De termen HIV, Aids en Seropositief worden nogal eens door elkaar gebruikt. Toch zijn het niet dezelfde dingen.

Transcriptie

1 Spreekbeurt door een scholier 1684 woorden 22 november keer beoordeeld Vak Nederlands Dit is een condoom, als je die niet gebruikt bij het vrijen kun je seksueel overdraagbare aandoeningen oplopen. Een van die aandoeningen is aids, en daar ga ik nu mijn spreekbeurt over houden. 1. Is HIV het zelfde als Aids? De termen HIV, Aids en Seropositief worden nogal eens door elkaar gebruikt. Toch zijn het niet dezelfde dingen. HIV is de naam van het virus dat Aids veroorzaakt. Je kan geïnfecteerd worden met het HIV-virus. Het virus dringt dan je lichaam binnen en begint je afweersysteem kapot te maken. Iemand met het HIV-virus noem je HIV-geïnfecteerd of seropositief. Je hoeft je dan nog niet ziek te voelen en je hebt dan ook nog geen Aids. (Als je seropositief bent kan je je wel wat vaker slap of moe voelen.) Aids heb je pas wanneer het HIV-virus je afweersysteem zo erg heeft beschadigd dat het je niet meer kan beschermen en je echt ziek wordt. Hoe lang het duurt voordat je Aids krijgt, verschilt van persoon tot persoon. Zonder medicijnen duurt het gemiddeld een jaar of 10. Maar met medicijnen kan het veel en veel langer duren. Er zijn een paar ziektes die vrij veel Aids patiënten krijgen, zoals luchtweginfecties, diarree en huidkanker 2. Wat is seropositief? Seropositief betekent dat je bij een bloedtest kan zien dat het HIV-virus in je bloed zit. Je lichaam maakt namelijk antistoffen aan tegen het virus en die zijn zichtbaar. Dat noem je HIV-seropositief of seropositief. Positief betekent in dit geval dat het lichaam in een bloedtest een positieve, duidelijke reactie laat zien op het HIV-virus. Het toont dus aan dat het virus in je lichaam zit. Wanneer kan je een test doen? Mensen die denken dat ze misschien met het HIV-virus besmet zijn, kunnen een test doen. Dat kan alleen pas na een half jaar. Pas dan kan je zien of het HIV-virus in je bloed zit. Dat komt omdat de incubatietijd van het virus 6 maanden is. Pagina 1 van 5

2 3. Hoe is het HIV-virus is overdraagbaar 1 via bloed-bloed contact 2 via seksueel contact 3 van een moeder op een nog ongeboren of pas-geboren kind Bloed-bloed contact Het meest bekend is waarschijnlijk de besmetting via bloed. Nu gebeurt dat meestal niet bij een kleine beetje bloed (sneetje) maar pas er echt een flinke hoeveelheid bloed met het HIV-virus in jouw bloed terecht komt. Uit onderzoek blijkt dat je pas geïnfecteerd raakt als je met een grote hoeveelheid bloed in aanraking komt. Toch nemen veel mensen geen risico's en dat is ook verstandig. Tandartsen en artsen bijvoorbeeld dragen dunne plastic handschoenen tijdens hun werk. Op die manier komen ze niet in aanraking met bloed van andere mensen. Vroeger gebeurde dat vaak tijdens bloedtransfusies. Dat kwam omdat men toen nog niet wist dat het HIVvirus bestond en dat het in bloed zat. Mensen die geopereerd werden, kregen soms bloed van een seropositieve donor en werden daardoor zelf ook besmet. Vooral mensen die vaak donorbloed nodig hadden hebben op deze manier het HIV-virus gekregen. Drugsverslaafde mensen lopen ook een risico om het HIV-virus op te lopen. Ze gebruiken voor het inspuiten van drugs vaak naalden van elkaar. Het virus kan via die naalden van de een naar de ander worden overgedragen Tegenwoordig testen ze donorbloed heel erg goed en krijgt er niemand bloed waar het HIV-virus in zit. Ten minste, dat geldt voor Europa. Want niet overal op de wereld wordt donorbloed op HIV getest... Seksueel contact Je kan het HIV-virus ook oplopen door met iemand te vrijen die geïnfecteerd is. Het virus zit namelijk ook in vaginaal vocht en sperma. Als twee mensen met elkaar vrijen en één van hun is seropositief, dan kan de andere persoon het virus ook krijgen. En omdat je aan de buitenkant niet kan zien of iemand het HIV-virus bij zich draagt is veilig vrijen, dus met een condoom, heel erg belangrijk. Van moeder op kind Jammer genoeg weten veel moeders niet dat ze seropositief zijn. Ze krijgen dan tijdens hun zwangerschap geen medicijnen, geen keizersnee en geven hun kind misschien wel borstvoeding. De kans dat het kind het HIV-virus ook heeft is dan %. Pagina 2 van 5

3 Kleine kinderen kunnen ook besmet worden met het HIV-virus. Dit gebeurt meestal via hun seropositieve moeder. Als een geïnfecteerde vrouw zwanger is, kan zij het HIV-virus overdragen op haar baby. Dit gebeurt al als de baby nog in de buik zit. Het kan ook zijn dat de baby het virus in de buik niet oploopt, maar tijdens de bevalling. Na de geboorte is er nog een risico om geïnfecteerd te worden omdat het virus ook in moedermelk zit. Als een moeder weet dat ze het HIV-virus draagt, kan ze speciale medicijnen krijgen als ze zwanger is. Deze medicijnen verkleinen de kans dat het kind in de buik het virus oploopt. Het kindje wordt dan ook met een keizersnee geboren en krijgt na de bevalling geen borstvoeding. Op die manier is de kans groot dat het kindje het virus niet krijgt. (de kans dat het kindje het virus wel krijgt is dan kleiner dan 5%) 4. MEDICIJNEN De medicijnen die HIV-patienten krijgen heten HIV-remmers. Het zijn medicijnen die het HIV-virus als het ware een klap op z'n kop geven. Daardoor raakt het virus een tijdje 'buiten westen' en kan het niet zoveel schade aanrichten. Helaas verdwijnt het virus niet met deze medicijnen. Het HIV-virus is een heel slim virus en verstopt zich op plaatsen waar de HIV-remmers niet bij kunnen. Seropositieve mensen moeten hun medicijnen elke dag innemen. Want op het moment dat de medicijnen wegblijven komt het HIV-virus meteen weer tevoorschijn Uiteindelijk is het HIV-virus de medicijnen vaak te slim af. De medicijnen kunnen het virus alleen proberen tegen te werken, te remmen. Vandaar de naam: HIV-remmers. Seropositieve mensen krijgen meestal een combinatie van verschillende HIV-remmers. (dit wordt ook wel een coctail genoemd) Daarmee wordt het virus in elk geval op veel verschillende manieren tegen gewerkt. En ondertussen zijn er op de hele wereld natuurlijk veel onderzoekers bezig de medicijnen nóg beter te maken. Met zoveel medicijnen heb je ook kans op bijwerkingen. Diarree of hoofdpijn bijvoorbeeld. Als je daar dan ook weer medicijnen tegen krijgt zit je soms wel op 20 pillen per dag! Het is erg moeilijk om te zeggen dat je HIV-geïnfecteerd bent of Aids hebt. Mensen dragen het vaak als een groot geheim met zich mee. In Nederlands wonen zeker mensen die seropositief zijn. Waarschijnlijk nog wel meer omdat een groot aantal mensen niet weet dat het seropositief is. Dat is ook niet zo raar want je kan het aan de buitenkant van iemand niet zien. Het nieuws dat iemand het HIV-virus heeft, komt daarom vaak als een verrassing voor de omgeving. Seropositieve mensen in arme landen hebben niet zo'n goed vooruitzicht. medicijnen niet kunnen betalen. En er is ook niet genoeg geld om mensen te waarschuwen voor Aids. Pagina 3 van 5

4 Nederland telt ongeveer mensen met het HIV-virus. Er zijn in Nederland ongeveer 120 kinderen met Aids Het beste medicijn tegen Aids is: zorgen dat je het niet krijgt. Goede voorlichting is dus heel erg belangrijk. Als je weet hoe je besmet kunt raken met het HIV-virus, weet je ook hoe je het kan voorkomen; Je moet voorzichtig zijn met bloed en altijd veilig vrijen. Op de televisie zie je daar wel eens spotjes over. En ook op scholen wordt uitgelegd wat HIV en Aids is. Daardoor weten de meeste mensen in Europa en Noord- Amerika ondertussen wel wat je moet doen om het HIV-virus niet te krijgen. Toch zijn er nog altijd mensen die onveilig vrijen en zo geïnfecteerd raken. Wereldwijd zijn er mensen die het HIV-virus bij zich dragen. Moet je na gaan; dat is 2 keer zoveel mensen als er in Nederland wonen. En elke dag komen daar nog eens nieuwe gevallen bij. In Afrika, Latijns Amerika en Zuidoost-Azië is nog veel voorlichting nodig. Veel mensen weten nog niet precies wat Aids is en hoe je het kan krijgen. Maar voorlichting kost geld en dat is er meestal niet. Soms weten mensen wel dat ze veilig moeten vrijen, maar zijn ze te arm om condooms te kopen. Daarnaast vinden mensen het nog altijd moeilijk om over seks te praten. In Zuid-Afrika is een kwart van de bevolking geïnfecteerd met het HIV-virus. Zonder medicijnen hebben ze een veel grotere kans om ziek te worden. Als ze eenmaal Aids hebben is er ook geen geld om ze goed te verzorgen. Als je te horen krijgt dat je seropositief bent, weet je niet wat je in de toekomst te wachten staat. Misschien word je ziek, maar misschien ook niet. Het is in elk geval zeker dat je vaak naar het ziekenhuis moet om te kijken hoe het met je bloed is. En dat je de rest van je leven veel medicijnen moet slikken om het HIV-virus zoveel mogelijk tegen te houden. Dat moet ook als je je gezond voelt, want zodra je stopt met de medicijnen wordt het virus meteen weer actief. TENSLOTTE Wereld Aids Dag Elk jaar op 1 december is het Wereld Aids Dag. Op die dag vragen mensen met HIV en/of Aids, organisaties, artsen enz. aandacht voor de Aids-problemen in de wereld. Er worden die dag acties gehouden om geld in te zamelen en voorlichting te geven. Ook zijn er congressen waar onderzoekers met elkaar praten over bv de medicijnen tegen HIV en Aids. Op die manier probeert men er voor te zorgen dat nog meer mensen weten wat Aids is en dat er wordt samen gewerkt in de strijd tegen Aids. Het Aids Fonds Het Aids Fonds probeert een actieve bijdrage te leveren aan de strijd tegen aids en aan de ondersteuning Pagina 4 van 5

5 van mensen met hiv/aids. Stop Aids Now STOP AIDS NOW! Is een initiatief van Aids Fonds, HIVOS, ICCO, MEMISA en NOVIB. Deze organisaties hebben zich verenigd in de strijd tegen Aids. Kijk ook op Hiv vereniging nederland Op de vind je nog meer links naar sites over Aids en HIV De Aids-infolijn kom je op een site van het gemeente archief van Amsterdam waarin veel informatie over Aids te vinden is De Aids-infolijn is een landelijke informatietelefoon voor iedereen met vragen over HIV en Aids. De lijn is 24 uur per dag en 7 dagen in de week geopend voor informatie. Van maandag tot en met vrijdag, van uur zijn de medewerkers bereikbaar voor een persoonlijk gesprek. Pagina 5 van 5