2 Verslag van bevindingen

Vergelijkbare documenten
Bestuurszaken. Negen provincale overleg- en adviesraden

3 SEAN Noord-Nederland

1 Hoofdlijnen uit het rapport

6 SEOR Flevoland. 6.1 Bestuurlijk-juridische inrichting

7 OASE Utrecht. 7.1 Bestuurlijk-juridische inrichting

8 SEON Noord-Holland. 8.1 Bestuurlijk-juridische inrichting

Quickscan provinciale sociaal-economische raden

Ontleend aan: Zelfevaluatie SER Zuid-Holland, 2003.

10 SEOB Noord-Brabant

Doel cliëntenparticipatie (Bergeijk, Bladel, Eersel en Oirschot)

Beleidsregels Adviesraad voor het Sociaal Domein Gemeente Leeuwarden

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

Subsidiëring Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Onderwerp: aanpassen regelingen bestuursmodel Randstedelijke Rekenkamer

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

VERORDENING ADVIESRAAD SOCIAAL DOMEIN

PROFIELSCHETS RAAD VAN TOEZICHT. 1. Beschrijving van de aard en de omvang van de stichting

Aan Provinciale Staten

Afsprakenregeling Scheldemondraad. Afsprakenregeling tussen. de provincies. Zeeland, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd.

1. Onderwerp Beëindiging deelname Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Rijn Gouwe (RPA) 2. Rol van het

Jaarplan 2019 (inclusief begroting)

Verordening Adviesraad Sociaal Domein Ten Boer 2017

Regeling Adviesraad Wmo gemeente Hardenberg

Huishoudelijk reglement Scholenoverleg regionaal samenwerkingsverband voor passend voortgezet onderwijs Eindhoven Kempenland.

rv 321 RIS 79718_ Initiatief-raadsvoorstel 12 oktober 2000 Verzelfstandiging openbaar onderwijs Inleiding

Participatie Stichting BioMedTech Zuid-Holland BESLUITEN

METROPODIREGIO AMSTERDAM

Reglement Centraal College van Deskundigen IKB Vleeskalveren 2008

Profielschets. Voorzitter Sociaal-Economische Raad (SER) Brabant / Lid bestuur BrabantAdvies. Provincie Noord-Brabant

Algemeen reglement d.d. 2 januari 2014

vast te stellen de Verordening commissie Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid (ROV) Noord-Holland-2001.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016;

Commissiereglement NBA

De Regieraad Techniek Flevoland verbindt Flevolandse personen, partijen en projecten en stimuleert initiatieven om te zorgen dat

Gelet op artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling Randstedelijke Rekenkamer,

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

1 oktober /AH/098

Commissiereglement NBA

Huishoudelijk reglement. Adviesraad Sociaal Domein Oldebroek

Reglement van Orde gemeenschappelijke rekenkamercommissie Groene Hart Rekenkamer

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

Grip op Regionale Samenwerking! Provinciale Staten Friesland. Rob de Greef en Roeland Stolk

Van Wmo-adviesraad naar een Adviesraad Sociaal Domein Katwijk

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

Aan Provinciale Staten

Artikel 1: Naam en Zetel 1. De Stichting draagt de naam: ''Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf''.

Verpleegkundige Adviesraad BNMVV

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 5 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

De Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wet Investeren in Jongeren gemeente Tynaarlo vast te stellen

VERORDENING COMMISSIE REGIONAAL OVERLEG LUCHTHAVEN HOOGEVEEN

Beleidsregels adviescommissies gemeente Voorschoten 2018

SENIORENRAAD OEGSTGEEST WERKPLAN

Kiwa Reglement voor het: Algemeen Beleidscollege Sectorspecifieke Beleidscolleges Colleges van Deskundigen

Uitwerking aanbevelingen rapport Berenschot Evaluatie van de interne en externe Governance van de Stichting Energy Valley

vast te stellen de Verordening Burgertafel Sociaal Domein Zeewolde 2017.

Verordening burger- en cliëntparticipatie sociaal domein Delft

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe

Kiwa Reglement voor het: - Algemeen Beleidscollege - Sectorspecifieke Beleidscolleges - Colleges van Deskundigen.

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten

blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN Stichting Brancheplatform Kappers (BPK), gevestigd in de gemeente Utrecht, per 16 september 2014

Statenvoorstel van de ondersteuningscommissie Omgevingsbeleid

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Reglement voor het samenwerkingsverband Onderwijs en Opleidingsregio Oost Nederland OOR ON Maart 2006

B&W-Aanbiedingsformulier

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE HALTE WERK GEMEENTE HEERHUGOWAARD

2. Dat partijen het gewenst achten dat er ondersteuning wordt geboden aan initiatieven die bijdragen aan de onder 1 genoemde doelstelling;

Jaarverslag WSW Raad Amsterdam

Nota van Zienswijzen Artikel 4 Waterschapswet juncto afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

Gemeenteblad Bekendmakingen gemeente Rozendaal

Beleidsnota verbonden partijen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 2016

Reglement Onderwijscommissie van de Raad van Toezicht. Esprit Scholen

MEMO. Wij leveren als gemeente een ambtelijke secretaris.

Jaarverslag SBO-Tilburg Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Pagina 1 van 6 REGIOREGLEMENT BOUWEND NEDERLAND. Index: Artikel 0 Considerans

Over de voorliggende planningslijst kan verder nog het volgende worden opgemerkt:

Profielschets Voorzitter Provinciale Omgevingscommissie / Lid bestuur BrabantAdvies Provincie Noord-Brabant

ons kenmerk ECFE/U Lbr. 14/036

RAADSVOORSTEL Rv. nr. + dossiernr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Structuur Ketenbrede Cliëntenparticipatie Werkplein Drachten

Protocol verbonden partijen provincie Groningen

Huishoudelijk Reglement Participatieraad Zevenaar

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2017

Gelet op de Provinciewet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en het Burgerlijk Wetboek;

de hierna volgende Verordening cliëntenparticipatie Halte Werk gemeente Langedijk 2015 vast te stellen.

Bestuursreglement. Geldend van 8 juni 2018

Memo. Inleiding. Aan. Het fractievoorzittersoverleg/presidium/seniorenconvent van: Noord-Holland Utrecht Zuid-Holland Flevoland.

SML Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht

Transcriptie:

2 Verslag van bevindingen 2.1 Bestuurlijk-juridische inrichting 2.1.1 Kerngegevens Omvang besturen Onder provinciale raden is er sprake van aanmerkelijke verschillen in de omvang van de besturen. De SER Zuid-Holland heeft zes stemgerechtigde leden; de SEOB daarentegen tweeëntwintig. Die verschillen zijn historisch gegroeid. tabel 2.1 Omvang besturen van provinciale raden anno 2002 naar stemgerechtigde leden Omvang van de besturen (exclusief adviserende leden) 5-9 leden 10-14 leden 15-19 leden 20-25 leden SER-ZH (6) SEACO (10) SoPaG (15) SEOB (22) SEON (7) SEOR (10) SEAN (17) OASE (10) SECG (13) Samenstelling besturen De samenstelling van de besturen laat eveneens variatie zien. Sociale partners nemen in alle provinciale raden een voorname positie in. Er zijn vier raden waarvan de samenstelling bipartiet is. Dit zijn de SEACO, SoPaG, SEOB en SEOR 1. Bijna alle overige raden zijn tripartiet samengesteld. Bij SEON en OASE wordt het bestuur aangevuld met vertegenwoordigers van de Kamers van Koophandel. Die geleding telt in alle gevallen minder bestuursleden dan de ondernemers- en werknemersgeleding. Bij de SER Zuid-Holland en de SECG vormt een qualitate qua benoemde gedeputeerde de derde geleding. Alleen SEAN kent sinds 2001 vier geledingen. Naast ondernemers en werknemersorganisaties (elk vijf leden) maken drie gedeputeerden en drie wethouders van grote gemeenten deel uit van het bestuur. Binnen de ondernemersgeleding zijn de regionale afdelingen of lidorganisaties (SEOB, SECG) van VNO-NCW en MKB-Nederland altijd vertegenwoordigd. De regionale afdelingen van LTO participeren in zeven provinciale raden. In SEAN, SEOR, OASE, SEON en SEOB heeft men vaste zetels. In de SEACO is LTO als adviseur actief en in SoPaG participeert men op projectbasis. De werknemersgeleding bestaat altijd uit regionale vertegenwoordigers van FNV en CNV. Met uitzondering van SEACO bezet MHP eveneens in alle besturen een zetel. 1 Bij SoPaG en SEOB bestaat er een KvK-geleding. Daarbinnen is er echter een evenredige samenstelling van ondernemers- en werknemersvertegenwoordigers, waardoor er toch sprake is van een bipartiete bestuursstructuur. 17

De Kamers van Koophandel vormen zoals gezegd in vier raden een geleding. In vier andere raden zijn de Kamers als adviseur bij de provinciale raden betrokken (SEAN, SEACO, SEOR, SECG). De SER Zuid-Holland kent geen betrokkenheid van Kamers van Koophandel. Ten slotte werken de provinciale raden met adviserende leden. Zes van hen werken met vaste adviseurs; drie met adviseurs op ad-hocbasis (SoPaG, SER-ZH, SEOB). Bij vier provinciale raden is de rijksconsulent van het ministerie van EZ als vaste adviseur betrokken (SECG, SEOR, OASE en SEON). In SEACO participeert een vertegenwoordiger namens de twee Regionale Platforms Arbeidsmarktbeleid in Overijssel als adviseur. In de SECG en de SEAN vervullen vertegenwoordigers van de Centra voor Werk en Inkomen een adviserende rol. De SECG heeft daarnaast nog een vertegenwoordiger van de Zeeuwse gemeenten als adviseur. In de SEAN adviseren ook de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en een hoogleraar ruimtelijke economie het bestuur. Zittingstermijnen Alleen SEAN en SoPaG maken formeel gebruik van zittingstermijnen voor hun voorzitter en overige bestuursleden. SEAN hanteert een termijn van drie jaar voor alle bestuursleden. In SoPaG worden bestuursleden telkens voor een periode van vier jaar benoemd. De voorzitter van SoPaG wordt benoemd voor een periode van drie jaar met de optie om de termijn telkens met twee jaar te verlengen. SEOB, SER-ZH, SEON en SEACO kennen alleen een zittingstermijn voor de voorzitter. In het SEOB rouleert het voorzitterschap (en vice-voorzitterschap) elke twee jaar tussen de ondernemers- en de werknemersdelegatie. In de SER-ZH en SEON wordt de gedeputeerde voor economische zaken qualitate qua voorzitter van de raad. Bij de SECG is een gedeputeerde qualitate qua lid van de raad. Afhankelijk van de uitkomsten van de vierjaarlijkse Statenverkiezingen wordt participatie van de gedeputeerden in de provinciale raden verlengd. De SEACO hanteert voor de voorzitter een termijn van drie jaar met een optie tot voortzetting met nog eens drie jaar. De overige provinciale raden (SEOR, OASE) maken noch voor de voorzitter noch voor de leden gebruik van zittingstermijnen. Omvang secretariaat De secretariaten van de provinciale raden hebben een bescheiden omvang. De range loopt van 0,3 fte structureel (OASE) tot 2,6 fte structureel (SoPag). De onderstaande figuur geeft hiervan een overzicht. De secretariaten hebben gezamenlijk een omvang van 9,59 fte. Dit komt gemiddeld overeen met ruim een fte per provinciale raad. 18

figuur 2.1 Omvang secretariaat per provinciale raad in 2002 (in fte) FTE 3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 SEAN SEACO SoPaG SEOR OASE SEON SER-ZH SEOB SECG 2.1.2 Relaties provinciale raad-provincie Er bestaan tussen provinciale raden en provincies verschillende formele en informele banden (bij SEAN gaat het om de relatie met SNN). In de onderstaande tabel is die verbondenheid aan de hand van een aantal meer formele aspecten weergegeven: Functioneel-juridische relatie. Is de provinciale raad publiekrechtelijk erkend door de provincie? Alle provinciale raden zijn of op publiekrechtelijke grondslag ingesteld of publiekrechtelijk erkend door de provincie. Institutioneel-juridische relatie. Is de provinciale raad als rechtsvorm verbonden aan de provincie? Drie provinciale raden zijn een privaatrechtelijk orgaan (SoPag, OASE, SEOB). De overige provinciale raden hebben een publiekrechtelijke grondslag. Bestuurlijke relatie. Participeert de provincie in de provinciale raad? Bij drie raden participeert de provincie als stemgerechtigd lid. Thans twee keer als voorzitter (SER-ZH en SECG), een keer via leden (SEAN). Bij SEON participeert de provincie als niet stemgerechtigd voorzitter. Bij de overige vijf provinciale raden participeert de provincie niet als lid van een provinciale raad. Formele personele relatie. Is het secretariaat in dienst van de provincie? De secretariaten van SEACO, SEOR (wat secretaris betreft), SEON (tot 31/12/2002) SER-ZH en SECG zijn ondergebracht bij de provincie; dat van SEAN bij het samenwerkingsverband van de provincies (SNN). Het secretariaat van SoPaG valt onder een Kamer van Koophandel, het secretariaat van SEOB wordt in eigen beheer uitgevoerd en OASE kocht het secretariaat in bij een organisatieadviesbureau (SEON is ditzelfde gaan doen per 1/1/2003). Financiële relatie. Is de provincie medefinancier van de provinciale raad? Alleen SoPaG heeft afgezien van een financiële bijdrage van de provincie. De omvang van de provin- 19

ciale bijdragen verschilt per orgaan van 39 procent (SEOR) tot 68 procent (SER-ZH) van de lasten. Fysieke relatie. Is de provinciale raad op een locatie van de provincie gevestigd? SoPaG, SEOR en SEOB beschikken over een eigen vestiging buiten het provinciehuis. Daar is het secretariaat gevestigd en vinden vergaderingen plaats. Het OASE-secretariaat werkt vanuit de locatie van het organisatieadviesbureau dat het secretariaat voert. De vergaderingen vinden plaats bij een van de participanten of als GS ook in de vergadering aanwezig is op het provinciehuis. De volgende tabel laat op deze relaties de verbondenheid van de provinciale raden met de provincies zien. Het geeft een beeld van de formele zelfstandigheid van de provinciale raden ten opzichte van de provincie. Zo blijkt dat SoPaG in formele zin nauwelijks aan de provincie Gelderland verbonden is. Datzelfde geldt ook voor SEOB en OASE. De overige provinciale raden kunnen in belangrijke mate nog als overleg- en adviesraden van de provincie worden getypeerd. De tabel verdient op twee punten nog wel een nadere toelichting. Bij de functioneel-juridische relatie kan worden opgemerkt dat de SER het bestaan van een dergelijke relatie tussen provinciale raad en provincie als voorwaarde stelt voor het verstrekken van een subsidie. En bij de formele personele relatie is het ten slotte van belang om op te merken dat de secretariaten die zijn ondergebracht bij de provincies alleen verantwoording verschuldigd zijn aan het bestuur van de desbetreffende provinciale raden. Zij functioneren als zodanig dus onafhankelijk van de provincie. tabel 2.2 Verbondenheid provinciale raad-provincie naar een aantal formele aspecten SEAN SEACO SoPaG SEOR OASE SEON SerZH SEOB SECG Functioneeljuridische relatie Institutioneel juridische relatie Bestuurlijke relatie Formele personele relatie ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja nee ja ja nee ja ja, via leden nee nee nee nee ja, via vz. ja, via vz. ja ja nee deels nee ja* ja nee ja Financiële relatie ja ja nee ja ja ja ja ja ja nee ja, via lid/vz. Fysieke relatie ja ja nee nee nee ja* ja nee ja Aantal relaties 6 5 1 4,5 2 6* 6 2 6 * Situatie bij SEON tot 1 januari 2003. Sindsdien is het secretariaat verzelfstandigd. 20

2.2 Taken en activiteiten Advies- en overlegfunctie Provinciale raden zijn zowel overleg- als adviesraden. Sommige zijn meer overlegorgaan (SEON, SER-ZH), andere meer een adviesorgaan (OASE). Vaak zijn beide functies ongeveer gelijkwaardig (SEAN, SEOR, SECG, SoPaG, SEACO en SEOB). De frequentie van formele beïnvloeding via bestuurlijk overleg of advisering verschilt per orgaan. Bepaalde provinciale raden kennen relatief veel formele momenten van beleidsbeïnvloeding (SEOB, SoPaG en SEACO), andere naar verhou ding minder. Dit is samengevat in de volgende figuur. Op de assen staan: het relatieve onderlinge gewicht van de advies- en overlegfunctie (y-as); de relatieve frequentie waarmee beïnvloeding plaatsvindt (x-as). figuur 2.2 Relatieve positie provinciale raden naar functie en aantal beïnvloedingsmomenten Advies OASE Lage frequentie SEOR SEAN SEACO SEOB SoPag Hoge frequentie SECG SER-ZH SEON Overleg Uit de voorgaande figuur blijkt dat provinciale raden over de hele linie de adviesfunctie een zwaarder gewicht toekennen. Het merendeel van de provinciale raden is in de eerste plaats een adviesorgaan. Dit laat overigens onverlet dat zij met uitzondering van OASE daarnaast ook het overleg met de provincie als substantieel beïnvloedingskanaal benutten. De advisering De adviezen van de provinciale raden hebben vaak de vorm en de lengte van een briefadvies. Soms hebben de adviezen een uitgebreider karakter. 21

Het aantal adviezen dat provinciale raden de afgelopen twee jaar hebben uitgebracht loopt per orgaan uiteen. SEON en SER Zuid-Holland brengen relatief weinig schriftelijke adviezen uit. Bij hen staat het overleg met de provincie centraal. Bij de SER-ZH brengen de ondernemers- of werknemersorganisaties hun eigen schriftelijke adviezen uit. Verder wordt in het overleg met de provincie rechtstreeks mondeling aan de gedeputeerde(n) geadviseerd. Bij SEON leidt het overleg soms tot een briefadvies. Andere raden, zoals SoPaG en SEOB, hebben in twee jaar meer dan veertig adviezen uitgebracht. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal gevraagde en ongevraagde adviezen in de periode 2001-2002. tabel 2.3 Gevraagde en ongevraagde adviezen per provinciale raad 2001-2002 Gevraagde adviezen Ongevraagde adviezen Totaal aantal aandeel aantal aandeel SEAN 5 45% 6 55% 11 SEACO 10 305 23 70% 33 SoPaG 19 43% 25 57% 44 SEOR 5 71% 2 29% 7 OASE 9 53% 8 47% 17 SEON 4 80% 1 20% 5 SER-ZH 0-0 - 0 SEOB 19 46% 22 54% 41 secg 6 55% 5 45% 11 De proactieve werkwijze van provinciale raden blijkt uit het aantal ongevraagde adviezen dat wordt uitgebracht. Met name SEACO, SoPaG en SEOB onderscheiden zich op dit punt. Een groot aantal van de andere provinciale raden heeft de ontwikkeling van een meer proactieve werkwijze als streven gesteld. Het adviesterrein van de provinciale raden is over het algemeen breed en omvat het sociaal-economisch beleid van de provincies in brede zin. Het merendeel van de adviezen ligt op het terrein van EZ en VROM. Het overige deel van de adviezen heeft vaak betrekking op verkeer en vervoer en op onderwijs en arbeidsmarkt. Het overleg Het overleg tussen provinciale raden en provincies heeft als beïnvloedingskanaal een vrij substantieel karakter. De aard van het overleg vertoont bij alle provinciale raden een grote mate van gelijkenis. Het hart ervan zijn de gezamenlijke vergaderingen van de provinciale besturen en de provinciale raden. Daaromheen vindt er in een vrij hoge frequentie informeel overleg plaats, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau. Dit overleg is soms structureel en vaak projectgebonden van aard. 22

De overige activiteiten Naast overleg met en advisering aan de provincie organiseren provinciale raden bijeenkomsten en thema s over specifieke onderwerpen. Voorbeelden zijn zogeheten rondetafelconferenties, lijsttrekkersdebatten of symposia over een bepaalde provinciale problematiek. Verder heeft een aantal provinciale raden de beschikking over middelen om eigen onderzoek te initiëren en uit te voeren. Een aantal provinciale raden overweegt de omvang van deze middelen uit te breiden om de slagkracht van de eigen organisatie te vergroten. 2.3 Organisatie en werkwijze Interne organisatie en werkwijze De provinciale raden hebben allemaal een gelijksoortige interne organisatiestructuur. Naast het bestuur beschikken ze over een (soort) agendacommissie. Die is vaak belast met de voorbereiding van bestuursvergaderingen, zowel inhoudelijk als procedureel. Daarnaast kan een bestuur de agendacommissie vragen bepaalde zaken af te handelen. De agendacommissie is een afspiegeling van het bestuur. Alleen de SER Zuid-Holland heeft geen agendacommissie ingesteld. figuur 2.3 Organisatiestructuur provinciale raden Bestuur Secretariaat Agendacie SoPaG beschikt als enige provinciale raad over eigen vaste commissies. Daarnaast stelt het afhankelijk van het onderwerp ad-hocwerkgroepen in. Een aantal andere provinciale raden maakt ook van deze mogelijkheid gebruik. SEOR en SEOB beschikken over de mogelijkheid om adviezen via vaste commissies van de Kamers van Koophandel voor te laten bereiden. Het secretariaat van de provinciale raden ondersteunt zowel het bestuur als de agendacommissies en werkgroepen. Hiervoor bleek reeds dat adviezen tot stand komen hetzij op basis van een adviesaanvraag, hetzij op basis van een eigen initiatief van provinciale raden. Een aantal provinciale raden beschikt over een eigen werkplan of adviesprogramma (SEOB, SEOR). Geen van de betrokken provincies werkt met een adviesprogramma. 23

Adviezen worden uitgebracht aan Gedeputeerde Staten. Een aantal provinciale raden stuurt een afschrift van de adviezen aan Provinciale Staten. De provincie reageert in de regel wel op een of andere wijze op de adviezen van een provinciale raad. Vaak gebeurt dit in een beleidsnota. Als onderdeel en ter afsluiting van een formele inspraak- en adviesprocedure werkt de provincie Flevoland met antwoordnota s. De reactie van de provincies is soms specifiek, maar in de regel echter algemeen van aard. Bestuursvergaderingen Tabel 4.1 laat een overzicht zien van het aantal vergaderingen per overlegorgaan. Daar valt uit op te maken dat de vergaderfrequentie gemiddeld zo rond de tien à vijftien vergaderingen per jaar ligt. tabel 2.4 Aantal vergaderingen per provinciale raad in 2002 Bestuur Agendacie. Totaal SEAN 6 5 11 SEACO 5 6 11 SoPaG 7 6 13 SEOR 5 5 10 OASE 5 10 15 SEON 7 7 14 SER-ZH 8-8 SEOB 12 12 24 SECG 6 6 12 Een aantal organen beschikt naast het bestuur en de agendacommissie ook over een dagelijks bestuur of een presidium. Zo vergadert het presidium van SEOR tweemaal per jaar en aanvullend een keer met een delegatie van GS en met de Kamer van Koophandel in Flevoland. De vergaderingen van deze gremia zijn in de tabel niet meegeteld. 2.4 Financiering Provinciale raden ontvangen in de praktijk uit twee of drie bronnen middelen: van de provincies en/of van de SER en/of van de Kamers van Koophandel. De volgende tabel bevat een overzicht van de baten van de provinciale raden. Het overzicht is opgesteld op basis van de begrotingen voor 2002. 24

tabel 2.5 Overzicht van baten voor 2002 (o.b.v. begroting) Provincie SER Kamer van Koophandel Totaal omvang % v. baten omvang % v. baten omvang % v. baten SEAN 96244 58 71107 42 0 0 167351 SEACO 53075 48 35554 32 22689 20 111318 SoPaG 0 0 35554 12 261173 88 296727 SEOR 35849 38 35554 38 22700 24 94103 OASE 58831 50 35554 30 23600 20 117985 SEON 47500 57 35550 43 0 0 83050 SER-ZH 74450 68 35554 32 0 0 110004 SEOB 94522 54 35554 20 44616 26 174692 SECG 17784 50 16785 50 0 0 33569 De tabel laat zien dat de provincies, met uitzondering van Gelderland, in belangrijke mate bijdragen aan de financiering van de provinciale raden. In de regel neemt de provincie meer dan vijftig procent van de begroting voor zijn rekening. SoPaG heeft afgezien van een provinciale bijdrage. De SER draagt bij aan de financiering van alle provinciale raden. Met uitzondering van SECG ontvangen alle provinciale raden anno 2002 de maximumbijdrage van de SER. figuur 2.4 Financiering van provinciale raden naar financiers anno 2002 32% 40% Kamers van Koophandel SER Provincie 28% Bij het samengaan van de adviesraden van Groningen, Fryslân en Drenthe in SEAN is besloten dat SEAN een dubbele bijdrage ontvangt. In de loop der jaren zijn Kamers van Koophandel steeds vaker gaan bijdragen aan de financiering van provinciale raden. SEACO, SoPaG, SEOR, OASE en SEOB ontvangen een bijdrage van een of enkele Kamers. Met uitzondering van SoPag nemen de Kamers bij de desbetreffende provinciale raden ongeveer een vijfde tot een kwart van de begroting voor hun rekening. 25

Uit de tabel valt verder af te leiden dat de begrotingen in omvang aanzienlijk verschillen. Zo heeft SoPaG een begroting die bijna negen keer groter is dan die van SECG. De verschillen zijn in belangrijke mate te verklaren vanuit personeelsomvang en (doorberekende) huisvestingslasten. In totaal bedragen de jaarlasten van provinciale raden bijna 1,2 miljoen euro. Ongeveer 40 procent daarvan wordt opgebracht door de provincies (478 duizend euro), 28 procent door de SER (337 duizend euro) en 32 procent door een aantal Kamers van Koophandel (375 duizend euro). Exclusief SoPag bedragen de percentages respectievelijk 54, 34 en 13 procent. 2.5 Verantwoording en communicatie De provinciale raden leggen via hun bestuursleden en via het jaarverslag verantwoording af aan de achterbannen van de vertegenwoordigde organisaties. Het jaarverslag heeft daarnaast een externe verantwoordingsfunctie, bijvoorbeeld naar de provincies, de SER en de Kamers van Koophandel. Met uitzondering van SER-ZH stellen alle provinciale raden een jaarverslag op. SER-ZH stelt een jaaroverzicht van activiteiten op. SEAN, SEACO, SoPaG en SEOB hebben een eigen internetsite. Daarop is informatie opgenomen over de eigen organisatie en activiteiten. SEOB en SEACO maken daarnaast gebruik van een eigen nieuwsbrief. SoPaG doet dat ook maar in mindere mate. tabel 2.6 Verschijningsdata van verantwoordingsdocumenten Begroting 2003 Rekening 2002 Jaarverslag 2002 SEAN juni 2002 maart 2003 oktober 2003* SEACO november 2002 september 2003 april 2003 SoPaG oktober 2002 juni 2003 juni 2003 SEOR september 2002 juni 2003 juni 2003 OASE september 2002 juni 2003 juni 2003 SEON september 2002 juni 2003 juni 2003 SER-ZH augustus 2002 augustus 2003 januari 2003** SEOB oktober 2002 april 2003 juni 2003 SECG november 2002 augustus 2003 augustus 2003 * Het jaarverslag van SEAN loopt vanaf 2003 van zomer tot zomer. ** SER-ZH stelt jaarlijks een overzicht van activiteiten en behandelde thema s op. 26

2.6 Meerwaarde en effectiviteit Provincies en provinciale raden zelf geven de meerwaarde en effectiviteit van hun adviesen overlegstructuur een voldoende. Dit blijkt uit de zelfevaluaties die zij ten behoeve van dit onderzoek hebben verricht. De voldoende voor de meerwaarde is gelegen in het bestaan van deze structuur zelf: de beschikbaarheid van een platform of een netwerk dat informatie-uitwisseling, overleg en advisering mogelijk maakt. Daarnaast voorzien provinciale raden in de behoefte aan draagvlak en consensus, zowel aan de zijde van de provincie als aan de zijde van sociale partners. De voldoende voor de effectiviteit van de advies- en overlegstructuur blijkt uit de bereidheid van de provincie om naar de standpunten van sociale partners te luisteren en er rekening mee te houden. De provinciale raden geven aan dat deze standpunten over het algemeen (op onderdelen) terugkomen in het beleid van de provincie. Uit geen van de zelfevaluaties blijkt dat men de advies- en overlegstructuur wenst te beëindigen. Ondanks de voldoende is geen van de betrokken partijen geheel tevreden over de effectiviteit van bestaande advies- en overlegstructuren. Verbeterpunten zijn er ook. De provinciale raden wensen aandacht te besteden aan de vergroting van de praktische toepasbaarheid van adviezen, aan het ontwikkelen van meer toegevoegde waarde op inhoud (naast draagvlak) en aan de ontwikkeling van een meer proactieve werkwijze. Aan de zijde van provincies zouden de randvoorwaarden voor advies en overleg verbeterd kunnen worden. Daarbij wordt onder meer gedacht aan: Een meer bewuste, vroegtijdige programmering van onderwerpen en vraagstukken voor advisering en overleg, bijvoorbeeld in de vorm van een kaderbrief met adviesvoornemens; Een betere timing van adviesaanvragen, te weten in een stadium dat niet vlak voor provinciale besluitvorming ligt; Een verruiming van de adviestermijnen, zodat provinciale raden beter in de gelegenheid worden gesteld de gewenste diepgang en kwaliteit van advisering te bereiken. 2.7 Toekomstperspectief Zoals in hoofdstuk 1 al naar voren is gebracht staan zowel de provincies als de provinciale raden positief tegenover de voortzetting van de overleg- en adviesstructuren op provinciaal niveau. De ontwikkelingen die zij in hun omgeving op zich af zien komen staan in dit hoofdstuk centraal. Daarnaast bevat dit hoofdstuk een korte beschrijving van de toekomstige ontwikkelingsstrategie van de provinciale raden. 27

2.7.1 Externe trends De provinciale raden verkeren in een tamelijk dynamische bestuurlijke omgeving. Gebeurtenissen in die omgeving hebben soms vaak betekenis voor hun positie, taken en functioneren. In de zelfevaluaties van de provinciale raden komen twee ontwikkelingen prominent naar voren: de invoering en uitwerking van dualisme in het provinciale bestuur en de toekomst van FNV-regiowerk. Die ontwikkelingen worden hierna kort beschreven. Invoering en uitwerking van dualisme in provinciaal bestuur Een relevante ontwikkeling is de invoering van dualisme in het provinciaal bestuur. De kern van die operatie is de ontvlechting van GS en PS (samenstelling, functies, bevoegdheden). De bestuursbevoegdheden komen bij GS te liggen. De kaderstellende bevoegdheid (beleid, financiën) en controlerende bevoegdheid (doeltreffendheid en doelmatigheid) liggen bij PS. Ook voor adviescommissies van de provincies, zoals de provinciale raden, heeft de invoering van dualisme gevolgen. PS en GS kunnen hun eigen commissies instellen (art. 82, eerste lid PW). In principe worden deze ingesteld door de instantie waaraan wordt geadviseerd. Leden van GS kunnen geen lid zijn van een door PS ingestelde commissie. De betekenis van het dualisme voor de provinciale raden moet nog uitkristalliseren. Vooralsnog zijn de gevolgen bescheiden. Bij de provinciale raden is men er zich van bewust dat de advies- en overlegrelatie met PS aangehaald zal gaan worden. De belangrijkste gesprekspartner blijft op korte termijn echter GS. De praktijk was bij veel raden al dat zij afschriften van adviezen aan GS stuurden. Ook ontstaan er in toenemende mate contacten met PS of statencommissies van PS. Aan de kant van PS wordt nagedacht over de vormgeving en de invulling van de kaderstellende en controlerende rol. In het verlengde daarvan zal ook de advies- en overlegrelatie met provinciale raden inkleuring krijgen. Er zijn in deze fase alleen verwachtingen ten aanzien van de verdere betekenis van het dualisme: Vanuit PS zal er meer vraag gaan ontstaan naar rechtstreekse adviezen van en overleg met sociale partners. De formele juridische positie van provinciale raden zal nader geregeld moeten worden. Vanuit de provinciale raden bestaat de behoefte om een advies- en overlegorgaan te worden van zowel GS als PS. De participatie van (leden van) GS in provinciale raden zal onder druk van het dualisme ter discussie komen te staan. Dualisme vraagt in de adviesrelatie om een zekere onafhankelijkheid van de provinciale raden ten opzichte van GS en PS. Toekomst FNV-Regiowerk Een ontwikkeling die de provinciale raden met zorg tegemoet zien is de reorganisatie bij de FNV. Deze zal ook FNV-Regiowerk raken. Niet alleen het aantal regiokantoren zal worden teruggebracht, waarschijnlijk zal ook in personele zin worden ingekrompen. Het is 28

nog ongewis welke maatregelen de FNV zal nemen en welke betekenis die zullen hebben voor de FNV-vertegenwoordigers in de provinciale raden. Een aantal jaren eerder heeft CNV het regiowerk gereorganiseerd. Dit heeft destijds niet geleid tot de opzegging van de vertegenwoordiging in de provinciale raden. Wel is de personele bezetting anders ingevuld. CNV is gaan werken met kaderleden in plaats van met vakbestuurders. Meer in het algemeen ligt de vraag op tafel welke meerwaarde de provinciale raden hebben voor de vakbeweging. Die meerwaarde zal voor de vakbeweging vooral liggen in advisering en overleg op het terrein van economisch structuurbeleid, zoals onderwijs, arbeidsmarkt, werk en inkomen. Er is meer De twee hiervoor genoemde ontwikkelingen zijn belangrijke, maar niet de enige ontwikkelingen die betekenis kunnen hebben voor het functioneren van de provinciale raden. Een aantal andere ontwikkelingen passeert hierna kort de revue: Follow-up evaluatie Kamers van Koophandel. Het kabinet heeft op basis van de evaluatie van de Wet op de Kamers van Koophandel 1997 2 de wenselijkheid uitgesproken dat de Kamers een nieuwe werkwijze gaan hanteren. Daarbij wordt ook het takenpakket tegen het licht gehouden. Kamers ontwikkelen daartoe op dit moment zelf voorstellen. Die hebben ook betrekking op hun beleidsadviserende en regiostimulerende taken. Dit zijn taken die dicht tegen het werkterrein van de provinciale raden aanliggen. Medio 2005 zullen ervaringen met de nieuwe werkwijze opnieuw door het kabinet worden geëvalueerd. Het is denkbaar dat de transitie waarin de Kamers zitten ook invloed kan gaan hebben op de (verdere) participatie van de Kamers in de provinciale raden en op de taken, activiteiten en financiering van die raden. Toekomst Regionale Platforms voor Arbeidsmarktbeleid. Eind 2003 houdt naar verwachting de rijksfinanciering van RPA s op. De vraag is of en hoe de RPA s kunnen blijven voortbestaan. Daarvoor zijn verschillende modaliteiten denkbaar. Gemeenten kunnen de RPA s gaan financieren, maar ook provincies en sociale partners zouden dat kunnen overwegen. Veel provincies hebben al laten weten de instandhouding van RPA s niet als hun eerste verantwoordelijkheid te zien. Of RPA s nog een toekomst hebben en zo ja welke zal sterk regionaal en lokaal worden bepaald. In beginsel zijn er modaliteiten denkbaar waarbij ook provinciale raden een betrokkenheid krijgen bij het beleid en de uitvoering van arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsprojecten. Opschoning provinciale adviesstructuur. Een aantal provinciale besturen heeft in of in het verlengde van de nieuwe collegeprogramma s het initiatief genomen de gehele provinciale adviesstructuur kritisch tegen het licht te houden. Inmiddels is gebleken dat dit niet het bestaan van de provinciale sociaal-economische raden treft. Wel is het denkbaar dat de adviesrelatie een andere invulling krijgt. 2 DIJK 12 beleidsonderzoek, Evaluatieonderzoek Wet KvK 1997, Amsterdam 2001. 29

Alles overziend kan worden gesteld dat de provinciale raden in een bewegelijke bestuurlijke omgeving functioneren. Dit vraagt dat ze responsief zijn en meebewegen, om zo relevant te blijven voor de provincie en bestaansrecht te behouden. 2.7.2 Interne dynamiek De ontwikkeling die de provinciale raden de komende jaren in organisatorische zin verwachten door te maken, laat zich beschrijven aan de hand van twee assen: Bestaande versus nieuwe koers. Hoge versus gematigde kwaliteitsstrategie. Uit de zelfevaluaties van de provinciale raden valt op te maken dat er vier organen zijn die hun koers aan het bijstellen zijn. Het meest sprekende voorbeeld is de SER-ZH. Die wil de komende jaren een volledige omslag gaan maken van het overlegorgaan dat het nu is naar een onafhankelijk adviesorgaan dat het moet worden. Andere voorbeelden zijn SEON en OASE die meer evenwicht willen aanbrengen in de overlegfunctie enerzijds en de adviesfunctie anderzijds. SEAN blijft mede op initiatief van het secretariaat investeren in verdere uitbreiding en versterking van sociaal-economische netwerken en draagvlak vorming in Noord-Nederland. De andere provinciale raden willen in hoofdzaak voortgaan op de ingeslagen weg en kiezen een meer incrementele organisatieontwikkeling. Daarmee is niet gezegd dat zij minder vernieuwend zijn. Een aantal heeft de afgelopen jaren al een grote vernieuwingsslag gemaakt. Bovendien zijn er raden, zoals SoPaG en SEOB, die met enige regelmaat de eigen koers bijstellen naar aanleiding van interne en externe ontwikkelingen. En SEOR heeft onlangs een flinke koerswijziging aangebracht door de samenwerking met de Kamer van Koophandel te intensiveren. Verder blijkt uit de zelfevaluaties dat alle provinciale raden en provincies de komende jaren willen streven naar professionalisering en verduurzaming van de overleg- en adviesrelatie met de provincie. Generieke aandachtspunten zijn: de ontwikkeling van een meer proactieve en programmatische werkwijze; een meer tijdige en structurele betrokkenheid van de raden bij de beleidsvoorbereiding van de provincies; de vergroting van de deskundigheid op het terrein van specifieke projecten; meer probleemoplossend (zaakgericht) dan beleidsvormend (functiegericht) werken; meer nadruk op de effectiviteit van de uitvoering (resultaatgerichtheid). In figuur 2.5 is de organisatiestrategie van de verschillende provinciale raden in een overzicht samengevat. 30

figuur 2.5 De organisatiestrategie van provinciale raden Nieuwe Koers SER-ZH Gematigde kwaliteitsstrategie SEON OASE SEAN SEOB Intensieve kwaliteitsstrategie SoPag SEACO SECG SEOR Bestaande Koers 31