Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveehouderij te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Verbindingsweg Brussels Expo en de heraanleg en uitbreiding van het Verregatpark

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van de vergunning voor een varkensbedrijf: Desmedt Wim te Hooglede

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot slachtkuikens

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Windpark Nieuwpoort-Middelkerke

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het grond- en slibverwerkingscentrum Rodenhuize te Gent

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van een bestaand slachthuis te Ruiselede

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Richtlijnen milieueffectrapportage. Opwaardering van het Kanaal naar Charleroi

Richtlijnen voor het Project-MER Luchthaventram

Richtlijnen voor het Project-MER Monument Chemical BVBA Uitbreiding en hervergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen milieueffectrapportage

Milieueffectrapport voor een varkensbedrijf met varkensplaatsen in de toekomstige situatie te Heuvelland

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Richtlijnen voor het Project-MER Woon- en retailcomplex Akzo te Vilvoorde

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

/11/2015

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding pluimveebedrijf Segers Dirk (Arendonk) tot braadkippen.

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Eurostadium Brussels

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een nieuwe gevangenis in Dendermonde

Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER GEOTHERMISCH PROJECT JANSSEN PHARMACEUTICA TE BEERSE

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot 8470 varkens te Pepingen

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Richtlijnen voor het Plan-MER Uitbreiding bedrijventerrein Booiebos

Richtlijnen milieueffectrapportage. Windturbineproject langsheen de E40 te Oud- Heverlee, Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

plan-mer uitgevoerd volgens het integratiespoorbesluit van 18 april 2008 voor de milieueffectrapportage over ruimtelijke uitvoeringsplannen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot 4286 varkens te Knesselare

Renogen biomassa-wkk te Ham

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen voor het Project-MER Leemontginning te Schendelbeke (Geraardsbergen)

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 7241 andere varkens te Wuustwezel

Richtlijnen project-milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een gemengde inrichting tot legkippen en 550 mestvarkens in Maaseik

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot 2.930 varkens en 30.800 stuks pluimvee Initiatiefnemer: De Brabandere Wingene NV Tieltsesteenweg 8 8750 Wingene 04/12/2014 PRMER-2083-RL

1. Inleiding Het voorgenomen project betreft de wijziging en uitbreiding van de varkens- en pluimveehouderij De Brabandere Wingene NV, gelegen in de Huisakkerstraat 7-9 te Wingene. Het bedrijf is momenteel vergund voor het houden van 363 zeugen, 2 beren, 1.827 andere varkens en 45.000 legkippen. De varkens worden gehuisvest in 5 traditionele stallen en de legkippen in 1 traditionele stal. De huidige milieuvergunning werd inzake varkens en pluimvee niet gerealiseerd en is daardoor vervallen op 18/08/2014 voor wat betreft de dieraantallen. De overige rubrieken werden wel gerealiseerd. Het bedrijf is dus momenteel vergund tot 16/09/2024 voor de varkens en het pluimvee en tot 18/08/2031 voor de overige rubrieken. Het bedrijf wenst uit te breiden en te wijzigen tot 363 zeugen, 6 beren, 2.561 andere varkens en 30.800 legkippen. In de gewenste situatie zal enkel de legkippenstal uitgerust zijn met een ammoniakemissiearm systeem (P-3.3). Er zullen geen nieuwe stallen bijgebouwd worden. Wel zal een klein gebouw omgebouwd worden tot stal met natuurlijke ventilatie voor 4 beren. Naast een uitbreiding en wijziging van het aantal dieren worden ook nog een aantal andere rubrieken gewijzigd of uitgebreid zoals de hoeveelheid dierlijke mest. Het MER dient bij de milieuvergunningsaanvraag gevoegd te worden. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage II 1e) Gemengde inrichting voor varkens van meer dan 20 kg als de verhouding van het aantal plaatsen voor zeugen t.o.v. de drempel van 900 + het aantal plaatsen voor varkens andere dan zeugen t.o.v. de drempel van 3.000 groter dan 1 is. Voor categorieën van projecten opgenomen in bijlage II van het project-m.e.r.-besluit, is het indienen van een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de m.e.r.-plicht mogelijk. Door de initiatiefnemer wordt echter afgezien van dit verzoek. De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de kennisgeving voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. De dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid verklaarde het kennisgevingsdossier volledig op 19/09/2014. De terinzagelegging in gemeente Wingene liep van 1 oktober 2014 tot 31 oktober 2014. De terinzagelegging in gemeente Tielt liep van 4 oktober 2014 tot 4 november 2014. Parallel vroeg de dienst Mer adviezen bij de administraties en openbare besturen. Deze bijzondere richtlijnen (verder richtlijnen) stelt de dienst Mer op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2 en met de ontvangen adviezen (zie bijlagen). Deze richtlijnen zijn opgesteld door de dienst Mer en hebben betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project- 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk gewijzigd (DABM). Dienst Mer Richtlijnen PR2083 2

MER moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld in de kennisgeving, aangevuld/aangepast met de specifieke vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd worden. Waar de kennisgeving en de richtlijnen van elkaar zouden afwijken, moet voorrang gegeven worden aan de richtlijnen. 2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Het project heeft tot doel de wijziging en uitbreiding van het gemengd veeteeltbedrijf De Brabandere Wingene NV. Het MER bevat een overzicht van de bestaande en aan te vragen vergunningstoestand (zowel stedenbouwkundige vergunning als milieuvergunning). Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER houdt hiermee rekening bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. 3. Beschrijving project en alternatieven Aanvullend op de volledig verklaarde kennisgeving moeten de volgende punten ook beschreven worden: o Er dient aangegeven te worden dat dit project enkel een wijziging en uitbreiding betreft en dus geen hernieuwing. o De geldigheidsduur van MER-deskundigen Toon Van Elst en Christophe Debonne dient aangevuld/gecorrigeerd te worden. o Bij ruimtelijke situering van het project (p. 23) wordt gesproken van perceelnummer 1164L. Dit komt echter niet overeen met de perceelnummers in bijlage 1. o Relevante vorige bijzondere vergunningsvoorwaarden dienen te worden opgesomd en het MER dient aan te geven hoe dit MER hierop een antwoord kan geven. o In deel 1.1 en deel 3.1 dient kort aangegeven te worden dat het verschil in vergunningslengte komt door het vervallen van de huidige vergunning inzake dieraantallen. o Er wordt aangegeven dat er geen sprake is van afbraak- of aanlegwerken. Er dient aangegeven te worden of de verbouwing van het gebouw die momenteel als berging dienst doet als afbraak- en aanlegwerken aanzien kan worden. o Departement Landbouw en Visserij merkt op dat er in het plan gewenste toestand ten noorden van het bedrijf een vijver wordt vermeld die aanzienlijk groter is dan het vergunde bufferbekken. Voor zover bekend, werd hier geen stedenbouwkundige vergunning voor afgeleverd waardoor het bedrijf dit niet zomaar kan uitvoeren. Dit dient verduidelijkt te worden. o Het MER dient alle relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages (alle relevante milieustudies) op te lijsten. Het MER beschrijft bovendien volgende alternatieven: o het nulalternatief o doelstellingsalternatieven o locatiealternatieven o uitvoeringsalternatieven: de deskundigen gaan na of er relevante BBT-studies of BREFnota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. Dienst Mer Richtlijnen PR2083 3

4. Juridische en beleidsmatige context De volledig verklaarde kennisgeving doet opgave van het juridische/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER gaat zorgvuldig na waar de projectrelevantie zich situeert en geeft in het bijzonder ook aan of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component moeten duidelijk cartografisch gepresenteerd worden. Volgende relevante randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: Het decreet en de besluiten omtrent duurzaam gebruik van pesticiden dienen toegevoegd te worden. 5. Algemene en Methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied wordt voldoende gemotiveerd per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied met effecten moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. Ontwikkelingsscenario s worden beschreven ter aanvulling van de referentiesituatie indien er redenen zijn om aan te nemen dat de toestand in de toekomst - met enige zekerheid en op middellange of lange termijn - kan veranderen (door autonome ontwikkeling of door de mens gestuurde ontwikkelingen). De toetsing van de milieueffecten moet in het project-mer dan niet enkel gebeuren tegenover de referentiesituatie, maar ook t.o.v. dit (deze) ontwikkelingsscenario( s). Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het afwegingskader. De methodologie voor de effectvoorspelling wordt binnen elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven. Tevens wordt per discipline aangegeven op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant en op voldoende wijze te gebeuren. De dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Met betrekking tot de discipline lucht: o De bedrijven behorende tot de bronnencluster kunnen als volgt bepaald worden: cirkel vanuit het middelpunt/geurzwaartepunt van het bedrijf met een straal die overeenstemt met de afstand van het bedrijf tot het verste punt waar er nog een immissie van 2 Dienst Mer Richtlijnen PR2083 4

o o o o oue/m 3 (veroorzaakt door het individuele bedrijf in de huidige situatie) is. De straal mag echter niet kleiner zijn dan 750 m. Binnen een straal van 750 m wordt rekening gehouden met bedrijven met een totale geuremissie van 2500 oue/s of meer. Indien de 2 oue/m 3 - contour een grotere straal heeft dan 750 m, dienen buiten de cirkel van 750 m enkel de bedrijven in rekening gebracht te worden die meer dan 5% van de geuremissie van het bedrijf in de huidige situatie uitstoten. Rundveebedrijven moeten niet kwantitatief meegerekend worden in de cumulatieve geurstudie. Wel dienen ze in de bespreking van de omgeving kwalitatief in beschouwing genomen te worden. De cumulatieve geurimmissies worden berekend voor elke indicatorwoning in de huidig vergunde situatie, de huidig vergunde situatie zonder het bedrijf en de gewenste situatie. Aangezien er een groot bijkomend aantal negatief gehinderden zijn voor geur, dient er onderzocht te worden of extra milderende maatregelen mogelijk zijn. Op p. 64 wordt aangegeven dat er bij woning 1 een daling van 4 OUE te verwachten is. Deze daling dient verklaard te worden. Om de emissiefactoren voor ammoniak te bepalen moet het ministrieel besluit van de lijst van ammoniakemissiearme stalsystemen geraadpleegd te worden. Met betrekking tot de discipline water: o Aangezien er geen aanlegfase is, kan deel 9.1.3.1 geschrapt worden. o De VMM merkt op dat het gebruik van grondwater enkel kan toegestaan worden voor hoogwaardige toepassingen (12.085 m 3 /jaar) en dat het attest van opvulling van de Landeniaanwinning overgemaakt dient te worden. Met betrekking tot de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: o De losse heg die nu aangegeven tegen de bestaande stal dient verplaatst te worden naar de perceelgrens (tussen 1152 en 1160W) zodat het historisch karakter geaccentueerd wordt in plaats van de stal. Een plantdichtheid van 4 planten per lopende meter is wenselijk en er kan geopteerd worden om te werken in 3 rijen met telkens 2 planten geschrankt per lopende meter. Voor de knotbomen is de plantdichtheid 1 per 5 m. 6. Leemten in de kennis Het MER doet opgave van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. Het MER geeft ook aan hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 7. Monitoring en evaluatie Het MER stelt per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voor, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis. Dienst Mer Richtlijnen PR2083 5

8. Integratie en eindsynthese Het MER bevat in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, leesbare samenvatting over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze zullen/kunnen doorwerken. Deze synthese geeft aan of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 9. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. In dit hoofdstuk wordt tevens aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving. 10. Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Bij het schrijven van de niet-technische samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding niet-technische samenvatting zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting wordt in het project-mer als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld en wordt tevens in digitale vorm aangeleverd. De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de handtekeningen van alle deskundigen op te nemen. 11. Vorm van het MER Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer: - recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het terrein duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; - te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; - de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen; Dienst Mer Richtlijnen PR2083 6

- Het definitieve project-mer evenals de niet technische samenvatting wordt digitaal aan de dienst Mer bezorgd. 12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige lucht, water, bodem, geluid en fauna en flora. De optiedisciplines mens en landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie zullen door de coördinator van het MER opgesteld worden. Het in de volledig verklaarde kennisgeving voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van de m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. De beslissing over deze wijzigingen zal per brief meegedeeld worden aan de initiatiefnemer. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun adviezen in het MER. Digitaal getekend Door Veronique Lavaert Voor het afdelingshoofd, afwezig. Dienst Mer Richtlijnen PR2083 7

Bijlage Lijst van inspraakreacties tijdens de terinzagelegging bij: - Gemeente Wingene: geen - Gemeente Tielt: geen - Dienst Mer: geen Lijst met de instanties die gereageerd hebben, incl. verontschuldigden, die betrokken worden in de verdere procedure: - Departement Landbouw en Visserij, Duurzame Landbouwontwikkeling - Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen - OVAM, Afdeling Bodembeheer, Dienst Databeheer - VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer - Gemeente Wingene Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: - Agentschap Natuur en Bos West-Vlaanderen - LNE, Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid, Dienst Milieuhinder - LNE, Afdeling Milieuvergunningen West-Vlaanderen - Fluxys Infoworks - Gemeente Pittem - Provincie West-Vlaanderen Dienst Mer Richtlijnen PR2083 8