Jouw schuld, mijn schuld?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jouw schuld, mijn schuld?"

Transcriptie

1 TILBURG UNIVERSITY Jouw schuld, mijn schuld? Een onderzoek naar de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers en de draagplicht van schulden in een huwelijksgoederengemeenschap Naam: Eva Jongenelen ANR: Begeleider: mr. M.P. Verdonk Tweede lezer: prof. mr. R.M. Wibier 1

2 Inhoud Inleiding 4 1. Hoe worden de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd tegen privéschuldeisers van de andere echtgenoot en gemeenschapsschuldeisers in de huwelijksgoederengemeenschap? Wanneer is sprake van een huwelijksgoederengemeenschap? Welke goederen behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap en welke goederen zijn privé? Wanneer behoort een schuld tot de huwelijksgoederengemeenschap en wanneer is sprake van een privéschuld van een van de echtgenoten? Wie van de echtgenoten is aansprakelijk voor privé- en gemeenschapsschulden? Privéschulden Gemeenschapsschulden Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers in de huwelijksgoederengemeenschap? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld niet tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een privéschuld van een van de echtgenoten? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een gemeenschapsschuld? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuldenaar echtgenoot failliet gaat? Zijn de goederen van de huwelijksgoederengemeenschap afgescheiden ten behoeve van een bepaalde groep schuldeisers? Hoe worden schulden in de huwelijksgoederengemeenschap intern door echtgenoten gedragen? Bestaat er een vergoedingsplicht wanneer een privéschuld uit gemeenschapsvermogen wordt voldaan? Bestaat er een vergoedingsrecht wanneer een gemeenschapsschuld uit privévermogen wordt voldaan? Hoe worden de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd tegen privéschuldeisers van de andere echtgenoot en gemeenschapsschuldeisers in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? Wanneer is sprake van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? Welke goederen behoren tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en welke goederen zijn privé? Wanneer behoort een schuld tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en wanneer is sprake van een privéschuld van een van de echtgenoten? Wie van de echtgenoten is aansprakelijk voor privé- en gemeenschapsschulden? Privéschulden Gemeenschapsschulden 19 2

3 2.5 Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld niet tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een privéschuld van een van de echtgenoten? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een gemeenschapsschuld? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuldenaar echtgenoot failliet gaat? Zijn de goederen van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap afgescheiden ten behoeve van een bepaalde groep schuldeisers? Hoe worden schulden in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap intern door echtgenoten gedragen? Bestaat er een vergoedingsplicht wanneer een privéschuld uit gemeenschapsvermogen wordt voldaan? Bestaat er een vergoedingsrecht wanneer een gemeenschapsschuld uit privévermogen wordt voldaan? 24 Conclusie 27 Huwelijksgoederengemeenschap 27 Ontbonden huwelijksgoederengemeenschap 27 Literatuurlijst 29 3

4 Inleiding Wanneer men in Nederland een huwelijk sluit, treedt de gemeenschap van goederen ingevolge artikel 1:94 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) van rechtswege in, tenzij voorafgaande aan het huwelijk huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen. Het trouwen in gemeenschap van goederen heeft vergaande gevolgen voor de echtgenoten. Zo kan de ene echtgenoot te maken krijgen met schuldeisers met een vordering die verband houdt met een schuld die door de andere echtgenoot is aangegaan. 1 Wat als deze schuldeisers hun vordering willen verhalen, kunnen dan ook de goederen van de echtgenoot wie de schuld niet aanging worden uitgewonnen of wordt deze echtgenoot beschermd? De meeste echtparen in Nederland zullen in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, nu de gemeenschap van goederen van rechtswege intreedt wanneer men een huwelijk sluit. Veel echtgenoten kunnen dus te maken krijgen met schuldeisers van de andere echtgenoot. Het is daarom interessant om te onderzoeken of er beschermende wetsbepalingen zijn voor de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan, wanneer schuldeisers van de andere echtgenoot hun vordering willen verhalen. Daarom luidt de onderzoeksvraag van deze scriptie: Hoe worden de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd tegen (a) privéschuldeisers van de andere echtgenoot en (b) gemeenschapsschuldeisers in zowel de gewone als ontbonden huwelijksgoederengemeenschap?. Met bescherming denk ik aan de volgende mogelijkheden: beperking van de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers door de wet, verzet van de echtgenoot wie de schuld niet aanging tegen verhaal door schuldeisers van de andere echtgenoot of een interne verhaalsmogelijkheid van echtgenoten op elkaar voor schulden die zij niet zelf aangingen. Ik ga in dit onderzoek uit van de gemeenschap van goederen waarin niet bij huwelijkse voorwaarden is afgeweken. Omdat men zowel tijdens het bestaan van de huwelijksgoederengemeenschap als na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap te maken kan krijgen met schuldeisers, maak ik een onderscheid tussen de niet ontbonden en de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Ik onderzoek daarbij ook wat er in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap verandert ten opzichte van de niet ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Deze scriptie is opgebouwd uit twee hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk komt de niet ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan bod. In het tweede hoofdstuk komt de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan bod. Wanneer sprake is van beide soorten gemeenschappen wordt in paragraaf 1 van ieder hoofdstuk besproken. Vervolgens wordt in de tweede en derde paragraaf van ieder hoofdstuk besproken wanneer sprake is van privéen gemeenschapsgoederen en wanneer sprake is van privé- en gemeenschapsschulden. Om vervolgens tot een beantwoording van de onderzoeksvraag te komen bespreek ik in paragraaf 4, 5, en 6 wie aansprakelijk is voor schulden, wat de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers zijn en hoe echtgenoten schulden intern dragen. Ik maak daarbij telkens onderscheid tussen privé- en gemeenschapsschulden. Na bespreking van de verschillende onderwerpen kan ik tot slot concluderen hoe de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd worden tegen privéschuldeisers van de 1 De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p

5 andere echtgenoot en gemeenschapsschuldeisers, in zowel de gewone als ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. 5

6 1. Hoe worden de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd tegen privéschuldeisers van de andere echtgenoot en gemeenschapsschuldeisers in de huwelijksgoederengemeenschap? 1.1 Wanneer is sprake van een huwelijksgoederengemeenschap? Met huwelijksgoederengemeenschap wordt hier bedoeld de niet ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Op deze huwelijksgoederengemeenschap zijn de bepalingen van afdeling 1 en 2 van titel 1.7 BW van toepassing. 2 Ingevolge artikel 1:94 lid 1 BW ontstaat van rechtswege een gemeenschap van goederen door en vanaf het moment van voltrekking van het huwelijk. Echtgenoten kunnen hier enkel van afwijken door het sluiten van huwelijkse voorwaarden ingevolge artikel 1:93 BW. 3 In deze scriptie ga ik echter uit van de huwelijksgoederengemeenschap waarin een wettelijke gemeenschap van goederen bestaat en waarvan niet is afgeweken bij huwelijkse voorwaarden. De huwelijksgoederengemeenschap is een rechtsbetrekking tussen de echtgenoten waardoor de vermogens van beide echtgenoten tot één gemeenschappelijk vermogen worden samengesmolten. Er is sprake van boedelmenging zoals bedoeld in artikel 3:80 lid 2 BW, waardoor geen levering van de goederen van beide echtgenoten aan elkaar is vereist. 4 De werking van de huwelijksgoederengemeenschap eindigt doordat zij wordt ontbonden. De huwelijksgoederengemeenschap bestaat dus vanaf de sluiting van het huwelijk tot het moment van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap. Artikel 1:99 BW noemt de mogelijkheden waardoor de huwelijksgoederengemeenschap van rechtswege wordt ontbonden. 5 Allereerst wordt de huwelijksgoederengemeenschap ingevolge artikel 1:99 lid 1 sub a en b BW ontbonden in geval van beëindiging van het huwelijk door overlijden van een van de echtgenoten of door echtscheiding. De huwelijksgoederengemeenschap wordt ontbonden op het tijdstip van overlijden of op het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding. Ook wordt de huwelijksgoederengemeenschap ingevolge artikel 1:99 lid 1 sub c BW ontbonden door scheiding van tafel en bed, op het tijdstip van indiening van het verzoek tot scheiding van tafel en bed. 6 Daarnaast wordt de huwelijksgoederengemeenschap ingevolge artikel 1:99 lid 1 sub d BW ontbonden in geval van opheffing van de gemeenschap door een beschikking, op het tijdstip van indiening van het verzoek tot opheffing van de gemeenschap. Een echtgenoot kan hierom ingevolge artikel 1:109 BW slechts zelfstandig verzoeken wanneer de andere echtgenoot zich op financieel terrein onverantwoord gedraagt. Er is bijvoorbeeld sprake van 2 Van Mourik 2009, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Van Mourik en Verstappen 2006, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p

7 financieel onverantwoord gedrag wanneer de andere echtgenoot roekeloos schulden maakt of de goederen van de gemeenschap verspilt. 7 Ingevolge artikel 1:99 lid 1 sub f BW wordt de huwelijksgoederengemeenschap ook ontbonden doordat een echtgenoot, waarvan de andere echtgenoot vermist is, een nieuw huwelijk of een geregistreerd partnerschap sluit. Wanneer het bestaan van de vermiste echtgenoot onzeker is, moet zijn echtgenoot de procedure van artikel 1:413 e.v. BW doorlopen. Er zal dan uiteindelijk een beschikking van een rechtsvermoeden van overlijden worden verkregen. 8 De huwelijksgoederengemeenschap wordt vervolgens ontbonden op het tijdstip waarop de beschikking in kracht van gewijsde is gegaan. 9 Vanaf dat moment geldt ingevolge artikel 1:417 lid 2 BW namelijk dat de vermiste echtgenoot, zolang er geen tegenbewijs is, overleden is. De rechtsgevolgen die het overlijden met zich meebrengt, treden dan ook in, waaronder ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap. 10 Tot slot wordt de huwelijksgoederengemeenschap ingevolge artikel 1:99 lid 1 sub g jo. 1:120 lid 1 BW ontbonden doordat echtgenoten staande het huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden overeenkomen. De huwelijksgoederengemeenschap wordt ontbonden op de dag volgend op die waarop de akte tot huwelijkse voorwaarden verleden is of op een in de akte later aangewezen tijdstip. 11 De huwelijkse voorwaarden die de echtgenoten overeenkomen mogen ingevolge artikel 1:121 lid 1 BW niet in strijd zijn met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde. Wanneer de huwelijkse voorwaarden wel in strijd zijn met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde, zijn zij ingevolge artikel 3:40 lid 1 en 2 BW nietig. Daarnaast kan bij huwelijkse voorwaarden niet worden besloten dat een van de echtgenoten een groter aandeel in de schulden zal hebben dan zijn aandeel in de goederen van de gemeenschap. 12 Ook kan in de huwelijkse voorwaarden niet worden afgeweken van rechten met betrekking tot het ouderlijk gezag en rechten die aan de langstlevende echtgenoot zijn toegekend Welke goederen behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap en welke goederen zijn privé? De huwelijksgoederengemeenschap omvat ingevolge artikel 1:94 lid 2 BW in beginsel alle goederen van beide echtgenoten. Alle goederen die de echtgenoten aanbrengen bij de aanvang van het huwelijk behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap. Ook alle goederen die de echtgenoten tijdens het huwelijk tot aan ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap verkrijgen behoren ertoe. 14 Deze goederen worden aangemerkt als gemeenschapsgoederen. 15 Dat goederen tot de 7 Art. 1:109 BW; Van Mourik en Verstappen 2006, p Art. 1:413 BW. 9 Art. 1:99 lid 1 sub f BW. 10 De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 1:99 lid 1 sub g jo. 1:120 BW; Luijten en Meijer 2005, p Art. 1:121 lid 2 BW. 13 Art. 1:121 lid 3 BW; De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 1:94 lid 2 BW. 15 Luijten en Meijer 2005, p

8 huwelijksgoederengemeenschap behoren, wil zeggen dat beide echtgenoten gezamenlijk gerechtigd zijn tot deze goederen. 16 Er bestaan uitzonderingen op de hoofdregel dat alle goederen van beide echtgenoten tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. Deze uitgezonderde goederen moeten worden aangemerkt als privégoederen van een van de echtgenoten. 17 Allereerst zijn de goederen waarvan bij uiterste wilsbeschikking van een erflater of bij gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen, ingevolge artikel 1:94 lid 2 sub a BW aan te merken als privégoederen van een echtgenoot. 18 Daarnaast behoren pensioenrechten, waarop de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing is, niet tot de huwelijksgoederengemeenschap, evenals rechten op nabestaandenpensioen die verband houden met deze pensioenrechten. Deze uitzondering is opgenomen in artikel 1:94 lid 2 sub b BW om te voorkomen dat in gevallen waarin pensioenverevening is voorgeschreven, deze pensioenrechten ook nog eens in de vermogensafrekening betrokken zouden moeten worden. 19 Ook rechten op het vestigen van vruchtgebruik, reeds gevestigd vruchtgebruik op grond van de artikelen 4:29 en 4:30 BW en hetgeen krachtens artikel 4:34 BW wordt verkregen, worden ingevolge artikel 1:94 lid 2 sub c BW aangemerkt als privégoederen van een van de echtgenoten. Het gaat daarbij om rechten van vruchtgebruik die in het kader van overlijden van de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot worden verschaft op goederen van de nalatenschap van de overleden echtgenoot. Wanneer een echtgenoot bijvoorbeeld als weduwe ingevolge artikel 4:29 BW een woning van de nalatenschap van zijn overleden echtgenoot bewoond, blijft dit recht in een nieuw huwelijk privé. De nieuwe echtgenoot van de weduwe is dan ook niet mede gerechtigd tot het recht van vruchtgebruik van de woning. 20 Naast de in artikel 1:94 lid 2 BW genoemde goederen die niet tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren, noemt artikel 1:94 lid 3 BW goederen die aan een van de echtgenoten op bijzondere wijze zijn verknocht. Deze goederen behoren slechts tot de huwelijksgoederengemeenschap voor zover de verknochtheid zich daartegen niet verzet. 21 Of een goed op bijzondere wijze aan een van de echtgenoten verknocht is en in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat het goed tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort, hangt volgens rechtspraak van de Hoge Raad af van de aard van dat goed, zoals deze mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald. 22 Zo oordeelde de Hoge Raad dat een uitkering als gevolg van het einde van een dienstbetrekking niet als verknocht is aan te merken als het gaat om de uitkering van een bedrag ineens. Deze uitkering behoort dan ook tot de huwelijksgoederengemeenschap. 23 Wanneer dezelfde uitkering echter periodiek wordt uitgekeerd maakt de Hoge Raad een 16 Van Mourik 2009, p Van Mourik 2009, p Van Mourik en Verstappen 2006, p Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 20 Burgerhart, T&C BW, commentaar op 4:29 en 4:30 BW. 21 Art. 1:94 lid 3 BW; Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 22 HR 15 februari 2008, NJ 2008, HR 22 maart 1996, NJ 1996,

9 onderscheid in aanspraken op deze uitkering in de periode voor en na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap. De aanspraken voor ontbinding behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap. De aanspraken na ontbinding zijn echter op zodanige wijze aan een echtgenoot verknocht, dat de verknochtheid zich ertegen verzet dat ze tot de huwelijksgoederengemeenschap gaan behoren. De aanspraken op de uitkering in de periode na ontbinding behoren dan ook niet tot de huwelijksgoederengemeenschap en worden aangemerkt als privégoederen van de echtgenoot aan wie wordt uitgekeerd. 24 Ook artikel 1:94 lid 4 BW noemt goederen die moeten worden aangemerkt als privégoederen van de echtgenoten. Het gaat dan om vruchten van goederen die niet tot de gemeenschap behoren, inningen op een vordering die buiten de gemeenschap valt en vorderingen die in de plaats treden van een privégoed van een echtgenoot. Met een privégoed waarvoor een vordering in de plaats treedt wordt bedoeld een goed dat onder uitsluitingsclausule is verkregen. 25 Tot slot behoort ingevolge artikel 1:95 lid 1 BW een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt niet tot de huwelijksgoederengemeenschap wanneer hij het voor meer dan de helft ten laste van zijn eigen vermogen verkregen heeft. Wanneer het goed voor een deel verkregen is uit gemeenschappelijk vermogen, is de echtgenoot tot wiens privévermogen het goed gaat behoren natuurlijk wel verplicht tot een vergoeding aan de gemeenschap. Hij vergoedt aan de huwelijksgoederengemeenschap hetgeen uit gemeenschappelijk vermogen is bijgedragen aan het verkregen privégoed. 26 In de huwelijksgoederengemeenschap zullen de meeste goederen gemeenschapsgoederen zijn, nu de hoofdregel ingevolge artikel 1:94 lid 2 BW is dat alle goederen van beide echtgenoten tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. Slechts in de besproken uitzonderingsgevallen zal sprake zijn van privégoederen van een van de echtgenoten. Wanneer er overigens tussen de echtgenoten discussie bestaat over aan wie van beiden een goed toebehoort en geen van beide echtgenoten zijn recht op het goed kan bewijzen, wordt het goed ingevolge artikel 1:94 lid 6 BW als gemeenschapsgoed aangemerkt Wanneer behoort een schuld tot de huwelijksgoederengemeenschap en wanneer is sprake van een privéschuld van een van de echtgenoten? De huwelijksgoederengemeenschap omvat ingevolge artikel 1:94 lid 5 BW in beginsel alle schulden van beide echtgenoten, ongeacht wie van beide echtgenoten de schuld is aangegaan. Zowel de schulden die voor als tijdens het bestaan van de huwelijksgoederengemeenschap zijn aangegaan behoren ertoe. Deze schulden worden aangemerkt als gemeenschapsschulden. 28 Dat schulden tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren wil zeggen dat deze schulden door beide echtgenoten intern voor de helft moeten worden gedragen HR 17 oktober 2008, NJ 2009, Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 26 Art. 1:95 lid 1 BW; Van Mourik 2009, p Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 28 Asser-De Boer 2010, p Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 9

10 Er bestaan uitzonderingen op de hoofdregel dat alle schulden van beide echtgenoten tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. Deze uitgezonderde schulden moeten worden aangemerkt als privéschulden van een van de echtgenoten. 30 Allereerst geeft artikel 1:94 lid 5 BW twee uitzonderingen op de hoofdregel dat alle schulden tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. 31 Het gaat ingevolge artikel 1:94 lid 5 sub a BW om schulden die betrekking hebben op privégoederen van een van de echtgenoten. Een voorbeeld hiervan is de schuld aan een garage door een reparatie aan een auto die onder uitsluitingsclausule door een echtgenoot is verkregen. Aangezien de auto ingevolge artikel 1:94 lid 2 sub a BW een privégoed is, is ook de schuld die eruit voortvloeit ingevolge artikel 1:94 lid 5 sub a BW een privéschuld. 32 Artikel 1:94 lid 5 sub b BW noemt daarnaast schulden uit door een van de echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen in de zin van artikel 4:126 lid 1 en 2 sub a en c BW. Deze schulden zijn ontstaan tijdens het leven van een van de echtgenoten, maar beginnen pas te werken wanneer deze echtgenoot overlijdt. Deze schulden worden ook aangemerkt als privéschulden van de echtgenoot die ze is aangegaan. 33 Naast artikel 1:94 lid 5 BW noemt artikel 1:94 lid 3 BW schulden die op bijzondere wijze aan een van de echtgenoten zijn verknocht. Deze schulden behoren slechts tot de huwelijksgoederengemeenschap voor zover de verknochtheid zich daartegen niet verzet. 34 Of een schuld op bijzondere wijze aan een van de echtgenoten is verknocht en in hoeverre die verknochtheid zich ertegen verzet dat de schuld tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort, hangt volgens rechtspraak van de Hoge Raad af van de omstandigheden van het geval, waaronder met name de aard van de schuld, zoals deze mede door de maatschappelijke opvattingen wordt bepaald. 35 Luijten en Meijer leiden overigens uit de jurisprudentie af dat de Hoge Raad slechts in uitzonderingsgevallen verknochtheid van schulden aanneemt. Een schuld wordt dus zelden wegens verknochtheid aangemerkt als een privéschuld van een van de echtgenoten. 36 De Hoge Raad oordeelde bijvoorbeeld dat een schuld die ontstaat door een bankkrediet dat aan slechts een van de echtgenoten is verleend, niet op deze enkele grond op zodanige wijze aan deze echtgenoot is verknocht, dat de schuld niet tot de huwelijksgoederengemeenschap zou moeten behoren. De schuld die uit het bankkrediet voortvloeit is dus gewoon een gemeenschapsschuld. Ook wanneer het bankkrediet is verleend voor het huwelijk van de echtgenoten en er nooit verantwoording is of wordt afgelegd aan de andere echtgenoot over de besteding van de verkregen financiële middelen. Relevant is ook nog waartoe het krediet is aangegaan en waaraan de verkregen financiële middelen zijn uitgegeven. De schuld zou namelijk wellicht wel als verknocht worden aangemerkt en dus niet tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren als het krediet was 30 Van Mourik 2009, p Asser-De Boer 2010, p Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:94 BW, aant Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:94 BW, aant Art. 1:94 lid 3 BW; Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:94 BW. 35 HR 15 februari 2008, NJ 2008, 275; HR 30 maart 2012, NJ 2012, Luijten en Meijer 2005, p

11 aangegaan ter verkrijging van privégoederen. Uit deze zaak blijkt echter niet dat het krediet daarvoor was aangegaan. 37 Een voorbeeld van een schuld die wel op zodanige wijze aan een van de echtgenoten is verknocht, dat de schuld niet tot de huwelijksgoederengemeenschap behoort, is de schuld wegens een strafrechtelijke boete voor mishandeling van de vrouwelijke echtgenoot door de mannelijke echtgenoot. De rechtbank oordeelde dat deze schuld op zodanige wijze aan de mannelijke echtgenoot verknocht is, dat de schuld als een privéschuld van hem moet worden aangemerkt. De man en vrouw zijn immers niet alleen echtgenoten, maar ook dader en slachtoffer. 38 De meeste schulden in de huwelijksgoederengemeenschap zullen gemeenschapsschulden zijn. De hoofdregel is immers dat alle schulden van beide echtgenoten tot de huwelijksgoederengemeenschap behoren. 39 Slechts in de besproken uitzonderingsgevallen zal er sprake zijn van een privéschuld van een van de echtgenoten. 1.4 Wie van de echtgenoten is aansprakelijk voor privé- en gemeenschapsschulden? Privéschulden Slechts de echtgenoot die een verbintenis aangaat, waaruit een privéschuld voortvloeit, is aansprakelijk voor deze schuld. De echtgenoot wie de schuld niet aanging wordt geen medeschuldenaar en kan dan ook niet worden aangesproken tot voldoening van een privéschuld van de andere echtgenoot Gemeenschapsschulden In beginsel is slechts de echtgenoot die een verbintenis aangaat, waaruit een gemeenschapsschuld voortvloeit, aansprakelijk voor deze schuld. De andere echtgenoot wordt geen medeschuldenaar en kan dan ook niet worden aangesproken tot de voldoening van een gemeenschapsschuld die door de andere echtgenoot is aangegaan. 41 In sommige gevallen zijn beide echtgenoten gezamenlijk voor het geheel extern aansprakelijk voor een gemeenschapsschuld. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer beide echtgenoten samen een schuld zijn aangegaan of er sprake is van een schuld in de zin van artikel 1:85 BW, die voortvloeit uit een verbintenis die is aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de huishouding. Beide echtgenoten zijn dan hoofdelijk aansprakelijk voor de schuld in de zin van artikel 6:6 lid 2 BW en beide echtgenoten kunnen worden aangesproken de gehele schuld te voldoen HR 30 maart 2012, NJ 2012, Rb Midden-Nederland 13 maart 2013, RFR 2013, Art. 1:94 lid 5 BW. 40 HR 12 april 1985, NJ 1985, HR 12 april 1985, NJ 1985, Art. 6:7 lid 1 BW; De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p

12 Of er sprake is van een schuld in de zin van artikel 1:85 BW, die is aangegaan ten behoeve van de gewone gang van de huishouding, hangt af van de aard van de uitgave, de financiële omstandigheden van echtgenoten en de naar buiten blijkende leefwijze. 43 Het moet in ieder geval gaan om dagelijkse, reguliere uitgaven die voor een bepaald gezin normaal zijn. 44 Het zal per echtpaar verschillen welke uitgaven regulier en normaal zijn en welke uitgaven dus wel en niet vallen onder de gewone gang van de huishouding. De Hoge Raad oordeelde bijvoorbeeld dat in een bepaald gezin de kosten van muzieklessen van een tot dat gezin behorend kind wel tot de gewone gang van de huishouding behoren en de kosten van muzieklessen van een van de echtgenoten niet Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers in de huwelijksgoederengemeenschap? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld niet tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een privéschuld van een van de echtgenoten? Een privéschuldeiser van een van de echtgenoten kan zijn vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de privégoederen van de echtgenoot wie de schuld is aangegaan als op de gemeenschapsgoederen. Dat volgt ook uit het beginsel van artikel 3:276 BW dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar kan verhalen. Onder deze goederen vallen namelijk ook de gemeenschapsgoederen. Artikel 1:96 lid 1 BW geeft de privéschuldeiser niet de mogelijkheid om zijn vordering te verhalen op de privégoederen van de echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan. Verhaal op andere goederen dan die van de schuldenaar is namelijk niet mogelijk. 46 Wanneer een privéschuldeiser van de ene echtgenoot zijn vordering echter op de gemeenschapsgoederen verhaalt, wordt ook het aandeel van de echtgenoot wie de schuld niet aanging in de gemeenschapsgoederen uitgewonnen. 47 De echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan kan verhaal door een privéschuldeiser van de andere echtgenoot op de gemeenschapsgoederen namelijk enkel voorkomen, wanneer hij privégoederen van de andere echtgenoot kan aanwijzen die voldoende verhaal bieden om de vordering van de privéschuldeiser te voldoen. Deze mogelijkheid wordt hem geboden door artikel 1:96 lid 2 BW. Bieden de privégoederen van de schuldenaar echtgenoot echter niet voldoende verhaal, dan mag de privéschuldeiser zijn vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW alsnog verhalen op de gemeenschapsgoederen. 48 Of er dan een vergoedingsplicht aan de huwelijksgoederengemeenschap ontstaat wordt in paragraaf besproken. Verhaal op zowel de privé- als de gemeenschapsgoederen geschiedt door er als privéschuldeiser beslag op te leggen, de goederen openbaar te doen verkopen en vervolgens de privévordering uit de opbrengst te voldoen Van Duijvendijk-Brand, T&C BW, commentaar op art. 1:85 BW. 44 HR 21 mei 2010, NJB 2010, Ktr. Zaandam 27 september 2001, LJN AD Art. 3:276 BW; Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant Van Mourik en Verstappen 2006, p Luijten en Meijer 2005, p Art. 439 jo. 463 Rv. 12

13 1.5.2 Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een gemeenschapsschuld? Een gemeenschapsschuldeiser kan zijn vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de privégoederen van de echtgenoot wie de schuld is aangegaan als op de gemeenschapsgoederen. De gemeenschapsschuldeiser kan zijn vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW niet verhalen op de privégoederen van de echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan. Verhaal op andere goederen dan die van de schuldenaar is namelijk niet mogelijk. 50 Wanneer een gemeenschapsschuldeiser zijn vordering echter op de gemeenschapsgoederen verhaalt, wordt ook het aandeel van de echtgenoot wie de schuld niet aanging in de gemeenschapsgoederen uitgewonnen. Er bestaat echter geen mogelijkheid om gemeenschapsschuldeisers eerst naar de privégoederen van de schuldenaar echtgenoot te verwijzen. Artikel 1:96 lid 2 BW biedt deze mogelijkheid namelijk slechts ten aanzien van privéschuldeisers. Of er een vergoedingsplicht aan de huwelijksgoederengemeenschap bestaat, wordt in paragraaf besproken. Wanneer beide echtgenoten hoofdelijk schuldenaar zijn van een gemeenschapsschuld, zoals het geval is bij een huishoudelijke schuld in de zin van artikel 1:85 BW, kan de gemeenschapsschuldeiser zijn vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de gemeenschapsgoederen als op de privégoederen van beide echtgenoten. 51 Het maakt in zo n geval niet uit wie van de echtgenoten de schuld is aangegaan, beide echtgenoten zijn ingevolge artikel 1:85 BW namelijk hoofdelijk schuldenaar. 52 Verhaal op zowel de privé- als de gemeenschapsgoederen geschiedt door er als gemeenschapsschuldeiser beslag op te leggen, de goederen te doen verkopen en vervolgens de vordering uit de opbrengst te voldoen Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuldenaar echtgenoot failliet gaat? Wanneer een van de echtgenoten in de huwelijksgoederengemeenschap failliet gaat wordt dat faillissement ingevolge artikel 63 Faillissementswet (hierna: Fw) behandeld als faillissement van de huwelijksgoederengemeenschap. Alle gemeenschapsgoederen vallen in de faillissementsboedel, tenzij ze door artikel 21 Fw worden uitgezonderd. De curator is vanaf dat moment bevoegd tot het bestuur van deze gemeenschapsgoederen. Zowel de failliet als de echtgenoot van de failliet kunnen niet meer over de gemeenschapsgoederen beschikken. 54 De privégoederen van de echtgenoot van de failliet kunnen slechts buiten de faillissementsboedel worden gehouden wanneer deze echtgenoot kan bewijzen dat de goederen daadwerkelijk aan hem in privé toebehoren. Kan hij dat niet bewijzen dan worden 50 Art. 3:276 BW; Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Luijten en Meijer 2005, p Art. 439 jo. 463 Rv. 54 Art. 23 Fw; Van Buchem-Spapens en Pouw 2008, p

14 de goederen geacht gemeenschapsgoederen te zijn en vallen zij ook in de faillissementsboedel. 55 De bewijslast die hiervoor ingevolge artikel 61 Fw geldt is zwaar. De reden daarvoor is dat de wetgever heeft willen voorkomen dat echtgenoten gemakkelijk goederen aan de faillissementsboedel zouden kunnen onttrekken door ze als privégoed aan te merken. 56 Er ligt echter een wetsvoorstel dat de verzwaring van de bewijslast van artikel 61 Fw opheft, waardoor het voor een echtgenoot van een failliet makkelijker wordt om te bewijzen dat goederen aan hem in privé toebehoren. 57 Wanneer een echtgenoot failliet gaat, zullen er zowel gemeenschapsschulden als privéschulden van beide echtgenoten bestaan. Het faillissement strekt ingevolge artikel 63 lid 1 Fw ten behoeve van alle schuldeisers die verhaal kunnen nemen op de gemeenschapsgoederen. Ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW kunnen zowel gemeenschapsschuldeisers als privéschuldeisers van beide echtgenoten hun vordering verhalen op gemeenschapsgoederen. Zowel gemeenschapsschuldeisers als privéschuldeisers van beide echtgenoten kunnen hun vordering dus op de faillissementsboedel verhalen. 58 Zij moeten dan hun vordering ter verificatie bij de curator indienen. 59 Wanneer zij hun vordering op de faillissementsboedel verhalen, vervallen ingevolge artikel 33 Fw alle andere verhaalsbeslagen. Privéschuldeisers en gemeenschapsschuldeisers die hun vordering op de faillissementsboedel verhalen kunnen hun vordering dan ook niet meer verhalen op de privégoederen van hun failliete schuldenaar echtgenoot Zijn de goederen van de huwelijksgoederengemeenschap afgescheiden ten behoeve van een bepaalde groep schuldeisers? Behoudens het aanwijsrecht ten aanzien van privéschuldeisers uit artikel 1:96 lid 2 BW maakt het voor een schuldeiser staande de huwelijksgoederengemeenschap geen verschil of de aangegane schuld een privéschuld of een gemeenschapsschuld is. In beide gevallen kan hij zijn vordering namelijk ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de privégoederen van de schuldenaar echtgenoot als op de gemeenschapsgoederen. De goederen van de huwelijksgoederengemeenschap zijn dus niet afgescheiden ten behoeve van een bepaalde groep schuldeisers. Er geldt staande de huwelijksgoederengemeenschap dan ook een gelijkheid van schuldeisers als bedoeld in artikel 3:277 BW. Bij het uitwinnen van de privégoederen en de gemeenschapsgoederen zullen privéschuldeisers en gemeenschapsschuldeisers met elkaar moeten concurreren. Iedere schuldeiser die beslag heeft gelegd op een goed zal naar evenredigheid van zijn vordering worden voldaan uit de opbrengst van dat goed Art. 61 Fw; Asser-De Boer 2010, p Van Buchem-Spapens en Pouw 2008, p Kamerstukken II 2013/14, , nr. 3, p Art. 63 lid 1 Fw jo. art. 1:96 lid 1 BW. 59 Art. 26 jo. 110 Fw. 60 Van Buchem-Spapens 2008, p Art. 3:277 BW; Van Mourik 2011, p

15 1.6 Hoe worden schulden in de huwelijksgoederengemeenschap intern door echtgenoten gedragen? Bestaat er een vergoedingsplicht wanneer een privéschuld uit gemeenschapsvermogen wordt voldaan? Zoals hiervoor is besproken in paragraaf 1.5.1, kunnen privéschuldeisers van een van de echtgenoten hun vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de privégoederen van de schuldenaar echtgenoot als op de gemeenschapsgoederen. 62 Iedere echtgenoot draagt zijn privéschulden echter geheel zelf. 63 Wanneer een privéschuldeiser zijn vordering op de gemeenschapsgoederen verhaalt, bestaat er ingevolge artikel 1:96 lid 4 BW namelijk een vergoedingsplicht voor de schuldenaar echtgenoot aan de huwelijksgoederengemeenschap. Deze vergoedingsplicht wordt récompense genoemd. Reden voor deze vergoeding is dat de niet schuldenaar echtgenoot anders bij zou dragen aan de privéschuld van de andere echtgenoot. 64 Staande een huwelijksgoederengemeenschap zullen er minder privégoederen dan gemeenschapsgoederen bestaan. De hoofdregel is ingevolge artikel 1:94 lid 2 BW namelijk dat alle goederen van beide echtgenoten worden aangemerkt als gemeenschapsgoederen en er slechts in uitzonderlijke gevallen sprake is van privégoederen. Ook zal de scheiding tussen privégoederen en gemeenschapsgoederen in de praktijk niet altijd even duidelijk zijn. 65 Er bestaat dan ook een kans dat de schuldenaar echtgenoot hetgeen uit de gemeenschapsgoederen is uitgewonnen, niet uit zijn privégoederen kan vergoeden aan de huwelijksgoederengemeenschap, omdat er niet voldoende privégoederen bestaan om de vergoeding uit te voldoen. Het risico dat de vergoeding ingevolge artikel 1:96 lid 4 BW aan de huwelijksgoederengemeenschap plaatsvindt, ligt daardoor bij de niet schuldenaar echtgenoot. Hij wordt immers benadeeld wanneer de vergoeding aan de gemeenschap niet kan plaatsvinden. Hij draagt daardoor namelijk onterecht bij aan een privéschuld van de andere echtgenoot Bestaat er een vergoedingsrecht wanneer een gemeenschapsschuld uit privévermogen wordt voldaan? Zoals hiervoor is besproken in paragraaf 1.5.2, kunnen gemeenschapsschuldeisers hun vordering ingevolge artikel 1:96 lid 1 BW verhalen op zowel de privégoederen van hun schuldenaar echtgenoot als op de gemeenschapsgoederen. In de gevallen dat beide echtgenoten schuldenaar zijn van een gemeenschapsschuld, kan de schuldeiser zijn vordering verhalen op de gemeenschapsgoederen en op de privégoederen van beide echtgenoten Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant Art. 1:96 lid 4 BW; Asser-De Boer 2010, p Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Bijvoorbeeld in geval van art. 1:85 BW; Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant

16 Echtgenoten dragen gemeenschapsschulden ieder voor de helft. 68 Wanneer een gemeenschapsschuldeiser zijn vordering verhaalt op de privégoederen van een echtgenoot, bestaat er voor deze echtgenoot ingevolge artikel 1:96 lid 3 BW namelijk een regresrecht op de huwelijksgoederengemeenschap. Dit regresrecht wordt reprise genoemd. 69 Reden voor dit regresrecht is dat de echtgenoot wiens privégoederen zijn uitgewonnen anders de gemeenschapsschuld alleen zou dragen. 70 In de praktijk zal er in de huwelijksgoederengemeenschap niet altijd een duidelijke scheiding bestaan tussen privégoederen van de echtgenoten en gemeenschapsgoederen. 71 Daardoor kan het soms onduidelijk zijn hoeveel beide echtgenoten hebben bijgedragen aan een gemeenschapsschuld. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een echtgenoot een geldbedrag onder uitsluitingsclausule verkrijgt, maar dit op een gezamenlijke rekening van beide echtgenoten stort, waaruit vervolgens een gemeenschapsschuld wordt voldaan. 72 Het kan ook voorkomen dat de huwelijksgoederengemeenschap niet voldoende gemeenschapsgoederen bevat, waardoor de echtgenoot wiens privégoederen zijn uitgewonnen ter voldoening van de gemeenschapsschuld geen regres kan nemen op de huwelijksgoederengemeenschap. Deze echtgenoot heeft ingevolge artikel 1:96 lid 3 BW enkel een regresrecht op de huwelijksgoederengemeenschap en niet op de andere echtgenoot. Daardoor ligt het risico dat er regres genomen kan worden op de huwelijksgoederengemeenschap bij de echtgenoot wiens privégoederen zijn uitgewonnen ter voldoening van een gemeenschapsschuld. Wanneer geen regres kan worden genomen, draagt deze echtgenoot de gemeenschapsschuld immers alleen Hoe worden de huwelijksgoederengemeenschap en de echtgenoot wie de schuld niet aangaat beschermd tegen privéschuldeisers van de andere echtgenoot en gemeenschapsschuldeisers in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? 2.1 Wanneer is sprake van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is een bijzondere gemeenschap in de zin van artikel 3:189 lid 2 BW. Daardoor zijn op de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, naast de bepalingen van afdeling 3 van titel 1.7 BW, ook de bepalingen van titel 3.7 BW van toepassing. De eerste afdeling van titel 3.7 BW is van toepassing voor zover er in de tweede afdeling van diezelfde titel niet van wordt afgeweken Art. 1:96 lid 3 BW; Van Mourik 2009, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Reinhartz, GS Personen- en familierecht, art. 1:96 BW, aant De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 3:189 lid 2 BW; Van Mourik en Verstappen 2006, p

17 De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap ontstaat doordat de huwelijksgoederengemeenschap op een van de in artikel 1:99 BW genoemde mogelijkheden van rechtswege wordt ontbonden. 75 Deze mogelijkheden zijn in paragraaf 1.1 uitgebreid besproken. In de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap stopt het samensmelten van de vermogens van de echtgenoten ingevolge artikel 1:94 lid 2 BW, waardoor er geen gemeenschappelijk vermogen meer ontstaat. Er treedt dus geen boedelmenging ingevolge artikel 3:80 lid 2 BW meer op. 76 Naast het eindigen van de boedelmenging ondergaat de huwelijksgoederengemeenschap door ontbinding nog een wijziging. De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap is, in tegenstelling tot de huwelijksgoederengemeenschap, namelijk vatbaar voor verdeling en heeft tot doel om vereffend te worden. 77 Verdeling is ook direct de wijze waarop de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap teniet gaat. De ontbonden huwelijksgoederengemeenschap bestaat dus vanaf het moment van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap tot het moment van verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. 78 Bij verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap wordt vastgesteld wat aan elke echtgenoot, met uitsluiting van de andere echtgenoot, toekomt. 79 In beginsel hebben beide echtgenoten ingevolge artikel 1:100 lid 1 BW een gelijk aandeel in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. De verdeling komt dan neer op toedeling van de helft van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap aan beide echtgenoten. 80 Slechts in zeer uitzonderlijke gevallen wordt van deze hoofdregel afgeweken en vindt er een andere verdeling plaats. Zo oordeelde de Hoge Raad in een geval waarin een man trouwt met een door hem verzorgde, hulpbehoevende en veel oudere vrouw en hij deze vrouw vervolgens vermoordt, dat toepassing van artikel 1:100 lid 1 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Hier heeft de Hoge Raad op grond van de redelijkheid en billijkheid dan ook een andere verdeling toegepast dan de verdeling bij helfte, namelijk toedeling van de gehele gemeenschap aan de erven van de overleden vrouw. 81 Op de verdeling zijn artikel 3:177 e.v. BW van toepassing. 82 Ingevolge artikel 3:183 lid 1 BW kan de verdeling in beginsel vormvrij geschieden en moeten beide echtgenoten aan de verdeling meewerken. Wanneer niet beide echtgenoten meewerken aan de verdeling, moet de verdeling ingevolge artikel 3:183 lid 2 BW geschieden bij notariële akte. Die notariële akte moet vervolgens door de rechter worden goedgekeurd. Wanneer partijen er niet uit kunnen komen hoe de huwelijksgoederengemeenschap verdeeld moet worden, kan de verdeling ingevolge artikel 3:185 BW door de rechter worden vastgesteld De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Asser-De Boer 2010, p Art. 1:99 lid 4 BW; Van Mourik en Verstappen 2006, p Van Mourik en Verstappen 2006, p Art. 3:182 BW. 80 Asser-De Boer 2010, p HR 7 december 1990, NJ 1991, Asser-De Boer 2010, p De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p

18 Wanneer uiteindelijk is vastgesteld welke gemeenschapsgoederen aan welke echtgenoot toekomen, moeten deze goederen ingevolge artikel 3:186 BW aan de echtgenoten geleverd worden. De levering geschiedt overeenkomstig de regels die voor overdracht van het desbetreffende goed zijn voorgeschreven Welke goederen behoren tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en welke goederen zijn privé? Alle gemeenschapsgoederen die aanwezig waren ten tijde van de huwelijksgoederengemeenschap behoren na ontbinding ook tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Alle goederen die staande de huwelijksgoederengemeenschap aan een van de echtgenoten in privé toebehoorde, blijven ook in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap privégoederen van een van de echtgenoten. 85 Alle goederen die worden verkregen na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap zijn in beginsel privégoederen van een van de echtgenoten. 86 Er kunnen na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap echter ook nog goederen worden verkregen die wel tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap gaan behoren. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een derde na ontbinding schade toebrengt aan een gemeenschapsgoed. De vordering tot vergoeding van de schade door de derde, behoort tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en zal aangemerkt worden als een gemeenschapsgoed Wanneer behoort een schuld tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en wanneer is sprake van een privéschuld van een van de echtgenoten? Alle gemeenschapsschulden die aanwezig waren ten tijde van de huwelijksgoederengemeenschap, behoren na ontbinding ook tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Alle privéschulden die staande de huwelijksgoederengemeenschap bestonden, blijven ook in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap privéschulden van een van de echtgenoten. 88 Alle schulden die ontstaan na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap zijn in beginsel privéschulden van een van de echtgenoten. 89 Er zijn echter uitzonderingen op deze regel en ook na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap kunnen gemeenschapsschulden ontstaan. 90 Het gaat dan om schulden die ingevolge artikel 3:172 BW ten behoeve van de gemeenschap zijn aangegaan. Onder ten behoeve van moet worden verstaan tot behoud van een gemeenschapsgoed Art. 3:186 lid 1 BW; De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 1:94 lid 2 BW; De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 1:94 lid 2 BW; Asser-De Boer 2010, p Luijten en Meijer 2005, p Art. 1:94 lid 5 BW; De Bruijn, Huijgen en Reinhartz 2012, p Art. 1:94 lid 5 BW; Asser-De Boer 2010, p Van Mourik 2011, p HR 11 oktober 1992, NJ 1992,

19 2.4 Wie van de echtgenoten is aansprakelijk voor privé- en gemeenschapsschulden? Privéschulden De ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap maakt de aansprakelijkheid voor privéschulden, zoals deze ten tijde van de huwelijksgoederengemeenschap gold, niet anders. Nog steeds is slechts de echtgenoot die een verbintenis aangaat, waaruit een privéschuld voortvloeit, aansprakelijk voor deze schuld. De andere echtgenoot wordt in geen enkel opzicht medeschuldenaar en kan niet worden aangesproken tot voldoening van een privéschuld van de andere echtgenoot Gemeenschapsschulden De aansprakelijkheid van een echtgenoot voor gemeenschapsschulden waarvoor hij ten tijde van de huwelijksgoederengemeenschap reeds aansprakelijk was, verandert door ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap niet. Na ontbinding blijft de echtgenoot ingevolge artikel 1:102 BW namelijk voor het geheel aansprakelijk voor de gemeenschapsschulden waarvoor hij voor ontbinding ook aansprakelijk was. Dat zijn de door hem aangegane gemeenschapsschulden 93 of de gemeenschapsschulden waarvoor hij in de huwelijksgoederengemeenschap, bijvoorbeeld ingevolge artikel 1:85 BW, hoofdelijk aansprakelijk was. 94 De aansprakelijkheid van een echtgenoot voor gemeenschapsschulden waarvoor hij ten tijde van de huwelijksgoederengemeenschap niet aansprakelijk was, verandert door ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap wel. Deze aansprakelijkheid wordt na ontbinding namelijk vergroot door artikel 1:102 BW. 95 De echtgenoot wordt na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap namelijk hoofdelijk aansprakelijk voor de helft van gemeenschapsschulden, waarvoor hij staande de huwelijksgoederengemeenschap niet aansprakelijk was. 96 Dat zijn de gemeenschapsschulden die niet door hem zijn aangegaan en waarvoor hij niet hoofdelijk aansprakelijk was. 97 Wanneer de echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan de aansprakelijkheid voor de helft niet wenst, zal hij afstand van de gemeenschap moeten doen. Deze mogelijkheid wordt de echtgenoot ingevolge artikel 1:103 BW geboden en houdt in dat hij wordt ontheven van de aansprakelijkheid en draagplicht voor gemeenschapsschulden waarvoor hij voor ontbinding niet aansprakelijk was. 98 Ingevolge artikel 1:103 lid 5 BW blijft hij echter wel aansprakelijk voor de schulden waarvoor hij voor ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap ook aansprakelijk was. Dit zijn de door hem zelf aangegane gemeenschapsschulden 99 en de huishoudelijke schulden ingevolge artikel 1:85 BW. Het aandeel in de ontbonden 92 HR 12 april 1985, NJ 1985, 662; Luijten en Meijer 2005, p HR 12 april 1985, NJ 1985, Asser-De Boer 2010, p Asser-De Boer 2010, p, Art. 1:102 BW. 97 Luijten en Meijer 2005, p Art. 1:103 lid 4 BW. 99 HR 12 april 1985, NJ 1985,

20 huwelijksgoederengemeenschap van de echtgenoot die afstand van de gemeenschap doet, wordt ingevolge artikel 1:103 lid 2 BW overgeheveld naar het vermogen van de andere echtgenoot. De echtgenoot die afstand doet, krijgt slechts zijn bed, beddegoed en kleren uit de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap toebedeeld. Andere persoonlijke spullen die hij wil houden, zal hij tegen de geschatte waarde moeten overnemen Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap? Welke verhaalsmogelijkheden hebben schuldeisers wanneer hun schuld niet tot de gemeenschap behoort en er dus sprake is van een privéschuld van een van de echtgenoten? In de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap moet voor het verhaal door privéschuldeisers van een van de echtgenoten onderscheid worden gemaakt tussen privéschulden die zijn ontstaan voor en privéschulden die zijn ontstaan na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap. 101 Een privéschuldeiser met een vordering die is ontstaan voor ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap, kan ingevolge artikel 1:100 lid 2 BW zijn vordering na ontbinding blijven verhalen op de gemeenschapsgoederen en de privégoederen van de echtgenoot die de schuld is aangegaan. Verhaal op de gemeenschapsgoederen is mogelijk zolang deze niet verdeeld zijn. Na verdeling kan de privéschuldeiser zijn vordering enkel nog verhalen op de privégoederen van de echtgenoot die de schuld aanging. 102 De wet biedt de privéschuldeiser zowel voor als na verdeling niet de mogelijkheid zijn vordering op de privégoederen van de echtgenoot wie de schuld niet is aangegaan te verhalen. 103 Een privéschuldeiser met een vordering die is ontstaan na ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap, kan zijn vordering ingevolge artikel 1:100 lid 2 BW niet verhalen op de gemeenschapsgoederen, maar enkel op de privégoederen van de schuldenaar echtgenoot. 104 Onder de privégoederen van een echtgenoot vallen zijn aandeel in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en zijn aandeel in de gemeenschapsgoederen. 105 Verhaal op het aandeel van de schuldenaar echtgenoot in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap kan ingevolge artikel 3:191 lid 1 BW plaatsvinden, voor zover er uit de rechtsverhouding tussen de echtgenoten niet anders voortvloeit. Breedveldde Voogd verwijst echter naar literatuur waaruit hij opmaakt dat wanneer de huwelijksgoederengemeenschap door echtscheiding wordt ontbonden, over het algemeen wordt aangenomen dat de rechtsverhouding tussen de echtgenoten zich verzet tegen uitwinning van een aandeel in de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap. Wanneer de huwelijksgoederengemeenschap ontbonden is door echtscheiding, kan er volgens hem dus 100 Art. 1:103 lid 3 BW; Van Mourik en Verstappen 2006, p Art. 1:100 lid 2 BW; Van Mourik en Verstappen 2006, p Art. 1:100 lid 2 BW; Asser-De Boer 2010, p Luijten en Meijer 2005, p Asser-De Boer 2010, p Art. 3:190 lid 1 en 3:191 lid 1 BW; Asser-De Boer 2010, p

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper)

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen 22 maart 2017 Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) 1 Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen Initiatief Wetsvoorstel 33 987 Swinkels (D66) / Recourt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 987 Voorstel van wet van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 205 Wet van 18 april 2011 tot wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van

Nadere informatie

1 De gemeenschap van goederen

1 De gemeenschap van goederen 1 De gemeenschap van goederen De gemeenschap van goederen is het stelsel dat de wet aan het huwelijk verbindt ter regeling van de vermogensrechtelijke verhouding van de echtgenoten, indien daar niet bij

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector privaatrecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 987 Voorstel van wet van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal

Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal Wetsvoorstel beperking gemeenschap en wijziging Faillissementswet: een rekenkundige uitwerking van het oude en nieuwe verhaal Mr J. Floris 1 Hoewel het "oude" regime van de vermogensrechtelijke onderlinge

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

Invoering beperkte gemeenschap van goederen. Inleiding; voorgeschiedenis. Moderniseringswetgeving huwelijksvermogensrecht

Invoering beperkte gemeenschap van goederen. Inleiding; voorgeschiedenis. Moderniseringswetgeving huwelijksvermogensrecht 23-1-2018 1 Invoering beperkte gemeenschap van goederen Rijksuniversiteit Groningen Notarieel Instituut Groningen (NIG, zie: www.notarieelinstituut.nl) Prof. mr. Leon Verstappen 23-1-2018 2 Inleiding;

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

Nieuw huwelijksvermogensrecht

Nieuw huwelijksvermogensrecht 02.11.17 Nieuw huwelijksvermogensrecht Huwelijkse voorwaarden van nog groter belang! Advieswijzer In deze advieswijzer: Voor de ondernemer die na 1 januari 2018 gaat trouwen, verandert er veel ten opzichte

Nadere informatie

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25 Inhoud Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17 Enkele afkortingen 19 Inleiding 21 Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 27 1.1 Algemeen 27

Nadere informatie

Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten

Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten Klik hier om het document te openen in

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop

Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop Een onderzoek naar de gevolgen van Wetsvoorstel 33 987 voor Aitton notarissen Student Melissa van Koolwijk Studentnummer 2047929 Afstudeerorganisatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 428 Beschikking van de Minister van Justitie van 16 augustus 2002, houdende plaatsing in het Staatsblad van de vernummerde tekst van de wet van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

Studentnummer: 6033571

Studentnummer: 6033571 De wenselijkheid afdeling 3 van titel 6 van boek 4 BW van overeenkomstige toepassing te verklaren op de vereffening van de ontbonden gemeenschap van maatschap. Een onderzoek naar de positie van schuldeisers

Nadere informatie

Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL A

Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL A Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL Voorwoord este student(e), Voor u liggen de uitwerkingen van de voorgeschreven werkgroepopdrachten (week 1 t/m week 4) voor het vak vak hier. Onthoud echter

Nadere informatie

12 Huwelijksvermogensrecht

12 Huwelijksvermogensrecht Monografieën Privaatrecht 12 Huwelijksvermogensrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Elfde druk Kluwer - Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen / XIII Enige verkort aangehaalde werken / XV I.

Nadere informatie

SCHEIDEN EN SCHULDEN

SCHEIDEN EN SCHULDEN SCHEIDEN EN SCHULDEN FAMILIEVERMOGENSRECHT IN TIJDEN VAN CRISIS cursus 6 februari 2014 mr. drs. J.H. (Jan Hein) Lieber Jan Hein Lieber Scheiden en Schulden 1 ONDER WATER: EEN METAFOOR IS WERKELIJKHEID

Nadere informatie

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet

Nadere informatie

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13 Inhoudsopgave Voorwoord 1 1 Samenwoners 2 11 Inleiding 2 12 Een samenlevingscontract 2 13 Wat regelt u in een samenlevingscontract? 2 131 Voor de periode waarin u samenwoont 2 132 Voor het geval u besluit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. HUWELIJKSVOORWAARDEN023FAMWEBVERSIE Model: akte van huwelijkse voorwaarden voor huwelijk Dit model gaat uit van: - het huwelijk wordt gesloten tussen een man en een vrouw; - zowel bij einde van het huwelijk

Nadere informatie

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN Heden, @, verschijnen voor mij, mr. @, notaris te Utrecht: 1. @; 2. @; hierna samen ook te noemen: de Partners. De Partners verklaren met elkaar een geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

Dit artikel uit AdvoTip is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Afl september 2017

Dit artikel uit AdvoTip is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Afl september 2017 Onder redactie van: Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols Prof. mr. dr. W. Burgerhart Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols Mr. F.M.H. Hoens Mr. dr. J.W.A. Rheinfeld Mr. G.A. Tuinstra Mr. J.Th.M. Diks Mr. M.J.P. Schipper

Nadere informatie

For better and worse?!

For better and worse?! For better and worse?! Een onderzoek naar de vraag: Op welke wijze kan de niet-handelende echtgenoot of geregistreerde partner beter beschermd worden tegen schulden uit de wettelijke gemeenschap van goederen

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

De wet aanpassing gemeenschap van goederen

De wet aanpassing gemeenschap van goederen Dr. mr. B. Breederveld 1 De wet aanpassing gemeenschap van goederen 16 Op 1 januari 2012 is in werking getreden de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen tot wijziging van de titels 6, 7 en

Nadere informatie

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16

7 Inleiding / 11 8 Verkrijging, verlening, verlies en vaststelling van het Nederlanderschap / 12 9 Nationaliteit en internationaal privaatrecht / 16 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk 1 Inleiding / 1 1 Algemeen / 1 2 Inhoud van Boek 1: personen- en familierecht / 2 3 Literatuur over personen- en familierecht / 3 Hoofdstuk 2 De algemene bepalingen

Nadere informatie

De knelpunten van het huwelijksvermogensrecht met betrekking tot schulden

De knelpunten van het huwelijksvermogensrecht met betrekking tot schulden De knelpunten van het huwelijksvermogensrecht met betrekking tot schulden Is de invoering van wetsvoorstel 28 867 een gemiste kans geweest voor de wetgever ten aanzien van het huwelijksvermogensrecht met

Nadere informatie

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 HUWELIJK ZONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN BOEDELMENGING OPVOLGING ONDER

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Aanpassing. op een oor na gevild. wettelijke gemeenschap van goederen. In mei 2003 is het Wetsvoorstel tot aanpassing van de algehele gemeenschap

Aanpassing. op een oor na gevild. wettelijke gemeenschap van goederen. In mei 2003 is het Wetsvoorstel tot aanpassing van de algehele gemeenschap HELMY SCHELLENS Aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen op een oor na gevild foto: Jet Budelman Mr. W.P.G.M. Schellens-Stoks is advocate en partner bij Hekkelman Advocaten te Nijmegen In mei 2003

Nadere informatie

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Wat is... Wie gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap wil aangaan en de verdeling

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Elfde druk Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2012 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Hoofdstuk

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN Samenlevingsovereenkomst: Gemeenschappelijke huishouding In de overeenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking

Nadere informatie

MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING

MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING MASTER SCRIPTIE ZAAKSVERVANGING ONDER WELKE VOORWAARDEN VINDT ER BINNEN DE WETTELIJKE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN ZAAKSVERVANGING PLAATS EN LEIDT DE TOEPASSING VAN DE ZAAKSVERVANGINGSREGEL TOT HET GEWENSTE

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld Huwelijksvermogensrecht Goed geregeld 2 De veranderingen van het huwelijksvermogensrecht vanaf 1 januari 2018: de beperkte gemeenschap van goederen als de nieuwe standaard van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht.

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in

Nadere informatie

Huwelijkse voorwaarden

Huwelijkse voorwaarden Huwelijkse voorwaarden het verrekenbeding in de praktijk Smit en de Wolf Scheveningseweg 10 2517 KT Den Haag 070 356 07 95 www.smitwolf.nl Geachte relatie, Bent u gehuwd? En, zo ja, heeft u huwelijkse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan

Nadere informatie

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen'

Ondergetekende: 1. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... 2. de heer/mevr... (naam)... (beroep) geboren... hierna te noemen 'partijen' Voorbeeld samenlevingscontract met verblijvingsbeding Dit samenlevingscontract is slechts een voorbeeld. U mag de inhoud van de overeenkomst natuurlijk inrichten zoals u wilt. Let op: als er sprake is

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij?

Eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij? Eerlijk zullen we alles delen, ik een beetje meer dan jij? 'Een onderzoeksrapport naar de gevolgen van een afwijkende onderlinge draagplicht voor de toelating tot verdere schuldhulpverlening' hupkesadvocaten.nl

Nadere informatie

Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen. Wettelijke gemeenschap van goederen

Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen. Wettelijke gemeenschap van goederen Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Docent: Prof. Mr. Fons Stollenwerck Dag 1: Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen 28 867 Ingediend TK

Nadere informatie

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter VRIJE UNIVERSITEIT De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam,

Nadere informatie

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 I. Personalia MAN/VROUW Familienaam Voornamen Adres Geboorteplaats en -datum Legitimatiebewijs Nummer Legitimatiebewijs

Nadere informatie

A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15 de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening herziening huwelijksvermogensrecht). In overweging genomen hebbende:

Nadere informatie

VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING

VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING VFP VERMOGEN Mr. M. Veenstra is als kandidaat-notaris werkzaam bij De Haan AGW Advocaten en Notarissen te Leeuwarden. Mr. V. Wegter is als advocaat werkzaam bij De Haan

Nadere informatie

EPN COEP 2016 Relatievermogensrecht, erfrecht en insolventie MET ANTWOORDEN

EPN COEP 2016 Relatievermogensrecht, erfrecht en insolventie MET ANTWOORDEN EPN COEP 2016 Relatievermogensrecht, erfrecht en insolventie MET ANTWOORDEN Prof.mr. J.W.A. (Jan) Biemans, Universiteit Utrecht Op verzoek van het bestuur van de EPN wordt tijdens de COEP in het bijzonder

Nadere informatie

HBO-Rechten 08064318 Academie voor Bestuur, Recht en Veiligheid s-gravenhage, studiejaar 2011-2012 De Haagse Hogeschool, s-gravenhage

HBO-Rechten 08064318 Academie voor Bestuur, Recht en Veiligheid s-gravenhage, studiejaar 2011-2012 De Haagse Hogeschool, s-gravenhage Wat zijn de gevolgen van echtscheiding van een huwelijk, dat in gemeenschap van goederen is gesloten, conform het Nieuwe Huwelijksvermogensrecht in de wettelijke schuldsaneringsregeling? Afstudeerscriptie

Nadere informatie

Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam

Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam 1 Agenda van de dag Terugblik vorige blok Rechten en plichten echtgenoten Relatievermogensrecht Evaluatie lesdag 2 1 Eerlijk delen 3 Rechten en plichten van echtgenoten Titel

Nadere informatie

en het huweiijksver 1 Inleiding 20 1 Nummer 1 1 Januari Samenvatting

en het huweiijksver 1 Inleiding 20 1 Nummer 1 1 Januari Samenvatting en het huweiijksver Demis van Lierop en Carianne Tazelaar Mr. D. van Lierop is kandidaat-notaris familie & ondernemen bij VBC notarissen. Mr. C. Tazelaar is kandidaat-notaris familie & ondernemen bij VBC

Nadere informatie

NIET ALLEEN IN VOOR- MAAR ÓÓK IN TEGENSPOED?

NIET ALLEEN IN VOOR- MAAR ÓÓK IN TEGENSPOED? NIET ALLEEN IN VOOR- MAAR ÓÓK IN TEGENSPOED? De huidige economische situatie heeft een grote impact op echtscheidingen. Te denken valt aan de situatie dat de echtelijke woning onverkoopbaar is, er sprake

Nadere informatie

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES Minicase Ada en Bert Ada (61 jaar) en Bert (48 jaar) zijn in 2018 gehuwd op huwelijkse voorwaarden (zie bijlage 1). Voor Bert was dit de eerste keer dat hij in het

Nadere informatie

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA Expert Meeting 6 oktober 2016 Invoering beperkte huwelijksgemeenschap mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA Cd van jou, cd van mij Cd van ons allebei gekregen van mijn moeder,

Nadere informatie

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING

WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 334 Wet van 6 juli 2004, houdende regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd

Nadere informatie

Compendium van het personenen familierecht

Compendium van het personenen familierecht Mevr. prof. mr. S.F.M. Wortmann Mevr. mr. J. van Duijvendijk-Brand Compendium van het personenen familierecht Tiende druk y> Kluwer a Wolters Kluwer business Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2013 No. 14 Landsverordening van de 9 de januari 2014 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening herziening huwelijksvermogensrecht)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september 2015. Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg Te behandelen uitspraken: ECLI:NL:GHSHE:2014:4672 (facultatief verrekenbeding) ECLI:NL:HR:2015:1297 (gemeenschap)

Nadere informatie

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door

Nadere informatie

In- of uitsluiten: that s the question

In- of uitsluiten: that s the question In- of uitsluiten: that s the question MR. P.J.T. (ELLE) VAN GOMPEL 1 Op 1 januari 2018 treedt het wetsvoorstel 33 987 tot beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen in werking. 2 Eén van de

Nadere informatie

1 van 5 26-10-13 19:27

1 van 5 26-10-13 19:27 1 van 5 26-10-13 19:27 Burgerlijk Wetboek Boek 1, Titel 19 (Tekst geldend op: 24-10-2013) Titel 19. Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen Artikel 431 Indien een meerderjarige als gevolg

Nadere informatie

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015

BEWIND -1- M:\brochures\bewind.docx 22/6/2015 BEWIND Zodra een kind meerderjarig is (18 jaar) mag het zelf over zijn of haar eigen vermogen beschikken. Dat is meestal geen probleem, als dat vermogen niet groot is en één van beide ouders of beide ouders

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP Gevolgen huwelijk en geregistreerd partnerschap Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen.

Nadere informatie

Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014

Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014 Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014 ONTBIJTSEMINAR Donderdag 13 november 2014 Mr. Marc Heuvelmans [welkomstwoord] Mr. Jacqueline van de Wiel Mr. Mathilde Becking Ontbijtseminar 13 november

Nadere informatie

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT

TESTAMENT HERROEPING ERFGENAMEN WETTELIJKE VERDELING OPVULLEGAAT 1 TESTAMENT De verschenen persoon verklaart: 1. HERROEPING Ik herroep alle uiterste wilsbeschikkingen vóór heden door mij gemaakt. 2. ERFGENAMEN Ik wijk niet af van de wettelijke erfopvolging of van de

Nadere informatie

Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis.

Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis. Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis. Maakt de wetgever de juiste keuze om het huwelijksvermogensrechtelijke stelsel te veranderen in een beperkte gemeenschap

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 157 23 761 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met opneming daarin

Nadere informatie

t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten van Aben & Slag Advocaten

t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten van Aben & Slag Advocaten Crisis in het huwelijksvermogensrech h t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten In opdracht o van Aben & Slag Advocaten Aniek Kuppens

Nadere informatie

Gemeenschap van woning

Gemeenschap van woning Gemeenschap van woning Datum Naam partner 1 Naam partner 2 Beschrijving goederen en schulden Zaaksvervanging Krachtens erfrecht en gift verkregen gezamenlijk bewoonde woning Alleen gemeenschappelijk bij

Nadere informatie

Nieuw huwelijksvermogensrecht

Nieuw huwelijksvermogensrecht Nieuw huwelijksvermogensrecht 23 februari 2012 Nieuw huwelijksvermogensrecht: vergoedingsrechten, met ongewenste fiscale gevolgen Per 1 januari 2012 is de wet Aanpassing van de wettelijke gemeenschap van

Nadere informatie

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Op *** verscheen voor mij, mr. ***, notaris te Rotterdam:-----------------------------

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur / 28

lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur / 28 INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen / XIX Lijst van verkort aangehaalde werken / XXII lnleiding /1 I. Ontwikkeling van het personen- en familierecht / 2 II. EVRM / 8 HI. Europeanisering / 23 IV. Literatuur

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

/ / 1. Huwelijkse voorwaarden 2011/nr

/ / 1. Huwelijkse voorwaarden 2011/nr / / 1 Huwelijkse voorwaarden 2011/nr Op * verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. de heer JOHANNES BRUINSMA, geboren te Haskerland op vierentwintig maart negentienhonderd achtenvijftig, (rijbewijs nummer

Nadere informatie

Is de beperkte gemeenschap van goederen een beperking voor schuldeisers?

Is de beperkte gemeenschap van goederen een beperking voor schuldeisers? Is de beperkte gemeenschap van goederen een beperking voor schuldeisers? Onderzoek naar de gevolgen die de beperkte gemeenschap van goederen als standaardstelsel met zich meebrengt voor de werkwijze van

Nadere informatie

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen Mr. E.C.E. Schnackers[1] Auteur: Wettelijke

Nadere informatie