PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO

Vergelijkbare documenten
Documentatierapport POLSmodTBO 1999V1

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE MILIEU EN INKOMENSWAARDERING

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module SCP - LEEFSITUATIE SLI

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren JONG

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Jongeren

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE (POLS) module SCP LEEFSITUATIE / EUROPEAN WELFARE SURVEY SLI/EWS

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

Documentatierapport POLSmodPAR 2004V1 (Participatie en vrijwilligerswerk 2004) POLSmodPARV 2004V1 (Participatie: doorvragen

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Bijlage A Gebruikte databestanden

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid

Weging Gezondheidsenquête, vanaf 2010

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN ONDERZOEK VRIJWILLIGERSWERK EN CIVIL SOCIETY. Onderzoeksverantwoording

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Emancipatie Opinies 2016 (EMOP) Onderzoeksverantwoording

WATERSCHAPSVERKIEZINGEN

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Bijlagen hoofdstuk 12 Maatschappelijke participatie Jeroen Devilee en Joep de Hart

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

Vrijwillige inzet 2008

Omnibusenquête deelrapport. Studentenhuisvesting

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

Memo. 6 januari aan Lotte Vermey cc van Vincent de Heij. onderwerp Steekproef voor het onderzoek Sociaal Vitaal Platteland 2014.

Inhoudsopgave. Achtergrond en doelstellingen. Samenvatting. Resultaten. Contact

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Omnibusenquête deelrapport. Zoetermeer FM

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

VERTROUWELIJK ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Opiniepeiling tegenover luisteronderzoek

Omnibusenquête deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Dongen, april 2004 Ond.nr.: 7166.fdg/mv

4 BEPALEN VAN GEWICHTEN

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Woningmarktmodule 2015 The making of.. CBS 7 April 2016

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Surinaams-Javaanse ouderen in Hoogezand-Sappemeer

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Resultaten peiling gevolgen van onjuiste eindtoetsadviezen

4 Onderzoeksverantwoording

Centraal Bureau voor de Statistiek

Peiling vermoedens kindermishandeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Ministerie van Justitie en Veiligheid

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Toekomst van de mantelzorg

Verkiezing en methode

Kijk- en luisteronderzoek 2013b

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gebruik van kinderopvang

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Prioritering maatschappelijke vraagstukken

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Eerste Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek 2002 EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTEN ONDERZOEK CURAÇAO 2002

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Enquête Sociale Scheidslijnen

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Documentatierapport POLSmodERVI 2004V1 (Rechtshulp instanties 2004) POLSmodERVA 2004V1 (Rechtshulp problemen 2004)

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Verslag opinieonderzoek validatiestelsel

Uitkomst vragenlijst Behoefte Bezinningshuis

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Het arbeidsaanbod van laagopgeleide vrouwen vanuit een economisch en sociologisch perspectief. A Gebruikte databestanden... 2

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Klanttevredenheid: 8,6. Eerste halfjaar 2015 Op basis van 174 respondenten

Stadsenquête Leiden 2010

Internetpeiling ombuigingen

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Financiering woningaanpassingen een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO

EERSTE RESULTATEN ARBEIDSKRACHTENONDERZOEK CURAÇAO 2005

GfK Supermarktkengetallen

Geslacht respondenten CBS 2011* man 49% 49% vrouw 51% 51% totaal 100% 100%

4 maart 2019 Auteur: Jeroen Kester. Onderzoek: Binding met provincie

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wonen

8 Centraal Bureau voor de. Jonge e n e r g tevreden over vriendenkring Jong en gelukkig. Buitengewoon tevreden. Weinig eenzaamheid

Rapport Responsverantwoording Culturele veranderingen en SCP Leefsituatie Index 2017/2018

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Migratieachtergrond van werknemers in Nederland naar beroep en regio, pilot Barometer culturele diversiteit

De Zondagomzet van de supermarkten is in 2014 met 30% fors gegroeid naar bijna 1,2 miljard omzet.

Onderzoek klanttevredenheid 2015

Brandweer en brandpreventie in Twente

De klant in beeld Wet kinderopvang en de gevolgen voor de gebruikers. Bijlagen bij Eindrapportage gevolgen Wet kinderopvang voor de gebruikers

Sinterklaas onderzoek 2008

JEUGDOMNIBUSENQUÊTE deelrapport BEOORDELING UITGAANSGELEGENHEDEN

Klanttevredenheid WMO vervoer Haren 2013

Transcriptie:

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE Tijdsbestedingsonderzoek Mini-TBO 1997 DOCUMENTATIE TBO097DC.DOC pagina 1

Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie 2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie 2.2 Steekproefkader 2.3 Steekproeftrekking 2.4 Steekproefomvang 3. Veldwerk 3.1 Screening en uitzet van de steekproef 3.2 Instructie 3.3 Respons 3.4 Evaluatie 4. Verwerking 4.1 Dataprocessing 4.2 Afgeleide variabelen 5. Ophoging 5.1 Methodiek 5.2 Hulpvariabelen en weegschema s 6. Kwaliteit 6.1 Soorten fouten 6.2 Nauwkeurigheid 6.3 Betrouwbaarheid 7. Beveiliging Bijlage 1: Codeboek en rechte tellingen POLS bestand mini-tbo 1997 TBO097DC.DOC pagina 2

Inleiding De informatie die in deze documentatie is opgenomen gaat specifiek in op de bijzonderheden die gelden voor de genoemde module en vult in dat opzicht de algemene documentatie voor POLS aan. Waar er voor het mini-tijdsbestedingsonderzoek (mini-tbo) geen sprake is van afwijkingen van procedures of activiteiten ten opzichte van het algemene onderzoek POLS wordt dan ook verwezen naar de algemene documentatie. Voor de duidelijkheid wordt de structuur van de algemene documentatie aangehouden, zodat gebruikers eenvoudig kunnen zien waar er sprake is van bijzonderheden. Met het mini-tbo wordt de dagelijkse tijdsbesteding gemeten. Het mini-tbo maakt deel uit van de vragenlijstmodule Recht en Milieu (REM). De REM-module omvat 5.554 respondenten. Daarnaast is in de vragenlijstmodule Ongevallen in Nederland Expositie (OiNE) aan 304 respondenten, die op vrijdag zijn ondervraagd, gevraagd het dagboekje van het mini-tbo in te vullen. Het totaal aantal respondenten dat is benaderd om het dagboekje van het mini-tbo in te vullen bedraagt derhalve 5.858. Uiteindelijk resteren er 4.960 cases waarvoor tijdsbestedingsgegevens beschikbaar zijn. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat niet iedereen, waaraan medewerking is gevraagd, het dagboekje heeft ingevuld en doordat een aantal respondenten uit het bestand is verwijderd aangezien de kwaliteit van de ingevulde dagboekjes erg slecht was (dat wil zeggen deze respondenten hebben meer dan zes uur van de dag niet ingevuld). In het databestand TBO097.POR met tijdsbestedingsgegevens is alleen de totale tijd besteed aan de onderscheiden activiteiten op de ondervraagde dag opgenomen. Met dit bestand kan eenvoudig worden bepaald hoeveel tijd gemiddeld wordt besteed aan de onderscheiden activiteiten. In dit bestand zijn niet de tijdstippen waarop de activiteiten worden uitgevoerd opgenomen. Uiteraard zijn op basis van de TBOdagboekjes ook gegevens beschikbaar over de tijdstippen wanneer bepaalde activiteiten zijn uitgevoerd. Indien men de tijdstippen waarop mensen bepaalde activiteiten uitvoeren wil analyseren dan is deze informatie beschikbaar bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gelieve daarvoor contact op te nemen met de heer T. van der Putten (telefoon (045) 570 7554, email TPTN@CBS.NL). Voor een kopie van het dagboekje van het mini-tbo kunt u eveneens contact opnemen met de heer T. van der Putten. 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek Het doel van het mini-tbo is om op eenvoudige wijze en in beperkte enquêtetijd informatie te verzamelen over de wijze waarop mensen hun tijd doorbrengen; welke activiteiten ze op een dag doen, wanneer ze activiteiten uitvoeren en hoe lang deze in beslag nemen. Op deze wijze kan een indruk worden verkregen van de tijd die mensen dagelijks kwijt zijn aan noodzakelijke activiteiten (zoals slapen en eten), aan contractueel vastgelegde tijd (zoals betaald werk en onderwijs), aan andere langdurige verplichtingen (zoals huishoudelijk werk en vrijwilligerswerk) en hoeveel tijd resteert voor vrijetijdsactiviteiten. Door uitsplitsingen te maken naar verschillende bevolkingsgroepen kan worden nagegaan hoe de verschillende taken worden verdeeld. Denk bijvoorbeeld aan de verdeling van betaalde en onbetaalde arbeid (zoals huishoudelijke en zorgtaken) tussen mannen en vrouwen. TBO097DC.DOC pagina 3

1.2 Onderzoeksopzet Voor de algemene onderzoeksopzet wordt verwezen naar de algemene documentatie POLS 1997. Hier wordt de onderzoeksopzet voor het mini-tbo beschreven. In de steekproef voor REM en OiNE zijn personen van twaalf jaar en ouder opgenomen. Aan het einde van de REM- of OiNE-module (alleen enkele vragen die aan de kostwinner worden gesteld, komen nog achter het mini-tbo) wordt de respondent gevraagd een dagboekje in te vullen (schriftelijk). Het onderzoek is zodanig ontworpen dat op een eenvoudige wijze en in beperkte (enquête)tijd een indruk kan worden verkregen van de wijze waarop mensen hun tijd besteden en wordt daarom mini-tbo genoemd. Het mini-tbo is beperkt van omvang in zoverre dat er slechts 32 activiteiten worden onderscheiden (in het Verenigd Koninkrijk en in Zweden zijn identieke vragenlijsten gehanteerd) en slechts aan één persoon in het huishouden van twaalf jaar of ouder wordt gevraagd voor één dag het dagboekje in te vullen. Er wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde voorgecodeerde activiteitenlijst. De hoofdactiviteiten die in het mini-tbo worden onderscheiden zijn: persoonlijke verzorging, verzorging van anderen, onderweg, betaald werk, onderwijs, boodschappen en afspraken, huishoudelijk werk, vrijwilligerswerk en vrije tijd. De respondent moet door middel van getekende lijnen in een schema per kwartier aangegeven welke activiteit hij of zij gedurende één dag heeft verricht. Het dagboekje begint om zes uur s ochtends en loopt door tot zes uur in de volgende ochtend. Er is hierbij sprake van een zogenaamd yesterday-interview, dat wil zeggen dat aan de respondent wordt gevraagd aan te geven wat hij of zij gisteren heeft gedaan en op welk tijdstip. In het dagboekje van het mini-tbo is de mogelijkheid geboden om meerdere activiteiten die gelijktijdig werden uitgevoerd aan te geven (de zogenaamde dubbele activiteiten). Voordat het mini-tbo in het veld is gebruikt, is in 1996 een beperkte veldproef uitgevoerd (zie voor het verslag van deze proef M. van Bergen en G. Snijkers, 1996, Vier in één: leeftijdsdiscriminatie, burn out, armoede, mini-tbo, CBS-nota). Om betrouwbare informatie over de tijdsbesteding te kunnen presenteren moeten de dagen van de week gelijkmatig vertegenwoordigd zijn in de steekproef. Aangezien het aantal interviews dat op de verschillende dagen van de week wordt afgenomen nogal ongelijkmatig is, is het niet mogelijk elke respondent te vragen wat hij of zij gisteren heeft gedaan, maar wordt bij een deel van de respondenten over een langere periode teruggevraagd. Het maximale verschil bedraagt drie dagen. Via een bepaalde selectiewijze worden dagen toebedeeld aan respondenten. Aan de ene kant is ernaar gestreefd om de tijd tussen het invullen van het dagboekje en de dag waarvoor de tijdsbesteding moet worden ingevuld zo klein mogelijk te houden. Aan de andere kant is getracht de dagen van week wel zo evenredig mogelijk te laten voorkomen in de steekproef, aangezien op vrije dagen vaak andere bezigheden worden uitgevoerd dan op werkdagen. Omdat er op vrijdag weinig interviews worden afgenomen en er derhalve minder dagboekgegevens over de donderdag zouden worden verkregen, is ervoor gekozen om naast verzameling van tijdsbestedingsgegevens in de REM-module, de op vrijdag geïnterviewde respondenten in de OiNEmodule ook te vragen een dagboekje in te vullen voor de donderdag. In principe is de interviewer aanwezig als de respondent het dagboekje invult om eventuele problemen te verhelpen. Pas als de respondent het dagboekje niet wil invullen in aanwezigheid van de interviewer wordt de mogelijkheid geboden het dagboekje achter te laten, zodat de respondent het formulier in privacy kan invullen en later opsturen. 1.3 Opdrachtgever Het Centraal Bureau voor de Statistiek is opdrachtgever voor het enquêteren over de dagelijkse tijdsbesteding van de Nederlandse bevolking. 1.4 Historie TBO097DC.DOC pagina 4

In 1987 en 1988 heeft het CBS een grootschalig TBO gehouden. Het doel van dit TBO was tweeledig. Het algemene doel was het geven van een integraal beeld van de tijdsbesteding van personen en huishoudens. Voor het specifieke CBS-doel is nagegaan hoeveel tijd er wordt besteed aan productieve activiteiten in ruime zin. Naast de formele arbeid gaat het hierbij om vormen van arbeid waar geen beloning tegenover staat en die om die redenen niet worden waargenomen als productie. Voorbeelden zijn huishoudelijke arbeid, vrijwilligerswerk en doe-het-zelf werkzaamheden. Het TBO van de jaren tachtig bestond uit drie delen: In de huishoudensvragenlijst (vragenlijst A) werden aan het hoofd van het huishouden of de partner van het hoofd, woonachtig op het geselecteerde adres, enkele vragen gesteld over het huishouden. Er werd verder ondermeer gevraagd in hoeverre huishoudens gebruik maken van bepaalde diensten, zoals huishoudelijke hulp. Aan alle leden van het huishouden van twaalf jaar of ouder, woonachtig op het geselecteerde adres, werd een persoonsvragenlijst (vragenlijst B) voorgelegd. Het doel van de schriftelijke persoonsvragenlijst was een aantal persoonskenmerken van de respondent vast te leggen. Tevens werd gevraagd naar de participatie in ondermeer doe-het-zelf activiteiten en vrijwilligerswerk over een langere periode. Alle leden van het huishouden van twaalf jaar of ouder werden geacht gedurende 2 dagen in het dagboekje per kwartier aan te geven wat de voornaamste bezigheid is, dat wil zeggen de bezigheid die in dat kwartier de meeste tijd in beslag nam, en waar de activiteit werd uitgevoerd. Voor het beschrijven van de activiteit kon de respondent gebruik maken van een voorgecodeerde lijst van 106 activiteiten. Uit deze beschrijving komt een aantal verschillen in opzet tussen de onderzoeken uit de jaren tachtig enerzijds en het onderzoek uit 1997 anderzijds aan het licht. In het mini-tbo is, overeenkomstig de opzet van POLS, slechts aan één persoon in het huishouden gevraagd een dagboekje in te vullen, terwijl in de oude onderzoeken alle leden van het huishouden van twaalf jaar of ouder werden gevraagd deel te nemen aan het onderzoek. Overigens zijn ook voor het mini-tbo personen van twaalf jaar of ouder benaderd. Een ander verschil is dat het onderzoek van 1997 van een yesterday dagboekje gebruik maakt. In 1987 en 1988 is een tomorrow benadering gehanteerd, dat wil zeggen dat van tevoren werd aangegeven over welke dagen de respondent het dagboekje moest invullen. De periode waarover de tijdsbestedingsgegevens moesten worden ingevuld verschilt ook: in 1997 was dat voor één dag en in de onderzoeken van de jaren tachtig voor twee dagen. In beide onderzoeken is gebruik gemaakt van een voorgecodeerde vragenlijst. In 1997 werden 32 activiteiten onderscheiden en in 1987 en 1988 bestond de activiteitenlijst uit 106 activiteiten. Daarnaast bevatte het dagboekje in 1997 geen vervolgvragen. In de dagboekjes van de oude onderzoeken werden wel vervolgvragen (voor wie de activiteit werd verricht en of dat tegen betaling was) gesteld bij de als productieve activiteiten (van tevoren is bepaald welke activiteit productief is). Bovendien werd gevraagd of de activiteit thuis of elders was verricht. Een ander belangrijk verschil is dat in de TBO s van de jaren tachtig slechts één activiteit per kwartier kon worden ingevuld, terwijl in 1997 de mogelijkheid is geboden om meerdere activiteiten die gelijktijdig werden uitgevoerd aan te geven in het dagboekje. Voor het ontstaan van de nieuwe enquête POLS wordt verwezen naar de algemene documentatie POLS 1997. TBO097DC.DOC pagina 5

2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie De doelpopulatie voor het mini-tbo is de in Nederland woonachtige bevolking van twaalf jaar en ouder in particuliere huishoudens. De steekproef wordt getrokken uit de Gemeentelijke Basis-Administratie (GBA). Personen die in instellingen en tehuizen wonen worden niet benaderd. In tegenstelling tot de TBO s uit de jaren tachtig wordt een steekproef van personen (in plaats van adressen) getrokken. Bovendien wordt slechts één persoon per huishouden (in plaats van iedereen in het huishouden van twaalf jaar en ouder) geïnterviewd. 2.2 Steekproefkader 2.3 Steekproeftrekking 2.4 Steekproefomvang De totale steekproefomvang voor POLS in 1997 bedraagt 65.664 personen. Voor de modules REP en REM samen is dit 20.672, namelijk 8.374 voor REP en 12.298 voor REM. Het gewenste aantal respondenten voor de module REM is groter ten behoeve het mini-tbo. Voor de OiNE-module bedraagt de steekproefomvang 8.403. Het gewenste aantal respondenten voor het mini-tbo 7.500 personen van twaalf jaar en ouder. De steekproef is niet volledig uitgezet, zie de algemene POLS documentatie en hoofdstuk 3. Van de 9.825 personen die benaderd werden in de REM-module hebben 5.554 personen deelgenomen, de respons bedroeg een kleine 57%. Van de 7.366 personen die in de OiNE-module zijn benaderd hebben 4.335 personen meegedaan. Dat is een responspercentage van bijna 59%. Overzicht 1. Steekproef, uitzet en bruikbare respons van Recht en POLS-basisvragenlijst 1997 Onderzoek Gewenste respons Steekproef Uitzet Bruikbare respons absoluut Bruikbare respons % van uitzet Recht 12.500 20.672 16.496 9.331 56,6 w.v REM REP 7.500 5.000 12.298 8.374 9.825 6.671 5.554 3.777 56,5 56,6 OiNE 5.000 8.403 7.366 4.335 58,9 BASIS 38.800 65.664 55.675 34.439 61,9 De omvang van de REM-module bedraagt 5.554 respondenten. Daarnaast is in de OiNE-module aan 304 respondenten, die op vrijdag zijn ondervraagd het dagboekje van het mini-tbo in te vullen. Het totaal TBO097DC.DOC pagina 6

aantal respondenten dat is benaderd het dagboekje van het mini-tbo in te vullen bedraagt derhalve 5.858 respondenten. Driekwart van deze respondenten heeft het dagboekje ingevuld in aanwezigheid van de interviewers. Bij vijftien procent is het dagboekje achtergelaten en negen procent het dagboekje weigert in te vullen. Van de achtergelaten dagboekjes is zeventig procent teruggestuurd naar het CBS. Dat betekent dat de totale extra non-respons voor het mini-tbo veertien procent bedraagt. Daarnaast is een aantal respondenten uit het bestand verwijderd aangezien de kwaliteit van de ingevulde dagboekjes van deze respondenten erg slecht was (dat wil zeggen meer dan zes uur van de dag waren niet ingevuld). Dat betekent dat er uiteindelijk 4.960 cases resteren. Overzicht 2. Responsgegevens van het mini-tbo 1997 Respondenten waaraan is gevraagd het dagboekje in te vullen Aantal Percentage Percentage REM 5.554 OiNE 304 Totaal, waarvan 5.858 Ingevuld tijdens interview 75 Dagboekje achtergelaten 15 Niet teruggestuurd 30 Teruggestuurd 70 Weigert dagboekje in te vullen 9 Extra non-respons mini-tbo 14 3. Veldwerk Het veldwerk van POLS wordt hoofdzakelijk uitgevoerd met behulp van computergestuurde vragenlijsten, zie verder de algemene POLS documentatie. Het dagboekje van het mini-tbo is een schriftelijke vragenlijst (zie ook paragraaf 1.2). Aangezien het een yesterday-benadering is, wordt het dagboekje in principe tijdens het interview ingevuld. Pas als de respondent het dagboekje niet wil invullen in aanwezigheid van de interviewer wordt de mogelijkheid geboden het dagboekje alleen in te vullen later op te sturen. 3.1 Screening en uitzet van de steekproef In verband met capaciteitstekorten onder het interviewkorps heeft de veldwerkafdeling noodgedwongen een prioritering toegepast bij de uitzet van de steekproefeenheden in het veld, waarbij de volgende rangorde is gehanteerd: 1. WBO en GEZO en OINE 2. SLI 3. REP en REM (Recht) en JONG Deze prioritering is vanaf september toegepast. Het gevolg hiervan is dat het aandeel van de steekproef dat werd uitgezet voor REP/REM en daarmee ook voor een groot deel van het mini-tbo in de loop van 1997 kleiner is geworden. Ook de uitzet in de provincies Groningen en Drenthe en de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht is lager geweest dan gewenst. TBO097DC.DOC pagina 7

De steekproef is uitgezet in maandporties, waarmee het continue karakter van de enquête gerealiseerd wordt. Een maandportie POLS omvat gemiddeld 5.472 personen; voor het mini-tbo gaat het om gemiddeld 488 personen per maand. 3.2 Instructie Zie voor de algemene POLS instructie algemene documentatie POLS 1997. 3.3 Respons POLS kent een respons op de basisvragenlijst van in totaal 34.439 respondenten, dit is 61,9% (zie overzicht 1). De respons op de verschillende modules is niet gelijk, zie hiervoor de algemene POLS documentatie. Het totaal aantal respondenten dat is benaderd om het dagboekje van het mini-tbo in te vullen bedraagt 5.858. Hiervan hebben 5.049 personen het dagboekje ingevuld. Dat betekent dat de totale extra nonrespons voor het mini-tbo veertien procent bedraagt (zie overzicht 2). Daarnaast zijn de gegevens van 89 respondenten uit het bestand verwijderd aangezien de kwaliteit van de ingevulde dagboekjes erg slecht was (dat wil zeggen deze respondenten hadden voor meer dan zes uur van de dag niet aangegeven waaraan ze hun tijd hadden besteed). Dat betekent dat er voor analyse uiteindelijk 4.960 cases resteren voor analyse. 3.4 Evaluatie Interviewers hebben de mogelijkheid om tijdens of na afloop van een interview elektronisch een opmerking te maken. Deze opmerkingen worden samen met de interview-gegevens naar het CBS verzonden. Daarnaast kunnen interviewers telefonisch of schriftelijk contact opnemen met de enquêtebegeleiders van het CBS. Aan de hand van al deze reacties van interviewers wordt een indruk verkregen van de problemen die interviewers in het veld ervaren. Daarnaast is tegen het einde van 1997 een evaluatie uitgevoerd onder alle interviewers door middel van een computergestuurde evaluatievragenlijst. Ongeveer 400 interviewers hebben de vragenlijst ingevuld retour gezonden. De opmerkingen van de interviewers hadden betrekking op de overzichtelijkheid en de grote van het gebruikte lettertype op het formulier. Het formulier werd als onoverzichtelijk ervaren en vooral voor oudere respondenten was het lettertype klein. Dit heeft geleid tot aanpassingen in de vragenlijst voor 1999. Het invullen van de tijdsbestedingsgegevens in het dagboekje nam gemiddeld zeven minuten en vijftien seconden in beslag. Dit is ruimschoots binnen de vooraf verwachte tijd van acht minuten. 4. Verwerking 4.1 Dataprocessing De tijdsbestedingsgegevens zijn opgenomen in het bestand TBO097.POR. In dit bestand is alleen de totale tijd besteed aan de onderscheiden activiteiten op de ondervraagde dag opgenomen. Deze totale duur per activiteit is uitgedrukt in aantal kwartier; tezamen moeten alle uitgevoerde activiteiten op de TBO097DC.DOC pagina 8

ondervraagde dag derhalve voor iedere respondent 96 kwartier bedragen. Dat betekent dat met dit bestand alleen de duur van de verschillende activiteiten kan worden uitgerekend. In dit bestand vertegenwoordigt elke respondent één case; er zitten dus 4.960 cases in dit bestand. TBO097.POR bevat 84 variabelen (een koppelvariabele, een weegvariabele, de dag van de week waarop de tijdsbestedingsgegevens betrekking hebben en de overige variabele vertegenwoordigen de onderscheiden activiteiten inclusief zogenaamde dubbele activiteiten). Nogmaals wordt erop gewezen dat bij het CBS ook gegevens beschikbaar zijn met informatie over de tijdstippen waarop mensen de onderscheiden activiteiten uitvoeren. Indien men de tijdstippen waarop mensen bepaalde activiteiten uitvoeren wil analyseren dan is deze informatie beschikbaar bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gelieve daarvoor contact op te nemen met de heer T. van der Putten (telefoon (045) 570 7554, email TPTN@CBS.NL). 4.2 Afgeleide variabelen Zoals gezegd is in het dagboekje van het mini-tbo de mogelijkheid geboden om meerdere activiteiten die gelijktijdig werden uitgevoerd aan te geven. Vanwege de dubbele activiteiten, zou een analyse van de oorspronkelijke data een dag van meer dan 24 uur (= 96 kwartier) opleveren. Om op het totaal van 24 uur uit te komen, zijn nieuwe activiteiten geconstrueerd waar een combinatie van twee activiteiten in wordt opgenomen. Dat resulteert uiteindelijk in 81 activiteiten. Hieronder is een lijst met de code en de omschrijving weergegeven: 1 slapen, rusten (inclusief bedrust bij ziekte) 2 wassen, aankleden 3 eten en drinken klaarmaken, thuis eten 4 verzorgen en spelen met eigen kinderen 5 verzorgen en spelen met andere kinderen 6 verzorgen en spelen met eigen en andere kinderen 7 verzorgen familieleden in het huishouden 8 verzorgen familieleden buiten het huishouden 9 verzorgen van anderen 10 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen, vrijetijdsbesteding 11 betaald werk (inclusief werk thuis) 12 school, bijwonen lessen, colleges, cursussen 13 huiswerk maken, studeren 14 boodschappen (winkelen, bank, post ed) 15 op afspraak naar (tand)arts, fysiotherapeut, kapper ed 16 schoonmaken in huis 17 wassen, strijken en naaien ed 18 onderhoudswerk, klussen, in de tuin werken 19 vrijwilligerswerk voor kerkelijke, politieke organisatie 20 vrijwilligerswerk voor organisatie voor vorming of verzorging 21 vrijwilligerswerk sportvereniging, culturele vereniging 22 sportbeoefening 23 televisie, video, radio, cd s, cassettes 24 contact met familie, vrienden, kennissen 25 bezoek aan restaurant, café, disco ed 26 lezen 27 wandelen, fietstochtjes maken 28 huisdieren verzorgen 29 bezoek museum, theater, bibliotheek, sportwedstrijd ed 30 spelletjes doen, knutselen, musiceren, toneelspelen 31 niets doen, luieren 32 iets anders TBO097DC.DOC pagina 9

33 kerkbezoek 99 onbekend 203 wassen, aankleden & eten en drinken klaarmaken, eten thuis 204 wassen, aankleden & verzorgen en spelen met eigen kinderen 224 wassen, aankleden & contact met familie, vrienden, kennissen 304 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & verzorgen en spelen met eigen kinderen 305 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & verzorgen en spelen met andere kinderen 307 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & verzorgen familieleden in het huishousden 310 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed 311 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & betaald werk (inclusief werk thuis) 312 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & school, bijwonen lessen, colleges, cursussen 316 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & schoonmaken in huis 317 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & wassen, strijken en naaien ed 318 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & onderhoudswerk, klussen, in de tuin werken 324 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & contact met familie, vrienden, kennissen 326 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & lezen 328 eten en drinken klaarmaken, thuis eten & huisdieren verzorgen 407 verzorgen en spelen met eigen kinderen & verzorgen familieleden in het huishouden 410 verzorgen en spelen met eigen kinderen & onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed 416 verzorgen en spelen met eigen kinderen & schoonmaken in huis 417 verzorgen en spelen met eigen kinderen & wassen, strijken en naaien ed 424 verzorgen en spelen met eigen kinderen & contact met familie, vrienden, kennissen 426 verzorgen en spelen met eigen kinderen & lezen 524 verzorgen en spelen met andere kinderen & contact met familie, vrienden, kennissen 624 verzorgen en spelen met eigen en andere kinderen & contact met familie, vrienden, kennissen 1011 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & betaald werk (inclusief werk thuis) 1014 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & boodschappen (winkelen, bank, post ed) 1020 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & vrijwilligerswerk voor organisatie voor vorming of verzorging 1022 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & sportbeoefening 1024 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & contact met familie, vrienden, kennissen 1026 onderweg voor onderwijs, werk, boodschappen ed & lezen 1112 betaald werk (inclusief werk thuis) & school, bijwonen lessen, colleges, cursussen 1114 betaald werk (inclusief werk thuis) & boodschappen (winkelen, bank, post ed) 1124 betaald werk (inclusief werk thuis) & contact met familie, vrienden, kennissen 1224 school, bijwonen lessen, colleges, cursussen & contact met familie, vrienden, kennissen 1324 huiswerk maken, studeren & contact met familie, vrienden, kennissen 1424 boodschappen (winkelen, bank, post ed) & contact met familie, vrienden, kennissen 1617 schoonmaken in huis & wassen, strijken en naaien ed 1624 schoonmaken in huis & contact met familie, vrienden, kennissen 1724 wassen, strijken en naaien ed & contact met familie, vrienden, kennissen 1824 onderhoudswerk, klussen, in de tuin werken & contact met familie, vrienden, kennissen 2224 sportbeoefening & contact met familie, vrienden, kennissen 2225 sportbeoefening & bezoek aan restaurant, café, disco ed 2425 contact met familie, vrienden, kennissen & bezoek aan restaurant, café, disco ed 2426 contact met familie, vrienden, kennissen & lezen 2427 contact met familie, vrienden, kennissen & wandelen, fietstochtjes maken 2429 contact met familie, vrienden, kennissen & bezoek museum, theater, bibliotheek, sportwedstrijd ed 2430 contact met familie, vrienden, kennissen & spelletjes doen, knutselen, musiceren, toneelspelen 2728 wandelen, fietstochtjes maken & huisdieren verzorgen TBO097DC.DOC pagina 10

Uit deze lijst blijkt dat dubbele activiteiten worden weergegeven door een combinatie van de afzonderlijke codes van beide activiteiten. Zo is de code 204 een combinatie van wassen, aankleden (code 2) en van verzorgen en spelen met eigen kinderen (code 4). Bij deze lijst van activiteiten dient te worden opgemerkt, dat de activiteit kerkbezoek niet als een activiteit is opgenomen in het dagboekje van 1997. Enkele respondenten hebben bij de code 32 ( iets anders ) vermeld dat ze naar de kerk zijn geweest. Aangezien niet iedereen dat heeft gedaan, kan geen betrouwbare schatting worden gegeven van de tijd besteed aan kerkbezoek. Concreet betekent dat, dat het bestand TBO097.POR 81 variabelen bevat waarvan de variabelennaam begint met een v gevolgd door bovenstaande codes die de activiteiten vertegenwoordigen. Deze variabelen geven de totale tijd besteed aan de desbetreffende activiteit op de ondervraagde dag weer. Om tijdsbestedingsgegevens voor verschillende bevolkingsgroepen uit te rekenen moeten het bovenstaande bestand worden gekoppeld aan de Basisvragenlijst van POLS 1997 met behulp van de opgenomen koppelvariabele in beide bestanden. 5. Ophoging 5.1 Methodiek 5.2 Hulpvariabelen en weegschema s Vanwege de extra non-respons, zijn voor het mini-tbo afzonderlijk wegingscoëfficiënten bepaald. Voor het corrigeren van de afwijkingen van de steekproef ten opzichte van de populatie, veroorzaakt door (extra) non-respons en toevallige steekproefafwijkingen, heeft een weging plaatsgevonden. Bij de weging is rekening gehouden met de verdeling van het mini-tbo over de REM- en OiNE-modules. Voor een deel is de weging van het mini-tbo overeenkomstig aan de weegprocedure die bij de andere modules is gevolgd. Dat betekent dat er is gewogen naar geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, provincie en stedelijkheid. Daarnaast is voor het TBO ook gewogen naar de belangrijkste dagelijkse bezigheid, daarvoor is gebruik gemaakt van de uitkomsten uit de basisvragenlijst. Het weegschema voor het mini-tbo is als volgt: (geslacht x leeftijd) + burgerlijke staat + provincie-plus + stedelijkheid + tijdsbesteding met de hulpvariabelen: Geslacht Man Vrouw Leeftijd 12-19 jaar 20-24 jaar 25-29 jaar 30-34 jaar 35-39 jaar 40-44 jaar 45-49 jaar TBO097DC.DOC pagina 11

50-54 jaar 55-59 jaar 60-64 jaar 65-69 jaar 70 jaar en ouder burgerlijke staat (vier categorieën) gehuwd gescheiden verweduwd nooit gehuwd geweest provincie-plus Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht, exclusief de stad Utrecht Noord-Holland, exclusief Amsterdam Zuid-Holland, exclusief Rotterdam en Den Haag Zeeland Noord-Brabant Limburg Flevoland Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht stedelijkheidsgraad (vijf categorieën) zeer sterk stedelijk sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk niet stedelijk tijdsbesteding (zes categorieën) betaald werk huishoudelijk werk studie, opleiding vrijwilligerswerk anders leeftijd jonger dan 15 jaar Tevens zijn in de weegprocedure kleine ongelijkmatigheden in het voorkomen van de verschillende dagen van de week in steekproef rechtgetrokken. Vanwege een fout in de enquêtering komen er bijna geen dinsdagen voor. Derhalve zijn de dinsdagen en de woensdagen samen gevoegd. Tevens zijn de onbekende dagen samengevoegd met de maandagen (grootste groep). 6. Kwaliteit TBO097DC.DOC pagina 12

6.1 Soorten fouten 6.2 Nauwkeurigheid 6.3 Betrouwbaarheid 7. Beveiliging TBO097DC.DOC pagina 13