Uitvoeringsplan besteding werkdeel 2005

Transcriptie

1 Uitvoeringsplan besteding werkdeel 2005 Gemeente Maassluis Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitvoeringsplan besteding werkdeel

2 Uitvoeringsplan besteding werkdeel

3 Inhoudsopgave Pagina 1. INLEIDING BESTEDING PRIORITEITEN SAMENVATTING Uitvoeringsplan besteding werkdeel

4 1. Inleiding Op 1 januari 2005 is de Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Maassluis 2004 in werking getreden. Hierin is bepaald dat in beleidsregels wordt vastgelegd welke voorzieningen het college kan aanbieden en welke voorwaarden daarbij gelden. Het gaat hierbij om voorzieningen ten behoeve van de (re)integratie van de gemeentelijke doelgroep. De beleidsregels reïntegratie Wet werk en bijstand zijn op 21 december 2004 vastgesteld en in werking getreden per 1 januari In de reïntegratieverordening is ook vastgelegd dat het college jaarlijks een uitvoeringsplan vaststelt. Dit plan bevat de voorgenomen activiteiten van het college in 2005 ter ondersteuning van de gemeentelijke doelgroep bij (re)integratie op de reguliere arbeidsmarkt. In het plan wordt uitgegaan van de door middel van inkoop en aanbesteding of anderszins met uitvoerende partijen overeengekomen afspraken en aantallen. Het plan is tevens de basis voor de verantwoording over dit jaar. De ervaring van de afgelopen twee jaar leert dat de werkelijke inzet minder is dan vooraf overeengekomen. Er wordt echter op het maximaal te verwachten begroot. In hoofdstuk 2 van dit plan wordt aangegeven op welke manier het werkdeel van het Fonds Werk en Inkomen in 2005 wordt ingezet op de verschillende voorzieningen. Tevens wordt aangegeven voor wie de voorzieningen bedoeld zijn en, voor zover van toepassing, welk resultaat met het aanbieden van de voorziening beoogd wordt. In hoofdstuk 3 wordt weergegeven welke taakstellingen er zijn voor 2005 en aan welke groepen in 2005 prioriteit wordt gegeven. Tenslotte wordt in hoofdstuk 4 een samenvatting gegeven in schematische vorm. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

5 2. Besteding 2005 Het werkdeel van het Fonds Werk en Inkomen is geoormerkt en dient uitsluitend voor financiering van activiteiten gericht op arbeidsinschakeling. Beschikbare middelen: Voor 2005 is het werkdeel vastgesteld op ,-- Overschot budget werkdeel , Totaal werkdeel ,-- Oudkomers , Totaal te besteden in ,-- Besteding middelen: * Doorloop ,-- In 2003 zijn diverse reïntegratievoorzieningen aanbesteed. Een groot deel van deze contracten zijn in 2004 verlengd. In 2005 volgen nog facturen voor trajecten die gestart zijn in 2004 en doorlopen in Verwacht wordt dat er in 2005 totaal ,-- gefactureerd wordt voortvloeiend uit * Premies ,-- In 2005 kennen we drie premies: de uitstroompremie; gemiddeld 404,-- De uitstroompremie is bedoeld voor uitkeringsgerechtigden die al geruime tijd (minimaal 4 jaar) een uitkering ontvangen. Bij werkaanvaarding kunnen deze personen niet meer in aanmerking komen voor een langdurigheidstoeslag. De uitstroompremie compenseert de langdurigheidstoeslag éénmalig. Verwacht aantal: 25 x 404,-- = ,-- de deeltijdpremie; maximaal 165,-- x 6 mnd = 990,-- De deeltijdpremie is bedoeld voor in deeltijd werkende alleenstaande ouders met minimaal één kind jonger dan vijf jaar of basisonderwijs volgend en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten die arbeid verrichten voor het volledig aantal uren van arbeidsgeschiktheid. Onder de Abw kwamen deze personen in aanmerking voor de wettelijke vrijlating, onder de WWB mag maar maximaal voor zes maanden een deel van de inkomsten vrij gelaten worden. De deeltijdpremie gaat in na de wettelijke termijn van zes maanden. Verwacht aantal: 10 x 990,-- = 9.900,-- de deelnamepremie; gemiddeld 415,-- per jaar De deelnamepremie wordt verstrekt aan uitkeringsgerechtigden die na een traject sociale activering zich via vrijwilligerswerk blijven voorbereiden op reïntegratie. Voor de hoogte van de premie is aangesloten bij de vroegere actiefvergoeding. Verwacht aantal: 60 x 415,-- = ,-- Uitvoeringsplan besteding werkdeel

6 * Kinderopvang 0,-- Per 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang in werking getreden. Met deze wet is de inkoop van kindplaatsen door de gemeente komen te vervallen. De rol van de gemeente is beperkt tot het verstrekken van een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang aan de wettelijke doelgroep. Onder deze doelgroep vallen onder andere ouders die een reïntegratietraject volgen. Vanuit het rijk zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld. De verwachting is dat de middelen voldoende zijn om aan de verplichting te voldoen en er geen beroep hoeft te worden gedaan op het werkdeel. * Sociale activering ,-- Sociale activering is bestemd voor mensen met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het is een eerste stap richting arbeid. Binnen het traject sociale activering is vrijwilligerswerk de inzet om maatschappelijk actief te zijn. Naast vrijwilligerwerk kan ook een opleiding worden gevolgd. Een traject sociale activering duurt maximaal 1,5 jaar. Doelstelling is daarna door te stromen naar een tijdelijk gesubsidieerde baan. Gedurende het traject blijft de cliënt de uitkering en de arbeidsverplichting houden. In 2004 zijn via contractverlenging 35 plaatsen sociale activering ingekocht. De doorloop in 2005 van deze inkoop betreft de helft van het aantal trajecten. Een traject kost 1.875,--, dus de doorloop uit 2004 geeft een budgetbelasting van afgerond ,--. In 2005 zijn er via een openbare aanbesteding 20 plaatsen ingekocht. Vanwege het lage aantal is de trajectprijs uitgekomen op 2.250,--, wat leidt tot een budgetbelasting van ,--. In 2005 wordt een traject sociale activering ingezet als eerste opstap richting reguliere arbeidsinschakeling. * Vangnetbanen (vast bestand gesubsidieerde arbeid) ,-- Hoogstwaarschijnlijk heeft een deel van de huidige mensen met een gesubsidieerde baan niet voldoende capaciteiten om uit te stromen naar een reguliere baan en komt ook niet in aanmerking voor een Wsw indicatie. Voor deze groep houdt de gemeente Maassluis structureel een vast bestand van gesubsidieerde banen in stand. Dit structureel vaste bestand bevat op termijn 30 banen, voor gemiddeld 34 uur. In 2005 bestaat het vaste bestand uit gemiddeld 45 werknemers. Ten eerste zijn dit personen uit de voormalige ID regeling. Ten tweede worden werknemers met een vaste aanstelling in het kader van de voormalige Wiw regeling omgezet naar een vangnetbaan. In 2005 bedraagt de subsidie per baan van 36 uur ,--. De budgetbelasting voor 2005 komt hiermee uit op 45 x ,-- = ,--. * Opstapbanen (tijdelijk bestand gesubsidieerde arbeid) ,-- Dit zijn tijdelijk gesubsidieerde banen voor personen met een relatief grote afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij het doel reguliere uitstroom is. De tijdelijkheid wordt begrensd tot maximaal twee jaar. Binnen deze twee jaar kan de werknemer werkervaring opdoen en scholing volgen zodat na afloop een reguliere baan mogelijk is. Werknemers (excl. jongeren) met een tijdelijke arbeidsovereenkomst in het kader van de voormalige Wiw regeling worden gerekend tot dit tijdelijk bestand. Voor nieuwe instroom wordt, anders dan in de oude Wiw, het reïntegratiebedrijf werkgever. De werknemers worden gedurende twee jaar door dit bedrijf begeleid. Naast de loonkosten is hierbij sprake van werkgevers-, plaatsings-, en begeleidingskosten. Hierdoor zijn deze banen duurder dan de banen van het vaste bestand. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

7 Deze groep bevat 20 arbeidsplaatsen. De gemiddelde bijdrage per tijdelijke baan voor 2005 bedraagt ,-- per jaar, zodat de jaarlijkse vaste lasten worden begroot op 20 x ,-- = ,--. Op de uitbesteding van begeleiding en ondersteuning bij (tijdelijk) gesubsidieerde arbeid rust tot 1 januari 2007 geen aanbestedingsverplichting. * Jongerenbanen ,-- Binnen de Wiw gold voor de jongeren een sluitende aanpak. Dit betekent dat jongeren (jonger dan 23 jaar) een traject of baan aangeboden moest worden. Tot 1 januari 2005 bleven jongeren met een Wsw indicatie in een Wiw baan totdat zij 23 jaar werden. Nu gaan deze jongeren direct naar Dukdalf. Voor jongeren die geen Wsw indicatie hebben, wordt de sluitende aanpak voortgezet. Als reguliere uitstroom niet mogelijk is, wordt hen een tijdelijk gesubsidieerde baan bij een reïntegratiebedrijf aangeboden. Hiervoor zijn 10 plaatsen beschikbaar. In 2005 bedraagt de gemiddelde bijdrage per jongerenbaan ,--, waardoor de budgetbelasting in 2005 uitkomt op ,--. Wanneer meer jongeren in aanmerking komen voor een jongerenbaan, wordt het aantal plaatsen uitgebreid. * Werkervaringsplaatsen ,-- Dit zijn tijdelijke banen voor personen met een minder grote afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij het doel snelle reguliere uitstroom is. Op dit moment ontvangt de werkgever voor een werknemer op een werkervaringsplaats gedurende maximaal één jaar een loonkostensubsidie. In 2005 worden 15 werkervaringsplaatsen beschikbaar gehouden met een loonkostensubsidie van maximaal 6.500,-- per plaats. Ook bij deze plaatsen is sprake van plaatsings- en begeleidingskosten. De vaste lasten in 2005 worden begroot op 15 x = ,--. * Werk voorop ,-- Via werk voorop wordt het accent gelegd op versterking van de poortwachtersfunctie. Dit houdt in dat een ieder die een uitkering op grond van de WWB aanvraagt direct aan het werk gaat. Dit kan met behoud van uitkering voor maximaal zes maanden. In deze periode vindt begeleiding en eventueel om- of bijscholing plaats, waarna de klant uitstroomt naar regulier werk. Ook uit het zittend bestand (mensen die al een uitkering ontvangen) zullen personen worden aangemeld bij werk voorop. Na een aanbestedingsprocedure is in 2004 gestart met werk voorop. De kosten per traject bedragen 2.450,--. Indien een klant na zes maanden niet uitstroomt naar regulier werk, wordt maar 40% van de trajectprijs vergoed. Het aantal plaatsingen op werk voorop is sterk afhankelijk van het aantal klanten dat een uitkering aanvraagt en tevens van de mogelijkheden en belemmeringen van de nieuwe en bestaande klanten. Op basis van maximaal zes aanmeldingen per week (x 52 weken = 312 per jaar) en volledige uitstroom komt de maximale budgetbelasting uit op 312 x 2.450,-- = ,--. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

8 * Hele trajecten ,-- In tegenstelling tot 2004, waarin alleen trajectonderdelen op het gebied van reïntegratie zijn ingekocht, zijn er voor 2005, na aanbesteding, 20 hele trajecten ingekocht. Dit zijn trajecten waarin alles moet worden aangeboden wat nodig is om tot duurzame uitstroom te komen. Dit houdt in een eventuele scholing onderdeel is van het hele traject en het reïntegratiebedrijf verantwoordelijk is voor het betrekken van individuele scholingstrajecten. De maximale prijs bedraagt 2.890,-- per traject, exclusief scholingskosten. Tien van de hele trajecten worden ingezet bij het verderop beschreven project inzet uitkeringsgerechtigden bij IBB. De overige tien leiden tot een maximale budgetbelasting in 2005 van 10 x 2.890,-- = ,--. Eventuele scholingskosten komen ten laste van de post individueel maatwerk. * Intensieve coaching ,-- Dit instrument wordt ingezet om bij de klant een mentaliteitsverandering te bewerkstelligen welke moet leiden tot een positievere gerichtheid op de arbeidsmarkt. In 2005 zijn via een aanbestedingsprocedure 10 trajecten ingekocht. De maximale prijs per traject bedraagt 2.180,-- wat leidt tot een budgetbelasting van ,--. * Medisch arbeidsdeskundig advies ,-- Een medisch arbeidsdeskundig advies dient voornamelijk om de (gedeeltelijke) vrijstelling van de arbeidsverplichting van klanten te kunnen bepalen of ter herbeoordeling van klanten die een individuele ontheffing hebben. Zowel de lichamelijke als de psychische belemmeringen van een klant worden vastgesteld. Ook voor een REA-indicatie is een medisch arbeidsdeskundig advies noodzakelijk. Na aanbesteding zijn voor 2005 bij de meest voordelige aanbieder 25 adviezen ingekocht, ad 1.116,90. Afgerond komt de budgetbelasting voor 2005 uit op ,--. * Medisch arbeidsdeskundig advies (second opinion) ,-- Op verzoek van de commissie voor de bezwaarschriften zijn er 10 extra medisch arbeidsdeskundig adviezen ingekocht om in te zetten als second opinion. Aangezien deze adviezen door een ander bedrijf moeten worden uitgebracht, dan het eerste medisch advies, zijn deze trajecten ingekocht bij de op één na voordeligste aanbieder bij de aanbesteding. De prijs voor een second opinion komt uit op 1.400,--. * Diagnose 6.000,-- Een diagnose moet de gemeente meer inzicht in de mogelijkheden van de klant geven en daardoor de kans vergroten op een succesvol reïntegratietraject. Een diagnose is dus meer dan een opsomming van feiten en waarnemingen van de klant en wordt opgevraagd over de gehele situatie of wordt toegespitst op een beroepswens van de klant. De diagnoses zijn via openbare aanbesteding ingekocht voor 600,-- per diagnose. Er is voor gekozen om maar 10 diagnoses in te kopen omdat wij met de gemeente Vlaardingen samen gaan werken aan het project diagnose is ontwikkeling. Dit project is op basis van een subsidie in het kader van het Innovatieprogramma Werk en Bijstand van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

9 * Project inzet uitkeringsgerechtigden bij IBB ,-- De gemeente wil in 2005 maximaal 10 stageplaatsen bij de afdeling Inrichting en Beheer Buitenruimte (IBB) aanbieden aan uitkeringsgerechtigden. Deze plaatsen zullen worden ingezet voor personen voor wie plaatsing op een stageplaats bij een reguliere werkgever nog niet aan de orde is. Ook uitkeringsgerechtigden die door eigen toedoen uitvallen uit een traject werk voorop of een opstap- of jongerenbaan krijgen een stageplaats bij IBB. Om de begeleiding tijdens en na de stage zo optimaal mogelijk te maken, wordt deze ingepast in een reïntegratietraject. Hiervoor worden tien van de eerder genoemde hele trajecten ingezet, wat leidt tot een budgetbelasting van 10 x 2.890,-- = ,--. Een heel traject omvat niet de dagelijkse begeleiding van de stagiaires op de werkplek. Binnen de afdeling IBB zijn er geen mogelijkheden om hierin te voorzien, dus wordt een begeleid(st)er ingehuurd. Deze begeleidt ook de personen met een vangnetbaan bij IBB. De stage is onderdeel van een heel traject, dus kan de begeleiding op de werkplek zonder aanbesteding hierin worden ondergebracht. Op de begeleiding van personen met een gesubsidieerde arbeidsplaats rust geen aanbestedingsverplichting. De begeleid(st)er kost 50,-- per uur. Uitgaande van 48 weken per jaar voor 28 uur per week, leidt de inhuur tot een maximale budgetbelasting van ,--. * Project klanten met gedeeltelijk inkomsten uit arbeid ,-- Dit project bestaat uit trajecten specifiek voor de doelgroep: klanten die gedeeltelijk inkomsten hebben uit arbeid. Het traject is gericht op uitbereiding van uren. Dit kan zowel bij de huidige werkgever zijn, als een aanvullende baan bij een andere werkgever. Het eindresultaat is gericht op uitkeringsonafhankelijkheid. In de aanbesteding voor 2005 zijn 30 trajecten ingekocht ad 1.700,-- per traject. Hierdoor komt de budgetbelasting voor 2005 uit op ,--. * Project loopbaanplan Marokkaanse mannen ,-- Ook dit project is ingekocht (via aanbesteding) voor een specifieke doelgroep: Marokkaanse mannen tussen de 23 en 40 jaar die een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand ontvangen. In een groep van maximaal 12 personen wordt gericht gewerkt aan een positievere houding ten aanzien van uitstroom naar de arbeidsmarkt. Motivering en activering zijn de voornaamste onderdelen van het traject, met als einddoel uitstroom naar regulier werk. Per persoon bedraagt de trajectprijs 4.050,--, hetgeen leidt tot een maximale budgetbelasting van ,--. * Duale vervolgtrajecten voor oud- en nieuwkomers ,-- Na afronding van het oud- of nieuwkomerstraject wordt een vervolgtraject ingezet. De basis hiervoor is de eindrapportage van het Albeda. Het duale traject bestaat uit twee dagdelen Nederlands als tweede Taal (NT2) en een training gericht op sociale vaardigheden of op de arbeidsmarkt. Het NT2 deel wordt bekostigd uit Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) gelden. Het duale deel uit het werkdeel. Het is de verwachting dat in 2005 voor 49 oud- en nieuwkomers een WWB vervolgtraject ingezet zal worden. Voor één specifieke groep van 17 Marokkaanse vrouwen wordt een heel dagdeel training en twee extra dagdelen NT2 uit het werkdeel ingekocht. Deze groep heeft extra lessen Nederlands nodig en het budget van de WEB is niet toereikend. Een dagdeel kost 2.100,--, dus voor deze groep komt de maximale budgetbelasting uit op ,--. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

10 Van de overige oud- en nieuwkomers (32) zal ongeveer voor een kwart (8) de gemiddelde trajectprijs van het duale deel uitkomen op 2.500,-- en voor drie kwart (24) op 500,--. Voor deze groep komt de budgetbelasting uit op ,--. * Oudkomers ,-- De gemeente Maassluis biedt in 2005 aan 42 oudkomers een integratietraject aan. Dit integratietraject lijkt op een nieuwkomerstraject. Het traject is duaal. Dit betekent dat 500 uur Nederlands en Maatschappelijke oriëntatie gevolgd wordt en daarnaast een arbeidsmarkt gerichte scholing onderdeel uitmaakt van het traject. Deze trajecten worden bekostigd uit specifiek hiervoor ontvangen middelen van het rijk. (zie bijtelling in het overzicht op pagina 5) De middelen worden gezien als onderwijsgelden en vallen dus niet onder de aanbestedingsverplichtingen van de WWB. Gezien het feit dat er een raamovereenkomst met het Albeda is afgesloten en dat de vanuit de regeling verplichte toetsen in Maassluis alleen door het Albeda gerealiseerd kunnen worden, worden deze trajecten daar ingekocht. Hiertoe wordt een productovereenkomst afgesloten. * Individuele trajecten STOED ,-- Dit zijn trajecten voor uitkeringsgerechtigden die in sociaal pension het Klooster wonen. Deze doelgroep heeft specifieke kenmerken en wordt begeleid door de Stichting Onder Een Dak (STOED). Een uitkeringsgerechtigde uit het sociaal pension wordt voor een traject niet aangemeld bij een reïntegratiebedrijf. STOED verzorgt een op de persoon toegespitst traject. De gemiddelde trajectprijs bedraagt 2.500,--. De verwachting is dat 15 personen in 2005 een traject via STOED starten, wat leidt tot een budgetbelasting van ,--. * Individueel maatwerk / onvoorzien ,-- Er is een deel van het budget gereserveerd om, in het geval dat een klant niet gebaat is bij de inzet van de bovengenoemde voorzieningen, specifiek op de klant toegesneden maatwerk te kunnen leveren in voornamelijk de vorm van scholing, waarbij het doel duurzame arbeidsinschakeling via de kortste weg is. Ook kosten voor scholing in combinatie met bovengenoemde voorzieningen komen ten laste deze post. Wanneer zich in 2005 nieuwe trajecten of projecten voordoen, worden deze ook uit dit budget bekostigd. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

11 3. Prioriteiten De Wet Werk en Bijstand (WWB) heeft het onderwerp Werk als eerste in de titel. Het voornaamste doel van de gemeente is het ondersteunen van onze klanten bij hun (re)integratie op de arbeidsmarkt. Om deze reden is in Maassluis het klantmanagement ingevoerd. Stimuleringsregeling klantmanagement De gemeente heeft in 2002, op grond van de tijdelijke stimuleringsregeling bevordering activering en uitstroom, een subsidie aangevraagd voor de invoering van klantmanagement. Het accent van de regeling ligt niet op het middel (het klantmanagement) maar op het beoogde resultaat. Om voor de volledige subsidie in aanmerking te komen heeft de gemeente de opdracht gekregen om met minimaal 695 klanten een trajectplan aan te gaan richting arbeidsmarkt. Hiervoor hebben we t/m 2005 de tijd. De doelstelling is dat van deze klanten er vóór 2007 minimaal 278 als gevolg van het trajectenplan uitstromen naar werk. Nieuwe klanten kunnen onderdeel uitmaken van deze groep. Met de optimalisering van het klantmanagement neemt het aantal vastgestelde trajecten per jaar toe. In 2003 zijn er ongeveer 125 trajectplannen getekend, in 2004 ongeveer 200. Er resteert voor 2005 nog een totale taakstelling van ongeveer 300 trajectplannen. Taakstelling Vanuit de invoeringswet WWB heeft de gemeente de verplichting om voor 1 januari 2006 de rechten en plichten van uitkeringsgerechtigden in overeenstemming te brengen met de WWB. Dit omvlaggen kon starten per 1 januari 2005, de datum waarop de laatste WWB verordeningen in werking zijn getreden. In 2005 wordt het hele zittend bestand omgevlagd. Hiertoe worden gesprekken met de klanten gevoerd. In deze gesprekken wordt met klanten die nog geen trajectplan hebben gelijk gesproken over het op te zetten traject. Zo spoedig mogelijk na het omvlaggesprek wordt een trajectplan vastgesteld. Trajectplan Een trajectplan is altijd gericht op financiële zelfredzaamheid. Dit einddoel kan heel ver weg liggen. Binnen het trajectplan kunnen opeenvolgende stappen gemaakt worden. Een eerste stap in een trajectplan kan een diagnose zijn, de een na laatste stap kan gesubsidieerde arbeid zijn en de laatste stap nazorg. Een trajectplan stopt niet bij uitstroom naar een gesubsidieerde baan. De gesubsidieerde baan maakt onderdeel uit van het trajectplan. Daarom wordt dit opgenomen in het trajectplan. Ook tijdens de gesubsidieerde baan heeft de klant nog de plicht mee te werken aan het trajectplan dat er op gericht is uit te stromen naar regulier werk (vanuit de gesubsidieerde baan). De zorg (doet men wel zijn best) die tijdens de gesubsidieerde baan loopt (dus hetzelfde tijdsbestek als de gesubsidieerde baan) ligt ook bij Sozawe. Voor 2005 zijn de volgende prioriteit groepen voor een trajectplan vastgesteld: I. Sluitende aanpak - a. nieuwe klanten levensonderhoud WWB 2005 < 65 jaar - b. alie jongeren <23 jaar, incl. niet uitkeringsgerechtigden 2. zittend bestand per 1 januari Niet uitkeringsgerechtigden en Algemene Nabestaanden Wet Hier dwars doorheen loopt de nieuwe groep oudkomers. 1 e prioriteit groep a. In de WWB staat werk voorop. Nieuwe klanten zullen bij een aanvraag levensonderhoud gelijk een gesprek hebben over het op te zetten trajectplan. Het streven is om het trajectplan tegelijkertijd met de beschikking levensonderhoud aan te bieden aan de klant. In de praktijk Uitvoeringsplan besteding werkdeel

12 blijkt dit niet altijd haalbaar. Dit ligt veelal aan het feit dat er meerdere gesprekken met de klant wenselijk zijn, om te komen tot het meest geschikte traject. De formalisatie, in de vorm van een trajectplan, volgt dan zo spoedig mogelijk. b. Voor jongeren <23 jaar is een sluitende aanpak verplicht. Hierdoor zou geen enkele jongere ontsnappen aan een traject gericht op arbeid en/of scholing. Alle jongeren (zonder Wsw indicatie) worden doorverwezen naar een reïntegratiebureau. Deze verwijzing naar Werkstroom is het eerste onderdeel van het trajectplan. Jongeren met een Wsw indicatie worden met voorrang geplaatst in een Wsw dienstverband. Zij krijgen daarmee een voorrangsbehandeling op de wachtlijst bij Dukdalf. 2 e prioriteit groep Dit zijn de klanten die voor 1 januari 2006 een herbeoordeling hebben in het kader van de WWB én de arbeidsplicht hebben of krijgen opgelegd. Voorzover deze mensen nog geen trajectplan hebben, wordt dit zo spoedig mogelijk na het omvlaggesprek vastgesteld. 3 e prioriteit groep De SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) wetgeving verplicht gemeenten mensen die geen bijstandsuitkering hebben maar wel graag geholpen willen worden bij hun mogelijkheden om op de arbeidsmarkt terecht te komen een trajectplan te bieden. Dit zijn de niet uitkeringsgerechtigden (Nuggers) en personen met een uitkering op grond van de Algemene Nabestaanden Wet (ANW-ers). Deze mensen melden zich via het CWI. Een inschrijving van het CWI en een kwalificerende intake (Kwint) zijn noodzakelijk. Uit de Kwint moet blijken dat er een traject nodig is. Innovatief project Diagnose is ontwikkeling In samenwerking met de gemeente Vlaardingen (en in een later stadium ook de gemeente Schiedam en het CWI) is het project diagnose is ontwikkeling gestart. Het ministerie van SZW heeft een subsidie toegezegd voor dit innovatieve project. Doel van het project is te komen tot het in de praktijk brengen van een uitgebreid diagnoseinstrument. Via een ontwikkelingsgerichte diagnosestelling kunnen we komen tot een adequaat en meer succesvol activeringstraject. De klantmanagers kunnen door deze diagnosestelling meer inzicht krijgen in de uitgangssituatie van de klant. Deze aanpak leidt ook tot een vertaling van de diagnosestelling naar de inkoop van reïntegratietrajecten. Het project is tevens gericht op een verbeterde afstemming tussen de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam en het CWI wat betreft de diagnosestelling van de klanten. Mogelijk leidt de uitvoering van dit project tot de wenselijkheid van het vaststellen van extra en/of andere prioriteitsgroepen in Speciale taakstelling: oudkomers 2005 De regeling schrijft voor dat de trajecten aangeboden kunnen worden aan oudkomers die in een maatschappelijke achterstandssituatie verkeren en behoren tot de groep werklozen, opvoeders of geestelijke bedienaren. De gemeente heeft besloten vooral in te zetten op werklozen met een WWB uitkering en in mindere mate op opvoeders. De 42 trajecten worden ingezet voor de prioriteitgroepen I en 2. Steeds zal bij het aangaan van een trajectplan de vraag gesteld moeten worden of het een oudkomer betreft die een duaal oudkomers traject kan krijgen. Als de vraag met ja beantwoord wordt, krijgt het traject het label oudkomer. In september 2005 wordt nagegaan of de 42 trajecten gehaald wordt. Dan wordt bepaald of een extra inspanning onder de groep opvoeders nodig is. Uitvoeringsplan besteding werkdeel

13 4. Samenvatting Voorziening Kosten Doelgroep Prioriteitsgroep Doorloop ,-- n.v.t. n.v.t. Premies ,-- Uitstroompremie: langdurig uitkeringsgerechtigden Deeltijdpremie: uitkeringsgerechtigden Deelnamepremie: Uitkeringsgerechtigden 23 jaar Kinderopvang 0,-- uitkeringsgerechtigden, nuggers en Anw-ers die een traject volgen Sociale activering ,-- Uitkeringsgerechtigden 23 jaar met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt Vangnetbanen ,-- Uitkeringsgerechtigden zonder perspectief richting arbeidsmarkt Opstapbanen ,-- Uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt 2 1,2 1a,2 1,2,3 1a,2 Het vaste bestand is momenteel groter dan het structureel wordt, dus geen instroom in 2005 De invulling van deze banen hangt samen met het volume van het vaste bestand Jongerenbanen ,-- Jongeren (< 23 jaar) 1b Werkervaringsplaatsen ,-- Uitkeringsgerechtigden met een minder grote afstand tot de arbeidsmarkt Werk voorop ,-- Uitkeringsgerechtigden 23 jaar met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt 1,2 1a,2 Uitvoeringsplan besteding werkdeel

14 Voorziening Kosten Doelgroep Prioriteitsgroep Hele trajecten ,-- Uitkeringsgerechtigden 23 jaar Intensieve coaching ,-- Uitkeringsgerechtigden 23 jaar 1a,2 1a,2 Medisch advies ,-- Uitkeringsgerechtigden 1,2 Second opinion ,-- Uitkeringsgerechtigden 1,2 Diagnose 6.000,-- Alle 1,2,3 Stage IBB ,-- Uitkeringsgerechtigden die uitvallen bij werk voorop, opstap- en jongerenbanen Gedeeltelijk inkomsten ,-- Uitkeringsgerechtigden met gedeeltelijk inkomsten uit arbeid Loopbaanplan ,-- Uitkeringsgerechtigde Marokkaanse mannen tussen 23 en 40 jaar 1,2 1,2 1a,2 Duale vervolgtrajecten oud- en nieuwkomers ,-- Oud- en nieuwkomers die een oud- of nieuwkomerstraject hebben afgerond 1,2 Oudkomers ,-- Oudkomers 1,2,3 Trajecten STOED ,-- Uitkeringsgerechtigden uit sociaal pension 1,2 Individueel maatwerk Onvoorzien ,-- Alle 1,2,3 Totaal ,-- Uitvoeringsplan besteding werkdeel