Beleid gesubsidieerde arbeid Gemeente Bergen



Vergelijkbare documenten
Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d.

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

De Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Beleidsregels detacheringsbanen 2007 (Artikel 13 Reïntegratieverordening gemeente Boxtel)

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand Gemeente Ede 2012

ter besluitvorming door het College Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Buitensteedse werknemers Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw)

Casenr: Onderwerp:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg BESLUIT

Bijlage 1 : Beschut werk

gemeente Eindhoven Raadsvoorstel Wijziging Subsidieverordening Gemeente Eindhoven 2002 inzake gesubsidieerde arbeid (flexvergoeding en opstapbaan)

/ bbô~d22j42ja ~9 _/ 12J 513 gemeente werkendam

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Wet stimulering arbeidsparticipatie

Beleidsregels Re-integratie Gemeente Borsele 2012

Raads informatiebrief

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Jaar: 2007 Nummer: 57 Besluit: B&W 09 oktober 2007 Gemeenteblad WIJZIGING WWB W011 LOONKOSTENSUBSIDIE. Het college van burgemeester en wethouders,

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Toekomst gesubsidieerde arbeid. Concept

Behandeld in commissie Sociale Zaken, Zorg en Grote Stedenbeleid 17 januari 2002

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Grave,

Totaal

Notitie tijdelijke dienstverbanden medewerkers Risse

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie. Citeertitel Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Zundert

Beleidsregels Reïntegratie WWB. Met intrekking van de bepalingen 2.2. en 2.3. per 1 juli 2008

Wat werkt voor wie in reïntegratie?

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Ingrid Gyömörei. sv RIS Regnr. BSW/ Den Haag, 16 december 2008

Overgangsverordening loonkostensubsidie In- en Doorstroombanen, gemeente Oosterhout

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Re-integratieverordening Gemeente Eemsmond

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Werk

Notitie beschut werk. Aanleiding. Indicatiestelling beschut werk UWV

Aan de voorzitter van de Gemeenteraad van Haarlem. Haarlem, mei Geachte voorzitter,

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2013

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Toelichting. Artikelgewijs. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Vrijwilligerswerk. Artikel 3 Proefplaatsingen. Artikel 4 Leerwerkstage

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld BESLUIT. vast te stellen het Uitvoeringsbesluit re-integratie/werkleeraanbod

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2004, nummer 2004/127

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Datum uitwerkingtreding

CVDR. Nr. CVDR80772_3. Participatieverordening Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nadere regels Re-integratieverordening 2015

Beleidsregels uit beleidsplan re-integratie en voorzieningen. I. Doelgroepen

rv 183 Premieverordening Wet werk en bijstand. Inleiding Huidige situatie (tot 1 januari 2004) Nieuwe situatie (per 1 januari 2004)

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE DALFSEN

UITVOERINGSBESLUIT REINTEGRATIEVERORDENING GEMEENTE WOENSDRECHT

MIMI. 31 Fysieke kopieën na m De gemeenteraadsled eden. 18 Digitale kopieën naar: College van BenW, Secr, Directie, Griffier, BCA, Concernleden

Een loonkostensubsidie kan worden ingezet ten behoeve van de re-integratie van:

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand.

Reïntegratieplan. werk en bijstand. Midden-Delfland, februari 2005

Uitvoeringsplan besteding werkdeel 2005

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

Gemeente Bergen op Zoom - Re-integratieverordening Participatiewet

Collegevoorstel. Onderwerp. Samenvatting. Voorstel. Registratienr.: BP Transitiearrangement tussen Gemeente en WSD

Beleidsgegevens. Vastgesteld op : september 2007 De wijziging treedt in werking op: 1 januari Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Toelichting bij de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Begrippenbijsluiter It takes two to tango

Afdeling Samenleving Richtlijn 3.2 WORK FIRST (SPORENMODEL)

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Lemsterland. gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Raadsbij lage Voorstel inzake de dienstverlening aan nieuwe hlantgroepen

Beleidsregels gesubsidieerde arbeid en re-integratievergoedingen gemeente Best

Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.

BELEIDSREGELS PARTICIPATIE Behorend bij de Participatieverordening Grondslag

Notitie. Tegenprestatie naar vermogen

gelezen ons besluit dd. 12 juli 2004 nr. A9 betreffende het reïntegratiebeleid in het kader van de wet werk en bijstand,

1.1.1 Algemeen Inkomensgrens Terugvordering Algemeen geaccepteerde arbeid. 1. De reïntegratieverordening WWB

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Premieverordening 2012

Beleidsregels Re-integratievoorzieningen en eigen bijdrage voorzieningen Gemeente Wijdemeren. College van burgemeester en wethouders

GEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel

Convenant omzetten gesubsidieerde arbeid naar reguliere banen in de kinderopvang

B&W 20 december 2011 Gemeenteblad

Whitepaper Wet tegemoetkomingen loondomein

HERONDERZOEKSPLAN

Collegevoorstel. Uitvoeringsovereenkomst Verordening PGB Wsw

Beleidsregels Uitstroompremies Wwb, Ioaw en Ioaz

Re-integratieverordening in het kader van artikel 8, lid 1, sub a van de WWB en artikel 35, lid 1, sub a van de IOAW/IOAZ.

Onderwerp beantwoording schriftelijke vragen PvdA mbt motie 'Stop de algehele vacaturestop' Registratienummer

Thema-workshop Tegenprestatie

Beleidsplan 2006 Sociale Zaken en Werkgelegenheid. gemeente Papendrecht

gelet op de artikelen 10c, 10d, 10da en 10e van de Participatiewet en gelet op de Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet gemeente;

Verordening Re-integratie en activering Lansingerland 2013

Een nieuwe taak voor gemeenten

ConceptUitvoeringsbesluit Participatiewet Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet 2015 Versie 18 december

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Re-integratieverordening Participatiewet WIHW 2017 gemeente Oud-Beijerland. Artikel 2. Verplichtingen van de persoon uit de doelgroep

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Aan de gemeenteraad van Emmen. Geachte raadsleden,

Transcriptie:

Beleid gesubsidieerde arbeid Gemeente Bergen

Beleid gesubsidieerde arbeid met ingang van 2004 Voorwoord De landelijke bezuinigingen op gesubsidieerde arbeid (Wiw-dienstbetrekkingen en - werkervaringsplaatsen, ID-banen) en de komst van de nieuwe Wet werk en bijstand zijn aanleiding om de uitstroom van gesubsidieerde werknemers naar een reguliere baan te stimuleren en om het gemeentelijke beleid gesubsidieerde arbeid opnieuw te formuleren. Aanleiding tot wijzigingen in lokaal beleid gesubsidieerde arbeid De landelijke bezuinigingen in 2003 op de budgetten voor gesubsidieerd werk zijn aanleiding geweest om extra inspanningen te leveren die de uitstroom naar regulier werk van gesubsidieerde werknemers bevorderen. Daarvoor is een tijdelijke landelijke stimuleringsregeling in het leven geroepen, aangevuld met sectorale afspraken voor de verschillende werksoorten. Tot nu toe heeft slechts één werkgever in Bergen gebruik gemaakt van deze financiële prikkel. Door middel van de stimuleringsregeling zijn slechts twee ID-banen omgezet in reguliere banen. Ook landelijk heeft de stimuleringsregeling nauwelijks effect. Tot op heden zijn slechts 2123 (stand 24 oktober 2003) van de 10.000 beschikbare stimuleringsregeling toegekend. Gevolgen vanuit de WWB: Ook de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) geeft daar reden toe. Deze wet vervangt onder andere de Algemene Bijstandswet, het Fonds Werk en Inkomen, de Wet Inschakeling Werkzoekenden en de Regeling In- en Doorstroombanen. Kernbegrippen van de WWB: werk boven inkomen, deregulering, ontschotting en budgettering. Gemeenten moeten, als straks de regelingen en wetten voor gesubsidieerde arbeid komen te vervallen, zelf vorm gaan geven aan het beleid voor gesubsidieerde arbeid. Er komt één ongedeeld reïntegratiebudget waarin de middelen voor Wiw-dienstbetrekkingen, Wiwwerkervaringsplaatsen en ID-banen ongeoormerkt zijn opgenomen. Ook worden gemeenten voor 100% verantwoordelijk voor de kosten van bijstand en reïntegratie. De gemeente Bergen krijgt dus meer vrijheid voor lokaal beleid, met gebruikmaking van een lager budget, waarbij de risico s volledig voor rekening van de gemeente zijn. Gesubsidieerde arbeid tot nu toe in Bergen Onder gesubsidieerde arbeid vallen Wiw-werknemers, Wiw-werkervaringsplaatsen en IDwerknemers. Werknemers met een Wiw-dienstbetrekking zijn in dienst van de gemeente onder een aparte CAO-Wiw. Ze worden gedetacheerd bij een inlener in de profit of non-profit sector die daarvoor een inleenvergoeding betaalt. Werknemers met een Wiw-werkervaringsplaats zijn in dienst van een reguliere werkgever in de profit of non-profit sector. De werkgever krijgt voor een periode van maximaal 12 maanden een subsidie voor een deel van de loonkosten. ID-werknemers hebben een reguliere aanstelling bij een werkgever in de non-profit sector. De werkgever ontvangt, zolang de aanstelling duurt, 100% subsidie voor de (loon)kosten van de ID-werknemer. De inzet van gesubsidieerde arbeid in Bergen dient tot nu toe verschillende doelen: Arbeidsmarktinstrument: blijvende gesubsidieerde werkplek voor personen die geen reguliere plaats op de arbeidsmarkt kunnen krijgen en behouden (parallelle arbeidsmarkt); 1

Reïntegratie-instrument: tijdelijk opdoen van werkervaring als voorbereiding op een reguliere plaats op de arbeidsmarkt; Instandhouding van de maatschappelijke infrastructuur in Bergen: door toewijzing van gesubsidieerde werkplekken aan en plaatsing van gesubsidieerde werknemers bij sociale-, culturele-, maatschappelijke instellingen, zorg en onderwijs. Omvang van de gesubsidieerde arbeid in Bergen en effect van de vacaturestop op de ID-banen De vanaf september 2002 ingestelde vacaturestop op de ID-banen heeft effect gehad op het aantal ID-banen in Bergen. Het aantal werknemers is vanaf 1 januari 2003 tot 1 oktober 2003 gedaald van 71 werknemers tot 57 werknemers. (in fte is dit 64,6 op 1 januari 2003 en op 1 oktober 53,4 fte). De door het rijk toegekende subsidie is gebaseerd op 61,90 fte van 32 uur. De verwachte loonkosten en uitvoeringskosten voor de ID-banen voor 2003 is 1.118.000. Het toegekende budget is 1.274.115. De verwachting is dat er op dit budget een overschot ontstaat van 156.115. Het ligt in de rede dit overschot toe te voegen aan het werkdeel 2004. Ook voor de Wiw-dienstbetrekkingen in Bergen gold enkele maanden een vacaturestop. Het budget voor 2003 bood echter ruimte voor het opheffen van deze vacaturestop. Inmiddels is het aantal dienstbetrekkingen in 2003 gestegen van 12 naar 15. Daarnaast zijn inmiddels vier personen aangemeld voor een dienstbetrekking. De verwachting is dat zij voor 1 januari instromen in deze regeling. Overigens is op dit moment niet te overzien wat precies de budgettaire consequenties zijn voor de stijging van het aantal Wiw-dienstbetrekkingen. Dit komt omdat de financiering van dit onderdeel van de Wiw complexer is dan van de ID-regeling. Hoewel het de verwachting is dat er geen financieel nadeel ontstaat, kan een eventueel te kort gedekt worden uit de gevormde reserves van het Fonds voor Werk en Inkomen. Uitstroom in een dienstbetrekking heeft immers geleid tot besparing op de uitkeringslasten. Huidige bezetting van gesubsidieerde arbeidsplaatsen en de financiële consequenties hiervan voor het budget werkdeel 2004 De inventarisatie is de stand van zaken op 1 oktober 2003 van de Wiw-ers en ID-ers. Het WNK heeft met (bijna) alle deelnemers een trajectplan opgesteld. In dit trajectplan is opgenomen of er mogelijkheden zijn om uit te stromen naar reguliere arbeid of dat uitstroom niet mogelijk is en er dus sprake is van een blijvende situatie. Daarnaast is er een groep die net gestart is en zich nog in de oriëntatie fase bevindt. Hun (on)mogelijkheden zijn nog niet bekend. Tot slot is er een kleine groep waarvoor nog geen trajectplan is opgesteld. Budget Werkdeel 2004 Voor 2004 ontvangt de gemeente Bergen een budget Werkdeel van 1.667.472. Overigens is dit ongeveer 130.000 minder dan het totale reïntegratiebudget over 2003. Overzicht geplaatste Wiw-ers Op 1 oktober 2003 zijn 15 personen (15,03 fte) geplaatst op een Wiw-dienstbetrekking. 6 personen (6.52 fte) zijn blijvend in gesubsidieerde arbeid; 3 personen (2.59fte) hebben een mogelijkheid om uit te stromen; 5 personen (4.81 fte) bevinden zich nog in de oriëntatiefase; 1 persoon (1.13 fte) zijn de (on) mogelijkheden nog niet bekend. Inmiddels zijn vier personen aangemeld voor een Wiw-dienstbetrekking. 2

Overzicht geplaatste ID-ers Op 1 oktober 2003 zijn 57 personen (53,54 fte) geplaatst op een ID-baan. 35 personen (33,63 fte) zijn blijvend aangewezen op gesubsidieerde arbeid; 17 personen (15,46 fte) hebben een mogelijkheid om uit te stromen; 1 persoon (1 fte) bevindt zich nog in de oriëntatiefase; 4 personen (3.51 fte) zijn de (on)mogelijkheden nog niet bekend Gemiddelde bezetting per maand 19 personen met een Wiw-dienstbetrekking: 19.3 fte : 19 personen = gemiddeld 1 fte per persoon. 57 personen met een ID-baan: 53,54 fte : 57 = gemiddeld 0.94 fte per persoon. Voor het gemak gaan wij uit van gemiddeld 1 fte = 1 persoon. Gemiddelde bezetting per maand: 76 personen/ 76 fte. Budget Gemiddelde kosten voor ID-banen: 57 fte x 18.500 = 1.054.500 Uitvoeringskosten : 57 x 1.850 = 105.450 Totaal 1.159.950 Gemiddelde kosten voor Wiw-dienstbetrekkingen: 19 x 17.340 = 329.460 Uitvoeringskosten : 19 x 1.850 = 35.150 ======== Totaal 364.610 Inleenvergoeding 30.000 ======== Verwachte uitgaven Wiw-dienstbetrekking 334.610 Totaal verplichtingen gesubsidieerde arbeid 2004: 1.159.950 + 334.610= 1.494.560 Verwachte uitstroom uit gesubsidieerde arbeid Uitstroom ID-banen 2003: 14 personen Uitstroom Wiw-dienstbetrekking 2003: 1 persoon Totaal uitstroom 2003: 15 personen Totaal aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen 1 januari 2003: 83 Uitstroompercentage: 18% ((15 : 83)x 100) Verwachte uitstroom 2004: 18% x 76 = 14 personen Gevolgen voor het budget werkdeel 2004 gemeente Bergen Budget 1.667.472 Gesubsidieerde arbeid 1.500.000 Scholing en activering 165.000 Premies 39.000 Te kort 36.528 Op basis van het bovenstaande wordt voorgesteld: 1. 1.500.000 voor 2004 beschikbaar te stellen voor gesubsidieerde arbeid; 2. De gemiddelde bezetting per maand voor gesubsidieerde arbeid vast te stellen op 76 personen/ 76 fte; 3. De verwachte uitstroom vast te stellen op 14 personen en hierover taakstellende afspraken te maken met de uitvoeringsorganisatie (WNK). 3

Met het WNK worden nadere werkafspraken gemaakt hoe de ontstane ruimte in de gesubsidieerde wordt ingevuld. Uitgangspunten nieuw lokaal beleid gesubsidieerde arbeid in Bergen Het nieuwe beleid voor gesubsidieerde arbeid in Bergen gaat uit van de volgende uitgangspunten: 1. Het rijksbudget is uitgangspunt voor de omvang van het budget voor gesubsidieerde arbeid. 2. Een reïntegratietraject gericht op werk kent altijd een onderdeel (gesubsidieerde) arbeid. Hierbij moet worden gedacht aan het opdoen van werkervaring met behoud van uitkering of vrijwilligerswerk. 3. Het primaire doel van het opdoen van gesubsidieerde werkervaring is uitstroom uit de uitkering en uitstroom naar regulier werk. 4. Gesubsidieerd werk heeft altijd een tijdelijk karakter en als uitgangspunt geldt dat het dienstverband zo kort mogelijk moet. Hierbij moet uiteraard rekening worden gehouden met de capaciteiten van de belanghebbende. De maximale duur van het dienstverband mag echter nooit meer zijn dan drie jaar. Er worden dus geen vaste dienstverbanden meer afgesloten. Daarmee fungeert gesubsidieerd werk als een reïntegratie-instrument en niet meer als een arbeidsmarktinstrument. 5. Er wordt gestreefd naar een indiensttreding bij een reguliere werkgever, die daarvoor een gedeeltelijke loonkostensubsidie ontvangt. 6. Er wordt een Gesubsidieerde Arbeid Pool opgericht die met ingang van 2004 optreedt als werkgever van gesubsidieerde werknemers waarvoor geen indiensttreding bij een reguliere werkgever gerealiseerd kan worden. De werknemer wordt vervolgens gedetacheerd bij een werkgever.. 7. Een inlener / werkgever betaalt altijd een bijdrage in de loonkosten van een gesubsidieerde werknemer. De hoogte hangt af van de productieve capaciteit van de gesubsidieerde werknemer. 8. Bij de bemiddeling van een gesubsidieerde werknemer naar een werkervaringsplaats speelt naast de koppeling van de competenties van de werknemer met die van de organisatie, ook de maatschappelijke relevantie van de organisatie een rol. 9. Het belang van uitstroom naar regulier werk van een gesubsidieerde werknemer is primair; het maatschappelijke belang van gesubsidieerde arbeid voor een organisatie is secundair. 10. De kosten van gesubsidieerde arbeid beslaan ruim 90% van het totale reïntegratiebudget. Het is de bedoeling om met het beschikbare budget zo veel mogelijk mensen gebruik te laten maken van gesubsidieerde arbeid. Dat kan door zoveel mogelijk te werken met tijdelijke aanstellingen. 11. Gesubsidieerd werk vindt bij voorkeur plaats in sectoren met een grote kans op uitstroom naar regulier werk. 12. In de op te stellen Reïntegratieverordening wordt opgenomen dat het College in bijzondere gevallen kan afwijken van bovengenoemde uitgangspunten (de zogenaamde hardheidsclausule). Acties om de uitstroom van gesubsidieerde werknemers naar reguliere arbeid te bevorderen Om de uitstroom naar regulier werk te vergroten en ruimte in het budget te creëren is het voorstel om een twee sporen beleid te voeren, door zowel in te zetten op de gesubsidieerde werknemers als ook op de werkgevers van gesubsidieerd werk. Spoor 1: acties gericht op gesubsidieerde werknemers De mogelijkheden voor uitstroom naar regulier werk van alle gesubsidieerde werknemers (dus Wiw- en ID-werknemers) zijn in 2003 door de consulenten van Pluswerk in kaart gebracht. De (on)mogelijkheden om uit te stromen zijn vastgelegd in trajectplannen. 4

Een indeling van gesubsidieerde werknemers in categorieën vindt plaats op basis van hun afstand tot de reguliere arbeidsmarkt, in combinatie met het doel van hun plaatsing op een gesubsidieerde werkplek. De categorieën zijn: arbeidsgewenning en oriëntatie, kwalificatie (in combinatie met een opleiding), uitstroom en eindfunctie. De eindfunctie is bedoeld voor de zogenoemde blijvers. Deze categorie gesubsidieerde werknemers (ruim 50% van het huidige bestand) zal aangewezen blijven op een gesubsidieerde baan. Op basis van de trajectplannen en de categorie-indeling vindt een gesprek plaats tussen werknemer, werkgever en consulent: Eerste inzet van het gesprek is om reguliere uitstroom bij de werkgever te realiseren. Is dat niet mogelijk dan is de inzet gericht op een reguliere baan bij een andere werkgever. Wanneer blijkt dat de werkgever geen reguliere uitstroommogelijkheden ziet en de werknemer en de consulent wel, dan onderneemt de consulent acties om uitstroom te realiseren door de werknemer te stimuleren zelf actief te worden of door inschakeling van een extern arbeidsbemiddelingsbureau. Spoor 2: acties gericht op de werkgevers Het beleid gericht op de werkgevers van gesubsidieerde arbeid zet in op verschillende gebieden. Daarbij maken we een onderscheid tussen de huidige gesubsidieerde werknemers en de nieuwe instroom van gesubsidieerde werknemers. Bestaande ID-werknemers: 1. Stimuleringsregeling en sectorconvenanten. Werkgevers zijn actief benaderd om in 2003 gebruik te maken van de landelijke stimuleringsmaatregel en de sectorconvenanten om ID-banen om te zetten in reguliere banen bij de eigen organisatie. Al eerder is beschreven dat dit nauwelijks effect heeft gehad. 2. Bijdrage door de werkgever in de kosten van de ID-werknemer. Iedere ID-werkgever draagt bij in de kosten van de ID-werknemer. De hoogte daarvan hangt af van de kwaliteiten van de ID-werknemer en het doel van de plaatsing in een gesubsidieerde baan. Bij toename van de kwaliteiten stapt de werkgever over op een categorie met een hogere bijdrage. De categorieën en daarbij behorende bijdragen zijn: Kwalificatie: 40 % van de loonkosten Uitstroom: 60% van de loonkosten Eindfunctie: 20% van de loonkosten 3. Overdracht werkgeverschap aan Gesubsidieerde Arbeid Pool (GAP) Indien in uitzonderingsgevallen de werkgever aantoont dat een bijdrage in de loonkosten niet mogelijk is, kan de werkgever de ID-werknemer overdragen aan de Gesubsidieerde Arbeid Pool (GAP). De GAP functioneert als werkgever van gesubsidieerde werknemers. Vanuit de GAP kan de werknemer gedetacheerd worden bij de oude werkgever. Een plaatsing bij een andere organisatie die wél kan bijdragen aan de loonkosten en die meer uitstroomkansen biedt, ligt echter meer voor de hand. In de GAP wordt zoveel mogelijk aandacht besteed aan uitstroom naar regulier werk. Daarnaast geldt 2004 als overgangsjaar. Indien de wekgever niet in staat is om in 2004 de bijdrage te betalen (bijvoorbeeld omdat de begroting daartoe geen ruimte biedt), maar wel wil meewerken aan de overige beleidsuitgangspunten, dan hoeft de werknemer niet overgedragen te worden aan de GAP en hoeft voor 2004 geen bijdrage betaald te worden. Uiteraard dient de werkgever in 2005 wel de geldende bijdrage te betalen. 4. Opnieuw beschikbaar stellen gesubsidieerde werkplek en gesubsidieerde werknemer Wanneer een ID-werkgever een gesubsidieerde werknemer binnen zijn organisatie een reguliere baan bezorgt, levert hem dat een bonus op. Die bestaat eruit dat een gesubsidieerde werkplek bij de organisatie gehandhaafd blijft en dat de kans groot is dat een nieuw gesubsidieerde werknemer bij hem geplaatst wordt. De plaatsing zal dan wel 5

onder de nieuwe beleidsvoorwaarden plaatsvinden: tijdelijk en met betaling van de loonkosten. Daarentegen krijgt een werkgever die geen reguliere plaatsing in zijn organisatie realiseert, een malus. Zo krijgt hij geen nieuwe gesubsidieerde werknemers aangeboden. Bestaande Wiw-werknemers De huidige Wiw-werknemers zijn in dienst van de gemeente onder een aparte CAO-Wiw. Pluswerk, dat tot 1 januari 2004 deel uitmaakt van de gemeente Alkmaar, voert namens de gemeente Bergen (en de andere gemeenten in Noord-Kennemerland) het werkgeverschap uit. Het is op dit moment niet duidelijk hoe na de invoering van de Wet werk en bijstand het werkgeverschap van Wiw-werknemers geregeld wordt en of en hoe lang de CAO-Wiw blijft gelden. Wel duidelijk is dat de huidige rechtspositie van de Wiw-werknemers niet wijzigt. Inzet is om de huidige Wiw-werknemers bij de invoering van de WWB in te laten stromen in de GAP. Nieuwe gesubsidieerde werknemers: 1. Nieuw gesubsidieerde werknemers komen zoveel mogelijk in dienst van een reguliere werkgever die voor een deel van de loonkosten (tijdelijk) een subsidie ontvangt. Werknemers worden tijdelijk gedetacheerd bij werkgevers (inlener). Detachering vindt bij voorkeur plaats in sectoren met een grotere kans op reguliere uitstroom. Een inlener betaalt altijd een bijdrage in de kosten van de gesubsidieerde werknemer. 2. Variabele hoogte inleenvergoeding De productie capaciteit van de gesubsidieerde werknemer, gekoppeld aan het doel van de plaatsing op een gesubsidieerde werkplek, bepalen de hoogte van de door de inlener te betalen bijdrage. De categorieën en de daarbij behorende bedragen zijn: Werkervaring / oriëntatie: 20 % van de loonkosten Kwalificatie: 40% van de loonkosten Uitstroom: 60% van de loonkosten Eindfunctie 20% van de loonkosten Oprichting Gesubsidieerde Arbeid Pool Aangezien Pluswerk voor Alkmaar en de andere gemeenten in Noord-Kennemerland al jaren de Wiw-dienstbetrekkingen en ID-banen uitvoert, wordt aan Pluswerk opdracht gegeven om de Gesubsidieerde Arbeid Pool op- en in te richten. Aangezien Pluswerk uiterlijk 1 januari 2004 onderdeel uitmaakt van WNK Bedrijven, zal WNK als werkgever optreden: - van nieuw instromende gesubsidieerde werknemers, - eventueel van de huidige Wiw-werknemers die op 1 januari 2004 nog in dienst zijn; - van ID-werknemers waarvan de huidige werkgever het werkgeverschap overdraagt aan de GAP. De rechtspositie van nieuw instromende werknemers zal voldoen aan de minimaal gestelde wettelijke eisen. De geldende rechtsposities van huidige Wiw- en ID-werknemers die in de GAP komen, worden overgenomen. Bovendien geeft de GAP de mogelijkheid om experimenten uit te voeren gebaseerd op het Work first principe. Daarbij kan gedacht worden aan de ontwikkeling van werkervaringsplekken en duale trajecten, waarbij niet een uitkering wordt toegekend maar een gesubsidieerde arbeidsplek wordt aangeboden bij de GAP. Deze werkervaringsplek moet dan gezien worden als algemeen geaccepteerde arbeid, die bij weigering leidt tot het opleggen van een maatregel. 6

Voor wie is gesubsidieerde arbeid bestemd? De terugloop van het aantal gesubsidieerde banen dwingt tot een zorgvuldige benoeming van de groepen die in aanmerking komen voor gesubsidieerde arbeid. Vanuit de doelgroepen waar de gemeente een zorgplicht voor heeft (gemeentelijke uitkeringsgerechtigden, werkloze jongeren, ANW-ers en niet-uitkeringsgerechtigden), komen in ieder geval aanmerking voor gesubsidieerde arbeid: - werkloze jongeren in het kader van de sluitende aanpak; en voor: - degenen die tijdelijk werkervaring opdoen door middel van werkoriëntatie; - degenen die in het kader van hun reïntegratie naast (kwalificerende) opleidingen gesubsidieerd werken (duale trajecten); - degene die tijdelijk gesubsidieerd werken vooruitlopend op een reguliere baan. De aanmeldingen vinden plaats via of na toestemming van de casemanagers. Net zoals nu het geval is, kan het UWV ook gesubsidieerde arbeidsplaatsen inkopen voor WW-ers en WAO-ers. De loon- en uitvoeringkosten komen volledig voor rekening van het UWV. Communicatie met gesubsidieerde werknemers en werkgevers Het nieuwe beleid gesubsidieerde arbeid in Bergen heeft ingrijpende gevolgen voor zowel de gesubsidieerde werknemers als voor de werkgevers en inleners. Een tijdige en goede communicatie over het nieuwe beleid en de gevolgen daarvan, is daarom van wezenlijk belang. Ook het creëren van begrip en draagvlak voor het nieuwe beleid onder werkgevers en inleners is belangrijk. Daarom is het voorstel is om een klankbordgroep te vormen van werkgevers en inleners, het nieuwe beleid gesubsidieerde arbeid daaraan voor te leggen en hen te betrekken bij de invoering van het nieuwe beleid. Vervolgens zullen via informatiebijeenkomsten gesubsidieerde werknemers en werkgevers worden geïnformeerd over het nieuwe beleid voor gesubsidieerde arbeid en de gevolgen daarvan. In regionaal verband worden hierover zo spoedig mogelijk afspraken gemaakt. Deze afspraken worden gemaakt nadat besluitvorming over deze notitie heeft plaatsgevonden. Bijkomende beleidswijzigingen uitvoering ID-regeling: Betaaldata en hoogte voorschotten subsidie Nu Pluswerk, en straks het WNK, voor de hele regio de gesubsidieerde arbeid uit gaat voeren moeten de betaaldata van de loonkostensubsidie voor alle regio gemeenten gelijk worden gesteld. Voorstel is om op basis van financiële - en doelmatigheidsoverwegingen de voorschotten voor loonkosten van ID-werknemers te baseren op de werkelijke loonkosten en de betaaldata te verschuiven naar 6 weken na afloop van elk kwartaal. Vervallen beleid aanvullende kosten Tot nu toe kunnen ID-werkgevers tot een maximum van ruim 2.100,00 per jaar naast de loonkosten allerlei kosten declareren die samenhangen met ID-werknemers. Voorbeelden daarvan zijn: kosten administratiekantoor, begeleidingskosten, arbodienst, verzekeringspremie ziektevervanging, inrichtingskosten werkplek, opleidingen, aanschaf gereedschap. Als de gemeente afstapt van 100% loonkostensubsidie voor ID-werknemers en overgaat tot een eigen bijdrage van de werkgever, dan ligt het in de lijn om vergoeding van aanvullende kosten met ingang van 2004 af te schaffen. Die kosten komen in het vervolg ten laste van de ID-werkgever. 7