De eindverantwoordelijkheid voor de beslissing over de bevordering ligt in handen van de schoolleiding van de desbetreffende afdeling.

Transcriptie

1 BEVORDERINGSREGELING Deze bevorderingsregeling bestaat uit een algemeen gedeelte waarna de verschillende bevorderingsnormen volgen. In het algemene gedeelte wordt een aantal zaken genoemd dat voor alle afdelingen en leerjaren geldt. Algemeen Het schooljaar is verdeeld in vier perioden. Aan het eind van de eerste drie perioden krijgen de leerlingen een tussenstand mee. Deze tussenstand geeft steeds het voortschrijdend gemiddelde vanaf het begin van het cursusjaar weer. Aan het eind van de laatste periode verschijnt het eindrapport op basis waarvan de beslissing ten aanzien van bevorderen genomen wordt. Afronden Voor alle bevorderingsnormen geldt dat gewerkt wordt met hele, dus afgeronde, eindcijfers. Een uitzondering hierop geldt wanneer er voor een combinatie van een aantal vakken een minimumscore wordt genoemd met één decimaal. In dat geval wordt bedoeld het totaal van de nietafgeronde cijfers van die vakken. Het vak lichamelijke oefening (l.o.) Het vak l.o. werkt met letters: G (goed), V/G (tussen voldoende en goed), (voldoende), O/V (tussen onvoldoende en voldoende) en O (onvoldoende). Voor de eerste drie leerjaren van vwo en havo en de eerste twee leerjaren van vmbo-t geldt daarbij dat een onvoldoende voor dit vak i.v.m. de bevordering vertaald wordt met het cijfer 5. Letters bij het vak drama Bij dit vak wordt er in de brugklassen beoordeeld met een letter: O V G Indien een leerling een onvoldoende voor het vak drama heeft en daardoor niet aan de bevorderingsregeling voldoet, kan de docentenvergadering een taak/opdracht opleggen die voldoende moet worden gemaakt alvorens een beslissing tot bevordering wordt genomen. Bevorderingsnormen Op de volgende bladzijden staat van elke afdeling en elk leerjaar de bevorderingsnorm genoemd. Bij elke bevorderingsnorm staat vermeld: welke vakken daarbij een rol spelen. Uiteraard geldt dat voor de vakken die de leerling ook werkelijk heeft. Zo tellen op het vwo Latijn, Grieks en kcv niet mee voor de atheneumleerlingen. hoe met de resultaten bij de andere vakken wordt omgegaan. wanneer leerlingen bevorderd worden. Het noemen van een of meer onvoldoendes impliceert dat voor alle andere vakken een voldoende is behaald. hoe wordt omgegaan met de leerlingen van wie de resultaten niet aan de bevorderingsnorm voldoen. Wanneer een leerling niet voldoet aan de bevorderingsnorm, bespreekt de docentenvergadering wat voor de leerling het beste is. Dat kan bijvoorbeeld zijn doubleren, maar ook de schoolloopbaan vervolgen in een andere afdeling is een mogelijkheid. Daarbij geldt het volgende: doubleren in de brugklassen en vmbo-t 2 is niet toegestaan. doubleren is slechts mogelijk als de docentenvergadering van mening is dat de leerling over voldoende capaciteiten beschikt en voldoende gemotiveerd is om de opleiding met succes af te ronden. een leerling die twee keer in hetzelfde leerjaar doubleert, moet de school verlaten. een leerling die in twee achtereenvolgende leerjaren doubleert, moet de school verlaten. De eindverantwoordelijkheid voor de beslissing over de bevordering ligt in handen van de schoolleiding van de desbetreffende afdeling. 1

2 Bevorderingsnormen vwo: gymnasium en atheneum Van vwo 1 naar vwo 2 ne, fa, en, la, gs, ak, wi, bi, gd, kcv, bv, dr, mk, eng, vz en lo. Van vwo 2 naar vwo 3 ne, fa, du, en, la, gr, gs, ak, wi, ns, bi, gd, kcv, bv, da, dr, mk, eng en lo. één vier en één vijf hebben drie vijven hebben Wanneer een leerling niet voldoet aan de bevorderingsnorm bespreekt de docentenvergadering wat voor de leerling het beste is. Overgaan naar het derde leerjaar van de havoafdeling is uitsluitend mogelijk als de leerling na het verhogen van alle decimale eindcijfers met 1,0 punt alsnog zou voldoen aan de voor hem geldende overgangsnorm voor bevordering naar atheneum 3. Voldoet de leerling daaraan niet, dan wordt de leerling geplaatst in het tweede leerjaar van de havoafdeling. Van vwo 3 naar vwo 4 ne, fa, du, en, la, gr, gs, ak, wi, na, sk, bi, ec, gd, kcv, lo en twee kunstvakken. één vier en één vijf hebben drie vijven hebben één vijf binnen deze vakken én volgens de onderstaande criteria toelaatbaar zijn tot één van de vier profielen. Voor de profiel(keuze)vakken mag niet meer dan één vijf zijn behaald en voor de beide N-profielen geldt bovendien: NG-profiel: wiskunde B mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoende voor het vak wiskunde is behaald. Ook natuurkunde mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoende voor dit vak is behaald. De combinatie van deze twee vakken mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoendes zijn in de vakken wi, na en sk en voor deze drie vakken samen minimaal 21,0 punten zijn behaald. dat het NT-profiel alleen gekozen mag worden als er geen onvoldoendes zijn in de vakken wi, na en sk en voor deze drie vakken samen minimaal 21,0 punten zijn behaald. 2

3 Wanneer een leerling niet voldoet aan de bevorderingsnorm bespreekt de docentenvergadering wat voor de leerling het beste is. Overgaan naar het vierde leerjaar van de havoafdeling is mogelijk uitsluitend als de leerling na het verhogen van alle decimale eindcijfers met 1,0 punt alsnog zou voldoen aan de voor hem geldende overgangsnorm voor bevordering naar atheneum 4. Voldoet de leerling daaraan niet, dan wordt de leerling geplaatst in het derde leerjaar van de havoafdeling. Vrijstellingsregeling tweede moderne taal De tweede moderne vreemde taal op het atheneum kent een vrijstellingsregeling voor: leerlingen met (zintuiglijke) stoornissen die specifiek betrekking hebben op taal. leerlingen met een andere moedertaal dan de Nederlandse. Het verzoek dient schriftelijk te worden gedaan door de ouders/verzorgers en dient te worden ondersteund door een advies van een externe deskundige (bijv. een arts of een gezondheidspsycholoog). De school kan een second opinion vragen bij een externe deskundige/adviesbureau. De schoolleiding beslist, gehoord het verzoek van de ouders, het advies van de betrokken deskundige(n) en het advies daarop van de docentenvergadering. De leerling die volgens deze vrijstellingsregeling de tweede moderne vreemde taal in de bovenbouw niet hoeft te volgen, kiest daarvoor binnen het aanbod van de school een ander eindexamenvak. Van vwo 4 naar vwo 5 Bij de bevordering tellen de volgende vakken van het (school)examenpakket mee: ne, fa, du, en, la, gr, gs, ak, wi, if, na, sk, bi, ec, m&o, kunst en bsm. en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is één vijf en één vier hebben en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is én maximaal één vijf hebben als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Het vak godsdienst en het onderdeel loopbaanoriëntatie en begeleiding zullen bij de beoordeling worden betrokken. Indien een leerling een onvoldoende resp. onvoldoende studiepunten behaalt voor deze vakken kan de docentenvergadering een taak opleggen die voldoende moet worden gemaakt alvorens een beslissing tot bevordering wordt genomen. De vakken ckv en lo moeten worden afgesloten met de kwalificatie voldoende of goed. Een leerling die niet wordt bevorderd, wordt verplicht in het volgende schooljaar alle onderdelen over te doen. Van vwo 5 naar vwo 6 Bij de bevordering tellen de volgende vakken van het (school)examenpakket mee: ne, fa, du, en, gs, ak, mij, wi, if, na, sk, bi, ec, m&o, kunst en bsm. en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is één vijf en één vier hebben en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is én maximaal één vijf hebben als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Het vak godsdienst en het onderdeel loopbaanoriëntatie en begeleiding zullen bij de beoordeling worden betrokken. Indien een leerling een onvoldoende resp. onvoldoende studiepunten behaalt voor 3

4 deze vakken kan de docentenvergadering een taak opleggen die voldoende moet worden gemaakt alvorens een beslissing tot bevordering wordt genomen. De vakken ckv en lo moeten worden afgesloten met de kwalificatie voldoende of goed. Slaag-/zakregeling vwo 6 Geslaagd zijn alle leerlingen bij wie het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,50 is, en die daarnaast: en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is één vijf en één vier hebben en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is én maximaal één vijf hebben als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en de rekentoets op niveau 3F. Bovendien moeten de vakken ckv en lo afgesloten zijn met de kwalificatie voldoende of goed. Cijfers voor maatschappijleer, anw, kcv en het profielwerkstuk maken deel uit van het combinatiecijfer. Een eindcijfer van een drie of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet is geslaagd. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. 4

5 Bevorderingsnormen havo Van de brugklas havo/atheneum naar havo 2 ne, fa, en, gs, ak, wi, bi, gd, bv, dr, mk, eng, vz en lo. Van de brugklas havo/atheneum naar atheneum 2 ne, fa, en, gs, ak, wi, bi, gd, bv, dr, mk, eng, vz en lo. Bevorderd worden de leerlingen die minimaal 52 punten voor de vakken ne, fa, en, gs, ak, wi en bi hebben. Van havo 2 naar havo 3 ne, fa, du, en, gs, ak, wi, ns, bi, gd, bv, da, dr, mk, eng en lo. één vier en één vijf hebben drie vijven hebben Wanneer een leerling niet voldoet aan de bevorderingsnorm bespreekt de docentenvergadering wat voor de leerling het beste is. Overgaan naar het derde leerjaar van de afdeling vmbo-t is uitsluitend mogelijk als de leerling na het verhogen van alle decimale eindcijfers met 1,0 punt alsnog zou voldoen aan de voor hem geldende overgangsnorm voor bevordering naar havo 3. Voldoet de leerling daaraan niet, dan wordt de leerling geplaatst in het tweede leerjaar van de vmbo-tafdeling. Van havo 3 naar havo 4 Bij de bevordering tellen de volgende vakken mee: ne, fa, du, en, gs, ak, wi, na, sk, bi, ec, gd, lo en twee kunstvakken. één vijf en één vier hebben drie vijven hebben één vijf binnen deze vakken én volgens de onderstaande criteria toelaatbaar zijn tot één van de vier profielen. 5

6 Voor de profiel(keuze)vakken mag niet meer dan één vijf zijn behaald en voor de beide N-profielen geldt bovendien: NG-profiel: wiskunde B mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoende voor het vak wiskunde is behaald. Ook natuurkunde mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoende voor dit vak is behaald. De combinatie van deze twee vakken mag alleen gekozen worden als er geen onvoldoendes zijn in de vakken wi, na en sk en voor deze drie vakken samen minimaal 20,0 punten zijn behaald. NT-profiel: geen onvoldoendes in de vakken wi, na en sk en voor deze drie vakken samen minimaal 20,0 punten zijn behaald. Van havo 4 naar havo 5 Bij de bevordering tellen de volgende vakken van het (school)examenpakket mee: ne, fa, du, en, gs, ak, wi, if, na, sk, bi, ec, m&o, kunst en bsm. en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is* en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is* één vijf en één vier hebben en van wie het gemiddelde van alle overgangscijfers ten minste 6,0 is* én maximaal één vijf hebben als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. * er wordt een uitzondering gemaakt wanneer een leerling voor het totaal van alle overgangscijfers één punt tekort komt om het gemiddelde van 6,0 te halen. Het vak godsdienst en het onderdeel loopbaanoriëntatie en begeleiding zullen bij de beoordeling worden betrokken. Indien een leerling een onvoldoende resp. onvoldoende studiepunten behaalt voor deze vakken kan de docentenvergadering een taak opleggen die voldoende moet worden gemaakt alvorens een beslissing tot bevordering wordt genomen. De vakken ckv en lo moeten worden afgesloten met de kwalificatie voldoende of goed. Een leerling die niet wordt bevorderd, wordt verplicht in het volgende schooljaar alle onderdelen over te doen. Slaag-/zakregeling havo 5 Geslaagd zijn alle leerlingen bij wie het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,50 is, en die daarnaast: en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is één vijf en één vier hebben en van wie het gemiddelde van alle eindexamencijfers ten minste 6,0 is én maximaal één vijf hebben als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Bovendien: moet de rekentoets op niveau 3F gemaakt zijn en moeten de vakken ckv en lo afgesloten zijn met de kwalificatie voldoende of goed. Cijfers voor maatschappijleer en het profielwerkstuk maken deel uit van het combinatiecijfer. Een eindcijfer van een drie of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet is geslaagd. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. 6

7 Van havo 5 naar vwo 5 Leerlingen melden zich voor 15 mei schriftelijk aan voor vwo 5 bij de decaan. Hierna volgt een gesprek waarin de leerling zijn keuze kan motiveren. Om toegelaten te worden moeten leerlingen aan de volgende voorwaarden voldoen: In het vak wiskunde is een havo-examen afgelegd. Op de havo moet een extra vak gevolgd zijn. Indien op de havo geen extra vak is gevolgd, moet de leerling voldoen aan de instroomeisen van het te kiezen extra vak. Informatie over de instroomeisen zijn te krijgen via de decaan of de teamleider van het vwo. Voor elk van de vakken Nederlands, Engels en wiskunde moet voor zowel het CE als het SE een 6,5 of hoger behaald zijn. Het gemiddelde van alle CE cijfers moet 6,5 of hoger zijn. Voor de combinatie wiskunde B en natuurkunde of wiskunde A en natuurkunde geldt bovendien dat de som van deze eindcijfers afgerond op één decimaal 14,5 of meer punten moet zijn. Er mag geen vakkenwisseling plaatsvinden. De vakkencombinatie moet passen in de door het DevelsteinCollege aangeboden mogelijkheden. Voor dyslectische kandidaten geldt een aangepaste regeling. Informatie hierover is te verkrijgen bij de decaan. 7

8 Bevorderingsnormen vmbo-t Van vmbo-t 1 naar vmbo-t 2 ne, fa, en, gs, ak, wi, bi, gd, bv, dr, mk, tn, vz en lo. Van de brugklas vmbo-t/havo naar vmbo-t 2 ne, fa, en, gs, ak, wi, bi, gd, bv, dr, mk, tn, vz en lo. Van de brugklas vmbo-t/havo naar havo 2 ne, fa, en, gs, ak, wi, bi, gd, bv, dr, mk, tn, vz en lo. Bevorderd worden de leerlingen die minimaal 52 punten voor de vakken ne, fa, en, gs, ak, wi en bi hebben. Van vmbo-t 2 naar vmbo-t 3 ne, fa, du, en, gs, ak, wi, ns, bi, ec, gd, bv, dr, mk, tn en lo. één vier en één vijf hebben drie vijven hebben Van vmbo-t 3 naar vmbo-t 4 ne, fa, du, en, gs, ak, wi, nask1, nask2, bi, ec, kv2, lo2 en twee kunstvakken..... Voor de onderstaande situaties geldt, dat een leerling bevorderd is, mits genoemde situatie minimaal wordt gecompenseerd met twee zevens of één acht in de examenvakken. één vijf en één vier hebben. drie vijven hebben. 8

9 Bovendien mag in het gekozen vakkenpakket slechts één onvoldoende voorkomen die niet lager mag zijn dan een 4. In de vakken Nederlands en Engels mag slechts één vijf voorkomen. De vakken gd, kv1, lo1 en het handelingsdeel lob moeten worden afgesloten met de kwalificatie voldoende of goed. Indien een leerling een onvoldoende resp. onvoldoende studiepunten behaalt voor deze vakken kan de docentenvergadering een taak opleggen die voldoende moet worden gemaakt alvorens een beslissing tot bevordering wordt genomen. Indien een leerling in de gekozen vakken (voor de vierde klas) van het examendossier een onvoldoende heeft, kan de docentenvergadering een taak opleggen die naar behoren dient te worden afgerond. Een leerling die niet wordt bevorderd, wordt verplicht in het volgende schooljaar alle onderdelen over te doen. Slaag-/zakregeling vmbo-t 4 Geslaagd zijn alle leerlingen bij wie het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,50 is, en die daarnaast: een vijf hebben een vier hebben, verder voldoendes, waaronder ten minste eenmaal een 7 of hoger, verder voldoendes, waaronder ten minste eenmaal een 7 of hoger en bovendien: voor het vak Nederlands mag het eindcijfer niet lager zijn dan een 5. voor de rekentoets niveau 2F moet minimaal een 4,5 zijn behaald. voor de vakken lo1 en kunstvakken (kv1) uit het gemeenschappelijk deel de kwalificatie voldoende of goed hebben gehaald. voor het sectorwerkstuk de kwalificatie voldoende of goed hebben gehaald. Een leerling die eindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing. Van vmbo-t 4 naar havo 4 Leerlingen melden zich voor 1 april schriftelijk aan voor havo 4 bij de decaan. Door de havo-decaan wordt daarop een gesprek gevoerd met de vmbo 4 leerlingen waarin zij hun havo-keuze motiveren. Alle betrokken vmbo 4 docenten brengen een advies uit met betrekking tot de overstap. Deze adviezen worden per leerling verzameld. Het initiatief hiertoe wordt genomen door de teamleider van havo 4. De decanen, teamleiders en conrectoren van de vmbo- en de havo-afdeling nemen eind april een voorlopige beslissing over de toelating en stellen de betreffende leerling, c.q. zijn of haar ouders/verzorgers hiervan tijdig op de hoogte. De volgende beslissingsmogelijkheden zijn mogelijk: voorlopig toelaten tot havo 4 voorlopig afwijzen voor havo 4 De toelating wordt pas definitief na het CE en de vergadering over de uitslag daarvan met de examendocenten vmbo-t en de teamleiders van vmbo-t en havo bovenbouw. Om toegelaten te worden moeten leerlingen aan de volgende voorwaarden voldoen: het gemiddelde van de niet afgeronde cijfers van de gekozen vmbo-examenvakken moet na het CE een 6,8 zijn (totaal dus minimaal 41 punten, excl. maatschappijleer). Voor het NT-profiel geldt bovendien dat de som van de cijfers van wiskunde, natuur-/scheikunde-1 en natuur-/scheikunde-2 minimaal 21,0 punten moet zijn. Voor de voorlopige toelating geldt eenzelfde norm op grond van het SE-resultaat. Na de beslissing toegelaten wordt de leerling toegelaten tot één van de vier profielen in havo 4 onder de volgende voorwaarden: Toelating tot havo 4: * PV = verplicht vak en * PK = keuzevak binnen het havo-profiel CM-profiel: een vmbo-pakket waarin verplicht voorkomen Frans of Duits en ten minste twee vakken uit: geschiedenis (PV)* economie (PV)* aardrijkskunde (PK)* EM-profiel: een vmbo-pakket waarin verplicht voorkomen wiskunde en economie en ten minste één vak uit: 9

10 geschiedenis (PV)* Frans of Duits (PK)* aardrijkskunde (PK)* NG-profiel: een vmbo-pakket waarin verplicht voorkomen wiskunde en natuur-/scheikunde 2 en ten minste één vak uit: biologie (PV)* natuur-/scheikunde 1 (PK)* aardrijkskunde (PK)* NT-profiel: een vmbo-pakket waarin verplicht voorkomen wiskunde, natuur-/scheikunde 1 en natuur-/scheikunde 2. Bovendien geldt voor het NT-profiel dat de som van de cijfers van wiskunde, natuur- /scheikunde-1 en natuur-/scheikunde-2 21,0 punten moet zijn. 10