VOORRECHTEN 1. KENMERKEN VOORRECHTEN



Vergelijkbare documenten
Voorrechten. p e.v. Wetboek Algemene regels inzake voorrechten

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art B.W.

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS

HYPOTHEEK 1. KENMERKEN. 1) Kenmerk 1: onroerend karakter

2. Private initiatieven - gesystematiseerde informatie tegen betaling - advocaat: aansprakelijk indien deze niet de gewone informatiekanalen nakijkt

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING

Voorrechten en Hypotheken in hoofdlijnen

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET?

Voorrechten en hypotheken van de RSZ

BURGERLIJK PAND OUD RECHT

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

1. Hypothese 1: Auto nog niet geleverd aan de koper

Krachtlijnen nieuw pandrecht. Jan Tuerlinckx

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

EXAMEN INSOLVENTIERECHT JANUARI 2012 MET MODELANTWOORD. B legt beslag op onroerend goed Y en betwist het eigendomsrecht van C.

FAILLISSEMENT = STAKING VAN BETALING

BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT XII ZEKERHEIDSRECHTEN. Raadsheer in het Hof van Cassatie. a Wolters Kluwer business

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en fiscale schulden bij werken in onroerende staat uitgebreid naar de opdrachtgever.

MEMO BEDRIJF IN FALING WAT NU?

Niet betalen RSZ, BV, BTW: aansprakelijkheid bestuurder

BRAND AANSPRAKELIJKHEDEN. Brokers Training Mei 2007 Devlamynck Luc

Inbrengrecht onroerend goed : 0,5 % of 10% Inbreng in natura gebeurt bij oprichting van een vennootschap of bij kapitaalverhoging.

ONLICHAMELIJK ROEREND GOED

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON EX ARTIKEL 73 A Fw. Verslagnummer: 1 Datum: 6 mei 2013

FAILLISSEMENTSVERSLAG

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de sociale schulden. Historiek van het principe van de hoofdelijke aansprakelijkheid

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

Verkoop -en leveringsvoorwaarden van VAN HEES Benelux Sprl. 2. Aanbod en sluiten van het contract

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

HANDELSHUUR. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T F E info@forumadvocaten.be W

TWEEDE TOETS- DECEMBER 2009

PC Advocaten Nieuwsbrief. Hoofdhuurovereenkomsten. Contact. ZZInleiding. ZZToepassingsgebied

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING

Bijlage 1 Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex artikel 73a Fw) Nummer: 4 Datum: 12 november Datum faillissement: 14 februari 2012

Hof van Cassatie van België

INHOUDSTAFEL VOORWOORD 11 VOORAFGAAND 13

Het nieuwe insolventierecht De bestuurdersaansprakelijkheid

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 11 oktober 2012

Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel 1 Koop en ruil

algemene boekhouding Periodieke bezoldiging Hoe boeken? Uitzendarbeid 617 Zaakvoerders, bestuurders 618

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG. Nummer: 4 Datum: 15 februari Faillissementsnummer : F11/155 Datum uitspraak : 22 februari 2011.

Verkoop -en leveringsvoorwaarden van VAN HEES Benelux Sprl/NL. 2. Aanbod en sluiten van het contract

Newsletter INTRO. Januari 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG

Master Rechten. Insolventierecht. Vanmeenen. uickprinter Koningstraat Antwerpen R EUR

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Hof van Cassatie van België

Goederenrecht en zekerheden

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Instantie. Onderwerp. Datum

FAILLISSEMENTSVERSLAG 2. Datum 27 mei 2014

roef EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN DA ALFIO B.V. DE DATO advocaten

VRAGENLIJST VERDELING HUWELIJKSVERMOGEN. Naam: Voornamen. Actueel adres: Postcode: Gemeente: Faillissement

REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Bericht aan de opdrachtgevers en aannemers Bouwsector

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Veilig verhuren. Woninghuurwet. Advocaat Ghislaine Van Kerckhove

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

EXPERT IN BEDRIJFSMANAGEMENT

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Hof van Cassatie van België

8. Vormerkung definitie

DE VEREFFENING VAN DE BVBA EN DE NV

Nummer: 1 Datum: 2 januari Hosting activiteiten en het ontwikkelen en produceren van maatwerk software

Algemene huurvoorwaarden:

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Rolnummer Arrest nr. 129/2008 van 1 september 2008 A R R E S T

LEUVEN: BERINGEN:

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

BEGRIPPENLIJST BIERCONTRACTEN

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Inhoudstafel. Deel I. Gemeen recht

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 19 augustus 2013

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

FAILLISSEMENTSVERSLAG : 1

Als u een belastingaanslag

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Knipperlichten. Vennootschapsrecht. Reinout Vleugels. 20 februari 2013

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

Veilig een huis kopen in Spanje

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum 9 januari Vennootschapsgegevens : Caribbean Hospitality Management B.V.

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Hof van Cassatie van België

Wat is een "gesplitste aankoop" en "vruchtgebruik"?

Transcriptie:

VOORRECHTEN - artikel 12 hyp.w. - recht om bij voorrang betaald te worden met de opbrengst van het goed waarop de zekerheid gevestigd is - zakelijk zekerheidsrecht geen zakelijk recht - beheer en beschikkingsrecht blijft bij eigenaar SE/titularis zekerheidsrecht kan beslag/verkoop niet beletten 1. KENMERKEN VOORRECHTEN 1. Accessoir karakter - voorrecht = accessorium van een vorderingsrecht tenietgaan gewaarborgde SV/goed > tenietgaan voorrecht overdracht SV/goed > overdracht voorrecht (tegenwerpelijkheid: vaak publiciteit vereist) 2. Voorrecht als zakelijk zekerheidsrecht 1) Attributen van zakelijke zekerheidsrechten: * recht van voorrang = met voorrang op andere SE s betaald worden uit de opbrengst van het goed * geen volgrecht ondanks recht van voorrang en kwalificatie als zakelijk zekerheidsrecht: geen volgrecht voor SE (bij verkoop van auto: titularis van voorrecht kan niet meer uitoefenen)

2) Algemene principes van zakelijke rechten * Specialiteits/specifiteitsbeginsel - alleen op individualiseerbare rechten wet geeft altijd aan op welk goed het voorrecht slaat - algemene voorrechten: voorrecht op gehele vermogen (RG en ORG) geen specifieke goederen recht van voorrang zonder koppeling aan specifieke goederen - algemeen voorrecht op alle roerende goederen - bijzonder voorrecht op een bepaald roerend goed - bijzonder voorrecht op een bepaald ORG * Anterioriteitsbeginsel - rangorde uitgewerkt door wetgever: 1. voorrechten 2. bijzondere voorrechten 3. algemene voorrechten 4. hypotheken - binnen rangorde verschillende rechten: ponds ponds gewijze verdeling * Numerus clausus beginsel - enkel voorrechten door de wet opgesomd * Zakelijke subrogatie = ene goed neemt de plaats in van een ander goed, waarbij deze de functie van het eerste goed overneemt - enkel indien goed vervangen wordt door een schuldvordering (art. 10 hyp.w.) - niet voor goederen onderling (enkel wanneer schuldvordering in de plaats komt) * Publiciteit - geen publiciteit nodig (want wet bepaalt de voorrechten) 3. Geen voorrecht zonder wet - samenloop: gelijkheid onder SE s MAAR: Voorrechten = voorrang door wet ingevoerd - SE kan afstand doen van voorrecht (dat hij door de wet heeft gekregen) - SE kan kiezen voor een lagere rang dan de wet beveelt - bijhorigheden van schuldvordering (interesten, schadebeding) =/= voorrechten tenzij de wet uitdrukkelijk stelt dat het wel zo is tenzij uit de aard van het voorrecht blijkt dat het wel zo is tenzij uit de bedoeling van de wetgever blijkt dat het wel zo is - regel: 1) algemene voorrechten: interesten behoren niet tot het voorrecht 2) bijzondere voorrechten: interesten behoren wel tot het voorrecht - moment van beoordeling van voorrecht: Wat schrijft de wet voor op het moment van samenloop (fixatiebeginsel)? Goed niet meer identificeerbaar? > voorrecht gaat teniet (bv vermenging, bewerking)

2. ALGEMENE VOORRECHTEN OP ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN * Algemene voorrechten op roerende en onroerende goederen komen niet veel voor in de praktijk - artikel 12 hyp.w.: voorrechten > hypotheken veel voorrechten? Waarde van insturment hypotheek vermindert 1) Voorrecht voor gerechtskosten * supervoorrecht: hoogste rang * bevoorrechte SE = SE die kosten van uitwinning / vereffening / boedelredding maakt - uitwinning/vereffening = kosten om een goed van de SA te gelde te maken (bv uitvoerend beslag / nalatenschap) - boedelredding = kosten om het vermogen van de SA te bewaren (opdat er geen goederen verdwijnen uit de boedel bv: bewarend beslag) - niet de kosten van de procedure * kosten (1) gemaakt op gerechtelijk gezag = kosten van een gerechtelijke procedure / buitengerechtelijke kosten die op gerechtelijk gezag zijn gemaakt (bv curatorkosten, ereloon curator) = kosten van vereffenaar (niet curator) aangesteld door rechter =/= kosten van vereffenaar aangesteld door AV (2) alleen bevoorrecht in de mate waarin de andere SE s er ook belang bij hebben = andere SE s moeten er ook voordeel uit gehaald hebben (bv kosten uitvoerend beslag) (3) uitvoerbare titel vereist om kosten te maken - kosten van de procedure tot verkrijgen van titel =/= bevoorrechte kosten (4) nuttige kosten (bv: reeds beslag? kosten van nieuwe beslag =/= bevoorrecht)

* Gewaarborgde schuldvordering - kosten van uitwinning / vereffening - kosten van boedelredding * Onderpand van de SE: - roerende en/of onroerende goederen die worden uitgewonnen - roerende en/of onroerende geredde goederen * voorrecht geldt enkel tav SE s die er belang bij hebben dat de kosten gemaakt zijn: = SE s die willen delen in de opbrengst van het uitvoerend beslag / de geredde goederen (bewarend beslag) =/= hypothecaire SE: heeft een volgrecht dus een bewarend beslag op zijn onroerend onderpand geeft hem geen voordeel tav deze SE zullen de kosten dus niet bevoorrecht zijn * publiciteit: niet vereist * rangorde bij samenloop: Wie laatste kosten heeft gemaakt, wordt eerst betaald ratio: SE s ertoe aanzetten om uitwinning verder te zetten 2) Voorrecht voor ereloon advocaat in strafzaken > ratio: iedereen heeft recht op verdediging * gewaarborgde schuldvordering: = erelonen en kosten van een advocaat bij verdediging in strafzaken - alleen wanneer de betrokkene wordt veroordeeld - bij vrijspraak: geen voorrecht voor advocaat Ratio: vrijspraak? Kosten = deel van gerechtskosten betaald door de staat * onderpand: = alle roerende en onroerende goederen van de veroordeelde - onroerende goederen worden alleen gebruikt als roerende niet volstaan * Publiciteit: - nodig voor behoud van voorrecht op ONR goederen inschrijving in hypotheekkantoor (binnen 2 maanden na datum veroordeling) - niet nodig voor ROER. goederen

3) Voorrecht voor de schatkist voor gerechtskosten in strafzaken * Gewaarborgde schuldvordering: = proceskosten in strafzaken (crimineel, correctioneel, politioneel) - bij veroordeling (< > bij vrijspraak: staat betaalt) * Onderpand: = alle roerende en onroerende goederen van de veroordeeld - onr. goederen: alleen gebruikt wanneer roerende niet volstaan * Publiciteit: - ONR G: vereist voor behoud van voorrecht op onroerende goederen inschrijving hypotheekkantoor - RG: geen publiciteit vereist 3. ALGEMENE VOORRECHTEN OP ROERENDE GOEDEREN Algemene voorrechten op roerende goederen artikel 19 hyp. wet = op gehele vermogen van roerende goederen van de SA (lichamelijk en onlichamelijk) blijft er van de onroerende goederen iets over (na bv hypothecaire SE)? voegen bij de roerende goederen om te gebruiken bij verdeling (art 19 in fine) - artikel 19: opsomming van de rangorde MAAR: opsomming is niet limitatief: ook voorrechten in fiscale wetgeving (BTW, WIB)

1. Gerechtskosten Idem vorige 2. Begrafeniskosten * bevoorrechte SE = begrafenisondernemer + SE s die prestaties hebben verricht voor de begrafenis van de SA * gewaarborgde SV = begrafeniskosten - vervoer van het lijk - lijkdienst - begrafenisaankondigingen - begrafeniskosten zelf / crematie kosten: in verhouding staan tot stand en vermogen van de overledene SA * onderpand = alle roerende goederen van de overledene + overig saldo van de onroerende goederen * publiciteit: niet vereist

3. Kosten van de laatste ziekte gedurende 1 jaar * gewaarborgde SV = alle verzorgingskosten (op medisch voorschrift) van de laatste ziekte van de SA maximum 1 jaar VOOR overlijden/samenloop - niet kosten zonder medisch voorschrift - ziekte = kan ook naar aanleiding van een ongeval * bevoorrechte SE: - verschillende dokters? elk een bevoorrechte SV voor de kosten van het behandelen van de ziekte * onderpand = alle roerende goederen van de SA + eventueel overblijvend saldo van de onroerende goederen * publiciteit niet vereist 4. Onderhoudsschulden

5. Sociale voorrechten - klassiek: enkel voor loon van werknemer - nu: ook RSZ als onderneming/wg RSZ schulden heeft: RSZ heeft voorrecht ondergeschikt aan de werknemer 1) Loonvordering * Bevoorrechte SE = werknemer = artikel 1 loonbeschermingswet * gewaarborgde SV - loon = artikel 2 loonbeschermingswet = brutoloon = alles wat de WG aan de WN verschuldigd is volgens zijn arbeidsovereenkomst (ook overuren, eindejaarspremie, ) WN ontvangt echter niet het brutoloon bij een succesvolle uitoefening van het voorrecht krijgt nettoloon dus fiscus en RSZ profiteren mee van het voorrecht MAAR: indien er niet genoeg is om alle sociale kosten te betalen: Pro rata verdeling tussen fiscus en RSZ (de WN ondervindt geen nadeel) - grens van 7500euro per werknemer * onderpand = alle roerende goederen van de werkgever + eventueel overblijvend saldo van ORG * publiciteit niet vereist

2) Sluitingsfonds ZELFDE RANG ALS WERKNEMERS/LOONVORDERING * bevoorrechte SE = sluitingsfonds = fonds dat bij het sluiten van de onderneming de achterstallige lonen van de WN zal betalen, de bedrijfsvoorheffing zal inhouden, sociale werknemers en werkgeversbijdragen aan RSZ zal betalen doel: werknemers beschermen tegen nadelen van sluiten van de onderneming - sluitingsfonds vergoedt? verhaal op de werkgever < art. 8 Sluitingswet Intermezzo: Kun je dit zien als geval van wettelijke subrogatie? Bij subrogatie is één van de kenmerken dat derde andermans schuld betaalt. Dit is hier niet het geval. Sluitingsfonds gaat over tot betaling van een eigen schuld, men heeft eigen wettelijke verplichting om die uitkering te doen. Gevolgen zijn wel zelfde als bij klassieke subrogatie, daarom quasi-subrogatie. * gewaarborgde SV = wat het sluitingsfonds vergoedt = nettoloon + bedrijfsvoorheffing + sociale werknemersbijdragen (art. 19,3bis) + sociale werkgeversbijdragen (art. 19, 4ter) Voor de WG bijdragen: andere rechtsgrond * onderpand = alle roerende goederen van de WG + eventueel overblijvend saldo van de ORG!!!: zelfde rang als de werknemers/loonsvordering: Is er niet genoeg voor beiden te betalen? ponds ponds gewijze verdeling onder beide categorieën Bijvoobeeld: WN heeft een achterstallig brutoloon van 1000 Fonds betaalt 500 350 voor de WN en 150 aan fiscus en RSZ Nu heeft de WN nog een vordering van 500 bruto (reeds 350 netto = 500 bruto) Fonds heeft een vordering van 500 tgo. de werkgever/sa Opbrengst van de roerende goederen is 500 - vroeger: naar de WN - nu: ponds ponds gewijze verdeling tussen het fonds en de WN: WN krijgt 250 bruto loon fonds krijgt 250 - MAAR 250 bruto loon? dat mag maar een netto bedrag zijn WN zal dus niet 250 in handen krijgen van die 250 zal nog een deel naar RSZ en fiscus gaan

3) RSZ - RSZ: bestuurders en zaakvoerders zijn persoonlijk en hoofdelijk met de failliete boedel gehouden indien het faillissement te wijten is aan een grove fout van bestuurders en zaakvoerders, sinds programmawet 2006. Dit zet hen aan om ze zo stipt mogelijk te betalen, of dit is de ratio. - In de bouwsector: aannemingszaken in bouwsector, dan 30bis RSZ: als aannemer schulden heeft bij de RSZ is de OG hoofdelijk ASK voor de RSZ-schulden, maar ten belope van bedrag van aannemingssom exclusief BTW. Je kan aan de hoofdelijkheid ontsnappen om bij betaling van factuur 35% van de verschuldigde aannemingssom door de storten aan de RSZ. 6. Deposantenvoorrecht: spaarders

7. Fiscale voorrechten * wettelijke basis - verschillende fiscale wetboeken: art 86 BTW + art 422 WIB * rang - na de sociale voorrechten en deposantenvoorrecht MAAR: 1 uitzondering: voorrecht van bedrijfsvoorheffing voor de fiscus heeft zelfde rang als voorrecht voor de RSZ (wordt afgehouden van het brutoloon) * onderpand = alle roerende goederen van de SA + eventueel overblijvende opbrengst van de OR Ratio: algemeen belang 1) de staat moet erop kunnen rekenen 2) fiscus kan geen zekerheidsrechten bedingen 3) coulance-argument: men wil van de fiscus een zekere welwillendheid, moet zich soepel opstellen vaak krijgen bedrijven respijt van de fiscus voor belastingschulden

4. BIJZONDERE VOORRECHTEN OP ROERENDE GOEDEREN - onafhankelijk tgo de boedel < > algemeen bevoorrechte SE: afwikkeling van de boedel afwachten - bijzonder voorrecht: altijd verband met de gewaarborgde schuldvordering 1) Gerechtskosten 2) Onbetaalde verhuurder = supervoorrecht * Wettelijke basis: art 20, 1 onbetaalde verhuurder van onroerend goed heeft voorrecht op goederen die dat onroerend goed stofferen * Ratio: bevorderen verhuur van onroerende goederen voorrecht voor VH

redenering: goederen bevinden zich in het verhuurde ORG DUS: VH heeft de macht over het ORG en onrechtstreeks over de RG in het ORG * Bevoorrechte SE: = VH van het ORG (woning, kantoor, fabriek) =/= dient niet de eigenaar van het ORG te zijn - huurcontract vereist * Gewaarborgde schuldvordering - huurgelden Intermezzo: Als VH ORG verkoopt, moet koper dan huurovereenkomst respecteren of niet? Art 1743 BW: ja, hij treedt in rechten en plichten van verhuurder dat geldt ook wat betreft het voorrecht van de verhuurder (1) = huurgelden van het vervallen jaar en jaar dat daarop volgt (als de huurovk blijft lopen) maximum 2 jaar huur (want: huurgelden vervallen na 2 jaar) (2) = alle huurgelden tot op het einde van de overeenkomst OP VOORWAARDE DAT de huurovereenkomst geregistreerd is Stel: huurovereenkomst werd aangegaan op 1 maart 2010, dan zul je om na te gaan welke huurgelden bevoorrecht zijn, een opsplitsing moeten maken naargelang de duurovereenkomst verder loopt 1 maart 2010-2011 - 2012-2013. Stel dat huurder failliet gaat op 1 december 2012. - herstellingen ten laste van de huurder - alles wat uitvoering van de huur betreft * onderpand = goederen die het verhuurde goed stofferen - lichamelijk roerende goederen - die zich in het gehuurde goed bevinden - en het gehuurde goed geschikt maken voor gebruik waartoe het bestemd is Bv: elektroapparatuur, schilderijen, auto in een autogarage, machines in fabriek - voorrecht van de verhuurder = stilzwijgend pand van de verhuurder ratio: VH heeft macht over het ORG waarin de RG zich bevinden in te roepen tegen derden - artikel 2279 BW: bezit geldt als titel - voorwaarde: VH is te goeder trouw (wist niet en behoorde niet te weten dat de roerende goederen in het ORG niet de eigendom zijn van de SA) = VH kan dus voorrecht uitoefenen op goederen die niet de eigendom zijn van de SA, maar van derde < > VH is te kwader trouw (weet dat het goederen van derden zijn): Voorrecht niet uit te oefenen op die goederen - beoordeling van goeder trouw: moment dat goederen in ORG worden binnengebracht derde verwittigt dus best de VH indien hij een goed binnen brengt in het ORG MAAR: beperking: verbod van rechtsmisbruik: (1) VH moet eerst verhaal uitoefenen op goederen van de SA (erna pas die van 3en) (2) VH moet in bepaalde situatie weten dat de goederen niet toebehoren aan de SA (vermoeden van kwader trouw: bv: gallerij schilderijen)

* publiciteit niet vereist MAAR: wanneer ontstaat het voorrecht dan? - van zodra de huurovereenkomst uitvoering krijgt: voorrang + rang = ogenblik van afgifte van de sleutels Of = vanaf de betaling van de eerste maand huur * Hoe wordt het voorrecht uitgevoerd? (1) gewone uitvoeringsmaatregelen: uitvoerend beslag (2) bijzondere uitvoeringsmaatregel: pandbeslag = vereenvoudigde vorm van bewarend beslag - geen toestemming van rechter vereist - voorafgaand bevel tot betaling betekenen aan huurder - reden: wanneer SE vreest dat huurder goederen zal verplaatsen (3) bijzondere uitvoeringsmaatregel: beslag tot terugvordering - wanneer de huurder/sa goederen al verplaatst heeft - binnen termijn van 15 dagen na het weghalen van de goederen uit het ORG beslag tot terugvordering gebeurt binnen 15 dagen: VH verliest zijn voorrecht niet = soort volgrecht (ondanks het feit dat voorrechten geen volgrecht hebben) 3) Onbetaalde verpachter * Gewaarborgde schuldvordering (1) pachtgelden = gelden van het lopend jaar en van het vervallen pachtjaar (2) herstellingen ten laste van de pachter (3) alles wat uitvoering van het pacht betreft!! termijn van 40 dagen voor beslag: pandbeslag of beslag tot terugvordering!!! * onderpand (1) goederen die de verpachte hoeve stofferen = goederen aanwezig in de verpachte hoeve (huisraad) (2) jaarlijkse oogst = oogst van de verpachte gronden - oogst is in natura aanwezig goederen moeten nog herkenbaar zijn (3) alle goederen gedienstig voor de exploitatie Bv: landbouwmateriaal (machines, tractor), dieren, Waarom verpachter niet op onroerende goederen door bestemming? Omdat pachter niet de eigenaar is van het erf. Om goed onroerend te kunnen maken door bestemming, moeten eigenaars van de goederen dezelfde zijn. Pachter kan geen eigenaar zijn van onroerend goed, dus kan hij geen goederen onroerend maken door bestemming

4) Landbouwvoorrecht: afgeschaft * wettelijke basis: wet 15 april 1884 betreffende landbouwleningen * bevoorrechte SE: landbouwlener = leent geld aan de landbouwer (particulier of kredietinstelling) - voorrecht vermelden in de akte - akte registreren * gewaarborgde schuldvordering: verstrekte krediet - voorwaarde: vermelden in de leningsakte - pandbeslag/beslag tot terugvordering: termijn 40 dagen * onderpand: - vermelden in de leningsakte welke goederen onderpand zijn - op roerende goederen, gronden, etc. - ook op goederen die onroerend door bestemming zijn voorwaarde: landbouwer is eigenaar van de grond + roerende goederen * publiciteit inschrijving in register is vereist - toepassing van anterioriteitsregel bij meerdere SE s - pondspondsgewijze verdeling bij meerdere SE s * ratio voorrecht: economische crisis van 1884: bevorderen van leningen aan landbouwers - // bezitloos pand of pand op handelszaak: - geen buitenbezitstelling vereist (< > klassiek pand) MAAR: hervorming: afschaffing landbouwvoorecht Overgangsrecht: landbouwlener heeft 12 maanden om tot registratie in pandregister over te gaan (zonder retributie te betalen) anders: verlies van rang 5) Pand: afgeschaft

6) SE van de kosten tot behoud van een zaak van de SA * bevoorrechte SE = SE die kosten heeft gemaakt tot behoud van een zaak van de SA - zaak = roerend goed (lichamelijk en onlichamelijk) - behoud van de zaak (1) = kosten zonder dewelke de zaak geheel of gedeeltelijk zou teniet gegaan zijn (2) = kosten zonder dewelke de zaak niet meer geschikt zou zijn voor het gebruik waartoe deze bestemd was Bv: auto: garagist herstelt motor herstelkosten = kosten tot behoud van de zaak (zonder een motor kan de auto niet meer rijden) Bv: tanken voor de auto =/= kosten tot behoud van de zaak - SE: geen volgrecht WEL MOGELIJKE zakelijke subrogatie * gewaarborgde SV = de kosten * onderpand = de zaak waarvoor de kosten gemaakt werden (1) goed moet eigendom zijn van de SA anders geen onderpand - eventueel: zakelijke subrogatie Ratio: kosten zijn gemaakt opdat het goed een waarde blijft behouden in het vermogen van de SA (zo zijn de andere SE s ook beter af met deze kosten) Bv: herstel van geleasde auto: geen voorrecht! (2) specialiteitsbeginsel: Goed moet aanwijsbaar/individualiseerbaar zijn in het vermogen van de SA (3) goed mag niet onroerend zijn door bestemming/incorporatie UITZONDERING: bedrijfsuitrustingsgoederen mogen wel onroerend geworden zijn voorrecht geldt ook dan nog Bv: machine in fabriek * publiciteit niet vereist UITZONDERING: bedrijfsmateriaal dat onroerend is geworden door bestemming / incorporatie deze uitzondering is AFGESCHAFT Voorrecht komt onmiddellijk na voorrecht van gerechtskosten primeert enkel op oudere voorrechten, niet op voorrechten die nadien nog zouden onstaan! (artikel 22 Hyp.W.)

7) Onbetaalde verkoper * gewaarborgde SV = prijs + interest (niet bv een schadebeding) * onderpand: = het verkochte roerende goed (1) SA moet eigenaar zijn van het roerend goed (niet door verkocht hebben) = goed bevindt zich in het vermogen van de SA - goed verkocht? eventueel voorrecht laten gelden op schuldvordering indien prijs nog niet betaald is door de nieuwe koper: zakelijke subrogatie (2) specialiteitsbeginsel: goed moet individualiseerbaar/identificeerbaar zijn - goed moet aanwijsbaar zijn (3) goed mag niet onroerend geworden zijn door bestemming/incorporatie * publiciteit niet vereist (uitzondering mbt onroerend geworden bedrijfsmateriaal: afgeschaft) * Rang van voorrecht: Wanneer ze in conflict is met de voorrechten: (1) kosten van behoud: kosten van behoud > onbetaalde verkoper (onbetaalde verkoper zal altijd een ouder voorrecht zijn: je kan geen herstel/behoud doen van een goed dat je niet gekocht hebt) (2) onbetaalde verhuurder: onbetaalde verhuurder > onbetaalde verkoper (art.23) UITZONDERING: verkoper verwittigt de verhuurder dat de prijs van een roerend goed niet betaald is (op moment dat de SA het goed binnen brengt in het verhuurde ORG) Voor Hyp.W. (1851) was er discussie of onbetaalde verkoper voorrecht kon behouden of niet indien goederen onroerend werden door bestemming of incorporatie. Meerderheidsopvatting was dat goed onroerend werd door bestemming, het voorrecht werd behouden, maar niet indien onroerend door incorporatie. In 1851 heeft wetgever einde willen stellen aan discussie door te bepalen dat voorrecht in beide gevallen verloren ging. Reden: voorrecht slaat op roerende goederen, dus kan niet betreffende onroerende goederen. Goederen onroerend door bestemming of incorporatie, vallen in onderpand van de hypothecaire schuld. Wetgever heeft dus ook hypothecaire schuldeisers willen beschermen. Voorrechten gaan immers voor hypotheken, dus onbetaalde verkoper zou voorrang hebben. Probleem was dus dat dit tot gevolg had dat industriëlen die machines wilden kopen, die meestal contant moesten betalen, omdat ze geen voorrecht of waarborg hadden en pand was niet mogelijk want dit veronderstelt een buitenbezitstelling. Dit was niet goed voor de industrie. Uiteindelijk is wetgever zover gekomen dat men de regel heeft ingevoerd met betrekking tot bedrijfsuitrustingsgoederen, dat voorrecht in dat geval kan blijven verder bestaan. Wetgever vond dit goed, maar met de voorwaarde dat derden en in bijzonder de hypothecaire schuldeisers daarvan moesten verwittigd worden, daarom

zekere vorm van publiciteit, nl. neerlegging van de factuur. Voorrecht werd uitgebreid in midden van de 19e eeuw, maar dat was toen enkel nog tvv industriële ondernemingen. Later uitgebreid door handelaars of ambachtelijke ondernemingen. Vereiste dat factuur moest worden neergelegd, is afgeschaft vorig jaar. Geen neerlegging meer vereist. Merkwaardig is dat, indien je naar voorbereidende werken kijkt, je leest dat reden van afschaffing is dat regel geen zin meer heeft, omdat er toen nog geen boekhoudkundige controle was en vroeger de facturen konden geantidateerd worden. Heeft helemaal niets te maken met reden waarom vereiste werd ingevoerd. Reden waarom wetgever beslist om reden af te schaffen, klopt niet met reden van invoering, nl. om derden te informeren. Deze noodzaak is echter nog altijd aanwezig, dus jammer dat dit werd afgeschaft. - Kan je vroegere regel van neerlegging van factuur zien als verwittiging van de verhuurder? Neen Stel dat machine in eigen pand van de schuldenaar staat en niet in een gehuurd goed. Fabrieksgebouw is eigendom van de schuldenaar. Is afhankelijk van machine die in fabriekspand staat, onroerend is door incorporatie of onroerend door bestemming. Betekent dat onbetaalde hersteller en onbetaalde verkoper hun voorrecht slechts behouden indien factuur is neergelegd (vroeger) Als onbetaalde hersteller factuur had neergelegd, staat hij nog op juiste plaats. Zo niet, zakt hij naar nummer 7 en wordt hij gewoon chirografaire schuldeiser. Dit geldt ook voor de onbetaalde verkoper = situatie voor 1 september 2013. Situatie nu is dat neerlegging niet meer vereist is, dus volgorde zoals ze staat, is steeds correct. Voorrecht moet niet noodzakelijk door verkoper zelf, persoonlijk, worden uitgeoefend. Dit opent aantal perspectieven. Voorrecht is accessorium van een schuldvordering. Stel nu dat iemand een dure vrachtwagen wil kopen en daarvoor krediet krijgen bij de bank. Bank wil lening wel geven, maar wil een zekerheid. In pand geven lukt niet. Wat voor constructie kunnen partijen in dat geval opzetten? Dat bank verkoper gaat betalen, waarbij hij conventionele subrogatie overeenkomt = subrogatie die contractueel werd bedongen uiterlijk op ogenblik van betaling. Subrogatie heeft tot gevolg dat bank in de rechten treedt van de verkoper en dat geldt zowel voor schuldvordering van de verkoper op de koper als voor zijn voorrecht. Het is maw de bank die het voorrecht zal kunnen uitoefenen. Risico is dat koper vrachtwagen zou kunnen verkopen aan iemand anders. Waarom is dit risico? Voorrecht kan enkel uitgeoefend worden als goed zich nog in vermogen van de schuldenaar bevindt. (voorrechten bieden ook geen volgrecht in de regel) Hoe kan je dit risico dan oplossen, indekken? Door in overeenkomst met de koper (SA) een vervreemdingsverbod op te leggen, maw verplichting van de koper om dat goed niet te verkopen. Kan bank iets ondernemen tegen koper die vervreemdingsverbod heeft geschonden? - Vervreemdingsverbod is verbintenis om bepaald goed niet te vervreemden. Als deze koper zijn verbintenis niet nakomt, kan de bank schadevergoeding vorderen. Als koper niet veel centen heeft, is dit niet zo interessant. Dus kan de bank die derde (aan wie goed werd verkocht) aanspreken? Dit is afhankelijk indien de derde te kwader trouw was of niet. - Indien derde dit wist of moest weten, dan heeft bank vordering van derdemedeplichtigheid aan contractbreuk tegen derde. Eventueel kan bank ook, wij wege van herstel in natura, vragen dat die overeenkomst hem niet tegenstelbaar zou worden verklaard en dan is het net alsof goed nog in vermogen van de schuldenaar aanwezig is en dan zal bank zijn voorrecht nog steeds kunnen uitoefenen. Vroeger: risico dat je factuur niet zou neerleggen indien vrachtwagen onroerend zou worden door bestemming of incorporatie

8) Hotelhouder: afgeschaft *Wettelijke basis: Art. 20, 6 Hyp.W. *Bevoorrechte SE: Hotelhouder = alle personen die beroepshalve logies verstrekken aan reizigers * Gewaarborgde SV: = Schuldvorderingen wegens leveringen van logies + de normale prestaties die hiermee verband houden (telefoon, ontbijt,...) * Onderpand: = Roerende goederen die reiziger in hotel heeft binnen gebracht vb. Bagage, auto die in hotelgarage staat, juwelen in kluisje, aankopen... - niet vereist dat roerende goederen eigendom zouden zijn van de reiziger. Als je vb. laptop meehebt van je werk, dan kan voorrecht daar ook op uitgeoefend worden - Maar: voorrecht geldt maar zolang goederen zich in hotel bevinden. Eenmaal goederen weg zijn, gaat voorrecht verloren. Geen volgrecht, dus ook geen recht van terugvordering * Gebaseerd op idee van stilzwijgende inpandgeving, net als bij de onbetaalde verhuurder: hotelhouder heeft macht over plaatsen waar goederen zich in hotel bevinden. Onbetaalde verhuurder kan overgaan tot pandbeslag (hotelhouder heeft veel beter zicht op wat er in hotel gebeurt, maar kan geen pandbeslag doen) hotelhouder heeft een retentierecht = hij kan weigeren om goederen terug mee te geven zolang hij niet is betaald * Publiciteit: Neen * Met hervorming wordt voorrecht afgeschaft, omdat praktisch belang van voorrecht zeer sterk verminderd is. Nu wordt meestal betaald met VISA-kaart en dit zal gelden als waarborg * Ratio van voorrecht: - Billijkheidsoverwegingen, aard van beroep van hotelhouder impliceert dat hotelhouder moet contracteren met personen die hij niet of nauwelijks kent en waarvan hij solvabiliteit niet kan controleren

9) Vervoerder Wettelijke basis: Artikel 20,7 Hyp.W. * Bevoorrechte SE: Vervoerder * Gewaarborgde SV: = vervoerskosten + bijkomende uitgaven = alle noodzakelijke kosten om goed op bestemming te laten geraken (vb. ook laad- en loskosten, tolkosten,...) * Onderpand: Vervoerde zaak - zolang goederen zich bij vervoerder bevinden - ook gebaseerd op idee van stilzwijgende inpandgeving UITZONDERING: nog mogelijk binnen 24u na afgifte aan eigenaar of bestemmeling, via beslag tot terugvordering Waarom 24u-termijn? Iemand die goederen ontvangt, moet kunnen controleren of goederen conform de overeenkomst zijn en hij kan zolang dit niet gebeurd is, de betaling opschorten * Publiciteit niet vereist * ratio: wetgever heeft vervoerder willen beschermen, omdat hij belangrijke schakel in economisch proces is

10) Onderaannemer * Wettelijke basis: Artikel 20,12 Hyp.W. * Bevoorrechte SE: Onderaannemer - vroeger: enkel in bouwzaken - nu: alle aannemingszaken * Gewaarborgde SV: = schuldvordering op aannemer voor uitvoering onderaannemingsovereenkomst (hoofdsom + accessoria) * Onderpand: = schuldvordering van aannemer op bouwheer (mbt zelfde werf!) * Publiciteit niet vereist MAAR voorrecht is slechts beperkt in de tijd geldig: 5 jaar, te rekenen vanaf factuurdatum. * Ratio: Als aannemer failliet gaat en onderaannemer heeft nog schuldvordering op aannemer en de aannemer nog op bouwheer. Curator kan schuldvordering recupereren, maar meestal zal onderaannemer niet genoeg betaling kunnen krijgen indien hij gewoon chirografaire schuldeiser zou zijn (billijkheidsargument)

11) Commissionair * Gewaarborgde SV: = SV commissionair op opdrachtgever (ook uit vorige transacties!) - commissieloon - interesten - kosten - hoofdsom * Onderpand: = goederen die de commissionair voor rekening van de opdrachtgever in zijn bezit heeft - idee van stilzwijgende inpandgeving - bescherming voor commissionair bestaat erin dat commissionair voorrecht heeft op goederen die hij voor rekening van opdrachtgever in zijn bezit heeft. Indien goederen bij commissionair staan, kan de koper dit revindiceren. * Publiciteit niet vereist * Zakenrechtelijke gevolgen van contracten die door commissionair worden gesloten, worden rechtstreeks toegerekend aan opdrachtgever. Als commissionair iets koopt voor opdrachtgever, zal opdrachtgever rechtstreeks eigenaar worden. Vb. Situatie waarin commissionair voor zijn opdrachtgever een schilderij van Rembrandt koopt. 12) Verzekeraar * Wettelijke basis: Artikel 60 WLVO * Verzekering zorgt ervoor dat waarde van goed in vermogen blijft, zorgt ervoor dat vermogen van de SA instand wordt gehouden, ook indien goed zou teniet gaan. Daarom voorrecht op verzekerde zaak

13) SE van alimentatie * Onderpand: Cass. Arrest 10 februari 2012: vorderingen bedoeld in 1409 ev, niet alleen vorderingen mbt beroepsinkomsten of gelijkgestelde inkomsten, maar ook vorderingen mbt andere periodieke inkomsten, zoals vb. huurinkomsten * Bevoorrechte SE: - Enkel in geval van beslag zal onderhoudsgerechtigde betaald worden met de opbrengst van die goederen * Publiciteit: niet vereist * Verschil met klassieke voorrechten: kan enkel door onderhoudsgerechtigde persoonlijk worden uitgeoefend. Als onderhoudsgerechtigde sterft, zullen erfgenamen dit voorrecht niet kunnen uitoefenen - Achterliggende idee: onderhoudsgerechtigde heeft onderhoudsgeld nodig om in levensonderhoud te voorzien en dit geldt niet voor zijn erfgenamen 5. BIJZONDERE VOORRECHTEN OP ONROERENDE GOEDEREN - Voorrechten zijn vrij zeldzaam: praktisch belang is beperkt Waarom? Teveel voorrechten op onroerende goederen, zou waarde van hypotheek aantasten, en hypotheken zijn belangrijk in kader van huidige kredietverlening * Artikel 27 Hyp.W.: 6 dergelijke voorrechten - Voorwaarde van publiciteit: inschrijving op hypotheekkantoor. Door publiciteit genieten zij ook een voorrecht. * Als bijzonder bevoorrechte schuldvordering wordt overgedragen, gaat ook bijzonder voorrecht mee over - Overdracht is echter pas tegenstelbaar aan derden als daar ook publiciteit aan wordt gegeven in de vorm van een kantmelding. - Zonder publiciteit: voorrecht van gerechtskosten en voorrecht van verzekeraar

1) Gerechtskosten 2) Verzekeraar 3) Onbetaalde verkoper * Wettelijke basis: Artikel 27, 1 Hyp.W. * Bevoorrechte SE: Onbetaalde verkoper onroerend goed * Gewaarborgde SV: (1) Betaling van de prijs (2) Drie jaar rente (3) Kosten van het contract * Onderpand: = verkochte onroerend goed (= volledig zelfde als bij voorrecht van onbetaalde verkoper op roerend goed) * Publiciteit: = overschrijving geldt als inschrijving. = de verkoper moet niet zelf voor inschrijving zorgen. Hij moet daar zelf niet initiatief voor nemen. = de hypotheekbewaarder moet ambtshalve voor inschrijving van voorrecht zorgen -! voorrecht ontstaat pas als overeenkomst wordt overgeschreven, op voorwaarde dat in koopovereenkomst wordt vastgesteld dat prijs geheel of gedeeltelijk onbetaald is gebleven

CASUS Bank X heeft een niet-betaalde schuldvordering van 6.500 EUR op dhr. Janssens. Op 1 maart 2014 geeft Bank X een gerechtsdeurwaarder de opdracht om over te gaan tot uitvoerend beslag op bepaalde roerende goederen van dhr. Janssens. De opbrengst van de openbare verkoop na beslag van de roerende goederen bedraagt 10.000 EUR. De kosten van het uitvoerend beslag door de gerechtsdeurwaarder bedragen 1.500 EUR. Volgende schuldeisers wensen te delen in de opbrengst van het uitvoerend beslag: - Directe belastingen: voor onbetaald gebleven directe belastingen ten belope van 1.250 EUR - RSZ: voor onbetaald gebleven RSZ-bijdragen ten belope van 1.600 EUR - Algemeen ziekenhuis: voor een onbetaald gebleven factuur d.d. 1 januari 2013 ten belope van 645 EUR - Bank Y: voor een niet-betaalde schuldvordering van 3.000 EUR Vraag: Hoe moet de opbrengst van de verkoop worden verdeeld? Gerechtsdeurwaarder moet evenredige verdeling opstellen. Goed om overzicht te maken van aantredende schuldeisers en daarbij te vermelden of zij bepaalde zekerheid hebben en wat rechtsgrond ervan is * Wat is bedrag van schuldvordering van bank X en is er een zekerheid aan verbonden? 6.500; Geen voorrecht * Kosten uitvoerend beslag: 1.500; Algemeen voorrecht op roerende goederen (art. 17 en 19, 1 Hyp.W.)

* Directe belastingen: 1.250; Algemeen voorrecht op roerende goederen (art. 422 WIB) * RSZ: 1.600; Algemeen voorrecht op roerende goederen (art. 19, 4 Hyp.W.) * Algemeen ziekenhuis: 645; Geen voorrecht (geen voorrecht laatste ziektekosten, want dateert van langer dan één jaar voorheen) * Bank Y: 3.000; Geen voorrecht Wie gaan we eerst betalen? Opbrengst van de openbare verkoop na roerend beslag = 10.000 1. Gerechtskosten (= kosten uitvoerend beslag) - 1.500 (saldo: 8.500) 2. RSZ - 1.600 (saldo: 6.900) 3. Directe belastingen - 1.250 (saldo: 5.650) Hoe kan fiscus dit weten? Gerechtsdeurwaarder heeft notificatieplicht indien het bedrag hoger is dan 2.500 en er een evenredige verdeling zal worden opgestart 4. Evenredige verdeling tussen degene die nog overschieten: ponds-pondsgewijze verdeling toepassen (toepassing regel van 3). Eerst alles optellen en dat in noemer van breuk zetten en dat doe je maal nog resterend bedrag Bank X 3620 (6.500/10145 * 5650) Ziekenhuis 359 (645/10145 * 5650) Bank Y 1671 (3000/10145 * 5650) Stel dat niet Bank X, maar onbetaalde verhuurder beslag had gelegd. Waar zou je die onbetaalde verhuurder dan in het rijtje plaatsen? Het gaat om een bijzonder voorrecht, en in de verhouding tussen de bijzondere en de algemene voorrechten, gaan de bijzondere voorrechten voor op de algemene. Onbetaalde verhuurder moet onder de gerechtskosten geplaatst worden.

Stel: De SA laat zijn auto herstellen: de onbetaalde hersteller: - persoon heeft bijzonder voorrecht: bijzondere gaan voor op algemeen voorrecht - Gerechtskosten staan àltijd bovenaan - Komt hersteller boven of na onbetaalde verhuurder? voorrecht onbetaalde verhuurder ontstaat bij start van de huurovereenkomst. Waarschijnlijk zal huurovereenkomst al van eerdere datum zijn, waardoor het voorrecht van de onbetaalde hersteller voor het voorrecht van de onbetaalde verhuurder komt Stel onbetaalde verkoper de SV heeft van 5.000. Waar ga je die rangschikken in evenredige verdeling? Na de gerechtskosten, na onbetaalde hersteller en na onbetaalde verhuurder. (tenzij hij verhuurder heeft verwittigd)