Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 t/m 10 (Criminaliteit)

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving

Scriptie Maatschappijleer Criminaliteit, samenleving en strafrecht

4,6. Paragraaf 3.3; Criminaliteit en strafrecht: Paragraaf 3.4; Wie bepaalt wat crimineel is* Paragraaf 3.5; Vormen van criminaliteit:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit en strafrecht

Samenvatting Maatschappijleer Criminalitiet

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit en strafrecht

Samenvatting door een scholier 2881 woorden 6 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 2 Waarden en normen

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta)

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Criminaliteit. Examenkatern KGT

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit.

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, 3, 5, 7, 8 en 9: Criminaliteit

De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten.

Proeftoets E2 vwo4 2016

Criminaliteit. en rechtsspraak

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1:

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Maatschappijleer H 6 t/m 9 Criminaliteit, strafrecht en strafproces

Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Maatschappijleer VWO 5

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Hoofdstuk 1 regels en rechten

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1)

let op: lees de tekst nog een keer goed door, ik heb alleen de woorden uit de begrippenlijst genoteerd!

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Antwoorden Maatschappijleer Testcases criminaliteit, strafrecht en samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 1.1 en

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer paragraaf 1 t/m 7

Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door de overheid, die betrekking hebben tot het handelen van de mens als lid van de samenleving

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Rechtsstaat = een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen de macht en willekeur van de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

6,4. Samenvatting door een scholier 2327 woorden 3 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting door een scholier 8517 woorden 7 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Criminaliteit, strafrecht en samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving

Witteboordencriminaliteit Criminaliteit die vanachter bureau s wordt gepleegd door met papieren en cijfers te rommelen, fraude.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Rechtstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6, 8, 9, Rechtsstaat

7,6. Samenvatting door een scholier 1989 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit, H1 t/m H9

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Proeftoets E2 havo

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties. Taak: Stellen wetten vast. Zorgt voor uitvoering van de wetten.

Rechtsstaat: staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen macht en willekeur door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat Hoofdstuk

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Eerste Nederlandse grondwet komt uit 1798, toen Nederland bezet was door de Fransen.

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Boekverslag door I woorden 11 maart keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Maatschappijleer

9,5. Criminaliteit en rechtsstaat. Samenvatting door Manon 2259 woorden 10 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

1 keer beoordeeld 26 november 2014

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat

Antwoorden Maatschappijleer Criminaliteit

Inhoudsopgave. Voorwoord 13. Aanbevolen literatuur 15. Afkortingenlijst 17. Hoofdstuk 1 Inleiding 19

Samenvatting Maatschappijleer Wat is maatschappijleer H1 + 2 en Rechtsstaat H1t/m6

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Begrippenlijst Maatschappijleer Criminaliteit en Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Rechtstaat: Waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.

Samenvatting Maatschappijleer 2 Criminaliteit

1) Geef 2 voorbeelden van maatschappelijke normen die geen rechtsnormen zijn.

- Trias politica, grondrechten en legaliteitsbeginsel vormen de beginselen van rechtsstaat

7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

De overheid voert een tweesporenbeleid: preventie en repressie van criminaliteit.

Inleiding. 1 Strafrecht

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 t/m 10 (Criminaliteit) Samenvatting door een scholier 2214 woorden 17 juni 2004 6,5 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Waarden en Normen Cultuur -> Waarden (bijv. Gelijkberechtiging man/vrouw) (dominant) -> Normen (bijv. Gelijke betaling, wet) Normen religieuze Fatsoens Morele Rechts -> codificatie: alles is in de wet vastgelegd Soorten: gewoonterecht Staatsrecht Publiekrecht (burgers vs overheid) Privaatrecht (burgers onderling) Strafrecht Hoofdstuk 3 Wat is criminaliteit? Criminaliteit -> strafbaar of strafwaardig -> Overtredingen en misdrijven -> straffen volgens legaliteitsbeginsel Trias Politica: uitvoerende, wetgevende, rechtsprekende macht Rechtsprekende -> Hoge Raad -> jurisprudentie Zware criminaliteit vs kleine criminaliteit (veelvoorkomende) Agressieve Seksuele Vermogens Verkeers Overig Pagina 1 van 11

Hoofdstuk 4 Cijfers en andere onderzoeksgegevens over criminaliteit Geregistreerd -> niet geregistreerd Politiestatistieken 1. geen aangifte 2. selectief opsporingsbeleid 3. vaker zichtbare criminaliteit 4. juiste verhoudingen 5. veel wordt nooit ontdekt Ophelderingspercentages -> seponeren / transacties Niet geregistreerd Slachtofferenquêtes Self-report-onderzoeken Verantwoordelijk voor kleine criminaliteit 1. probleemjongeren 2. mensen van etnische afkomst 3. locatie 4. milieugebonden 5. georganiseerde misdaad 6. steeds meer meisjes Hoofdstuk 5 Het ontstaan van criminaliteit Renaissance -> Thomas More (1478-1538) -> Sociale oorzaken Rousseau, Montesquieu, Voltaire (rationele verklaringen) Cesare Beccaria (1738-1794) -> maatschappelijke oorzaken -> klassieke school Cesare Lombroso (1835-1909) -> evolutietheorie, erfelijk -> antropologische school Ferri (1856-1929) -> biologische en sociale oorzaken Durkheim-> normaal maatschappelijk verschijnsel -> milieuschool Alfred Cohen -> iedereen wil rijkdom, als het niet lukt, dan criminaliteit Robert Merton -> anomietheorie Rienk Jonkman -> criminaliteit verzet tegen maatschappij -> verzetstheorie Hirschi en Box -> waarom mensen geen criminaliteit plegen -> bindingen attachment (hechte banden commitment (overwegen risico s) involvement (tijd en energie) belief (geweten) Pagina 2 van 11

Shaw en McKay -> jeugdcriminaliteit, jeugd leerde geen normen en waarden Edwin Sutherland -> negatieve en positieve factoren -> witteboordencriminaliteit Becker -> deviant gedrag -> stigma Willem Buikhuisen -> alle factoren spelen mee, sociaal, persoonlijk, biologisch Moderne criminologen -> multi-causale benadering Braithwaite -> onderlinge samenhang individuen en samenleving Hoofdstuk 6 Criminaliteit als sociaal en politiek probleem Sociaal probleem = criminaliteit geeft een probleem voor de samenleving. Politiek probleem = Het heeft een oplossing nodig, dus het is ook de politiek houdt zich er mee bezig Criminaliteit Sociaal Criminaliteit zorgt voor materiele schaden: De bestrijding van criminaliteit moet betaald worden Er moet meer bewaakt worden Er komt zwart geld Dit moet de burger allemaal betalen via de belasting dus de hele samenleving is de dupe van criminaliteit. Criminaliteit zorgt voor immateriële schade: (met name mensen die slachtoffer zijn geweest) Morele verontwaardiging. (mensen winden zich er over op) Mensen worden beperkt in hun vrijheid Ze worden bang Eigenrichting (het recht in eigen hand nemen). Vervaging normbesef Verlies aan vertrouwen van medemensen en organisaties. Massamedia laat de criminaliteit in het nieuws zien. Meestal is dit overdreven, zo krijgen mensen een verkeerd beeld van de criminaliteit. Politiek probleem, omdat het de rechtsorde verstoort. Staat Rechtstaat is te herkennen aan: Een grondwet Legaliteitsbeginsel Scheiding van machten (Trias Politica) Wetgeving bepaald met volksvertegenwoordigers > democratische rechtsstaat De uitvoerende macht moet zich houden aan de wetgevende macht Rechtelijk macht Pagina 3 van 11

Grond of vrijheidrechten van burgers zijn omschreven en gewaarborgd Trias Politica: Wetgevende macht zegt wat strafbaar is en wat voor strafvervolging er op staat. Uitvoerende macht. Moeten zorgen dat de wetten worden uitgevoerd. Rechterlijke macht: Onafhankelijk rechtspraak. Er zin wel eens spanning tussen wetgevende en uitvoerende macht, omdat de uitvoerende macht wel eens dingen wil doen om criminelen op de sporen maar volgens de wet mag dat niet. Meestal is hier de OM (openbaar ministerie) bijbetrokken. Hoofdstuk 7 Strafrecht Wetgeving criminaliteit: Strafrecht. (Welk gedrag is strafbaar, onder welke voorwaarden en welke straffen.) Strafprocesrecht. (Procedures die gevolgd moeten worden als de politie iemand wil veroordelen.) De belangrijkste bronnen van strafrecht: Wetboek van strafrecht Wetboek van Strafvordering Opiumwet Wegenverkeerswet Wet op de economische delicten Algemenen zaken inzake Rijksbelasting Verschillende milieuwetten De vuurwapen wet. Wetboek van strafrecht: ( 3 delen) Algemene Bepalingen Misdrijven Overtredingen Algemene Bepalingen. Principes die horen bij een rechtsstaat. Ze beschermen de burger tegen de overheid. Legaliteitbeginsel ( Je mag alleen gestraft en veroordeeld worden als daar goede regels voor zijn). - Delictsomschrijving - Strafmaximum. Ne bis in idem Principe. (Je mag niet twee keer voor hetzelfde gestraft worden.) Verjaring. ( Na verloop van tijd mag je niet meer vervolgd worden) Verjaringstermijn hangt af van de ernst van de misdaad. Straffen en maatregelen. Pagina 4 van 11

Straffen: Hoofdstraffen Gevangenisstraf Hechtenis Geldboetes Taakstraffen ( alternatieve straf), alleen bij straf onder de 6 maanden. Bijkomende straffen. Naast de hoofdstraf en wat met het delict te maken hebben. En de rechter kan beslissen of diens naam bekent wordt gemaakt. Maatregelen: Niet bedoelt om de dader te laten boeten, maar om de samenleving tegen de dader te beschermen. - De belangrijkste maatregel is terbeschikkingstelling (TBS) - De dader wordt dan behandeld in een inrichting. - Worden vooral op gelegd bij ontoerekenbaarheid. - Kan in combinatie van een straf Voorwaardelijke straf: - De straf wordt niet in uitgevoerd, behalve als de veroordeeld geen strafbaar feit pleegt. Of het niet nakomen van afspraken. Strafbaarheid van gedrag. Als gedrag voldoet aan de delictsomschrijving is het pas strafbaar al het voldoet 4 voorwaarden: Alleen menselijk gedrag is strafbaar. Dieren kunnen niet gestraft worden. Het moet bewezen zijn. (legaliteitsbeginsel) Het gedrag moet wederrechtelijk zijn. ( = in strijd met de rechtsorde) Rechtvaardigingsgrond: Verdachte bekent maar hij heeft een goede rede waarom hij niet gestraft zou moeten worden. Noodweer: Je verdedigde jezelf tegen iemand. Direct relatie Overmacht: Je wordt gedrongen. Je kon er niks aandoen. Indirecte relatie Relatieve overmacht / noodtoestand: Je moet kiezen tussen uit 2 kwaden. Je werd gedwongen in een geestelijke situatie. Schuldbeginsel ( De dader moet schuldig zijn). Schulduitsluitingsgrond = Er is een rede dat het zijn schuld niet is en in Nederland is het zo. Geen schuld, geen straf Ontoerekingsvatbaarheid van de dader. Een gestoorde weet niet wat hij doet. Noodweerexces: Door emoties sla je harder dan nog is. ( lijkt op noodweer.) Psychische overmacht / overmachtexces: Iemand stond onder zwaar psychische druk. Moet wel zo zwaar zijn dat iedereen het dan had gedaan. Afwezigheid door schuld: Je wist niet dat je het deed. Bijv. je verkoopt vergiftige melk dat een ander er in Pagina 5 van 11

had gedaan en jij wist van niks. Schulduitsluitingsgronden: Rechtvaardigingsgronden Schulduitsluitingsgronden Bepalen van de strafmaat. Criteria waar de rechter rekening mee moet houden: Ernst van het delict Omstandigheden waaronder het is gebeurd Subjectieve omstandigheden: Dit gaat over de dader. Is er sprake van opzet enz. Objectieve omstandigheden: Kijkt buiten de dader, de gevolgen van zijn daad. Hoe het slachtoffer er aan toe is. En kijkt naar bijkomende omstandigheden. Als het alleen een poging is dan wordt de straf met 1/3 verminderd. Je kunt op meerdere manieren deelnemen. Je kunt pleger zijn of medepleger( je deed het samen met een ander), je kan dan de maximale straf krijgen. Als je het uitlokt ben je medeplichtig. Jongeren Uitzonderingen bij jongeren: Kinderen onder de 12 kunnen niet strafrechtelijk vervolgd worden. Tussen 12 en 18 alleen terechtstaan bij een kinderrechter. Rechtszittingen zijn niet openbaar. Er zijn ander straffen en maatregelen. Jongeren worden de eerste keer doorgestuurd naar Bureau Halt. Bij sommige gevallen wordt ertussen 12 en 18 toch gewoon berecht, omdat die wordt geacht volwassen gehandeld te hebben. Hoofdstuk 8 Het straf proces. Het strafrechtproces staat beschreven in het Wetboek van Strafvordering De rechter. Hij zit het proces voor Hij ondervraagt iedereen Hij bepaalt of de persoon schuldig is En hij bepaalt de straf De rechterlijke macht van de rechter is onafhankelijk De officier van Justitie Hij beslist of de verdachte voor de rechter moet verschijnen. De officier heeft de taak de tenlastelegging( = de aanklacht gebaseerd op wettelijke bepalingen) te formuleren. In het proces moet hij met bewijzen komen dat de verdachte het heeft gedaan. Pagina 6 van 11

In zijn requisitoir(slotpleidooi) eist de officier van justitie een bepaalde straf. De officier werkt in nauw contact met de politie. Alle officieren van justitie worden het Openbaar Ministerie genoemd. Ze worden benoemd door de minister van justitie. De advocaat Iedereen heeft recht op een advocaat. Als je geen advocaat kan betalen dan krijg je een pro-advocaat toegewezen. De advocaat heeft de taak de belangen van zijn cliënt te verdedigen. IN zijn pleidooi zal de advocaat pleiten voor vrijsprak of straf vermindering. Hij heeft een geheimhoudingsplicht Getuigen Kan worden opgeroepen door de advocaat of door de officier van Justitie. Als ze getuigen moeten ze onder ede staan. Verdachte Hij hoeft niks te zeggen Als hij meewerkt kan dat lagere straffen opleveren. Hij hoeft er niet per se bij te zien Hij heeft recht op het laatste woord Hij mag alleen gestraft worden als het bewezen is. Slachtoffer. Speelt nauwelijks een rol Hij kan wel als getuigen gehoord worden. De organisatie van de rechtelijke macht. Relatieve competentie = de bevoegdheid van een bepaalde rechter in een bepaalde streek. Absolute competentie = de bevoegdheid om te oordelen in bepaalde conflicten. Je hebt verschillende soorten rechters. Kantonrechter. Hier komen overtredingen. Uitspraak heet een vonnis Arrondissementsrechtbanken. Deze behandelt misdrijven. Uitspraak heet een vonnis De politie rechter, bij eenvoudige zaken alleen Meervoudige kamer bij meer ingewikkelde zaken Kinderrechter, is er voor jongeren onder de 18 jaar. Als er in hoger beroep wordt gegaan dan wordt de zaak voorgelegd bij een hogere rechter. Van de arrondissement ga zijn dan naar het Hof. Hof. Het Hof behandelt alleen beroepszaken. Uitspraak heeft een arrest. De Hoge Raad. Het hoogste rechtsorgaan van ons land. Een beroep bij de hoge raad heet cassatie. De uitspraak van de hoge raad, is even belangrijk als de wet. Op deze maner ontstaat er jurisprudentie. Bij het Hof en de Hoge Raad heetten de rechter raadsheren en heten hun uitspraken arresten. Het OM Heeft drie belangrijke zaken Het leiden van het opsporingsonderzoek Pagina 7 van 11

Het vervolgen van de strafbare feiten. Ze mogen een zaak seponeren. Hierbij speelt het opportuniteitsbeginsel een rol. Het uitvoeren van het opgelegde vonnis. Taken en bevoegdheden van de politie: Ze mogen mensen vragen zich te legitimeren. Ze mogen verdachte aanhouden voor maximaal 6 uur. Ze mogen mensen inverzekering vasthouden. Ze mogen zaken in beslag nemen.(onder bepaalde voorwaarden) Ze mogen met een schikking de zaak zelf afhandelen. De verdachte; Deze heeft de volgende rechten: Hij mag weten waar die van verdacht wordt. Hij heeft recht op een advocaat Hij hoeft niet mee te werken. Hij mag maar voor beperkte tijd worden vastgehouden. Hij mag in de rechtszaal in hoger beroep gaan. De reclassering: Ze spannen zich in voor de maatschappelijke inpassing van mensen die met strafrecht te maken hebben. Herhaling te voorkomen en overlast te verminderen. Dit doen ze door: Het verlenen van vroeghulp Het verzorgen van voorlichtingsrapportage voor de rechter. Het voorbereiden en begeleiden van de uitvoering van de taakstraf. Het slachtoffer: Zij kunnen hulp krijgen bij; Bureaus slachtofferhulp Schadefonds Geweldmisdrijven. Hoofdstuk 9 De discussie over straf Visies uit het verleden In de bijbel oude en nieuwe testament Er waren mensen die zich er tegen verzetten, ze vroegen zich af of het wel rechtvaardig was; Thomas More: Boeke en Wichman Tolstoi Hugo de Groot, Jean-Jacques Rousseau en Cerare Beccaria zagen de misdaad als het niet nakomen van Pagina 8 van 11

een contract. Met de verdragstheorie verzette Beccaria zich fel tegen de doodstraf. De Duitse filosoof Nietzsche wilde dat de straf een doel had. De klassieke stroming: Aanhangers hiervan hebben een niet-deterministisch mensbeeld: de mens is vrij om het goede te doen en het kwade te laten. De mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Een aantal conclusies die hier uit werden getrokken voor het strafrecht: Geen schuld geen straf Voor zware misdrijven, zware straffen. Proportionele vergelding: maximum straffen voor verschillende misdrijven Het gelijkheidsbeginsel: zorgen dat er een dadenstrafrecht komt in plaats van een daderstrafrecht. Personaliteitsbeginsel: Straf mag alleen de dader straffen Legaliteitsbeginsel: In wet moet staan wat je fout heb gedaan. De moderne stroming: Aanhangers hiervan hebben een: deterministisch mensbeeld Een aantal conclusies die hier uit werden getrokken voor het strafrecht: Als mensen door biologische of sociale factoren niet vrij zijn in hun keuze mogen ze geen straf krijgen. Daderstrafrecht in plaatst van dadenstrafrecht. De dader moet uitgangspunt zijn voor de gegeven straf Als de criminaliteit erfelijk is moet er voor gezorgd worden dat niet meer gebeurd. Criminaliteit veroorzaakt door sociale factoren moet voorkomen worden door maatregelen te nemen. Abolitionisten( = tegenstanders van straf). Zij vinden dat een misdaad kan worden goed gemaakt door de dader en het slachtoffer via een regeling het conflict laten oplossen. In 1996 sprak de Tweede Kamer over de invoering van dading. Als een regeling niet lukte kwam er alsnog gewoon strafrecht: Coornhertliga: wil graag een ander en humaan strafrecht. Nuttig werk en scholing in plaats van gevangenisstraf. Doelen en functies van straffen: Generale preventie: de dreigende werking van straffen die mensen afschrikken. Dit blijkt niet te helpen. Wat wel helpt is de pakkans vergroten. Speciale preventie: Het geven van straf als de bedoeling dat het niet meer gebeurt. Veel gevangenen recidiveren( =enkele malen hetzelfde plegen.) Handhaving van de rechtsorde: Vergelding: Opzettelijk en gerechtvaardigd leed toevoegen aan de misdadiger en soort van wraak. Resocialisatie: Er staat in de Beginselenwet Gevangeniswezen dat er tijdens straf aan gewerkt wordt de misdadiger weer terug kan keren in de maatschappij. Beveiliging van maatschappij en burgers. Genoegdoening. Pagina 9 van 11

Hoofdstuk 10 Het overheidsbeleid De overheid kan kiezen uit een repressief beleid en een preventief beleid. De wetgeving wordt steeds aangepast op wat dat moment zwaarder gestraft moet worden dan vroeger. Het opsporings- en vervolgingsbeleid De minister van Justitie bepaald welke misdaad de meeste prioriteiten heeft. Klassenjustitie: Misdaden die worden gepleegd door mensen uit verschillende klassen. Bij deze ongelijke behandeling van verdachte uit verschillende milieus kunnen 2 factoren een rol spelen: Door verschillende inkomens, opleiding enz. Kunnen niet alle verdachten zich goed evengoed verdedigen De politie verwacht meestal dat een bepaald crimineel gedrag voorkomt in bepaalde sociaal niveau. Pakkans is afhankelijk van: De aangifte bereidheid van de burger De zichtbaarheid van het delict De selectieve opsporingsbeleid van de politie. Het gevangenisbeleid: De rechten en plichten van gevangenen zijn vastgelegd. Resocialisatie beginsel: opnieuw leren met andere mensen om te gaan. Meer aandacht voor het individu. Mogelijkheden om de gevangenen voorwaardelijk vrij te laten. Preventie: Maatschappelijke problemen die verband hebben met de toegenomen criminaliteit: Onderzocht door de commissie-roethoff De werkloosheid Stijging van de welvaart, meer gelegenheid om te stelen Toegenomen alcohol en drugsgebruik Afnemend gezag van de overheid Afnemend besef van normen en waarden. De onbestraft laten van overtredingen en misdrijven. Het verminderen van de sociale controle Marginalisering van de bepaalde de groepen. ( in de marge is aan de rand van de samenleving) Mogelijkheden die lokale of landelijke overheden hebben: Aanpassing van bebouwde omgeving, het bevorderen van sociale veiligheid. Vergroten van de sociale controle en het functionele toezicht. Versterken van de binding van opgroeiende generatie met de samenleving, versterking van het normbesef Voorlichting Het structureel verbeteren van de leefomstandigheden van mensen. Invoering van snelrecht en lik-op-stuk-beleid( direct betalen bij een delict) Pagina 10 van 11

De aanpak van georganiseerde misdaad. De onderwereld en de bovenwereld vullen elkaar aan. De economie en samenleving draaien zelfs gedeeltelijk op deze samenwerking De georganiseerde misdaad voorziet mensen van illegalen producten. Het lost maatschappelijke en economische problemen op waarvoor de overheid geen oplossing kan bieden. Commissie- Van Traa: een onderzoek naar de gang van zake bij georganiseerde misdaad. Deze adviseerde om de mensen met economische kennis er bij te betrekken, omdat straf en repressie niet werken. Politieke partijen Links: Gelijkwaardigheid Spreiding van inkomen, macht, kennis Grote actieve misdaad Rechts: Vrijheid op economisch gebied Vrijheid van het individu Kleine passieve overheid. Pagina 11 van 11