NOTA ZIENSWIJZEN STRUCTUURPLAN BUITENGEBIED PEEL EN MAAS GEMEENTEN HELDEN, KESSEL, MAASBREE EN MEIJEL

Vergelijkbare documenten
CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Beleidsnotitie nieuwe denkrichting Vrijkomende (Agrarische) Bebouwing (VAB) in het buitengebied

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Huisvesting arbeidsmigranten

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Ontwikkelingen Ruimtelijke Ordening en paardenhouderij. Yvonne Verhagen Adviseur RO en Milieu Specialist Paarden

Ontwerp-bestemmingsplan Gastendonkstraat 39, Horst NL.IMRO.1507.HOGASTENDONKSTR39.BP. Zienswijzenrapport

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Paraplubestemmingsplan Peel en Maas

Dienst/afdeling SROL bebouwingsconcentraties Buitengebied Oss gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010;

Onderwerp Regeling verplaatsen agrarische bedrijfswoningen gemeente Venray 2019

Bestemmingsplan buitengebied

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 november 2016, afdeling FLO, 819F8D33;

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

Bestemmingsplan Broek 6, 8 en 10 te Sevenum. Zienswijzenrapport

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

bestemmingsplan Buitengebied reparatie 2011 Kamperen bij de boer toelichting gemeente Gulpen-Wittem

1. Streekplan Brabant in balans

HEKKELMAN St ADVOCATEN NOTARISSEN

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH

Beleidskader huisvesting buitenlandse werknemers Noord-Limburg

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 15 december 2008 Agenda nr: Onderwerp: voorstel tot delegatie in het kader van de nieuwe Wro. Aan de gemeenteraad,

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Presentatie dorpsraad Lith Bestemmingsplan Buitengebied. Bestemmingsplan Buitengebied. Lith 2013

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing.

Herziening bestemmingsplan buitengebied Deel 1, 2 en 3 grondgebied voormalige gemeente Horst aan de Maas: Regels en Verbeelding

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

Beleidsnota Plattelandswoning

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Nota functieverandering buitengebied Oost Gelre

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Zundertse Regelgeving

Inspraakverslag. Hieronder zal een samenvatting van de reacties en een standpunt daarop worden gegeven.

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen

Raadsmededeling - Openbaar

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

GEMEENTE FERWERDERADIEL WIJZIGINGSPLAN BURDAARD DS. R.H. KUIPERSSTRAAT 9

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Nota zienswijzen bestemmingsplan Landelijk gebied De Kwakel Tuinbouwgebied. Gemeente Uithoorn Mei

Provincie Noord-Holland

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

HORST MAA? A/D. gemeente. raadsvoorstel onderwerp: bestemmingsplan Op den Bergen 10. datum raadsvergadering 4 april 2017

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN "CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW)"

Visie op Zuid-Holland Ontwerp Actualisering 2011

Aan de gemeenteraad van Sint-Oedenrode Postbus AA Sint-Oedenrode. Sint-Oedenrode, 22 augustus 2011

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra.

Concept beleidsregels

gemeente eijsdervmargraten

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan De Marken en Sportvelden Oost

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

POL-uitwerking Landelijk Gebied Noord-Limburg


ZIENSWIJZENNOTA ONTWERP- STRUCTURUVISIE INTENSIEVE VEEHOUDERIJ EN GLASTUINBOUW

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

* * * *

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Nota van zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Stuifzandseweg 59a

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

TERNEUZEN Bestemmingsplan Terneuzen Centrum

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 6 augustus 2015

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

Gemeente Boekel AB/ Z/

verblijfsruimte: ruimte voor het verblijven van mensen;

Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton

Voorschriften en overwegingen

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

04. SINT-NUCHIELSgSTEL gemeente

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

gemeente Bunnik Discussienota De gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Datum: 14 september 2017

Transcriptie:

NOTA ZIENSWIJZEN STRUCTUURPLAN BUITENGEBIED PEEL EN MAAS GEMEENTEN HELDEN, KESSEL, MAASBREE EN MEIJEL (inclusief ambtelijke wijzigingen en verwerking toezeggingen aan de raden van de vier gemeenten)

Gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel Nota zienswijzen Structuurplan Peel en Maas projectgegevens: NZW01-BROT0005-01F (02-12-2008)

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 4 2 INVULLING AMENDEMENTEN 5 3 AMBTSHALVE AANPASSINGEN 8 4 OVERZICHT ZIENSWIJZEN 12 5 BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN 15

1 INLEIDING Voor u ligt de Nota Zienswijzen van het Structuurplan Peel en Maas van de gemeenten Helden, Kessel, Maasbree en Meijel. 1.1 Informatieavonden en ter-inzage-legging Ten aanzien van het Ontwerp-Structuurplan zijn de volgende procedurele stappen doorlopen: - 10 april 2008 avond Helden; - 15 april 2008 informatie avond Kessel-Eik; - 22 april 2008 informatie avond Meijel; - 23 april 2008 informatie avond Maasbree; - 11 juni 2008 raadsbehandeling ontwerpstructuurplan; - 23 juni 2008 vaststelling door de raden; Het ontwerp-structuurplan heeft van 30 juni tot en met 10 augustus voor belanghebbenden ter inzage gelegen. 1.2 Opbouw nota van zienswijzen In hoofdstuk 2 worden de amendementen van de vier gemeenteraden behandeld. In hoofdstuk 3 worden de ambtelijke voorstellen tot wijziging behandeld. Hoofdstuk 4 van deze nota bestaat uit een overzicht van alle personen die zienswijzen hebben ingediend. Om deze zienswijzen te kunnen onderscheiden heeft iedere organisatie/indiener een zienswijzenummer gekregen. Dit nummer wordt gebruikt in de volgende hoofdstukken. In hoofdstuk 5 komt de inhoud van de zienswijzen aan de orde. Per zienswijze wordt opgenomen: - Het toegekende zienswijzenummer. - Dan een samenvatting van de inhoud van de zienswijze. - Vervolgens per zienswijze de reactie van gemeentewege hierop. - In de rechterkolom is aangegeven of de zienswijze/vooroverlegreactie aanleiding heeft gegeven tot het wijzigen van het Structuurplan. De ingediende zienswijzen worden in deze nota samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat die onderdelen van de zienswijzen, die niet expliciet worden genoemd, niet bij de beoordeling zouden zijn betrokken. De zienswijzen zijn in hun geheel beoordeeld. De ingediende zienswijzen zijn gebundeld opgenomen in een separate bijlage bij deze notitie.

2 INVULLING AMENDEMENTEN Bij de vaststelling zijn voor een tweetal onderwerpen inhoudelijke amendementen ingediend. Hierna volgt het advies over de wijze waarop hiermee omgegaan zou moeten worden. Conform het amendement wordt in dit hoofdstuk een advies gegeven over de juridische houdbaarheid van de voorgestelde wijziging. Hierbij wordt de intentie van het amendement nadrukkelijk betrokken. 2.1 Bedrijfswoningen bij glastuinbouwbedrijven Voorgesteld wordt de bedrijfswoningen ten behoeve van de glastuinbouwbedrijven in het glastuinbouwconcentratiegebied te situeren op een locatie elders in het buitengebied (bijvoorbeeld een bebouwingscluster of lint). De gedachte hierachter is dat de gronden binnen het glastuinbouwconcentratiegebied optimaal benut worden. Het vestigen van de bedrijfswoningen op een andere locatie wordt dan niet gezien als het toevoegen van (burger)woningen in het buitengebied, maar als een clustering van bedrijfswoningen op afstand van de bedrijven. Hiervoor gelden beleidsmatig gezien minder zware eisen met betrekking tot de toelaatbaarheid. De vraag is echter of deze redenering juridisch gezien stand kan houden. De definitie van bedrijfswoning, zoals die algemeen aanvaard is, luidt als volgt: Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is. In deze definitie ligt besloten dat er een directe relatie is tussen de woning en het bedrijf. Dit blijkt uit de zinsneden 'een woning in of bij een gebouw of op een terrein...', '...wiens huisvesting daar gelet op de bestemming...'. Dit geeft aan dat er een 'fysieke' relatie moet zijn tussen de bedrijfswoning en het bedrijf. Uit jurisprudentie blijkt dat de uitleg van het begrip 'noodzaak' mede afhangt van de noodzaak om ter plaatse toezicht te houden op het bedrijf. Ook hierin wordt aangegeven dat er een directe relatie dient te bestaan tussen het bedrijf en de aanwezigheid van de bedrijfswoning in de nabijheid van het bedrijf. Conclusie Het op grote afstand plaatsen van de bedrijfswoningen heeft als gevolg dat deze woningen niet meer als bedrijfswoningen kunnen worden aangemerkt omdat ze niet voldoen aan de criteria zoals opgenomen in de definitie. Daarnaast blijkt uit jurisprudentie dat het noodzakelijkheidcriterium mede afhangt van de noodzaak ter plaatse aanwezig te zijn. Indien de woningen dus op grote afstand van het glastuinbouwgebied worden gesitueerd moeten deze worden aangemerkt als reguliere woningen. Dit betekent dat ook aan alle daarvoor geldende beleidsmatige en juridische voorwaarden voor vestiging moet worden voldaan. Advies Indien bedrijfswoningen bij glastuinbouwbedrijven in concentratiegebieden gewenst zijn dan adviseren wij om dit bij de bedrijven zelf te doen op het bouwblok van het bedrijf waar ook de bedrijfsgebouwen liggen. - 5 -

2.2 Paardenhouderijen In het voorontwerpstructuurplan werd de volgende regeling voorgesteld: Productiegebonden paardenhouderij Gebruiksgerichte paardenhouderij Soort bedrijf Bestemming Fokken en africhten Agrarisch bedrijf 1 Manege Recreatie 2 overige paardenhouderijen Paardenhouderij 3 Naar aanleiding van het amendement is in het ontwerpstructuurplan de volgende regeling opgenomen: Productiegebonden paardenhouderij Gebruiksgerichte paardenhouderij Soort bedrijf Bestemming Fokken en africhten Agrarisch bedrijf 1 Manege Recreatie 2 overige paardenhouderijen Agrarisch bedrijf met aanduiding 'paardenhouderij'4 Het aangenomen amendement heeft de navolgende consequenties: 1. Het is niet mogelijk dat een particulier (niet zijnde agrariër) een paardenhouderij begint. Een paardenhouderij is volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State géén agrarisch bedrijf. Om een aanduiding paardenhouderij te kunnen krijgen móet een initiatiefnemer echter eerst een agrarisch bouwblok hebben. Dit krijgt hij alleen als hij een volwaardig agrarisch bedrijf heeft. Hij zal dus naast de paardenhouderij óók een (volwaardig) agrarisch bedrijf moeten opstarten om de paardenhouderij te kunnen starten. 2. Als een agrariër met neventak paardenhouderij stopt met zijn agrarisch bedrijf vervalt bij het eerstvolgende nieuwe bestemmingsplan het agrarisch bouwblok en zal hij ook moeten stoppen met zijn paardenhouderij. De aanduiding paardenhouderij is immers gekoppeld aan het agrarisch bouwblok en als dat wegvalt vervalt ook de aanduiding die daarbij hoort. 3. Het VAB-beleid biedt geen mogelijkheid meer voor paardenhouderijen. Uitgangspunt bij VAB-beleid is immers dat er géén sprake meer is van agrarische activiteiten op het (voormalige) bedrijf. Als er geen agrarische activiteiten meer zijn is er geen agrarisch bouwblok meer en kan er geen aanduiding paardenhouderij opgenomen worden en dus geen paardenhouderij gevestigd worden. Advies: Uitgaan van handhaving van de driedeling (zie soorten bedrijven), maar om dit in het bestemmingsplan als volgt te laten terugkomen: 1 2 3 4 Onder invloed van de laatste versie van het SVBP2008 wordt de bestemming Agrarisch - agrarisch bedrijf. Onder invloed van de laatste versie van het SVBP2008 wordt de bestemming Sport met de functieaanduiding manege. Onder invloed van de laatste versie van het SVBP2008 wordt de bestemming Agrarisch - paardenhouderij. Onder invloed van de laatste versie van het SVBP2008 wordt de bestemming Agrarisch - agrarisch bedrijf met de functieaanduiding paardenhouderij. - 6 -

Productiegerichte paardenhouderij Gebruiksgerichte paardenhouderij Soort bedrijf Fokken en africhten Manege Overige paardenhouderijen (bv pensionstallen en handel in paarden) Bestemming Agrarisch bedrijf Recreatie Paardenhouderij Agrarisch bedrijf met aanduiding paardenhouderij (neventak) Door deze regeling kan de paardenhouderij in vier verschillende bestemmingen terugkomen in het bestemmingsplan. Met deze nieuwe indeling wordt tegemoetgekomen aan alle hiervoor onder a, b en c genoemde bezwaren. - 7 -

3 Ambtshalve aanpassingen 3.1 Wijzigingen beleid Huisvesting tijdelijke werknemers De Provincie Limburg heeft samen met de gemeenten in de regio Noord Limburg begin 2008 (nieuw) ruimtelijk beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten gemaakt. Dit ruimtelijke beleid dient nog vertaald te worden naar gemeentelijk beleid voor de regio Peel en Maas. De nadere invulling ligt bij de gemeenten. Het provinciale beleidskader biedt slechts een raamwerk. Binnen dit raamwerk geeft de gemeente haar eigen invulling, waarbij het provinciale beleidskader wel kan worden beperkt maar niet verruimd. Voor het Structuurplan moet gekeken worden welke elementen uit het nieuwe beleid ruimtelijk van aard zijn en dus een plaats moeten/kunnen krijgen in het ruimtelijk ordeningsbeleid. De beleidsuitgangspunten zijn nog maar zeer recent door de vier raden in ontwerp vastgesteld. Het nieuwe gewijzigde provinciaal beleidskader geeft echter wél aanleiding tot een heroverweging op onderdelen. Hieronder is aangegeven op welke onderdelen nu wordt voorgesteld tot bijstelling van beleid als aanvulling op de bestaande regels. Voor de concrete voorwaarden die per mogelijkheid opgenomen gaan worden verwijzen wij naar het beleidskader 2008 huisvesting arbeidsmigranten: 1 Toevoeging van de mogelijkheid om ook in het buitengebied reguliere woningen te gebruiken voor huisvesting van de doelgroep. Hiervoor is géén bestemmingswijziging nodig als het om niet meer dan 4 personen gaat. 2 Toevoeging van de mogelijkheid van kamerverhuur ook in het buitengebied. Hiervoor is wél een bestemmingswijziging nodig. Kamerverhuur is tot maximaal 10 personen toelaatbaar. Hiervoor wordt een passende bestemming toegekend conform het SVBP2008. 3 Toevoeging van de mogelijkheid om vrijkomende (niet-)agrarische bebouwing binnen de gebiedstype Oude verdichte bouwlanden of binnen de zonering Ontwikkeling bebouwingslinten te gebruiken voor huisvesting van de tijdelijke werknemers. Aantallen zijn afhankelijk van de lokale situatie. Wij stellen voor om in het op te stellen bestemmingsplan een ontheffing op te nemen voor kamerverhuur binnen de bestemming Wonen. 4 Plaatsen van woonunits is alleen nog maar mogelijk als er geen mogelijkheden zijn voor huisvesting in bestaande of te verbouwen bedrijfsbebouwing. Dit wordt een voorwaarde bij de ontheffing. 5 Gebruik van woonunits wordt niet meer beperkt tot een bepaalde periode in het jaar. 6 beperking meer van het aantal te huisvesten medewerkers in geval van permanente bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat het maximaal aantal te huisvesten mensen afgestemd moet zijn op de mogelijkheden en behoefte van het bedrijf. Dit wordt een voorwaarde bij de ontheffingsen/of wijzigingsbevoegdheden. Eventuele nadere maatvoeringseisen, om te komen tot een juridische houdbaarheid van de regeling, worden bekeken bij het opstellen van het bestemmingsplan. 7 Gebruik van sta-caravans is alleen nog toegestaan op campings en kleinschalige kampeerinrichtingen. 8 Opnemen van overgangsbepalingen voor vormen van huisvesting die nu bestaan maar volgens de nieuwe beleidsregels niet meer toegestaan zijn. Dit geldt niet voor huisvesting die is gebouwd of in gebruik is in strijd met de op het moment van oprichting geldende regelgeving 3.2 VAB-beleid in relatie tot de linten In paragraaf 6.1.10 is het beleid weergegeven over de hergebruiksmogelijkheden van vrijgekomen agrarische bedrijven (VAB-beleid). In een tabel wordt aangegeven waar welke categorieën van activiteiten onder welke voorwaarden zijn toegestaan. Het waar kent drie groepen namelijk: 1 Lint bij de kern. 2 Lint. 3 Overig buitengebied. - 8 -

Op de kaart wordt geen onderscheid gemaakt tussen linten bij de kern en overige linten. Dit werkt verwarrend en is niet consequent. Voorgesteld wordt daarom om de categorie lint bij de kern te schrappen in de matrix voor VAB-beleid. Hiermee geldt voor alle op de plankaart aangeduide linten (zone ontwikkeling bebouwingslinten) het zelfde beleid. Advies Het schrappen van de categorie lint bij de kern. 3.3 Mogelijkheden voor kleinschalige horeca bij recreatievoorzieningen In de toekomstvisie Recreatie en Toerisme zoals die in door de gemeenteraden is of wordt vastgesteld wordt richting gegeven aan de toekomstmogelijkheden van de sector. In deze nota wordt de behoefte aangegeven aan nadere voorwaarden voor de verdere uitwerking van kleinschalige horecavoorzieningen bij recreatievoorzieningen. Gezien het beleid in het Ontwerp Structuurplan voor horeca bij agrarische bedrijven, kan voor een deel een doorvertaling gemaakt worden naar beleid voor horeca bij recreatieve voorzieningen. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten: 1. Ondergeschikte horeca ten dienste van een andere (hoofd)activiteit, is toegestaan. Denk daarbij aan een kantine op een sportveld of op een (mini- )camping. De horeca-activiteit daarin moet onlosmakelijk verbonden zijn met de hoofdactiviteit en kan zonder die hoofdactiviteit ook niet functioneren. 2. Ondergeschikte horeca op (mini-)campings kan ook worden ingezet voor passerende bezoekers in het buitengebied (terrasfunctie). Dit betekent dat sprake is van horeca voor dagjesmensen. 3. Ondergeschikte horeca mag níet worden gebruikt voor feesten en partijen. 4. Bestaande horecabedrijven in het buitengebied die als zelfstandig horecabedrijf functioneren (bijv. restaurant Op d n Berg Heldense Bossen en De Bron op Breebronne) krijgen een horecabestemming. 5. Nieuwe zelfstandige horecabedrijven zijn binnenplans niet toegestaan. Dergelijke initiatieven worden per geval beoordeeld op de kansrijkheid ervan, waarbij wordt gekeken of en zo ja welke meerwaarde een dergelijke voorziening kan hebben voor het toeristisch-recreatieve voorzieningenniveau. Als bestemmingsregeling moeten er een paar kanttekeningen geplaatst worden. 1 Ondergeschikte horeca. Er is sprake van een ondergeschikte horeca in de situatie dat de horeca plaats vindt ten dienste van een andere (hoofd)activiteit. Een ondergeschikte activiteit heeft ook geen zelfstandige bestaansrecht. Denk hierbij aan een kantine bij een sportvoorziening, een restaurant als onderdeel van een camping etc. 2 Horeca zoals hier bedoelt heeft een zelfstandige functie. Hier kan op twee manieren mee omgegaan worden. De horeca kan als doeleind opgenomen worden binnen de bestemming Recreatie inclusief de aangegeven maatvoering. Als alternatief kan ook een bestemming Horeca toegekend worden. 3 Een belangrijk aandachtspunt is de toekomstige uitbreidingsbehoefte van de horeca. Omdat het hier om een zelfstandige activiteit gaat kan er ook een uitbreidingsbehoefte ontstaan die los is van het recreatief bedrijf. Het Structuurplan kent geen onderbouwing van de 100 m 2 maat die voldoende hard is om zelfstandig als weigeringsgrond te dienen bij een aanvraag om uitbreiding. Het kunnen afwijken van de 100 m 2 past ook in de lijn van het Structuurplan. Het kwaliteitskader zal een belangrijke rol gaan spelen bij het beoordelen van uitbreidingsaanvragen. 4 De maatvoering van 100 m 2 behoeft nog nadere afweging in relatie tot type horecabedrijven. Zo is 100 m 2 voor een café of cafetaria zeer ruim, zo ruim dat er sprake is van een ruim zelfstandige en volwaardige bedrijfsvoering. Deze maat voor een restaurant of partycentrum is totaal - 9 -

ontoereikend en zal onvoldoende omvang hebben voor enige vorm van kwaliteit. Het is wellicht handig om daarom te kijken of bij het opstellen van het bestemmingsplan een staffeling aangebracht kan worden in maatvoering per soort horecabedrijf. 5 Dergelijke horecabedrijven kunnen rechtstreeks toegestaan worden of door middel van een ontheffing toegelaten worden. Ons voorstel is via ontheffing omdat op deze wijze een nadere motivering van de medewerking wordt verkregen. Dit kan van belang zijn bij eventuele latere uitbreidingsverzoeken en het bied de mogelijkheid tot verevening door toepassing van het op te stellen kwaliteitskader. Advies Het toevoegen van een nieuw thema Horeca in het Structuurplan. In dit thema wordt aangegeven dat ondergeschikte horeca bij recreatieve voorzieningen en sport- en maatschappelijke voorzieningen aanvaardbaar kan zijn. Voorwaarde is wel dat de horeca activiteit onlosmakelijk is verbonden met en ook niet kan functioneren zonder de hoofdactiviteit. Deze mogelijkheid wordt ook toelaatbaar gevonden bij mini-campings. Vormen van horeca die volledig zelfstandig kunnen functioneren worden als zodanig bestemd. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen zelfstandig gesitueerde bedrijven en bedrijven die onderdeel uitmaken van een groter concept (bijvoorbeeld bij een recreatiebedrijf). Dit is noodzakelijk omdat de groeibehoefte van een horeca voorziening niet in de pas hoeft te lopen met die van de recreatieve voorziening. 3.4 Toelaatbaarheid bedrijfswoningen In de dagelijkse praktijk aan het loket is onlangs een ongewenste ontwikkeling geconstateerd. Ondernemers vragen een nieuw bouwvlak aan met het doel om zo een extra bedrijfswoning te kunnen realiseren. De discussie gaat inhoudelijk niet zozeer over de vraag of er een bedrijfswoning bij een bedrijf mag, maar veel meer over de daaraan voorafgaande vraag naar de noodzakelijkheid van een nieuw agrarisch bouwvlak. Dit is alleen te motiveren als een ondernemer op de huidige locatie c.q. binnen het bestaande bouwvlak geen reële uitbreidingsmogelijkheden meer heeft. In dat geval kan worden gekozen om een zogenaamd bouwvlak op afstand toe te staan. Het oorspronkelijke en nieuwe bouwvlak worden aan elkaar gekoppeld, waardoor in beide bouwvlakken maximaal één bedrijfswoning mogelijk is. In ieder geval moet worden voorkomen dat een ondernemer op zijn gronden diverse "filiaaltjes" bouwt en overal bedrijfswoningen erbij bouwt die hij later weer kan doorverkopen, al dan niet als burgerwoning. Advies Tekstvoorstel voor wijziging/aanvulling paragraaf 6.1.5: In de eerste zin, na de zinsnede "...indien het een volwaardig agrarisch bedrijf betreft" toevoegen: "en indien de nieuwvestiging voor de betrokken ondernemer ter plaatse noodzakelijk is. Dit betekent dat nieuwvestiging alleen is toegestaan als hij elders geen reële bedrijfstechnisch en planologisch verantwoorde vestigings- of uitbreidingsmogelijkheid heeft. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijven te gemakkelijk worden gesplitst, met onnodige verstening van het buitengebied tot gevolg. Als een ondernemer een bedrijfsgebouw wil realiseren op grond die op afstand ligt van zijn bouwvlak, dan wordt dit gezien als een uitbreiding van dat bouwvlak, waarbij het bouwvlak op afstand wordt gekoppeld aan het oorspronkelijke bouwvlak. Beide delen vormen samen één bouwvlak. Ook bij uitbreiding zal gemotiveerd aangegeven moeten worden door de ondernemer waarom de beoogde bebouwing niet op het eigen bouwvlak kan plaatsvinden." 3.5 Nieuw beleid - 10 -

Voor de gebiedsontwikkeling Klavertje 4 begint de beleidsvorming steeds duidelijker vorm te krijgen. Voor deze ontwikkeling wordt momenteel een POL-aanvulling voorbereidt. Deze POL-aanvulling is eind 2008 in procedure genomen. Hierdoor wordt het wenselijk gevonden om in het Structuurplan op te nemen hoe deze planontwikkeling zich verhoudt tot het Structuurplan en de Structuurvisie Glas en IV. Advies De volgende tekst in een kader opnemen in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3: POL-aanvulling Klavertje 4 In november 2008 is de POL-aanvulling Klavertje 4 in procedure gebracht. Net als de Structuurvisie Glas en IV die momenteel ook in voorbereiding is, heeft ook de aanvulling betrekking op gronden die nu meegenomen zijn in het Structuurplan. Aangezien de POL-aanvulling nog in procedure is, heeft een en ander in dit stadium geen consequenties voor het structuurplan. Zodra de POL-aanvulling in werking treedt zullen de gevolgen daarvan worden vertaald in het op te stellen bestemmingsplan. 3.6 Overige aanpassingen Het Structuurplan bevat op diverse plaatsen verwijzingen naar benamingen van voorschriften zoals deze gehanteerd gaan worden in het bestemmingsplan Landelijk Gebied Peel en Maas. Deze voldoen echter niet meer aan de laatste versie van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008). Het bestemmingsplan moet straks voldoen aan de digitale verbeeldingseisen zoals deze gaan gelden vanaf 1 juli 2009. Het SVBP2008 maakt daar onderdeel vanuit. Het nu in overeenstemming brengen van bestemmingsbenamingen en kaartelementen met de laatste versie van de SVBP2008 zou in dit stadium van de planvorming echter leiden tot onnodige onduidelijkheid en verwarring. Een betere oplossing is om bij de Inleiding een algemene alinea op te nemen waarin wordt ingegaan op de consequenties van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008. Advies In hoofdstuk 1. een paragraaf toevoegen over de consequenties voor het plan van de nieuwe Wro. - 11 -

4 OVERZICHT ZIENSWIJZEN Nr. Naam Adres Plaats 1 Familie Van Ommeren Oude Dijk 2 Helden 2 Pijnenburg Agrarisch Adviesburo BV namens R. van Zuilen, Bovensbos 1 D. Aerts-Houben Spoorweg 4 Horst te Helden 3 Waterschap Peel en Maasvallei Postbus 3390 Venlo 4 Boels Zanders Advocaten namens Gommans Egchel BV, A. van den Brand Postbus 196 Roermond Molenheg 13 te Egchel 5 Arvalis Advies BV namens de Maatschap Geurts, J. Tielen Postbus 1257 Roermond Lorbaan 46 te Grashoek en Tematuin BV, Venweg 7 te Grashoek 6 Maatschap van Sleeuwen H. van Sleeuwen Kievit 31 Grashoek 7 Pijnenburg Agrarisch Adviesburo BV namens de Maatschap Teeuwen- L. Heesen Spoorweg 4 Horst Brummans, Hazenakkerweg 6 te Helden 8 Pijnenburg Agrarisch Adviesburo BV namens H. van Lier, Baarloseweg L. Heesen Spoorweg 4 Horst 33a te Helden 9 Pijnenburg Agrarisch Adviesburo BV namens vof Coolen-van Boxtel, L. Heesen Spoorweg 4 Horst Kloosterstraat 36c te Helden 10 Maatschap L. en J. Peeters L. Peeters Kaumeshoek 6B Beringe 11 S. Peeters Roggelseweg 117 Egchel 12 H. Geurts Neerseweg 107 Helden 13 Stichting Milieufederatie Limburg R. Bibo Godsweerderstraat 2 Roermond 14 H. Frenken Vlaas 10 Neer 15 Maatschap Bruijnen-Leenders M.M.W. en P. Bruijnen Oude Dijk 3 Helden 16 Maatschap Verhoijsen-Verstappen Groeze 18 Beringe 17 Maatschap Theelen J.M. Theelen Eelserstraat 22 Beringe 18 P. Aarts Keup 13 Egchel 19 DAS Rechtsbijstand namens M.M.M. Swinkels, O.W. Wagenaar Postbus 23000 Amsterdam Neerseweg 118 20 Stichting Werkgroep Behoud de Peel C. Vieveen Postbus 139 Deurne - 12 -

Nr. Naam Adres Plaats 21 M. Reinders Zelen 27 Panningen 22 LLTB B. Vergoossen Postbus 960 Roermond 23 Arvalis Juristen namens W. van Sleeuwen, F.J.M. Raijer Postbus 1257 Roermond Houwenberg 2c, J. van Sleeuwen, Kievit 31 en C. en P. van Sleeuwen, Kievit 33 te Grashoek 24 Maatschap Neessen P.G.J. Neessen Vliegertsdijk 8 Grashoek 25 ROBA Milieu namens P. Bongers, Karissendijk 14 te Egchel D. van de Mortel Postbus 330 Deurne 26 ACCON AVM adviseurs en accountants namens tuinbouwbedrijf Van den Beuken BV (Aan de Steenoven 4, Baarlo) en Kwekerij Dubbroek BV (Tangbroek 10, Baarlo) E. van Veldhuizen Postbus 482 Venlo 27 Harrie Derks Makelaardij namens T.P. Maessen, J.T.M. H.G.K.M. Derks Testrik 1a Merselo Maessen, M.J.J.T. Maessen en O.C.J. Manders 28 A. Verboort Westeringlaan 71 Maasbree 29 H. en M. van Wijlick BV H. van Wijlick Valkerheideweg 2 Maasbree 30 Maatschap Peeters W.M., M.W.J.M en G.A. Peeters Leeuwerik 10/11 Maasbree 31 M. Span Vissersweg 4 Meijel 32 J. Strijbos Donkerpeelkensweg 21 Meijel 33 J.J.C. Janssen Donkerpeelkensweg 25 Meijel 34 Familie Van Bree Langstraat 7 Meijel 35 G.P. Hoek Steenoven 30 Meijel 36 H. Vissers Kampsteeg 8a Meijel 37 C.W.P. Scheres Heihorst 1 Meijel 38 Familie Martens Donk 37 Meijel 39 T.J.M. Beurskens Kampsteeg 46 Meijel 40 Familie Tmmermans Kampsteeg 19 Meijel 41 J. Rooijakkers Kampsteeg 14 Meijel 42 De heer en mevrouw Platveld 16 Meijel Manders 43 Bewonerscommissie Stille Wille Bewoners Stille Wille A.M.P.F. de Vocht Steenoven 12-147 Meijel - 13 -

Nr. Naam Adres Plaats 44 F.J. Boon Krum 21 Meijel 45 De heer en mevrouw Stil Donkerpeelkensweg 22 Meijel 46 Familie Vestjens Bloemendaalseweg 7 Meijel 47 Arvalis Advies BV namens Van Lier Agro BV H.J.J.M. Janssen Postbus 1257 Roermond 48 M.G.M. Bouten Katsberg 1 Meijel 49 J. Basten Vissersweg 10 Meijel 50 P.M.M. Sieben Vissersweg 9 Meijel 51 Familie Rooijakkers Roggelsedijk 10 Meijel 52 Mts. Brummans Heldensedijk 26 Meijel 53 S.M.W. Stultiens Kampsteeg 24 Meijel 54 Stichting Achmea Rechtsbijstand namens diverse bewoners Platveld L.M.A. Schrieder Postbus 10100 Tilburg 55 Werkgroep Behoud de Peel C. Vieveen Postbus 139 Deurne 56 J. Steeghs Eerenbeemd 10 Meijel 57 Familie Verstappen Heihorst 20 Meijel 58 M. Korsten Donk 64 Meijel 59 A. Michielsen Steeghsweg 10 Meijel 60 De Peelkant Meijel BV H. Evers Platveld 4 Meijel 61 diverse bewoners Platveld P. Sieben Vissersweg 9 Meijel 62 FG Bedrijfsontwikkeling M.J.P. van Lieshout Postbus 30 Erp 63 H. De Ruijter Keizersbaan 3 Kessel 64 Grow Group Locatie Zuid R. Driessen Postbus 8306 Baarlo (L) 65 Maatschap Pennings W. Pennings Bosakkerweg 3 Kessel 66 P. van den Beuken Keizersbaan 16 Kessel 67 Kerkbestuur parochie O.L. Vrouw J. van Knippenberg Molenstraat 7 Kessel Geboorte 68 Arvalis Lenders BV Donk 5 te Kessel J. Tielen Postbus 1257 Roermond 69 FG Bedrijfsontwikkeling namens P. Timmermans Broek 4 M. van Lieshout Postbus 30 Erp 5995 PJ Kessel 70 FG Bedrijfsontwikkeling namens maatschap Nijssen-Kessels C. van der Heijden Postbus 30 Erp Broek 5 5995 PJ Kessel 71 M.I. Blokland namens T. Huys, camping den M. Blokland Veldweg 15 Cuijk Aenstoot 72 A. Hesen Spurkt 10 Kessel 73 J. Hesen Spurkt 10 Kessel 74 Hermans Suikermais B.V. G.P. Hermans Donk 1A Kessel - 14 -

Nr. Naam Adres Plaats 75 C.Mommers Roggelsedijk 6 Meijel 76 MTS. Basten Steenoven 19 Meijel 5 BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN In dit hoofdstuk gaat de gemeente in op de ingekomen zienswijzen. Gelijkluidende zienswijzen zijn gegroepeerd weergegeven. Het nummer voorin de tabel correspondeert met het nummer van de inspreker in de tabel van hoofdstuk 2. 1 Positieve bestemming van in de jaren 70 gesplitste woning. Het toekennen van een positieve bestemming is een afweging die plaats vindt in het bestemmingsplantraject en niet in het Structuurplan. Het Structuurplan bevat geen maatwerk op adresniveau. In het Structuurplan wordt de beleidslijn uitgesproken dat bestaande woningen positief worden bestemd. Of er volgens de Wet ruimtelijke ordening sprake is van een bestaande woning wordt individueel bepaald bij het opstellen van het bestemmingsplan. aanpassing. 2 Beperking mogelijkheden agrarisch bedrijf Bovensbos 1 in verband met ligging in gebiedstype bos en natuur. - 15 - De gebiedstypologieën hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. In het geval van de gebiedstypologie Bos- en natuurgebieden is dat vooral in die richting maar het blijft maatwerk. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van bos en natuur sneller en makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het feit dat een adres is gelegen in het verwevingsgebied betekent niet dat daarmee van alle (beleids)matige mogelijkheden gebruik gemaakt kan worden. Het behoort ook tot de doelstelling van het Verwevingsgebied om bestaande natuur en landschapswaarden te beschermen. Het betreffende bedrijf Aanpassen van de matrix in bijlage 2.

zal conform het provinciaal beleid ook een verantwoordingsplicht in deze richting hebben. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging van belangen noodzakelijk is. Voorop staat het bereiken van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering waarbij als beloning extra mogelijkheden ten aanzien van bebouwing en gebruik mogelijk is. We hebben geconstateerd dat door de niet specifieke begrenzing van de gebiedstypologie Bos- en natuurgebieden, potentiële uitbreidingsmogelijkheden ten onrechte niet toegestaan worden. Om dit te herstellen wordt het Structuurplan aangepast in die zin dat bestaande agrarische bedrijven die gelegen zijn op gronden met dit gebiedstype en die niet vallen onder de zones EHS of Extensiveringsgebied, beschikken over normale afweegbare uitbreidingsmogelijkheden. 3 1 Verzoek om in de waterparagraaf te verwijzen naar de Keur en te vermelden dat deze ook van toepassing is op waterkeringen. 2 Verzoek om rekening te houden met "waterclaim" volgens uitwerking NLP. 3 Aanbod om bij verdere uitwerking bestemmingsplannen van gedachten te wisselen en thema's verder uit te werken. 4 Uitbreidingsmogelijkheden glastuinbouwbedrijf aan de Molenheg 13 in verband met de aanwijzing als glastuinbouwconcentratiegebied 1 Er is geen bezwaar om een verwijzing naar de Keur en de rol die deze speelt in het ruimtelijk ordeningsproces te verduidelijken. 2 De waterclaim zal meegenomen worden bij het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied. Pas dan kunnen de ruimtelijke effecten passend beoordeeld worden. Dergelijke afwegingen passen niet binnen de schaal van het Structuurplan. 3 De samenwerkende gemeenten maken graag gebruik van het aanbod. Het Structuurplan Peel en Maas heeft de landbouwontwikkelingsgebieden en glastuinbouwconcentratiegebieden als zoekgebieden overgenomen uit POL en Reconstructieplan. Voor de definitieve keuzes ten aanzien van deze gebieden en de begrenzing daarvan en de daarbij behorende mogelijkheden wordt een aparte Structuurvisie IV en glas (werktitel) 5 opgesteld. Het Structuurplan heeft een hogere schaal en doet geen uitspraken over het al dan niet bieden van uitbreidingsmogelijkheden van individuele bedrijven. 1 De tekst zal worden uitgebreid. 2 aanpassing. 3 aanpassing. aanpassing. 5 Deze Structuurvisie gaat in op de bestaande en toekomstige mogelijkheden voor intensieve veehouderij- en glastuinbouwbedrijven in de vier gemeenten en maakt keuzes ten aanzien van de zoekgebieden Landbouwonwikkeling en glastuinbouwconcentratie. - 16 -

5 Beperking vestigingsmogelijkheden co-vergistingsinstallatie en De gebiedstypologieën hebben geen rechtstreekse uitbreidingsmogelijkheden bestaand varkensbedrijf aan de doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de aanpassing. Venweg in verband met ligging binnen beekdal gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. In het geval van de gebiedstypologie Beekdal is dat vooral in die richting maar het blijft maatwerk. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het beekdal sneller en makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling ten dienste van Intensieve veehouderijbedrijven niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging noodzakelijk is. Mogelijkheden voor vergistingsinstallaties worden verder uitgewerkt in de Structuurvisie IV en Glas. 6 1 Begrenzing LOG bij bedrijfslocatie aan de Kievit 31. 2 Onduidelijkheid over criteria bij "versterking IV". 3 Over compensatie bij BOM+. - 17-1 Het Structuurplan Peel en Maas heeft de landbouwontwikkelingsgebieden en glastuinbouwconcentratiegebieden als zoekgebieden overgenomen uit Streekplan en Reconstructieplan. Voor de definitieve keuzes ten aanzien van deze gebieden en de begrenzing daarvan en de daarbij behorende mogelijkheden wordt een aparte Structuurvisie IV en glas (werktitel) opgesteld. 2 Het vestigen of uitbreiden van een intensieve veehouderij in een open gebied richt in principe schade aan. Het Structuurplan sluit zich hierbij aan bij de uitwerking van het POL-uitwerking BOM+. Voorop staat het bereiken van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering waarbij als beloning extra mogelijkheden ten aanzien van bebouwing en gebruik mogelijk is. 3 BOM+ is een uitwerking van het POL. De gemeenten delen echter uw zorgen. Om deze reden werken de gemeenten aan een verdere uitwerking van het Kwaliteitskader. Doelstelling hierbij is het kunnen aangeven van enerzijds de mate van aantasting, de te eisen mate van compensatie en de vorm die deze compensatie moet krijgen inclusief de bijbehorende juridische middelen. 1, 2 en 3 geen aanpassing.

7 1 Ruimte voor vollegrondstuinbouwbedrijf inclusief TOV's in gebied tussen Baarloseweg en bosrand Heldense Bossen. 2 Ontbreken van een visie over toekomstige ontwikkelingen in het gebied. 1 De gebiedstypologieën hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. In het geval van de gebiedstypologie Beekdal is dat vooral in die richting maar het blijft maatwerk. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het beekdal sneller en makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging van belangen noodzakelijk is. Wel zullen initiatieven die een negatief effect hebben op het functioneren van de beek geen doorgang kunnen vinden. Dit is niet anders dan op grond van het huidig beleid. Voorop staat het bereiken van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering waarbij als beloning extra mogelijkheden ten aanzien van bebouwing en gebruik mogelijk is. Ten aanzien van de TOV s is een onjuistheid geconstateerd tussen de tekst en de matrix in bijlage 2. De tekst geeft de juiste mogelijkheden weer. De matrix zal overeenkomstig aangepast worden. In de gebiedstypologieën Oude verdichte/besloten bouwlanden en Kleinschalige half open ontginningslandschappen zijn hoge tijdelijke TOV s toegestaan. In de gebiedstypologie Grootschalige opgen ontginingslandschappen en in de subzone Overgangszone bos zijn deze voorzieningen afweegbaar. 2 Het Structuurplan geeft een visie op de ontwikkeling van 1 aanpassen bijlage 2 Matrix 2 geen het buitengebied van de vier samenwerkende gemeenten. De initiatieven in Helden-Oost zijn nog onvoldoende concreet voor de gemeenten om hier een visie over te formuleren. Er moet eerst meer informatie komen over de te verwachten ruimtelijke effecten. - 18 -

8 1 Aanduiding overgangszone bossen niet passend in verband 1 De gebiedstypologieën en de daarbij behorende subzone 1, 2, 3 en 4 met geconcentreerde bebouwing (geen doorzichten meer overgangszone bos hebben geen rechtstreekse geen aanwezig). doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de 2 Consequenties voor bestaande IV van ruime toelating van gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet andere economische functies. 3 Ontbreken van mogelijkheden voor tijdelijke lage TOV's aan de perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan noordzijde van de Baarloseweg. geven aan in welke richting kanshebbende 4 Ontbreken van een visie over toekomstige ontwikkelingen in het gebied. ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het gebiedstype sneller en makkelijker realiseerbaar zijn maar het blijft maatwerk. Voor de overgangszone bos biedt het mogelijkheden om de verloren gegane doorzichten terug te brengen. Het terugbrengen levert ruimtelijke kwaliteitswinst waardoor een initiatief eerder kans van slagen heeft. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging nood zakelijk is. 2 het al dan niet toelaten van nieuwe activiteiten kan alleen na afweging ten opzichte van de gevestigde belangen. Een nieuwe functie kan en mag dus niet zo maar ten koste gaan van een bestaande functie. 3 teeltondersteunende voorzieningen kunnen grote effecten hebben op de landschappelijke kwaliteiten. Een afweging is daarom altijd noodzakelijk. Lage tijdelijke voorzieningen zijn, conform het provinciale beleid, overal onder voorwaarden toegestaan. De gemeenten zijn van mening dat dit beleid recht doet aan de af te wegen belangen. 4 Het Structuurplan geeft een visie op de ontwikkeling van het buitengebied van de vier samenwerkende gemeenten. De initiatieven in Helden-Oost zijn nog onvoldoende concreet voor de gemeenten om hier een visie over te formuleren. Er moet eerst meer informatie komen over de te verwachten ruimtelijke effecten. - 19 -

9 1 Onduidelijkheid over (on)mogelijkheden voor bedrijfslocaties 1 De gebiedstypologieën en de daarbij behorende subzone 1, 2 en 3 geen aan de Kloosterstraat 36c en Baarloseweg 34a als gevolg van overgangszone bos hebben geen rechtstreekse stapeling van aanduidingen/zones/gebiedtypologieën. doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de 2 Consequenties voor bestaande IV van ruime toelating van gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet andere economische functies. 3 Ontbreken van een visie over toekomstige ontwikkelingen in perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan het gebied. geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het gebiedstype sneller en makkelijker realiseerbaar zijn maar het blijft maatwerk. Voor de overgangszone bos biedt het mogelijkheden om de verloren gegane doorzichten terug te brengen. Het terugbrengen levert ruimtelijke kwaliteitswinst waardoor een initiatief eerder kans van slagen heeft. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging nood zakelijk is. 2 Het al dan niet toelaten van nieuwe activiteiten kan alleen na afweging ten opzichte van de gevestigde belangen. Een nieuwe functie kan en mag dus niet zo maar ten koste gaan van een bestaande functie. 3 Het Structuurplan geeft een visie op de ontwikkeling van het buitengebied van de vier samenwerkende gemeenten. De initiatieven in Helden-Oost zijn nog onvoldoende concreet voor de gemeenten om hier een visie over te formuleren. Er moet eerst meer informatie komen over de te verwachten ruimtelijke effecten. 10 Extra beperkingen voor ontwikkelingsmogelijkheden tuinbouwbedrijf ten opzichte van POL door begrenzing gebiedstypologieën. - 20 - De gebiedstypologieën en de daarbij behorende subzone overgangszone bos hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een aanpassing.

versterking van het gebiedstype sneller en makkelijker realiseerbaar zijn maar het blijft maatwerk. Voor de overgangszone bos biedt het mogelijkheden om de verloren gegane doorzichten terug te brengen. Het terugbrengen levert ruimtelijke kwaliteitswinst waardoor een initiatief eerder kans van slagen heeft. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. 11 Extra beperkingen ten opzichte van POL voor ontwikkelingsmogelijkheden rundveehouderij en voor toekomstige verbreding met tuinbouwtak door overgangszone bossen. 12 1 Geurnormen ruim vaststellen in verband met toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden varkensbedrijf. 2 Voldoende ruimte voor TOV's. De gebiedstypologieën en de daarbij behorende subzone overgangszone bos hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het gebiedstype sneller en makkelijker realiseerbaar zijn maar het blijft maatwerk. Voor de overgangszone bos biedt het mogelijkheden om de verloren gegane doorzichten terug te brengen. Het terugbrengen levert ruimtelijke kwaliteitswinst waardoor een initiatief eerder kans van slagen heeft. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. 1 Het opstellen van het Geurbeleid is geen onderdeel van dit Structuurplan. Hiervoor is een separaat traject in uitvoering. 2 Teeltondersteunende voorzieningen kunnen grote effecten hebben op de landschappelijke kwaliteiten. Een afweging is daarom altijd noodzakelijk. Lage tijdelijke voorzieningen zijn, conform het provinciale beleid, overal onder voorwaarden toegestaan. De gemeenten zijn van mening dat dit beleid recht doet aan de af te wegen belangen. aanpassing. aanpassing. - 21 -

13 1 In een aantal waardevolle gebieden geen nieuwe 1, 3 en 4 De gebiedstypologieën en de daarbij behorende 1 tot en met 6 ontwikkelingen aanvaardbaar. subzones hebben geen rechtstreekse doorwerking naar geen 2 Indeling in gebiedstypologieën niet helder. Voorstel om de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De Landschapskader Noord- en Midden-Limburg als uitgangspunt gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig te hanteren. ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze 3 Niet alle EHS-gebieden vallen onder gebiedstype bos en natuur. gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst 4 nieuwe bebouwing in zone ontwikkeling zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van bebouwingsconcentraties binnen beekdalen. het gebied. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot 5 Te ruime uitbreidingsmogelijkheden voor bestaande solitaire een versterking van het gebiedstype sneller en glastuinbouwbedrijven. makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke 6 Te ruime mogelijkheden voor TOV's. gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het beschermen van feitelijk bestaande waarden, waaronder de EHS vindt plaats in het op te stellen bestemmingsplan. Alle EHS gebieden zijn wel op de Structuurplankaart opgenomen. Aantasting van de EHS is in principe 6 niet toegestaan. 2 De indeling van het Landschapskader staat, volgens de provincie, open voor discussie. De vier gemeenten hebben het Landschapskader gebruikt als onderlegger voor de eigen Gebiedstypologieën. De gemeenten vinden deze passender als het gaat om het weergeven van ontwikkelingsmogelijkheden dan het Landschapskader dat vanuit een ander doeleind is opgesteld (meer als toetsingsmiddel). 5 Het is de mening van de gemeenten dat het hanteren van de referentiemaat van 3 ha voor solitaire bedrijven neerkomt op het feitelijk onmogelijk maken van een gezonde bedrijfsvoering gezien de ontwikkelingen in deze sector. Naar de mening van de vier gemeenten moeten bedrijven voldoende omvang hebben om een duurzame bedrijfsomvang te hebben. 6 De regeling voor de teeltondersteunende voorzieningen is conform het huidige provinciale kader behoudens de volgende punten: De landschappelijke inpassing van tijdelijke voorzieningen wordt niet nodig geacht; De mogelijkheid om hoge TOV s te realiseren in 6 Tenzij toepassing wordt gegeven aan het compensatiebeginsel - 22 -

concentratiegebieden die niet als zodanig zullen gaan fungeren (worden aangewezen in de structuurvisie IV en Glas) De gemeenten zijn van mening dat dit beleid recht doet aan de af te wegen belangen. 14 1 Niet zorgvuldig omgegaan met de belangen van eigenaren o.d. buiten de vier gemeenten. 2 Uitgaan van bestaand beleid en van het mogelijk toekomstige gebruik voor de landbouw. 3 Toekomstige problemen met nieuw groen. 4 Verschil in te leveren tegenprestatie irt-gebiedstypologieën. 5 Ontbreken onderbouwing voor stelling dat gebiedstypologieën niet leiden tot schade. - 23-1 De gemeenten hebben de plicht om de burgers te informeren. Hiervoor zijn geëigende kanalen. Hieronder valt niet het informeren van burgers van buurgemeenten. U bent zelf daarvoor verantwoordelijk. 2 Het Structuurplan is gericht op het afwegen en faciliteren van toekomstige mogelijkheden en ontwikkelingen. Helaas is dit niet te vertalen in concrete mogelijkheden in vierkante meters daar een juiste en evenwichtige belangenafweging niet (meer) mogelijk is. Te vaak zou het voorkomen dat gewenste ontwikkelingen tegengehouden moeten worden en ongewenste ontwikkelingen toegelaten. 3 Ook op toekomstig groen gelden dezelfde spelregels als nu. Hierbij wijzen wij erop dat dit nieuwe groen bestaat uit deels compensatie groen van wat nu weggaat en een deel kwaliteitsverbetering wat tot een aangenamere gemeente moet leiden. De eventuele effecten op de omgeving door de aanleg van het nieuwe groen is een onderdeel van de afweging. 4 De gemeenten delen deels uw zorgen. Om deze reden werken de gemeenten aan een verdere uitwerking van het Kwaliteitskader. Doelstelling hierbij is het kunnen aangeven van enerzijds de mate van aantasting, de te eisen mate van compensatie en de vorm die deze compensatie moet krijgen inclusief de bijbehorende juridische middelen. De mate van aantasting en dus de tegenprestatie is niet overal hetzelfde. Hier overal een zelfde regeling op toepassen betekent dat de een te veel tegenprestatie moet leveren in het licht van zijn aantasting en een ander juist te weinig. Dit wordt door de gemeenten als ongewenst beschouwd. 5 De mogelijkheden op een gegeven locatie worden bepaald door de bestaande kwaliteiten en warden op en 1 tot en met 5 geen

rond die locatie. Dit geldt ook voor het POL en Reconstructieplan. Vanuit dit oogpunt zijn er niet meer belemmeringen wel worden deze nu meer inzichtelijk gemaakt. 15 Beperking exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaand bedrijf in verband met ligging gronden binnen beekdal van de Kwistbeek. De gebiedstypologieën hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. De gebiedstypologieën geven een streefbeeld van het gebied. In het geval van de gebiedstypologie Beekdal is dat vooral in die richting maar het blijft maatwerk. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het beekdal sneller en makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging van belangen noodzakelijk is. Wel zullen initiatieven die een negatief effect hebben op het functioneren van de beek zullen geen doorgang kunnen vinden. Dit is niet anders dan op grond van het huidig beleid. Voorop staat het bereiken van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering waarbij als beloning extra mogelijkheden ten aanzien van bebouwing en gebruik mogelijk is. aanpassing. - 24 -

16 1 Begrenzing LOG bij bedrijf aan de Groeze 18. 1 Het Structuurplan Peel en Maas heeft de 1 en 2 geen 2 Begrenzing van natuurgebied de Snep aanpassen aan de landbouwontwikkelingsgebieden en begrenzing van het POG-gebied in het POL. glastuinbouwconcentratiegebieden als zoekgebieden overgenomen uit Streekplan en Reconstructieplan. Voor de definitieve keuzes ten aanzien van deze gebieden en de begrenzing daarvan en de daarbij behorende mogelijkheden wordt een aparte Structuurvisie IV en glas (werktitel) opgesteld. 2 In de POL-herziening op onderdelen EHS en POLaanvulling Nationaal landschap Zuid-Limburg van 14 maart 2005 is het gebied de Snep aangewezen als EHS. Deze aanwijzing levert de uitstulping op waar u zich zorgen over maakt. Het gaat hierbij dus om EHS en niet de POG. Deze herzieningen zijn van een latere datum dan het Reconstructieplan. De gemeenten kunnen en 17 Bezwaar tegen aanduiding POG tussen perceel nabij de Struiken en de Boksloot te Maasbree. willen geen afbreuk doen aan de EHS. POG-gronden zijn aangewezen door de Provincie Limburg en als zodanig beleidsmatig overgenomen in het Structuurplan. Deze aanwijzing grijpt niet in op huidige gebruiksmogelijkheden van individuele eigendommen. Het is een zoekzone waarin de provincie eventueel nieuw groen graag gerealiseerd ziet. Bijvoorbeeld vanuit BOM+. aanpassing. 18 1 Beperking ontwikkelingsmogelijkheden bedrijf door overgangszone bos, ontwikkeling bebouwingslint en gebiedstype oude verdichte bouwlanden. 2 Verzoek om geurnormen ruim vast te stellen. - 25-1 De gebiedstypologieën en de daarbij behorende subzone overgangszone bossen hebben geen rechtstreekse doorwerking naar de gebruiksmogelijkheden van de gronden. De gebiedstypologieën zijn ook niet perceelsnauwkeurig ingetekend. De gebiedstypologieën zoals deze gehanteerd worden in het Structuurplan geven aan in welke richting kanshebbende ontwikkelingen gewenst zijn. Dit wil zeggen dat initiatieven die leiden tot een versterking van het gebiedstype sneller en makkelijker realiseerbaar zijn. De daadwerkelijke gebruiksmogelijkheden van gebouwen en gronden worden pas vast gelegd in het bestemmingsplan. Het Structuurplan maakt de gewenste ontwikkeling niet onmogelijk. Het geeft alleen aan dat een zorgvuldige afweging noodzakelijk is. 2 Het opstellen van het Geurbeleid is geen onderdeel van het Structuurplan. Hiervoor is een separaat traject in uitvoering. 1 en 2 geen