ADVIESNOTA AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp en inhoud Actualiseren Regionale nota bodembeheer Postregistratienummer *17.0012211* 17.0012211 Vertrouwelijk Sector Afdeling Medewerk(st)er/tel Nee Grondgebiedzaken M. Smit 312MS Gezien door Datum Paraaf Opmerkingen Afdelingshoofd Sectorhoofd B&W Besluitnummer datum Paraaf: besluit conform advies Paraaf: bespreking in vergadering Opmerkingen Secretaris Burgemeester Wethouder E. Deutekom Wethouder H. Stoker Wethouder R.A.H.P. Heijtink Besproken met: Commissies/adviesorganen/aanvrager datum Raadsvergadering Ja datum 2 november 2017 Communicatie Financieel advies ingewonnen Juridisch advies ingewonnen NVT Mediation: Telefonisch advies bij weigering NVT
adviesnota pagina 2
Onderwerp Actualiseren Regionale nota bodembeheer Inleiding Hergebruik van grond en baggerspecie is sinds 1 juli 2008 geregeld in het Besluit bodemkwaliteit en in de Regeling bodemkwaliteit. Het Besluit kent een landelijk beleidskader (= generiek) en geeft tevens de mogelijkheid aan gemeenten om lokaal gebiedsgericht beleid voor grondverzet vast te stellen (= gebiedsspecifiek). Uitvoering van dit beleid is gericht op zoveel mogelijk hergebruik van grond en baggerspecie, zodat minder materiaal hoeft te worden gestort en minder primaire grondstoffen nodig zijn. In het kader van het regionale project Besluit bodemkwaliteit is een aangepaste en ge-update bodemfunctieklassenkaart en bodemkwaliteitskaart voor de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec opgesteld. De kaarten zijn in overleg met de zeven gemeenten opgesteld. Er zijn zowel regio-brede keuzes als gemeente-specifieke wensen in verwerkt. De kaarten zijn de instrumenten voor een duurzaam bodembeheerbeleid en in 2016 vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten. Het regionale project Besluit bodemkwaliteit wordt afgerond met het actualiseren van de bestaande regionale Nota bodembeheer. Deze nota bevat het gewenste gebiedspecifiek beleid, zowel regionaal als gemeente specifiek. Tevens wordt in de nota het te voeren grondstromenbeleid weergegeven en zijn regels en procedures voor het gebiedspecifiek beleid geformuleerd. De geldigheid van een bodemfunctieklassenkaart en een bodemkwaliteitskaart is 5 jaar. Geldigheid van een nota bodembeheer is maximaal 10 jaar. De commissie Ruimte besluit: 1. in te stemmen met de actualisatie van de regionale nota bodembeheer (met de daar in opgenomen lokale maximale waarden en de keuzes voor gebiedspecifiek beleid) voor het eigen grondgebied; 2. de regionale nota bodembeheer voor te leggen aan de gemeenteraad voor vaststelling. Argumenten 1.1. Met de nota bodembeheer wordt voldaan aan de bepalingen van het Besluit kwaliteit. 1.2. De nota bodembeheer geeft sturing aan het bodembeleid in Opmeer en de regio. adviesnota pagina 3
ADVIES AAN COMMISSIE RUIMTE Onderwerp Actualiseren Regionale nota bodembeheer Beslispunten 1. instemmen met de actualisatie van de regionale nota bodembeheer (met de daar in opgenomen lokale maximale waarden en de keuzes voor gebiedspecifiek beleid) voor het eigen grondgebied; 2. de regionale nota bodembeheer voorleggen aan de gemeenteraad voor vaststelling. Inleiding Hergebruik van grond en baggerspecie is sinds 1 juli 2008 geregeld in het Besluit bodemkwaliteit en in de Regeling bodemkwaliteit. Het Besluit kent een landelijk beleidskader (= generiek) en geeft tevens de mogelijkheid aan gemeenten om lokaal gebiedsgericht beleid voor grondverzet vast te stellen (= gebiedspecifiek). Uitvoering van dit beleid is gericht op zoveel mogelijk hergebruik van grond en baggerspecie, zodat minder materiaal hoeft te worden gestort en minder primaire grondstoffen nodig zijn. In het kader van het regionale project Besluit bodemkwaliteit is een aangepaste en ge-update bodemfunctieklassenkaart en bodemkwaliteitskaart voor de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec opgesteld. De kaarten zijn in overleg met de zeven gemeenten opgesteld. Er zijn zowel regio-brede keuzes als gemeente-specifieke wensen in verwerkt. De kaarten zijn de instrumenten voor een duurzaam bodembeheerbeleid en in 2016 vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van alle gemeenten. Het regionale project Besluit bodemkwaliteit wordt afgerond met het actualiseren van de bestaande regionale Nota bodembeheer. Deze nota bevat het gewenste gebiedspecifiek beleid, zowel regionaal als gemeente specifiek. Tevens wordt in de nota het te voeren grondstromenbeleid weergegeven en zijn regels en procedures voor het gebiedspecifiek beleid geformuleerd. De geldigheid van een nota bodembeheer is maximaal 10 jaar. Het (aangepaste) gebiedspecifiek beleid richt zich onder andere op de volgende aspecten: 1. Het uitbreiden van het beheergebied van de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec tot het werkgebied van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Het gehele grondgebied van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggeland, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec en Texel wordt aangewezen als beheergebied waarbinnen grond- en baggerverzet mogelijk is op basis van de nota bodembeheer. 2. De gemeenten accepteren de bodemkwaliteitskaarten van de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Schagen en Texel. Deze adviesnota pagina 4
bodemkwaliteitskaarten mogen worden gebruikt als bewijsmiddel van de chemische kwaliteit van de toe te passen grond vanuit deze gemeenten. Ook de bodemkwaliteitskaarten van de gemeente Uitgeest en van PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland voor haar werkgebied worden geaccepteerd. Zodra de gemeente Langedijk voor haar grondgebied en een bodemkwaliteitskaart heeft opgesteld en deze bestuurlijk is vastgesteld, wordt deze ook geaccepteerd. 3. Het verruimen van de toepassingseisen van grond in schone gebieden met de bodemfunctie Wonen en Industrie. 4. Het verruimen van de regels voor het toepassen van grond uit en ter plaatse van onverharde wegbermen van aangewezen wegen. 5. Het onder voorwaarden verruimen van de toepassingseisen voor grond uit de zone Wonen voor 1900 (binnenstad Enkhuizen, Hoorn en Medemblik) binnen dezelfde zone. 6. Het onder voorwaarden verruimen van de toepassingseisen voor grond uit de zone Bangert & Oosterpolder in Hoorn in dezelfde zone. 7. Het verruimen van de toepassingseisen van grond van en op (voormalige) bollenteeltpercelen. 8. Het verruimen van de regels bij het tijdelijk opslaan van grond. 9. Het onder voorwaarden verruimen van de regels voor het toepassen van grond voor een betere bovenafdichting van voormalige stortplaatsen. 10. Het onder voorwaarden verruimen van de regels voor het toepassen van grond in regionale waterkeringen. 11. Het verruimen van de regels bij de tijdelijke uitname van grond bij graafwerkzaamheden bij ondergrondse infrastructuur en groenvoorzieningen. 12. Het verruimen van de regels voor het toepassen van grond vanuit de bodemlaag dieper dan 2 meter beneden het maaiveld. 13. Het verruimen van de regels bij grondstromen met kleine partijen grond. 14. Het verruimen van de regels voor het melden van grond die voorafgaand aan de toepassing tijdelijk wordt opgeslagen. 15. Het vaststellen van strengere eisen bij het toepassen van grond op onverharde kinderspeelplaatsen en moes-/volkstuinen. 16. Het vaststellen van strengere eisen bij het toepassen van grond met bijmenging van bodemvreemd materiaal. 17. Het vaststellen van strengere eisen bij het toepassen van grond op gevoelig bodemgebruik dat in opdracht van de gemeenten gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec wordt uitgevoerd. 18. Het vaststellen van beleid ingeval plaatselijk bodemonderzoek een andere toepassingseis vaststelt dan in de nota bodembeheer is aangegeven. 19. Het vaststellen van strengere eisen voor grond van uit gebieden waar de gemeenten de bodemkwaliteitskaart niet hebben geaccepteerd als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit. In de nota is ook ingegaan op: het toepassen van grond van gebieden waarvan de gemeenten de bodemkwaliteitskaart niet hebben geaccepteerd als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de toe te passen grond het toepassen van grond in grootschalige bodemtoepassingen het toepassen van grond vanaf een tijdelijke opslag adviesnota pagina 5
het toepassen van grond als aanvulgrond, ophooglaag of leeflaag in een sanering het toepassen van grond van locaties met bijzondere omstandigheden het werken met licht en matig verontreinigde grond het verspreiden van onderhoudsbaggerspecie. Mandateren bevoegdheden Het geactualiseerde gebiedspecifiek beleid en eventuele toekomstige wijzigingen op dit gebiedspecifiek beleid moeten, conform artikel 44 van het Besluit bodemkwaliteit, worden vastgesteld door de Gemeenteraden. Om praktische redenen worden besluiten met een uitvoerend karakter gemandateerd aan het college van burgemeester en wethouders. Het betreft besluiten voor: wijzigingen van de bodemfunctieklassenkaart; het toevoegen van aanvullende gegevens aan de bodemkwaliteitskaart die geen invloed hebben op het gebiedspecifiek beleid; het onder voorwaarden accepteren van een bodemkwaliteitskaart als bewijsmiddel voor de chemische kwaliteit van de toe te passen grond; het opnieuw bestuurlijk vaststellen van een gewijzigde bodemfunctieklassenkaart en/of bodemkwaliteitskaart onder voorwaarde dat de wijzigingen geen invloed hebben op het in de nota bodembeheer geformuleerde gemeentelijke gebiedspecifiek grondstromenbeleid. Het college rapporteert aan haar gemeenteraad als zij van deze gemandateerde bevoegdheden gebruik hebben gemaakt. Beoogd effect Met het vaststellen van dit grondstromenbeleid wordt gefaciliteerd dat: de gemeenten gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec duurzaam bodembeheerbeleid in uitvoering brengen dat praktisch uitvoerbaar, milieuhygienisch verantwoord en transparant is; meer grondstromen kunnen plaatsvinden zonder dat voorafgaand de kwaliteit van de grond moet worden onderzocht. Voor de gemeenten en derden kunnen hierdoor besparingen worden gerealiseerd in tijd en kosten; meer toepassingslocaties beschikbaar komen om vrijkomende grond duurzaam te hergebruiken; het gebruik en de aankoop van primaire en secundaire bouwstoffen (bijvoorbeeld zand uit zandwinputten) wordt verminderd; de druk op het wegennet, de uitstoot van uitlaatgassen en fijnstof en gebruik van energie wordt verminderd (grond hoeft minder ver te worden getransporteerd, geen extra productie door grondverwerker). Argumenten 1.1.Met de nota bodembeheer wordt voldaan aan de bepalingen van het Besluit kwaliteit. De wet- en regelgeving voor het tijdelijk opslaan en het toepassen van grond en baggerspecie is geregeld in het Besluit bodemkwaliteit. Het is niet zonder meer toegestaan om grond en baggerspecie ergens te ontgraven en op een andere plaats tijdelijk neer te leggen of het toe te passen. Voorkomen moet worden dat het tijdelijk opslaan en het toepassen van grond en baggerspecie de ontvangende bodem verontreinigd en risico's vormt voor het (toekomstige) bodemgebruik. Om conform het Besluit op een duurzame manier vorm te kunnen geven aan grondverzet dient een gemeente beschikken over adviesnota pagina 6
een bodemfunctieklassenkaart (vastgesteld op 8 september 2015) een bodemkwaliteitskaart (vastgesteld op 11 oktober 2017) een nota bodembeheer 1.2. De nota bodembeheer geeft sturing aan het bodembeleid in Opmeer en de regio. De gemeente Opmeer wil haar huidige duurzame bodembeleid nog beter vormgeven. De gemeente heeft daarom, naast de al opgestelde bodemfunctieklassenkaart en de geactualiseerde bodemkwaliteitskaart, deze nota bodembeheer opgesteld. De kaarten zijn de instrumenten voor dit duurzame beleid. Deze nota bodembeheer geeft aan hoe vrijgekomen grond op en in de landbodem van de gemeente Opmeer kan en mag worden opgeslagen (tijdelijk), hergebruikt of toegepast. Ook zijn regels en procedures voor dit beleid geformuleerd. De gemeente vult haar bodembeleid in door vrijkomende grond en baggerspecie (bij graaf- en baggerwerkzaamheden) zoveel als mogelijk te hergebruiken zodat minder materiaal wordt gestort en minder primaire grondstoffen worden gewonnen. Zijn er kanttekeningen/risicofactoren Geen. Financiën Werkzaamheden van de RUD NHN worden uitgevoerd binnen bestaande middelen van de begroting 2017. Het gemeentelijke beleid heeft voor de gemeente geen nadelige financiële gevolgen. Met het gemeentelijke beleid kunnen voor de gemeente en derden besparingen worden gerealiseerd bij: onderzoekskosten voor de toe te passen grond en de ontvangende bodem en bij het toepassen van grond en baggerspecie; transport-, reinigings- en/of stortkosten van vrijkomende grond; aanschafkosten voor de toe te passen primaire bouwstoffen (zand uit zandwinputten) en secundaire grondstoffen (bijvoorbeeld grond van een grondbank). Communicatie Bekenmaking vindt plaats via de gebruikelijke mediakanalen. Uitvoering Het ontwerpbesluit is bekendgemaakt waarbij de mogelijkheid is geboden om zienswijzen in te dienen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Besluitvorming vindt als gevolg hiervan plaats conform het ontwerpbesluit. Bijlagen De regionale nota bodembeheer (digitaal) Datum: 29 september 2017 Initialen: MS adviesnota pagina 7