Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl 2006 - II



Vergelijkbare documenten
Bijlage VMBO-GL en TL 2006

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examen VMBO-GL en TL 2006

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Examen VMBO-GL en TL 2006

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Eindexamen vmbo gl/tl geschiedenis en staatsinrichting II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examen VMBO-GL en TL 2005

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Examen VMBO-KB geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Wie bestuurt de Europese Unie?

Examenopgaven VMBO-KB 2003

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Examen VMBO-GL en TL 2005

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Wie bestuurt de Europese Unie?

A. Kuyper

Wie bestuurt de Europese Unie?

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Tarieven Europa: staffel 1

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

GESCHIEDENIS SO3 TV

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje. KB-0125-a-17-1-b

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Examen VMBO-GL en TL. geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

1. Democratie blz De staatsinrichting van Nederland blz Het kabinet en het parlement. 3. De Grondwet blz

KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN LESTIPS OP HET STARTPUNT VOOR EUROPA IN HET ONDERWIJS. werkvel - 1. Tweede Fase Havo/vwo

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2. Bronnenboekje. KB-0125-a-12-2-b

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Wie beslist wat? Duur: minuten. Wat doet u?

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Samenvatting Geschiedenis Samenvatting Staatsinrichting hoofdstuk 1 VMBO

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Examen VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Stemmen Europese verkiezingen 2014

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Tarieven Europa: staffel 1

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

In 1813 werden de Fransen verjaagd en de zoon van de laatste stadhouder werd koning

Instructie: Landenspel light

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU

Politieke stromingen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Instructie: Wat weet je van de landen van de EU?

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

DE BRIEVENBRIGADE HET VERHAAL VAN DE EUROPESE UNIE

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Instructie: Quiz EU - Test je kennis!

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

8*. Na de dood van Karel de Grote werd de eerste grondslag gelegd voor Grenzen in Europa. Leg uit.

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Onderzoek gunstige prijsligging.

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

LB Project 2 Politiek-Juridische dimensie. 2 e schooljaar periode 8 voor AA en DA. LB 2 e jaar periode 8 cohort 2013 voor AA, DA maart 2015 / 1 van 8

DE EUROPESE UNIE MAVO Naam: Klas:

Transcriptie:

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE INDUSTRIËLE SAMENLEVING IN NEDERLAND + DE VERHOUDING MENS EN MILIEU 2p 1 Vóór en na 1850 werden in Nederland producten gemaakt. Door de Industriële Revolutie veranderde er veel. Daarover gaan de volgende uitspraken: 1 Er is sprake van beperkte productie met een hoge kwaliteit. 2 Er is sprake van een vakman die het product van het begin tot het einde maakt. 3 Er is sprake van een werknemer die aan een klein deel van het eindproduct werkt. 4 Er is sprake van massaproductie in zo weinig mogelijk tijd. Welke twee kenmerken horen bij de periode vóór en welke twee bij de periode tijdens de Industriële Revolutie? periode vóór de Industriële Revolutie: (vul twee nummers in) periode tijdens de Industriële Revolutie: (vul twee nummers in) Gebruik bron 1 en 2. 1p 2 Waarom werd de walvisvangst door Nederlandse schepen in de Noordelijke IJszee aan het eind van de 19e eeuw stopgezet? A omdat de stoomschepen, die de zeilschepen hadden verdrongen, ongeschikt waren voor de walvisvaart B omdat de walvis was uitgestorven als gevolg van overbevissing en industriële milieuverontreiniging C omdat de walvisvaart te weinig opleverde door de afname van het aantal walvissen in het vangstgebied D omdat walvistraan overbodig werd door de vondst van aardgas en de toepassing van elektrische verlichting Gebruik bron 2. 1p 3 mogelijke redenen om weer met de walvisvangst te beginnen in 1946: 1 Door het opheffen van de milieubeschermende maatregelen mocht er weer op walvissen worden gejaagd. 2 Door strengere milieuwetgeving en minder vervuilende industrie was het aantal walvissen sterk toegenomen. 3 Door technische vooruitgang was het eenvoudiger geworden walvissen te vangen en te verwerken. 4 Door walvistraan kon het tekort aan oliën en vetten, dat door de Tweede Wereldoorlog was ontstaan, worden verminderd. Om welke twee redenen begon Nederland in 1946 weer met de walvisvangst? A reden 1 en 2 B reden 2 en 3 C reden 3 en 4 D reden 4 en 1-1 -

Gebruik bron 3. 1p 4 Voor welke periode in de Nederlandse geschiedenis is deze foto kenmerkend? A 1780-1800 B 1840-1860 C 1900-1920 D 1960-1980 1p 5 Door de mechanisatie nam de werkgelegenheid in de landbouw af. Wat was daarvan de oorzaak? Gebruik bron 4, 5 en 6. 2p 6 drie vakbonden: a een protestantse vakbond b een rooms-katholieke vakbond c een socialistische vakbond Welke vakbond hoort bij welke bron? Let op! Ieder nummer mag maar één keer gebruikt worden. Vakbond a hoort bij bron (vul nummer in). (enz. tot en met c) 2p 7 Rond 1900 was het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkzaam was 31%. Honderd jaar later was dat 4%. Ondanks die daling is de landbouwproductie toch gestegen. Geef twee verklaringen voor deze productiestijging. Gebruik bron 7. 2p 8 Noem één onderdeel uit de bron dat aangeeft dat de schilder optimistisch was over de toekomst. Leg je keuze uit. één onderdeel uit de bron:, want (volgt uitleg) Gebruik bron 8 en 9. 4p 9 De twee affiches laten zien dat er in de tijd tussen 1925 en 1950 werd gedacht dat onderwijs aan jongens anders moest zijn dan onderwijs aan meisjes. Dit verschil kwam omdat jongens op een andere toekomst voorbereid moesten worden dan meisjes. Geef eerst aan op welke manier dit verschil is afgebeeld op de affiches. Geef daarna aan welke rol het onderwijs speelt bij de voorbereiding op hun toekomst. Op het affiche met de jongen is afgebeeld: (vul in), want voor jongens (vul in). Maar op het affiche met het meisje is afgebeeld: (vul in), want voor meisjes (vul in). 1p 10 In de jaren vijftig van de 20e eeuw werden stakingen voor meer loon niet gesteund door de belangrijkste vakbonden. Geef één reden waarom de vakbonden toen niet bereid waren hun leden te steunen bij stakingen voor hogere lonen. - 2 -

2p 11 enkele beweringen over gastarbeiders in de jaren zestig: 1 Gastarbeiders hadden vakkennis die onmisbaar was voor het industrialisatieproces in Nederland. 2 Gastarbeiders kwamen ongeschoold werk verrichten waar veel Nederlanders geen zin in hadden. 3 Gastarbeiders waren in Nederland hard nodig om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen. 4 Gastarbeiders waren politieke vluchtelingen die in Nederland gastvrij werden ontvangen. Vul per bewering in of deze juist of onjuist is. Bewering 1 is (vul in: juist of onjuist). (enz. tot en met bewering 4) Gebruik bron 10. 2p 12 Het lied gaat over iemand met een lage sociale status. Sociale status wordt bepaald door verschillende factoren, zoals sekse en etniciteit. De bron verwijst naar nóg twee andere factoren. Welke twee andere factoren zijn dat? Schrijf ook de regel over waar je de informatie gevonden hebt. Eerste factor: (vul in), dat blijkt uit regel (schrijf de regel over). Tweede factor: (vul in), dat blijkt uit regel (schrijf de regel over). 1p 13 Uitspraak: De invoering van de studiefinanciering heeft het mogelijk gemaakt dat kinderen uit de lagere sociale milieus hogerop komen in de Nederlandse samenleving. Is deze uitspraak juist of onjuist? Geef een argument voor je keuze. Deze uitspraak is juist / onjuist (maak een keuze), want (geef een argument). 3p 14 Organisaties als Milieudefensie en Greenpeace hielden in het begin van de jaren zeventig van de 20e eeuw hun eerste acties. Welke invloed hadden economische, politieke en wetenschappelijke ontwikkelingen op de opkomst van de milieubeweging juist in de jaren zeventig? economische ontwikkeling: politieke ontwikkeling: wetenschappelijke ontwikkeling: Gebruik bron 11. 1p 15 Welke uitleg hoort bij deze afbeelding? A De mensen worden bespot, omdat zij niet inzien dat zij steeds afhankelijker worden van de moderne techniek. B De mensen worden bespot, omdat zij telkens bang zijn voor uitvindingen die achteraf heel bruikbaar blijken te zijn. C De techniek wordt bespot, omdat uitvindingen het leven niet aangenamer maken maar juist bedreigen. D De techniek wordt bespot, omdat wetenschappers door de eeuwen heen de ene onzinnige ontdekking na de andere doen. - 3 -

1p 16 Allochtonen van niet-westerse afkomst maken tegenwoordig ongeveer tien procent van de Nederlandse bevolking uit. Zij zijn echter nauwelijks vertegenwoordigd in de top van het bedrijfsleven of de overheid. Etniciteit heeft dus invloed op de sociale mobiliteit in Nederland. Was dat honderd jaar geleden ook al zo? Verklaar je keuze. Toen had etniciteit ook al / nog geen (maak een keuze) invloed op de sociale mobiliteit, want (geef verklaring). Gebruik bron 12. 1p 17 Geef met een voorbeeld aan dat Nederland medeverantwoordelijk is voor de ontwikkeling die in de bron beschreven is. - 4 -

DE INDUSTRIËLE SAMENLEVING IN NEDERLAND DE VERHOUDING MENS EN MILIEU + bron 1 tekening over de walvisvaart in de Noordelijke IJszee (eind 18e eeuw) bron 2 uit een boek over de geschiedenis van de walvisvaart in de 19e en 20e eeuw In 1863 ging voor de laatste keer een Nederlands schip op walvisvangst in de Noordelijke IJszee. Hiermee was de oude Nederlandse walvisvaart tot stilstand gekomen. Er volgden nog enkele pogingen de walvisvaart nieuw leven in te blazen door de aandacht te richten op andere delen van de wereld, maar deze pogingen liepen op niets uit. In 1946 was de tijd gunstig voor een nieuwe poging. Er werden nieuwe walvisjagers met harpoenkanonnen gekocht. Tankers regelden de aanvoer van stookolie naar de zuidelijke ijszeeën en namen de geproduceerde walvistraan (een soort olie) mee terug naar Nederland. Een jaar later werden er meer jagers ingezet en de productie bleef toenemen. In 1955 werd een nieuw fabrieksschip in gebruik genomen. Dat schip kon 70 walvissen per dag tot traan en andere producten verwerken. Door dalende prijzen en een sterk teruglopende vangst werd in 1964 gestopt met de walvisvangst. - 5 -

bron 3 het dorsen van graan met behulp van een dorsmachine die door stoomkracht wordt aangedreven (dorsen = de graankorrels uit het koren slaan) De bronnen 4, 5 en 6 zijn teksten die te maken hebben met vakbonden. bron 4 Een oude man herinnert zich een toespraak van één van de strijdende voormannen van de vakbond die in het boerendorp kwam spreken: De bevrijding begint! De revolutie zal aan jullie lijden een einde maken!" bron 5 Paus Leo XIII keerde zich tegen het idee van de klassenstrijd. Wel vond hij dat de arbeiders meer rechten en een beter leven verdienden. Daarom moesten ze zich in eigen vakbonden kunnen organiseren. bron 6 Er bestaat een Nederlands werkliedenverbond dat ervan overtuigd is dat Gods Woord in de bijbel de vertrouwde basis van onze christelijke samenleving is. Ons doel is de belangen van de samenleving en vooral van de werklieden te bevorderen met alle wettige middelen, zoals lezingen en vergaderingen over godsdienstige, economische en maatschappelijke onderwerpen. - 6 -

bron 7 een gedeelte van een muurschildering in een groot bedrijf (1920) - 7 -

bron 8 affiche over onderwijs (rond 1935) bron 9 affiche over onderwijs (rond 1935) - 8 -

bron 10 fragment van een lied van een protestzanger (1966) Ben ik te min, ben ik te min Omdat je ouders meer poen (= geld) hebben dan de mijne? Ben ik te min, ben ik te min Omdat je pa in een grotere kar rijdt dan de mijne? En toch wil je blijven Maar je pa, die wil het niet Ik denk dat je beter kunt gaan En je moeder, die doe je ook veel verdriet Als je thuiskomt zal ze zeggen: Wat doe je me aan? Jouw moeder, die ik moest aanhoren Met haar achterlijk gezwam Over de studie van je broer En dat je pa zo n succesvol zakenman was, Met andere woorden: Wat ben jij een boer. bron 11 spotprent van F. Behrendt (1982) bron 12 naar aanleiding van de publicatie van een rapport (2005) De opwarming van de aarde bereikt binnen tien jaar het kritische punt. Het broeikaseffect wordt dan onomkeerbaar en zal zorgen voor drastische veranderingen in het milieu. Dat blijkt uit een rapport waaruit de Britse krant The Independent citeert. - 9 -

STAATSINRICHTING VAN NEDERLAND + NEDERLAND EN EUROPA Gebruik bron 13. 1p 18 Welke onderzoeksvraag kan beantwoord worden met behulp van de bron? A Hoe dacht Thorbecke over andere politieke stromingen? B Hoe dacht Thorbecke over de politieke positie van het staatshoofd? C Hoe dacht Thorbecke over de troonopvolging van het staatshoofd? D Hoe dacht Thorbecke over revoluties die in veel Europese landen voor onrust zorgden? Gebruik bron 14. 1p 19 Welke achtergrond heeft de afgebeelde minister? A katholiek B liberaal C protestant D socialistisch Gebruik nogmaals bron 14. 1p 20 De bron gaat over de scheiding tussen kerk en staat. Op welke manier is dat te zien? Gebruik bron 15. 2p 21 twee omschrijvingen: 1 Deze politieke leider maakte zich sterk voor de verbetering van de positie van arbeiders door te strijden voor algemeen kiesrecht. 2 Deze politieke leider richtte de Rooms Katholieke Staatspartij op, waardoor hij de emancipatie van zijn aanhangers bevorderde. Geef bij elke omschrijving aan welke politieke leider erbij hoort. Let op! Er blijft één politieke leider over. Bij omschrijving 1 hoort (vul letter in). Bij omschrijving 2 hoort (vul letter in). 2p 22 Waarom was het voor de vrouwenemancipatie aan het begin van de 20e eeuw belangrijk dat vrouwen actief en passief kiesrecht kregen? Actief kiesrecht is belangrijk voor vrouwenemancipatie, omdat (geef reden). Passief kiesrecht is belangrijk voor vrouwenemancipatie, omdat (geef reden). - 10 -

Gebruik bron 16. 1p 23 Over welk onderdeel van de grondwetswijziging van 1917 geeft minister Cort van der Linden zijn mening? A over de invoering van actief kiesrecht voor vrouwen B over de invoering van de financiële gelijkstelling van openbare en bijzondere scholen C over de invoering van het districtenstelsel D over de invoering van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging Gebruik bron 17. 1p 24 Op het verkiezingsaffiche staat een vraagteken. Hier hoort de naam van een politieke partij te staan. Van welke partij is dit verkiezingsaffiche en waaruit blijkt dat? A van de ARP, want als socialistische partij vond de ARP het belangrijk dat oudere mensen aan werk werden geholpen B van de ARP, want deze partij vond het een taak van de mensen te demonstreren voor behoud van de verzorgingsstaat C van SDAP, want deze christelijke partij wilde Nederland zo snel mogelijk industrialiseren en moderniseren D van de SDAP, want deze partij vond dat de overheid verantwoordelijk was voor de zorg voor haar burgers 2p 25 Noem één politieke en één economische reden voor de oprichting van Europese samenwerkingsverbanden na de Tweede Wereldoorlog. Gebruik bron 18. 1p 26 Van welk klassiek grondrecht maken de vrouwen in de bron gebruik? A het recht op gelijke behandeling B het recht op gezondheidszorg C het recht op vrijheid van godsdienst D het recht tot vergadering en betoging Gebruik nogmaals bron 18. 2p 27 De vrouwen op de foto maken gebruik van een klassiek grondrecht. Noem nog twee andere klassieke grondrechten waarvan deze vrouwen gebruik kunnen maken om steun voor hun standpunt te krijgen. Gebruik bron 19. 2p 28 Sieka en Janny bekijken deze bron. Sieka vindt dat de vrouwenemancipatie in de periode 1983-2001 goed is geslaagd. Janny is het daar niet mee eens. Geef voor beide meningen een argument met behulp van de bron. Sieka: (geef een argument) Janny: (geef een argument) - 11 -

2p 29 Hieronder staan zes beweringen over de Eerste Kamer en de Tweede Kamer: 1 De Eerste en de Tweede Kamer hebben het budgetrecht. 2 De Eerste en de Tweede Kamer hebben evenveel leden. 3 De Eerste en de Tweede Kamer hebben het recht om een wetsvoorstel af te keuren. 4 De Eerste en de Tweede Kamer vormen samen de regering. 5 De leden van de Tweede Kamer worden voor een langere periode gekozen dan de leden van de Eerste Kamer. 6 De Tweede Kamer heeft alle rechten die de Eerste Kamer ook heeft. Welke drie beweringen zijn juist? Schrijf alleen de nummers op. Gebruik bron 20. 1p 30 Van welk recht maakt deze Tweede-Kamercommissie gebruik? 1p 31 Welke uitspraak over de Nederlandse rechtsstaat is juist? A De minister van Justitie bepaalt wanneer een persoon een strafbaar feit heeft gepleegd. B De Nationale Ombudsman behandelt klachten van burgers over andere burgers. C De Tweede Kamer mag het vonnis van een rechter niet veranderen. D Een rechter kan zelf niet terechtstaan voor een overtreding of een misdrijf. Gebruik bron 21. 1p 32 Het vloekverbod is niet toegestaan, omdat het volgens de minister van Binnenlandse Zaken in strijd is met de grondwet. Op basis van welk grondrecht is het niet toegestaan aan de gemeenten om een vloekverbod in te voeren? A op basis van het kiesrecht B op basis van het recht op gelijke behandeling C op basis van het recht op vrijheid van godsdienst D op basis van het recht op vrijheid van meningsuiting Gebruik bron 22. 2p 33 In de Tweede Kamer waren er voor- en tegenstanders van het voorstel tot verplicht afkicken. Noem voor beide standpunten een politiek of juridisch argument. argument voorstander: argument tegenstander: Gebruik bron 23. 2p 34 Er zijn verschillende redenen om te werken aan de eenwording van Europa. Welke reden is in de bron te herkennen? Geef ook aan waarom juist deze problematiek in Europees verband aangepakt moet worden. reden: aanpak in Europees verband, omdat: 1p 35 Europese instellingen zoals het Europees Parlement, de Europese Commissie, het Europese Hof van Justitie en de Europese Centrale Bank hebben verschillende vestigingsplaatsen. Geef één reden waarom er gekozen is voor verschillende vestigingsplaatsen. - 12 -

Gebruik bron 24. 1p 36 Een voorstel wordt in de Raad van Ministers aangenomen als er meer dan 232 stemmen vóór het voorstel worden uitgebracht (= 72,3%). Waarom is er niet gekozen voor de gebruikelijke regel, namelijk dat een besluit is aangenomen als meer dan de helft (50%) van het aantal stemmen vóór is? 2p 37 bevoegdheden: 1 indienen van wetsvoorstellen voor de EU 2 ontwikkelen van een gemeenschappelijk buitenlands beleid 3 toetsen of nationale staten de Europese wetgeving correct toepassen 4 vaststellen van de jaarlijkse begroting van de EU instellingen: a Europese Commissie b Europees Parlement c Europese Hof van Justitie d Europese Raad van Ministers Welke bevoegdheid hoort bij welke instelling? Bevoegdheid 1 hoort bij instelling (vul letter in). (enz. tot en met 4) - 13 -

STAATSINRICHTING VAN NEDERLAND NEDERLAND EN EUROPA + bron 13 een verklaring van Thorbecke (rond 1848) De macht van de koning mag niet onbeperkt zijn. De macht van de koning moet in overeenstemming zijn met de democratische instellingen in ons land. bron 14 de minister van Justitie tussen twee Heren (1890) Koning Willem III Paus Leo XIII pauselijke brief de minister: Wanneer de staatswetten in tegenspraak zijn met de goddelijke wetten, wanneer zij tegenstrijdig zijn met de wetten van de christelijke godsdienst en de R.K.-kerk, dan dient men de staatswetten niet langer te gehoorzamen. - 14 -

bron 15 drie politieke leiders (rond 1900) A B C Schaepman Kuyper Troelstra bron 16 een uitspraak van minister Cort van der Linden over de Grondwet van 1917 Het is een gezonde ontwikkeling in de politiek. Voor elke partij worden alle stemmen uit het hele land bij elkaar opgeteld. Wie in het land dan één procent van de kiezers achter zich heeft, is verzekerd van één zetel. - 15 -

bron 17 verkiezingsaffiche van een partij (1929) bron 18 een foto uit 1970-16 -

bron 19 het aantal vrouwen in de Tweede Kamer tussen 1983 en 2001 aantal vrouwelijke Tweede Kamerleden 60 55 50 45 40 35 30 25 20 0 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 bron 20 Een speciale Tweede-Kamercommissie zit klaar voor een verhoor over de bouwfraude (2002). bron 21 uit een krant (1986) Vloekverbod Veluwse gemeenten mag niet DEN HAAG 24 JUNI - Gemeenten mogen volgens de minister van Binnenlandse Zaken geen vloekverbod instellen. Een dergelijk verbod is in strijd met de grondwet. De gemeenten Ermelo, Elburg, Harderwijk, Oldebroek, Nunspeet en Putten wilden in hun plaatselijke verordening vloeken en ruw taalgebruik in het openbaar verbieden. De regering heeft nu bepaald dat dit verbod niet is toegestaan. - 17 -

bron 22 uit een krant (2002) Verplicht afkicken MEI, 2002 Verslaafden raken nogal eens op het criminele pad om hun verslaving te bekostigen. Junks die vaak in herhaling vallen kunnen binnenkort een gevangenisstraf van twee jaar krijgen. Tijdens deze periode moeten zij verplicht afkicken. Na jarenlang aarzelen heeft de meerderheid in de Tweede Kamer vorige maand ingestemd met een voorstel dat dit moet regelen. Eindelijk gerechtigheid? bron 23 spotprent over Europa (1986) bron 24 stemverhouding in de Europese Raad van Ministers in 2005 ministers afkomstig uit Duitsland, Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië Spanje en Polen Nederland België, Tsjechië, Griekenland, Hongarije en Portugal Oostenrijk en Zweden Denemarken, Ierland, Litouwen, Slowakije en Finland Estland, Cyprus, Letland, Luxemburg en Slovenië Malta aantal stemmen per land 29 27 13 12 10 7 4 3 Totaal 321-18 -