Veteraan, hoe gaat het met u? Onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse veteranen. Publiekssamenvatting

Vergelijkbare documenten
Veteraan, hoe gaat het met u? Een onderzoek naar het welbevinden van de Nederlandse veteraan.

Kerngegevens veteranen Jacco Duel Melanie Dirksen

Kerngegevens veteranen Jessica Cozzi Melanie Dirksen Jacco Duel

Kerngegevens veteranen Melanie Dirksen

Kerngegevens veteranen 2017

Veteraan, hoe gaat het met u? Achtergrondrapport. Onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse veteranen

Veteraneninstituut. Uitvoerder Veteranenbeleid. Onafhankelijke stichting

Onderzoeksvragen. Het UNIFIL onderzoek was opgezet om de volgende vragen te beantwoorden: 1. Hoe is het met de gezondheid van de UNIFIL ers gesteld?

Veteraan, hoe gaat het met u? Een onderzoek naar het welbevinden van de Nederlandse veteraan

Kerngegevens Jacco Duel Yvon de Reuver

Alles rustig aan het thuisfront?

VOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE

Posttraumatische stressstoornis na uitzending

Libanon laat ons nooit helemaal los

Libanon. laat ons nooit helemaal los publiekssamenvatting

Informatie over materiële hulp voor veteranen, militaire dienstslachtoffers

Onderzoek Dutchbat III Programma van eisen. 1. Aanleiding

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Wetgeving voor veteranen

Informatie over materiële hulp voor veteranen, militaire dienstslachtoffers en hun relaties.

Nazorgonderzoek. voor militairen en thuisfront

g. Reünieregister: een register waarin de reünieverenigingen zijn opgenomen die in aanmerking komen voor de faciliteiten van deze regeling.

Dames en heren, Veteranen van de Koninklijke Marechaussee,

Veteranen. onze missie. veteraneninstituut.nl

Veteranen. Onze missie. veteraneninstituut.nl

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord

Kanker door uitzending naar de Balkan?

Meer zelfdoding bij militairen die op missie zijn geweest? Onderzoek naar zelfdoding onder mannelijke militairen op basis van sterftecijfers

Nederlanders aan het woord

PRISMO. Prospectie in stress-gerelateerd militair onderzoek. Publiekssamenvatting

Wat is een veteraan? Hoe herken je een veteraan? Drie soorten missies en voorbeelden van missies

Effecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten

Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2018 Monitor

Nuldelijnshelpers 2015

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Kamervragen over de psychische gevolgen van uitzending naar Uruzgan ( )

Veteranenbeleid & Waardering. Opvattingen van Nederlandse veteranen. Jos Groen Martin Elands Yvon de Reuver

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

radio&tv station voor veteranen en door veteranen.

RZO - advies nr. 7 Een centrale onafhankelijke klachtencommissie voor veteranen

Publiekssamenvatting PRISMO. - De eerste resultaten-

Tweede Kamer der Staten-Generaal

LANDELIJK ZORGSYSTEEM VOOR VETERANEN LANDELIJK ZORGSYSTEEM VOOR VETERANEN

Fase I Voorvallen in de huiselijke kring Huiselijk geweld

Monitor Steun en Draagvlak

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

vra2007def-17 Lijst van vragen totaal Vastgesteld 15 maart 2007

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Datum Betreft Aanvulling Veteranennota

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Veteranenpanel. Erkenning en zorg: opvattingen, wensen en behoeften van veteranen

Aanwijzing VP Nuldelijnsondersteuning Veteranen Platform 2015

Veteraneninstituut. Veteranenpanel. Begrip, waardering en contact. Deelrapport februari Yvon de Reuver Michaela Schok

Opinieonderzoek onder militairen

Klanttevredenheidsonderzoek 1-op-1 Relaties Trajecten

Het leger. Doel: Na deze opdracht weet je meer over het leger. Je kunt vertellen wat het leger doet en waarom we een leger hebben.

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Geachte Commissaris van de Koning in Zeeland, Burgemeesters en wethouders en raadsleden van de Zeeuwse gemeenten, Vertegenwoordigers van defensie,

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

(Na)zorg bewust meten

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Ministerie van Defensie te Den Haag. Datum: 5 maart Rapportnummer: 2012/030

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

Leren hoe om te gaan met de militairen van vandaag, die de veteraan van morgen is.

Koninklijke Hoogheid,

Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel

Introductieavond Veteranenloket voor nuldelijnshelpers

Wat motiveert u in uw werk?

Tinnitus en arbeid. Een onderzoek naar de invloed van stressoren op tinnitus en de mogelijkheid tot werken

Jongeren op de arbeidsmarkt

Onderzoek arbeidsongeschiktheid (samenvatting) In opdracht van Loyalis. juni 2013

RZO-advies nr. 9 Ontwikkeling CQ-index Veteranenketenzorg. Relevante feiten

Wat vinden kijkers en luisteraars van de Omroep Organisatie Groningen?

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

box-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend

Kansen in Kaart B A S I S V O O R B E L E I D. Marjolein Kolstein Oktober

Inkomen bij arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en ziekte

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Samenvatting, conclusies en discussie

Samen tegen eenzaamheid

Opvang na uw uitzending. Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk

Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding

HDAB Aanvulling stand van zakenbrief Afghanistan: nazorg, counter insurgency opleiding en eigen vuur incident

Psychological Support

Ouders op de arbeidsmarkt

Huiselijk geweld in Limburg

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Toespraak Limburgse Veteranendag 23 juni 2012 Roermond

Enquête Telefonische dienstverlening

Samenvatting derde rapport

Aanwijzing VP Nuldelijnsondersteuning Veteranen Platform 2016

Seksuele gezondheid van holebi s

Nederlandse samenvatting

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

Transcriptie:

Veteraan, hoe gaat het met u? Onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse veteranen

Veteraan, hoe gaat het met u? Onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse veteranen Alieke Reijnen en Jacco Duel, 2019

In het kort De belangrijkste conclusies Het gaat goed met veruit de meeste veteranen: hun kwaliteit van leven is goed Tien procent van de veteranen heeft behoefte aan zorg of ondersteuning vanwege de uitzending Zes op de tien veteranen met behoefte aan zorg of ondersteuning vanwege de uitzending heeft daarvoor professionele hulp Veteranen hebben uiteenlopende redenen om geen professionele hulp te zoeken voor uitzendgerelateerde zorgbehoeften Tien procent van de veteranen heeft geen behoefte aan zorg vanwege de uitzending in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek, maar heeft/krijgt mogelijk wel problemen vanwege de uitzending: deze groep verdient daarom onze aandacht Vooral gezondheid, sociale steun en het niet ervaren van eenzaamheid beïnvloeden de kwaliteit van leven positief Het gaat goed met het merendeel van de veteranen die uit dienst zijn; zij beoordelen de kwaliteit van hun leven met een ruime voldoende. Hun gemiddelde score is een 7,9. Dit positieve beeld is vergelijkbaar met het beeld dat uit het vorige onderzoek in 2014 naar voren kwam. Eén op de tien veteranen heeft ten tijde van het onderzoek problemen die zij toeschrijven aan de uitzending. Meer dan de helft van deze veteranen ontvangt hiervoor professionele ondersteuning. Daarnaast behoort één op de tien veteranen tot wat wij de aandachtsgroep noemen; deze veteranen hebben geen zorgbehoeften vanwege de uitzending in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek, maar de uitzending speelt in hun ogen of die van hun omgeving een negatieve rol in het leven. Zowel veteranen met problemen vanwege de uitzending als veteranen in deze aandachtsgroep hebben een lagere kwaliteit van leven en een hogere mate van eenzaamheid dan veteranen zonder zorgbehoeften. Zes op de tien veteranen met uitzendgerelateerde zorgbehoeften hebben daarvoor professionele hulp. Veteranen die geen professionele hulp ontvangen, noemen hiervoor verschillende redenen, bijvoorbeeld dat zij de problemen zelf willen aanpakken en oplossen. Zoals in het vorige onderzoek ook is beschreven, past dit in de can-do mentaliteit van militairen en veteranen. Voor de zorg ligt hier de taak om te onderzoeken hoe deze veteranen kunnen worden ondersteund in hun zelfredzaamheid. Een andere reden dat veteranen geen professionele hulp hebben voor uitzendgerelateerde zorgbehoeften is dat de problemen voor sommige veteranen mogelijk niet ernstig (genoeg) zijn om hulp te zoeken. Ze functioneren (nog) goed genoeg in hun dagelijks leven, zodat zij niet de noodzaak voelen om hulp te zoeken. Ook zijn er veteranen die in het verleden wel in zorg zijn geweest, maar die daar onvoldoende of geen baat bij hebben gehad of daar zelfs slechte ervaringen mee hebben. Mogelijk sloot de zorg niet (helemaal) aan op de behoeften van de veteraan of pasten de behoeften van de veteraan niet binnen het aanbod van de reguliere ondersteuning/zorg. Deze veteranen zijn mogelijk gebaat bij andere vormen van zorg, erkenning of begrip dan die nu geboden worden. Overigens is het afzien van zorg of het 5

niet zoeken van zorg niet iets dat alleen onder veteranen voorkomt. Onderzoeken van bijvoorbeeld NIVEL en het het soms jarenlange proces waarin de veteraan zijn klachten al dan niet (h)erkent, zijn overwegingen om wel of geen Aanleiding met driekwart van hen goed ging. Echter, met een relatief klein deel van de veteranen ging het minder goed. Zij scoorden op Trimbos-instituut laten zien dat ook onder de Nederlandse ondersteuning te zoeken, de invloed van de omgeving op dit meerdere levensgebieden een onvoldoende en gaven aan bevolking een deel afziet van een bezoek aan de huisarts of proces en de uiteindelijke keuze om hulp te zoeken. De manier Veel veteranen kijken positief terug op hun missie(s) en behoefte te hebben aan ondersteuning vanwege de uitzending. geen hulp zoekt voor psychische klachten. om dit te onderzoeken is met het afnemen van uitgebreide beschrijven het als een periode van persoonlijke groei. Naar aanleiding van dat onderzoek heeft de RZO de minister Een deel van de veteranen met uitzendgerelateerde klachten interviews in combinatie met een longitudinaal onderzoek Uit onderzoek is echter ook bekend dat blootstelling aan aanbevolen om het onderzoek die zelf geen ondersteuning zoeken of gebruiken, is mogelijk waarin dezelfde veteranen door de tijd heen worden gevolgd stress- en traumagerelateerde situaties tijdens de uitzending periodiek te herhalen om op de hoogte te blijven van het wel gebaat bij professionele hulp of ondersteuning. Hoe kunnen om de ontwikkeling van de kwaliteit van leven en factoren die specifieke risico s kunnen vormen voor de gezondheid en het welzijn en de zorgbehoeften van post-actieve veteranen. zij worden geholpen en welke vorm van ondersteuning is daarmee samenhangen in kaart te brengen. welzijn van militairen tijdens en direct na uitzending, maar soms Daarom heeft het Ministerie van Defensie in 2018 aan het daarvoor geschikt? In het vorige onderzoek werd een sterkere In deze publiekssamenvatting vindt u een korte toelichting ook jaren later. Veteraneninstituut gevraagd om het onderzoek opnieuw uit te outreachende zorg voorgesteld, omdat een deel van de zorgvra- op de bevindingen van het onderzoek en aanbevelingen voor voeren. gen zich mogelijk bevindt bij veteranen die zich in een sociaal isolement bevinden. Ook in dit onderzoek blijkt sociaal isolement, naast zorgbehoeften, een belangrijk thema in relatie tot het ervaren van een verminderde kwaliteit van leven. Uitzendgerelateerde zorgbehoeften en een lagere kwaliteit van leven gaan hand in hand met eenzaamheid. Informeel contact, eventueel in de eigen leefomgeving, zou kunnen helpen om passende hulpvormen te vinden. Daar ligt mogelijk een rol de praktijk en voor het vervolg van dit onderzoek. Als u meer wilt weten, verwijzen wij u graag naar het achtergrondrapport dat te vinden is op de website van het Veteraneninstituut. Volgens de Veteranenwet (2014) is een veteraan: de militair, gewezen militair, of de gewezen dienstplichtige, van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, alsmede degene die behoorde tot het vaarplichtig koopvaardijpersoneel, die het Koninkrijk der Nederlanden heeft gediend onder oorlogsomstandigheden dan wel heeft deelgenomen aan een missie ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde voor zover deze missie bij regeling van Onze Minister is aangewezen. Deze samenvatting geeft een beeld van hoe het met postactieve veteranen gaat anno 2018; het verschaft inzicht in de factoren die samenhangen met (verminderde) kwaliteit van leven en geeft antwoord op de centrale vraag in hoeverre er bij Nederlandse veteranen sprake is van een behoefte aan zorg en hoe zij omgaan met die behoefte. voor het thuisfront, maar ook voor de huisarts of collegaveteranen om op laagdrempelige wijze de gang naar de zorg In Nederland kunnen veteranen uit dienst met zorgbehoeften te kunnen inzetten. Door de naaste omgeving van veteranen vanwege de uitzending terecht bij het Landelijk Zorgsysteem te informeren over de mogelijke gevolgen van een uitzending voor Veteranen (LZV). De Raad voor civiel-militaire Zorg en en de mogelijkheden voor zorg (Veteranenloket) kunnen zij Onderzoek (RZO) houdt toezicht op het LZV, bewaakt de kwali- alert zijn op eventuele uitzendgerelateerde zorgbehoeften van teit van het systeem en adviseert de minister van Defensie op veteranen. Daarnaast zou het ondersteunen van het netwerk het gebied van veteranenzorg. Om deze taak goed te kunnen rondom de veteraan kunnen helpen om veteranen te motiveren uitvoeren is in opdracht van de RZO in 2014 het onderzoek om zorg te zoeken voor hun problemen. Overigens blijkt dat uitgevoerd naar de zorgbehoef- de meeste veteranen met uitzendgerelateerde klachten zelf het ten en het zorggebruik van Nederlandse post-actieve veteranen. initiatief nemen om hulp te zoeken. Dit onderstreept het belang In dat onderzoek werd bevestigd dat de meeste veteranen met om meer inzicht te krijgen in factoren die een rol spelen in trots en voldoening terugkeken op hun missie(s) en dat het 6 7

Deelnemers is een vragenlijstonderzoek onder 6.000 Nederlandse post-actieve veteranen. Uit het Veteranen Registratie Systeem (VRS) van Defensie is een steekproef getrokken van veteranen die niet meer werkzaam zijn als militair. Op basis van de aard van de missies en het geldende zorg- en personeelsbeleid zijn zes periodes onderkend (zie Tabel 1); uit elke periode zijn steeds 1.000 veteranen geselecteerd. In totaal hebben 2.643 (44%) veteranen deelgenomen aan dit onderzoek. Daarnaast zijn de gegevens van een steekproef van 499 post-actieve veteranen die deelnamen aan de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan toegevoegd aan het onderzoek. 1 Dit omdat de afdeling Trends, Onderzoek en Statistiek van het Ministerie van Defensie tegelijkertijd een vergelijkbaar onderzoek heeft uitgevoerd naar het welzijn van alle ISAF-veteranen en deze veteranen niet in onze steekproef waren opgenomen. De resultaten in deze samenvatting zijn daarmee gebaseerd op de ingevulde vragenlijsten van 3.142 veteranen. Tabel 1. Indeling verschillende uitzendperiodes. Nieuw- Guinea UNIFIL Cambodja- Srebrenica Post- Srebrenica War on Terror Veteranen die in periode 1950-1962 zijn ingezet in het conflict in voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Dit is het laatste klassieke conflict waarbij de Nederlandse krijgsmacht is ingezet ter bescherming van het grondgebied van het Koninkrijk. Veteranen die zijn ingezet tijdens vredesoperaties van 1947 tot en met 1985. Dit waren de eerste vredesoperaties volgens het Blauw-helm-concept. UNIFIL in Zuid-Libanon was de eerste vredesoperatie waarbij op grote schaal Nederlandse troepen in een (post-) conflictgebied zijn ingezet. Veteranen die zijn ingezet in de periode 1986 tot 1996; m.u.v. DUTCHBAT III in voormalig Joegoslavië omdat medio 2019 een vergelijkbaar onderzoek naar het welzijn van deze veteranen gepland staat. Veteranen die zijn uitgezonden in de periode 1996 tot 2002. Dit is de periode waarbij in Nederland sprake is van een heroriëntatie op deelname aan vredesmissies. In deze periode was ook een toenemende aandacht voor de gezondheid en het welzijn van veteranen. Veteranen die uitgezonden zijn in de periode 2002 tot en met 2005; m.u.v. ISAF in Afghanistan vanwege een vergelijkbaar onderzoek onder alle ISAF-veteranen. In 2005 voert Defensie één uniform en samenhangend beleidsconcept in voor de begeleiding en zorg van militairen rondom uitzendingen. 2006-heden ISAF Veteranen die uitgezonden zijn in de periode 2006 tot heden; m.u.v. ISAF in Afghanistan vanwege een vergelijkbaar onderzoek onder alle ISAF-veteranen. In deze periode geldt één uniform concept voor personeelszorg voor, tijdens en na uitzending. Veteranen die in de periode 2002 tot en met 2014 zijn ingezet in Afghanistan als onderdeel van ISAF. De resultaten van deze veteranen zijn afkomstig uit het ISAF-onderzoek van het Ministerie van Defensie. 1. Voor een compleet beeld van het ISAF onderzoek verwijzen wij naar het ISAF-rapport van het Ministerie van Defensie. 9

Kenmerken van de veteranen Van de veteranen die deelnemen aan het onderzoek is 95% man. De leeftijd varieert van 23 tot 94 jaar en de gemiddelde leeftijd is 55 jaar. Bijna driekwart is gehuwd of heeft een wettig geregistreerd partnerschap. Vier op de vijf veteranen woont samen met een partner (en eventueel kinderen); 14% is alleenstaand (al dan niet met kinderen). Iets meer dan de helft van de veteranen is middelbaar opgeleid. Ruim de helft heeft een betaalde baan; ruim een derde is met pensioen en een relatief klein deel is werkloos of arbeidsongeschikt (zie Figuur 1). Het merendeel van de veteranen diende bij de Koninklijke Landmacht. Eén op de vijf veteranen verliet de militaire dienst als dienstplichtige (zie Figuur 2). De veteranen waren gemiddeld 27 jaar toen zij voor de eerste keer werden uitgezonden. Iets meer dan een derde van de veteranen is meer dan één keer uitgezonden. Wat zijn redenen dat veteranen niet deelnemen aan het onderzoek? Na het versturen van de uitnodiging hebben wij 248 reacties ontvangen voor geen deelname, waarbij het merendeel een toelichting heeft gegeven. De belangrijkste redenen om niet deel te nemen, zijn dat men geen interesse had of dat het te lang geleden was. Slechts een enkele veteraan gaf aan dat hij klachten had of heeft gehad vanwege de uitzending en dat hij daarom niet wilde deelnemen. Maar het algemene beeld dat naar voren komt, is dat men niet deelneemt omdat de uitzending geen rol (meer) speelt in het huidige leven. 55% Demografische kenmerken Woonsituatie Opleiding Arbeidspositie 3% 3% 2% 1% Militaire kenmerken bij verlaten van de dienst Krijgsmachtdeel Rang Dienstverband 3% 1% 11% 34% 14% 4% 11% 19% 28% 21% 38% 55% 24% 57% 26% 83% 52% 26% 78% Samenwonend met partner (en kinderen) Alleenstaand Alleenstaand met kinderen Overig Laag Middel Hoog Betaald werk Pensioen Werkloos Arbeidsongeschikt Overig Koninklijke Landmacht Koninklijke Marine Koninklijke Luchtmacht Koninklijke Marechaussee Soldaat (of vergelijkbaar) Korporaal (of vergelijkbaar) Onderofficier Officier Vrijwillig dienstverband Dienstplichtig Reservist 55% Figuur 1. Demografische kenmerken. Figuur 2. Militaire kenmerken bij het verlaten van de dienst. 10 11

Terugblik op de uitzending(en) Veteranen kijken overwegend positief terug op hun uitzending(en). Zij hebben kameraadschap, saamhorigheid en onderling vertrouwen ervaren en kijken met voldoening en trots terug op de missie. Sommige veteranen ervaren gevoelens van frustratie, spanning, angst, boosheid en onbegrip als zij terugdenken aan de uitzending. Schaamte, schuldgevoel, spijt en verveling spelen voor de meesten niet of nauwelijks een rol. Voor bijna de helft van de veteranen is de invloed van de uitzending op het leven (zeer) positief (zie Figuur 3). Ongeveer twee op de vijf veteranen ervaart zowel een positieve als een negatieve invloed op het leven. Een relatief klein deel ervaart alleen een negatieve invloed van de uitzending op het verdere leven. Zijn de uitkomsten representatief voor alle veteranen die uit dienst zijn? Door het hoge aantal deelnemers geven de uitkomsten een betrouwbaar beeld van de groep van 58.584 post-actieve veteranen waaruit de steekproef is getrokken (zie Tabel 1 voor een beschrijving van de steekproef). Bovendien is de dataset gewogen; hierdoor tellen de gegevens van respondenten in een bepaalde periode meer of minder mee in de uiteindelijke resultaten. Dit was nodig omdat de steekproef is getrokken per uitzendperiode; uit iedere periode zijn 1.000 veteranen geselecteerd, terwijl de totale populatie per periode verschilt. Daardoor verschilt de kans om in de steekproef terecht te komen per periode. Door de weegfactoren toe te passen, is dit gecorrigeerd en geven de uitkomsten een betrouwbaarder beeld van de gehele groep post-actieve veteranen waaruit de steekproef is getrokken. 12% 5% 45% 39% (Zeer) positief Zowel positief als negatief Niet positief of negatief (Zeer) negatief Figuur 3. Invloed van de missie op het leven van de veteraan. 13

Kwaliteit van leven Over het algemeen gaat het goed met de veteranen. Gemiddeld geven zij een 7,9 voor hun kwaliteit van leven; 8% van de veteranen geeft een zes of lager en 55% een acht of hoger. De meesten ervaren het leven als zinvol en zijn daar tevreden mee. Dit beeld is vergelijkbaar met het beeld dat uit het onderzoek in 2014 naar voren kwam. Een derde van de veteranen geeft aan dat hun huidige leven positief wordt beïnvloed door de missie en bijna de helft ervaart een positieve invloed van de militaire loopbaan op het huidige leven (zie Figuur 4). Een minderheid van de veteranen ervaart een negatieve invloed van de missie en/of de militaire loopbaan op hun huidige leven. Missie(s) Militaire loopbaan 15% 14% 32% 49% 54% 38% Positief Geen Negatief Figuur 4. Invloed van de missie en de militaire loopbaan op het huidige leven van de veteraan. Wat wordt verstaan onder kwaliteit van leven? De kwaliteit van leven is in dit onderzoek het gemiddelde van twaalf rapportcijfers die veteranen geven. Het gaat om cijfers voor hun lichamelijk functioneren, het zelfstandig functioneren, het psychisch functioneren, de woonsituatie, de dagbesteding, de financiële situatie, sociale contacten, persoonlijke relaties, vrijetijdsbesteding, de zinvolheid van het leven, de tevredenheid met deze zinvolheid en het cijfer voor de huidige kwaliteit van leven. 15

Behoefte aan ondersteuning Ongeveer één op de zes veteranen (17%) had één of meer zorgbehoeften in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek (zie Figuur 5). Deze behoeften komen met name voor op de domeinen lichamelijk en psychisch functioneren en de financiële situatie. Bij een deel van de veteranen met een zorgbehoefte hangen de problemen of klachten samen met de uitzending. In totaal had één op de tien veteranen een zorgbehoefte in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek die (deels) gerelateerd is aan de uitzending. Zes op de tien veteranen met uitzendgerelateerde zorgbehoefte(n) krijgen hiervoor professionele hulp of ondersteuning. Veteranen maken binnen de civiele hulp- en dienstverlening met name gebruik van een vorm van geestelijke gezondheidszorg en/of zorg vanuit de huisartsenpraktijk. Veteranen die gebruik maken van hulp- en dienstverlening voor militairen en veteranen maken met name gebruik van het maatschappelijk werk van De Basis en van materiële hulp via het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Over het algemeen voelen veteranen zich begrepen door de hulpverlener en zijn zij tevreden over de geboden hulp. Vier op de tien veteranen met een zorgbehoefte vanwege de uitzending ontvangen hiervoor geen hulp. De meest genoemde redenen die veteranen hiervoor geven, zijn dat zij het zelf willen aanpakken of oplossen, dat zij niet gemotiveerd zijn of dat zij eerder professionele hulp hebben gekregen maar dat eerdere ervaringen negatief zijn of dat zij geen baat hebben gehad bij de hulp. Naast de veteranen die ten tijde van het onderzoek zorgbehoeften hebben vanwege de uitzending, is er een groep van 10% die geen zorgbehoeften heeft vanwege de uitzending ten tijde van het onderzoek, maar bij wie de uitzending in hun ogen of die van hun omgeving een negatieve rol speelt in hun huidige leven; deze veteranen rekenen wij tot de aandachtsgroep. Wie behoren tot de aandachtsgroep? Veteranen in de aandachtsgroep geven aan in de drie maanden voorafgaand aan het onderzoek geen zorgbehoeften te hebben die gerelateerd zijn aan de uitzending. Maar iemand in de directe omgeving van de veteraan maakt zich zorgen dat de veteraan mogelijk uitzendgerelateerde problemen heeft waarvoor hij hulp zou moeten zoeken en/of de veteraan ervaart een negatieve invloed van de uitzending op zijn huidige leven. De veteranen behoren tot de aandachtsgroep omdat zij mogelijk problemen hebben of krijgen vanwege de uitzending. Deze groep verdient daarom onze aandacht. Veteranen zonder zorgbehoefte Aandachtsgroep Kwaliteit van leven 7,0 Veteranen met een zorgbehoefte die niet gerelateerd is aan de uitzending Kwaliteit van leven 8,3 3142 Veteranen Kwaliteit van leven 7,9 Kwaliteit van leven 7,4 Kwaliteit van leven 6,1 Kwaliteit van leven 6,5 Veteranen met een zorgbehoefte die gerelateerd is aan de uitzending met professionele hulp Veteranen met een zorgbehoefte die gerelateerd is aan de uitzending zonder professionele hulp Figuur 5. Zorgbehoeften en de gemiddelde kwaliteit van leven voor verschillende groepen (inclusief de aandachtsgroep in blauw) en het totaal. Elk symbool van een persoon staat voor 1%. 16 17

Kwaliteit van leven en zorgbehoeften gerelateerd aan de uitzending (oranje). De aandachtsgroep Risicofactoren Tabel 2. Factoren die samenhangen met (een verminderde) kwaliteit van leven. Ruim driekwart van de veteranen heeft geen behoefte aan ondersteuning of zorg; deze groep is het meest tevreden over hun leven (groen; zie Figuur 5). Veteranen met zorgbehoeften vanwege de uitzending die daarvoor professionele hulp (blauw) bevindt zich wat betreft kwaliteit van leven tussen de groep met uitzendgerelateerde zorgbehoeften zonder professionele hulp en de groep met zorgbehoeften die niet zijn gerelateerd aan de uitzending. Dit geeft aan dat er in deze In het onderzoek is ook gekeken naar kenmerken of gedragingen die samenhangen met (een verminderde) kwaliteit van leven (zie Tabel 2). 2 In de gevonden factoren zijn grofweg twee overkoepelende thema s te onderscheiden. Thema Positieve samenhang (aanwezigheid/hogere mate hangt samen met betere kwaliteit van leven) Negatieve samenhang (aanwezigheid/hogere mate hangt samen met lagere kwaliteit van leven) ontvangen (rood) zijn het minst tevreden; zij scoren net een voldoende op de kwaliteit van leven. Ook veteranen die voor groep mogelijk wel behoeften aan ondersteuning zijn mogelijk zelfs uitzendgerelateerd maar dat deze niet urgent Eén thema is een vorm van sociaal isolement, zoals alleenstaand zijn, geen werkkring hebben vanwege werkloosheid Terugkijken op de missie(s) met voldoening Alleenstaand zijn (al dan niet met kinderen) de uitzendgerelateerde zorgbehoefte geen zorg ontvangen (paars), beoordelen de kwaliteit van leven nog net met een voldoende. Deze beide groepen scoren ongeveer een punt lager dan veteranen met zorgbehoeften die niet zijn (genoeg) waren in de drie maanden voorafgaand aan dit onderzoek. Dit sluit een zorgbehoefte vanwege de uitzending in het verleden of de toekomst niet uit. of arbeidsongeschiktheid, weinig sociale steun ervaren, zich eenzaam voelen of terugdenken aan de missie met gevoelens van schaamte, spijt of schuldgevoel of zonder voldoening. Het tweede thema is het hebben van (gezondheids)klachten, al dan niet gerelateerd aan de uitzending. Daarnaast zijn er enkele overige factoren die een bescheiden rol spelen. Sociaal isolement Sociale steun ervaren Actief zijn als veteraan (veteranenpas hebben, lid zijn van een vereniging, deelnemen aan activiteiten voor veteranen) Werkloos of arbeidsongeschikt zijn Terugkijken op de missie(s) met gevoelens van schaamte en/of schuld en/of verveling Eenzaamheid ervaren Zorgconsumptie in twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek (Gezondheids)klachten Niet-uitzendgerelateerde zorgbehoeften hebben Uitzendgerelateerde zorgbehoeften hebben Behoren tot de aandachtsgroep Hoger inkomen Overig Langere duur van de militaire loopbaan Een negatief effect van militaire loopbaan ervaren op het huidige leven 2. N=2.643; ISAF-veteranen zijn niet meegenomen in deze analyse omdat verschillende factoren niet zijn gemeten in deze groep. 18 19

Eenzaamheid Eenzaamheid blijkt naast gebrek aan sociale steun de belangrijkste factor die samenhangt met een verminderde kwaliteit van leven. Dit laat zien dat naast de aanwezigheid van steun ook de beleving van sociale steun een rol speelt in de kwaliteit van leven. Eén op de acht veteranen (13%) is zeer eenzaam en dit aantal is verhoudingsgewijs groter dan het percentage in de Nederlandse bevolking. Daarnaast geeft 27% van de veteranen aan matig eenzaam te zijn. Het totale percentage veteranen dat aangeeft in enige mate eenzaam te zijn (40%), is wel vergelijkbaar met dat van de Nederlandse bevolking. Eenzaamheid gaat verhoudingsgewijs vaak samen met een verminderde kwaliteit van leven en/of de aanwezigheid van zorgbehoeften vanwege de uitzending en/of het behoren tot de aandachtsgroep (zie Figuur 6). Tot slot hangen werkloos of arbeidsongeschikt zijn, alleenstaand zijn, een laag inkomen en een negatievere beleving van de uitzending samen met eenzaamheid. Lage kwaliteit van leven 1% 2% Uitzendgerelateerde problematiek of aandachtsgroep 9% 4% 4% 1% Zeer eenzaam 4% Figuur 6. Samenhang tussen kwaliteit van leven, uitzendgerelateerde klachten ervaren of behoren tot de aandachtsgroep en eenzaamheid. Het gaat om 636 van de 2.643 veteranen op wie één of meer van deze aspecten van toepassing zijn; de percentages zijn gebaseerd op het totaal van 2.643 veteranen waarbij deze aspecten gemeten zijn (ISAF-veteranen zijn niet meegenomen in deze analyse omdat eenzaamheid niet is gemeten in deze groep). Aanbevelingen Uit het onderzoek volgen enkele aanbevelingen. Deze hebben we kort beschreven aan het begin van deze publiekssamenvatting en hieronder vatten we ze nogmaals samen. Daarnaast krijgt dit onderzoek op korte termijn een vervolg. Via interviews willen wij meer inzicht krijgen in verschillende thema s uit het onderzoek, zoals eenzaamheid, de aandachtsgroep en hulpzoekgedrag. Ook willen wij aandacht besteden aan de hulpbronnen waaruit veteranen steun of kracht halen. Immers, de meeste veteranen ervaren positieve gevolgen van de uitzending en het militaire beroep. Aanbevelingen voor de praktijk Bied outreachende zorg richting degenen die geen hulp zoeken voor uitzendgerelateerde zorgbehoeften Ondersteun het netwerk rondom de veteraan Onderzoek het hulpzoekgedrag van veteranen en gebruik de inzichten uit dat onderzoek om de tijd tussen ontstaan van klachten en het moment van hulp zoeken onder veteranen te verkleinen Ondersteun de zelfredzaamheid van veteranen Onderzoek of het hulpaanbod aansluit bij de behoeften 20 21

Colofon Onderzoek naar het welbevinden van Nederlandse veteranen Uitgevoerd door Alieke Reijnen Jacco Duel Tekst Veteraneninstituut Vormgeving De Hoop&Koning grafisch meer, Driebergen Fotoverantwoording Veteraneninstituut Ministerie van Defensie Contact Veteraneninstituut Willem van Lanschotlaan 1, 3941 XV Doorn 088-3340050 info@veteraneninstituut.nl www.veteraneninstituut.nl ISBN/EAN 978-90-824578-2-7 2019 Veteraneninstituut, Doorn. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke wijze ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het Veteraneninstituut heeft getracht alle rechthebbenden van het fotomateriaal te achterhalen. Mochten deze personen of instanties desondanks van mening zijn dat fotorechten niet zijn gehonoreerd, dan kunnen zij zich wenden tot het Veteraneninstituut.