Ontwerp na inspraak Onderwijsnota Handig Zelfstandig 2005-2008 Inclusief de nota van inspraak



Vergelijkbare documenten
Ontwerp Onderwijsnota Handig Zelfstandig Visie op zelfredzaamheid 0 tot 23-jarigen in de provincie Groningen

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Aanval op de uitval. perspectief en actie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Landelijke doelstelling

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

Jaarverslag Leerplicht. Schooljaar Delfzijl Appingedam Loppersum

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Aan de voorzitters van de Commissie Jeugd en Burgerschap en de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale zaken

Werkloosheid onder beroepsbevolking blijft stijgen, maar minder sterk dan voorgaande jaren

Startnotitie Lokale Educatieve Agenda

Jaarverslag Leerplicht. Schooljaar Delfzijl Appingedam Loppersum

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Samenwerken en Afstemmen in de doorgaande lijn

Op weg naar Passend Onderwijs in Zuidwest Friesland

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Relatief. Gouda Overige gemeenten (incl.verhuizing) Totaal leerplicht

Cijfers & Feiten. Drs Fransje Grisnich, Sociaal Planbureau Groningen. Armoede in Groningen. over

VSV-cijfers. Aanval op schooluitval. RMC regio 1 Oost-Groningen. Convenantjaar Voorlopige cijfers

Voortgezet onderwijs in de provincie Groningen

CONVENANT Voortijdig schoolverlaten (VSV) en arbeidstoeleiding Kwetsbare Jongeren

Achtergrondinformatie formatiemeter 2014

Bijlage 5 ECT in beeld

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

Jaarverslag Leerplicht. Schooljaar Delfzijl Appingedam Loppersum

Aan de leden van Provinciale Staten

Traject van de toekomst

~"t'~ Emmen. ~~ Gemeente IIII~ I~II~II~IIIIIII~II~ 1I11~1"1. De Raad van de gemeente Emmen Postbus RA EMMEN

Regionale samenwerking voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Groningen

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

Onderzoek Voortijdig Schoolverlaters

Tussenvoorziening in beeld

Van school naar werk. Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk

Aanval op schooluitval

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen in Groningen

Jaarverslag Voortijdig Schoolverlaten Maastricht en Mergelland

Collegevoorstel 236/2003. Registratienummer / Fatale datum raadsbesluit

RMC Noord-Kennemerland. Presentatie PORA 6 januari 2016

Norwin College, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer T. Stierhout

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

PROTOCOL MELDING EN REGISTRATIE VOORTIJDIG SCHOOLVERLATERS REGIO ZUID-HOLLAND ZUID

Veiligheidshuis Groningen

Vaststellen verzuimprotocol Beroeps en Volwassenen Educatie

De huishoudens in Groningen worden steeds kleiner

Culemborgs VVE beleid

de jeugd is onze toekomst

Regionaal thuiszitterspact Noord-Kennemerland 2017

Afkorting en uitleg begrippen Passend Onderwijs. Kernbegrippen

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Jongerenloket en zorg- en adviesteam

en leerlingenvervoer

Redactie en productie: afdeling welzijn, met medewerking van het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen.

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

voor- en vroegschoolse educatie Convenant uitvoering Boxtels model

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Juni Onderwerp: stand van zaken jeugdwerkloosheid. Geachte heer, mevrouw,

Bijlage 2 bij besluitnota MODEL HSL. Gemeenten Haren Hoogezand-Sappemeer Slochteren. HSL-model; d.d. juli / CMO/BI

Raadsinformatiebrief Nr. :

Jaarverslag Leerlingzaken

Regionale Bijeenkomsten Zorgkantoorregio s

WERKPROCES ACTIETAFEL THUISZITTERS

Onderwijsmonitor 2011

MODERN BURGERSCHAP BIJLAGE. Onderzoeksbureau CMO Groningen - Sociaal Rapport provincie Groningen 2006

Leerplichtbeleid gemeente Tynaarlo Administratie van scholen en gemeente Leerplicht; verzuimmelding, vrijstelling

Schets van de Educatieve Agenda

Zorg- en adviesteams in het hele land

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid

Jaarverslag leerplicht gemeente Rijswijk. Schooljaar

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren

Werkproces Thuiszitters, verzuimers en vrijgestelde jongeren in de regio De Friese Wouden

Speerpunten aanpak VSV en arbeidstoeleiding kwetsbare jongeren

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

Kwartaalrapportage Werk en Inkomen. Eerste kwartaal 2016

Actieplan Veilige School

Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Henk Kremer

PROJECTPLAN LEA KAMER DOORLOPENDE ONTWIKKELINGSLJINEN

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jaarplan Leerplicht. Schooljaar Gemeente Velsen

Inhoudsopgave Inleiding Hoofdstuk 1 - Wet- en regelgeving Hoofdstuk 3 - Gevolgen ongeoorloofd verzuim Hoofdstuk 4 - Preventie

Hoofdlijnen voor het plan van aanpak voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid

: Rapportage evaluatie peuterspeelzaalwerk Eemsmond

Verslag MBO conferentie Betere zorg, minder uitval

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

Jaarverslag leerplicht Schooljaar

Model convenant Zorg- en adviesteam in het onderwijs

Voortijdige Schoolverlaters Zoetermeer. Schooljaar

Afdeling Sociaal Beleid Participatie en Onderwijs. Aan de leden van de gemeenteraad. Onderwerp: Afronding project economische crisis

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

MBO-instellingen en gemeenten

Transcriptie:

Ontwerp na inspraak Onderwijsnota Handig Zelfstandig 2005-2008 Inclusief de nota van inspraak Visie op zelfredzaamheid 0 tot 23-jarigen in de provincie Groningen Provincie Groningen Januari 2005 1

De nota Handig Zelfstandig, visiedocument op zelfredzaamheid 0 23 jarigen is een uitgave van de provincie Groningen. Redactie en productie: afdeling welzijn, met medewerking van het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen en het Breuer Institute. Alle informatie uit dit document mag worden overgenomen, mits De bron (Provincie Groningen) wordt vermeld. 2

INHOUDSOPGAVE 1. KADER... 4 1.1 Aanleiding en doel... 4 1.2 Provinciale ambitie... 4 2. VISIE... 6 2.1 Zelfredzaamheid... 6 2.2 Verantwoordelijkheden...6 2.3 Maatschappelijke loopbaan... 6 2.4 Zorg- en reïntegratietrajecten...7 2.5 De regie... 8 3. DE AANPAK... 10 3.1 Alle jongeren in beeld... 10 3.2 Alle jongeren een startkwalificatie... 10 3.3 Alle jongeren werk... 11 3.4. Kwantitatieve gegevens... 12 3.5. Kwalitatieve gegevens (zelfredzaamheidsproblematiek in beeld)... 13 4. LOPENDE PROVINCIALE PROJECTEN... 16 5. LIJST MET AFKORTINGEN... 19 3

1. KADER 1.1 Aanleiding en doel In 2005 start een nieuwe beleidsperiode voor het provinciaal onderwijsbeleid. Dit is de aanleiding om na te denken over de vraag of bestaand beleid moet worden gecontinueerd of dat een ommezwaai in beleid gewenst is. Daarnaast is bekend dat een samenhangende visie op jongeren binnen de beleidsterreinen Welzijn, Onderwijs en Economische Zaken gewenst en noodzakelijk is. Er zijn handvatten nodig voor de invulling van dat beleid. Het doel van deze notitie is het aanbieden van een handvat om een samenhangende, effectieve aanpak te ontwikkelen, gericht op de ontwikkeling van de zelfredzaamheid van jongeren tussen 0 en 23 jaar. In juni van dit jaar bent u via de voortgangsrapportage investeren in mensen 2000-2004 uitgebreid geïnformeerd over de projecten en activiteiten die er op het terrein van onderwijs in gang zijn gezet en over de manier waarop deze worden voortgezet. De nota 'Handig Zelfstandig' richt zich in hoofdzaak op de visie. Wij beperken ons in deze nota tot een opsomming van activiteiten en projecten. Via jaarlijkse uitvoeringsprogramma s zullen wij u blijven informeren over de lopende activiteiten, projecten en financiën. 1.2 Provinciale ambitie De provincie Groningen kenmerkt zich door een hoge werkloosheid, een laag opleidingsniveau van de beroepsbevolking en een ijle economische structuur. In de provinciale onderwijsnota Investeren in Mensen 2001-2004 hebben wij al aangegeven dat het belangrijk is om een directe relatie te leggen tussen de ontwikkelingen op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs en economische zaken. De visie en aanpak in deze notitie is dan ook gebaseerd op deze beleidsterreinen. Onze ambitie is het stimuleren en faciliteren van economische ontwikkelingen en het versterken van de sociale infrastructuur. Het uitgangspunt is dat iedereen zich op 23-jarige leeftijd zo veel mogelijk zelf kan redden in de maatschappij en in het bijzonder op de arbeidsmarkt. In november 2004 is de uitvoeringsagenda van Economische Zaken Groningen maakt Werk van Werk vastgesteld. Zowel de uitvoeringsagenda als de nota Handig Zelfstandig zijn in samenwerking tussen Onderwijs en Economische Zaken en in afstemming met elkaar tot stand gekomen. De uitgangspunten van beide beleidsterreinen verschillen echter. In Handig Zelfstandig ligt het accent vooral op de aanbodkant vanuit het onderwijs. Het beleid richt zich met name op het verbeteren en versterken van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo), het praktijkonderwijs en het middelbaar beroeps onderwijs (mbo) in onze provincie. Het accent ligt op het verminderen van het aantal voortijdig schoolverlaters en het terugbegeleiden naar school van de jongeren die ondanks preventieve maatregelen het onderwijs toch voortijdig hebben verlaten. De nota richt zich op jongeren van 0 tot 23 jaar. Het arbeidsmarktbeleid richt zich op de vraag naar en de behoefte aan voldoende adequaat geschoold personeel op korte en langere termijn. Het uitgangspunt hier is het versterken van de regionale economie door een goed werkende arbeidsmarkt. Hierbij wordt gestreefd naar een zo laag mogelijke werkloosheid en zo weinig mogelijk onvervulbare vacatures. In het beleid wordt de gehele potentiële beroepsbevolking meegenomen. Vanuit het arbeidsmarktbeleid wordt er onder andere invulling gegeven aan de thema's "Jeugd & arbeidsmarkt", "Aansluiting onderwijs & bedrijfsleven","leven lang leren en werken" en "Wet werk en bijstand". Beide nota s vullen elkaar aan. Waar een overlap in activiteiten plaatsvindt, wordt met elkaar afgestemd en samengewerkt en spreekt men af onder wiens resultaatverantwoordelijkheid de activiteit uitgevoerd wordt. 4

In december 2004 stellen Provinciale Staten ook het beleidsplan welzijn 2005-2008 vast. Een van de uitgangspunten in dit beleidsplan is dat het gebiedsgerichte werken de komende jaren wordt gecontinueerd. Uit een evaluatie met gemeenten blijkt dat er voldoende draagvlak is om deze werkwijze te continueren. De afgelopen periode hebben wij voor een aantal activiteiten aansluiting kunnen zoeken bij deze werkwijze. Daar waar zich mogelijkheden voordoen zullen wij ook in de toekomst met de onderwijsactiviteiten aansluiten bij deze structuur. Het is duidelijk niet de bedoeling dat de provinciale overheid taken van anderen overneemt. Wij baseren ons werk op de huidige taakverdeling, inclusief de bestaande wet- en regelgeving. In overleg met gemeenten en instellingen brengen wij knelpunten in kaart en maken wij analyses op basis van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens. Vervolgens faciliteren wij de gekozen aanpak van de knelpunten, die zich kenmerkt door zowel op uitvoerend als bestuurlijk niveau maatschappelijke problemen positief te beïnvloeden. 5

2. VISIE 2.1 Zelfredzaamheid De beleidsterreinen Welzijn, Onderwijs en Economie kennen verschillende maatschappelijke waarden, zoals zelfredzaamheid, ontplooiingsmogelijkheden, maatschappelijke participatie, goed onderwijs en leefbaarheid. Deze waarden staan niet los van elkaar. Ze hebben alles met elkaar te maken en kunnen alleen dankzij elkaar bestaan. Toch richt deze notitie zich op het begrip zelfredzaamheid. Hierbij gaat het om het jezelf kunnen redden in de Nederlandse samenleving. Je ontwikkelt jezelf en biedt anderen ruimte voor hun ontwikkeling. Het gaat ondermeer om de aspecten: Taal (maatschappelijke zelfredzaamheid); Levensonderhoud (economische zelfredzaamheid); Huishouden (praktische zelfredzaamheid); Gezondheid (hygiënische zelfredzaamheid); Veiligheid (sociale zelfredzaamheid); Maatschappelijke navigatie (maatschappelijke zelfredzaamheid). Het is op dit moment slechts beperkt mogelijk om te meten in hoeverre jongeren van 23 jaar zelfredzaam zijn. Voor de meeste aspecten van zelfredzaamheid gelden namelijk geen taakstellingen. Alleen voor het zelf kunnen voorzien in het levensonderhoud is gesteld dat iedereen, voor zover mogelijk, op zijn of haar 23ste een startkwalificatie moet hebben en een betaalde baan. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of een mbo-diploma op niveau 2. Voor de andere aspecten zijn geen duidelijke criteria gesteld, waaraan kan worden getoetst of men voldoende zelfredzaam is. Voor jongeren uit het Praktijk Onderwijs geldt dat zij een arbeidskwalificatie hebben wanneer zij de school verlaten. Zij hebben een kwalificatie, indien zij niveau 1 van het MBO bereiken. 2.2 Verantwoordelijkheden Het de bedoeling dat jongeren dankzij de combinatie van opvoeding, onderwijs en zorg op termijn in staat zijn om zichzelf te redden. Er zullen overigens altijd mensen zijn die blijvende zorg of hulpverlening nodig hebben. Allereerst zijn ouders verantwoordelijk voor de zelfredzaamheid van hun kinderen. In een later stadium ligt deze verantwoordelijkheid bij de jongere zelf. Op de tweede plaats is de school verantwoordelijk voor deze ontwikkeling. Samen met ouders kan het onderwijs de hulp inroepen van andere instanties, wanneer dit nodig is. De school heeft wat hulpverlening betreft wel grenzen. Die zijn bereikt wanneer men constateert dat de problemen van de leerling het leerproces zo in de weg staan, dat het geven van onderwijs niet meer mogelijk is. Ook wanneer de veiligheid van onderwijzend personeel en medeleerlingen in het geding komt, zijn de grenzen bereikt. Met name in deze situatie is het belangrijk dat iemand zich verantwoordelijk voelt voor de verdere zelfredzaamheidsontwikkeling van de betrokken jongere. Hetzelfde geldt voor het moment waarop een jongere niet meer staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling, terwijl hij of zij wel leerplichtig is. De gemeente is in dit rijtje als derde verantwoordelijk. 2.3 Maatschappelijke loopbaan Om mensen zo zelfredzaam mogelijk te laten zijn is een maatschappelijke loopbaan uitgestippeld. De loopbaan is voor elk individu verschillend. De loopbaan wordt bepaald door leeftijd, deelname aan scholing, zorg en werk. De loopbaan bestaat uit voorschoolse voorzieningen, onderwijs, zorg en werk. Deze loopbaan kent twee sporen. Het eerste spoor bestaat uit onderwijs en werk, al dan niet in combinatie met zorg. De meeste mensen volgen dit traject. Het tweede spoor bestaat uit langdurige zorg, al dan niet in combinatie met onderwijs en werk. Ook dit spoor richt zich op een zo groot mogelijke zelfredzaamheid van de betrokkenen, al hebben velen van hen blijvende zorg nodig 6

vanwege hun handicap of beperking. Deze notitie richt zich op het eerste spoor binnen de maatschappelijke loopbaan, die bestaat uit vijf fasen (figuur 1): voorschoolse periode (0 tot 4 jaar); basisonderwijs (4 tot 12 jaar); voortgezet - en beroepsonderwijs voor leerplichtigen (12 tot 17 jaar); scholing gericht op het halen van een startkwalificatie of het vinden van werk (17 tot 23 jaar); studie en werk (vanaf 23 jaar). Voor verreweg de meeste mensen geldt dat ze deze door de maatschappij gefaciliteerde loopbaan zonder al te grote problemen doorlopen. Door omstandigheden kunnen mensen uitvallen, waardoor ze zichzelf op termijn niet zelf kunnen redden. Om deze mensen terug naar school of werk te begeleiden, bestaan er allerlei zorg- en reïntegratieactiviteiten. Die richten zich op het terugleiden van mensen naar de maatschappelijke loopbaan, terug op weg naar zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid voor iedereen? Een aantal malen is in deze notitie al benoemd dat het behalen van een (start)kwalificatie en werk niet voor iedereen is weggelegd. Dit wordt veroorzaakt door niet kunnen (lichamelijk- en/of verstandelijk gehandicapten dan wel sociaal-emotionele problemen). Ook is er een categorie die niet wil vanwege sociaal-emotionele problemen, gezins- en/of drugsproblematiek. Wij zijn ons terdege bewust van deze problematiek. In voorgaande beleidsperiode hebben wij hier ook nadrukkelijk aandacht aan besteed en dat zullen wij ook blijven doen. Wij zijn echter van mening dat ondanks de individuele beperkingen de ambitie moet blijven bestaan deze jongeren zelfredzaam te laten zijn. Uitgaande van hun kansen en rekening houdend met hun beperkingen, waarbij de ondersteunende instellingen zorg op maat bieden voor een ieder. 0 4 12 17 23 Spoor 1: onderwijs en werk Spoor 2: blijvende zorg zelfredzaamheid zorg en reïntegratietrajecten Figuur 1: Weergave van de maatschappelijke loopbaan en terugleidende zorg- en reïntegratietrajecten. 2.4 Zorg- en reïntegratietrajecten De zorgtrajecten die worden ingezet om jongeren terug te leiden naar school bestaan uit een aantal algemene stappen, zoals: signaleren, diagnosticeren, doorleiden, opstellen zorgplan en zorgverlening. De taken die de regievoerder in deze trajecten heeft zijn: monitoren, coördineren en het bewaken van de voortgang. Deze zorgtrajecten worden uitgevoerd door diverse instellingen, zoals bijvoorbeeld Jeugdzorg, Geestelijke Gezondheids Zorg (GGZ), Jeugdgezondheidszorg en gemeentelijke diensten als Regionale Meld- en Coördinatiepunt (RMC), leerplicht en sociale dienst. Ook de reïntegratietrajecten gericht op terugkeer naar werk, bestaan uit een aantal algemene stappen, zoals intake, assessment, aanbodversterking, bemiddeling en nazorg of begeleiding op de werkplek. De taken van de regievoerder zijn ook hier monitoren, coördineren en het bewaken van de voortgang. Bij de reïntegratietrajecten richting werk zijn eveneens diverse organisaties betrokken, zoals gemeenten, 7

Centra voor Werk en Inkomen (CWI), Uitvoerende Werknemers Verzekeringen (UWV) en reïntegratiebedrijven. 2.5 De regie Vanuit het wettelijk kader is de woongemeente van de jongere de meest geschikte instantie om de regie te voeren over de maatschappelijke loopbaan (figuur 2). De woongemeente kan worden beschouwd als de verantwoordelijke voor de regie met betrekking tot de maatschappelijke loopbaan. Dit betekent dat de lokale overheid verantwoordelijk is voor voortgang en afstemming tussen de overgangen in de verschillende fasen. Veel uitvoerende organisaties opereren echter vaak vanuit een andere dan de woongemeente. Zorgvuldige afstemming tussen alle betrokken organisaties is dan ook noodzakelijk. Het moet duidelijk zijn wie de regie voert en welke stappen moeten worden gezet om het gewenste resultaat te bereiken. Figuur 2: Verantwoordelijkheden en wettelijk kader in de maatschappelijke loopbaan. woongemeente kinderopvang/peuterspeelzaalwerk 0 primair onderwijs speciaal / voortgezet / beroepsonderwijs Spoor 1: onderwijs en werk Spoor 2: blijvende zorg zelfredzaamheid 0 4 jaar 5 12 jaar 13 17 jaar 18 23 jaar Wet collectieve preventie Wet maatschappelijke ondersteuning Wet op de jeugdzor Wet primair onderwijs Wet voortgezet onderwijs Wet regionale expertise centra Leerplichtwet Wet educatie & beroepsonderwijs Wet regionale meld&coördinatiepunten Wet werk en bijstand Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk & inkomen Wet sociale werkvoorziening Wet arbeidsongeschiktheidsvoorz. jonggehandicapt.wajong Uitgangspunt van de figuur is dat binnen elke fase ook een andere regievoerder kan worden aangewezen. Voor de voorschoolse fase is dat bijvoorbeeld de woongemeente, voor het primair onderwijs zijn dat de basisscholen en voor het voortgezet en beroepsonderwijs zijn dat de desbetreffende onderwijsinstellingen. Voor de niet leerplichtigen zonder startkwalificatie is dat weer de woongemeente. Voor elke fase is de regievoerder verantwoordelijk voor de voortgang binnen die fase. Als zich knelpunten voordoen zet de regievoerder de benodigde stappen. De regievoerder wordt op deze manier gezien als de eigenaar van het betreffende zorgtraject. 8

Het overzicht is met betrekking tot de wettelijke kaders en verantwoordelijkheden niet volledig. Het overzicht maakt wel inzichtelijk met welk woud aan verantwoordelijkheden en wetten jongeren en ouders geconfronteerd worden. Dit geldt ook voor betrokken gemeenten en instellingen. Veel wetten wijzigen (tussentijds) of worden de laatste jaren in hoog tempo aangepast. Wetgeving is niet altijd kraak helder met betrekking tot verantwoordelijkheden. Er is overlap in wetgeving. Dit alles kan leiden tot verwarring en onduidelijkheid. Voor de jongeren en hun ouders (maar ook voor de instellingen) bemoeilijkt voorgaande het proces tot zelfredzaamheid. Wij zijn van mening dat wij hier in samenwerking met gemeenten en instellingen de taak hebben om hierop toe te zien. Ketenregie te voeren, spanningsvelden op te lossen, problemen en regievoerder helder te krijgen dan wel (voorlopig) vast te stellen, kwalitatief en kwantitatief, actie te ondernemen naar het rijk en betrokken gemeenten en instellingen indien de keten stagneert. Uitgangspunt hierbij is zoals verwoord dat wij geen verantwoordelijkheden overnemen maar signaleren, initieren, en faciliteren. Hiermee sluiten wij ons aan bij het IPO advies dat de commissie Simons heeft opgesteld (bron Sociaal Rapport Commissie Simons, mei 2002). 9

3. DE AANPAK Onze ambitie is dat alle Groningse jongeren zich op 23-jarige leeftijd zelf kunnen redden in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Om dit te kunnen realiseren hebben wij drie speerpunten, waarin staat welke thema s (maatregelen activiteiten) de komende tijd aangepakt worden: Het gaat om de Speerpunten: Alle jongeren in beeld; Alle jongeren een startkwalificatie; Alle jongeren werk. 3.1 Alle jongeren in beeld Wij vinden het noodzakelijk dat alle jongeren tijdens hun maatschappelijke loopbaan op provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau in beeld zijn. Op dit moment zijn veel jongeren bij diverse instanties in beeld, maar ontbreekt een totaaloverzicht. De aard van de problematiek die tijdens de maatschappelijke loopbaan optreedt is in veel gevallen bekend. Het is echter onvoldoende duidelijk hoeveel jongeren met deze problemen te maken hebben, zoals bijvoorbeeld schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Daarom stellen wij alles in het werk om duidelijkheid te krijgen in de verschillende stromen binnen de maatschappelijke loopbaan. Verder willen wij de maatschappelijke loopbaan in termen van zelfredzaamheid vaststellen. Maatregelen: Uitbreiding en voortzetting van de JONG-monitor. Nog niet alle gemeenten doen mee. Uitbreiding JONG-monitor met registratieresultaten op het gebied van zelfredzaamheid. Op bestuurlijk en uitvoerend niveau afspraken maken met gemeenten en scholen over uniforme uitwisseling van gegevens, zodat conform de wetgeving kan worden voldaan aan volledige en betrouwbare gemeentelijke leerlingenadministratie. Versterking regierol van gemeenten tijdens de maatschappelijke loopbaan van jongeren. 3.2 Alle jongeren een startkwalificatie Een belangrijk aspect van zelfredzaamheid is het zelf in je levensonderhoud kunnen voorzien. Hierbij gaat het om het hebben en houden van werk. Zeker voor jongeren is hierin het hebben van een startkwalificatie een belangrijke voorwaarde. Wij willen in alle regio s de uitvoering van de sluitende aanpak voor jongeren stimuleren. Maatregelen: 0 tot 4-jarigen Investering in de voor- en vroegschoolse periode. Er voor zorgen dat alle gemeenten voldoende voorschoolse voorzieningen hebben met professioneel en deskundig personeel. Monitoren of met name risicogroepen gebruik maken van deze voorzieningen. Versterking van de samenhang tussen voor- en vroegschoolse voorzieningen (vve-beleid). Investering in opvoedingsondersteuning aan ouders van zogeheten risicokinderen. 10

0 tot 12-jarigen Verdere implementatie van het project Samenwerking Jeugdzorg met basisonderwijs en voorschoolse voorzieningen om sociaal-emotionele problemen te voorkomen. Dit kan door oprichting van consultatie- en zorgteams, waarin jeugdzorg, basisonderwijs en voorschoolse voorzieningen participeren. Het is aan te bevelen om hierin samen te werken met de onderwijsbegeleidingsdiensten, Jeugdgezondheidszorg 0 4 jaar en 4 19 jaar (Thuiszorg en GGD) en de lokale voorzieningen voor Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). 12 tot 22-jarigen Uitbreiding Waddenmodel naar andere regio s in de provincie. Verbetering preventie en vroegtijdige onderkenning van achterstanden en psychosociale problemen door kwaliteitsverbetering van de Preventieunits in het voorgezet onderwijs en op de Regionale Opleidings Centra en Agrarische Opleidingscentra. Optimalisering aansluiting tussen in- en externe zorgstructuren op scholen. Versterking infrastructuur van schakel- en spijbelopvangprojecten. Verbetering samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg. Instelling van regionale stuurgroepen waarin onderwijs, gemeenten en provincie vertegenwoordigd zijn. Terugdringing uitval uit het vmbo en mbo, zodat alle deelnemers hun opleiding afmaken en een startkwalificatie halen. Er is nog onvoldoende duidelijkheid waar deze uitval door wordt veroorzaakt en op welke wijze en met welke partners deze problemen kunnen worden aangepakt. Meer schoolverlaters die nu herplaatst worden naar de volledige dagopleiding toeleiden naar duaal leren (BBL-trajecten) in samenwerking met het project MKB Leerbanen. Meer praktijkgericht leren in het vmbo mbo (Noordelijk opleiden = beter leren, advies van het CMO aan het SNN juli 2004). 0 tot 23-jarigen De verantwoordelijkheden en taken van de instanties die zich met jongeren, en de hulp- en zorgverlening aan jongeren bezighouden, in kaart brengen. 3.3 Alle jongeren werk Een deel van de jongeren - met of zonder startkwalificatie - is werkloos. De verwachting is dat dit aantal zal toenemen. Al deze jongeren moeten aan het werk worden geholpen. Wij stellen een startkwalificatie boven werk, wanneer het gaat om jongeren die niet in het bezit zijn van een havo-, vwo-, of mbo-diploma. Wij vinden dat de mogelijkheden van werkend leren optimaal benut moeten worden. Maatregelen: De gevolgen van de vernieuwde Wet Werk en Bijstand (WWB) en de gevolgen van de WIW, jongeren in kaart brengen en de informatie-uitwisseling stimuleren over de manier waarop gemeenten omgaan met het startkwalificatiebeleid en de inzet van middelen vanuit onder andere het Fonds Werk en Inkomen (SUWI). Matchen beroepsonderwijs met vraag naar personeel. Werkgevers stimuleren om opleidingsplaatsen richting een startkwalificatie voor jongeren te realiseren. Meer aandacht voor duaal leren. 11

Werkend leren stimuleren. Met name voor de groep werkenden zonder startkwalificatie om alsnog door middel van een BBL-opleiding een startkwalificatie te behalen. Verbetering begeleiding van jongeren die uitstromen uit het praktijkonderwijs en speciaal onderwijs richting gesubsidieerde arbeidsmarkt. Met name door duaal leren (BBL assistent niveau) te stimuleren. 3.4. Kwantitatieve gegevens Om een helder beeld te krijgen van de bestaande en de gewenste situatie, is allereerst een overzicht nodig van de huidige cijfers en activiteiten. Die staan in dit hoofdstuk. Op 1 januari 2003 telt de provincie Groningen ruim 159.000 jongeren. Regio N Noord-Groningen (Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, 32.507 Ten Boer, Winsum) Centraal Groningen (Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappermeer, Leek, 86.915 Marum, Slochteren, Zuidhorn) Oost Groningen (Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, 40.019 Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, Winschoten) Totaal 159.441 Tabel 1: aantal 0-23 jarigen per regio (Bron: CBS). De provincie is op basis van de RMC-wet verdeeld in drie regio s. Elke regio heeft een contactgemeente, die verantwoordelijk is voor de registratie, coördinatie en doorverwijzing van voortijdig schoolverlaters. Dit zijn jongeren die gedurende een aaneengesloten periode van één maand niet op school zijn verschenen en jongeren die bij een school uitgeschreven worden zonder dat ze een startkwalificatie hebben behaald. Dus ook jongeren die wel in het bezit zijn van een vmbo-diploma. Op 1 januari 2003 telt de provincie Groningen ruim 81.000 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 22 jaar. In het schooljaar 2002/2003 (1 augustus 2002 t/m 31 juli 2003) werd 5% hiervan als voortijdig schoolverlater bij 1 van de 3 RMC s gemeld. Regio (indeling: RMC-regio s) N % van totaal aantal 12-23 jarige inwoners per regio Noord-Groningen (Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, Ten Boer, Winsum) 716 4,7 % Centraal Groningen (Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappermeer, Leek, Marum, Slochteren, Zuidhorn) 2.987 6,3 % Oost Groningen (Bellingwedde, Menterwolde, Pekela, Reiderland, Scheemda, Stadskanaal, Veendam, Vlagtwedde, 388 2,1 % Winschoten) Totaal 4.091 5,0 % Tabel 2: Aantal voortijdig schoolverlaters schooljaar 2002/2003 (Bron: RMC effectrapportage 2003, CBS). 12

Jeugdwerkloosheid Het CWI houdt bij hoeveel jongeren, jonger dan 23 jaar, zich gemeld hebben als niet-werkend werkzoekend (NWW). In de nu volgende tabel staat per RMC-regio opgesomd hoeveel jongeren zich bij het CWI hebben gemeld. RMC-Regio Aantal werkzoekenden in januari 2003 Aantal werkzoekenden in januari 2004 Mutatie 2004 t.o.v. 2003 absoluut en relatief RMC Noord Groningen 609 629 20 (+3%) RMC Centraal Groningen 1.439 1.812 373 (+26%) RMC Oost Groningen 872 1.012 140 (+16%) Totaal 2.920 3.453 514 (+18%) Tabel 3: Jeugdwerkloosheid op 1/1/2003 en 1/1/2004 (Bron: CWI) Hieruit volgt dat de jeugdwerkloosheid in het afgelopen jaar met 18% is gestegen. Centraal Groningen heeft het hoogste aantal werkloze jongeren. Gezien het feit dat deze regio de meeste inwoners heeft, is dit niet verwonderlijk. Om de regio s met elkaar te kunnen vergelijken, is ook gekeken naar de relatieve stijging van de jeugdwerkloosheid. Dan blijkt dat de jeugdwerkloosheid in de regio Centraal Groningen het snelst gestegen is, namelijk met 26%. Opvallend is dat het aantal werklozen in de regio Noord Groningen amper gestegen is. De groep werkzoekende jongeren bestaat voor 60% uit mannen en voor 40% uit vrouwen. Het CWI houdt ook het opleidingsniveau van de jongeren bij. Bijna 37% van de jongeren die zich gemeld heeft, heeft een opleiding op het mbo, havo of vwo gehad. Bijna 50% heeft een opleiding op vmbo-niveau genoten. Bijna 10% zegt een opleiding lager dan het vmbo te hebben gehad. Bij de jongeren met alleen een vmbo-opleiding of lager mag er vanuit gegaan worden dat ze geen startkwalificatie hebben. De overige ingeschrevenen hebben een hbo-, wo of andere opleiding gevolgd. Hoewel het een schatting betreft, mag worden aangenomen dat van de 3.453 jongeren die in januari 2004 bij het CWI ingeschreven stonden 1.988 jongeren (58%) geen startkwalificatie hebben en dus gemeld moeten worden bij het RMC. Het CWI controleert niet op startkwalificatie. De ervaring leert dat het aantal jongeren zonder startkwalificatie hoger ligt dan de zojuist genoemde 58%. 3.5. Kwalitatieve gegevens (zelfredzaamheidsproblematiek in beeld) Binnen de schoolloopbaan die jongeren doorlopen is een aantal verbeterpunten te noemen waar de komende jaren aandacht aan besteed moet worden. In het nu volgende schema wordt uiteengezet waar deze verbeterpunten zich voornamelijk voordoen. Uitgangspunt is de schoolloopbaan van jongeren richting het behalen van een startkwalificatie. De schoolloopbaan begint in de kinderopvang of peuterspeelzaal en loopt via het middelbaar beroepsonderwijs/hbo/wo tot het moment dat een jongere met startkwalificatie het onderwijs verlaat richting de arbeidsmarkt. Hoewel de aandacht in deze notitie primair gericht is op de jongeren die gebruik maken van het vmbo/pro en beroepsonderwijs, is er voor gekozen om de hele schoolloopbaan in beeld te brengen. Dit om te benadrukken dat het succesvol doorlopen van het vmbo/pro/mbo mede afhangt van de start die gemaakt is in de voorschoolse voorzieningen en het primair onderwijs. Daarnaast wordt onderstreept dat het vmbo/pro/mbo uiteindelijk gericht is op het behalen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Gelukkig verloopt de schoolloopbaan bij de meeste jongeren probleemloos. Wanneer er zich problemen voordoen, moet er door inzet van zorg- of hulpverlening voor gezorgd worden dat de jongere zijn of haar schoolloopbaan kan vervolgen. Het is daarom van belang dat problemen tijdig gesignaleerd worden, dat er een effectieve aanpak wordt ingezet door de verantwoordelijke instantie, die waar nodig goed overgedragen wordt aan de (onderwijs)instelling waar de jongere zijn of haar loopbaan vervolgt. Een doorlopende leer- en zorglijn is een noodzakelijke voorwaarde voor een ononderbroken schoolloopbaan. Dit om te voorkomen dat jongeren tussen wal en schip vallen of dat instanties langs elkaar heen werken. 13

In het schema wordt onderscheid gemaakt naar drie typen verbeterpunten. Verbeterpunten in de schoolloopbaan Hieronder wordt verstaan problemen die primair bij de jongere zelf liggen of zich voordoen in het gezin waar de jongere uitkomt. Verbeterpunten in de zorgketen Wanneer de problemen niet zozeer bij de jongere zelf liggen maar eerder in het onvermogen van de instanties (onderwijsinstellingen gemeenten hulpverleningsinstanties) om een effectieve aanpak voor de jongere en zijn of haar gezin in te zetten, wordt gesproken van verbeterpunten in de zorgketen. Overgangsverbeterpunten Wanneer jongeren die van de ene naar de andere onderwijsinstelling overgaan, problemen ondervinden als gevolg van onvolledige of ontbrekende overdracht van onderwijs- en zorggegevens is er sprake van overgangsverbeterpunten. Op de volgende pagina worden de verbeterpunten per categorie van jongeren in hun maatschappelijke loopbaan in beeld gebracht. 14

Overgangsverbeterpunten: overdracht tussen voorschoolse voorzieningen en primair onderwijs Overgangsverbeterpunten: overdracht tussen primair en voortgezet onderwijs Overgangsverbeterpunten: overdracht tussen voortgezet onderwijs en vervolgonderwijs 0 4 jaar peuterspeelzaal en kinderopvang Verbeterpunten loopbaan ontwikkelingsachterstanden; kindermishandeling; opvoedingsonmacht van ouders; problemen van de ouders. 4 12 jaar primair onderwijs Verbeterpunten loopbaan schoolverzuim; gedragsproblemen; leerproblemen; kindermishandeling; opvoedingsonmacht; problemen van de ouders. politiecontacten 12 18 jaar vo rec Verbeterpunten loopbaan schoolverzuim; voortijdig schoolverlaten (vmbo); psychosociale problemen; kindermishandeling; opvoedingsonmacht; criminaliteit (politiecontacten); jeugdwerkloosheid. tienerzwangerschap 16 23 jaar mbo hbo wo Arbeidsmarkt Verbeterpunten.loopbaan schoolverzuim; voortijdig schoolverlaten (uitval op mbo); criminaliteit; jeugdwerkloosheid. tienerzwangerschap ZELFREDZAAM STARTKWALIFICATIE havo/vwo-diploma mbo-diploma niveau 2 Verbeterpunten in de zorgketen capaciteit en professionaliteit voorschoolse voorzieningen; deelname (met name risicogroepen) aan voorschoolse voorzieningen; deskundigheid bij kinderopvang en peuterspeelzalen om ontwikkelingsachterstanden te signaleren en aan te pakken; overdracht verloskundige, kraamverzorging, ouder- en kindzorg, GGD; rollen en verantwoordelijkheden voorschoolse voorzieningen en zorg- en hulpverleningsinstanties. n Verbeterpunten in de zorgketen rollen en verantwoordelijkheden basisonderwijs, zorg & hulpverleningsinstanties; deskundigheid basisonderwijs m.b.t. signaleren en behandelen sociaal emotionele problemen en gedragsproblematiek; vroegtijdig inschakelen ouders bij problematiek kinderen en bereik risicogroepen. Verbetepunten in de zorgketen samenwerking vo en instanties (grenzen van schoolse zorg); rollen en verantwoordelijkheden vo en zorg- & hulpverleningsinstanties; leerlingen met rec-indicatie op vo; afstemming instanties bij jongeren die niet meer op school zitten; kwaliteit zorg op (vmbo)scholen; monitoring van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens op vo; meld- registratie- en coördinatie-structuur schoolverzuim en vsv; zorgleerlingen isk (ama s). Verbeterpunten in de zorgketen samenwerking onderwijs en (hulpverlenings)instanties en arbeidsmarkt; samenwerking tussen instanties bij jongeren die niet meer op school zitten; meld- registratie- en coördinatie-structuur schoolverzuim en vsv; volledigheid en betrouwbaarheid RMC-registratie; samenwerking tussen instanties bij jongeren die niet meer op school zitten; sluitende aanpak naar startkwalificatie werk; aanpak werkenden zonder startkwalificatie; doorstroom pro- en rec-leerlingen naar arbeidsmarkt; wachtlijst instroom wiw/wsw. Verbeterpunten in de zorgketen voor de hele maatschappelijk loopbaan: Volledigheid en betrouwbaarheid gemeentelijke leerplichtregistratie, formatie voor leerplicht- en RMC-taken, afstemming instanties bij multi-problemgezinnen, samenwerking gemeente onderwijsinstellingen arbeidsmarkt, gevolgen wet op de jeugdzorg (onder andere taakstelling gemeenten en samenwerking jeugdzorg en onderwijs), afstemming en samenwerking gemeentelijke diensten: SZW welzijn onderwijs, wachtlijsten en/of wachttijd AMK, jeugdzorg, REC, samenwerking tussen provinciaal werkende instellingen (Justitie, Halt, Raad voor de Kinderbescherming) en lokaal werkende instellingen. 15

4. LOPENDE PROVINCIALE PROJECTEN Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste actiepunten en thema s rond 0 tot 23-jarigen van de afdeling Onderwijs, Zorg en Welzijn en Economische Zaken van de provincie Groningen. Een aantal benoemde activiteiten en thema s lopen van 2004 door naar 2005-2008. Deze worden per jaar opgenomen en uitgewerkt in een uitvoeringsplan. Afdeling Welzijn vanuit onderwijs Verhoging kwaliteit van het beroepsonderwijs door versterking van de zorgstructuur. Versterking van de interne zorgstructuur binnen het voortgezet onderwijs. Versterking van de samenwerking tussen de in- en externe zorgstructuren, zoals leerplicht, RMC, jeugdzorg en dergelijke. Versterking registratie van relevante zorginformatie binnen po, vo en mbo. Verbetering overdracht van relevante zorginformatie van po naar vo en mbo. Versterking interne opvangstructuur binnen het vo voor moeilijke leerlingen. Verhoging kwaliteit van het beroepsonderwijs door meer diversiteit in pedagogisch didactische werkvormen binnen het vo en mbo. Bevordering van zelfstandig theoretisch en praktisch leren, inclusief coachende begeleiding. Inrichting van praktijkplekken binnen de onderwijsomgeving. Intensivering van het leren toepassen van ICT binnen het leerproces. Ongehinderde doorloop van de Basis Beroepsgerichte Leerweg (BBL) naar mbo niveau 1 of 2. Versterking leerwerktrajecten voor het vo en doorloop in het mbo. Versterking theoretische leerweg van het vmbo, inclusief uitgebreide beroepenoriëntatie. Versterking regionale samenwerking in het kader van regionale arrangementen. Versterking infrastructuur van schakel- en spijbelopvangprojecten in Stadskanaal en Noord- Groningen. Verbetering kwaliteit van het beroepsonderwijs door samenwerking met andere partijen. Versterking relatie van het Samenwerkingsverband vo/vso met gemeenten. Versterking samenwerking van het onderwijs met lokale en regionale ondernemers. Ontwikkeling leerwerkplekken door medewerking aan Duizend leerbanen MKB voor Noord- Nederland. Verbetering rendement van het beroepsonderwijs. Strakkere uitvoering registratie en meldplicht van vo en mbo naar leerplicht en RMC. Bevordering toeleiding via duale trajecten naar de arbeidsmarkt. Sluitende aanpak voor werkloze jongeren en jongeren zonder startkwalificatie. Waddenmodel in Noord-Groningen, Sluitende aanpak Veendam, Menterwolde en Pekela, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Slochteren en Stadskanaal. Ontwikkeling van een monitor- en informatiesysteem jeugd en onderwijs monitor JONG. Sluitende aanpak voor werkloze jongeren en jongeren zonder startkwalificatie. Praktijkonderwijs en Regionale Expertise Centra en de toeleiding naar de gesubsidieerde arbeidsmarkt. Afdeling Welzijn, vanuit Welzijn en Zorg: (Beleidsplan Zorg en Welzijn) Provinciaal speerpunt Jeugd en Veiligheid. Ondersteuning gemeenten bij het maken van een actieplan preventie jeugdcriminaliteit, overlast en vandalisme. Ondersteuning gemeenten bij uitvoering van het actieplan. Ontwikkeling van actieplannen Jongeren, school en veiligheid op scholen voor voortgezet onderwijs in de provincie Groningen. Ontwikkeling methodiek Netwerk 12+ voor jongeren met dreigende problemen in Hoogezand/Sappemeer (proef) en later in andere gemeenten. 16

Stimulering invoering van Preventieunits op vo-scholen en roc s. Project Intersectorale Opvoedingsondersteuning Groningen om de opvoedingsondersteuning voor 0 tot12-jarigen in de provincie beter op elkaar af te stemmen. Provinciaal speerpunt Huiselijk geweld, het opzetten van een meld- advies- en steunstructuur voor huiselijk geweld. Project Vergroten weerbaarheid van kinderen voor kinderen tot 12 jaar, die getuige zijn van geweld of het risico lopen met geweld in aanraking te komen. Samenwerking Jeugdzorg, basisonderwijs en voorschoolse voorzieningen. Hierbij gaat het om implementatie en ontwikkeling van een multidisciplinaire zorgstructuur in de directe omgeving van de school, waar kinderen met sociaal-emotionele problemen kunnen worden aangemeld. De structuur is gericht op het ontlasten van het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen. 10 voor toekomst, project voor gezinnen met ernstige meervoudige problemen. Het gaat om integrale begeleiding van gezinnen met kinderen tot 12 jaar die hun zelfstandigheid dreigen te verliezen. Verschillende projecten en activiteiten binnen de gebiedsgerichte aanpak, zoals: beleid 0 tot 6-jarigen en professionalisering van peuterspeelzalen in het Westerkwartier en Noord-Groningen; ondersteuning van integraal preventief jeugdbeleid in het Westerkwartier; relatie jeugdbeleid, jeugdgezondheidsbeleid en onderwijsachterstandenbeleid in het Westerkwartier; realisatie van een ondersteuningsstructuur voor jongerenwerkers in Oldambt; verbetering van de ondersteuningsstructuur voor randgroepjongeren in Oldambt, Stadskanaal en Vlagtwedde; uitgaansroutes voor jongeren en omwonenden veiliger maken in Oldambt; sluitende aanpak/rmc+ in Veendam, Pekela en Menterwolde; ontwikkeling van activiteiten voor Jeugd in de Buurt in Veendam, Pekela, en Menterwolde; ontwikkeling en uitvoering van jeugdparticipatie in het Westerkwartier. Afdeling Economische Zaken (Arbeidsmarkt) Bron Notitie 2004 Groningen maakt werk van werk. Integrale aanpak: Zorg voor Werk: samenwerking tussen ziekenhuizen en zorginstellingen op het gebied van scholing van nieuw personeel Waterzijdig inregelen (WZI): promotie en werving van gebouwen en installateurs voor het opleiden tot WZI-monteur Glastuinbouw Eemsmond: werving en scholing personeel in de tuinbouwsector. Vaarverbinding Erica-Ter Apel: werving en scholing van werkloos werkzoekenden die worden geschoold en uitgeplaatst op werkzaamheden die voortvloeien uit het toeristisch project. Informatie en Onderzoek Geoshare. Pilot waarin de in- en uitstroomgegevens van leerlingen in kaart worden gebracht en beschikbaar worden gesteld voor een website. Optimalisatie arbeidsmarktinformatie: Regionale projecten verzamelpunt: digitaal verzamelpunt voor arbeidsmarktprojecten op provinciale en/of noordelijke schaal. Onderwijs en bedrijfsleven: Het stimuleren en begeleiden van projecten die tot doel hebben onderwijsvernieuwing tot stand te brengen op basis van de vraag van het bedrijfsleven. Er vindt afstemming en samenwerking met onderwijs plaats. Initiatieven waar op dit moment al op wordt samengewerkt zijn Technasium en Wischoter Onderwijs Campus. 17

Het stimuleren van innovatieve clusters van (hoger) onderwijs en bedrijvigheid (bijvoorbeeld Technomatch. Het stimuleren van projecten die passen binnen de kompasmaatregel Verbetering werking arbeidsmarkt. Verbetering beroepsvoorlichting Aan de hand van best practices en in overleg met branches, bedrijven en onderwijs een methode ontwikkelen om de beroepsvoorlichting aan leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs te verbeteren. Hierin wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de vraag naar werk in regionaal perspectief. Discrepantie tussen vraag en aanbod: Het in kaart brengen van de discrepantie tussen afgesturdeerden en de vraag vanuit het bedrijfsleven De vertaalslag van onderwijs naar bedrijven: pilot waarin het onderwijs en een branchevereniging de vertaalslag maken van de theorie naar de praktijk van individuele bedrijven. Jeugd en arbeidsmarkt: Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk: diverse deelprojecten die beogen een sluitende aanpak van jongeren naar een startkwalificatie en werk te bevorderen. ondersteunen van de CWI Instapbanen, deelname aan de stuurgroep MKB Leerbanen: leerbanen die in samenwerking tussen het regionale bedrijfsleven en regionale opleidingscentra gegenereerd worden: deelname aan de stuurgroep. Thema-conferentie jeugdwerkloosheid in SNN-verband en in samenwerking met de Taskforce jeugdwerkloosheid: tussenevaluatie van lopende intiatieven ter bestrijding van jeugdwerkloosheid. Jongerenpaspoort: EVC-assessment voor werkloze en werkende jongeren zonder Startkwalificatie Een leven lang leren Vergrijzing in cijfers: onderzoek naar uitstroom binnen bepaalde sectoren (onderwijs, overheid, industrie en gezondheidszorg). ESF-pilot: samenwerkingsverband tussen SNN en ministerie van SZW: Stimuleren van scholingsprojecten en neerslaan ESF-gelden in Noord Nederland. De ESF-projecten dragen bij aan een leven lang leren. a) inhaalsalg met niet (beroeps)gekwalificeerde medewerkers (werkenden) b) inhaalslag met gemeenten/uwv een hogeren reintegratiedoelstelling realiseren (werkzoekenden) Wet Werk en Bijstand Monitoring van de Wet Werk en Bijstand: Halfjaarlijkse monitoring naar de gevolgen van de Wet Werk en Bijstand. 18

5. LIJST MET AFKORTINGEN AOC,s Agrarisch Opleidings Centra AMA Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker AMW Algemeen Maatschappelijk Werk BBL Beroeps Begeleidende Leerweg CMO Groningen Provinciaal Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen CWI Centrum voor Werk en Inkomen GGD Gemeentelijke Gezondheids Dienst GGZ Geestelijke Gezondheids Zorg HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs HBO Hoger Beroeps Onderwijs JONG-monitor Jeugd- en Onderwijs Monitor Provincie Groningen LWOO Leerwegondersteunend Onderwijs MKB Midden en Klein Bedrijf NWW Niet-Werkend Werkzoekend OCW Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen PO Primair Onderwijs PRO Praktijk Onderwijs REC Regionale Expertise Centra (voormalig speciaal onderwijs): De REC zijn ingedeeld in zogenoemde clusters afhankelijk van de specifieke deskundigheid die zij hebben over het onderwijs hebben aan kinderen met een bepaalde stoornis of beperking. De scholen zijn als volgt ingedeeld: cluster 1 (scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn, scholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen), cluster 2: (scholen voor kinderen die doof zijn, scholen voor kinderen die slechthoren zijn (SH), scholen voor meervoudig gehandicapte dove of slechthorende kinderen, scholen voor kinderen met ernstige spraak- en/of taalmoeilijkheden (ESM)), cluster 3: scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK), scholen voor meervoudig gehandicapte zeer moeilijk lerende kinderen (laag functionerend), scholen voor langdurig zieke kinderen met somatische problematiek (LZK), scholen voor kinderen met een lichamelijk handicap (mytylscholen), scholen voor meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap (mytylscholen); cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige problemen in het gedrag, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. (ZMOK, Pedologische Instituten (PI), LZK met psychiatrische problematiek). RENN4 Regionale Expertise Centra Noord Nederland, cluster 4: scholen behorend tot cluster 4 in Noord Nederland (provincies Groningen, Friesland) RMC Regionale Meld en Coordinatiepunten ROC,s Regionale Opleiding Centra SVO-VO Speciaal Voortgezet Onderwijs (Praktijkonderwijs) Voortgezet Onderwijs UWV Uitvoerende Werknemers Verzekeringen VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs VO Voortgezet Onderwijs VSV-er Voortijdig Schoolverlater VVE Voor- en Vroegschoolse Educatie VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs WSW Wet Sociale Werkvoorzieningschap 19

NOTA VAN INSPRAAK EN COMMENTAAR ONDERWIJSBELEIDSPLAN HANDIG ZELFSTANDIG 2005-2008 20

Op het voorontwerp Handig Zelfstandig 2005-2008 zijn in totaal vier inspraakreacties binnengekomen. De inspraakprocedure heeft conform de Algemene wet bestuursrecht geduurd van 10 november 2004 tot en met 8 december 2004. Een inspraakreactie is na 8 december binnengekomen maar desondanks toch meegenomen. Het voorontwerp is voor de inspraak ruim in de provincie verspreid onder gemeenten, onderwijsinstellingen en instellingen en organisaties die bij het onderwijs zijn betrokken. Daarnaast zijn belanghebbenden via een advertentie in het Dagblad van het noorden op zaterdag 6 november 2004 op het voorontwerp van het beleidsplan geattendeerd en is hen de mogelijkheid geboden de nota op te vragen bij de provincie of van de provinciale website te downloaden. Naast de inspraakprocedure hebben wij op 26 november 2004 een conferentie Onderwijs Arbeidsmarkt georganiseerd. Het voorontwerp Handig Zelfstandig 2005-2008 en de Uitvoeringsagenda Groningen maakt werk van werk lagen aan deze conferentie ten grondslag. Voor deze conferentie waren uitgenodigd vertegenwoordigers vanuit het onderwijs, instellingen en organisaties die een nauwe relatie hebben met het onderwijs, het bedrijfsleven, commerciële organisaties op het gebied van arbeids- en trajectbemiddeling, onderzoek en adviesbureaus en ambtenaren en bestuurders van Groningse gemeenten. Tijdens de conferentie stonden er drie thema s centraal: Vergrijzing, een leven lang leren en werken en schooluitval. Per thema hebben wij zowel het onderwijs als het bedrijfsleven gevraagd vragen aan elkaar te stellen. Deze manier van werken bracht af en toe een pittige discussie op gang. Naar aanleiding van de conferentie constateren wij dat er gerichte acties nodig zijn om het onderwijs en het bedrijfsleven beter op elkaar aan te laten sluiten. Het is nu vooral zaak om plannen om te zetten in concrete acties. Als vervolg op de conferentie willen wij dan ook graag een aantal vervolgbijeenkomsten rondom bepaalde thema s en sectoren organiseren. Het doel daarbij is om knelpunten binnen een branche of sector te benoemen en concrete projecten op te zetten om deze tegen te gaan. Na de conferentie hebben wij een emailadres geopend waarop aanwezigen nogmaals opgeroepen werden te reageren op de beleidsplannen. Slechts drie personen hebben van dit mailadres gebruik gemaakt om ons te voorzien van voorbeeldprojecten uit de eigen organisatie. De conferentie en de reacties hierop hebben niet geleid tot aanpassingen of wijzigingen in het beleidsplan. Hieronder volgt een overzicht van de inspraakreacties die zijn ontvangen en de inhoud daarvan gevolgd door het commentaar van de provincie hierop. De volgende inspraakreacties zijn ontvangen op de formele inspraakperiode (volgorde van binnenkomst): 1. Samenwerkingsverband 2.03 2. De Wilgenbord 3. Hulpverleningsdienst Groningen 4. Gemeente Stadskanaal De volgende reacties zijn ontvangen n.a.v. de onderwijs-arbeidsmarktconferentie 1. Reitdiepcollege, lokatie Leon van Gelderschool over Reitdiepproject en coachingsproject 2. GOA Noord Groep met informatie over het project infra care 3. CMO Groningen met informatie over twee ESF-projecten in het kader van Dagindeling via het Ministerie van SZW. 21

Reacties n.a.v. formele inspraakperiode 1. Samenwerkingsverband 2.03 Samenvatting Het Openbaar Samenwerkingsverband 2.03 (stad Groningen, Westerkwartier en Noordenveld) onderschrijft de lijn van het beleidsplan. Zij geeft aan dat de veelheid aan lopende projecten die door de provincie worden uitgezet noodzaakt tot een betere afstemming op dit beleidsterrein. Zij pleiten voor meer afstemming met samenwerkingsverband. Verder wijst het samenwerkingsverband ons erop dat het praktijkonderwijs geen diplomering kent. Commentaar De inspraakreactie van het samenwerkingsverband geeft aan dat het samenwerkingsverband de beleidsnota inhoudelijk kan onderschrijven. Het aanbod om te komen tot een betere afstemming met het samenwerkingsverband 2.03 zullen wij aanvaarden. In het verlengde hiervan zullen wij ook samenwerking zoeken met het Prot. Chr. Samenwerkingsverband en het Samenwerkingsverband Noord- en Oost Groningen. In verband met twee pilotprojecten die wij van 2001 tot en met eind 2003 in de Regio Noord- en Oost Groningen hebben uitgevoerd is de samenwerking met laatstgenoemd samenwerkingsverband intensiever. Het Samenwerkingsverband heeft gelijk wanneer ze stelt dat het praktijkonderwijs geen diplomering kent. Het praktijkonderwijs heeft in het bijzonder het doel leerlingen voor te bereiden op de regionale arbeidsmarkt. 2. Hulpverleningsdienst Groningen Samenvatting In haar inspraakreactie spreekt de Hulpverleningsdienst Groningen van een welkome aanvulling op het vigerende jeugdbeleid. Het verbinden van de inzet vanuit meerdere beleidsterreinen om door middel van een integrale aanpak te komen tot een versterking van de kansen van jeugdigen op een eigen plaats en positie in de samenleving juicht de hulpverleningsdienst toe. Tot slot laten zij weten dat de doelstellingen en visie van de hulpverleningsdienst nauw aansluiten bij de visie, ambitie en voorgestelde aanpak in onze beleidsnota Handig zelfstandig. Commentaar Een dergelijke inspraakreactie geeft geen aanleiding tot het geven van commentaar behalve dat de conclusie kan worden getrokken dat binnen de Hulpverleningsdienst Groningen draagvlak bestaat voor het onderwijsbeleid voor de komende jaren. 3. De Wilgenborg Samenvatting Het Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum de Wilgenborg schrijft in haar inspraakreactie het een goed initiatief te vinden dat de provincie de regie voert rondom de zelfredzaamheid van jongeren. Verder geven zij aan dat het voorontwerp een redelijk compleet beeld schetst van de problematiek en een goede omschrijving weergeeft van het begrip zelfredzaamheid. De Wilgenborg is van mening dat er maatregelen nodig zijn maar waarschuwt voor teveel maatregelen dat kan leiden tot versnippering en verlies aan effectiviteit. In haar reactie geeft de Wilgenborg aan het onduidelijk te vinden waar de speerpunten liggen en wat de concrete acties zijn. De Wilgenborg attendeert ons op de samenwerkingsmogelijkheden met de landelijke operatie Jong. De Wilgenborg geeft het belang aan van een goed georganiseerde en gefaciliteerde opvang van jongeren in de leeftijd 15-17 jaar waarbij schooluitval dreigt. Hierbij is een goede samenwerking tussen het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs, de regionale expertise centra en de jeugdzorg van groot belang, maar ook de samenwerking tussen stad en provincie. Tot op heden is de samenwerking hierin niet goed opgezet. Van hetzelfde belang acht de Wilgenborg het opzetten van een intensievere samenwerking 22

tussen de Jeugdzorg en het onderwijs met betrekking tot de onderwerpen preventie, signalering en uitvoering. Commentaar Uit de reactie van de Wilgenborg kunnen wij eveneens concluderen dat er draagvlak bestaat voor het onderwijsbeleid zoals wij dat in Handig Zelfstandig hebben uitgewerkt. Op de kanttekening dat uit de nota niet blijkt welke concrete acties en maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd wordt verwijzen wij naar de jaarlijkse tussenrapportages. De voorliggende nota richt zich in hoofdzaak op de visie waarin wij ons beperkt hebben tot slechts een opsomming van activiteiten en projecten. Via de jaarlijkse voortgangsrapportages gaan wij uitgebreid in op de concrete projecten en activiteiten, de financiële aspecten hiervan en een doorkijk naar de resterende van de beleidsperiode. De mogelijkheden die de landelijke operatie JONG biedt zijn bij ons bekend. Waar mogelijk zullen wij aansluiting zoeken bij dit project. In het kader van de Spijbel- en schakelopvang zijn in Noord-Groningen en Stadskanaal goede ervaringen opgedaan met de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs, ROC s, regionale expertise centra en de jeugdzorg. Wij zullen deze ervaringen en evaluaties uitwisselen met de gemeente Groningen en daar waar nodig ondersteuning bieden ook in relatie met de nieuwe ontwikkeling rondom de Rebound voorzieningen. 4. Gemeente Stadskanaal Samenvatting De gemeente Stadskanaal geeft in haar reactie aan dat de nota een goede samenhang op de terreinen onderwijs, zorg, welzijn en economie weergeeft. In de tekst staat dat de provincie ervoor wil zorgen dat alle gemeenten voldoende voorschoolse voorzieningen hebben. De gemeente geeft aan dat veel gemeenten kampen met een tekort aan middelen om het peuterspeelzaalwerk tot een goede basisvoorziening voor voor- en vroegschoolse educatie te maken. De gemeente vraag hoe de maatregelen van de provincie ten aanzien van dit onderwerp eruit zien. De gemeente constateert dat het onderdeel jongerenhuisvesting ontbreekt. Zij geeft aan dat het in de regio vaak voorkomt dat jongeren veelvuldig verzuimen omdat er thuis problemen zijn. Er is in stadskanaal geen crisisopvang, laat staan begeleid wonen op kamers. Commentaar De gemeente Stadskanaal is in hoofdlijnen positief over het beleidsplan. Uit diverse onderzoeken blijkt keer op keer dat een goede taalbeheersing uitermate belangrijk is voor de verdere (school) carrière van kinderen en jongeren. Peuterspeelzalen kunnen hier door middel van een goede voor- en vroegschoolse educatie goed op inspelen. In de gebiedsprogramma s welzijn kunnen gemeenten de professionalisering van het peuterspeelzaalwerk opnemen. De VVE-programma s zijn hierbij een belangrijk thema. In oktober 2004 is de Schakel- en spijbelopvang van 12-18 jarigen van start gegaan. Dit betreft een samenwerkingsverband tussen Bureau Jeugdzorg, gemeente, scholen, het samenwerkinsverband vo/vso en Wedeka. Ook hier geldt dat wij de ontwikkelingen rondom de Rebound voorzieningen zullen volgen en integreren bij het opzetten van een crisisopvang. Het begeleid wonen is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de BASE-groep. Wij zullen de wens van de gemeente onder de aandacht brengen bij de BASE-groep. Daar waar er sprake is van een crisisleerling in het voortgezet onderwijs ligt er een relatie met de Spijbel- en schakelopvang. E-mail reacties n.a.v. de onderwijs arbeidsmarkt conferentie van 26 november 1. Reitdiepcollege, lokatie Leon van Gelderschool over Reitdiepproject Samenvatting De Leon van Gelder school heeft diverse initiatieven en projecten om leerlingen binnen het onderwijs te houden. Dit zijn onder andere het Reitdiepproject en het Coachingsproject. 23