Leegstand en herbestemming stadsbreed in Maastricht en regio Aanvraag project Visie Erfgoed en Ruimte Erfgoed in krimpgebieden.



Vergelijkbare documenten
Herprogrammering in Maastricht Maastricht-LAB

Programma uur Inloop met koffie en thee.

Leegstand stadsbreed & kansen voor herbestemming

HERBESTEMMINGSINFORMATIE PROFESSIONALS

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

OMGEVINGSWET OMGEVINGSWET

CALL#2 GEZONDE WONINGMARKT

HERBESTEMMINGSINFORMATIE ALGEMEEN

Programma Zelfbouw Rotterdam

De kunst van samen vernieuwen

Leegstand agrarisch vastgoed

Transformatie Tapijnkazerne. Dialoogavond Tapijn

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 13 september 2017 ALDUS VASTGESTELD 21 SEPTEMBER Nota Cultuurhistorie Doetinchem 2017

De gemeente Maastricht heeft twee initiatieven geselecteerd als pilots voor tijdelijke huisvesting. Er

Foto plaatsen. Wat te doen ter voorbereiding op de Omgevingswet? Gaston Gelissen Programma-management

Nummer raadsnota: Bl Onderwerp: Beschikbaarstelling van krediet voor planontwikkeling winkelcentrum Arkendonk

leegstand en herbestemming

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede (eerste fase)

Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

Kennismaking organisatie Borsele Programma

Bescherm monumenten en erfgoed. Remon Aarts, Wim Canninga Ruimtelijke Expertise / Omgevingskwaliteit Dinsdag 18 april 2017

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Evaluatie en prioriteiten Cultuurhistorie. Eenheid Ruimtelijke Leefomgeving

Omgevingsvisie Giessenlanden. Plan van aanpak V1.3. Inleiding

Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019

Slimme zet! Vindingrijk in vastgoedopgaven!

Archeologiebeleid en de Omgevingswet Heleen van Londen

Kwaliteitsimpuls kantoren

Plan van aanpak Nieuwe ruimte 2013

Trendbreuk? Netto kwantitatieve opgave Wonen Bedrijventerreinen 18 (+30) ha 156 ha. (gemeentelijk + privaat)

De ladder en duurzame verstedelijking in Brabant

Tijdelijk Anders Gebruiken

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

CALL#4 SNELHEID IN DE ENERGIE- TRANSITIE

Meer woonkansen voor ouderen

wij presenteren u kijk 1

NAGELE. programmaboekje

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

JUDITH LEKKERKERKER 11 FEBRUARI 2016

HerontwikkelLAB VALUE ENGINEERING

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

U beschikt over bijzonder en waardevol vastgoed, maar heeft er geen goede bestemming meer voor

levendige voorziening in Naam Leidsche auteur Rijn Centrum Utrecht

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Leegstand & transformatie

LABjournaal EXP 04: Herbestemming grote monumentale panden

VVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Excursie Omgevingswet en erfgoed. 29 mei 2018, Leiden

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

Ontwikkelcompetitie Noordgebouw. Heleen Wijtmans, gemeente Utrecht David Snelleman, Dura Vermeer Maarten Kievits, Fakton

MidsizeNL Eerste lessen uit een kennis en inspiratie traject

Koers invoering Omgevingswet Boxtel

Bijlagen Uitvoeringsprogramma Weardefol Fryslân

Smaakmakerssessie Maastricht

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 28 mei 2013 Agendanr. 7.

De Omgevingswet: kansen en bedreigingen voor het Erfgoed

Cultuurhistorisch Erfgoed Beleid in Heerenveen. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen. Paulien van der Lely. Cultuurhistorisch Erfgoed in Heerenveen

Omgevingsvisie Maastricht. Tim van Wanroij projectleider Omgevingsvisie /

BIJ. Waar het economische en het sociale met elkaar wordt verenigd en waar vanuit kennis delen initiatieven duurzaam kunnen groeien en bloeien...

Kansen in Krimp Over het verduurzamen van naoorlogse woningen in dorpen en wijken in krimpgebieden in Noord Nederland

Huisadviseurschap. Team Ruimtelijke Kwaliteit. als verlengstuk van uw gemeentelijke organisatie. Libau

Bestuurdersconferentie Krimp in beweging!

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

STRUCTUURVISIE DEN HAAG ZUIDWEST

Toekomstbestendige winkelgebieden

Erfgoed als krachtvoer. Tips voor een nieuwe toekomst voor dorpen, steden en regio s

Meer woonkansen voor ouderen

Uitvoeringsprogramma Retail Parkstad Limburg. Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden, Platform 31 Utrecht, 30 mei 2018

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

NEDERLAND WORDT ANDERS LEARNING FROM LOWLANDS

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Toelichting herijking stedelijke programmering woningbouw Tima van der Linden

Kwaliteitsverbetering aanloopstraten. Presentatie 31 mei 2012

De gemeenteraad buitenspel na de invoering van de Omgevingswet? Gemeenteraad Bergen op Zoom 10 april 2017

Provero bijeenkomst. Utrecht, 15 november 2016 Ernst Koperdraat Jos Dolstra

Evenwichtig woningaanbod

Aan de raad van de gemeente LEIDSCHENDAM-VOORBURG

Aandachtspunten bij onderzoek naar herbestemming

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Meer grip op vakantieparken

Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Wonen boven winkels 120% 100% 80% 60% Verdiepingen. Leeg 40% 20% Verdiepingen. boven winkels

Investeren in Steden en Dorpen Coalitieakkoord Programma Investeren in Steden en Dorpen kleine kernen

INHOUD. Aanleiding nieuwe Omgevingswet Doelstelling Omgevingswet Inhoud van de nieuwe wet Planning wetgeving Hoe nu verder.

Boodschap: waardering

KENNISNEMEN VAN Onze gemeentelijke inzet ter stimulering van de economische ontwikkeling en herinvulling of transformatie van kantoorpanden.

Participatieverslag Nieuw & Anders

Mooi Prachtig Ongerept. En boeren?

Profielschets Raad van Commissarissen R.K. Woningbouwvereniging Zeist

Bloemen uit Brabant. Spreker: Gerd de Kruif Datum: 30 oktober 2014

Transcriptie:

Leegstand en herbestemming stadsbreed in Maastricht en regio Aanvraag project Visie Erfgoed en Ruimte Erfgoed in krimpgebieden 5 december 2012 1

Samenvatting Maastricht kampt net als vele andere steden in Nederland met een structureel probleem van leegstaand vastgoed. Dit beperkt zich niet alleen tot winkels en kantoren, maar heeft ook betrekking op een groot aantal monumentale en beeldbepalende panden in de stad. Langzaam is het besef binnen de gemeente Maastricht ontstaan dat op zoek gaan naar invulling voor een leegstaand pand een vorm is van dweilen met de kraan open. Uit een quick-scan vanuit cultureel erfgoed blijkt dat er de komende jaren ongeveer 60 beeldbepalende panden in Maastricht leeg komen te staan, waaronder kerken, scholen, kloosters, fabrieken en andere panden met historische en emotionele waarde voor de stad. Dit heeft gezorgd voor een eerste besef en bewustwording over de breedte en integraliteit van het vraagstuk van leegstand. Het aantal leegstaande panden is zo omvangrijk geworden dat we het probleem niet oplossen door enkel per pand te zoeken naar een invulling, want niet voor elk gebouw kan en nieuwe invulling gevonden worden, daarvoor zijn het er teveel. Dat betekent dus dat sommige gebouwen leeg zullen blijven, of misschien wel gesloopt moeten worden, waardoor de ruimtelijke inrichting van de stad aangetast kan worden. Dit project richt zich daarom volledig op het strategische vraagstuk van leegstand en herbestemming stadsbreed. Van het niveau van het gebouw naar het niveau van de stad. Oorzaken en patronen die bepalen waarom en welke gebouwen leeg (komen te) staan en de zoektocht naar nieuwe trends en invalshoeken om kansen te herkennen zijn belangrijke aspecten. Onderwerpen gerelateerd aan nieuwe stadsontwikkeling als tijdelijkheid, het nieuwe omgevingsrecht en uitnodigingsplanologie zullen worden meegenomen. Het doel is te komen tot een strategie of afwegingskader voor het omgaan met een overschot aan leegstand en het ontwikkelen van nieuwe erfgoedstrategieën. Dit zou handvatten moeten bieden bij de afweging of het nodig is om in te grijpen in de leegstand en welke ingreep dan wordt gekozen. Centrale vragen zijn: Hoe om te gaan met dit stadsbrede vraagstuk van structurele leegstand? Welke rol zou de gemeente en andere partijen hierin kunnen spelen? Hoe kom je tot een strategie, variërend van herbestemmen, ruïneren en/of slopen tot het organiseren van een match tussen vraag en aanbod? Waar steek je geld en energie in? Van belang is dat de opgedane praktische kennis in dit project naar een hoger plan getild wordt: Hoe ontwikkelen we kennis die ook toepasbaar is voor anderen? Plan van aanpak. Wat: Wanneer: 1. Inventarisatie en voorbereiding oktober 2012- februari 2013 2. Toetsing en aanscherping eerste ideeën met externe partijen (via het Maastricht-LAB) Jan 2013-maart 2013 3. Brede dialoog en casusgerichte aanpak met alle nieuwe stadmakers januari 2013- december 2013 4. Van stedelijke naar landelijke/(eu)regionale en wetenschappelijke context Aug 2013 juli 2014 5. Procesmatige en wetenschappelijke borging Jan 2013 juli 2014 Gevraagde financiële bijdrage van Visie Erfgoed en Ruimte: 90.0000 Cofinanciering door Gemeente Maastricht ( 13.000 excl. uren ambtenaren, bijdrage aan Maastricht-LAB in het algemeen (ca. 100.000) en facilitaire ondersteuning), Provincie ( 30.000), Stimuleringsfonds voor Architectuur ( 30.000), NAiM/Bureau Europa ( 7.000).

Inhoudsopgave 1 Aanleiding 4 1.1 Situatieschets erfgoedbeleid in Maastricht 4 1.2 Situatieschets ruimtelijkeordeningsbeleid in Maastricht 4 1.3 Het Maastricht-LAB als katalysator voor nieuwe manieren van stadsontwikkeling 5 1.4 Inzoomen op leegstand, herbestemming en functiemigratie 8 2 Projectbeschrijving 10 2.1 Doelstelling project 10 2.2 Onderzoeksvragen en denkrichtingen: 10 2.3 Projectplan 11 3 Projectorganisatie en planning 14 3.1 Projectorganisatie, inrichting en verantwoordelijkheden 14 3.2 Partners: 14 3.3 Projectfasering 15 3.4 Projectactiviteiten 15 4 Omgeving, communicatie en publiciteit 16 4.1 Omgevingsanalyse: Welke doelgroepen willen we bereiken? 16 4.2 Communicatie: Welke activiteiten worden ondernomen om het project bekendheid te geven? 17 5 Projectbegroting 18 6 Leerpunten en toegevoegde waarde project 18 6.1 Betekenis van het project voor de visie erfgoed en ruimte. 19 6.2 Voorbeeldstellend aan het project of programma. 21 6.3 Aanvulling op reguliere activiteiten of lopende projecten. 22 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 3

1 Aanleiding 1.1 Situatieschets erfgoedbeleid in Maastricht Maastricht is met 1660 rijksmonumenten de tweede monumentenstad van Nederland. Daarnaast heeft de stad ook nog ongeveer tweeduizend cultuurhistorisch waardevolle objecten en structuren, en talrijke archeologische aandachtsgebieden. De belangstelling in onze samenleving voor cultureel erfgoed groeit. In 2007 heeft de gemeenteraad de beleidsnota voor cultureel erfgoed vastgesteld onder de titel: Springlevend Verleden. Deze titel onderstreept het hoofddoel van het beleid. Monumentenzorg en archeologie zijn niet alleen gericht op de dode materie uit het verleden, zij schenken ook steeds meer aandacht aan het toekomstige gebruik van het culturele erfgoed. In plaats van louter behoud biedt het beleid van cultureel erfgoed meer ruimte voor vernieuwende maatschappelijke ontwikkelingen. De gemeente streeft ernaar dat cultuurhistorie wordt meegewogen bij nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie kan zelfs dienen als inspiratiebron voor ontwerpers en ontwikkelaars. Dit sluit aan bij het beleid van behoud door behoedzame ontwikkeling. Om deze beleidsrichting kracht bij te zetten is de gemeente begonnen met het vastleggen van de cultuurhistorische waarden via de bestemmingsplannen. Bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen wordt immers eerst gekeken naar het bestemmingsplan. Zo blijft het ontwikkelingsgericht denken op de voorgrond, terwijl er ook aandacht is voor de cultuurhistorische aspecten. Dit heet ook wel het Maastrichts planologisch erfgoed (MPE). 1.2 Situatieschets ruimtelijkeordeningsbeleid in Maastricht In Maastricht is recentelijk een nieuwe structuurvisie vastgesteld. Deze is tot stand gekomen via een uitgebreid participatietraject met inwoners, experts, organisaties en ondernemers. Tijdens dit proces heeft de gemeente geconstateerd dat er een andere tijd is aangebroken voor stadsontwikkeling in Maastricht. De groei is eruit. De groei die zorgt voor investeringen in de openbare ruimte, zorgt voor onderhoud, die de stad draaiende houdt. O.a. door de economische crisis loopt het systeem vast en moet er een alternatief komen voor de ontwikkeling van de stad. De eerste stap die de gemeente Maastricht heeft genomen is het herijken van de programmering van bedrijventerreinen, woningbouw en kantoren en het bepalen van de een nieuwe realistische agenda en ruimtelijke prioriteiten. Dit heeft geresulteerd in een financiële afboeking van de gemeente van 55 miljoen op bouwplannen voor woningen, kantoren en bedrijventerreinen. Maar de transitie in stadsontwikkeling uit zich niet alleen in een programmatisch en financieel vraagstuk, maar ook in een verschuiving van de rol en invloed van de gemeente. De derde stap is de Structuurvisie Maastricht 2030, waarin geen totaalplan, maar een raamwerk is opgetekend. Het raamwerk geeft de prioriteiten aan, waarbinnen de gemeente samen met gebruikers invulling aan wil geven. Ook zijn duurzame beleidsprincipes opgesteld, zoals herbestemmen gaat voor nieuwbouw, inbreiding voor uitbreiding en het optimaal benutten van bestaande (gebied en gebouwelijke) kwaliteiten. pagina 4 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

De stap die nu moet worden gezet is echter het vertalen van deze nieuwe denkkaders naar de praktijk. Hoe organiseer je de samenwerking met partners bij de invulling van de stad? Hoe ontwikkel je een strategie die uitgaat van herbestemming en het optimaal benutten van de kwaliteiten van gebieden en gebouwen? Hoe reguleer je flexibel en tijdelijk gebruik van initiatiefnemers? Hoe borg je de transitie die plaatsvindt in de praktijk van de stad? Oftewel: Hoe geef je de nieuwe manier van stadsontwikkeling in de praktijk handen en voeten? De haalbare winst van ontwikkeling zal zich in de komende jaren moeten richten op waardebehoud. Er komen namelijk nieuwe uitdagingen bij: 1) herovering van natuurlijke gebieden binnen stadsgrenzen en het onderhoud ervan 2) groeiend aantal monumenten, waar ook minder budget voor zal zijn. hoop of sloop? 3) verdunnen van bestaand vastgoed om waardebehoud, maar ook ter handhaving leefbaarheid 4) ontwikkelingen in de randgemeenten rondom voorlopig nog groeiend stedelijk centrum 1.3 Het Maastricht-LAB als katalysator voor nieuwe manieren van stadsontwikkeling Om antwoorden op deze vragen te krijgen is het Maastricht-LAB opgericht. Als trailblazer zoekt het LAB naar alternatieve methoden van ontwikkeling en daarna dient het als katalysator om de transitie naar een nieuwe vorm van stadsontwikkeling te stimuleren. Centraal staat het op kleine schaal zoeken naar oplossingen en hieruit lering te trekken voor grootschalige problemen. Afzonderlijke partijen zijn niet meer bij machte de energie op te wekken, maar met nieuwe coalities tussen burgers, publiek en private partijen kunnen de nieuwe opgaven worden opgelost. Externen schuiven aan voor discussies maar gaan vooral samen met de gemeente in de praktijk experimenteren met alternatieve strategieën. Zo hoopt Maastricht beter in te spelen op wensen en behoeften in de maatschappij, creatieve oplossingen te vinden voor herbestemming van gebieden en gebouwen, ruimte te bieden voor flexibele planning en tussentijdse planning en initiatieven om de duurzame ontwikkeling van de stad te waarborgen. Het zou mooi zou zijn als dit uiteindelijk ook leidt tot meer investeringen in de stad Maastricht en zichzelf profileert op het gebied van vernieuwende stedelijke ontwikkeling. Het Maastricht LAB is een tijdelijk orgaan en bestaat minimaal twee jaar. Het project is een samenwerking tussen de gemeente Maastricht en Studio Stad, een jong architectenkantoor. Naast het kernteam is er een Gideonsbende samengesteld. Omdat de wisselwerking essentieel is voor het succes van het LAB, is er gekozen om een aantal belangrijke partners aan het LAB te committeren. De Gideonsbende bestaat uit vertegenwoordigers uit meerdere lagen van de nieuwe stadmakers, variërend van kunstenaar tot advocaat, van bankier tot onderzoeker en van ondernemer tot directeur van een woningcorporatie. Bovendien hebben lokale, regionale en landelijke instanties zich bereid gesteld als samenwerkingspartner. Via twee benaderingswijzen werkt het LAB naar zijn doel. Ten eerste de praktische aanpak: een achttal experimenten worden in de stad uitgezet om ervaring op te doen. Ten tweede de educatieve benadering: de oprichting van een opleiding, om de opgedane ervaring te delen en nieuwe input binnen te halen. Experimenten worden vooral uitgevoerd met lokale partners, de kennisuitwisseling bestaat uit een veel groter netwerk van regionale instellingen en landelijke overheden. Vanuit een neutrale locatie, de leegstaande voormalige Ridderbrouwerij en daarna het hoofdkantoor van de Sphinxfabriek, zorgt het Maastricht LAB voor een impuls in de stad. Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 5

1.3.1 Experimenten De experimenten worden geselecteerd in samenspraak met de Gideonsbende. Aangezien schaal en thema variëren wordt voor elk EXP een eigen werkteam samengesteld bestaande uit experts, burgers, studenten en ambtenaren. In de naaste omgeving van een experiment wordt contact met inwoners en ondernemers gezocht voor draagvlak en lokale expertise. Extra input en werkkracht komt van studenten, aangezien er veel vraag is vanuit onderwijsinstellingen studenten bij de praktijk te betrekken. Voor intersectorale interactie worden verschillende afdelingen van de gemeente betrokken (stedenbouwkundigen, planjuristen, vergunningverleners, beleidsmedewerkers, etc.). Deze medewerkers worden bij elke stap betrokken en meegenomen in de zoektocht. Daarnaast heeft het LAB een groot netwerk opgebouwd van samenwerkingspartners en ambassadeurs. Deze worden afhankelijk van hun expertise en netwerk ook betrokken bij de diverse fasen van een experiment. Er zijn in totaal 8 experimenten binnen het Maastricht-LAB: EXP01: Park van de toekomst EXP02: Flexibel bestemmingsplan Tapijn met ruimte voor flexibiliteit en tijdelijke functies EXP03: Via cocreatie invulling van oude brandweerkazerne EXP04:Herbestemming van de leegstaande monumentale panden Eiffel, Bonnefantencollege en Francois de Veyestraat 4-6 EXP05: leegstand en herbestemming stadsbreed EXP06: Aanpak aanloopstraten EXP07: lokale kleinschalige duurzame energieopwekking EXP08: Open oproep aan de stad voor ideeën om met een plek in de stad aan de slag te gaan 1.3.2 Kennisnetwerk en opleiding Leren en kennis uitwisselen zijn de belangrijkste aspecten voor de waarborging van de nieuwe manier van werken. Om de ervaringen uit praktijkgerichte experimenten kritisch te kunnen bekijken, moeten deze worden vastgelegd. Het is de doelstelling om naast het uitvoerende orgaan het Maastricht-LAB ook een lerend orgaan op te zetten om een discours over stadsontwikkeling aan te sporen, die ook na het tijdelijk bestaan van het Maastricht-LAB kan worden voortgezet. De opleiding is ook een aanvulling op de huidige lesprogramma s van de omringende onderwijsinstellingen. Het ligt namelijk niet binnen de mogelijkheden van het reguliere onderwijs om mode-gevoelig te zijn. Omdat een informele faculteit niet gebonden is aan regelgeving, kan het programma snel op actuele thema s worden aangepast en werken aan een alternatieve lesstructuur. Onderwijsinstellingen worden door het economische bestek verplicht zich meer op de markt te gaan richten, daarentegen zijn er ook bedrijven, die eigen lesprogramma s aan bieden. Echter ontbreekt er nog een arena, waar overschrijdende belangen en ervaringen deel zijn van het curriculum. Aanbod OOK (informele opleiding): De opleiding krijgt een integrale benadering. Wat betekent integraal voor deze opleiding: 1) intersectoraal, alleen met meerdere verantwoordelijkheden is de complexiteit van de stad en haar uitdagingen te vatten. 2) interdisciplinair, een antwoord kan per definitie niet puur esthetisch, ruimtelijk of sociaal zijn, het probleem is te veelzijdig. 3) meerdere generaties, het ritme van de stad is trager dan dat van haar gebruikers. Het lesmateriaal is een combinatie uit de leermomenten van de experimenten, referenties uit de (Eu)regio en vergelijkbare stedelijke agglomeraten. pagina 6 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

De opleiding houdt zich bezig met vragen, die ook actueel zijn bij het opzetten van de Provinciaal Omgevingsplan Limburg. Het is een platform voor denken in een interstedelijk netwerk, een thema, dat ook in het Bidboek van VIA2018 is opgenomen onder de naam Nieuwe Stedelijkheid. Het katalyseert de transitie van Ruimtelijke Ordening naar een nieuwe Stadsontwikkeling. De studieleiding zal een flexibele opbouw van het curriculum hanteren. Naast drie geselecteerde thema s worden ook inspiratie-momenten georganiseerd om in te gaan op actualiteiten, ter aanvulling of verdieping van een thema, of ter oriëntatie voor nieuwe thema s. De volgende thema s komen in ieder geval aan bod: 1) concept-ontwikkeling, nieuwe methodes van proces-ontwerp - cocreatie - open-source ruimtelijk ontwerp - nieuwe verantwoordelijkheden leidt tot nieuwe beroepen - van eigen initiatief tot collectieve invulling - nieuwe manieren van werken 2) waarde-ontwikkeling, nieuwe verdienmodellen - financiering van openbare ruimte - commensurabel maken van sociale en maatschappelijk waarde - less is more 3) juridische-ontwikkeling, publiekrechtelijk gereedschap - juridisch instrumentarium - Wet Ruimtelijke Ordening - Vergunningvrij bouwen Doelgroep Om het transitieproces te katalyseren, moet op alle knopen in het systeem van (stads)ontwikkeling worden ingezet. Daarom is de opleiding niet geijkt op één, maar verschillende beroepsprofielen. In het proefjaar zal behalve een open inschrijving ook verschillende partijen en personen worden uitgenodigd, zodat bestaande potenties worden gestimuleerd. OOK is gericht op de toekomstige en huidige stadmaker. - ambtenaren van gemeenten Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen en regio - ambtenaren van Provincie Limburg - woningcorporaties - private stadmakers (ontwikkelaars, beleggers, architecten, planologen, burgers, etc.) - studenten van de omringende onderwijsinstellingen Opzet Hoewel het voornemen is de vorm en presentatietechniek per evenement aan te passen, wordt van een vaste basis uit gewerkt: DEEL_A: (avond) lezing van pioniers filosoof, urban-operator, kunstenaar, hoogleraar, econoom, nieuwe beroepen. gericht op een (Eur)regionaal publiek mogelijk Engelstalig zaal +/-100 bezoekers Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 7

DEEL_B: (ochtend)jamsessie gegeven door dezelfde spreker van de avond ervoor mogelijkheid beantwoorden vragen bestuderen casus gericht op gecommitteerde stadmakers klassikaal 20-30 deelnemers DEEL_C (optioneel): tentoonstellingen excursies acties 1.4 Inzoomen op leegstand, herbestemming en functiemigratie Maastricht kampt net als vele andere steden in Nederland met een structureel probleem van leegstaand vastgoed. Dit beperkt zich niet alleen tot winkels en kantoren, maar heeft ook betrekking op een groot aantal monumentale en beeldbepalende panden in de stad. Langzaam is het besef binnen de gemeente Maastricht ontstaan dat op zoek gaan naar invulling voor een leegstaand pand een vorm is van dweilen met de kraan open. Uit een quick-scan vanuit cultureel erfgoed blijkt dat er de komende jaren ongeveer 60 beeldbepalende panden in Maastricht leeg komen te staan, waaronder kerken, scholen, kloosters, fabrieken en andere panden met historische en emotionele waarde voor de stad. Dit heeft gezorgd voor een eerste besef en bewustwording over de breedte en integraliteit van het vraagstuk van leegstand. Het aantal leegstaande panden is zo omvangrijk geworden dat we het probleem niet oplossen door enkel per pand te zoeken naar een invulling, want niet voor elk gebouw kan en nieuwe invulling gevonden worden, daarvoor zijn het er teveel. Dat betekent dus dat sommige gebouwen leeg zullen blijven, of misschien wel gesloopt moeten worden, waardoor de ruimtelijke inrichting van de stad aangetast kan worden. Een omschakeling van denken lijkt hiervoor noodzakelijk. De gedachte dat het verplaatsen van functies (functiemigratie), de agglomeratie van functies (functieconcentratie) en het stimuleren van nieuwbouw automatisch leidt tot toenemende stedelijke dynamiek en economische groei, is achterhaald en toe aan vernieuwing. Partijen neigen echter nog steeds om deze conventionele denkwijzen te gebruiken, waarbij wordt uitgegaan van huidige boekwaarden en hoogwaardige functies. In de huidige maatschappelijke context leidt deze strategie enkel tot verschuiving van problemen, creatie van leegstand en een afnemende diversiteit van de binnenstad. De gemeente en de stad moeten daarom de afweging maken welke strategie voor welke panden of gebieden wordt gekozen. Daarvoor is een nieuwe discussie nodig. Het scenario dat er gebieden ontstaan met groepen leegstaande panden is namelijk heel reëel en zelfs nu al op plekken zichtbaar. EXP05 van het Maastricht-LAB richt zich daarom volledig op het strategische vraagstuk van leegstand en herbestemming stadsbreed. Van het niveau van het gebouw naar het niveau van de stad. Oorzaken en patronen die bepalen waarom en welke gebouwen leeg (komen te) staan en de zoektocht naar nieuwe trends en invalshoeken om kansen te herkennen zijn belangrijke aspecten. Onderwerpen gerelateerd aan nieuwe stadsontwikkeling als tijdelijkheid, het nieuwe omgevingsrecht en uitnodigingsplanologie zullen worden meegenomen. In een eerste gesprek over pagina 8 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

dit strategische vraagstuk binnen de context van het Maastricht-LAB is het 5G-model ontstaan: vijf krachten die als uitgangspositie kunnen gelden om een gebouw een invulling te geven, of als verschillende aspecten die bij elkaar kunnen worden gebracht om kansen te herkennen. De vijf G s zijn gebruiker, gebouw, gebied, geld en gemeente. De vraag is of de gemeente als matchmaker kan dienen, om vraag en aanbod bij elkaar bij te brengen. Het is de vraag hoe huidige vormen van stadsplanning moeten worden aangepast in het belang van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de stad. Helder is dat nieuwe oplossingen en strategieën nodig zijn. Daar is bestuurlijk lef voor nodig, want creativiteit vereist ook rugdekking. Uitgaan van het zelforganiserend vermogen van de stad zou hier kunnen voldoen. Het ondersteunen van en genoeg ruimte bieden voor lokale initiatieven en creatief ondernemerschap kan namelijk ook een strategie zijn. Maar in welke situaties is dit toereikend, en wanneer is overheidsinterventie gewenst? Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 9

2 Projectbeschrijving 2.1 Doelstelling project Het doel van dit experiment is te komen tot een strategie of afwegingskader voor het omgaan met een overschot aan leegstand en het ontwikkelen van nieuwe erfgoedstrategieën. Dit zou handvatten moeten bieden bij de afweging of het nodig is om in te grijpen in de leegstand en welke ingreep dan wordt gekozen. Het is een zoektocht waarin de juiste vragen gesteld moeten worden vanuit verschillende invalshoeken en expertises. Centrale vragen zijn: - Hoe om te gaan met dit stadsbrede vraagstuk van structurele leegstand? - Welke rol zou de gemeente en andere partijen hierin kunnen spelen? - Hoe kom je tot een strategie, variërend van herbestemmen, ruïneren en/of slopen tot het organiseren van een match tussen vraag en aanbod of prijsvragen? M.a.w. waar steek je geld en energie in? - Van belang is dat de opgedane praktische kennis in het LAB naar een hoger plan getild wordt: Hoe ontwikkelen we kennis die ook toepasbaar is voor anderen? 2.2 Onderzoeksvragen en denkrichtingen: - Enerzijds zijn er te weinig gebruikers/functies voor te veel gebouwen. Maar daarnaast matchen we vraag en aanbod niet goed. Welke panden zijn geschikt voor herbestemming en zijn daarnaast aantrekkelijk voor potentiële gebruikers, zodat investeringen op termijn ook kunnen worden terugverdiend? - Vraag is in hoeverre de gemeente eigenaar is van dit probleem. Marktpartijen willen zelf invulling geven aan panden en willen niet dat gemeente dit voor ze doet. Waar eigenaren en marktpartijen behoefte aan hebben is duidelijkheid, dit blijkt ook uit de marktconsultatie vanuit kantorenbeleid en grond- en vastgoedbeleid. Misschien moet de gemeente haar denkwijze aanpassen door meer tegemoet te komen aan marktpartijen. Hoe houd je businesscases realistisch, haalbaar en aantrekkelijk voor markpartijen, rekening houdend met lange termijn ontwikkelingen? Durven eigenaren meer risico te nemen met nieuwe concepten? - Hoe kunnen we vraag van gebruikers en functies enerzijds en aanbod van plekken en gebouwen anderzijds creatief bij elkaar brengen? - Welke rol kiest de gemeente in het krachtenveld van de 5 G s? Is de gemeente de gewenste matchmaker om vraag en aanbod bij elkaar te brengen? Matching tussen vraag en aanbod is een interessante uitgangspositie. Maar door enkel aandacht te besteden aan aantrekkelijke panden ontstaat het gevaar dat er minder aandacht wordt besteed aan gewone panden. Dit kan de directe leefomgeving echter ook negatief beïnvloeden. - Welke gebouwen zijn het waard om te herbestemmen? Geredeneerd vanuit de monumentale waarde, maar ook uit de financiële en praktische waarde. Welke gebouwen zijn lastiger te herbestemmen en moet je misschien slopen? - Hebben traditionele partijen als gemeenten en corporaties nog wel voldoende middelen om kwaliteitsafname in stedelijke gebieden tegen te gaan? Of moeten we op zoek naar nieuwe energieën en partijen die deze ontwikkelingen kunnen ombuigen? - Zijn er middelen om bepaalde gebieden en wijken gecontroleerd en gefaseerd voor te bereiden op kwaliteitsafname? Bestaan er manieren om gebouwen verantwoord en creatief te laten ruïneren? pagina 10 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

- Bieden deze ontwikkelingen ook kansen voor de stad? Hoe kunnen deze gebieden aantrekkelijk worden gemaakt voor een bepaald publiek (e.g. starters, ondernemers)? Aan welke randvoorwaarden moeten dergelijk gebieden voldoen? - Welke constructies zijn er te bedenken die het gat vullen tussen definitieve invullingen en sloop? Dat geldt zowel conceptueel, financieel en juridisch. - Migratieprocessen van functies zijn processen van herordening en herverdeling, met als doel om nieuwe dynamiek op specifieke plekken te creëren. Als bewuste keuzes mogen worden gemaakt over welke panden worden behouden en welke uit de markt worden gehaald, welke keuzes worden dan gemaakt? En in hoeverre heeft de gemeente zicht op dit soort processen en is zij in staat om deze processen te sturen? - De gemeente zou een voorbeeld kunnen stellen, door zelf initiatief te nemen op plekken waar zij 100% eigenaar is. Durf daarbij bewuste keuzes te maken tussen leegstaande panden en straal dit ook uit. Uiteindelijk wordt de gemeente toch eigenaar van dit probleem als panden structureel leeg blijven staan. - Is het erg om leegstand te hebben, mits het niet tot verloedering leidt? Leegstand biedt ook kansen voor shopping tussen panden, waarbij de gemeente als enige taak zou hebben om verloedering tegen te gaan. Vraag is welke effect een leegstaand pand op de directe omgeving, het openbaar domein heeft. - Door informatie over de stad vanuit verschillende sectoren te verzamelen en in kaart te brengen, kan het vraagstuk inzichtelijk worden gemaakt. Verwerk hierin informatie vanuit economisch beleid, cultureel erfgoed, stedenbouw en wonen. Deze kaart zou moeten helpen om de juiste afweging te maken over welke panden geschikt zijn voor herbestemming en welke niet. Maar wie hakt uiteindelijk deze knoop door, en welke belangen zijn doorslaggevend op het niveau van de stad (financieel, cultureel, stedenbouwkundig, etc.)? - Leegstand is niet erg, maar waak voor kwaliteitsdaling. Probeer echter wel de regie te houden over waar leegstand optreed. Anders wordt de concurrentie zo groot dat dit ten koste gaat van de stad. Waar creëer je kansen op basis van beperkte programmering en waar accepteer je leegstand? M.a.w. waar doet leegstand het minste pijn? - De discussie over permanente versus tijdelijke functies heeft invloed op mogelijke investeringskosten, maar ook de mate van leegstand die in de stad wordt toegelaten. Het uitstellen van het beslismoment over de permanente invulling van panden kan kansen bieden voor tijdelijke functies en gebruikers. Dit vergt echter wel een nieuwe wijze van stadsplanning, waarin groeiconcepten worden losgelaten en het huidige instrumentarium kan worden aangepast. 2.3 Projectplan Helder is dat dit experiment een complex en multidisciplinair vraagstuk behandeld, waarin het nog te vroeg is om te zoeken naar concrete oplossingen. Het is taak om meer inzicht te krijgen in de verschillende dimensies van het vraagstuk. Daarvoor is een integrale, intersectorale benadering nodig, waarin verschillende vormen van informatie tot uiting komen. Pas dan kan de discussie worden verdiept en versneld. Stap 1: Stap één is om een tekening van de stad op te stellen waarin verschillende lagen van de stad tot uiting komen (natuur, vastgoed, economisch, cultureel erfgoed, financieel, wonen, cultuur, leegstand). Vanuit de aanname dat elk gebouw van de stad is afgeboekt komen kwaliteiten van plekken en panden beter tot uiting. De structuurvisie geldt hier als uitgangspositie. Door deze Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 11

gelaagde benadering van de stad kan er een betere afweging worden gemaakt op basis van verschillende bouwstenen. Vervolgens kan er een functiekaart vanuit verschillende disciplines worden aangeleverd, zodat de matching van vraag en aanbod mogelijk wordt. Om meer gevoel te krijgen bij de haalbaarheid van verschillende strategieën is het voorstel om ook in te zoomen op concrete casussen, zoals ruilverkaveling op kleine schaal. Deze casus kan bijdragen om meer inzicht te krijgen in mogelijke verdienmodellen op basis van ruilverkaveling. Op deze wijze kan waardestijging en waardedaling tegenover elkaar worden gesteld. Kunnen we strategische keuzes maken waar we gebieden en panden in waarde laten stijgen en elders in waarde laten dalen? Resultaten: 1. Een gelaagde kaart van Maastricht waarin zowel aanbod (leegstaande panden, waardering (financieel en beleidsmatig)) als vraag (behoefte, functionele ankerpunten, visie) op een laagdrempelige, aantrekkelijke en overzichtelijke manier zichtbaar worden gemaakt. 2. Een redeneerlijn die een eerste aanzet geeft tot een strategie voor het maken van keuzes en het omgaan met leegstand en herbestemming. In eerste instantie Maastricht-specifiek maar later ook om te vormen tot algemene handreiking. Stap 2: Een belangrijke tweede stap is om in een vroeg stadium ook marktpartijen uit te nodigen om mee te denken in dit proces. Zoek naar nieuwe samenwerkingsverbanden waardoor mogelijke plannen gerealiseerd kunnen worden. De eerste stap in die richting is het toetsen van de denkrichtingen in de setting van het Maastricht-LAB, waarbij leden van de gideonsbende en een beperkt aantal externen worden gevraagd om te reflecteren en mee te denken over de ontstane strategieën. Resultaten: 1. Een eerste toets en aanscherping van de toegankelijkheid van de gelaagde kaart 2. Draagvlak voor de redeneerlijn bij een aantal sleutelfiguren in het proces van stadsontwikkeling. Stap 3: In de derde fase zou het proces een open dialoog met de (nieuwe) stadmakers van Maastricht en de regio in moeten gaan. Dit kan zowel op strategisch niveau als op het niveau van diverse casussen. Via diverse kanalen kunnen nieuwe strategieën worden getoetst, aangescherpt en worden getest op casusniveau. In deze fase kan goed worden aangesloten bij het netwerk en kennisdelingsonderdeel van het Maastricht-LAB. Eén van de onderdelen daarvan is OOK. Dit is een informele opleiding die in samenwerking met het NAi/Bureau Europa en de provincie Limburg wordt opgezet. Ook het delen van de redeneerlijn en gelaagde kaart breed binnen de ambtelijke organisatie is een essentieel onderdeel om de strategie te toetsen, aan te scherpen en draagvlak en veranderingsbereidheid te creëren. Resultaten: 1. Brede externe dialoog over probleemanalyse. Wordt deze door eigenaren en stadmakers gedeeld? Hoe groot/erg is het probleem? Wie heeft welke rol/verantwoordelijkheid? 2. Externe toets en aanscherping van de toegankelijkheid van de gelaagde kaart 3. Draagvlak en aanscherping van de redeneerlijn op basis van ervaringen en perceptie stadmakers. 4. Koppeling met OOK waarin stadmakers de discussie aangaan via Lezingen en workshops aan de hand van casussen. pagina 12 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

Stap 4: Het is belangrijk om niet te stoppen met deze aanpak bij de stadsgrenzen van Maastricht, maar om over de grenzen heen te kijken. Het krimpconvenant dat tussen provincie Limburg en BZK is afgesloten biedt hiervoor een aantal aanknopingspunten. Het regionale netwerk wordt verder uitgebreid met partnersteden in de Euregio en nationale vergelijkbare steden uit het netwerk van de G32. Hier ligt bijvoorbeeld ook een relatie met het thema nieuwe stedelijkheid vanuit het bidboek Maastricht & Euregio Culturele Hoofdstad 2018. Doel is kennis en ervaringen delen. Deelname aan de leergroep herprogrammering van de G32 is hiervoor een mooi discussieplatform waar ervaringen gedeeld worden. Ook ligt er een relatie met de wetenschappelijke partners via ICIS/UM en URB@E. Dit laatste is een voorstel voor een europees project waarbij verschillende methodes en succesfactoren voor nieuwe vormen van stadsontwikkeling in labs worden onderzocht. Resultaten: 1. (inter)nationale kennisuitwisseling over probleemanalyse en mogelijke strategie via bijeenkomsten, symposia en korte stages/uitwisselingen. 2. Vergelijking van succesfactoren op nationaal en internationaal niveau, aangevuld met wetenschappelijke data en onderbouwing. Stap 5: De vijfde fase is het produceren van een procesverslag van het hele proces. Ook zo wordt kennis overdraagbaar. Daartoe zal gedurende elke fase van het proces de stappen genoteerd worden in labjournaals en zal in samenwerking met de universiteit Maastricht en ICIS een wetenschappelijk schaduwproces worden opgezet waarin theorie en praktijk continu worden verbonden. Resultaten: 1. Een labjournaal van het gehele proces waarin de stappen, leermomenten en vraagstukken zijn vastgelegd en gevisualiseerd. 2. In samenwerking met ICIS (International Centre for Integrated assesment and Sustainable developement) van de Universiteit Maastricht komen tot een handreiking waarin wetenschappelijke achtergronden van transitiemanagement en duurzame ontwikkeling integraal gekoppeld worden. Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 13

3 Projectorganisatie en planning 3.1 Projectorganisatie, inrichting en verantwoordelijkheden Projectteam Maastricht-LAB en opleiding Wie: Voogden vanuit de gideonsbende van het Maastricht-LAB: Frank Strolenberg, Nationaal programma herbestemmen Pascal Wauben, stadsbouwmeester Sittard-Geleen Werkgroep: Wie: Rol/functie binnen de projectgroep: Naam: Tima van der Linden Projectleider gemeente Maastricht Naam: Tim Prins Externe projectleider/ studieleiding Naam: Tim van Wanroij Secretaris/ onderzoeker Naam: Gerdo van Grootheest Wethouder o.a. ruimtelijke ordening Naam: Jos Simons Manager Ruimte gemeente Maastricht Naam: Saskia van Stein Bureau Europa / Studieleiding functie Naam: Fred Sijben Manager ontwikkelingsbedrijf Naam: Wim Meys Directeur gebiedsontwikkeling Maastricht-Noord Naam: Fred Bunk Beleidsmedewerker wonen Naam: Marleen van Oeveren Beleidsmedewerker economie Naam: Jake Wiersma Senior stedenbouwkundige Naam: Vera Hamers Beleidsmedewerker cultureel erfgoed Naam: Paul Lambrechts Beleidsmedewerker cultuur Naam: Marjolein Gijselaers Portefeuillemanager vastgoed 3.2 Partners: - Gemeente Maastricht - Provincie/Bureau Europa/regiogemeenten - Stichting OOK (de informele opleiding) - RCE/Nationaal programma herbestemming - Eigenaren van panden (corporaties, bisdom, vastgoedeigenaren, etc) - Alle (nieuwe) Stadmakers - Inwoners en gebruikers van de stad - VIA 2018 pagina 14 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

3.3 Projectfasering Wat: Wanneer: 1. Inventarisatie en voorbereiding oktober 2012- december 2012 2. Toetsing en aanscherping eerste ideeën in het Maastricht-LAB 3. Brede dialoog en casusgerichte aanpak met alle stadmakers 4. Van stedelijke naar landelijke/(eu)regionale en wetenschappelijke context Jan 2013-maart 2013 januari 2013- december 2013 Aug 2013 juli 2014 5. Procesmatige en wetenschappelijke borging Jan 2013 juli 2014 3.4 Projectactiviteiten Fase 1 Inventarisatie en voorbereiding Fase 2 Toetsen in het Maastricht-LAB: Fase 3 Betrekken nieuwe stadmakers Fase 4 naar internationale en wetenschappelijke context Fase 5 Evaluatie, borging en procesverslag Activiteit: Uitgevoerd door: Periode: Workshops met verschillende disciplines binnen de gemeente. Oefenen met verschillende casussen Visualiseren van de verschillende G-krachten op kaart Presenteren en bediscussiëren ideeën en strategieën in gideonsbende. Open dialogen met stadmakers uit de stad, aangevuld met inspirerende voorbeelden uit landelijke of internationale context Maastricht-LAB en gemeente Maastricht-LAB en gemeente okt dec 2012 Nov 2012- feb 2013 Maastricht-LAB en gemeente Jan 2013 Maastricht-LAB / Gideonsbende Maastricht-LAB / experts/ burgers Jan 2013- maart 2013 feb 2013-dec 2013 Lezing en workshops OOK Studieleiding/maastricht-LAB jan-dec 2013 Kennisuitwisseling en korte stages in internationaal verband oprichten Bijhouden labjournaal Wetenschappelijk schaduwproject Maastricht-LAB / VIA 2018/ ICIS/ Aug 2013 studieleiding/ experts/ burgers juli 2014 Maastricht-LAB/onderzoeker UM/ICIS Okt 2012-dec 2013 Jan 2013-juli 2014 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 15

4 Omgeving, communicatie en publiciteit 4.1 Omgevingsanalyse: Welke doelgroepen willen we bereiken? Het Maastricht-LAB wil graag burgers en organisaties van Maastricht betrekken bij de zoektocht naar nieuwe vormen van stadsontwikkeling. Zoeken naar welke bijdrage zij daaraan willen en kunnen leveren. Daarnaast hen informeren over het proces en de resultaten. Ook wil het Maastricht-LAB Maastricht op de kaart zetten als proeftuin voor nieuwe vormen van stadsontwikkeling. Dynamiek van Maastricht op dat gebied onder de aandacht brengen bij experts in Nederland en buurlanden. Enerzijds profileren, anderzijds nieuwe partijen interesseren om in Maastricht te investeren. Directe doelgroepen in Maastricht: Burgers met interesse in stadsontwikkeling Burgers algemeen Raadsleden Organisaties en bedrijven die rol kunnen spelen in Maastricht-LAB Experts/Professionals Ambtenaren van gemeente Maastricht Ambtenaren van buurgemeenten en Provincie studenten Directe doelgroepen (inter)nationaal: Experts op het gebied van stadsontwikkeling Investeerders Burgers en organisaties met interesse in stadsontwikkeling studenten Intermediairs: Gideonsbende Betrokken organisaties en personen bij workshops studenten Bezoekers van expositie Regionale media Landelijke media pagina 16 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

4.2 Communicatie: Welke activiteiten worden ondernomen om het project bekendheid te geven? Het proces zelf is een van de belangrijkste communicatiemiddelen. Door gericht mensen te betrekken ontstaat een netwerk waarin interactie en communicatie plaatsvindt. Door zorgvuldig vorm en inhoud te kiezen worden diverse doelgroepen geënthousiasmeerd om mee te doen. Daarnaast bestaat de behoefte om in de vorm van marketing-communicatie het proces en de resultaten breed bekend te maken. Ook worden bijdragen en columns geschreven over het Maastricht-LAB, onder naam van wethouder van Grootheest en andere bestuurders. Door anderen het verhaal van het Maastricht-LAB te laten vertellen blijft het initiatief van de stad in plaats van de gemeente alleen. Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 17

5 Projectbegroting Fase Activiteiten Planning Begroting Financiering/partners Fase 1 Workshops met verschillende disciplines binnen de gemeente. Oefenen met verschillende casussen Visualiseren van de verschillende G-krachten op kaart okt dec 2012 Nov 2012- feb 2013 Jan 2013 - Uren ambtenaren en facilitaire ondersteuning - Uren ambtenaren en facilitaire ondersteunng - 5.000 voor inhuur vormgevingsbureau Gemeente en M-LAB Gemeente en M-LAB 5.000 RCE Fase 2 Presenteren en bediscussiëren ideeën en strategieën in gideonsbende. Jan 2013-maart 2013 - Uren ambtenaren en leden Gideonsbende en facilitaire ondersteuning M-LAB M-LAB Fase 3 Open dialogen met stadmakers uit de stad en regio, met inspirerende voorbeelden uit (inter)nationale context Lezing en workshops OOK feb 2013-dec 2013 jan-dec 2013-10.000 voor organisatie dialogen en inhuur inspirerende experts - 110.000 voor OOK (voorbereiding, lesmateriaal, coördinator, etc.) 10.000 RCE 30.000 RCE 30.000 Provincie 30.000 SfA 7.000 NAiM 13.000 Gemeente Fase 4 Kennisuitwisseling en korte stages in (inter)nationaal verband Aug 2013 juli 2014 - Bijdrage voor deelname leergroep G32 via Platform 31-15.000 voor faciliteren (inter)nationale kennisuitwisseling (voorbereiding, symposia, korte stages, begeleiding, etc) Gemeente Maastricht 15.000 RCE Fase 5 Bijhouden labjournaal Wetenschappelijk schaduwproject Okt 2012-dec 2013 Jan 2013-juli 2014-15.000 voor vastleggen en visualiseren stappen in labjournaal - 15.000 voor begeleiding PhD/Postdoc - Uren ICIS/UM en gemeente 15.000 RCE + uren gemeente Maastricht 15.000 RCE Totaal 170.000 (excl. uren ambtenaren en kosten M-LAB algemeen) RCE 90.000 pagina 18 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

6 Leerpunten en toegevoegde waarde project 6.1 Betekenis van het project voor de visie erfgoed en ruimte. 6.1.1 Visie erfgoed en ruimte Nederland kent een hoge dynamiek aan stedelijke functies. Gekoppeld aan maatschappelijke trends als secularisering, individualisering en ontwikkeling van een diensteneconomie, leidt deze tot een fors herbestemmingsvraagstuk voor gebouwd cultureel erfgoed. Regionaal zijn er grote verschillen in aard en omvang van deze transformatieopgave. In de grootstedelijke regio s met kwantitatieve en kwalitatieve groei, moeten afwegingen worden gemaakt tussen ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en een voldoende quality of life (o.m. voorzieningen, groen, cultuur). Cultureel erfgoed speelt daarbij een niet te onderschatten rol. De aanwezigheid van een historische binnenstad (afgemeten aan het aantal rijksmonumenten) is een van de urban amenities die een woonomgeving aangenaam maakt, en het stedelijk milieu aantrekkelijk doet zijn voor hoger opgeleide mensen die nodig zijn voor een creatieve en innovatieve economie. In de gebieden die te maken krijgen met bevolkingsdaling wordt kwalitatieve functieverlies ten gevolge van veranderende maatschappelijke voorkeuren, nog eens versterkt door een afnemende draagkracht voor gebruik en instandhouding van gebouwen en terreinen als zodanig. De effecten van ontkerkelijking, vergrijzing en trek naar de stad komen nog harder aan als de bevolking in zijn geheel ook krimpt. Dit betekent dat de krimpregio s voorlopergebieden zullen worden als het gaat om herbestemming en de onorthodoxe keuzes die daarbij wellicht onontkoombaar zijn. Een gebiedsgerichte benadering is nodig om de schaarse ruimtevraag te kunnen verbinden met de instandhouding van waardevol en karakteristiek erfgoed. Doelstelling van het rijk is om voor een gebiedgerichte inzet op herbestemming het anticiperend, samenwerkend en uitvoerend vermogen van publieke en private partijen te vergroten. De focus ligt daarbij enerzijds op het vergroten van de aantrekkelijkheid van economische topgebieden met behulp van publieke en private investeringen in de herbestemming van cultureel erfgoed: behoud van karakter van de historische binnensteden, betere ontsluiting en promotie van (internationaal) publiekstrekkend erfgoed en investeren in beeldbepalende herbestemmings- en herontwikkelingslocaties. Anderzijds op het ontwikkelen van gebiedsgerichte strategieën voor herbestemming van waardevol erfgoed (monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, waardevol cultuurlandschap) in krimpregio s. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar gebieden met een regionale concentratie van herbestemmingsopgaven. Kennis Een succesvolle gebiedsgerichte omgang met erfgoed vereist een landsdekkende kennisinfrastructuur, waarin overheden, planbureaus en onderzoekscentra, steunpunten en erfgoedhuizen, maatschappelijke organisaties en private partijen ieder hun eigen specifieke rol vervullen en naar vermogen hun bijdrage leveren. Binnen dit geheel vervult de RCE een kenniscentrumfunctie, met brede kennis over het cultureel erfgoed en dito expertise over behoud en duurzame ontwikkeling van erfgoed. De ontwikkeling en deling van kennis staat in samenhang met de uitvoering van wettelijke taken rondom selectie en Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 19

aanwijzing van beschermd erfgoed, advisering en subsidies, en krijgt gestalte vanuit de kennisprogramma s van de RCE. De Visie erfgoed en ruimte vraagt, in aanvulling op wat de RCE en andere partijen nu al doen, om de ontwikkeling van een specifieke kennisagenda, die inzoomt op de opgaven en vragen die voortkomen uit de gebiedsgerichte benadering, de karakteristieken en de speerpunten uit deze visie. Het Rijk wil deze agenda, samen met andere partners binnen de totale kennisinfrastructuur op het snijvlak van erfgoed en ruimte, de komende tijd verder ontwikkelen en uitvoeren. Een gerichte samenwerkingsagenda Het rijk wil, in overeenstemming met bovenstaande verantwoordelijkheidsverdeling en op basis van zijn eigen prioriteiten zoals verwoord in hoofdstuk 3 van deze visie, tot een gerichte samenwerkingsagenda komen met andere overheden en particuliere organisaties. Die agenda zal bestaan uit bestuurlijke afspraken, gebieden/thema s voor gezamenlijke visieontwikkeling, cofinanciering van (pilot)projecten en kennisfaciliteiten. De interbestuurlijke afspraken worden gemaakt binnen de kaders van het bestuurakkoord en in samenhang met andere toekomstige afspraken over onder andere de verdeling van monumentengelden, kennisfuncties en ruimtelijke gebiedsagenda s. De gesprekken over de samenwerkingsagenda worden na de zomer van 2011 gestart. In 2012 volgt de definitie van het gezamenlijke programma en een aantal pilotprojecten. In 2013 start het daadwerkelijke programma. Herbestemming als gebiedsopgave - Accent ligt enerzijds op groeiregio s, anderzijds op krimp- en anticipeerregio s; beide met specifieke opgaven met betrekking tot herbestemming en gebiedsontwikkeling. - Voor de krimpregio s ligt de focus op gebiedsspecifieke strategieën ten aanzien van leegstand en herbestemming. Er is een staalkaart van programmatische en interventiestrategieën in ontwikkeling, die gebruikt kan worden om scherper te krijgen welke aanpak voor welk gebied adequaat zou kunnen zijn. - Voor de groeigebieden (economische topregio s) ligt de focus op bevordering van actief investeren in de herbestemming van erfgoed door publieke en private partijen. Omzetting van de huidige exemplarische praktijk in een reguliere praktijk. - Voor beide programmaonderdelen geldt dat er sprake is van nieuwe strategieontwikkeling die enerzijds z n basis moet vinden in de praktijk en anderzijds (wetenschappelijk) gedragen moet zijn door de professionals die de strategieën moeten gaan hanteren. Daarbij geldt ook dat deze strategieën kunnen rekenen op internationale respons. - Het ligt in de bedoeling om in 2013 de verkenningen te kunnen testen in diverse pilots, waarna in 2014 op basis van een evaluatie van de uitkomsten strategieën en instrumenten voor nadere toepassing kunnen worden ontwikkeld. - Diverse partners waaronder 32 partners in Nationaal Programma Herbestemming (Akte van Herbestemming), Krimpregio s Limburg, Zeeland en Noord-Nederland, maar ook anticipeerregio s, publieke/private partners bij herontwikkelingsprojecten, rijksvastgoeddiensten RVOB, DLG en RWS/Deltares. 6.1.2 Toegevoegde waarde van EXP 05 Maastricht-LAB voor Visie erfgoed en Ruimte Essentie project: niet meer op niveau van een gebouw of een ensemble maar op niveau portefeuille gebouwen en ensembles hele stad kijken naar leegstand/herbestemming en een strategie ontwikkelen. pagina 20 Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012

De meerwaarde zit met name in het feit dat op het niveau van de portefeuille van de totale stad andere nieuwe beleidsmatige vraagstukken zich aandienen (oa prioriteren tussen panden). Dit is met name interessant aangezien zich een aantal stadsbrede vraagstukken/kansen aandienen: 1) minder programma, meer plekken 2) minder overheidsgeld stadsontwikkeling ( geen oude verdiencapaciteit, geen vervanger ISV, bezuinigingen bij gemeenten) 3) meer ruimte voor cocreatie ( meedoen ) 4) publiekrechtelijk meer mogelijkheden tijdelijkheid, flexibiliteit Uit diverse bijeenkomsten met andere gemeenten, zoals in de G32 bijeenkomsten en gesprekken met ontwikkelaars, architecten en investeerders blijkt dat Maastricht in ieder geval een van de voorlopers is in de nationale zoektocht naar een alternatieve methode van stadsontwikkeling. Door het open en lerende karakter van dit project kan de kennis die wordt opgedaan heel makkelijk verspreid worden naar andere organisaties en gemeenten. De website wordt dusdanig ingedeeld dat alle lessen en ervaringen zo toegankelijk mogelijk worden bijgehouden door zowel de organisatie als door alle deelnemers aan de verschillende workshops en symposia. Voor bestuurders is dit proces zeer interessant, aangezien het een experiment op zich is om op zo n open manier en met ruimte voor mislukking aan de slag te gaan. Welke succesfactoren en risico s daarbij aan de orde komen kan een goede afwegingsbasis vormen voor bestuurders van andere organisaties en gemeenten. Voor gemeenten die toch vaak opdrachtgevers zijn in de stedenbouwkundige praktijk kan dit project een bron van informatie en inspiratie zijn om op zoek te gaan naar andere manieren van opdrachtgever- en opdrachtnemerschap en andere manieren van samenwerking en kennisdeling in de stadsontwikkeling. Voor ontwerpers en architecten kan dit project waardevolle ervaringen opleveren over echte cocreatie in zowel ontwerp, planontwikkeling als uitvoering. Aangezien door de geremde groei de vraag naar nieuwbouw sterk is afgenomen zullen ook zij steeds meer terecht komen in vraagstukken van herbestemming en herstructurering. Een samenwerking met de omgeving en huidige of potentiële gebruikers is daarbij steeds belangrijker. In dit project wordt daar voortdurend op verschillende niveaus mee geëxperimenteerd. 6.2 Voorbeeldstellend aan het project of programma. De zoektocht naar nieuwe manieren van stadsontwikkeling is niet uniek voor Maastricht. Deze zoektocht vindt in bijna het hele het land en in grote delen van Europa plaats. Wat wel uniek is voor de aanpak in Maastricht is het feit dat in snel tempo de benodigde stappen (prioriteren, afboeken en een nieuw raamwerk met daarbinnen flexibiliteit) zijn genomen en de gemeente vervolgens haar deuren volledig opengooit en met de stad de dialoog aangaat over het verder ontwikkelen van Maastricht. De gelijkwaardige samenwerking met een jong architectenbureau geeft het engagement van de gemeente aan en is een voorbeeld voor het feit dat nieuwe samenwerkingsvormen en partners nodig zijn. Daarnaast stelt de gemeente zich nevengeschikt in het proces op door een Gideonsbende in het leven te roepen. De Gideonsbende bestaat uit voorlopers en ambassadeurs en is een afspiegeling Functiemigratie en herbestemming in Maastricht en regio - Gemeente Maastricht november 2012 pagina 21