Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Docent: Prof. Mr. Fons Stollenwerck Dag 1: Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen 28 867 Ingediend TK op 7 mei 2003 amendementen en aangenomen TK 18 september 2008 Gewijzigd voorstel van wet ingediend 18 september 2008 EK na motie stemming aangehouden voor nader onderzoek Commissie Neleman/Nuytinck : advies 18 juli 2010 Brief staatssecretaris aan EK 24 februari 2011 Voorstel : geen novelle, maar reparatiewet EK neemt op 5 april 2011 wetsvoorstel 28 867 aan Wettelijke gemeenschap van goederen Reparatiewetsvoorstel 32 870 Ondermeer bestuursbepalingen aangepast Aangenomen TK 5 oktober 2011 Aangenomen EK 27 oktober 2011 Wetsvoorstellen 28 867 en 32 870 zijn op 1 januari 2012 in werking getreden Overgangsrecht in 28 867 : artikel V 2013, Estate Planning College 1
Hoofdlijnen Derde tranche Informatie regeling (art. 1:83 BW) Invoering algemene regeling vergoedingsvorderingen (art. 1:87: hoofdregel beleggingsleer). Ook bij huwelijksgemeenschap. Nieuwe bestuursregeling (art. 1:97). Omvang wettelijke gemeenschap van goederen blijft ongewijzigd. Uitbreiding aansprakelijkheid en beperking verhaal schuldeisers na ontbinding (art. 1:102). Vervroeging tijdstip ontbinding bij echtscheiding (art. 1:99). Hoofdlijnen Derde Tranche Vervallen wettelijke beperkte gemeenschappen (W&V en V&I) Afschaffen rechterlijke goedkeuring hvw staande huwelijk Verbeterde zaaksvervangingsregeling in art. 1:95 BW Omvang huwelijksgemeenschap Art.: 1:94 BW : boedelmenging van rechtswege Gemeenschap omvat alle goederen en schulden, ook de voorhuwelijkse (aanbrengsten) tenzij bij uiterste wilsbeschikking of gift anders is bepaald m.u.v. vruchtgebruik ex art. 4:29 en 30 BW m.u.v. verknochte goederen en schulden m.u.v. pensioenrechten 2013, Estate Planning College 2
Omvang huwelijksgemeenschap Zaaksvervanging bepaalt mede de omvang van de huwelijksgemeenschap, evenals vergoedingsrecht Art.1:95 BW : vernieuwde zaaksvervangingsregeling Vergoedingsrecht van echtgenoot of van gemeenschap : hoofdregel beleggingsleer art.1:87 BW Omvang Huwelijksgemeenschap Het beloop van de vergoeding beleggingsleer of nominaliteitsleer - wordt bepaald overeenkomstig artikel 1:87 lid 2 en 3 (idem art.1:95 en 96 BW) Nominaliteitsleer/Beleggin gsleer HR 12 juni 1987,NJ 1988,150 (Kriek/Smit) ; vergoedingsvordering nominaliteitsleer HR 15 februari 2008,NJ 2008,110 : uitzondering op nominaliteit mogelijk op grond van redelijkheid en billijkheid Vanaf 1 januari 2012 : beleggingsleer in artt.1:87, 95 en 96 BW Overgangsrecht V lid 1 vergoedingsvorderingen ontstaan na 1 januari 2012 2013, Estate Planning College 3
Zaaksvervanging Art. 1:95 BW nieuw : vergoedingsrecht of goederenrechtelijke werking vergoeding waarde naar rato financiering idem m.b.t. gemeenschapsgoederen meer dan 50 % uit privé = privé 50 % of meer uit gemeenschap = gemeenschap vergoedingsrecht berekend conform art. 1:87 nieuw BW HR 5 oktober 2007, LJN BA 6756 Vervroegd tijdstip ontbinding Einde van de boedelmenging;probleem vaststellen tijdstip Afstand van de gemeenschap binnen 3 maanden na datum indiening verzoekschrift tot echtscheiding; Boek 3 titel 7 BW is van toepassing op de ontbonden huwelijksgemeenschap; Let op; ondanks dat de huwelijksgoederengemeenschap is ontbonden blijft titel 6 van toepassing. Denk aan de kosten van de huishouding. Voorlopige voorzieningen en kosten van de huishouding. Beleggingsleer Art.1:87 (titel 6) geldt ongeacht het huwelijksgoederenregime Voor de huwelijksgemeenschap wordt de beleggingsleer van toepassing door de artt.1:95 en 96 Het gaat dan om vermogensverschuiving tussen het privévermogen van een echtgenoot en de huwelijksgemeenschap 2013, Estate Planning College 4
Beleggingsleer Onderscheiden :(i) direct investeren in het vermogen van een echtgenoot of de huwelijksgemeenschap (art.1:87 lid 2 letter a): Financieren (meebetalen) van de verkrijging van het goed en/of van de verbouwing Beleggingsleer (ii) indirect investeren (art.1:87 lid 2 letter a en b) : Aflossing van de schuld uit hoofde financiering verkrijging goed en/of van verbouwing Beleggingsleer Art.1:87 lid 3 zonder toestemming andere echtgenoot : bodem nominaliteit Verbruiksgoederen zoals auto,caravan : nominaal Afwijken bij overeenkomst art.1:87 lid 4 BW 2013, Estate Planning College 5
Gemeenschapsschulden Aansprakelijkheid tijdens huwelijk Hoofdelijke aansprakelijkheid gewone gang-schulden (art.1:85 BW) Draagplicht tijdens huwelijk/verhaalsaansprakelijkheid Fourneerplicht kosten huishouding (art.1:84 en 81) Uitbreiding aansprakelijkheid na ontbinding huwelijksgemeenschap (art.1:102 BW) Beperking draagplicht na ontbinding huwelijksgemeenschap (art.1:102 BW) Gemeenschapsschulden Afstand (art.1:103 e.v. BW) Gemeenschapsschulden kunnen niet worden verdeeld Zaaksvervanging art.1:102 BW) Opheffing gemeenschap art. 1:109 BW Hof Amsterdam 19 april 2011 LJN BQ5779 : opheffing omdat man geen inlichtingen verstrekte over de gemeenschap Schulden bij gemeenschap van goederen, art. 1:94 In beginsel zijn alle schulden gemeenschapsschulden, tenzij Tenzij verknochte schulden. Bijvoorbeeld schulden uit schenkbelasting of erfbelasting bij goederen die onder uitsluitingsclausule zijn verkregen Codificatie in art.1:94 lid 5 Verhaal schuldeiser art.1:96 BW 2013, Estate Planning College 6
Reprise en recompense = vergoedingsrechten HR 4 mei 2007 LJN AZ7904 en HR 19 oktober 2012 LJN BX5576 : reprise jegens gemeenschap Art.1:96 lid 3 BW : reprise Art.1:96 lid 4 BW : recompense Uitsluitingsclausule Bepaalt mede omvang huwelijksgemeenschap Vorm van de uitsluitingsclausule HR 12 april 1967 NJ 1967,383 Vruchten uitgesloten goed vallen in gemeenschap, tenzij vruchten ook uitgesloten Hof s-gravenhage 7 april 2010 LJN BM4387 UItsluitingsclausule Wet 28 867: vruchten van uitgesloten goed dus ook van verkocht goed vallen buiten gemeenschap (art.1:94 lid 4) Overgangsrecht : onmiddellijke werking /tweedeling! 2013, Estate Planning College 7
Huwelijk/Geregistreerd partnerschap vorm uitsluitingsclausule (HR 12 april 1967, NJ 1967, 383) zwakke uitsluitingsclausule (verrekening) zwakke uitsluitingsclausule + tweetrapsmaking (versterken vs. verzwakken) zwakke uitsluitingsclausule + art. 1:133 lid 2 BW (tegenstrijdigheid?) Verknochtheid Bepaalt mede omvang en/of waarde huwelijksgemeenschap Criterium: De aard van het goed, zoals deze aard mede door maatschappelijke opvattingen wordt bepaald. Basisarrest HR 23 december 1988, NJ 1989, 700 (aanspraak toekomstige termijnen invaliditeitspensioen) HR belastingschuld niet verknocht,hr 26 februari 2010 LJN BK1519 Wet 28 867 uitbreiding regeling verknochte schulden (art.1:94 lid 5) Leer van de voortgezette verknochtheid - HR 26 september 2008 NJ 2009,40 : geen voortzetting verknochtheid. Het gaat om de eigen verknochtheid van het goed. -HR 30 maart 2012 LJN BV1749 : enkele feit dat het voorhuwelijkse schulden betreft waarover de de echtgenoot geen verantwoording aflegt is geen reden voor verknochtheid -In zeer uitzonderlijke gevallen kan op grond van redelijkheid en billijkheid daarvan worden afgeweken 2013, Estate Planning College 8
Bestuursregeling art.1:97 BW In reparatiewet uitbreiding: Ook goederen krachtens erfrecht of gift verkregen staan onder uitsluitend bestuur (privatief) verkrijgende echtgenoot Niet op naam of geen erfrechtelijke verkrijging/gift facultatief bestuur Vermogensoverheveling en relatievormen huwelijk, waaronder begrepen geregistreerd partnerschap samenwonen/samenlevingsovereenkomst : Geen gebonden gemeenschap, alleen eenvoudige of vrije gemeenschap uit hoofde van gezamenlijke verkrijging Huwelijk/Geregistreerd partnerschap nadelen algehele gemeenschap van goederen: risico (zaaks)crediteuren echtscheiding art. 13 Sw: overlijdensrisicoverzekering uitkering belast HR 15 maart 2013 LJN BY0548 : gp voor 1 dag is wetsontduiking,fraus legis 2013, Estate Planning College 9
Huwelijk/Geregistreerd partnerschap Oplossingen: uitsluiting goederenrechtelijke gemeenschap verrekenbedingen: periodiek en finaal verzekeringnemer is begunstigde (premieschenkingsarrest) verrekenbeding alleen bij ontbinding door overlijden Huwelijk/Geregistreerd partnerschap verrekenbedingen/fiscaal onderscheid: verplicht eenzijdig facultatief eenzijdig verplicht wederkerig facultatief wederkerig Verrekening als het huwelijk wordt ontbonden door het overlijden van de echtgenoot die alsdan het grootste vermogen heeft. Eenzijdig of wederkerig? Huwelijk/Geregistreerd partnerschap omvang verrekenplicht begrip inkomsten wanneer verrekenen vervaltermijn, wie is daaraan gebonden? Niet-nagekomen periodiek verrekenbeding HR 8 juni 2012 LJN BV9605 en 10 juli 2009,NJ 2009,377 en HR 19 nov 2010 LJN BN8027 Voorhuwelijks vermogen 2013, Estate Planning College 10
Huwelijkse voorwaarden Staande huwelijk geen goedkeuring meer van rechtbank opheffen huwelijkse voorwaarden: overgang uitsluiting naar algehele gemeenschap van goederen: wanneer: echtscheidingsgevaar en crediteurengevaar geweken, geen premieplicht meer (HR 19 februari 1997, BNB 1997, 122) Huwelijkse voorwaarden Echtscheiding: divorce estate planning d.m.v. huwelijkse voorwaarden zo inrichten vermogens van echtgenoten dat vermogensrechtelijke gevolgen zoveel mogelijk overeenkomstig wensen echtgenoten Overgang naar agvg HR 28 januari 1959, NJ 1959, 171 (risicocriterium) HR 17 maart 1971, NJ 1972, 136 (korte tijd) besluit staatssecretaris van Financiën 14 oktober 2008 (CPP 2008/1426M, Stcrt. nr. 207),bevestigd in verzamelbesluit 5 juli 2010 nr. DGB2010/872M ook overgang van uitsluiting naar finaal wederkerig verrekenbeding (= economisch agvg) 2013, Estate Planning College 11
Overgang naar beperkte gemeenschap schenkbelasting? risicocriterium natuurlijke verbintenis (HR 1 oktober 2004, NJ 2005, 1): onverplichte vermogensoverheveling tijdens huwelijk is eerste objectieve aanwijzing naar voldoening aan natuurlijke verbintenis,idem Hof s- Gravenhage 16 juni 2010 LJN BM9932 staatssecretaris: kan zijn natuurlijke verbintenis Alternatieven? voorwaardelijke gemeenschap van goederen (HR 21 januari 1944, NJ 1944, 45/120, eerste conversiearrest) huwelijksgemeenschap met aanbrengsten huwelijksgemeenschap met ongelijke aandelen (art. 1:100 BW) contrair gedrag met huwelijkse voorwaarden (HR 18 juni 2004, NJ 2004, 399, contrair gedrag aantonen bij betwisting HR 31 maart 2009, JPF 2009, 145 Verrekenbedingen en erfbelasting facultatief eenzijdig: HR 22 april 1981, BNB 1981, 159 (art. 9 lid 1 oud Sw) verplicht eenzijdig: HR 9 mei 1984, BNB 1984, 210 (art. 9 lid 1 oud Sw = art. 11 lid 3 nieuw Sw) verplicht wederkerig: HR 27 juni 1990, BNB 1990, 255 (art. 7 oud Sw = art. 11 lid 4 nieuw Sw) facultatief wederkerig: HR 16 maart 1993, BNB 1994, 180 2013, Estate Planning College 12
Verbintenisrechtelijke gemeenschap Art. 1:141 lid 1 BW : periodiek wordt finaal Art. 1:141 lid 2 BW : Verrekenplicht afwijken peildatum Art. 1:141 lid 3 BW : bewijsvermoeden : alles tenzij redelijkheid en billijkheid en aard en omvang verrekenplicht Verbintenisrechtelijke gemeenschap NB : periodiek verrekenbeding kan niet slaan op voorhuwelijkse vermogen, want dat kan geen herbelegging zijn van overgespaarde niet gedeelde inkomsten Vast criterium van de HR (expliciet in HR 10 juli 2009 NJ 2009,377) herbelegging van overgespaarde niet gedeelde inkomsten Verbintenisrechtelijke gemeenschap Schulden worden niet in de verrekening meegenomen Uitgekeerde maar niet verrekende ondernemingswinsten bijvoorbeeld herbelegd in aandelen valt onder lid 3 Opgepotte winsten zijn winsten die niet uitgekeerd zijn maar uitgekeerd hadden kunnen worden 2013, Estate Planning College 13
Te verrekenen vermogen Artikel 1: 141 lid 3 BW Indien bij het einde van het huwelijk aan een bij huwelijkse voorwaarden overeengekomen periodieke verrekenplicht niet is voldaan, wordt het alsdan aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid in het licht van de aard en omvang van de verrekenplicht anders voortvloeit. Omgezet periodiek verrekenbeding HR 8 juni 2012 LJN BV9605 Aandelen (40) in holding man zijn volgestort met overgespaarde maar ongedeeld gebleven inkomsten (1986: NLG 35.000,-) De vermogensvermeerdering die is ontstaan door belegging van hetgeen uit de inkomsten is bespaard maar ongedeeld is gebleven, moet in de verrekening worden betrokken Tenzij-clausule art.1:141 lid 3 BW Omstandigheid dat waardestijging voornamelijk is teweeggebracht door arbeidsinspanning en ondernemerskwaliteiten van de man (en zijn zakenpartner) geeft geen aanleiding het bewijsvermoeden van art.1:141 lid 3 met een beroep op de tenzij-clausule buiten toepassing te laten Bewijsvermoeden slaat alleen op vraag waarmee zijn de aandelen gefinancierd Strikte uitleg beleggingsleer 2013, Estate Planning College 14
Ondernemingswinsten Artikel 1:141 lid 4 BW Indien een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winsten van een niet op zijn naam uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komen en een verrekenbeding is overeengekomen dat ook ondernemingswinsten omvat, worden de niet uitgekeerde winsten uit zodanige onderneming, voor zover in het maatschappelijk verkeer als redelijk beschouwd, eveneens in aanmerking genomen bij de vaststelling van de verrekenplicht van die echtgenoten Verbintenisrechtelijke gemeenschap Uitgekeerde winsten die zijn herbelegd in de onderneming leiden tot verrekening, omdat de verrekenplichtige echtgenoot die heeft herbelegd mede ten behoeve van de verrekengerechtigde echtgenoot en spreken van verrekening van overgespaarde niet verdeelde inkomsten die op de voet van artikel 1:141 lid 1 zijn herbelegd in ondernemingsvermogen, bijvoorbeeld aandelen Samenwoners Hof Amsterdam 2 september 2008, LJN BG 3585: geen goederenrechtelijke gemeenschap tussen samenwoners slechts eenvoudige gemeenschap (art. 3:194 BW) Let op altijd vrije of eenvoudige gemeenschap = Boek 3 gemeenschap Na einde sok gelden regels van titel gemeenschap van boek 3 BW 2013, Estate Planning College 15
Samenwoners verrekenen waardestijging woning van 1 van de samenwoners: samenlevingscontract afzonderlijke overeenkomst meerwaardeclausule (CPP 12 juli 2002) geen economische eigendomsoverdracht Samenwoners verblijvingsbeding in samenlevingsovereenkomst m.b.t. gemeenschappelijke goederen fictiebepaling art. 11 lid 2 Sw nieuw: erfrechtelijke verkrijging art. 11 lid 5 Sw geldt alleen indien de samenwoners kwalificeren als partner in de zin van art. 1 a Sw 2013, Estate Planning College 16