INHOUD AFDELING 1 SITUERING 9 AFDELING 2 ARBEIDSDUUR 11 1. HET BEGRIP ARBEIDSDUUR 11 1.1. Principe 11 1.2. Wettelijke afwijkingen 13 1.3. Reglementaire afwijkingen 13 1.4. Toepassingsgebied 13 2. ARBEIDSDUURVERMINDERING (ADV) 14 2.1. Arbeidsduurvermindering tot 38 uren per week 15 2.1.1. Toepassingsgebied 15 2.1.2. Algemene regeling 15 2.2. Collectieve arbeidsduurvermindering onder 38 uren per week 16 2.2.1. Principe 16 2.2.2. Gevolgen inzake loon, arbeidsduur en overloon 17 2.2.3. Wijziging van het arbeidsreglement 18 2.2.4. Kennisgeving aan de Inspectie van de sociale wetten 18 2.2.5. Registratie van het arbeidsreglement 19 2.3. Vierdagenweek 19 2.3.1. Principe 19 2.3.2. Wijziging van het arbeidsreglement 20 2.3.3. Kennisgeving aan de Inspectie van de sociale wetten 20 2.3.4. Registratie van het arbeidsreglement 21 3
AFDELING 3 DE MINIMUM- EN MAXIMUMGRENZEN 23 1. MINIMUMGRENZEN VAN DE ARBEIDSDUUR 23 1.1. De 3-urengrens per prestatie 23 1.1.1. Principe 23 1.1.2. Uitzonderingen 24 1.2. De minimum wekelijkse arbeidstijd 26 1.2.1. Principe 26 1.2.2. Uitzonderingen 27 1.2.3. Gevolgen wanneer de 1/3-regel niet nageleefd worden 29 1.3. Minimumgrens van 6 uur per dag voor werknemers die s nachts werken 29 1.3.1. Toepassingsgebied 29 1.3.2. Principe 30 2. MAXIMUMGRENZEN VAN DE ARBEIDSDUUR 30 2.1. Daggrens 30 2.2. Weekgrens 33 2.3. Afwijkingen op de maximumgrens 33 2.3.1. Afwijkingen door een CAO geregeld 34 2.3.2. Afwijkingen door de arbeidswet zelf geregeld 34 2.3.3. KB nr. 213 van 26 september 1983 44 AFDELING 4 PAUZES EN RUSTTIJDEN 45 1. PAUZES 45 1.1. Principe 45 1.2. Uitzonderingen 46 1.2.1. Voorgekomen of dreigend ongeval 47 1.2.2. Kinderarbeid 47 1.2.3. Jeugdige werknemers 47 1.2.4. Pauze om borstvoeding te geven 48 1.2.5. Pauzes ten gevolge van te hoge of te lage temperatuur 49 2. RUSTTIJDEN 51 4
2.1. Principe 52 2.2. Uitzonderingen 52 2.3. Cumulatie met zondagsrust 53 AFDELING 5 OVERWERK 55 1. PRINCIPES VAN OVERWERK 55 1.1. Begrip 55 1.2. Afwijkingen van de maximale grenzen van de arbeidsduur 56 2. AFWIJKINGEN 56 2.1. Overzicht van de afwijkingen 56 2.1.1. Structurele afwijkingen (1) 56 2.1.2. Afwijkingen in geval van onvoorziene omstandigheden of punctuele afwijkingen (2) 58 2.1.3. Afwijkingen met toelating door een KB (3) 59 2.1.4. Afwijkingen met toelating van de vakbondsafvaardiging (4) 60 2.1.5. Afwijkingen zonder toelating (5) 62 AFDELING 6 INHAALRUST EN OVERLOON 65 1. PRINCIPES VAN DE INHAALRUST 65 1.1. Inhalen van de overschrijdingen van de normale grenzen van de arbeidsduur 65 1.1.1. Principe 65 1.1.2. Verlenging van de referteperiode: algemene regeling 66 1.1.3. Verlenging van de referteperiode: arbeidsregeling met nachtprestaties 67 1.2. De interne overurengrens van 65 uur 67 1.3. Het in te halen krediet 68 1.4. Het krediet dat niet moet worden ingehaald 69 2. OVERLOON 70 2.1. Begrip overloon 70 5
2.2. Berekeningsbasis 71 2.3. Berekening van overloon: algemene regeling 71 2.4. Toepassingsgebied van de algemene regeling 72 2.5. Toepassingsgebied van de afwijkende regeling 73 2.6. Betaling van het normale loon en van het overloon 74 2.6.1. Betaling van het normaal loon 74 2.6.2. Betaling van het overloon 75 2.7. Staat van de prestaties 75 AFDELING 7 FLEXIBILITEIT 77 1. GROTE FLEXIBILITEIT 77 1.1. Principe 77 1.2. Toepassingsgebied 78 1.2.1. Werkgevers 78 1.2.2. Werknemers 78 1.3. Afwijkingen 79 1.3.1. Arbeidsduur 79 1.3.2. Afwijkingen op het verbod op zondagarbeid 81 1.3.3. Afwijkingen op het verbod op nachtarbeid 81 1.3.4. Afwijkingen op de reglementering op de feestdagen 82 1.3.5. Afwijkingen in de bouwsector 83 1.4. De wijze waarop de nieuwe arbeidsregeling dient ingevoerd te worden 83 1.4.1. Er is een sectorale regeling 83 1.4.2. Er is geen sectorale regeling 83 1.5. De gevolgen van de nieuwe arbeidsregelingen 86 1.5.1. Overloon 86 1.5.2. Loon 88 1.5.3. Carenzdag bij ziekte 88 1.5.4. Omstandigheidsverlof (klein verlet) 89 1.5.5. Feestdag 90 2. KLEINE FLEXIBILITEIT 90 2.1. Invoering in de onderneming 91 6
2.2. Inhoud 91 2.3. Voorbeelden 93 7