Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 35 / 2004 van 25 november 2004



Vergelijkbare documenten
Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 02 / 2004 van 15 maart 2004

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 39 / 2006 van 27 september 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

BERAADSLAGING RR Nr 12 / 2006 van 24 mei 2006

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

BERAADSLAGING RR Nr 28 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 02 / 2005 van 14 februari 2005

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 51 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen, afdeling Inspectie Economie, ontvangen op 13/07/2009;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2006 VAN 18 OKTOBER 2006

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER DELIBERATIE Nr 04 / 2004 van 15 maart 2004

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 05 / 2006 van 1 maart 2006

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER DELIBERATIE Nr. 03/2004 van 15 maart 2004

ADVIES Nr. 12 / 2004 van 21 oktober 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 47 / 2005 van 30 november 2005

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van Agentschap Jongerenwelzijn, ontvangen op 26/10/2016;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2005 van 15 juni 2005

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van de Directie Huisvesting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel ontvangen op 08/07/2015;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de VMM en AIV ontvangen op 29 maart 2017;

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Betreft: aanvraag van de FOD Justitie om het Rijksregisternummer te gebruiken met het oog op het e-deposit pilootproject (RN-MA )

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ontvangen op 08/07/2011;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Justitie, ontvangen op 07/05/2013;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 22 / 2004 van 9 augustus 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 24 / 2004 van 9 augustus 2004

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 014 / 2004 van 26 april 2004

Brussel, Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna het comité );

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING FO Nr 01 / 2005 van 10 januari 2005

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 14/07/2011; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 20 oktober 2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 15 / 2007 van 23 mei 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 17/2004 van 14 juni 2004

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Sectoraal comité van het Rijksregister

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

Gelet op de aanvullende informatie ontvangen op 18 april 2017, 8 juni 2017, 26 en 28 september 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/09/2013;

Transcriptie:

KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hallepoortlaan 5-8, B-1060 Brussel Tel. : +32(0)2/542.72.00 Email : commission@privacy.fgov.be Fax.: : +32(0)2/542.72.12 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING Nr 35 / 2004 van 25 november 2004 O. Ref. : SA2 / RN / 2004 / 048 BETREFT : Beraadslaging betreffende de aanvraag van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, Directoraat-generaal AMINAL, cel Milieu Management Informatiesysteem, om gemachtigd te worden om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op afhandeling van digitale milieudossiers via het internet. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid artikel 31bis; Gelet op de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid artikel 19, 3; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, Directoraat-generaal AMINAL, cel Milieu Management Informatiesysteem, ontvangen op 3 november 2004; Gelet op het verslag van de voorzitter; Brengt op 25 november volgende beslissing, na deliberatie uit: Ber 35 / 2004-1/8

I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG. -------------------------------------------------------- De aanvraag heeft tot doel om de cel Milieu Management Informatiesysteem van het Directoraatgeneraal AMINAL van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, hierna aanvrager genoemd, te machtigen om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken in het kader van drie internettoepassingen nl. : - het milieuvergunningloket: aanvraag en opvolging van milieuvergunningen; - het integraal milieujaarverslag loket: invoeren van de informatieplichten, aangifte van de milieuheffingen van vergunningsplichtige bedrijven en de afvalstoffenmelding; - het natuurvergunningloket: aanvraag en de opvolging van natuurvergunningen. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG. --------------------------------------------------------- A. TOEPASSELIJKE WETGEVING. A.1. Wet van 8 augustus 1983 (WRR). Overeenkomstig artikel 8, eerste lid, WRR, dat verwijst naar artikel 5, eerste lid, 1, WRR, wordt de machtiging om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken, verleend door het sectoraal comité van het Rijksregister (de Commissie) aan Belgische openbare overheden. De aanvrager is onmiskenbaar een openbare overheid die in aanmerking komt voor het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister. A.2. Wet van 8 december 1992 (WVP). Op grond van artikel 4 WVP vormt het identificatienummer van het Rijksregister een persoonsgegeven, waarvan de verwerking slechts is toegelaten voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden. Persoonsgegevens dienen bovendien toereikend, ter zake dienend en niet overmatig te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. B. FINALITEIT B.1. Het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004 tot invoering van het integrale milieujaarverslag, voert een integraal milieujaarverslag in. Door het invullen van dit verslag voldoet de milieujaarverslagplichtige aan de aangifte- en verslagverplichting waaraan hij ingevolge diverse reglementaire bepalingen in verband met milieubeleid, afvalstoffen, oppervlaktewateren en grondwater onderworpen is. Artikel 3, 1, eerste lid, van dit besluit bepaalt dat de verslagplichtige dit verslag hetzij aangetekend, hetzij elektronisch aan de overheid bezorgt. Bij ministerieel besluit van 27 mei 2004 werd de Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer aangeduid als de administratie belast met het beheer van het integraal milieuverslag. Artikel 3, 1, derde lid, van dit besluit zegt dat ingeval van elektronische verzending, het integrale milieujaarverslag een geavanceerde elektronische handtekening bevat overeenkomstig de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen of certificatiediensten. Ber 35 / 2004-2/8

B.2. Artikel 13, 1, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, zegt dat de Vlaamse regering alle nodige maatregelen neemt voor het natuurbehoud. In aansluiting daarop wordt het uitvoeren van bepaalde activiteiten of het wijzigen van vegetatie of landschapselementen afhankelijk gemaakt van het verkrijgen van een vergunning (artikel 13, 3 en 4 van het decreet van 21 oktober 1997). Het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu, legt in de artikelen 12 tot 14 de procedure inzake natuurvergunningsaanvragen vast. Deze procedure is nog uitgeschreven met een papieren dossier voor ogen. Niets belet echter dat de aanvraag langs elektronische weg zou geschieden. B.3. Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, bepaalt dat inrichtingen die hinderlijk worden geacht voor de mens en het leefmilieu in drie klassen worden ingedeeld, afhankelijk van de aard en de belangrijkheid van de daaraan verbonden milieueffecten (artikel 3). Niemand mag, zonder voorafgaande en schriftelijke vergunning van de bevoegde overheid een als hinderlijk ingedeelde inrichting die behoort tot de eerste of tweede klasse exploiteren of veranderen (artikel 4, 1). Het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM, titel I) werkt in uitvoering van artikel 14, 1, van het decreet van 28 juni 1985 de verdere regels uit in verband o.a. met de aanvragen (artikelen 5 en 6). Ook hier is de procedure nog uitgeschreven met een papieren dossier voor ogen. Niets belet echter dat de aanvraag langs elektronische weg zou geschieden. Het is in de context van de hiervoor vermelde elektronische operaties dat aanvrager het identificatienummer van het Rijksregister wenst te gebruiken: - als identificatie via het federale token; - als unieke identificatie om de natuurlijke persoon toe te laten de status van zijn dossier op te vragen De hierboven omschreven en nagestreefde doeleinden zijn welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP. C. PROPORTIONALITEIT. C.1. Gebruik van het identificatienummer C.1.1. Voor het elektronisch toesturen van het integraal milieujaarverslag wordt het gebruik van de identificatienummer beperkt tot de identificatie van de indiener (verantwoordelijke van het bedrijf dat het verslag moet indienen) en van de milieucoördinator (in de gevallen dat deze het verslag mee moet ondertekenen artikel 3, 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 2004) via het federale token. Ten einde elke betwisting in verband met de elektronische indiening van het verslag uit te sluiten, is het noodzakelijk dat de identiteit van de indiener/ milieucoördinator kan geauthentiseerd worden. Het federale token biedt op dat vlak voldoende zekerheid. De identificatie via het federale token heeft wel als gevolg dat het identificatienummer in de achterliggende databank wordt opgeslagen. In de beheerstoepassing van deze databank zal het identificatienummer niet gehanteerd worden. Concreet zal het identificatienummer enkel gebruikt worden wanneer er een geschil rijst omtrent de identiteit van de indiener/ milieucoördinator en deze bijgevolg in een eventueel gerechtelijk onderzoek moet nagegaan worden. Een maatgericht programma zal toelaten om deze informatie te verschaffen: het identificatienummer wordt immers opgeslagen en gekoppeld aan het ingevoerde dossier. Ber 35 / 2004-3/8

Uit het feit dat alleen de identificatie van de persoon die langs elektronische weg het integraal milieujaarverslag indient, leidt tot de registratie van het identificatienummer van het Rijksregister, wordt besloten dat het identificatienummer van de personen die het integraal jaarverslag via de post indienen niet wordt geregistreerd. Het gebruik van het identificatienummer in deze specifieke context is in overeenstemming is met artikel 4, 1,.3, WVP. C.1.2. Zowel met betrekking tot natuurvergunningen als milieuvergunningen zal de aanvrager aan het betrokken elektronisch loket geauthentiseerd worden via het federale token en het gebruik van het identificatienummer dat de aanvrager tevens op een unieke wijze identificeert (zie punt C.1.1). Daarnaast is het de bedoeling om aan de aanvrager de mogelijkheid te bieden om via het internetloket de stand van het dossier dat hij indiende, op de vragen. Ten einde te vermijden dat een onbevoegde toegang zouden krijgen tot het dossier, zal de aanvrager zijn identificatienummer van het Rijksregister moeten gebruiken in combinatie met een geheim wachtwoord. Deze combinatie wordt in de achterliggende databank opgeslagen. In de beheerstoepassing van de databank van natuurvergunningen zal het identificatienummer van het Rijksregister niet gehanteerd worden. Concreet zal het identificatienummer enkel gebruikt worden wanneer er een geschil rijst over de identiteit van de aanvrager en deze bijgevolg in een eventueel gerechtelijk onderzoek moet nagegaan worden. Een maatgericht programma zal dan toelaten om deze informatie te verschaffen: het identificatienummer wordt immers opgeslagen en gekoppeld aan het ingevoerde dossier. Voor de milieuvergunningen wordt volgens hetzelfde systeem gewerkt. Het gebruik van het identificatienummer in deze specifieke context is in overeenstemming is met artikel 4, 1,.3, WVP. C.1.3. Met betrekking tot de natuurvergunning merkt de aanvrager op dat het identificatienummer van het Rijksregister enkel zichtbaar zal zijn voor de betrokken ambtenaren die het dossier behandelen. De instanties die met betrekking tot die natuurvergunning advies verstrekken hebben geen toegang tot het identificatienummer. Op het model van het natuurvergunningsaanvraag-formulier dat als bijlage II aan het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 is toegevoegd, wordt het identificatienummer van het Rijksregister niet vermeld. De Commissie ziet dan ook niet in waarom de ambtenaar die het dossier behandeld dit identificatienummer zou moeten zien. Zoals aangegeven onder punt C.1.3. wordt het gebruik van het identificatienummer enkel gevraagd met het oog op de elektronische authentisering van de aanvrager. Dit gebeurt zonder tussenkomst van de ambtenaren die het dossier behandelt. Deze overwegingen zijn gelden eveneens ten overstaan van milieuvergunningen. Dergelijk gebruik van het identificatienummer stemt niet overeen met de door de aanvrager opgegeven doeleinden en is bijgevolg overmatig in het licht van artikel 4, 1, 3, WVP. C.2. Ten opzichte van de duur waarvoor gebruik gevraagd wordt Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister wordt voor een periode van vier jaar aangevraagd. Ber 35 / 2004-4/8

De aanvrager is van oordeel dat binnen die tijdspanne de mogelijkheden inzake elektronische identificatie dermate geëvolueerd zullen zijn dat na die periode zal moeten geëvalueerd worden of het gebruik van het identificatienummer in de 3 dossiersystemen nog aangewezen is. De Commissie stelt vast dat in het licht van het doeleinden waarvoor het gebruik wordt gevraagd, de aangegeven duur noodzakelijk is voor de verwezenlijking van het doeleinde (artikel 4, 1, 3 WVP). C.3. Ten opzichte van de bewaartermijn Uit mondelinge toelichting door aanvrager verstrekt wordt het identificatienummer van het Rijksregister in de achterliggende databank bewaard gedurende 1 jaar voor wat het intergraal milieujaarverslag betreft. Voor wat de milieuvergunning en de natuurvergunningen betreft wordt het nummer bewaard zolang het betrokken dossier in behandeling is. Van zodra de betrokken vergunning wordt afgeleverd, wordt het betrokken identificatienummer van het Rijksregister uit de achterliggende databank gewist. Deze termijnen zijn in het licht van artikel 4, 1, 5, WVP aanvaarbaar. C.4. Intern gebruik en/ of mededeling aan derden C.4.1. In de context van het integraal milieujaarverslag wordt het identificatienummer van het Rijksregister enkel bewaard als digitale handtekening en als dusdanig gehanteerd. Die hantering is wel extreem beperkt zoals blijkt uit de uitleg die m.b.t. de proportionaliteit van het gebruik in het identificatienummer licht van de opgegeven doeleinden onder punt C.1.1. werd uiteengezet. Het doel is authentisering en daartoe wordt het identificatienummer in de achterliggende databank opgeslagen voor het geval er betwisting mocht rijzen over de identiteit. Dit betekent dat het identificatienummer in het kader van het integraal milieujaarverslag in normale omstandigheden zelfs niet intern gebruikt wordt. Alleen in geval van betwisting zal het opgeroepen worden ten einde het te kunnen meedelen aan de gerechtelijke diensten. C.4.2. De aanvrager is kennelijk reglementair verplicht om een onderdeel van het integraal milieujaarverslag, namelijk datgene dat betrekking heeft op de afvalwater- en grondwaterheffing, door te sturen aan de Vlaamse Milieumaatschappij omdat deze overheidsinstantie de taak heeft om de heffing verder af te handelen. De aanvrager stuurt de vereiste onderdelen van het integraal milieujaarverslag door aan de Vlaamse Milieumaatschappij, samen met het identificatienummer van het Rijksregister. De Vlaamse Milieumaatschappij werd bij koninklijk besluit van 30 mei 1994 gemachtigd om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. Dit gebruik is aanvaardbaar in het licht van de WVP. De Commissie is immers van oordeel dat het identificatienummer van het Rijksregister mag gebruikt worden in relatie met: - de natuurlijke personen op wie de informatiegegevens betrekking hebben en hun wettelijke vertegenwoordigers; - de openbare overheden en de instellingen die op basis van art. 8 WRR eveneens gemachtigd zijn het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken binnen de grenzen van die machtiging. Ber 35 / 2004-5/8

C. 4. Netwerkverbindingen Uit de uitleg verstrekt door de aanvrager blijkt dat er geen netwerkverbindingen tot stand komen. D. BEVEILIGING. D.1. Consulent inzake informatieveiligheid De identiteit van de consulent inzake informatieveiligheid werd meegedeeld. Uit de nadere informatie die de aanvrager met betrekking tot het functieprofiel en de plaats van de betrokkene in de organisatie verstrekte blijkt dat deze persoon als informaticus verantwoordelijk is voor de informatica van de aanvrager. Vermits de taak van de consulent inzake informatieveiligheid er onder meer in bestaat om te waken over de optimalisering van de informatica naar beveiliging van de informatie toe, zou dit er in casu op neerkomen dat de betrokkene zichzelf dient te controleren en instructies te geven. De aanvrager moet dus een andere persoon als consulent inzake informatieveiligheid aanstellen. D.2. Veiligheidsplan De aanvrager bezorgde geen veiligheidsplan opgesteld door de consulent inzake informatieveiligheid. Hij beperkte zich tot het verstrekken van informatie met betrekking tot maatregelen die voldoende zouden moeten zijn om de informatieveiligheid op technisch vlak te verzekeren. Dit is niet voldoende. De Commissie vestigt er de aandacht op dat het begrip informatieveiligheid is ruimer dan louter technische veiligheidsmaatregelen. Ook in het kader van het personeelsbeheer moeten er maatregelen genomen worden naar informatieveiligheid toe (denken we bijvoorbeeld aan een vertrouwelijkheidsclausule in het arbeidsreglement/ - contract, deontologische code, gedragscode, maatregelen die zullen genomen worden in geval van inbreuken, sensibiliseringsactie naar het personeel toe om hen bewust te maken van de problematiek van het toegang hebben en werken met persoonsgegevens, ) Het is de taak van de consulent inzake informatieveiligheid om alle maatregelen die betrekking hebben op de informatieveiligheid (zowel technisch als m.b.t. personeel als m.b.t. fysieke omgeving) in een gedetailleerd veiligheidsplan onder te brengen. De Commissie wenst in het bezit gesteld te worden van het plan inzake informatieveiligheid opgesteld door de consulent inzake informatieveiligheid, waarin alle facetten m.b.t. de informatieveiligheid opgenomen zijn. D.3. Personen die het identificatienummer van het Rijksregister mogen gebruiken en lijst van deze personen Zoals reeds werd aangegeven zal het identificatienummer van het Rijksregister door de aanvrager niet dagdagelijks gehanteerd worden. Slechts naar aanleiding van een betwisting over de identiteit van de aanvrager/ indiener, zal het nummer uit de achterliggende databank gerecupereerd worden. Het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister dient dus beperkt te worden tot de personeelsleden van aanvrager die ermee gelast zijn om in geval van betwisting het identificatienummer te recupereren. De Commissie wijst op de verplichting verwoord in de bepalingen van artikel 12 WRR en herinnert eraan dat de lijsten van de personen voor wie de machtiging geldt ter beschikking van de Commissie moeten worden gehouden. Ber 35 / 2004-6/8

De personen die voorkomen op de lijst van de personen die het identificatienummer van het Rijksregister voor hun ambtsuitoefening gebruiken, moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens waartoe zij toegang krijgen, te bewaren. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd worden. OM DEZE REDENEN, De Commissie Machtigt de cel Milieu Management Informatiesysteem van het Directoraat-generaal AMINAL van het Ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op de authentisering van een natuurlijke persoon in het kader van drie internettoepassingen namelijk het milieuvergunningloket, het integraal milieujaarverslag loket en het natuurvergunningloket zoals toegelicht onder punt B. Gelet op de doeleinden waarvoor het gebruik van het identificatienummer aan de aanvrager wordt toegestaan, is het de aanvrager niet toegelaten om: - het identificatienummer van het Rijksregister toe te voegen aan het deel van het integraal milieujaarverslag dat hij toestuurt aan de Vlaamse Milieumaatschappij; - het identificatienummer zichtbaar te maken voor de ambtenaar die het dossier met betrekking tot een natuurvergunning of een milieuvergunning behandelt. Deze machtiging zal evenwel slechts uitwerking krijgen nadat: - de Commissie vanwege de aanvrager een schriftelijke, gedagtekende en ondertekende verklaring heeft ontvangen waarin hij zich er uitdrukkelijk toe verbindt de door de Commissie toegestuurde lijst met betrekking tot de minimale veiligheidsvereisten waarheidsgetrouw in te vullen en ondertekend terug te bezorgen aan de Commissie; - de identiteit (+ functieomschrijving, plaats in de organisatie, resultaatgebieden) van de nieuwe consulent inzake informatieveiligheid aan de Commissie werd meegedeeld; - het informatieveiligheidsplan, bedoeld in punt D.2., aan de Commissie wordt meegedeeld. De secretaris De voorzitter (get.) J. BARET (get.) P. THOMAS Ber 35 / 2004-7/8