij het screenen in de keten. Zij ontvangen de retourenveloppen met fecesmonsters en antwoordformulieren via PostNL. Zij zijn verantwoordelijk voor het verwerken van de antwoordformulieren en het analyseren van de fecesmonsters met behulp van een landelijke uniforme ifobt en analyseapparatuur, ingekocht door de screeningsorganisaties. Zij geven de uitslag (elektronisch) door aan de screeningsorganisaties. De ifobt-laboratoria werken in opdracht van de screeningsorganisaties. Ten behoeve van de samenwerking hebben de ifobt-laboratoria een contract met de screeningsorganisaties. Het laboratorium voert voor dit bevolkingsonderzoek de volgende taken uit en werkt volgens landelijke gestelde kwaliteitseisen, zie ook bijlage E. Ontvangst monster Het laboratorium ontvangt de retourenvelop met het fecesmonster en het ingevulde antwoordformulier van de deelnemer en opent deze. De medewerker van het laboratorium scant het antwoord-formulier in en voert eventueel benodigde correcties handmatig uit. De medewerker van het laboratorium vernietigt het antwoordformulier. De medewerker van het laboratorium voert een visuele controle van het fecesmonster uit. De beoordeelbare monsters worden weggezet voor analyse. De medewerkers van het laboratorium registreert de niet beoordeelbare monsters in ScreenIT. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol behandeling retourenveloppen door laboratoria. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol behandeling retourenveloppen door laboratoria. Protocol afvoeren/vernietigen materialen. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol behandeling retourenveloppen door laboratoria. Analyse, incidenten en klachten De medewerker van het laboratorium analyseert de fecesmonsters op de aanwezigheid van humaan hemoglobine. Het laboratorium verzorgt de tijdelijke opslag en vernietiging van het restant fecesmonster. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Bedieningsvoorschrift BioMajesty. Landelijke kaders: Notitie omgaan met lichaamsmateriaal. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol afvoeren/vernietigen materialen. Het laboratorium registreert eventuele incidenten en handelt deze op de juiste wijze af. Het laboratorium registreert eventuele klachten en handelt deze op de juiste wijze af. Landelijke kaders: Protocol risicomanagement. Notitie klachtenafhandeling. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol calamiteiten ifobt. Uitslagverstrekking De medewerker van het laboratorium of de klinisch chemicus geeft de geautoriseerde uitslagen van de ifobt door aan de screeningsorganisatie via ScreenIT. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Protocol gegevenslevering. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 30 van 103

Waarborg kwaliteit De klinisch chemicus of een medewerker van het laboratorium (onder verantwoordelijkheid van de klinisch chemicus) geeft de resultaten van de analyse van de controle- en cliëntmonsters vrij aan de landelijk functionaris monitoring ifobt bij de SKML. Het laboratorium laat de apparatuur zodanig onderhouden dat valide analyseresultaten zijn gewaarborgd. Landelijke kaders: Protocol kwaliteitsborging ifobt. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Bedieningsvoorschrift BioMajesty. 5.4 Rol van de huisartsenpraktijk De huisarts is verantwoordelijk voor het vervullen van taken in de fasen selecteren en uitnodigen, informeren en verwijzen, diagnostiek, behandeling en surveillance in de keten. De huisarts is verantwoordelijk voor het desgevraagd verstrekken van informatie over het bevolkingsonderzoek, adviseren van deelnemers met een ongunstige ifobtuitslag en/of afwijkende coloscopie en het in overleg met de cliënt of op verzoek van zorgverlener aanleveren van benodigde medische informatie ten behoeve van de aanvullende diagnostiek (coloscopie). De huisartsen zijn private zorgverleners en ketenpartner van de screeningsorganisaties, coloscopiecentra en andere zorgverleners. In het kader van het bevolkingsonderzoek voert de huisarts de onderstaande taken uit. Selecteren en uitnodigen Indien een persoon vooraf vragen heeft over het bevolkingsonderzoek, neemt de persoon zelf contact op met de huisarts. De huisarts informeert de persoon over het bevolkingsonderzoek en verwijst personen naar thuisarts.nl, de website van het RIVM en de websites en informatiekanalen van de screeningsorganisaties. De genodigde neemt desgewenst op eigen initiatief contact op met de huisarts over de afweging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek, op basis van de uitnodiging. De huisarts informeert de genodigde over het nut van het bevolkingsonderzoek voor de (betreffende) genodigde. Indien een genodigde een onverklaarbare en aanhoudende verandering in het ontlastingspatroon of bloed in de ontlasting heeft, of als de genodigde nu of in het verleden al onder behandeling is (geweest) voor darmkanker, wordt de genodigde geadviseerd contact op te nemen met de huisarts. De genodigde neemt zelf contact op met de huisarts. De huisarts adviseert de genodigde of deelname aan het bevolkingsonderzoek zinvol is, op basis van de klachten en medische (voor)geschiedenis. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 31 van 103

Informeren en verwijzen Bij een ongunstige ifobt wordt de deelnemer gevraagd contact op te nemen met de huisarts. De deelnemer neemt zelf contact op met de huisarts. De huisarts ontvangt twee dagen voor de deelnemer de uitslag van een ongunstige ifobt en het verwijsadvies van de screeningsorganisatie. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Bericht huisarts ongunstige uitslag. De huisarts heeft daarmee de gelegenheid te besluiten zelf contact op te nemen met de deelnemer. Mede op basis van de landelijk vastgestelde exclusiecriteria adviseert de huisarts de deelnemer over het nut van de coloscopie. Wanneer er contact is geweest tussen deelnemer en huisarts, is de huisarts verantwoordelijk voor het tijdig insturen van relevante medische gegevens voor de intake aan het coloscopiecentrum. De huisarts krijgt een bericht van de screeningsorganisatie bij afmelding of wijziging van de intake-afspraak door de deelnemer. De huisarts beantwoordt vragen van de deelnemer over het vervolgonderzoek. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Bericht huisarts wijziging intake. Bericht huisarts afmelding intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. Diagnostiek Indien een patiënt met een verwijsadvies zonder tussenkomst van de huisarts naar de intake-afspraak gaat, levert de huisarts op aanvraag van het coloscopiecentrum de benodigde medische gegevens aan. Indien een patiënt met een ongunstige ifobt geen gevolg geeft aan het verwijsadvies, wordt de huisarts daarover door de screeningsorganisatie geïnformeerd. De huisarts kan de patiënt wijzen op het belang van het opvolgen van de verwijzing. Het is aan de huisarts of hij/zij actie onderneemt. De huisarts registreert een ongunstige ifobt-uitslag in het medisch dossier van de patiënt. Wanneer een patiënt niet reageert op de uitnodiging voor vervolgonderzoek, kan de huisarts de uitslag meenemen in zijn/haar overwegingen als de patiënt later toch met klachten komt. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Bericht huisarts 2 e no show intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Praktijkhandleiding Bevolkingsonderzoek darmkanker. De huisarts ontvangt de uitslag van de coloscopie van het coloscopiecentrum. Surveillance en behandeling De huisarts begeleidt, op verzoek van de patiënt, bij de vervolgbehandeling. 5.5 Rol van het coloscopiecentrum De coloscopiecentra zijn betrokken bij de fasen diagnostiek en behandeling en surveillance in de keten. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de intake, het uitvoeren van de coloscopie en de coördinatie van diagnostiek, surveillance en overdracht naar behandeling. Tevens geven zij (elektronisch) aan de screeningsorganisaties door versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 32 van 103

wanneer zij hoeveel intakegesprekken kunnen voeren. Daarbij houden zij rekening met hun coloscopiecapaciteit en de afgesproken doorlooptijden. De coloscopiecentra zijn opdrachtgever voor de pathologielaboratoria en de radiologie. De verhouding tot de laboratoria kan verschillen. De coloscopiecentra hebben overeenkomsten afgesloten met pathologielaboratoria, radiologie-afdelingen en zorgverzekeraars. Ten behoeve van de samenwerking hebben de coloscopiecentra een overeenkomst met de screeningsorganisatie. De screeningsorganisatie sluit met elke endoscopist een kwaliteitsovereenkomst af, als onderdeel van de overeenkomst met het coloscopiecentrum. Het coloscopiecentrum voert voor dit bevolkingsonderzoek de volgende taken uit en werkt volgens landelijke gestelde kwaliteitseisen, zie ook bijlage E. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 33 van 103

Bijlage E Landelijke kwaliteitseisen. Diagnostiek (intake) De medewerker van het coloscopiecentrum voert de beschikbare tijdslots voor intakegesprekken in ScreenIT in. De medewerker van het coloscopiecentrum registreert,in ScreenIT, indien een deelnemer niet op de gemaakte intake-afspraak verschijnt. Landelijke kaders: Protocol melding benodigde en beschikbare capaciteit en tijdslots. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Technische dataset intake. De intaker neemt de anamnese af om te bepalen of bij de betreffende patiënt een coloscopie kan worden uitgevoerd. De intaker gaat na of door de patiënt stollingsremmende medicijnen worden gebruikt. Bij gebruik van stollingsremmende medicijnen wordt een aangepaste werkwijze gehanteerd. De intaker gaat na of er bij de patiënt sprake kan zijn van erfelijke darmkanker en er sprake is van zodanige familiaire belasting dat intensieve controle gewenst is. Indien de patiënt een relevante voorgeschiedenis heeft en voorafgaand aan de intake geen contact met de huisarts heeft gehad, vraagt de intaker de patiënt om toestemming de extra gegevens op te vragen. De intaker vraagt de benodigde aanvullende gegevens op bij huisarts of andere zorgprofessional. De intaker stelt vast of een coloscopie zinvol is en er geen belemmeringen zijn om deze uit te voeren, op grond van de anamnese en de medische voorgeschiedenis van de patiënt. De intaker maakt met de patiënt een afspraak voor de coloscopie. Indien een volledige coloscopie niet mogelijk is, maar een CT-coloscopie wel, draagt de intaker de gegevens over aan de radioloog. De intaker informeert de patiënt over de voorbereiding en procedure en risico s van de coloscopie. De intaker geeft de patiënt schriftelijke informatie mee over de voorbereiding en de coloscopie. De intaker registreert de benodigde gegevens van de intake in ScreenIT. Diagnostiek (coloscopie) De medewerker van het coloscopiecentrum draagt zorg voor een goede voorbereiding van de patiënt voorafgaand aan de coloscopie. De medewerker van het coloscopiecentrum geeft de patiënt een roesje, indien dit met hem/haar is afgesproken. De endoscopist voert de coloscopie uit. Indien tijdens de coloscopie afwijkingen worden gevonden, voert (in principe)de endoscopist een poliepectomie uit of neemt biopten. De endoscopist stuurt afgenomen materiaal voor Richtlijnen en lokale werkwijzen: Richtlijn endoscopische ingrepen bij patiënten met antistolling en plaatjesaggregatieremming. Landelijke richtlijn erfelijke darmkanker. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Technische dataset intake. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Richtlijn sedatie en/of analgesie op locaties buiten de operatiekamer. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Inzendprotocol histologisch materiaal PA-lab (lokaal). versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 34 van 103

nader onderzoek naar een pathologielaboratorium dat aan de kwaliteitseisen van het bevolkingsonderzoek voldoet. De endoscopist registreert de benodigde gegevens van de coloscopie in het MDL-systeem. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Technische dataset coloscopie. Diagnostiek (uitslagverstrekking en follow-up) De endoscopist geeft de uitslag van de coloscopie mondeling door aan de patiënt. Het coloscopiecentrum stuurt de patiënt een schriftelijke bevestiging van de uitslag. Indien kanker is gediagnosticeerd, wordt geen schriftelijke bevestiging van de uitslag verstuurd. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Landelijke voorlichtingsmaterialen: Uitslagbrief coloscopie zonder afwijkingen Uitslagbrief coloscopie met afwijkingen (terugkeer naar BVO) Uitslagbrief coloscopie met afwijkingen (surveillance na 3 of 5 jaar) Het coloscopiecentrum geeft de bevindingen en het beleid door aan de huisarts van de patiënt. Het coloscopiecentrum geeft de uitslag van de coloscopie, eventuele nadere diagnostiek en beleid elektronisch door aan de screeningsorganisatie. De medewerker van het coloscopiecentrum belt de patiënt om naar eventuele complicaties te informeren, binnen een maand na een coloscopie zonder afwijkingen. De endoscopist informeert bij de patiënt of er sprake is geweest van complicaties, tijdens het uitslaggesprek na een coloscopie met afwijkingen,. De patiënt wordt verzocht eventuele complicaties in de daaropvolgende weken te melden bij het coloscopiecentrum De medewerker van het coloscopiecentrum registreert de complicaties. Het coloscopiecentrum meet periodiek de ervaringen van de patiënt: hoe deze kwaliteit, veiligheid en comfort van de zorgverlening heeft ervaren. Het coloscopiecentrum registreert eventuele klachten en handelt deze op de juiste wijze af. Het coloscopiecentrum registreert eventuele incidenten en handelt deze op de juiste wijze af. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Technische dataset coloscopie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Technische dataset coloscopie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing coloscopie. Landelijke kaders: Protocol risicomanagement. Notitie klachtenafhandeling. Behandeling en surveillance Het coloscopiecentrum draagt zorg voor een goede overdracht van patiënt en gegevens aan de desbetreffende specialist, indien behandeling noodzakelijk is. Het coloscopiecentrum meldt de uitvoering van een surveillance coloscopie en het vervolgbeleid elektronisch aan de screeningsorganisatie, in termen van terugkeer naar bevolkingsonderzoek of nieuwe surveillance coloscopie na x tijd of behandeling,. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Landelijke richtlijn coloncarcinoom. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Nederlandse richtlijn coloscopie surveillance. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 35 van 103

5.6 Rol van het pathologielaboratorium De pathologielaboratoria zijn betrokken bij de fase diagnostiek in de keten. Het pathologie-laboratorium is verantwoordelijk voor het beoordelen van histologisch materiaal van coloscopieën na verwijzing vanuit het bevolkingsonderzoek. De pathologielaboratoria werken in opdracht van de coloscopiecentra. Hiervoor hebben zij een overeenkomst met het betreffende coloscopiecentrum. Het pathologielaboratorium voert voor dit bevolkingsonderzoek de volgende taken uit en werkt volgens landelijke gestelde kwaliteitseisen, zie ook bijlage E. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 36 van 103

Bijlage E Landelijke kwaliteitseisen. Ontvangst monster Het laboratorium ontvangt het histologisch materiaal met bijbehorende gegevens van het coloscopiecentrum. De medewerker van het laboratorium registreert de (datum van) binnenkomst van het histologisch materiaal. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Inzendprotocol histologisch materiaal (lokaal). Landelijke kaders: Technische dataset pathologie. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Palga Protocol Module (colonbiopt). De medewerker van het laboratorium zet het materiaal onder de juiste bewaarcondities weg, totdat de verwerking plaatsvindt. Beoordeling, incidenten en klachten De medewerker van het laboratorium werkt het histologisch materiaal op tot preparaten voor beoordeling. De patholoog beoordeelt de histologische preparaten. De patholoog vraagt daarvoor niet routinematig een immunohistochemische kleuring aan. De patholoog registreert de benodigde gegevens van de beoordeling in het pathologiesysteem. De patholoog registreert revisies en consulten eveneens in het pathologiesysteem. Het laboratorium verzorgt de opslag/vernietiging van het overgebleven restmateriaal. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing pathologie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing pathologie. Technische dataset pathologie. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Palga Protocol Module (colonbiopt). Landelijke kaders: Notitie omgaan met lichaamsmateriaal. Conform ziekenhuisbeleid. Het laboratorium registreert eventuele incidenten en handelt deze op de juiste wijze af. Het laboratorium registreert eventuele klachten en handelt deze op de juiste wijze af. Landelijke kaders: Protocol risicomanagement. Notitie klachtenafhandeling. Uitslagverstrekking Het laboratorium levert binnen 5 werkdagen na binnenkomst van het histologisch materiaal de geautoriseerde uitslag van de pathologie. De uitslag wordt geautoriseerd door een bevoegd patholoog. De medewerker van het laboratorium geeft de geautoriseerde uitslag door aan het coloscopiecentrum dat het onderzoek heeft aangevraagd, in het kader van het bevolkingsonderzoek darmkanker,. De medewerker van het laboratorium geeft de geautoriseerde uitslag (elektronisch) door aan de screeningsorganisatie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing pathologie. Technische dataset pathologie. Richtlijnen en lokale werkwijzen: Palga Protocol Module (colonbiopt). Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing pathologie. Landelijke kaders: Protocol toelating en auditing pathologie. Technische dataset pathologie. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 37 van 103

5.7 Rol van de radiologie-afdeling De radiologie-afdelingen zijn betrokken bij de fase diagnostiek in de keten. Coloscopie is nadrukkelijk de diagnostische methode van eerste keuze, omdat er relatief veel afwijkingen worden verwacht bij patiënten waarbij al bloed in de ontlasting is aangetoond. Deze afwijkingen kunnen dan meestal direct worden verwijderd tijdens de coloscopie. Naar verwachting zal bij een klein deel (naar schatting 2%) van de deelnemers met een positieve ifobt-uitslag de coloscopie incompleet zijn of bij hoge uitzondering om medische of psychische redenen niet gewenst zijn. De radiologie-afdeling kan deze patiënten een CT-colografie aanbieden. De radiologie-afdeling is verantwoordelijk voor het uitvoeren en beoordelen van de CT-colografie en werkt in opdracht van de coloscopiecentra. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 38 van 103

Hoofdstuk 6 Communicatie Communicatie en voorlichting vormen een essentieel onderdeel van een bevolkingsonderzoek. Via communicatie worden burgers, professionals en relevante organisaties op de hoogte gesteld van het bevolkingsonderzoek en de eventuele rol die daarin van hen wordt verwacht. Daarnaast is er specifieke voorlichting voor de doelgroep om een geïnformeerde keuze mogelijk te maken en om te informeren over de relevante stappen van het bevolkingsonderzoek. In dit hoofdstuk zijn enkele uitgangspunten weergegeven die het RIVM-CvB hanteert bij de communicatie in en rond het bevolkingsonderzoek. Daarnaast zijn de doelgroepen en de daarop gerichte communicatie beschreven. 6.1 Uitgangspunten en doelgroepen van communicatie en voorlichting Uitgangspunten communicatie en voorlichting Binnen de communicatie hanteert het RIVM-CvB enkele uitgangspunten: 1. De overheid stelt de burger in staat een geïnformeerde keuze te maken over deelname aan het bevolkingsonderzoek naar darmkanker. Dit betekent dat de voorlichting: adequaat is (op de doelgroep afgestemd); objectief is (de voor- en nadelen zijn benoemd); relevant is (informatie over de juiste onderwerpen). 2. De communicatie-uitingen voor het bevolkingsonderzoek darmkanker volgen waar mogelijk de systematiek van de andere bevolkingsonderzoeken: Bij de inrichting van de communicatie rond het bevolkingsonderzoek wordt afgestemd met de voorlichtingssystematiek voor de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker. Er is sprake van een landelijk uniform en eenduidig informatieaanbod. Publieksvoorlichting voldoet aan het voorlichtingskader van het RIVM-CvB. De screeningsorganisaties verzorgen de verspreiding van voorlichtingsmaterialen onder de doelgroep. Het RIVM-CvB zorgt voor inhoud voor de voorlichtingsmaterialen (folders, websites etc.). 3. Bij het ontwikkelen van communicatieproducten worden burgers, beroepsgroepen, experts en relevante veldpartijen betrokken. Doelgroepen communicatie Bij het bevolkingsonderzoek is communicatie met drie doelgroepen van belang: het algemeen publiek; de doelgroep van het bevolkingsonderzoek: mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar; professionals en organisaties die betrokken zijn bij het bevolkingsonderzoek. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 39 van 103

6.2 Communicatie met algemeen publiek Het doel van brede communicatie rond het bevolkingsonderzoek is: 1. Ervoor zorgen dat burgers op de hoogte zijn van het bestaan en het doel van het bevolkingsonderzoek. 2. Het vergroten van de acceptatie van het bevolkingsonderzoek onder de bevolking en bijdragen aan een geïnformeerde keuze rond deelname aan het bevolkingsonderzoek bij de doelgroep. Acceptatie van en participatie aan het bevolkingsonderzoek zijn bepalend voor het succes van het bevolkingsonderzoek. Bij de introductie van het bevolkingsonderzoek darmkanker is in de communicatie met de volgende punten rekening gehouden: De kennis van symptomen en risico s van darmkanker en de bekendheid met de mogelijkheden die een bevolkingsonderzoek kan bieden, is laag. Met het vergroten van de bekendheid van (het bevolkingsonderzoek naar) darmkanker zal waarschijnlijk ook de vraag naar opportunistische screening toenemen. Door de gefaseerde invoering van het bevolkingsonderzoek zal in de startfase slechts een deel van de doelgroep worden uitgenodigd. Het is van groot belang goed te communiceren waarom het bevolkingsonderzoek gefaseerd wordt uitgevoerd, welke leeftijdsgroepen eerst uitgenodigd worden en wanneer andere leeftijdsgroepen een uitnodiging kunnen verwachten. Er is nog relatief weinig bekend over determinanten die de acceptatie van en participatie aan het bevolkingsonderzoek bepalen. Met de factoren waarvan wel bekend is dat ze hierin een rol spelen, is rekening gehouden in de communicatie. Voor de communicatie met algemeen publiek worden onder andere de volgende communicatiemiddelen ingezet: informatie op de website www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl; een flyer die onder meer via ziekenhuizen wordt verspreid; publieksinformatielijnen van de regionale screeningsorganisaties; aandacht in publieksmedia (zoals kranten, tijdschriften, radio en tv programma s); berichtgeving over de landelijke monitor bevolkingsonderzoek darmkanker. Activiteiten die worden uitgevoerd om de bekendheid en acceptatie van het bevolkingsonderzoek te vergroten, worden door het CvB uitgewerkt en afgestemd met relevante veldpartijen, waaronder KWF Kankerbestrijding en de MLD-Stichting. 6.3 Communicatie en voorlichting aan de doelgroep Bij het voorlichten van mensen uit de doelgroep, mannen en vrouwen in de leeftijd van 55 tot en met 75 jaar, zijn de volgende doelen te onderscheiden: 1. Zorgen dat deze mensen op de hoogte zijn van het bestaan en het doel van het bevolkingsonderzoek. 2. Vergroten van kennis om mensen uit de doelgroep in staat te stellen een geïnformeerde keuze te maken om wel of niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. 3. Mensen uit de doelgroep tijdens alle fasen van het traject (van uitnodigen tot de uiteindelijke uitslag) op de hoogte brengen en houden over wat er gebeurt of gaat gebeuren, eventueel geruststellen en informeren over mogelijke vervolgstappen. Daarbij hoort ook het geven van informatie over de gefaseerde invoering en de gevolgen hiervan, de leeftijdsgrenzen van het bevolkingsonderzoek en de eventuele gevolgen voor het eigen risico bij vervolgonderzoek. 4. Mensen uit de doelgroep informeren over de goede aansluiting van het bevolkingsonderzoek op diagnostiek in de zorg. 5. Op alle momenten is zorgvuldige communicatie door de bij het bevolkingsonderzoek en aansluitende zorg betrokken zorgverleners met de doelgroep van belang. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 40 van 103

In hoofdstuk 3 is het primaire proces van het bevolkingsonderzoek en aansluitende diagnostiek beschreven. Op verschillende momenten in het voorlichtingsproces van de doelgroep worden voorlichtingsinstrumenten ingezet:. 1. Vooraankondiging. 2. Uitnodigingsbrief. 3. Folder Bevolkingsonderzoek darmkanker (bij uitnodigingsbrief). 4. Gebruiksaanwijzing ontlastingstest. 5. Uitslagbrief gunstige uitslag. 6. Uitslagbrief ongunstige uitslag. 7. Uitslagbrief uitslag onbekend. 8. Uitslagfolder Als er bloed in uw ontlasting is gevonden. 9. Informatielijnen voor publieksinformatie (callcenter screeningsorganisaties). 10. Informatie op www.bevolkingsonderzoekdarmkanker.nl. 11. Uitslagbrief coloscopie (niet van toepassing indien kanker is gediagnosticeerd). 12. Contact met (berichten aan) de huisarts en thuisarts.nl. Daarnaast zijn er nog andere varianten van brieven beschikbaar voor onder andere bevestiging van af- en/of aanmelding, herinneringsbrieven, etc. Onderstaand een schematische weergave van dit voorlichtingsproces. Via de website zijn daarnaast de volgende aanvullende communicatiemiddelen beschikbaar: 13. Een animatie waarin stap voor stap te zien is hoe de ontlastingstest juist wordt uitgevoerd. 14. Filmpjes waarin verschillende mensen iets vertellen over hun betrokkenheid bij het bevolkingsonderzoek: welke keuzes maken mensen en waarom? In deze filmpjes is ook aandacht voor de meer emotionele aspecten rond het bevolkingsonderzoek. 15. Een film over het gehele proces van het bevolkingsonderzoek; van ontvangst van uitnodigingspakket tot en met uitslag coloscopie. 16. Vertaalde versies van de communicatiemiddelen. 17. Antwoorden op veelgestelde vragen. 18. Alle brieven en folders. 19. Informatie over aanpassingen in het bevolkingsonderzoek. De materialen zijn naast het Nederlands via de website voor publiek beschikbaar in de volgende talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Turks, Arabisch, Chinees, Portugees, Papiamento en Pools. De middelen zijn gepretest bij de doelgroep en worden jaarlijks geactualiseerd. versie 4.0 (november 2015) Uitvoeringskader bevolkingsonderzoek darmkanker pagina 41 van 103