RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Joodse Scholengemeenschap JBO te Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 21464 Onderzoeksnummer : 285402 edocs nummer : 4725470 Datum onderzoek : mei 2015 november 2015 Datum vaststelling : 17 december 2015
Inhoud 1 Inleiding 5 2 Bevindingen 7 3 Toezichtarrangement financiële continuïteit 10 Pagina 3 van 10
1 Inleiding De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) heeft in de periode mei 2015 tot en met november 2015 onderzoek verricht naar de financiële positie van Stichting Joodse Scholengemeenschap JBO (hierna: Stichting JBO) (bestuursnummer 21464). Aanleiding voor het onderzoek waren vragen die voortkwamen uit de risicoanalyse die de inspectie jaarlijks maakt aan de hand van de jaarcijfers. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: analyse van de jaarstukken 2013 en 2014 en de aanvullend ontvangen financiële gegevens; een gesprek met het bestuur op 18 mei 2015 en op 6 november 2015. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de financiële positie van het bestuur, met als leidende vraag of de financiële continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is. Toezichtkader en afbakening onderzoek De inspectie is bij haar onderzoek uitgegaan van de Beleidsregel Financieel toezicht po en vo 2011 inclusief de aanpassingen toegelicht in de sectorale nieuwsbrieven en tevens vermeld op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de financiële positie. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 5 van 10
2 Bevindingen 2.1 Kengetallen In de volgende tabel staan de signaleringswaarden waarmee de inspectie de jaarcijfers van onderwijsbesturen/onderwijsinstellingen vergelijkt in haar jaarlijkse risicoanalyse, afgezet tegen de kengetallen van Stichting JBO over de jaren 2012, 2013 en 2014: Kengetal Signaleringswaarden primair onderwijs 2012 2013 2014 Liquiditeit (current ratio) 1 1,16 1,17 0,94 Solvabiliteit 2 0,30-0,02-0,06-0,22 Rentabiliteit laatste 3 jaar negatief -6,0% -2,4% -4,7% Personele lasten/rijksbijdrage 95% 115% 118% 118% Personele lasten/totale baten 90% 78% 78% 83% Financiële buffer < 0-5% -1,% -9% Uit deze getallen blijkt dat de solvabiliteit 2, de verhouding personele lasten ten opzichte van de rijksbijdragen, de rentabiliteit en de financiële buffer zich in alle drie de jaren aan de verkeerde kant van de signaleringswaarden van de inspectie bevinden. In 2014 geldt dit ook voor de liquiditeit. De kengetallen laten zien dat de financiële positie iets is verslechterd over de afgelopen drie jaar. Bij Stichting JBO is sprake van een bijzonder situatie door een hoge mate van financiering door anderen dan de rijksoverheid. Eind 2014 heeft de stichting de beschikking over ruim 1,2 mln aan achtergestelde leningen van verschillende Joodse instellingen. Ook is een post rente over de leningen opgenomen onder de langlopende schulden voor een bedrag van bijna 370.000. Het bestuur benadrukt in de gesprekken dat deze instellingen niet verwachten deze bedragen (deels) terug te krijgen. Het bestuur is dan ook druk doende om in overleg met de gevers de leningen kwijt gescholden te krijgen. Om die reden zou een realistischer beeld van de financiële positie worden geschetst indien deze bedragen niet als langlopende schulden maar als eigen vermogen worden gezien. De solvabiliteit 2 is dan eind 2014 niet -0,22, maar 0,48 en ligt daarmee boven de signaleringswaarde. De hoge mate van financiering door anderen (ook ouderbijdragen) dan de rijksoverheid zorgt er ook voor dat de ratio personele lasten ten opzichte van de rijksbijdrage hoger ligt dan de signaleringwaarde. Alhoewel de financiering van structurele personele lasten uit andere bronnen de rijksbijdrage als een risicofactor gezien kan worden, is gezien het specifieke karakter van dit bestuur een en ander wel te verklaren. 2.2 Overige bevindingen Context Het bestuur van de Stichting JBO vormt het bevoegd gezag van één school voor primair basisonderwijs, Rosj Pina, en één school voor voortgezet onderwijs, Maimonides in Amsterdam. Ook valt kinderdagverblijf Simcha onder de stichting. Pagina 7 van 10
Ontwikkeling leerlingenaantal De leerlingenontwikkeling op Rosj Pina laat een dalende trend zien over de afgelopen jaren, van 285 leerlingen in 2013 naar 246 leerlingen in 2015. Als gevolg van onrust onder ouders omtrent de veiligheid om de school heeft een aantal ouders hun kinderen van school gehaald in 2015. De leerlingenontwikkeling op Maimonides laat een licht stijgende trend zien over de afgelopen jaren van 155 leerlingen in 2010 naar 166 leerlingen in 2014 en 2015. De stabilisatie in 2015 ten opzichte van 2014 op Maimonides geldt volgens het bestuur ook voor de jaren tot en met 2019. Ook op Rosj Pina blijft het aantal leerlingen voor de komende jaren stabiel. Waarbij het bestuur aangeeft dat deze verwachting voor zowel Rosj Pina als Maimonides aan de voorzichtige kant is. Exploitatie 2014 Over 2014 is een negatief exploitatieresultaat gerealiseerd van 233.635, terwijl een negatief exploitatieresultaat van 639.970 was begroot. Deze positieve begrotingsafwijking is voornamelijk gevolg van ingezette personele en materiële bezuinigingen. Belangrijkste maatregel is geweest het terugbrengen van het personeelsbestand van 63,14 fte (ultimo 2013) tot 57,91 fte (ultimo 2014). Ook vond in 2014 een vrijval van de voorziening groot onderhoud plaats voor een bedrag van 134.037. Dit omdat diverse voorziene uitgaven reeds gedaan waren en direct ten laste van het resultaat waren gebracht in eerdere jaren. Structureel ligt het uitgavenniveau van Stichting JBO hoger dan aan dekking vanuit de rijksbijdrage beschikbaar is. Dit wordt met name veroorzaakt door de gemaakte beleidskeuzes, waaronder de beveiliging en het extra aanbod van Joodse lessen. Om deze extra uitgaven te kunnen dekken wordt een relatief hoge (vrijwillige) ouderbijdrage gevraagd. In het schooljaar 2011/2012 is het bedrag verhoogd van 600 naar 1200. Het bestuur benadrukt dat het veel tijd neemt om voor de ouders inzichtelijk te maken waarom de ouderbijdrage deze omvang heeft en op welke wijze deze wordt besteed. Exploitatie tot en met september 2015 Volgens het exploitatieoverzicht tot en met september 2015 is over de periode januari tot en met september 2015 een negatief exploitatieresultaat behaald van afgerond 47.000, terwijl voor dezelfde periode een negatief exploitatieresultaat was begroot van ca. 65.000. Het bestuur voorziet dat het resultaat over heel 2015 in elk geval binnen de begroting (- 87.000) zal blijven. Financieel meerjarenperspectief Het bestuur heeft voorafgaand aan het gesprek een meerjarenbegroting overlegd voor de jaren 2015-2018. In het najaar van 2015 zal een geactualiseerde (beleidsrijke) meerjarenbegroting worden opgesteld. Waar 2015 nog met een negatief resultaat wordt afgesloten laat de meerjarenbegroting positieve exploitatieresultaten zien voor de jaren 2016 ( 224.000), 2017 ( 83.900) en 2018 ( 58.000). Daarbij gaat het bestuur uit van stabilisatie van het leerlingenaantal en een lichte afname van het personeelsbestand. Naast de eerder genoemde materiële en personele maatregelen zijn de begrote positieve exploitatieresultaten ook een gevolg van de hernieuwde bijdragen van subsidieverstrekkers. Tenslotte Samengevat kan worden gezegd dat het bestuur maatregelen heeft genomen om de financiële positie te verbeteren. Als het bestuur de formele status van de achtergestelde leningen in de gesprekken met de donoren kan veranderen, zal dat tot uitdrukking komen in een sterk verbeterde solvabiliteit2 en in overeenstemming komen met een volgens het bestuur de facto bestaande situatie. Indien de ontwikkeling die het bestuur in de eerste 9 maanden van Pagina 8 van 10
2015 financieel doormaakt, zich doorzet zal eind 2015 sprake zijn van een veel minder negatief exploitatieresultaat dan in 2014. De toelichting die het bestuur heeft gegeven bij de ontwikkeling van het personeelsbestand, de ontwikkeling van het leerlingenaantal, de hernieuwde bijdragen van subsidieverstrekkers en de totstandkoming van de meerjarenbegroting dragen bij aan het beeld dat het bestuur inzicht heeft in en grip heeft op de financiële positie van de stichting. Dit geeft vertrouwen dat de geprognosticeerde positieve resultaten over 2016 t/m 2018 worden behaald. Pagina 9 van 10
3 Toezichtarrangement financiële continuïteit Basis financieel toezicht De bevindingen in hoofdstuk 2 geven geen aanleiding tot het aanpassen van het financiële continuïteitstoezicht. De inspectie kent dan ook het basisarrangement toe aan het bestuur. Pagina 10 van 10