Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, paragraaf 2 en 3

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

Samenvatting Geschiedenis H5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

3,2. Verslag door Lotte 1992 woorden 19 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Tijdvak: Tijd van burgers en stoommachines. Periode:

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

7,2. 1 Wetenschappelijke revolutie. 2 Gevolgen van de wetenschappelijke revolutie. 3 Kenmerken van de verlichting

Tijd van burgers en stoommachines Nationalisme en Duitse eenwording.

8.3 Nationalisme en Duitse eenwording. Onderzoeksvraag: Hoe zorgden nationalistische gevoelens ervoor dat de Duitstalige gebieden één staat werden?

A. Kuyper

Het Congres van Wenen hertekent Europa (1815) (les 03 5des) Geschiedenis 5MEVO-5EM-5EI-5IW VTI Kontich

31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legt voor een industriële samenleving.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Eindexamen geschiedenis vwo I

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Samenvatting door een scholier 2007 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Hoofdstuk 2

Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-I

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Puzzel Historische ontwikkelingen parlementair stelsel

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Wilhelm I van Duitsland: (Berlijn, 22 maart 1797 aldaar, 9 maart 1888

Geschiedenis Samenvatting H8

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

Eindexamen geschiedenis havo 2007-I

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Eindexamen geschiedenis vwo II

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

6,3. Samenvatting door een scholier 2293 woorden 14 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Geschiedenis Samenvatting H7 & H8:

Kenmerkend aspect 31: de Industriële Revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor de industriële samenleving

SO 2 Tijdvak I AVONDMAVO Staat en Natie. Dit SO bestaat uit 37 vragen. 29 openvragen en 8 meerkeuze vragen.

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Theorie hoofdstuk 1 geschiedenis

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Frederik Willem IV van Pruisen: Berlijn, 15 oktober Potsdam, 2 januari 1861

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Eindexamen geschiedenis havo I

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Eindexamen geschiedenis havo II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

geschiedenis geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

De vijftig vensters en de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken van de commissie De Rooy

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Schoolonderzoek II Geschiedenis Staat en Natie Tijdvak I

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Samenvatting Geschiedenis Rechtstaat en Democratie

Eindexamen geschiedenis vwo 2007-II

Samenvatting Geschiedenis Historische context Duitsland h2

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Samenvatting geschiedenis H2 wetenschappelijke revolutie, verlichting en Franse Revolutie 2tm5 2 De verlichting De samenleving wetenschappelijk

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Opbaring van de gevalle\nen in Maart, 1848 Adolph (von) Menzel, 1848 Olieverf op doek 45 cm 63 cm Hamburger Kunsthalle

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Samenvatting Geschiedenis Franse Revolutie

GESCHIEDENIS SO3 TV

Deelvraag: Hoe had de parlementaire democratie zich in Nederland ontwikkeld?

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Napoleon. bekendste persoon uit de geschiedenis

Frederik Willem III van Pruisen: Potsdam, 3 augustus Berlijn, 7 juni 1840

7. Het ontstaan van het nationalisme

Gilde: Samenwerking van Meester Gezellen (ambachtsman met opleiding) Tien leerlingen Evt. vrouw en kinderen.

Opdracht Geschiedenis De Franse Revolutie

geschiedenis geschiedenis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Examen VMBO-KB geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

2. Russische geschiedenis in de 19e eeuw tot en met de Russische revoluties van 1917


Examen VMBO-GL en TL 2006

Transcriptie:

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8, paragraaf 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1534 woorden 14 april 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis H8 P2 8.2.1 Julirevolutie bracht Louis-Philippe aan de macht. Onder Louis Philippe kwam de eerste spoorlijn en gaslampen. Hij was van de Bourgeoisie -> Liberalisme. Liberalisme: - Grondwet van VS en de Verklaring van de Rechten van de Mens waren richtinggevend. - Vrouwen en mannen die geen opleiding of arm waren mochten niet stemmen Februarirevolutie. Aanleiding: 2 jarige economische crisis. Directe aanleiding: verbod van de regering om een banket te houden in Parijs. Gevolg: Louis Philippe moest aftreden -> Frankrijk werd een republiek -> Assemblée Constituante gekozen door algemeen mannenkiesrecht -> toon voor democratisering gezet. Assemblée stelde nieuwe grondwet: - President werd gekozen door middel van algemeen mannenkiesrecht. - Uitvoerende macht kreeg meer macht en wetgevende minder. Lodewijk Napoleon doet staatgreep door middel van stoomschip -> mislukt en hij komt in gevangenis -> Hij ontsnapt en keert in 1848 terug in Frankrijk -> Hij werd verkozen tot president met 5,4 miljoen stemmen -> 3 jaar later laat hij door een referendum zich kronen tot keizer -> ontstaan van Tweede Keizerrijk. Thorbecke stelt liberale grondwetswijziging voor -> afgewezen -> revolutionaire dreiging in Europa nam toe -> Koning Willem II kwam met beperkt voorstel -> hij benoemt een staatscommissie met daarin Thorbecke: De taak was om te komen tot een nieuwe grondwetsherziening en een nieuwe regering. -> Gevolgen: - Censuskiesrecht: Betaalde je een bepaalde som aan belasting, dan mocht je stemmen(11% van bevolking). - Vrijheid van drukpers, van onderwijs en van godsdienst. - Ministers werden verantwoordelijk voor regering en koning werd onschendbaar. - Rechten van Eerste en Tweede kamer werden uitgebreid. 8.2.2 Door de industrialisatie kwam er een nieuwe maatschappelijke laag: de arbeiders in de fabrieken. De eersten die zich zorgen maakten om hen waren artsen en dominees -> Nu gingen ze zich zelf verenigen in verenigingen -> daaruit Pagina 1 van 5

ontstonden vakbonden. Ze eisten: - loonverhoging - 8-urige werkdag - betere arbeidsomstandigheden - oudedagsvoorziening - invaliditeitsverzekering Als je ging protesteren kon je op een zwarte lijst komen en kon niet meer in fabrieken werken -> toch groeiden de vakbonden. Vanaf 1880 kwamen er steeds meer vakbonden: - Liberaal: Algemeen Nederlandsch Werklieden Vakbond(1871) - Gelovig: Patrimonium & Roomsch-Katholieke Volksbond(1876) - Eerste partij die vuist kon maken tegen ondernemers: Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond(1894) - Socialisme: Sociaaldemocratische Arbeiderspartij, SDAP( 1894) -> gingen elke eerste mei demonstreren met rode vlag voor algemeen kiesrecht en 8-urige dag. Samenleving werd opgedeeld in 2 klassen: - Bourgeoisie/burgerij - Arbeidersklasse Marx en Engels waren van mening dat een revolutie het enige middel was om de arbeidersklasse te redden. In 1848 was het meer theorie dan praktijk, maar aan het einde van de 19e eeuw was er een discussie over. 8.2.3 Tegenstelling tussen vrouw en man: - Vrouw moest toestemming van vader om te trouwen, te werken - Lonen waren lager - Konden niet studeren - Geen recht op echtscheiding - De man beslist in opvoeding en economische kwesties Marx en Engels vonden huwelijk prostitutie. Pas als een vrouw economisch onafhankelijk was kon ze uit vrij wil trouwen. In 1848 organiseert een klein groepje vrouwen zich: eerste Women s Rights Convention. Moeder Emmeline en dochter Christabel Pankhurst gingen harde acties over. Er kwamen andere vrouwen bij. Deze vrouwen werden de suffragettes genoemd.(suffrage=stemrecht) Aletta Jacobs: eerste vrouwelijke arts, pleitte voor voorbehoedmiddelen. Abraham Kuyper kwam op voor het confessionalisme: kleine luyden. In 1879 richtte hij de Antirevolutionaire Partij op. Tegen socialisten en liberalen. Geschiedenis H8 P3 8.3.1 Na de overwinning van viceadmiraal Nelson bij Trafalgar in Nigeria in oktober 1805 was de tijd van Pax Britannica aangebroken. De Britten keken in hun splendid isolation minachtend neer op het vaste land. Belangrijkste kolonie was Brits-Indië, nu India, Pakistan en Bangladesh. Na een opstand van de inheemse troepen in Bengalen in 1857 werd er een Direct Rule ingevoerd. Pagina 2 van 5

Dit betekende dat Engeland het nu voor het zeggen had in Brits-Indië. In 1877 werd Queen Victoria keizerin van India. Uitbreiding van het Britse rijk was gebaseerd op: - Bevolkingsgroei - Dynamische economie - Maatschappelijke harmonie - Een politiek stabiel systeem Doordat Engeland zo n groot gebied had, wilden Frankrijk en Duitsland het ook. Het was de tijd van het modern imperialisme: Het streven naar een groot koloniaal rijk. Om dit te voorkomen stelde Engeland de two-power standard op: De Britse marine moest 2 keer zo groot zijn als 2 willekeurige Europese landen samen. Dit leidde tot: - een scheepswedloop - dreiging van een militair conflict. In Afrika gebruikten de landen de Indirect Rule: het stamhoofd werd in stand gehouden, die zo indirect invloed kon uitoefenen op de plaatselijke bevolking. De belangrijkste kolonialisten waren: Engeland, Frankrijk en Duitsland. Eerst wou Duitsland niet, maar toen Bismarck werd ontslagen door keizer Wilhelm II wel. Duitsland: - Oost-Afrika - Kameroen - Togo - Zuidwest-Afrika(Namibië) - Deel van Angola - Deel van Kongo Frankrijk: - Van Senegal tot Golf van Aden, ingang Rode Zee. De Engelsen wilden het rijk van Egypte tot en met de Kaap. -> direct gevaar voor oorlog. In de zomer van 1896 vertrok Jean-Baptiste Marchand met elf Franse officieren en 150 Senegalese soldaten vanuit Brazzaville(Kongo). Ze namen een grote voorraad mee, om te onderhandelen met stammen onderweg. Na 24 maanden lopen over een afstand van 3500 mijl kwamen ze op 10 juli 1898 aan in Fasjoda. Marchand plantte er de Franse vlag, een directe uitdaging van Engeland. De Engelsen stuurden generaal Kitchener met een overmacht aan troepen erop af -> De Britse vloot kwam samen op het Suezkanaal -> Fransen moesten weggaan. Het hoogtepunt van de spanning vond plaats bij het fort aan de Nijl bij Fasjoda(1898) 8.3.2 Keizer wees traktaatgebieden aan, gebieden waar de Europesen(ook andere landen) hun gang konden gaan met kolonisatie. In deze gebieden gold een opendeurpolitiek, een vrijehandelszone, zonder belemmeringen. -> Was voor veel Chinezen erg vernederend ->er kwam een anti-europese en anti-christelijke Bokseropstand(1900). -> Gecombineerd Europees leger slaat opstand neer -> China werd opgenomen in Europees protectoraat. Imperialisme in Azië en Afrika -> nieuwe beschavingen -> versterkt Europese godsdienstige en raciale vooroordelen -> toppunt was in 1904 een dierentuin waar een groep vrouwen van Samoa in een kooi werden gehouden als vogels. Pagina 3 van 5

In Franse tijd namen Engelsen Nederlands-Indië over. -> Na Congres van Wenen werd Willem I heerser van dit gebied. -> Gouvernement had veel moeite met gezag, Javaanse vorsten kwamen vaak in opstand -> handel leverde weinig op ->invoering cultuurstelsel(1830): 20 % van de grond van Javaanse boeren moest voor het gouvernement in cultuur worden gebracht(koffie, Thee, Suiker, Indigo). In ruil voor de grond kregen de boeren een vast plantloon en maximaal 66 dag per jaar arbeid op deze plantages. Meest winstgevende was rietsuiker -> suikerfabrikanten kregen van de overheid garantie voor hun investeringen, van daar werden ze suikeroompjes genoemd. Tot 1870 bracht het cultuurstelsel 823 miljoen op. Dit was een kwart van het staatsinkomen. Geld ging naar: - Wegen en spoorlijnen - Aflossing van staatschuld Grondwetswijziging in 1848 -> kritiek op koloniale politiek van de liberalen uit 1e en 2e kamer, Javanen uitgebuit. Grootste kritiek was van Multatuli s boek, Max Havelaar(1859), Kritiek van Multatuli: - protest tegen grove winsten van Nederland - protest tegen het in stand houden van corrupte inlandse heersers Standpunt Multatuli: De Nederlandse belangen moesten minder belangrijk worden dan die van de Indonesische. Liberalen niet mee eens: Er moest vrijheid van arbeid en ondernemen zijn. Vorm van oneerlijke concurrentie was liberalen doorn in oog -> jaren zestig bleef alleen koffie en thee nog bestaan. 8.3.3 Duitsland bestond vroeger uit: - Duitse staatjes - Pruisen - Oostenrijk Dit was dus geen land samen, maar een losse federatie. Duizenden wilden Napoleon weg -> Duitse vorsten moesten terug komen -> die hadden volksvrijheid en volkvertegenwoordiging beloofd -> hielden zich niet aan beloften -> klein groepje bleef over: Burschenschaft(Duitse Knapenvereniging): - klein groepje studenten uit Jena. - Ze hadden ze zwart-rood-goude rijkskleuren - Ze hadden het motto: Eer, vrijheid, vaderland. - Waren binnen 2 jaar op 15 universiteiten actief. - Verwierpen mode met hun lange haar, baardgroei en korte, zwarte jassen met hoge kragen over hun overhemden. - Was een soort combinatie tussen liberalisme en nationalisme Metternich zag bedreiging -> censuur en streng toezicht op universiteiten was einde van de Burschenschaft. Kleine parlementen bleken snel onmachtig -> men richtte zich op haalbare doelstellingen en eenheid Duitsland -> Pruisen als kern van staat werd aantrekkelijker -> begin Realpolitik: een politiek die uitgaat van nuchtere feiten, gericht op verkrijgen van meer macht. In 1862 kwam Otto von Bismarck aan de macht in Pruisen. Hij vond de mensen in het parlement maar babbelaars -> hij vond dat problemen moesten worden opgelost door Blut und Eisen(bloed en ijzer)-> Er kwam een reeks van oorlogen. Hoogtepunt was tegen Frankrijk van Napoleon III in 1870 -> ontstaan van Duits keizerrijk -> Bismarck laat Wilhelm I van Pruisen uitroepen tot keizer in de Spiegelzaal van Versailles -> katholieke Zuid-Duitse staten en protestantse Pruisen gingen samenwerken -> nationalisme kreeg conservatief en militaristisch karakter -> zou na Pagina 4 van 5

1870 politiek gaan domineren. Pagina 5 van 5