CAT B2.2.4 0809 / Cursusafhankelijke toets



Vergelijkbare documenten
Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Algemene voorwaarden bij een accreditatieaanvraag van bij- of nascholing (januari 2013)

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets B Ouder worden prof. dr. M.W. Ribbe / Drs. A.A. Meiboom

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

Opgave 1 Je ziet hier twee driehoeken op een cm-rooster. Beide driehoeken zijn omgeven door eenzelfde

Van woord tot tekst. Antwoordformulier Bij het onderdeel Argumenteren

CAT B / Cursusafhankelijke toets

WOONHUISWAARDEMETER. Toelichting. 1 Algemeen

CAT B / Cursusafhankelijke toets

B Ontwikkeling en ziekteleer prof. dr. W.J. Mooi / mw. dr. A.M. van Furth

Hoe komt het dat elk organisme bepaalde kenmerken heeft? Waar ligt de informatie voor alle erfelijke kenmerken in elk organisme opgesla gen?.

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

JOB-monitor 2014 Vragenlijst

Wat kun je met prestatieindicatoren?

Bijlage 1 - Technisch Reglement SVAR 2015

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

Terrasverwarmer met RTS

Inhoudsmaten. Verkennen. Uitleg. Opgave 1. Dit is een kubus met ribben van 1 m lengte. Hoeveel bedraagt de inhoud ervan?

Auteur: Robert Westra isbn:

MOTORRIJTUIGVERZEKERING NR

Tentamen Schakeltechniek

Wiskunde voor 3 havo. deel 1. Versie Samensteller

Stelling: Een belangrijk gevolg van disfunctioneel endotheel is contractiliteit van het proximale deel van de spiraal arteriën. a.juist b.

b a. m. pectoralis major b. m. teres minor c. m. teres major d. m.pectoralis minor.

Wiskunde voor 3 havo. deel 2. Versie Samensteller

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Ajodakt. Rekenen. Cijferen. Cijferen groep 6. Colofon. Optellen, a rekken en vermenigvuldigen. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Opdrachten bij hoofdstuk 3

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets + antwoorden CAT Het verhaal van de patiënt De vragen EEN tot en met ZES zijn gebaseerd op onderstaande casus:

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Tentamen C 10 december 2004

Privé Pakket - Categorie Personen

Inhoud eindtoets. Eindtoets. Opgaven. Terugkoppeling. Antwoorden op de vragen. Context van informatica

Auteurs: Renaud, De Keijzer isbn:

Oefentoets Metabole systemen cursus

CAT B / Cursusafhankelijke toets

UNIM-Polis Langlopende verzekering PASSAR

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

keuringsformulier levensverzekering - uitgebreid

Route H. Deze route start achter de grote volière.

De verhuisassistent is onderdeel van Bothenius B.V. Kontaktgegevens: T: +31(0) M: +31(0)

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Adiameris. Beleggingsstrategie

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Ajodakt. Rekenen. Breuken. Breuken groep 8. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 8

Handleiding voor het maken van Papierarchitectuur, PA.

j. géén relatie: 4 en 5 zijn geen geordende paren (ook geen geordende ééntallen).

Cursuscoördinator drs. Kitty Heins / vicecuco: dr. Mariet Elting Oefentoets: 56 MC-vragen MET antwoorden (de toets zal uit 50 vragen bestaan)

Faculteit Elektrotechniek - Capaciteitsgroep ICS Tentamen Schakeltechniek. Vakcodes 5A010/5A050, 20 januari 2003, 9:00u-12:00u

Route F - Desert. kangoeroerat

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Vlakdak. Taurox Afschot. Technisch productblad PRODUCTOMSCHRIJVING TOEPASSING

Handreiking voor zij-instroom in de zuivelindustrie

Keuringsformulier Januari 2010

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Oefentoets CAT B / Cursusafhankelijke toets

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

CATB / Cursusafhankelijke toets

K2 Technische automatisering

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CATB / Cursusafhankelijke toets

8. Chemisch evenwicht

Tentamen B. 24 december Overzicht. Instructies. Thema 1.2: Stoornissen in het milieu interieur. Tentamencoördinator Dr. J. van der Steen.

a) Bedenk een nieuwe kop voor het artikel. c) Waarin geloofden de Egyptenaren? Je mag internet gebruiken. b) Waar ligt de stad Luxor?

Ajodakt. Rekenen. Grote getallen. Hoofdrekenen. Hoofdrekenen groep 8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

Ajodakt. Rekenen. Cijferen Mix. Cijferen groep 7. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 7

Wiskunde voor 2 vwo. Deel 1. Versie Samensteller

Woonhuisverzekering WH06

K4 Menselijk lichaam. Uitwerkingen basisboek. Gezond sporten havo K4.1 INTRODUCTIE. = 11,1 m/s 3,6 F w,l = k v 2 = 0,23 11,1 2 = 28 N.

= 152 W. De warmtestroom door de plaat

VUmc-compas toetsing Toets CAT B /Cursusafhankelijke toets. 55 vragen: 1 twee-, 5 drie-, 48 vierkeuze en 1 juist/onjuist vraag

Wiskunde B voor 4/5 havo

Privé Pakket - Categorie Wonen

WERKBLAD. Lessenserie CBS & EduGIS voor havo/vwo bovenbouw. weblink: hvb

Route J. Een gier heeft naar verhouding een lange nek. Wat is het voordeel hiervan? vale gier

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets. Oefentoets-1

opgaven formele structuren procesalgebra

6,8. Antwoorden door Saskia 1137 woorden 21 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1 Mexico en de Verenigde Staten: een wereld van verschil

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Transcriptie:

Oefentoets CAT B2.2.4 0809 / Cursusfhnkelijke toets Cursus B2.2.4 0809 Cpit selet Cursusoörintor Prof.r. W.J. Mooi Oefentoets MET ntwooren estne uit 45 MC-vrgen en 1 open vrg met 4 suvrgen 1 Welk type lymfoyt speelt e entrle rol ij inutie vn een elye type (type IV) hypersensitiviteitsretie?. e T H 2 el. e T H 1 el. e NK el. e γδ T-el. 2 Een nfyltishe retie op een llergeen. treet in het lgemeen op n lokl ontt vn e hui of slijmvliezen met een llergeen wrmee l eerer ontt is geweest. treet in het lgemeen op n een systemishe expositie (vi e trtus igestivus of oor een injetie) n het llergeen, wrmee l eerer ontt is geweest. moet onmiellijk ehnel woren met immunosuppressiv. lijkt vk ernstig, mr onmiellijk ingrijpen is niet noig. 3 Complementtivtie speelt een entrle rol in sommige vormen vn. llergie (type I hypersensitiviteit) en el-gemeieere (type IV) hypersensitiviteit. llergie (type I hypersensitiviteit) en ntistof-gemeieere (type II) hypersensitiviteit. immuunomplex-gemeieere hypersensitiviteit en el-gemeieere (type IV) hypersensitiviteit. ntistof-gemeieere (type II) hypersensitiviteit en immuunomplex-gemeieere (type III) hypersensitiviteit. 4 Wrop erust e effetiviteit vn HIV1 protese inhiitors?. Ze lokkeren e splitsing vn intieve preursoreiwitten vn gg en pol.. Ze lokkeren e proteolyse vn ntivirle interferonen.. Ze voorkómen hehting vn HIV1 n e T-el reeptor. Ze vookómen proteolytishe tivtie vn spsen in geïnfeteere T-ellen. 5 Wt is e elngrijkste oorzk vn viserle weefselshe ij systemishe lupus erythemtoes (SLE)?. tivtie vn ytotoxishe T-ellen (type IV hypersensitiviteit). epositie vn immuunomplexen (type III hypersensitiviteit). ishemie ten gevolge vn fleitis. monolonle B-el expnsie. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 1 vn 9

6 Hypersensitiviteitsreties type I-IV woren ingeeel op sis vn. e meest frequent ngene weefsels. het type weefselshe, t wort ngerht. e immunologishe mehnismen ie ern ten gronslg liggen. e snelhei (uut suuut hronish) vn e eshiging. 7 Een vooreel vn een systemishe uto-immuunziekte is:. type I ietes. primire iliire irrose. reumtoïe rthritis. e ziekte vn Hshimoto. 8 Degrnultie vn e mestel leit tot snelle relese vn. rhionzuurmetolieten en ytokines. IL-3, IL-5 en GM-CSF. IgE. histmine, protesen en hemottishe ftoren. 9 Welk fenomeen is vn elng voor/ ij/ t..v. e PROGRESSIE vn een utoimmuunziekte?. Epitope spreing. inutie vn AIRE. inutie vn IL-2 en TGF-β. somtishe hypermuttie vn TCR genen, met uitseleteren vn vrinten ie sterk n ntigeen inen 10 Welke is e voornmste route vn trnsmissie vn HIV vn moeer nr kin?. trnsplentire infetie tijens e zwngershp. infetie tijens e orstvoeing. infetie tijens e prtus. infetie ls gevolg vn slehte hygiëne. 11 De onmiellijke, llereerste fse vn een type I hypersensitiviteitsretie is het gevolg vn. seretie vn pltelet tivting ftor (PAF) oor enotheelellen. ross-linken vn F geonen IgE moleulen op mestellen. egrnultie vn eosinofiele grnuloyten. synthese vn leukotriënen oor mestellen. 12 Bining vn HIV n muosle enritishe ellen erust op ining n. FR en TLR2. FR en TLR3. CD4 en CXCR4. CD4 en CCR5. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 2 vn 9

13 Het DiGeorge synroom erust op een. stoornis in e isotype swithing vn B-ellen. enzymefiiëntie ie leit tot fsterven vn lymfoïe stmellen. flene ontwikkeling vn ntomishe struturen, fkomstig vn e 3e en 4e kieuwoog. uto-immuniteit-gemeieere estrutie vn T-helperellen. 14 Auto-ntistoffen tegen riuonuleoproteïnen SS-A (Ro) en SS-B (L) komen veruit het meest voor ij:. het Sjögren synroom. systemishe slerose. SLE. inflmmtoire myopthieën. 15 Grft versus host isese (GVHD) uit zih veell oor she in:. e longen en nieren. e loevten. e hui, lever en rmen. het entrle en perifere zenuwstelsel. 16 In e lte fse vn een type I (llergishe) retie speelt e eosinofiele grnuloyt een elngrijke rol, oner meer oor seretie vn. IL-3 en IL-5. eotxine. MBP (mjor si protein) en eosinophil tioni protein. IL-6, IL-8 en GM-CSF. 17 Het Mikuliz synroom wort gekenmerkt oor. rthritis en polyserositis. slerotylie en Rynu fenomeen. proteïnurie en hypertensie. vergroting vn trnklieren en speekselklieren. 18 De klssieke histologishe mnifesttie vn een elye type type IV hypersensitiviteitsretie is. grnulomteuze ontsteking. firineepositie met eosinofilie. hronishe vsoilttie met oeeemvorming. nerotiserene vsulitis. 19 Welke sequentie is e juiste ij een type IV hypersensitiviteitsretie?. ntigeenpresenterene el IFNγ eosinofiel eotxine mrofgtivtie. ntigeenpresenterene el IFNγ T H 1 el IL-12 mrofgtivtie. ntigeenpresenterene el IL-12 T H 2 el IL-4γ mrofgtivtie. ntigeenpresenterene el IL-12 T H 1 el IFNγ mrofgtivtie. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 3 vn 9

20 Wt is een LE el?. een poptotishe mesngile el in e glomerulus ij lupus nefritis. een neutrofiel of mrofg ie een kern vn een eshige el heeft gefgoyteer. een synytium vn virusgeïnfeteere ellen ij uto-immuun leuko-enephlitis. een getiveere ytotoxishe T-el (lupus effetor el). 21 Hyperute trnsplnttfstoting (innen minuten n trnsplnttie) wort veroorzkt oor:. vrijkomen vn superntigenen. mssieve invsie vn utoretieve CD8-positieve T-lymfoyten. mssieve influx vn grnuloyten. rees voor e trnsplnttie nwezige ntilihmen. 22 Wt wort verstn oner e therpeutishe reete vn een geneesmiel? Dit is het vershil. in e osering wrij het gewenste effet optreet en e osering wrij geen ijwerkingen optreen. in osering wrij het gewenste effet optreet en e osering wrij geen effet optreet. tussen e plsmonentrtie wrij het gewenste effet optreet en e plsmonentrtie wrij ijwerkingen optreen. tussen e plsmonentrtie wrij het gewenste effet optreet en e plsmonentrtie wrij geen effet optreet. 23 Een ntgonist is een stof. ie reversiel n e reeptor int en een intrinsieke tiviteit vn 1 heeft. ie n e reeptor int en een intrinsieke tiviteit vn 0-1 heeft. ie irreversiel n e reeptor int en een intrinsieke tiviteit vn 1 heeft. ie n e reeptor int en een intrinsieke tiviteit vn 0 heeft. 24 Als een orgnisme een verhooge gevoelighei voor een geneesmiel verkrijgt noemt men t. tolerntie. thyfylxie. Reounfenomeen. Sensiilistie. 25 Een jongemn ie rees jren stiel is ingestel met het nti-hypertensivum tenolol (eenml gs 50 mg per os) rkt ernstig verwon ij een motorongeluk. Als gevolg rvn moeten eie enen gemputeer woren. Verer herstelt e mn volleig. Leveren nierfuntie zijn oneshig. De therpie met tenolol is niet onerroken geweest. Wt is e meest reële verwhting m..t. e frmokinetiek vn tenolol?. lle frmokinetishe kengetllen zijn onverner geleven n het ongevl. e stey-stte onentrtie vn tenolol is n het ongevl onverner geleven. e hlfwretij vn tenolol is n het ongevl onverner geleven. het verelingsvolume vn tenolol is n het ongevl onverner geleven. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 4 vn 9

26 Aenooumrol is een geneesmiel t e loestolling vertrgt oor remming vn e vorming vn eiwitten ie etrokken zijn ij e loestolling. Dilofen is een geneesmiel t e loestolling remt oor verminering vn e funtie vn loepltjes. Wnneer eie mielen woren geomineer ij één ptiënt neemt e kns op een loeing sterk toe t.o.v. het opgetele effet vn ieer miel fzonerlijk. Bij eze intertie tussen enooumrol en Dilofen is er sprke vn:. synergisme. llosterisme. ntgonisme. potentiëring. 27 Fenytoine is voor 90% geonen n lumine. Als e lumineonentrtie lt vn 30 g/l tot 15g/L neemt e vrije frtie toe met. vernert niet. 25%. 50%. 100%. 28 Het meten vn plsmspiegels is klinish zinvol ls n een ntl voorwren wort voln. Welke voorwre hoort r NIET ij?. sensitieve, speifieke, snelle epling. klinishe effetiviteit is vertrg of moeilijk iret te meten. het geneesmiel heeft een klein verelingsvolume. orreltie tussen geneesmielonentrtie en klinish effet/toxiiteit (PK/PD reltie). 29 Psgeorenen ie met hoge osis vn het ntiiotium hloormfeniol woren ehnel kunnen het grey y synroom ontwikkelen omt. e UGT piteit lg is. e UGT piteit hoog is. e nierfuntie lg is. e nierfuntie hoog is. 30 Het nti-epileptium rmzepine wort voornmelijk geklr oor metolisme vi het CYP3A4 enzym. De osis op sis vn het lihmsgewiht is ij kineren. lger n ij volwssenen, omt e CYP3A4 tiviteit lger is. hoger n ij volwssenen, omt e CYP3A4 tiviteit hoger is. lger n ij volwssenen, omt hlfwretij ij kineren hoger is. hoger n ij volwssenen, omt e hlfwretij ij kineren lger is. 31 In stey-stte. is e elimintiesnelhei gelijk n e klring. is e klring fhnkelijk vn e elimintiesnelheisonstnte. wort er evenveel geneesmiel geëlimineer ls toegeien. wort het verelingsvolume epl oor e elimintiesnelheisonstnte. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 5 vn 9

32 Welke ewering is juist? De klring. neemt toe met e loeflow. neemt f met e eiwitining. neemt toe met het verelingsvolume. neemt f met e sortiesnelhei. 33 Wt is GEEN ijwerking vn ß2 renoreeptorgonisten?. tremor. hrtkloppingen. slijmvorming. uizelighei. 34 1000 Conentrtion (log) 100 10 1 0 2 4 6 Time Beshouw e plsmonentrtietijurve hieroven en geef e est pssene eshrijving. extrvsulire toeiening, nule-ore elimintie. extrvsulire toeiening, eerste-ore elimintie. intrvsulire toeiening, nule-ore elimintie. intrvsulire toeiening, eerste-ore elimintie. 35 Welke eigenshp vn een geneesmiel is erg elngrijk voor e opnme vi iffusie n orle toeiening:. e toeieningsfrequentie vn een geneesmiel. e lipofiliteit ( vet-oplosrhei ) vn een geneesmiel. e osering vn een geneesmiel. e kleur vn het geneesmiel 36 Welk metole proes hoort NIET tot het type-1 retie?. oxitie vn een geneesmiel. reutie vn een geneesmiel. hyrolyse vn een geneesmiel. onjugtie vn een geneesmiel. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 6 vn 9

37 Wrom estn logritmishe intrveneuze onentrtie-tij urves meestl uit 2 geeeltes?. het metolisme vn geneesmielen estt uit 2 fsen en eze verlopen n elkr. istriutie (of vereling) n toeiening plts zorgt voor ling vn e urve. it is e zihtre invloe vn e entero-heptishe ylus ij geneesmielen. e sorptiefse wort ltij gevolg oor een elimintiefse. 38 Welk item kn onerhevig zijn n genetish polymorfisme?. trnsporter-eiwitten. metole enzympiteit. reeptorstrutuur. lle ovenstne. 39 Is het toepssen vn mgspoelen n intoxitie ALTIJD zinvol?. j, proeer zoveel mogelijk te verwijeren ls mogelijk is. j, mr lleen innen ongeveer 1 uur n innme. nee, lleen ij etsene prouten is mgspoelen nuttig. nee, lleen innen 1 uur n innme en ij geringe kns op spirtie/slokrmshe 40 Wt is het este ntiotum tegen een intoxitie met GHB?. mgspoelen. een infuus met flumzenil. een injetie met mizolm. fwhten elei en onersteuning inien noig vn vitle funties. 41 Een vershil tussen euthnsie en pllitieve setie is:. euthnsie is een tieve hneling, pllitieve setie erust op fwhten vn het eloop vn e ziekte. euthnsie moet woren voorgeleg n een regionle euthnsieommissie, pllitieve setie niet. ij pllitieve setie sterven e ptiënten n uitroging, ij euthnsie niet. pllitieve setie wort voorl toegepst ij wilsonekwme mensen, euthnsie niet. 42 Een overeenkomst tussen euthnsie en pllitieve setie is:. ij eie hnelingen wort een tweee rts gevrg om een ooreel. eie hnelingen woren voorgeleg n e regionle euthnsie ommissie. eie hnelingen moeten oor een rts woren uitgevoer. voor eie hnelingen gelt t e fmilie een vetoreht heeft. 43 Welk egrip speelt GEEN rol ij euthnsie?. onrglijk lijen. uitzihtloos lijen. terminle setie. euthnsie verklring. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 7 vn 9

44 Wr moeten gevllen vn euthnsie in eerste instntie woren gemel?. Inspetie er Volksgezonhei. Offiier vn justitie. gemeentelijke lijkshouwer. Regionle Euthnsie Commissie 45 De levensovertuiging wrinnen er e minste ezwren zijn tegen orgnontie is:. Islm. Christenom. Joenom. Humnisme MC vrgen 46-50 woren gesustitueer oor 1 open vrg met 4 suvrgen (vrg 1 t/m 4 ), herkomst: week 2.2.4-3,en weegt even zwr ls 5 MC vrgen Inleiing: sus Bij e ienstoen rts vn forensishe geneeskune kwm ron 24.00 uur een telefoontje innen t een huisrts net euthnsie h uitgevoer ij een ptiënt. De forensish rts kwm ron 00.30 uur ij e woning vn eze ptiënt n. De fmilie en vrienen wren eneen nog iets met elkr n het rinken. Boven lg e overleene en ws zijn vrien en e huisrts nwezig. Het ging hier om een 53 jrige mn met uitgerei gemetstseer olonrinoom. De overleene ws zeer hetish en eigenlijk niet meer te herkennen ls e mn vn e foto in zijn pspoort. De huisrts h lle ppieren ij zih, met rij een wilsverklring vn e ptiënt en een verslg vn een tweee onfhnkelijk rts (SCEN-rts). Behouens het tijstip en het ontreken vn e meling voorf leek lles norml te zijn. Bij het nogmls lezen vn e ppieren viel het volgene op: e SCEN rts ws op ezelfe g nog geweest en h het ezoek fgeron om 21.00uur. In e wilsverklring ws oor e ptiënt een tum genoem voor e euthnsie, welke 3 weken lter ws n ie g. Uit het verslg vn e SCEN-rts leek t het ie g ineens veel slehter ging met e ptiënt en t hij voorl erg enuw ws. Hierij h hij ngegeven nu zo snel mogelijk oo te willen. In het verslg ws geshreven t te verwhten viel t e ptiënt zeer snel zou overlijen, mogelijk innen een g, ehter hier ws geen zekerhei over. Vrg 1 (5 punten) Welke meishe eslissingen ron het levenseine woren vn elkr onersheien? Antwoor: Niet instellen meishe ehneling Stken meishe ehneling Pllitieve setie Hulp ij zelfoing Euthnsie (Pijnestrijing) oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 8 vn 9

Vrg 2 (6 punten) Wt zijn e zogvuligheiseisen ehorene ij een verzoek tot euthnsie en e uitvoering rvn Antwoor: De rts: heeft e overtuiging gekregen t er sprke ws vn een vrijwillig en weloverwogen verzoek vn e ptiënt, heeft e overtuiging gekregen t er sprke ws vn uitzihtloos en onrglijk lijen vn e ptiënt, heeft e ptiënt voorgeliht over e situtie wrin eze zih evon en over iens vooruitzihten, is met e ptiënt tot e overtuiging is gekomen t er voor e situtie wrin eze zih evon geen reelijke nere oplossing ws, heeft ten minste één nere, onfhnkelijke rts gerpleeg, ie e ptiënt heeft gezien en shriftelijk zijn ooreel heeft gegeven over e zorgvuligheiseisen, eoel in e eerste vier punten, en heeft e levenseëiniging of hulp ij zelfoing meish zorgvulig uitgevoer. Vrg 3 (4 punten) Wt is e rol vn e forensishe geneeskune rij? Antwoor: In e funtie vn gemeentelijk lijkshouwer rgen GGD-rtsen oner meer verntwoorelijkhei voor het uitvoeren vn e melingsproeure euthnsie. De ienstoene GGD-rts verriht e shouw vn het lihm n euthnsie en verzmelt over e gng vn zken lle relevnte informtie. Vn zijn eviningen mkt e rts een verslg. Dit verslg wort gepresenteer n e offiier vn justitie en n e euthnsietoetsingsommissie. Deze twee instnties moeten op sis rvn eoorelen of in het voorgelege gevl n e vereiste meishe en wettelijke zorgvuligheisriteri is voln. Vrg 4 (5 punten) Is in e ovenstne sus sprke vn een juist uitgevoer verzoek tot euthnsie? Bergumenteer uw ntwoor Antwoor: J, n e zorgvuligheiseisen wort voln, mr welliht t het zese punt (meishe zorgvulighei) nog vrgen oproept. De snelhei wrmee e euthnsie wort uitgevoer is op zih geen riterium, mr kn in e prktijk ntuurlijk wel onzorgvulig hnelen oproepen ls het tijsverloop erg kort is. oefencat B224 0809 MET ntwooren Pgin 9 vn 9