Special Fosfaat. Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer



Vergelijkbare documenten
Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

Handboek bodem en bemesting

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Handboek Bodem en Bemesting

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Bijlage: bodemanalyses als nulmeting

Werken aan bodem is werken aan:

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Leidt Europese mestbeleid tot knelpunten voor de bodem?

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Bodemvruchtbaarheid. fundament onder voedselproductie. René Schils

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

2.2 Grasland met klaver

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

Uitmijnen van voormalige landbouwgrond in het Drents- Friese Wold

Duurzame bemesting: omgeving

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

(Ver)ken je tuinbodem. Annemie Elsen Stan Deckers

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

5 Voederbieten. November

27 januari 2015

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder

Resultaten KringloopWijzers 2016

Fosfaat en natuurontwikkeling

Gebruiksruimte anders verdelen tussen maïs en gras?

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Uitmijnen: een bodemvriendelijke manier om bodems te verschralen.

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Waarde van bodemvruchtbaarheid. Oene Oenema. Wageningen University & Research

Bodem en Water, de basis

Dirksen Management Support John Baars

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Inhoud. Naar een levende bodem. Beworteling en bodemleven Meer of minder een wereld van verschil. Functies beworteling

Mestbeleid in Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

Masterplan Mineralenmanagement Bodemdag Vredepeel, 17/08/2012. Peter Stevens,

Lessen en Uitdagingen uit Duurzaam Bodembeheer Utrecht West.

Over het mestprobleem en mogelijke oplossingen. Oene Oenema Wageningen University, Alterra

Bodemkwaliteit op zand


Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Integraal bodembeheer, wat en hoe

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Bodemmonster Bodemmonster

Naar een nieuwe systematiek voor N-bemestingsadviezen als basis voor precisiebemesting

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Teelthandleiding wettelijke regels

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

De huidige mineralenbalans in Noord-Nederland

Vruchtbare Kringloop Overijssel

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf

KringloopWijzer. Johan Temmink

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

Resultaten pilot 2018/2019 Groene Weide Meststof H. Canter Cremers

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

Plaggen ten behoeve van natuurontwikkeling. Fosfaatverzadiging als uitgangspunt

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER

Naar een betere inschatting van de afbraak van bodemorganische stof

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

Fosfaatklasse. Grondmonster

Van generiek mestbeleid naar individuele verantwoordelijkheid. Harry Kager LTO Nederland

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Mest, mestverwerking en wetgeving

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek

RE-gras. Bedrijfsspecifiek advies voor het sturen op ruw eiwit, grasopbrengst en stikstofbenutting

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

Organische stof what else? Marjoleine Hanegraaf

Bemesten van gras na mais en mais na gras?

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Projectpartijen. Initiatiefnemers LTO-Noord ForFarmers Hendrix Waterschap Rijn en IJssel

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Kansen voor mestscheiding

Snuffelen aan de grond Ir. E.A. (Everhard) van Essen

Achtergronden Koeien & Kansen - KringloopWijzer

ORGANISCHE STOF BEHEER

Toekomst bemesting aardappelen. Bart Debussche 31/01/2017

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Eindrapport Project Winterswijk-Oeding,

Transcriptie:

Special Fosfaat Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Maart 21 Nummer 6 Inhoud Fosfaat raakt op Redactioneel Fosfaat: van te veel naar tekort Jan Bokhorst (LBI) en Carin Rougoor (CLM) Nieuwsbrief Fosfaat raakt op IJzerschermen vangen fosfaat Bodemanalyse fosfaat Bodemdienst fosfaatuitmijning Uitmijnen fosfaat werkt Fosfaat en compost Agenda Redactioneel Leen Janmaat (LBI) l.janmaat@louisbolk.nl Fosfaat wordt schaars. Mondiaal slinken de voorraden fosfaatertsen, terwijl in Nederland het oppervlaktewater is vervuild met te hoge gehalten in de grond door zware bemestingen in het verleden. Zowel het tekort als overschot aan fosfaat zal steeds meer aandacht krijgen. De scherper wordende gebruiksnormen in Nederland leiden tot veranderingen. Deze Nieuwsbrief gaat in op verschillende thema s die hiermee te maken hebben. Bijzonder is dat we nog steeds niet goed weten hoe we de beschikbaarheid van fosfaat in de bodem moeten meten. Bij de opname van fosfaat spelen bodemstructuur en de beworteling een grote rol. Ook de intensiteit van het bodemleven en de diverse vormen waarin fosfaat in de bodem voorkomt doen mee en dat maakt het ingewikkeld. Resultaten uit onderzoek geven meer inzicht in de samenhangen. Veel leesplezier met deze fosfaat-special! De Stuurgroep Technology Assessment heeft in oktober 29 een advies uitgebracht aan de minister Verburg van LNV over het dreigende fosfaattekort in de toekomst. Dit advies is gebaseerd op een studie die PRI in opdracht van de stuurgroep heeft uitgevoerd. Fosfor is een essentiële bouwsteen van al het leven op aarde en dus ook van ons voedsel. Het komt voor een groot deel beschikbaar uit fossiele voorraden en wordt vooral gebruikt in de landbouw. Veel fosfaat gaat verloren tijdens de winning, in de landbouw en verderop in de voedselketen. Van de verliezen wordt slechts een zeer beperkt deel teruggewonnen, vooral via de visserij. Het grootste deel belandt uiteindelijk op de oceaanbodem. Daardoor moet steeds nieuw fosfaat uit fossiele voorraden worden aangevoerd, maar die voorraden zijn eindig. Experts schatten dat bij voortzetting van de stijgende trend in het fosfaatgebruik de nu bekende winbare voorraden over ongeveer 75 jaar kunnen zijn uitgeput. Maar al veel eerder kan er een run ontstaan op de slinkende fosfaatvoorraden. Die zijn voor tweederde geconcentreerd in slechts twee regio s: Marokko en de Westelijke Sahara, en China. De EU heeft slechts geringe fosfaatvoorraden en kan dus in de problemen komen. Het huidige teveel zal naar verwachting omslaan in een tekort. Toegenomen vraag en hogere winningskosten hebben na 27 al tot sterke prijsstijgingen geleid. Voorlopig is de aandacht in Nederland nog geheel gevestigd op overschotten van fosfaat. Naar schatting bevindt zich in de Nederlandse bodem een overschot van 45. ton P. Dit overschot is niet evenredig ver- D e b od e m a c a d e m i e P os t a d r e s H oof d s t r a a t 2 4 3 9 7 2 LA Dri eb erg en T 343-52386 p rijstrip elsu p e rfo sfaa tin Eu rop er1 kg Prijsfosfa a tm eststoffe n 1 8 6 Re eks1 4 2 19 8 1 987 19 94 2 1 2 8

Nieuwsbrief Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Nummer 6 pag. 2 deeld. De zandgronden in Zuid, Oost en Noord-Nederland kennen door hoge bemestingen in de vorig eeuw de hoogste voorraden. De zeekleigronden zijn vrij arm aan fosfaat. Het volledige beleidsadvies en achtergrondrapport is te downloaden via www.stuurgroepta.nl. Voor meer informatie: Carin Rougoor (CLM), secretaris van de stuurgroep, tel 345-47769, email: crougoor@clm.nl. IJzerschermen vangen fosfaat De ophoping van fosfaat in Nederlandse landbouwgronden als gevolg van overbemesting leidt tot fosfaatverliezen naar het oppervlaktewater. Verrijking van het oppervlaktewater met fosfaat veroorzaakt eutrofiëring. De urgentie om deze problematiek aan te pakken is groot, omdat het oppervlaktewater in 215 moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Met het Nederlandse mestbeleid zal in sommige delen van het landelijk gebied niet kunnen worden voldaan aan de eisen van de KRW. In deze gebieden zijn aanvullende maatregelen nodig die kosteneffectief zijn en inpasbaar in de praktijk. Een mogelijk voorbeeld hiervan is het inwerken van fosfaatbindende materialen in waterdoorlatende ijzerschermen in de bodem of het toepassen van deze materialen in filters die aan drainagebuizen kunnen worden gekoppeld. IJzerslib en -zand kunnen worden gebruikt voor het binden van fosfaat, omdat deze materialen veel ijzeroxide bevatten. IJzeroxide heeft een grote capaciteit om fosfaat te binden. Deze materialen komen vrij als reststoffen tijdens de zuivering van grondwater voor drinkwater. Wim Chardon (Alterra) Onderzoekers van het Centrum Bodem van Alterra onderzoeken samen met het drinkwaterbedrijf Brabant Water N.V. in een project van het innovatieprogramma KRW van SenterNovem of hergebruik van deze reststoffen in ijzerschermen of filters mogelijk is om de fosfaatverliezen uit landbouwgronden te verminderen. Proefopstelling van kolommen waarin ijzerslib en zand worden getest.

Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Nummer 6 pag. 3 De bodemanalyse van fosfaat: feiten op een rijtje. De gebruiksnormen beperken de hoeveelheid fosfaat die met de bemesting gegeven mag worden. De vraag of de fosfaatvoorziening van de gewassen dan wel voldoende blijft, wordt hiermee actueler. In het concept Masterplan Mineralenmanagement (Productschap Akkerbouw, 29) staat dat nog steeds niet goed bekend is hoe de beschikbaarheid van fosfaat voor de plant gemeten moeten worden. Het aantal toegepaste methoden bij Nederlandse laboratoria neemt toe en daarmee ook een stuk onduidelijkheid. In het volgende een overzicht ter verduidelijking. P-PAE, mg P per 1 g grond Wordt gebruikt door het Blgg. Een lage concentratie zoutoplossing van CaCl 2 wordt als extractiemiddel gebruikt. Een P-PAE van 1 mg P per 1g is ongeveer 7 kg P 2 O 5 per ha. Bij een minder goede bodemstructuur en beworteling is dit niet allemaal beschikbaar voor de plant. Planten nemen bijvoorbeeld 5 kg P 2 O 5 per ha op. Veel meer dus dan de P-PAE aangeeft. Pw, mg P 2 O 5 per liter grond De klassieke methode maar door meerdere laboratoria nog gebruikt. Water is het extractiemiddel. Het is de methode die gebruikt wordt om toestemming te krijgen voor hogere fosfaatgiften dan de geldende gebruiksnorm. Ook de Pw geeft niet alle beschikbare fosfaat aan. Een Pw van 3 betekent wel ca 75 kg P2O5 per ha, maar die is niet allemaal direct beschikbaar omdat de vochtige grond 24 uur geïncubeerd wordt en omdat er een zeer hoge verhouding tussen extractievloeistof en te extraheren grond wordt gebruikt. Let op: de liter grond heeft betrekking op het volume gedroogde gemalen grond. Een liter droge gemalen grond weegt ongeveer 1 kg. P-Al, mg P 2 O 5 per 1 g grond In Nederland veel gebruikt, daarbuiten weinig. Als extractiemiddel wordt ammoniumlactaatazijnzuur gebruikt. Dat heeft een ph van 3,75 en je verwacht dan dat er vooral calciumfosfaten worden geanalyseerd maar dat is niet zo omdat de melkzuur ijzer en aluminium complexeert en dit extract meet daarom ook ijzer- en aluminiumfosfaten. Jan Bokhorst (LBI) j.bokhorst @louisbolk.nl P-Al meet globaal zo n 3% van alle fosfaat in de grond. Een P-Al van 3 is ca 1 kg P 2 O 5 per ha. P-Al wordt wel de naleverbare fosfaat genoemd, maar dat is niet zo. Een deel van de P-AL fosfaat is vrijwel niet beschikbaar voor de plant. Er is een formule waarmee uit P-Al en P-PAE redelijk nauwkeurig de Pw kan worden berekend en deze berekende Pw mag gebruikt worden om verruiming van de fosfaatgift in het kader van de gebruiksnormen aan te vragen. Uit recent onderzoek blijkt dat een combinatie van P-Al en P-PAE gebruikt kan worden voor de inschatting van de nalevering van fosfaat (zie artikel Peter van Erp). P-Olsen, mg P per kg grond (ook wel mg P per 1 g en µmol P per kg) Wordt internationaal veel gebruikt. Het extract heeft een ph van 8,5 en meet daarom vooral ijzer- en aluminiumfosfaten. In Nederland met veel kalkrijke gronden wordt het daarom weinig gebruikt. P-Olsen meet meer fosfaat dan P-Al en wel ca. de helft van alle fosfaat. P-organisch, mg P2O5 per kg grond Wordt gemeten door van P-totaal de hoeveelheid calcium-, ijzer- en aluminiumfosfaat af te trekken. P-organisch levert fosfaat bij afbraak door het bodemleven. P-organisch varieert sterk, van verwaarloosbaar tot de helft van alle fosfaat in de grond. P-totaal, mg P2O5 per 1 g grond De grond wordt geëxtraheerd met een mengsel van sterke zuren bij hoge temperatuur. Alle fosfaat, met uitzondering van die in onverweerde gesteenten, wordt zo gemeten.

Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Nummer 6 pag. 4 Fosfaatbemesting en de invloed van de bodem Peter van Erp en Arjan Reijneveld (BLGG) Reeds midden vorige eeuw werd door wetenschappers aangegeven dat een goed bemestingsadvies gebaseerd is op minimaal twee bodemindicatoren: een indicator voor de concentratie van een nutriënt in de bodemoplossing (intensiteit genoemd) en de hoeveelheid nutriënt die een bodem zou kunnen naleveren (capaciteit genoemd). Voor sommige nutriënten, bijv. fosfaat, is ook nog een indicator voor de snelheid waarmee de bodem nalevert (de kinetiek). Ondanks deze inzichten zijn bemestingadviezen nooit op deze wijze onderzocht en opgezet. De belangrijkste reden hiervoor is wel dat er onvoldoende betrouwbare, snelle en betaalbare grondonderzoekmethoden beschikbaar waren om deze indicatoren te meten. Gevolg is dat op meerdere plaatsen in de wereld is gezocht naar die ene extractiemethode of -techniek die de beste relatie gaf met de gewasopbrengst/-reactie. Omdat zoiets grondsoort, gewas, opbrengstniveau etc. afhankelijk is, zijn voor het zelfde nutriënt, bijv fosfaat, vele tientallen extractiemethoden beschikbaar. Echter, geen enkele fosfaatmethode blijkt breed inzetbaar te zijn of levert inzicht in de onderliggende bodemprocessen. In 22 heeft BLGG AgroXpertus voor wat betreft de onderbouwing van haar adviezen het roer omgegooid richting intensiteit, capaciteit en kinetiek. Dit was mogelijk omdat binnen BLGG AgroXpertus de technieken om gelijktijdig lage concentraties van nutriënten te meten sterk was verbeterd. Voor fosfaat is gezocht naar een vervanging van de Pw extractiemethode. Naast de bekende analytische problemen voor Pw geldt dat de analyse resultaten niet of moeilijk te interpreteren zijn binnen het concept van intensiteit, capaciteits en kinetiek. Daarom heeft BLGG AgroXpertus in 24 opdracht gegeven aan WUR om het gedrag en plantbeschikbaarheid van fosfaat in de bodem te onderzoeken. Op 26 februari jl. heeft dit geleid tot de verdediging van een proefschrift getiteld The potential of soils to supply phosphorus and potassium; processes and predictions door Dr. D. Van Rotterdam-Los. In dit proefschrift is via pot-, veld- en laboratoriumproeven aangetoond dat i) het concept van intensiteit, capaciteit en kinetiek geldt voor fosfaat, en ii) dat fosfaat gemeten in CaCl 2 (P-PAE) en ammoniumlactaat (P-PAL) bruikbaar zijn als indicator voor intensiteit, capaciteit en kinetiek. Tevens is aangetoond dat het concept niet alleen geldt voor fosfaat maar ook voor kalium. BLGG AgroXpertus heeft afgelopen 4 jaar samen met WUR, NMI, coöperaties onderzoek uitgevoerd naar de vertaling van deze kennis in P-adviezen voor grasland, mais en akkerbouw. De resultaten waren veelbelovend en de P-adviezen van BLGG AgroXpertus zijn aangepast aan de verkregen inzichten en resultaten en dus up to date. BLGG AgroXpertus verwacht dat komende jaren verdere verfijningen mogelijk zijn op basis van praktijkwaarnemingen. BLGG AgroXpertus heeft sinds 24 de Pwmeting stopgezet en vervangen door P- metingen in CaCl 2 en P-AL. De praktijk heeft daar niet altijd iets van gemerkt omdat een berekende Pw werd gepresenteerd op het analyseformulier. Blgg AgroXpertus kan nl. per grondsoort op basis van P-CaCl 2, PAL en ander bodemkenmerken de Pw berekenen. Duizenden grondmonsters zijn onderzocht om de berekening te kunnen doen plaatsvinden. In het kader van derogatie is deze omrekening door de overheid accoord bevonden. BLGG AgroXpertus zal komende jaren verder gaan met het uitwerken van het intensiteit, capaciteit en kinetiek concept ter onderbouwing van haar bemestingsadviezen. Op dit moment loopt al onderzoek met WUR en NMI naar de beschikbaarheid van stikstof en twee onderzoeken zullen binnenkort gaan starten mbt de beschikbaarheid van micronutriënten.

Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Nummer 6 pag. 5 Het fosfaatgehalte van gras wordt veel beter verklaard uit een combinatie van P-PAE en P-AL (links) dan uit alleen P-AL (rechts) Bodemdienst fosfaatuitmijning Romke Postma (NMI) In een recent afgerond project heeft Nutriënten Management Instituut NMI samen met landelijke en regionale overheden en de landbouwsector een instrument ontwikkeld dat boeren stimuleert in bepaalde gevallen een fosfaatbemesting achterwege te laten: een bodemdienst fosfaatuitmijning. Het project werd gesubsidieerd door SKB en het consortium bestond uit de Ministeries van LNV, VROM en V&W, de provincies Noord- Brabant, Gelderland, Limburg en Overijssel, de waterschappen Vallei & Eem, Veluwe, Rijn&IJssel, Brabantse Delta, Aa en Maas, De Dommel, Regge en Dinkel en Noorderzijlvest en LTO. De stimuleringsmaatregel gaat verder dan de fosfaatdifferentiatie in het landelijke mestbeleid, aangezien dit niet overal snel genoeg tot de gewenste verbetering van de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater zal leiden. Het samenwerkingsproject was gericht op het ontwikkelen van een bodemdienst om de uit- en afspoeling van fosfaat te beperken, waarbij het gaat om vormen van bodemgebruik die verder gaan dan de wettelijke en reguliere eisen die aan duurzaam bodemgebruik worden gesteld en die aantoonbaar bijdragen aan doelen met een algemeen belang. Daartoe is een bureaustudie uitgevoerd en is ervaring opgedaan met uitmijning op praktijkbedrijven in een viertal pilots in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. De bodemdienst fosfaatuitmijning zal beschikbaar komen voor aangewezen gebieden op zandgronden in Zuid en Oost Nederland. Vooral op laaggelegen, fosfaatverzadigde gronden die nabij kwetsbare gebieden liggen, zoals Natura 2-gebieden en/of beekdalen, is de fosfaatproblematiek veelal urgent. In deze situaties kan het achterwege laten van een fosfaatbemesting (=uitmijning) bijdragen aan het verminderen van de fosfaatemissie. Gezien de hoge fosfaatvoorraden in veel landbouwgronden heeft dit niet of nauwelijks een effect op de opbrengst en kwaliteit van landbouwgewassen. Praktische consequentie is echter dat geen dierlijke mest mag worden toegepast. Dit laatste vormt vaak de bottleneck: door de overmaat aan dierlijke mest wordt de mest binnen de randvoorwaarden van de gebruiksnormen maximaal ingezet. De bodemdienst is er op gericht dit te veranderen. De Provincie Limburg wil de bodemdienst in de eerste helft van 21 implementeren in een regeling en Noord-Brabant en Gelderland gaan na of dat bij hen ook mogelijk is. Het volledige rapport is te downloaden via http://www.nmi-agro.nl Voor aanvullende informatie kunt u contact opnemen met Romke Postma van NMI..

Bodem als bron In opdracht van ZLTO voeren CLM, LBI & DLV Dier het project Fosfaat: de bodem als bron uit. Dit project is onderdeel van het grotere interregproject Integrale watersystemen. In het Brabantse Kempenland gaan zeven agrariërs aan de slag om fosfaatuit- en afspoeling op hun bedrijf te beperken. Belangrijk is dat de maatregelen waarmee ze experimenteren, zowel voor het milieu als de veehouder perspectief bieden. Zo is de kans groter dat de maatregelen na de projecttijd opgeschaald kunnen worden. Meer informatie: Erik van Well, CLM tel: 345-47756, email: evanwell@clm.nl) Concrete maatregelen waarmee de pilotbedrijven aan de gang gaan, zijn: Verminderde fosfaataanvoer en betere fosfaatbenutting door het gewas met gebruik van mineralenconcentraat of andere mestscheidingsproducten Verminderde fosfaataanvoer via het voerspoor Werken aan een verbeterde opname van fosfaat door het gewas door het berekenen van optimale mestmixen voor de bedrijven Beter vasthouden van fosfaat in het perceel door het nemen van watermaatregelen zoals peilgestuurde drainage

Kenniscentrum voor duurzaam bodembeheer Nummer 6 pag. 7 Uitmijnen fosfaat werkt: eerste praktijktoepassing succesvol afgerond. Bart Timmermans (LBI) b.timmermans@louisbolk.nl In een samenwerking tussen veehouders en natuurbeheerders worden in Brabant fosfaatrijke gronden verschraald. Dit gebeurt in het project Evenwichtige Verschraling op zo n 6 hectare. Veehouders zijn hier de beheerders en helpen zo natuurorganisaties met het verschralen van fosfaatrijke gronden. Het project is een voortzetting van een pilot waarop uitgemijnd werd sinds 22. Na 7 jaar uitmijnen op een perceel in het Hengstvengebied, een voormalig landbouwgebied in het nationaal park de Loonse en Drunense Duinen, is dit perceel als eerste klaar met uitmijnen! De fosfaattoestand is in 7 jaar gedaald van een P-Al in de bovengrond van 29 naar 8. Het perceel is daarmee klaar voor natuurontwikkeling. De samenwerking tussen landbouw en natuur is geslaagd. Hoe werkt het uitmijnen met gras/klaver? Uitmijnen is een vorm van verschralen, dat wil zeggen maaien van natuurgraslanden, waarbij gericht wordt bijbemest. Naast fosfaat, dat vaak in grote hoeveelheden in bodems aanwezig is, hebben planten ook stikstof en kalium nodig voor hun groei. Bij het uitmijnen wordt stikstof in de vegetatie gebracht door klavers, die via hun symbiose stikstof uit de lucht binden. Klavers hebben eerder last van kaligebrek dan veel grassen. en daarom wordt met kali bemest. Op deze manier blijft met uitmijnen de productie, de zwaarte van de snedes en dus ook de afvoer van fosfaat in het gewas op peil. Bovendien heeft gras/klaver door de hogere stikstof beschikbaarheid een gunstig hoger eiwitgehalte. Productie en kwaliteit maken deze vorm van maaibeheer interessant voor veehouders. Het project Evenwichtige Verschraling beslaat de volgende gebieden: 2 ha in het Hengtsven bij Helvoirt in samenwerking met Vereniging Natuurmonumenten; 2 ha in de Dommelbeemden bij St. Oedenrode in samenwerking met Staatsbosbeheer; 12 ha in Den Opslag & Gement bij Hilvarenbeek in samenwerking met Staatsbosbeheer; 8 ha in Nieuwkerk bij Hilvarenbeek in samenwerking met het Brabants Landschap. In deze gebieden wordt het beheer uitgevoerd door 12 veehouders uit de regio. Deze zaaien gras/klaver, bemesten met de juiste kaligift en maaien de percelen 4 tot 5 keer per jaar. De gras/klaver wordt ingekuild en gevoerd aan melkkoeien. Het project wordt uitgevoerd door het Louis Bolk Instituut en DLV Rundvee advies BV. Initiatiefnemer van het project is de afdeling De Hilver van ZLTO. Financiers: Dienst Landelijk gebied (DLG), de Provincie Noord Brabant en de stuurgroep Landbouw Innovatie Noord Brabant (LIB)

Fosfaat en compost Is compost een factor in het fosfaatvraagstuk? Ja. Dat wil zeggen: dat zou kunnen, maar dan zijn er op twee vlakken verdere ontwikkelingen noodzakelijk. Compost bevat fosfaat. Dit directe hergebruik is, wat fosfaat betreft, makkelijker dan het verbranden van de organische stof en het terugwinnen van de fosfaat uit de as. In die zin kan compost de fosfaatkringloop een beetje sluiten. Maar er zijn wel twee belemmeringen. Compost bevat fosfaat, en deze fosfaat telt voor een deel mee in de wettelijke mineralenaanvoer. De fosfaat uit compost is voor gewassen op korte termijn zeer beperkt beschikbaar, op lange termijn nagenoeg volledig beschikbaar. De kans dat de fosfaat in compost daadwerkelijk bijdraagt aan fosfaatuitspoeling is gering. Dit alles zou de wetgever er toe kunnen brengen de toepassingsmogelijkheden voor Geert-Jan van der Burgt (LBI) g.vanderburgt@louisbolk.nl De ene compost is de andere niet. Een eenduidig systeem voor beoordeling van de kwaliteit van compost bestaat niet. Minimum eisen zijn geen overbodige luxe. Die eisen moeten dan betrekking hebben op chemische samenstelling, biologische samenstelling en verontreinigingen. Dat laatste is nodig, gezien de hoeveelheid rommel die in sommige partijen compost wordt aangetroffen. Agenda 12 april 21: Profiel van de Nederlandse bodemkunde Viering van het 75-jarig jubileum van de Nederlandse Bodemkundige Vereniging. Meer info www.bodems.nl 27 april 21: Cursus veldbodemkunde in de praktijk Cursus van Eijkelkamp in de regio Dronten. Tijdens deze dag doorkruist u een voor onze grondsoorten representatief deel van Nederland. U legt profielen uit en leert deze beschrijven. Meer info: www.eijkelkamp.nl 4 mei 21: Demonstratie niet kerende grondbewerking Op maandagavond 4 mei wordt de niet kerende grondbewerking gedemonstreerd bij: Alex van Hootegem Hogenakkerweg 25 in Kruiningen. Meer info 62654416 Partners van de Bodemacademie Meer informatie: Leen Janmaat, Hoofdstraat 24, 3972 LA Driebergen 6-4419792