Vaststellen bestemmingsplannen Derde Merwedehaven en Uitbreiding. geluidzone Derde Merwedehaven

Vergelijkbare documenten
Toelichting. Bestemmingsplan. 'Geluidzone industrieterrein Sliedrecht' Gemeente Dordrecht Fase: vaststelling - 1 -

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B.K. Potjer (GroenLinks) (d.d. 23 februari 2016) Nummer 3144

15 augustus 2017 SO/ Ruimtelijke ordening en Wonen Vaststellen bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

Toelichting. Bestemmingsplan. "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven"

Uitspraak /2/R3

Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT

Artikel 34 In dit artikel zijn nu alle nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geregeld. Er staan geen verwijzingen naar andere bestemmingen in.

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.'

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

Nota van Uitgangspunten Bestemmingsplan Derde Merwedehaven

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

Raadsvergadering. 8 maart

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

9*-`" **"' * Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen Datum: 14 mei 2013

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Toelichting bestemmingsplan Partiële herziening regeling parkeren in bestemmingsplannen Dordrecht

Raadsvergadering. 6juli 2015

Gemeente Breda 39249] Registratienr: [ Raadsvoorstel

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

't, RAADsvooRSTEL EN ontwerpbeslutr

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: 13 juni Onderwerp:

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg'

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

Raadsstuk. Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Haarlem 023 Reg.nr.: 2009/186957

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032

Voorstel aan de gemeenteraad

64809 Woon- en leefomgeving Ruimte dhr. H.C.V. Veldhuijsen N.E.C. Versteegh

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum:

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

gemeente Eindhoven Raadsvoorsteltot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan 'Grasrijk'

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

Vaststelling van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Kerensheide"

Zeist Paraplubestemmingsplan Parkeernormen Zeist BESTEMMINGSPLAN

Gemeente Haaksbergen de heer G. van der Wens Externe veiligheid / Bedrijven en milieuzonering plangebied Hassinkbrink te Haaksbergen

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

HORST MAA? A/D. gemeente. raadsvoorstel onderwerp: bestemmingsplan Op den Bergen 10. datum raadsvergadering 4 april 2017

Raadsvoorstel Vaststelling bestemmingsplan Oude Meer Groenenberg

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014

Debby Bouwhuis BP Br

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

Vaststelling bestemmingsplan 'Gastransportleiding' gemeente Peel en Maas / gemeente Venlo

Gemeentebestuur Spuiboulevard GR DORDRECHT

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding Ag. nr.: 10 Reg. nr.: Datum:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 17 december 2015 Agendanummer : 09 Datum : 11 november Onderwerp Bestemmingsplan Nieuwe Klif

Zienswijzen nota. Gemeente Epe. bestemmingsplan "Wissel Schaveren Correctieve Herziening" Anonieme versie

Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Groot Rijnwijk en exploitatieplan Groot Rijnwijk a. Zaaknummer

V A L K E N S WA A R. D

Vaststelling bestemmingsplan "Delden-Noord, herziening Peperkampweg"

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

RAADSVOORSTEL. Vaststellen van de 2 e herziening bestemmingsplan Amsterdamse Bos Woonschepen en de Woonschepenverordening

Voorstel aan de Gemeenteraad

onderwerp: Raadsvoorstel vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Rijssen, bedrijfsverzamelgebouw Kryptonstraat'

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 4 15/434. Raad

Gemeente Breda ~Q~ ~A~ Raadsvoorstel. Registratienr: [ 39892]

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

Behandeld door: C.T. Bernaards

Raadsvoorstel tot verlening verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van 36 studentenstudio's aan de Hessen Kasselstraat 3

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan "Motorcrossterrein Arnhem"

Raadsvoorstel 2015/ Ontwerp t.b.v. terinzageligging Vaststelling bestemmingsplan Zwanenburg 1 e herziening

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

DORDRECHT. Aan de gemeenteraad

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN "CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW)"

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

GEMEENTE BOEKEL. C.V. beroep ingesteld. De Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan waarin het beroep gedeeltelijk gegrond is verklaard.

C. Ortelee 3754

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje';

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan II Buitengebied (Hotel Van der Valk) rma/lg

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'

E.G.M. van den Boom / juli 2017

Partiële herziening zone industrielawaai Molendijk-Industrieweg. ontwerpbestemmingsplan. rboi. 25 jaar adviseurs ruimtelijke ordening

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 28 maart februari De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2011/81

Voorstel raad en raadsbesluit

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Transcriptie:

DORDRECHT Aan de gemeenteraad Gemeentebestuur Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT Datum 7 april 2015 Ons kenmerk SO/1400824 Begrotingsprogramma Ruimtelijke ordening en Wonen Betreft Vaststellen bestemmingsplannen Derde Merwedehaven en Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven Voorgesteld besluit Voorgesteld wordt om het volgende besluit te nemen: 1. geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, omdat de kosten anderszins zijn verhaald; 2. in te stemmen met het voorstel van het college d.d. 7 april 2015 en te bepalen dat het voorstel met de beoordeling van de zienswijzen onderdeel uitmaakt van dit besluit; 3. zienswijzen 1. tot en met 3. ontvankelijk te verklaren; 4. zienswijze 1. gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren; 5. zienswijze 2. ongegrond te verklaren; 6. zienswijze 3. ongegrond te verklaren; 7. naar aanleiding van zienswijze 1. de volgende wijzigingen in de verbeelding van het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" aan te brengen: a. de begrenzing van de bestemming Bedrijf (ten zuiden van de haven) met 7 meter in zuidelijke richting te verschuiven; b. de begrenzing van de bestemming Recreatie in noordelijke richting te verschuiven voor zover het de smalle strook aan de haven betreft, en c. de begrenzing van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - stortplaats" binnen de bestemming Bedrijf met 12 meter in westelijke richting te verschuiven; 8. naar aanleiding van zienswijze 1. de volgende wijziging in de regels van het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" aan te brengen: in artikel 6.2.3 onder a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten wijzigen van "2 m" naar if5 nl "; 9. de bestemmingsplannen "Derde Merwedehaven" en "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" overeenkomstig het door het college van Burgemeester en Wethouders bij zijn voorstel overgelegde ontwerp vast te stellen met inachtneming van de onder 7. en 8. genoemde wijzigingen. Samenvatting Het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" dient ter actualisatie van het vigerende bestemmingsplan "Opgecomen Landen" (1991) en ter uitvoering van de vaststellingsovereenkomst d.d. 18 januari 2011, die de gemeente met de provincie Zuid-Holland, PROAV N.V., en Derde Merwedehaven B.V. heeft gesloten. Het plangebied beslaat de Derde Merwedehaven met het nieuwe bedrijventerrein (watergebonden) aan de zuidzijde ervan, de gesloten stortplaats en de bestaande bedrijvigheid rondom de haven. Het bestemmingsplan is in procedure gebracht. Voor het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" zijn verschillende milieuaspecten onderzocht. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidzone Pagina 1/4 MIX PaP, O, FSC FSC" CO13230

Datum 7 april 2015 Ons kenmerk SO/1400824 industrielawaai Derde Merwedehaven als gevolg van het nieuwe bedrijfsterrein in noord -/oostelijke richting dient te worden uitgebreid. De bestemmingsplannen die hierin voorzien zijn ook in procedure gebracht. Het gaat hierbij om een herziening van het bestemmingsplan "Nieuwe Sliedrechtse Biesbosch" (bestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven") en een herziening van twee bestemmingsplannen van de gemeente Sliedrecht. De nieuwe geluidzone zal namelijk de gemeentegrens overschrijden. Uw raad wordt verzocht een beslissing te nemen over de ingekomen zienswijzen en de bestemmingsplannen "Derde Merwedehaven" en "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" (Dordts grondgebied) gewijzigd vast te stellen. Inleiding Over het voorontwerp en het ontwerp van het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" en het ontwerpbestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" hebben wij uw raad per brieven d.d. 28 mei 2013, SO/1011897, en 4 november 2014, SO/1308362, geïnformeerd. De ontwerpbestemmingsplannen "Derde Merwedehaven" en "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" (Dordts grondgebied) lagen van 20 november tot en met 31 december 2014 ter inzage. Iedereen kon gedurende deze periode een zienswijze bij de gemeenteraad indienen. Van deze mogelijkheid hebben Derde Merwedehaven B.V. en PROAV N.V., HTS Intermodaal BV/Heuvelman Transport Systems en Koninklijke Schuttevaer gebruik gemaakt. Zij hebben een zienswijze ingediend over het ontwerpbestemmingsplan "Derde Merwedehaven". Over het ontwerpbestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" zijn geen zienswijzen ingekomen. Ons voorstel is om de zienswijzen op twee onderdelen na ongegrond te verklaren. Voor de inhoud en de beoordeling van de zienswijzen verwijzen wij uw raad naar de bijlage bij dit raadsvoorstel. Voor wat betreft de bestemmingsplanprocedure in Sliedrecht (uitbreiding geluidzone), delen wij u mee dat twee Sliedrechtse bedrijven zienswijzen hebben ingediend. De gemeenteraad van Sliedrecht zal over deze zienswijzen en de vaststelling van het bestemmingsplan "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" (Sliedrechts grondgebied) een besluit nemen. Naar onze mening kunnen deze zienswijzen weerlegd worden. Van belang is nog het volgende. Het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" voorziet in een bestemmingsregeling voor een gesloten stortplaats. Voor gesloten stortplaatsen geldt bijzondere landelijke wetgeving. Uw raad kan weliswaar een bestemmingsplan voor een gesloten stortplaats vaststellen, maar Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland zijn het bevoegd gezag om op aanvragen die betrekking hebben op een activiteit in, op, onder of over een gesloten stortplaats te beslissen. Het kan hierbij gaan om bouwen en/of het toepassen van in het bestemmingsplan opgenomen bevoegdheden. Pagina 2/4

Datum 7 april 2015 Ons kenmerk 50/1400824 Doelstelling Een actueel bestemmingsplan, dat niet alleen de bestaande bebouwing en functies regelt, maar ook de afspraken uit de vaststellingsovereenkomst realiseert en borgt. Het bestemmingsplan""uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" is nodig voor de uitbreiding van de geluidzone van het industrieterrein. Argumenten Voor de beoordeling van de zienswijzen verwijzen wij uw raad naar de bijlage bij dit voorstel. Kanttekeningen Het eventueel geheel gegrond verklaren van de zienswijzen kan tot ongewenste gevolgen leiden voor het milieu en de directe omgeving, waaronder de woonwijk De Staart en het Natura 2000 gebied "de Biesbosch" zijn begrepen. Immers, dan is zonder nadere toetsing bedrijvigheid in een hogere milieucategorie dan 4.2 mogelijk en is er geen grip op het aantal verkeersbewegingen (vrachtwagentransporten) van en naar het plangebied. Het niet vaststellen van de bestemmingsplannen leidt tot contractbreuk met de provincie Zuid-Holland, PROAV N.V., en Derde Merwedehaven B.V. en tot het schenden van de wettelijke verplichting om bestemmingsplannen te actualiseren. Bestuurlijk overleg met contractpartijen Met de contractpartijen is recent gesproken over de voortgang op het traject van de eindafwerking, het gezamenlijk inrichtingsplan, het bestemmingsplan en de zienswijzen daarop. Partijen hebben daarbij aangegeven de regeling inzake de milieucategorie te accepteren. Partijen blijven echter grote moeite houden met de regeling die het aantal vrachtwagentransporten beperkt. Partijen vinden dat dat een volwaardige ontwikkeling van een nat bedrijventerrein onnodig inperkt. Wij hebben hierbij aangegeven bereid te zijn om richting de opleveringsdatum van 1 januari 2023 dit opnieuw tussen partijen te bespreken, mede in het licht van ontwikkelingen in verkeersbewegingen de komende jaren. Op basis van het recent gevoerde bestuurlijk overleg verwachten wij voor de zomervakantie uw raad een gezamenlijk ontwerp voor de recreatieve inrichting te kunnen presenteren. Kosten en dekking Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12) dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor de gronden waarop een aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het Besluit ruimtelijke ordening staat wat onder een aangewezen bouwplan wordt begrepen. Het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" bevat dergelijke bouwplannen. In de op 18 januari 2011 gesloten vaststellingsovereenkomst is voorzien in het kostenverhaal. Het opstellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is om deze reden niet nodig en achterwege gelaten. Communicatie en inclusief beleid Degenen die een zienswijze hebben ingediend zullen wij over het besluit van uw raad informeren. Pagina 3/4

Datum 7 april 2015 Ons kenmerk SO/1400824 ; Vervolg en evaluatie Na de vaststelling van de bestemmingsplannen kan een belanghebbende, die bij uw raad een zienswijze heeft ingediend, beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bijlagen - ontwerp besluit; - planboekjes met regels en toelichting; - verbeeldingen. 9 Het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht ' de secretaris de burg meester 't M.M. van der Kraan A.A.M. Brok Pagina 4/4

Bijlage Behorende bij het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Derde Merwedehaven Beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Derde Merwedehaven 1

Inleiding Deze bijlage maakt deel uit van het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Derde Merwedehaven. Wij geven in deze bijlage een beoordeling van de ingekomen zienswijzen over het ontwerp van het bestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 20 november 2014 tot en met 31 december 2014 voor een ieder ter inzage gelegen. Over het ontwerpbestemmingsplan zijn drie zienswijzen ingediend. Deze worden hieronder samengevat weergegeven, voorzien van een beantwoording en een voorstel. Zienswijze 1. Derde Merwedehaven B.V. en PROAV N.V. Ontvankelijkheid De zienswijze d.d. 22 december 2014 is op tijd ingediend en dus ontvankelijk. Behandeling zienswijze 1. PROAV N.V. is grondeigenaar van afvalberging Derde Merwedehaven. Derde Merwedehaven B.V. is exploitant en vergunninghouder van de inrichting afvalberging Derde Merwedehaven. In januari 2011 hebben de gemeente Dordrecht, de provincie Zuid-Holland, PROAV N.V. en Derde Merwedehaven B.V. een vaststellingsovereenkomst gesloten over de gefaseerde af- en ombouw van de afvalberging en de ontwikkeling van een bedrijventerrein op het voorterrein. De inhoud hiervan is bekend. De verliezen veroorzaakt door het eerder dichtgaan (2012) dan gepland (2016) van de afvalberging moeten gecompenseerd worden door de opbrengsten van het bedrijventerrein. Het bestemmingsplan moet de randvoorwaarden creëren voor een optimale realisatie van het bedrijventerrein. Op de volgende punten is dat niet het geval: a.) in de artikelen 3.5.7 en 3.8 zijn beperkingen opgenomen met betrekking tot de toegestane aantallen verkeersbewegingen. Dit beperkt de ontwikkelingen en gebruiksmogelijkheden en zal de opbrengsten van het bedrijventerrein substantieel drukken. Dit vergroot dus de verliezen. De gemeente schendt bij handhaving van deze regeling ook de vaststellingsovereenkomst. Het bestemmingsplan is ook niet de plek voor zo n regeling. Temeer daar aan de overzijde van de kade een diervoederbedrijf met distributiecentrum zonder beperkingen functioneert. Dit schept rechtsongelijkheid. Een ruimtelijke onderbouwing ontbreekt. Deze regeling is juridisch niet houdbaar. Ook in de artikelen 18.3 en 18.4 zijn beperkingen opgenomen over de toegestane aantallen verkeersbewegingen. In het verleden zijn er in de aankoopovereenkomst afspraken gemaakt over verkeersbewegingen. Deze hadden echter betrekking op de aanvoer van afval naar de afvalberging. Met de vervroegde sluiting van de afvalberging per 1 januari 2012 zijn deze afspraken achterhaald. Verder worden begrippen als transporten, transportbewegingen, verkeersbewegingen en vrachtwagentransportbewegingen door elkaar gebruikt, waardoor het bestemmingsplan en de normering van verkeersbewegingen onduidelijk is. Gevraagd wordt hoe en of deze regeling gehandhaafd zal worden. Verzocht wordt om deze regeling te schrappen (geen willekeur). b.) Het bestemmingsplan staat op het bedrijventerrein uitsluitend (watergebonden) bedrijfsactiviteiten toe in de categorieën 1 tot en met 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. Door middel van een afwijkingsbevoegdheid in artikel 20.3 is een categorie hoger mogelijk, namelijk 5.1. De aard en invloed van de beoogde bedrijfsactiviteit (5.1) dienen gelijk te zijn aan een direct toegestane bedrijfsactiviteit (maximaal 4.2). Watergebonden bedrijfsactiviteiten betreffen veelal categorie 5.1 en soms 5.2. Verzocht wordt om categorie 5.1 onvoorwaardelijk toe te staan. Ook door deze regeling zullen de verliezen verder oplopen. De vaststellingsovereenkomst wordt geschonden. Passender is om een afwijkingsbevoegdheid op te nemen voor categorie 5.2 voor watergebonden bedrijfsactiviteiten, conform de uitgevoerde milieuonderzoeken. Deze regeling moet voorzien in een goede inpassing van de bedrijfsactiviteit in de omgeving. Dit is ook meer in lijn met het beleid van de provincie Zuid-Holland. Verwezen wordt naar artikel 8 lid 3 van de Verordening Ruimte (hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein). c.) Uitgangspunt van de vaststellingsovereenkomst is een sobere en doelmatige inrichting van het recreatieterrein. Inmiddels is in lijn met de vaststellingsovereenkomst en overeenkomstig de omgevingsvergunning een eindafwerkingsplan vastgesteld. Op basis hiervan kan de zuidelijke begrenzing van het bedrijventerrein circa 18 meter in zuidelijke richting verschuiven. Dit kan voor een deel ten koste gaan van de niet logische smalle oostelijke uitstulping van het bedrijventerrein. 2

d.) In artikel 6.2.3 is voor lichtmasten een maximale hoogte van 2 meter aangegeven. Dit is te laag voor lichtmasten bij parkeervoorzieningen. Verzocht wordt om een hoogte van 5 meter; dit is de huidige en realistische hoogte. Beantwoording: Ad a). In de Nota van Uitgangspunten heeft de gemeenteraad over transportbewegingen het volgende uitgangspunt vastgesteld: Uitgangspunt is dat er niet meer transportbewegingen ontstaan dan nu is toegestaan voor de stortplaats. Het maximaal toelaatbare, gebaseerd op de huidige milieuvergunning voor de stortplaats, is op jaarbasis 24.440 transporten naar de stortplaats en aanvullend 7.800 transporten ten behoeve van overslag aan de kade. Om dit te borgen is in het bestemmingsplan een regeling getroffen. Wij zien niet in dat een dergelijke regeling niet mogelijk zou kunnen zijn. Het criterium voor het vaststellen van een bestemmingsplan is namelijk een goede ruimtelijke ordening. Dit wordt in de jurisprudentie uitgelegd als een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Gezien de huidige verkeersstromen op de Baanhoekweg bestaat ter bescherming van het woon- en leefklimaat van de bewoners van de Staart alle reden voor opname van een dergelijke regeling. Hierbij moet bedacht worden dat deze regeling gebaseerd is op de huidige milieuvergunning voor de stortplaats. Uit onderzoek blijkt overigens dat een gemiddelde ontwikkeling van het nieuwe bedrijventerrein minder verkeer zal genereren dan de stortplaats op grond van de huidige milieuvergunning. Zie bijlage 5 bij de milieuonderzoeken. Wij zien dan ook niet in dat toekomstige gebruiksmogelijkheden hierdoor zullen worden beperkt. Naar onze mening leidt deze regeling niet tot rechtsongelijkheid en/of willekeur. Immers, hier is sprake van een nieuwe ontwikkeling, i.c. een nieuw watergebonden bedrijventerrein aan de Derde Merwedehaven. Het bestemmingsplan Derde Merwedehaven zal hierin voorzien. Dit nieuwe bedrijventerrein zal verkeer genereren. Om deze extra verkeersstroom te kunnen beheersen, is een regeling nodig. Hieraan liggen ruimtelijke redenen ten grondslag, i.c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in de Staart. De regeling is gekoppeld aan het aantal vrachtwagentransporten (zie artikel 3.5.7 en artikel 18.3). Wij zijn van mening dat de regeling helder is en niet tot onduidelijkheid kan leiden. Voor de handhaving ervan is het noodzakelijk dat de gebruikers van de gronden waarop deze regeling van toepassing is een administratie aanleggen waarin het aantal vrachtwagentransporten wordt bijgehouden. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid zal deze regeling handhaven door middel van controle van de administratie. Ad b). De regeling voor de maximale categorie aan bedrijven (4.2) is gebaseerd op de Nota van Uitgangspunten. Dit is hierin als uitgangspunt geformuleerd. De Nota: Ook hiervoor wordt aangesloten bij het regime aan de noordzijde van de haven. Op grond van de brochure Bedrijven en milieuzonering (VNG) is tot maximaal categorie 4.2 toelaatbaar (richtafstand van 300 m ten opzichte van een rustig buitengebied, inclusief verblijfsrecreatie, stiltegebied en natuurgebied) bedoeld voor watergebonden bedrijven. In het bestemmingsplan wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor 1 categorie zwaardere bedrijven indien uit de door de aanvrager van de omgevingsvergunning verstrekte gegevens blijkt dat de activiteiten naar aard en inrichting gelijk kunnen worden gesteld met de toegestane categorie. In de milieuonderzoeken is vervolgens getoetst of categorie 4.2 haalbaar is. De conclusie is dat dit het geval is. Hierbij is gekeken naar de afstand tot de meest nabij gelegen woningen en tot het hotel en de omgeving ervan. In het onderzoek wordt over het hotel en omgeving het volgende opgemerkt: De omgeving van dit hotel is te kenschetsen als een rustig buitengebied met verblijfsrecreatie. In de VNG-zoneringsmethode wordt een rustig buitengebied gelijk gesteld aan een rustige woonwijk. Wanneer bij de zonering met het hotel en de omgeving van het hotel, rekening gehouden wordt als een gebied vergelijkbaar met het omgevingstype rustige woonwijk, dan is de vestiging van bedrijven met een milieucategorie 4.2 nog steeds haalbaar. Het bestemmingsplan maakt door middel van een afwijkingsbevoegdheid in artikel 20.3 de vestiging van een categorie hoger, te weten 5.1, mogelijk. Scheepsbouw- en reparatiebedrijven behoren tot deze categorie. Deze omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend, indien de betreffende bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die ter plaatse krachtens de regels van dit bestemmingsplan zijn toegestaan en nadat advies is ingewonnen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Het bestemmingsplan staat aan een hogere milieucategorie in beginsel dus niet in de weg. Het onvoorwaardelijk toestaan van een bedrijf in milieucategorie 5.1 wijzen wij af. Wij achten het namelijk wenselijk dat een dergelijk bedrijf eerst getoetst wordt op zijn gevolgen voor de omgeving. Bedrijven die behoren tot categorie 5.2 zijn gezien de locatie een te zware belasting voor de omgeving, waaronder het nabij gelegen Natura 2000-gebied mede is begrepen. De provincie heeft overigens geen zienswijze ingediend. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat de provincie deze bestemmingsregeling niet in strijd acht met de Verordening Ruimte, meer 3

specifiek met de volgende regel: Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op een bedrijventerrein, laat bedrijven toe uit de hoogst mogelijke milieucategorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten passend bij de omgeving van het bedrijventerrein, waarbij rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen die zijn opgenomen in een onherroepelijk bestemmingsplan of het Programma ruimte. Ad c). In de Nota van Uitgangspunten staat over de omvang van het nieuwe bedrijventerrein het volgende: De gemeente is bereid 4 hectare bedrijfsterrein op de zuidelijke oever mogelijk te maken. Dit is conform het raadsbesluit genomen op 25 januari 2011. Er wordt door de initiatiefnemer, in dit geval ProAV, aangetoond dat het niet in strijd is met wet- en regelgeving. Er wordt aangetoond dat er behoefte is aan nieuw bedrijfsterrein. Partijen voeren aan het bedrijventerrein (voorterrein) in zuidelijke richting kan verschuiven en dat dit ten koste kan gaan van de smalle oostelijke uitstulping van het bedrijventerrein. Hierbij wordt verwezen naar het eindafwerkingsplan. Wij hebben in overleg met partijen de begrenzing van het nieuwe bedrijventerrein nader beschouwd. Hierbij is gebleken dat de begrenzing aan de zuidzijde 7 meter zuidelijk kan opschuiven zonder gevolgen voor de geplande recreatieve inrichting. Aan de westzijde kan de begrenzing 12 meter westelijk opschuiven ter plaatse van de ruimte die gereserveerd is voor de installaties ten behoeve van de gesloten stortplaats. Dit zijn de gronden met de bestemming Bedrijf en de aanduiding specifieke vorm van bedrijf stortplaats. Aan de oostzijde kan de strook langs de kade vervallen. Deze ruimte komt dan ten goede van de recreatieve inrichting en maakt het mogelijk om straks ook aan die zijde bij de waterkant te komen. Het resultaat van deze verschuivingen is een bedrijventerrein met een iets grotere oppervlakte (circa 800 m2), met een meer compacte vorm en een begrenzing die voor de recreatieve inrichting aantrekkelijker is. Deze wijzigingen passen binnen het zoekgebied voor het nieuwe bedrijventerrein en stortinstallaties, zoals die in de Nota van Uitgangspunten is opgenomen. Wij stellen u voor om het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen. Ad d). Dit bezwaar treft naar onze mening doel. Wij stellen u voor om het bestemmingsplan op dit punt gewijzigd vast te stellen. Voorstel: Wij stellen u voor om zienswijze 1. gedeeltelijk gegrond (onderdelen c. en d.) en gedeeltelijk ongegrond (onderdelen a. en b.) te verklaren. Zienswijze 2. HTS Intermodaal BV, Heuvelman Transport Systems Ontvankelijkheid De zienswijze d.d. 17 december 2014 is op tijd ingediend en dus ontvankelijk. Behandeling zienswijze 2. HTS is een multimodale logistieke dienstverlener. Het bedrijf heeft interesse om aan de Derde Merwedehaven een containerterminal te ontwikkelen. De inhoud van het bestemmingsplan is van cruciaal belang voor de levensvatbaarheid van de te ontwikkelen containerterminal. Deze ontwikkeling biedt de volgende maatschappelijke voordelen: - verschuiving van de weg naar het water (o.a. verbetering bereikbaarheid Drechtsteden door afname wegtransport op de A15 en N3); - versterking van de regionale economie (o.a. alternatieve vervoerswijze voor de bestaande bedrijven); - hergebruik van grond voor watergebonden activiteiten in de Derde Merwedehaven. Bij de inrichting van de terminal en het transport van en naar de terminal zal gekozen worden voor het gebruik van milieu- en geluidsvriendelijke technieken. De volgende twee zaken uit het bestemmingsplan kunnen deze positieve ontwikkelingen beperken: a.). de beperking van het aantal transportbewegingen. Een rendabele aan- en afvoer van containers naar de Rotterdamse en Antwerpse zeehaven is alleen mogelijk als die met grote binnenvaartschepen kan worden afgehandeld. Hiervoor is een behoorlijk basisvolume noodzakelijk die vanaf bedrijven op het industrieterrein De Staart van en naar de terminal over de weg moet worden vervoerd. Deze transporten vinden nu geheel over de weg plaats over veel grotere afstanden en op filegevoelige wegen. Per saldo zal het aantal vrachtwagenkilometers binnen de gemeente en de regio behoorlijk afnemen. Dit is een evident maatschappelijk voordeel. 4

b). milieucategorie 4.2 is voor de op- en overslag van binnenvaartschepen voldoende. Eén van de potentiële gebruikers van de terminal heeft aangegeven dat de overzeese aanvoer van containers via shortsea-schepen tot de mogelijkheden behoort. Hiervoor is categorie 5.1 nodig. Voor de omgeving maakt dit geen verschil. Verzocht wordt om deze categorie direct mogelijk te maken. Beantwoording: Het bestemmingsplan staat een containerterminal toe, mits het laden en lossen met binnenvaartschepen plaatsvindt (categorie 4.2). Het laden en lossen van containers met zeeschepen is een bedrijfsactiviteit, behorende tot categorie 5.1. Het bestemmingsplan maakt deze bedrijfscategorie via een afwijkingsbevoegdheid mogelijk. Wij verwijzen verder naar onze beantwoording van zienswijze 1 onder b.. Voor wat betreft het bezwaar over de regeling van de verkeersbewegingen verwijzen wij naar onze beantwoording van zienswijze 1 onder a. Wij merken hierbij nog op dat het verminderen van het aantal vrachtwagenkilometers binnen de gemeente en de regio en het verschuiven van verkeersstromen cijfermatig niet onderbouwd zijn. Voorstel: Wij stellen u voor om zienswijze 2. ongegrond te verklaren. Zienswijze 3. Koninklijke Schuttevaer Ontvankelijkheid De zienswijze d.d. 17 december 2014 is op tijd ingediend en dus ontvankelijk. Behandeling zienswijze 3. Binnen het bestemmingsplan en het aan te leggen industriegebied moet er voldoende aandacht zijn voor aansluiting op het water. Vanuit de promotie van het milieuvriendelijk vervoer over water alsmede het versterken van de maritieme sector moet dit voldoende worden gewaarborgd binnen het bestemmingsplan. Het maritieme cluster kan hierdoor opnieuw de zo ook door de gemeente gewenste push krijgen. Beantwoording: Bij de inrichting van het bedrijventerrein zal worden gezorgd voor een goede aansluiting op het water. In het bestemmingsplan zelf kunnen hieraan geen eisen worden gesteld. Dit bestemmingsplan strekt ertoe om nieuwe watergebonden bedrijvigheid mogelijk te maken. De zienswijze van Koninklijke Schuttevaer wordt dan ook als ondersteunend aan het beleid van de gemeente ervaren. Voorstel: Wij stellen u voor om zienswijze 3. ongegrond te verklaren. Samenvatting Wij stellen u voor om: 1. zienswijze 1. gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren. De gegrond verklaring betreft wijzigingen in de begrenzing van het nieuwe bedrijventerrein en een hogere bouwhoogte van lichtmasten in de bestemming Gemengd; 2. zienswijze 2. ongegrond te verklaren; 3. zienswijze 3. ongegrond te verklaren. Wij stellen u voor om: 1. de verbeelding van het bestemmingsplan op de volgende onderdelen gewijzigd vast te stellen: a. de begrenzing van de bestemming Bedrijf (ten zuiden van de haven) met 7 meter in zuidelijke richting te verschuiven; b. de begrenzing van de bestemming Recreatie in noordelijke richting te verschuiven voor zover het de smalle strook aan de haven betreft, en c. de begrenzing van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf stortplaats binnen de bestemming Bedrijf met 12 meter in westelijke richting te verschuiven; 2. de regels van het bestemmingsplan op het volgende onderdeel gewijzigd vast te stellen: in artikel 6.2.3 onder a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten wijzigen van 2 m naar 5 m. 5

DORDRECHT Nr. 1406988 De RAAD van de gemeente Dordrecht; Raadsgriffie Spuiboulevard 300 3311 GR DORDRECHT gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 7 april 2015, kenmerk SO/1400824; gelet op de artikelen 3.1, 3.8 en 6.12 Wet ruimtelijke ordening; besluit: 1. geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, omdat de kosten anderszins zijn verhaald; 2. in te stemmen met het voorstel van het college d.d. 7 april 2015 en te bepalen dat het voorstel met de beoordeling van de zienswijzen onderdeel uitmaakt van dit besluit; 3. zienswijzen 1. tot en met 3. ontvankelijk te verklaren; 4. zienswijze 1. gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren; 5. zienswijze 2. ongegrond te verklaren; 6. zienswijze 3. ongegrond te verklaren; 7. naar aanleiding van zienswijze 1. de volgende wijzigingen in de verbeelding van het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" aan te brengen: a. de begrenzing van de bestemming Bedrijf (ten zuiden van de haven) met 7 meter in zuidelijke richting te verschuiven; b. de begrenzing van de bestemming Recreatie in noordelijke richting te verschuiven voor zover het de smalle strook aan de haven betreft, en; c. de begrenzing van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - stortplaats" binnen de bestemming Bedrijf met 12 meter in westelijke richting te verschuiven; 8. naar aanleiding van zienswijze 1. de volgende wijziging in de regels van het bestemmingsplan "Derde Merwedehaven" aan te brengen: in artikel 6.2.3 onder a. de maximale bouwhoogte van lichtmasten wijzigen van "2 m" naar "5 m"; 9. de bestemmingsplannen "Derde Merwedehaven" en "Uitbreiding geluidzone Derde Merwedehaven" overeenkomstig het door het college van Burgemeester en Wethouders bij zijn voorstel overgelegde ontwerp vast te stellen met inachtneming van de onder 7. en 8. genoemde wijzigingen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 juni 2015. De griffier, De voorzitter,