Verpleegkundige zorg aan suïcidale patiënten Drs. Barbara Stringer GGZ ingeest & Lectoraat GGZ Verpleegkunde Referaat Saxion Hogeschool 17 juni 2013
Programma Definities van suïcidaal gedrag Enkele cijfers Problemen in de verpleegkundige zorg voor suïcidale patiënten Multidisciplinaire richtlijn: 5 Belangrijke thema s Stellingen
Definitie Suïcide is een handeling met dodelijke afloop, door de overledene geïnitieerd, in de verwachting van een dodelijke of potentieel dodelijke afloop, met de bedoeling gewenste veranderingen aan te brengen.
Definitie (2) Suïcidepoging is een handeling zonder dodelijke afloop, waarmee de persoon, door de verwachting van schade aan het eigen lichaam of de dood te bewerkstelligen, of door het risico daarop niet uit de weg te gaan, gewenste veranderingen probeert aan te brengen. Deze handeling is geen terugkerende gewoonte.
Definitie (3) Suïcidaal gedrag verwijst naar het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te willen doden.
Hoe vaak komt het voor?
Enkele cijfers Ongeveer 1.000.000 doden door suïcide wereldwijd per jaar In Nederland per jaar: 1500 suïcides (1000 mannen en 500 vrouwen) 94.000 pogingen; 14.000 daarvan bereiken een SEH 400.000 suïcidale gedachten
Cijfers (2) 10% van de mensen die ooit een poging gedaan heeft, suïcideert zich binnen 10 jaar alsnog 50% van de mensen die zich suïcideren, deed ooit eerder een of meerdere pogingen 80-90% van de suïcideplegers heeft een psychiatrische diagnose
Waar kom je het tegen? Binnen de GGZ 600 suïcides per jaar Op een SEH jaarlijks 14.000 mensen behandeld na een poging Ongeveer 10.000 ziekenhuisopnames na een poging
Methodes van suïcide Mannen (in %) Vrouwen (in %) Hangen/verwurgen 47 31 Vergiftigen (medicijnen) 16 28 Voor voertuig springen 13 10 Van hoogte springen 7 10 Verdrinken 6 10 Verstikken (plastic zak) 2 7 Vuurwapen 4 1
Welke problemen en uitdagingen bestaan er in de zorg voor suïcidale patiënten?
Samenvatting (literatuur en ervaring) Verpleegkundigen voelen zich onzeker in de zorg voor suïcidale patiënten Verpleegkundigen vinden het moeilijk om het suïciderisico vast te stellen Verpleegkundigen missen signalen die wijzen op suïcidaliteit Verpleegkundigen reageren soms niet op signalen van suïcidaliteit.
Samenvatting (2) Verpleegkundigen proberen onzekerheid te reduceren via beheersing van het suïcidale gedrag Verpleegkundigen vinden het moeilijk om met de patiënt te communiceren over eventuele suïcidaliteit Verpleegkundigen weten niet goed welke interventies te kiezen bij aanwezige suïcidaliteit.
Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal gedrag Trimbos-instituut, NvvP, NIP, V&VN
Verklaringsmodel voor suïcidaal gedrag
Vijf thema s 1. Contact maken en houden 2. Veiligheid 3. Continuïteit van zorg 4. Betrekken van naasten 5. Systematisch onderzoek
1. Contact maken en houden Inleving en acceptatie is ontzettend belangrijk: Hoe het is om niet te willen/durven praten Hoe het is om wanhopig te zijn Hoe het is om aan suïcide te denken Valideren / Erkennen van de wanhoop Als je zo wanhopig bent, dan kan ik me voorstellen dat je weleens aan suïcide denkt, klopt dat? Als je denkt aan suïcide, dan zegt dat mij dat je misschien wel heel wanhopig bent. Klopt dat? Aanwezig en steunend zijn
Filmpje Vuamsterdam.adobeconnect.com/pits topelearning
Patiënten hebben moeite met hulpverleners. Kunnen jullie je daar iets bij voorstellen?
Wat vinden (ex) suïcidale patiënten? Ze vinden dat hulpverleners: Met zichzelf, hun regels en hun vak bezig zijn Niet naar de echte problemen kijken Te snel en te makkelijk (be- of ver-) oordelen Er niet zijn als je ze nodig hebt.
2. Veiligheid Veiligheid van de patiënt: kiezen van geschikte behandelsetting Opname werkt risico-verhogend Beheersmaatregelen: hand-in-hand, oog-in-oog, 15 minuten controles, separatie Nooit instrumenteel inzetten; houdt contact Beschikbaarheid van middelen: contrabanden, fysieke omgeving, vrijheden
Dilemma in de zorg Beheersing versus Betrokkenheid
Best practice Omgaan met automutilatie / suïcidaliteit Contact, hoop en zorg in plaats van muren Bij benadering van de cliënt handelt de hulpverlening vanuit: betrokkenheid (intensief contact) autonomie van de client duidelijkheid over controle en interventies
Waaraan herken je suïcidaal gedrag?
Signaalgedragingen Uitingen van het gevoel klem te zitten Snel weg of met ontslag willen Pillen sparen Zelfbeschadigend gedrag Spullen weggeven Plotseling bovenmatig alcohol- of drugsgebruik Zaken regelen bij een notaris Afscheid nemen Stil en teruggetrokken zijn, vlakke mimiek Onverklaarbare plotselinge omslag van een sombere naar een vrolijke stemming
Intuïtie of het niet pluis -gevoel Zeker in relatie tot suïcidaal gedrag kan intuïtie een waardevol onderdeel zijn van klinische besluitvorming Voorbeelden: Je niet op je gemak voelen in bijzijn van de patiënt De behoefte hebben de patiënt vaker dan gebruikelijk te controleren Je ongerust zijn over een patiënt Je bovenmatig verantwoordelijk voelen voor de patiënt
Veiligheidsplan, crisis- of signaleringsplan Suïcidaal gedrag kan een terugkerend fenomeen zijn Belangrijk om patiënten daar op voor te bereiden: Wat ze zelf kunnen doen in tijden van psychische nood Wie ze kunnen bellen als de nood te hoog is Weten waar ze professionele hulp kunnen krijgen Waaraan ze oplopende wanhoop kunnen herkennen (uitlokkers en vroege voortekenen) Verpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het opstellen van deze plannen
3. Continuïteit van zorg Risico op suïcide verhoogt bij wisselingen van instelling van zorgsetting van hulpverlener van dienst Goed rapporteren en overdragen van observaties en afspraken Dakpanconstructie Kwaliteitsdocument Ketenzorg bij suïcidaliteit
4. Betrekken van naasten Essentieel om naasten te betrekken, omdat zij: emotioneel betrokken zijn zich verantwoordelijk voelen een bron van kennis en ervaring zijn met betrekking tot de suïcidale patiënt behoefte hebben aan steun, erkenning en informatie Het zijn veelal verpleegkundigen die contact hebben met naasten
5. Systematisch onderzoek Actuele suïcidale gedachten en gebeurtenissen Het gevoel klem te zitten Recente en ruimere voorgeschiedenis met betrekking tot suïcidaal gedrag Langdurende kwetsbaarheid Huidige gedachten over nabije toekomst Risico-inschatting en veiligheidsafspraken
Exploreren van suïcidaal gedrag Inschatting van: De kwaliteit van leven De wens om te leven De wens om niet te leven De verhouding tussen de wens om te leven en de wens om niet te leven Suïcidale gedachten, intentie en plannen
Doorvragen naar suïcidaal gedrag Hoe vaak denkt u aan suïcide? Hoe lang per dag denkt u aan suïcide? Hoe intens denkt u aan suïcide? Komen er in uw gedachten ook beelden van suïcide op? Hoe indringend zijn gedachten en beelden van suïcide? Heeft u impulsen om toe te geven aan uw verlangen om suïcide te plegen? Bent u bang om de controle over uzelf te gaan verliezen?
Doorvragen (2) Heeft u al een plan gemaakt over hoe u een eind aan uw leven zou kunnen maken? Heeft u al voorbereidingen getroffen in die richting? Heeft u al afscheid genomen? Hoeveel haast heeft u met uw wens om suïcide te plegen? Welke dingen houden u tegen om suïcide te plegen? Wat zou u bereiken als u suïcide zou plegen? Welke zijn de consequenties van uw suïcide voor anderen?
Beïnvloeden Tijd winnen: uitstel, maar niet per definitie afstel Uitdagen: uitzonderingen zoeken Balans beïnvloeden: ambivalentie, the one thing Probleemoplossing Naar een nieuw toekomstperspectief: Fase 1: Het uitdrukking geven aan (mede-)menselijkheid Fase 2: Het begeleiden van de patiënt terug naar het leven Fase 3: Het opnieuw leren-leven
Reikwijdte van interventies Adequate psychiatrische behandeling Interventies gericht op middelenmisbruik Vermindering van de gevolgen van lichamelijke aandoeningen Crisisresponskaart Mobiliseren van sociale steun Gezinsinterventies Maatschappelijke participatie
Stellingen 1. Separatie vanwege suïcidaal gedrag is niet nodig 2. Bij elke intake en bij elke behandelplanevaluatie moet suicidaal gedrag uitgevraagd worden 3. Verpleegkundigen hebben een grote rol in het diagnosticeren en beïnvloeden van suïcidaal gedrag
Stellingen (2) 4. Naasten zijn een bondgenoot in het beïnvloeden van suïcidaal gedrag 5. Patiënten zetten suïcidaal gedrag vaak manipulatief in 6. Een balans-suïcide komt zelden voor
Stellingen (3) 7. Patiënten die praten over suïcidaliteit plegen geen suïcide 8. Het bespreekbaar maken van suïcidaal gedrag lokt suïcidepogingen uit
Hartelijk dank voor jullie belangstelling! b.stringer@ggzingeest.nl