Overgangsnormen 1.2 Overgangsnormen praktijkonderwijs Overgang naar een volgende groep vindt in principe plaats op basis van leeftijd. Daarnaast kunnen ook andere elementen een rol spelen bij het tot stand komen van groepen. 1.3 Overgangsnormen onderbouw In de onderbouw kennen we de volgende klassenindelingen: Bavo1 Lwo Bavo2 bbl Leerjaar 1 Leerjaar 2 Lwo basisberoepsgerichte leerweg Bavo1 Lwo basisberoepsgerichte leerweg Lwo Basisberoepsgerichte leerweg Bavo2 Bbl Basisberoepsgerichte leerweg Bavo3a k/g-t Bavo3b g-t/h Bavo4 h/v Kaderberoepsgerichte leerweg gemengde leerweg theoretische leerweg Gemengde leerweg theoretische leerweg havo havo/vwo Bavo3 k/g-t Bavo4 h/v Kaderberoepsgerichte leerweg gemengde leerweg theoretische leerweg Havo/Vwo lwo: leerwegondersteunend onderwijs. bbl: basisberoepsgerichte leerweg. kbl: kaderberoepsgerichte leerweg. gl-tl: gemengde leerweg en theoretische leerweg (qua niveau vergelijkbaar). havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs. vwo: een school die bestaat uit een atheneum en gymnasium. Hier wordt voorbereidend wetenschappelijk onderwijs gegeven. A. Van klas 1 bavo1 naar klas 2 bavo1 Het karakter van deze klas geeft aan dat elke leerling apart besproken dient te worden. Hiervoor zijn geen uniforme normen aangegeven. B. Van klas 1 bavo2, 3a, 3b, 4 naar klas 2 Bevordering met al dan niet plaatsing in een ander niveau vindt plaats op basis van de volgende telling: - tweemaal eindcijfer: ne, en, wi; - éénmaal eindcijfer: (fa), du, gs, ak, nask, bi; - gemiddelde van gd, mu, te, hv, tc, bo. Verder worden ook niet-cijfermatige zaken zoals inzet en inzicht in de beoordeling meegenomen. C. Van klas 2 bavo1 naar klas 3 bbl De intensieve begeleiding van de individuele leerling moet leiden tot een afgewogen advies voor de keuze van algemene voorbereiding op maatschappij en beroep, bouwtechniek, mechanische techniek of verzorging (en onder voorwaarden handel/verkoop en elektro). D. Vanuit de niveaus klas 2 bavo2 en bavo3 zal er een bevordering naar een sector en een leerweg moeten plaatsvinden. Beoordeling vindt plaats op basis van de gekozen sector met de volgende telling: Voor de sector Techniek: 4x (nas) + 2x (ne, en, wi) + 1x (fa*, du, gs, ak, ec, bi) Voor de sector Zorg en Welzijn: 4x (bi) + 2x (ne, en, wi) + 1x (fa*, du, gs, ak, ec, nas) Voor de sector Economie: 4x (ec) + 2x (ne, en, wi) + 1x (fa*, du, gs, bi, ec, nas) De vakken gd, lo, te, hv, ort, en vz moeten gemiddeld goed/voldoende zijn. Overstap van kader naar GL en andersom dient voor de herfstvakantie te gebeuren i.v.m. achterstand praktijkvakken. * indien van toepassing
E. Vanuit het niveau klas 2 bavo4 zal er een bevordering plaats vinden naar 3 havo of 3 vwo. Naast de schoolprestaties waarbij weegfactoren en (cijfer)richtlijnen van belang zijn, spelen het advies van de docenten en de af te nemen test een rol. De weegfactoren die we gebruiken met betrekking tot de verschillende vakken zijn de volgende: Ne Fa Du En Gs Ak Wi Nas Bi Ec Gr La Tek 2 2 2 2 2 2 2 0 0 2 1 1 2 2 1 1 2 0 0 3 2 2 0 0 0 0 Bovenste rij: voor de twee maatschappijprofielen (CM, EM) Onderste rij: voor de twee natuurprofielen (NG, NT) Toelichting: Er wordt verschil gemaakt in de wijze waarop vakken meetellen, dit heeft met name te maken met de latere keuze van de profielen Cultuur en Maatschappij (CM), Economie en Maatschappij (EM), Natuur en Gezondheid (NG) en Natuur en Techniek (NT) en de rol die de verschillende vakken daarin spelen. Bij deze weging zijn de profielen per twee samengevoegd, dus Cultuur en Maatschappij (CM) en Economie en Maatschappij (EM)samen en Natuur en Gezondheid (NG) en Natuur en Techniek (NT) samen. De richtlijnen die we gebruiken om op grond van de schoolprestaties een uitspraak te kunnen doen zijn als volgt geformuleerd: Tl (vmbo): als gemiddelde M* en gemiddelde N** <= 6,0 Bespr. Tl/havo: als gemiddelde M en gemiddelde N > 6,0 en < 6,5 Havo: als gemiddelde M en gemiddelde N >= 6,5 en <= 7,2 Bespr. havo/vwo: als gemiddelde M en gemiddelde N > 7,2 en < 7,5 Vwo: als gemiddelde M en gemiddelde N >= 7,5 Bespreekgeval: het gemiddelde van de vakken gd, bo, hv, tc < 6,0 Weegfactoren en richtlijnen kunnen op grond van evaluatiegegevens bijgesteld worden. * Gemiddelde M : gewogen gemiddelde van alle vakken in de twee maatschappijprofielen ** Gemiddelde N : gewogen gemiddelde van alle vakken in de twee natuurprofielen 1.4 Overgangsnormen vmbo A. Van klas 3 vmbo BB naar klas 4 vmbo BB. De leerling doet examen in 6 vakken. Bevorderd: a. niet meer dan 1 óf 1,5 tekort voor de vakken gd, ma, bo en het sectorspecifiek vak dat in het derde leerjaar wordt afgesloten*; b. niet meer dan 1 tekort voor het beroepsgerichte programma van de afdelingen Administratie, Bouw-,Elektro- en Metaaltechniek, Handel/Verkoop of Verzorging. c. de 6 pakketvakken maximaal 2 tekort - minimaal 36 punten; d. alle cijfers voor ckv moeten voldoende zijn. Bespreekgeval: indien niet aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Mogelijke uitkomsten: a. over naar klas 4 BB; b. opleggen van een taak; c. doubleren. * Leerlingen in de sectoren Economie en Zorg & Welzijn sluiten aan het eind van het derde leerjaar een sectorspecifiek vak af. Alleen in dat geval geldt 1,5 tekort. Voor de leerlingen in de sector Techniek geldt 1 tekort. B. Van klas 3 vmbo KB naar klas 4 vmbo KB. De leerling doet in 6 vakken examen. Bevorderd: a. niet meer dan 1 óf 1,5 tekort voor de vakken gd, ma, bo en het sectorspecifiek vak dat in het derde leerjaar wordt afgesloten* b. niet meer dan 1 tekort voor het beroepsgerichte programma van de afdelingen Administratie, Bouw-, en Elektro- en Metaal-techniek, Handel/ Verkoop of verzorging. c. de 6 pakketvakken maximaal 1,5 tekort minimaal 36 punten; d. alle cijfers voor ckv moeten voldoende zijn.
Bespreekgeval: indien niet aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Mogelijke uitkomsten: a. over naar klas 4 KB; b. gericht bevorderen naar klas 4 BB; c. opleggen van een taak; d. doubleren. * Leerlingen in de sectoren Economie en Zorg & Welzijn sluiten aan het eind van het derde leerjaar een sectorspecifiek vak af. Alleen in dat geval geldt 1,5 tekort. Voor de leerlingen in de sector Techniek geldt 1 tekort. C. Van klas 3 vmbo GL/TL naar klas 4 vmbo GL en TL. De leerling doet examen in 6 of 7 vakken. Bevorderd: a. niet meer dan 1,5 tekort voor de vakken gd, ma, bo en het vak/de vakken die aan het eind van het derde leerjaar wordt/worden afgesloten; b. de pakketvakken maximaal 1,5 tekort bij 6 pakketvakken minimaal 36 punten; bij 7 pakketvakken 42 punten; c. alle cijfers voor ckv moeten voldoende zijn. Bespreekgeval: indien niet aan alle bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Mogelijke uitkomsten: a. over naar klas 4 GL of 4 TL; b. opleggen van een taak; c. doubleren. D. Overgang van KB naar GL/TL Overstap van KB naar GL/TL en andersom dient voor de herfstvakantie te gebeuren i.v.m. achterstand in de praktijkvakken. 1.5 Overgangsnormen havo/vwo A1. Van klas 3 havo naar klas 4 havo en van klas 3 vwo naar klas 4 vwo a. Een leerling wordt bevorderd wanneer hij: 1. - voor al zijn vakken een eindcijfer hoger dan 5,7 heeft behaald; óf - één cijfer lager dan 5,8 heeft behaald, die hoger is dan 4,2; óf - twee cijfers lager dan 5,8 heeft behaald, waarvan één cijfer hoger is dan 4,2 en één cijfer hoger dan 4,7; óf - drie cijfers lager dan 5,8 heeft behaald, waarvan één cijfer hoger is dan 4,2 en twee cijfers hoger dan 4,7; óf - vier cijfers lager dan 5,8 heeft behaald en deze cijfers hoger zijn dan 4,7. 2. - voor de vakken van zijn gekozen profiel als eindcijfer hoger dan 5,7 heeft behaald; daaronder niet meer dan één cijfer dat lager is als 5,8 doch hoger dan 4,7. b. Een leerling is een bespreekgeval wanneer hij niet voldoet aan het gestelde in a. A2. Van klas 3 havo naar klas 4 atheneum a. Een leerling wordt bevorderd wanneer hij: 1. - voor al zijn vakken een eindcijfer hoger dan 6,7 heeft behaald; óf - één cijfer lager dan 6,8 heeft behaald, die hoger is dan 5,2; óf - twee cijfers lager dan 6,8 heeft behaald, waarvan één cijfer hoger is dan 5,2 en een cijfer hoger dan 5,7; óf - drie cijfers lager dan 6,8 heeft behaald, waarvan één cijfer hoger is dan 5,2 en twee cijfers hoger dan 5,7; óf - vier cijfers lager dan 6,8 heeft behaald en deze cijfers hoger zijn dan 5,7. 2. voor de vakken van zijn gekozen profiel als eindcijfer hoger dan 6,7 heeft behaald; meer dan een cijfer dat lager is dan 6,8 doch hoger dan 5,7. b. Een leerling is een bespreekgeval wanneer hij niet voldoet aan het gestelde in a.
B. Van klas 4 havo naar klas 5 havo Een leerling is bevorderd als: A. - of alle jaarcijfers 6 of hoger zijn - of 1x5 en de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn - of (1x4) of (2x5) of (1x4 en 1x5) en in alle gevallen de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle jaarcijfers tenminste 6,0 is B. - de jaarcijfers van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde 6 of hoger zijn. - of 1x 5 en de andere twee vakken 6 of hoger zijn - of 1x5 en het andere vak 6 of hoger is, als de kandidaat geen wiskunde volgt. C. - de cijfers waar het combinatiecijfer uit vastgesteld wordt niet lager dan 4 zijn; in havo-4 is het combinatiecijfer het jaarcijfer godsdienst in welk vak ook het vak toerusting en vorming is verwerkt. D. - CKV en lo met voldoende of goed zijn beoordeeld.. C. Van klas 4 vwo naar klas 5 vwo Een leerling is bevorderd als: A. - of alle jaarcijfers 6 of hoger zijn - of 1x5 en de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn - of (1x4) of (2x5) of (1x5 en 1x4) of (3x5) of (2x5 en 1x4) en in alle gevallen de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle jaarcijfers tenminste 6,0 is B. - de cijfers waar het combinatiecijfer uit vastgesteld wordt niet lager dan 4 zijn; in vwo-4 is het combinatiecijfer het rekenkundige gemiddelde van de op 1 decimaal afgeronde jaarcijfers van de vakken godsdienst, maatschappijleer en KCV C. - CKV en lo met voldoende of goed zijn beoordeeld. D. Van klas 5 vwo naar klas 6 vwo Een leerling is bevorderd als: A. - of alle jaarcijfers 6 of hoger zijn - of 1x5 en de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn - of (1x4) of (2x5) of (1x5 en 1x4) of (3x5) of (2x5 en 1x4) en in alle gevallen de overige jaarcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle jaarcijfers tenminste 6,0 is B. - de cijfers waar combinatiecijfer uit vastgesteld wordt niet lager dan 4 zijn; In vwo-5 is het combinatiecijfer het jaarcijfer voor het vak godsdienst in welk vak ook het vak toerusting en vorming is verwerkt. C. - lo met voldoende of goed is beoordeeld. In alle gevallen moet zowel aan a, b en c voldaan zijn. Als een leerling op grond van de vermelde normen niet bevorderd kan worden zal bespreking van de leerling plaatsvinden. NB: Bij elke overgang moet je ook voldoen aan de volgende eisen: - alle handelingsdelen zijn voldoende of goed; - je hebt voldaan aan de OVO-eis: uit de door jou bij de mentor ingeleverde verslagen moet blijken dat je 16 (Havo), 8 (4 Vwo) of 8 (5 Vwo) uur hebt besteed aan oriëntatie op vervolgonderwijs of beroep. Tenslotte nog het volgende: wanneer je één of meer onvoldoendes hebt staan voor vakken in het vrije deel die de wettelijk vereiste studielast te boven gaan mag je bij de overgang besluiten deze vakken te laten vallen. Je kunt niet voorwaardelijk bevorderd worden naar 5 Havo of 6 Vwo. 1.6 Begrippen m.b.t. overgangsregeling A. Eindcijfer De overgangsbeslissing in de onderbouw en leerjaar 3h/v wordt genomen op basis van de eindcijfers in één decimaal. Deze eindcijfers worden berekend uit de drie (onafgeronde) rapportcijfers met de volgende wegingsfactoren: 1:1:1 (ma, gd, ak, na, bi, bo, mu, te, hv) 1:1:2 (gs, at, tc, tw, gk, hu, mg, vt, tt, pr, ms, kp, vp, ba, be, nas, vz) 1:2:2 (ne, du, en, fa, la, ec, ee, et, hr, wi, wa, wb, ck, sk) De betekenis van deze afkortingen vindt u aan het eind van dit hoofdstuk. B. Vakken achter de streep in de onderbouw en leerjaar 3h/v Met vakken achter de streep, afgekort vakken-ads, worden bedoeld de niet-examenvakken die wel verplicht gevolgd worden maar waaraan eigen eisen worden gesteld die soms worden meegerekend bij de nietpakketvakken.
C. Overgangsbeslissingen: Overgangsbeslissingen worden genomen door de docentenvergadering. De beslissing van de docenten vergadering is bindend. Hiermee worden niet alleen bedoeld de leerlingen die als bespreekgeval in aanmerking komen, maar dit bindend karakter geldt ook voor beslissingen die niet in de bespreekzone liggen. D. Tekorten Gesproken wordt over tekorten. De volgende tekortenrekening wordt daarbij gehanteerd: 5,3-5,7 0,5 tekort 3,8-4,2 2 tekorten 4,8-5,2 1 tekort 3,3-3,7 2,5 tekorten 4,3-4,7 1,5 tekort 3,2 of minder 3 tekorten E. Bespreekgevallen Bij bespreekgevallen neemt de docentenvergadering o.m. in overweging: 1. het puntentotaal 2. de spreiding van de tekorten over de vakken 3. de ontwikkeling van de cijfers gedurende het cursusjaar 4. het 3e rapport 5. bijzondere omstandigheden. De docentenvergadering komt tot één van de volgende uitspraken: - onvoorwaardelijk over - voorwaardelijk over (zie F) - uitgestelde overgangsbeslissing (zie G) - doubleren Tevens kan bij deze uitspraak een advies gegeven worden. F. Voorwaardelijk over Van een leerling die voorwaardelijk bevorderd is, wordt het 1e rapport beoordeeld m.b.t. de overgangsnormen van dat cursusjaar. Komt deze leerling in de bespreekgevallen, dan zal een besluit door de docenten vergadering genomen worden dat bindend is, d.w.z. onvoorwaardelijk over of terugplaatsing. Voorwaardelijk bevorderen naar het hoogste leerjaar (examenklas) is wettelijk niet toegestaan. G. Uitgestelde overgangsbeslissing: We spreken van een uitgestelde overgangsbeslissing als de docentenvergadering eerst kennis wil nemen van de wijze waarop een leerling een opgelegde taak afrondt.
Afkortingen van vakken ak: aardrijkskunde ad: administratie anw: algemene natuurwetenschappen bb: bouw breed bgv: beroepsgericht vak bi: biologie bi1: biologie 1 bi12: biologie 1, 2 bo: bewegingsonderwijs bsm: bewegen, sport en maatschappij bte: beeldende vakken tekenen btt: bouwtechniek timmeren cb: constructie bankwerken ckv: culturele en kunstzinnige vorming du: Duits du1: Duits 1 du12: Duits 1, 2 ec: economie ec1: economie 1 ec12: economie 1, 2 el: elektro en: Engels eth: ethiek fa: Frans fa1: Frans 1 fa12: Frans 1, 2 gd: godsdienst gr: Grieks gs: geschiedenis ha: handel-administratie hu: huishoudkunde hv: handel / verkoop hvd: handvaardigheid in: informatica kbv: keuze beroepsgericht vak kcv: klassieke en culturele vorming km: avmb kv1: kunstvakken 1 kwt: keuzewerktijd la: Latijn ls: lassen lo: lichamelijke opvoeding lo1: lichamelijke opvoeding 1 ma: maatschappijleer ma1: maatschappijleer 1 ma2: maatschappijleer 2 mb: machine bankwerken m&o: management en organisatie m: mentoruur me: metalektro m&r: mens en religie mu: muziek na: natuurkunde na1: natuurkunde 1 na12: natuurkunde 1, 2 nas: natuurkunde/scheikunde ne: Nederlands nlt: natuur, leven en technologie nsk1: natuur- / scheikunde 1 nsk2: natuur- / scheikunde 2 ntc: natuur en techniek ore: oriëntatie op economie ort: oriëntatie op techniek orv: oriëntatie op verzorging ovo: oriëntatie voortgezette opleiding po: praktijkonderwijs pws: profielwerkstuk rms: religie, mens en samenleving sb: studiebegeleiding sk: scheikunde sk1: scheikunde 1 sk2: scheikunde 2 su: studie-uur tc: techniek t&v: toerusting en vorming te(k): tekenen vz: verzorging wa: wiskunde-a wa1: wiskunde-a1 wa1 2: wiskunde-a1, 2 wb: wiskunde-b wb1: wiskunde-b1 wb1 2: wiskunde-b1, 2 wc: wiskunde-c wd: wiskunde-d wi: wiskunde zw: zorg en welzijn