Samenvatting Maatschappijwetenschappen Ontwikkelingssamenwerking Samenvatting door E. 2091 woorden 12 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 Wat is ontwikkelingssamenwerking? 1 waarom ontwikkelingssamenwerking? - De enorme kloof tussen arm en rijk is 1 van de grootste uitdagingen waar de wereld voor staat. - Met ontwikkelingssamenwerking wordt geprobeerd de enorme internationale verschillen tussen arm en rijk te verkleinen en armoede te bestrijden. De Nederlandse overheid besteed jaarlijks ongeveer 0.8 procent van het bruto nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking. De verplichte norm van de Verenigde Naties is 0.7 procent. - Ontwikkelingssamenwerking is niet alleen een taak van de overheid, ook popsterren, vele duizenden burgers en particuliere organisaties zetten zich in hiervoor. - Er zijn meerdere redenen voor ontwikkelingssamenwerking, bovenaan staat solidariteit en betrokkenheid bij het lot van mensen die het niet zo goed hebben, maar ook het probleem met landgrenzen, immigratie en integratie. - Onderontwikkeling is een wereldwijde uitdaging. Door globalisering is het mogelijk om sneller te weten wat er elders op de wereld gebeurt. 2 De Millennium Ontwikkelingsdoelen De millennium doelen zijn ondertekend door 189 landen. Ze kwamen tot de conclusie dat een gezamenlijke inspanning veel effectiever zal zijn dan wanneer iedereen langs elkaar heen werkt. Millenniumdoelen; o Armoede terugdringen (extreme armoede betekent dat iemand minder dan 1 dollar per dag te besteden heeft, in 2015 moet dit aantal mensen teruggedrongen zijn tot 600 miljoen, de strijd tegen de honger) o Alle kinderen naar school ( onderwijs is een basisrecht, door goed onderwijs hebben meer mensen kans op een goede baan, dus minder armoede) Pagina 1 van 7
o Gelijkwaardigheid mannen en vrouwen ( mannen een vrouwen hebben dezelfde rechten, dat is vastgelegd in de internationale mensenrechtenverdragen, toch worden in veel landen vrouwen gediscrimineerd, het doel is om vrouwen net zoveel rechten te geven als mannen) o Minder kindersterfte ( wereldwijd sterven ruim 10 miljoen kinderen voor hun vijfde levensjaar) o Minder moedersterfte ( In een ontwikkelingsland overlijden jaarlijks meer dan een half miljoen vrouwen tijdens of na de bevalling, komt door armoede, slechte/ongezonde levensstijl) o Terugdringen aids, malaria en tbc ( Wereldwijd zijn bijna 40 miljoen mensen besmet met het hiv virus. Hiv/aids, malaria en tuberculose zijn s werelds grootste killers en eisen de meeste slachtoffers in ontwikkelingslanden. Om dit te bestrijden is goede voorlichtingen nodig. o Beter leefmilieu, zoals drinkwater ( dit millennium doel is opgesplitst in een aantal subdoelen, het eerst doel is duurzame ontwikkeling waar alle landen in de wereld naar moeten streven, bijvoorbeeld door ontbossing in CO2 uitstoot tegen te gaan. Het tweede doel is dat het aantal mensen zonder toetgang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen gehalveerd moet zijn in 2015, en de leefomstandigheden van ten minste 100 miljoen sloppenwijkenbewoners moeten verbeterd zijn in 2020) o Eerlijke handel en schuldverlichting (Het draait hier vooral om de politieke wil van rijke landen, dit doel is voor de rijke landen om andere doelen mogelijk te maken zoals; - Meewerken aan het tot stand komen van een eerlijk internationaal handelssysteem. - Een oplossing vinden voor de schuldenpositie van arme landen. - Samen met de ontwikkelingslanden zorgen voor fatsoenlijk werk voor jongeren. - Zich houden aan de afspraak om 0.7 procent van het bnp aan ontwikkelingshulp te geven. Hoofdstuk 2 ontwikkelingslanden en hun kenmerken 1 Onderontwikkeld, ontwikkeld en in ontwikkeling. Er zijn verschillende begrippen om welvaartverschillen op aarde te beschrijven: Arm - rijk (slaat vooral op de economische welvaart, maar na de jaren 70 bedacht men dat rijk aan andere betekenis kan hebben, bijvoorbeeld door bodemschatten). Ontwikkeld onderontwikkeld ( ook niet helemaal goed, landen kunnen ontwikkeld zijn en een hoge beschaving hebbe, maar toch arm zijn). Derde Wereld (raakte na val van Berlijnse muur in onbruik. Want de tweede wereld, de groep van Oost-Europese socialistische landen, was weg). Noord zuid (werd in de jaren 70 gebruikt om politiek beladen termen te vermijden, maar het probleem is dat niet alle ontwikkelde landen in het noorden liggen en niet alle ontwikkelingslanden in het zuiden). Ontwikkelingslanden ( de term die nu vaak gebruikt wordt, maar kunnen we alle ontwikkelingslanden wel op 1 Pagina 2 van 7
hoop gooien? ) De verschillende dimensies van ontwikkeling ( landen zijn niet allemaal in dezelfde mate ontwikkeld of onderontwikkeld, het ene land kan zich economisch goed ontwikkeld hebben maar politiek gezien niet, en dat kan bij een ander land juist weer andersom zijn). De dimensies: De economische dimensie ( zoals de mate waarin een land door productie van goederen en diensten in de behoeften van de (groeiende) bevolking kan voorzien). De sociale dimensie ( zoals de toegang tot het onderwijs en gezondheidszorg, anders gezegd; de waarborgen van de sociale mensenrechten). De politieke dimensie ( zoals de mate waarin de bevolking invloed heeft op belangrijke beslissingen in het land). De culturele dimensie ( zoals de mate waarin mensen het land hun culturele identiteit vorm geven). De ecologische dimensie ( zoals de manier waarop er rekening wordt gehouden met het milieu). 2 Overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden Ondanks de verschillen zijn er ook gemeenschappelijke kenmerken in ontwikkelingslanden; Veel armoede (wordt berekent d.m.v. de armoedegrens, er zijn er 2; de grens van 1 dollar per dag en de grens van 2 dollar per dag) Eenzijdige economische structuur ( in ontwikkelingslanden is de economisch structuur vaak eenzijdig, het nationaal product van ontwikkelingslanden wordt vaak bepaald door de landbouw, ze hebben ook vaak een eenzijdig exportpakket, ze exporteren vaak 1 of enkele landbouwproducten. Ongelijke inkomensverdeling ( Voor bijna alle ontwikkelingslanden is het inkomen slecht verdeeld over de bevolking, dit wordt uitgedrukt in de Gini-coëfficiënt. Een Gini-coëfficiënt van 0 staat voor volledige gelijkheid waarbij iedereen hetzelfde inkomen heeft, terwijl bij een Gini-coëfficiënt van 1 één persoon alles verdient). Veel sociale problemen ( In ontwikkelingslanden is de gezondheid vaak slecht. Er zijn in verhouding tot rijke landen weinig artsen en verplegers, voor op het platteland, ook het geboortecijfer in ontwikkelingslanden is vaak hoog, maar het sterftecijfer is ook veel hoger dan in ontwikkelde landen). Bestuurlijke problemen ( De overheid in ontwikkelingslanden is beschreven als zachte staat, scherpe regelgeving maar zwakke handhaving. Er is veel corruptie (ambtenaren laten zich betalen voor diensten die ze eigenlijk voor niets moeten doen. Doordat er geen openheid en democratische controle is, kunnen kleptocraten, machthebbers die veel overheidsgeld in eigen zak steken, jarenlang hun gang gaan. Er zijn ook veel etnische tegenstellingen, waardoor politici hier handig op inspelen om aan de macht te komen of te blijven) Bedreiging lokale cultuur ( eeuwenlange bemoeienis van het westen met ontwikkelingslanden heeft er tot geleid dat de lokale cultuur onder druk kwam te staan want er was grote westerse invloed op de lokale cultuur. In onze tijd is er nog steeds sprak van cultureel imperialisme, westerse waarden en normen, democratie en mensenrechten, Pagina 3 van 7
worden overdragen op de plaatselijke bevolking) Aantasting milieu ( kenmerkend voor de meeste ontwikkelingslanden is het ontbreken van wetgeving die het milieu beschermen. In deze landen ontbreekt er vaak geld om het milieu te beschermen, armoede leidt dus ook indirect tot milieuproblemen.) 3 Hoe meet je ontwikkeling? Er zijn verschillende methodes om te meten in hoeverre een land ontwikkeld is. Je kunt er verschillede aanwijzingen (indicatoren) voor gebruiken. Het bnp per hoofd van de bevolking ( bnp = bruto nationaal product, totale inkomsten van het land. Dat moet je delen door het aantal inwoners. Daarmee berken je het bnp per hoofd van de bevolking. Er zijn 2 bezwaren hiertegen, het kan zijn dat het inkomen niet eerlijk verdeeld is in een land, en dat het bnp dan maar voor een klein gedeelte van de bevolking geldt, en dat de meetmethode te maken heeft met de koopkracht, in het ene land kun je met 1 dollar bijv. 5 keer zoveel kopen als in het andere land.) Levensverwachting en onderwijs ( een andere manier is om de levensverwachting te meten, de levensverwachting weerspiegelt de gezondheid, de kwantiteit en kwaliteit van de voeding van de bevolking van een land. Je kunt ook kijken naar hoeveel mensen in een land onderwijs hebben, of hoeveel mensen er kunnen lezen en schrijven.) Human development index ( in deze index worden 3 indicatoren gecombineerd; levensverwachting, levensstandaard en de graad van scholing. Deze 3 indicatoren worden eerst afzonderlijk berekend en daarna wordt het gemiddelde van de 3 genomen. Hoe dichter bij de 1, hoe meer ontwikkeld het land is. Dit wordt jaarlijks berekend. De uitkomsten verschijnen in de Human Development Report. In dit rapport worden de landen onderverdeeld in; hoge menselijke ontwikkeling, gemiddelde menselijke ontwikkeling, en lage menselijke ontwikkeling.) Hoofdstuk 3 wat te doen aan onderontwikkeling? 1 Helpen of samenwerking Donorlanden = landen die ontwikkelingshulp geven Ontwikkelingssamenwerking = het geheel van activiteiten waarbij welvarende landen, particuliere organisaties, individuen, bedrijven en ontwikkelingslanden proberen ontwikkelingslanden tot grotere welvaart te brengen. Ontwikkelingshulp = het geven van geld, goederen of diensten aan ontwikkelingslanden om de welvaart en het welzijn in die landen te verbeteren. Ontwikkelingshulp kan op verschillende manieren worden gegeven: Giften en leningen met zachte voorwaarden ( een lage rente, een lange looptijd en een lange aflossingvrije periode) Pagina 4 van 7
Het sturen van producten als maïsmeel en vrachtwagens. Het sturen van experts om bijvoorbeeld een nieuwe weg of brug aan te leggen. Je mag alleen spreken van ontwikkelingshulp als het hulp is aan ontwikkelingslanden. Het probleem is dat er geen algemene aanvaarde definitie bestaat van wat ontwikkelingslanden zijn. Het DAC stel iedere drie jaar een lijst op met landen die officieel gelden als ontwikkelingsland. Naast de officiële ontwikkelingshulp is er de particuliere ontwikkelingshulp. Dat is geld dat mensen zoals jij en ik geven om activiteiten in een ontwikkelingsland uit te voeren. 2 Motieven achter ontwikkelingssamenwerking Motieven voor ontwikkelingssamenwerking: Politieke en strategische motieven Economische en commerciële motieven (het geven van deze hulp is vaak bedoeld om het eigen bedrijfsleven te ondersteunen. Dit soort hulp geboren uit commerciële motieven noem je gebonden hulp: een ontwikkelingsland moet het geld dat het krijgt in het land van de donor besteden om bijvoorbeeld medische apparatuur te kopen. Er zijn internationale afspraken gemaakt om gebonden hulp in te perken, want de goederen die zo geleverd worden, vaak duurder zijn dan op de wereldmarkt. Ethisch-humanitaire motieven ( veel mensen geven hulp uit religieuze motieven, maar het kan ook uit politieke overtuiging zijn, dan gaat het meestal om solidariteit. De laatste jaren wordt deze hulp steeds meer onderbouwd vanuit de mensenrechten. Motieven die te maken hebben met cultuur, milieu en migratie. Hoofdstuk 4 Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. 1 Kenmerken van het Nederlands ontwikkelingsbeleid. Sinds 1990 vormt duurzame armoedebestrijding het hoofddoel van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. Dat wil zeggen dat Nederland de allerarmsten zodanig probeert te helpen, dat er ook op de langere termijn perspectief op een betere toekomst is. Nederland heeft zich ook achter de Millenniumdoelen gezet, de millenniumdoelen waar de Nederland het meeste geld aan uitgeeft zijn: Millennium doel 2; onderwijs voor elk kind Millennium doel 6; bestrijding van hiv/aids, malaria en andere dodelijke ziektes. Millennium doel 7; bescherming van het milieu, iedereen schoon drinkwater. De regering probeert de Nederlandse burgers zoveel mogelijk te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking. Pagina 5 van 7
Je hebt verschillende soorten ontwikkelingshulp. Structurele hulp: is gericht op het in gang zetten van langdurige positieve ontwikkelingen in een land. Binnen structurele hulp wordt er onderscheid gemaakt tussen projecthulp en programmahulp. Bij projecthulp gaat het om een afbakende interventie, zoals het bouwen van een ziekenhuis of het aanleggen van een weg. Bij programmahulp gaat het om een economisch herstelprogramma. Humanitaire hulp : of noodhulp, dit is hulp dat gegeven wordt bij natuurrampen of andere noodsituaties. Er zijn 3 soorten kanalen waarlangs het geld naar ontwikkelingslanden gaat. Multilaterale kanaal ( wordt door internationale organisaties verstrekt) Particuliere kanaal ( van uit de ontwikkelingsbegroting worden Nederlandse particuliere organisaties, vakbonden en zelfs politieke partijen gesubsidieerd om projecten en organisaties in ontwikkelingslanden te steunen Bilaterale kanaal ( de hulp van overheid tot overheid, dit geld gaat naar landen die aan een aantal criteria moeten voldoen: - Behoren tot de armste ontwikkelingslanden.(bnp per hoofd) - Enige mate van goed bestuur hebben. - Sociaaleconomisch beleid moet zo goed zijn dat hulp ten goede kan komen aan een groot deel van de bevolking. - Speciale categorie landen voor ontwikkelingshulp: fragiele staten = landen die net uit een oorlog komen of waar nog veel geweld is. (hoort bij bilaterale hulp) 2 Geschiedenis van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking Begin van de hulp( 1945-1972) voor multilaterale hulp, jaren 50 roep om ontwikkelingshulp werd groter. Ook bedrijven gingen meedoen door directe bilaterale hulp te geven. 3 Heeft hulp zin? Hulp heeft zin want: In sommige landen is er economische bloei geweest door hulp. Ontwikkelingshulp is een steuntje in de rug, verder moeten de landen het zelf doen. Hulp heeft geen zin want: Hulp maakt onzelfstandig ( De ontwikkelingslanden blijven leunen op het geld, en zullen zelf nooit leren hoe het moet) Geld aan de strijkstok ( van alle ontwikkelingshulp die gegeven wordt komt slechts een deel terecht bij de mensen Pagina 6 van 7
die het echt nodig hebben. Dat komt omdat veel ontwikkelingsorganisaties het geld gebruiken voor henzelf, salarissen, reclame, enz. En een deel van het geld verdwijnt in de zakken van corrupte politici en ambtenaren in de ontwik. landen. Pagina 7 van 7