NAAM VAN HET BEDRIJF RHôNE-POULENC RORER NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DILANORM NAAM VAN HET WERKZAME BESTANDDEEL Celiprolol HCl SAMENVATTING



Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUKT

Pindolol CF 5, 10 en 15 mg, tabletten bevatten per tablet respectievelijk 5, 10 en 15 mg pindolol.

Package leaflet

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Broomhexinehydrochloride 8 mg tabletten Samenwerkende Apothekers

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp mg paracetamol.

RVG / / Version 2013_02 Page 1 of 6

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

CELIPROLOL HCl TEVA MG filmomhulde tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 21 januari : Productinformatie Bladzijde : 1

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

PROPRANOLOL HCl PCH tabletten. MODULE I: ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 juli : Bijsluiter Bladzijde: 1

KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Lomudal, dosis-aërosol, 1 mg natriumcromoglicaat per verstuiving:

Vergroting van het circulerend volume bij dehydratie

Summary of product characteristics

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

Emcor 5, omhulde tabletten 5 mg Emcor 10, omhulde tabletten 10 mg

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Atenolol Sandoz 50 mg tabletten Atenolol Sandoz 100 mg tabletten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. DILANORM 200, tabletten DILANORM 400, tabletten celiprololhydrochloride

ATENOLOL TEVA 25 mg tabletten ATENOLOL TEVA 50 mg tabletten ATENOLOL TEVA 100 mg tabletten Atenolol

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

LACTULOSE KELA 500ML FLES

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1 sachet à 5 gram bevat 3,25 gram psylliumvezels (fijngemalen en gegranuleerde vezels van de Plantago ovata).

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

Summary of product characteristics van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Summary of the Product Characteristics

1. WAT IS EUCARDIC EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT? 2 2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U EUCARDIC INNEEMT 2 3. HOE WORDT EUCARDIC INGENOMEN?

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Isosorbidedinitraat 5 PCH, tabletten 5 mg Isosorbidedinitraat

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

De deelstreep is alleen om het breken te vereenvoudigen zodat het inslikken makkelijker gaat en niet voor de verdeling in gelijke doses.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Volwassenen 1-2 tabletten per keer, maximaal 6 tabletten per dag.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Acebutolol Teva 400 mg omhulde tabletten acebutolol hydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJSLUITER. METOPROLOLTARTRAAT 12,5 mg en 25 mg tabletten

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Preventie van myocardischemie gedurende anesthesie bij patiënten met coronaire aandoeningen

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

EFEDRINE HCl TEVA 50 MG/ML oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 april : Productinformatie Bladzijde : 1

Xylometazoline HCl Sandoz neusdruppels 1,0 mg/ml, neusdruppels, oplossing Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml neusspray, oplossing

Samenstelling De werkzame bestanddelen van Viskaldix zijn pindolol en clopamide. 1 tablet Viskaldix bevat 10 mg pindolol en 5 mg clopamide.

Summary of product characteristics / 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

TRAMAGETIC RETARD 75, 100, 150 en 200 mg tabletten. Samenstelling TRAMAGETIC RETARD tabletten bevatten 75, 100, 150 of 200 mg tramadolhydrochloride.

OPTICROM OPTICROM (MELISANA) XIV B 3 e. Naam van het geneesmiddel: OPTICROM 2 % oogdruppels, oplossing Natrium cromoglicaat

4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Voor volwassen vrouwen bij het optreden van milde menstruatiepijn: 2 maal per dag 3 capsules.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SIBELIUM 10 mg tabletten: 11.8 mg flunarizine hydrochloride gelijkwaardig aan 10 mg flunarizine

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

MEDIAVEN FORTE 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Bevat per 1 ml neusspray, oplossing 0,5 mg xylometazolinehydrochloride. Bevat per enkele dosis (140 µl) 70 microgram xylometazolinehydrochloride.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

BOOTS PHARMACEUTICALS PARACETAMOL 500 MG tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 2 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

BETAMINE 474,5 mg dragees

Glucofleks 595 mg, filmomhulde tabletten glucosaminesulfaat kaliumchloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Triamtereen en Hydrochloorthiazide

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

APO 4-02 SPC Voorraadproducten

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg

Lichte irritaties van het bindvlies van het oog, bijvoorbeeld veroorzaakt door stof.

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Eén tablet Betahistine EG 24 mg bevat 24 mg betahistinedihydrochloride.

PRIMENE 10 % Deel IB1 1/5

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter

Atenolol CF 25 mg en 50 mg, tabletten, bevatten per tablet respectievelijk 25 en 50 mg atenolol.

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

BIJSLUITER. NEBIVOLOL 2,5 mg tablet

Ranitidine MAE 300 mg, filmomhulde tabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Licht blauwe, ronde, biconvexe omhulde tablet. Diameter van de tablet ongeveer 12,4 mm, hoogte van de tablet ongeveer 7,5 mm.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

Deel IB1 Canesten gyno 3 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Transcriptie:

1. Dilanorm 200 Dilanorm 400 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dilanorm 200, tabletten 200 mg bevatten per tablet 200 mg celiprololhydrochloride. Dilanorm 400, tabletten 400 mg bevatten per tablet 400 mg celiprololhydrochloride. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tabletten 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1. Therapeutische indicaties - Hypertensie. - Preventie van aanvallen van angina pectoris. 4.2. Dosering en wijze van toediening Dosering Hypertensie De aanbevolen dosis bedraagt 200 mg per dag. Zo nodig mag de dosis, met een interval van 2 tot 4 weken, tot 400 mg in één enkele inname per dag worden verhoogd. De vermindering van de bloeddruk kan geleidelijk verlopen en het bereiken van een optimaal therapeutisch effect kan verschillende weken duren. Angina pectoris De aanbevolen dosis bedraagt 200 mg per dag. Zonodig mag de dosis, met een interval van 2 tot 4 weken, tot 400 mg in één enkele inname per dag verhoogd worden tot het optimale klinische effect wordt bereikt. De dosis dient bij patiënten met coronaire aandoeningen geleidelijk over een periode van 1 tot 2 weken te worden verminderd alvorens de behandeling stop te zetten. Een plotse stopzetting van de behandeling zou tot een verslechtering van de toestand van de

patient kunnen leiden, vooral in gevallen van ischemische myocardaandoeningen. Het verdient aanbeveling met een zo laag mogelijke dosering te beginnen, vooral bij bejaarden. Aanpassing van de dosering bij patiënten met lichte tot matige nierfunctiestoornissen is meestal niet nodig. Bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring van 15-35 ml/min.) dient de dosis te worden gehalveerd. Bij patiënten met een klaring < 15 ml/min. dient een kwart van de aanvangsdosis gebruikt te worden. Niet gebruiken bij kinderen. Wijze van toediening De tabletten dienen met een glas water ten minste een half uur voor de maaltijd te worden ingenomen. 4.3. Contra-indicaties - Cardiogene shock - Decompensatio cordis die niet adequaat is behandeld of die niet reageert op de hartglycosiden en/of diuretica - "Sick sinus"-syndroom - Tweede- en derdegraads hartblock - Rechter ventriculaire insufficiëntie ten gevolge van pulmonaire hypertensie - Onbehandeld feochromocytoom - Metabole acidose 4.4. Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Vooral bij patiënten met ischemische hartziekten moet de behandeling niet plotseling worden gestaakt. De dosis moet geleidelijk in 1 à 2 weken worden verminderd, zo nodig met gelijktijdige introductie van vervangende therapie om verergering van angina pectoris te voorkomen. Ook kunnen hypertensie en aritmieën ontstaan. In geval van een algemene anaesthesie, dient de anaesthesist over de behandeling met Dilanorm te worden geïnformeerd. Als het nodig is de behandeling vóór de operatie stop te zetten, dient dit geleidelijk te gebeuren en dient een tijdsinterval van 48 uur tussen de laatste toediening van Dilanorm en de anaesthesie in acht te worden genomen. Voortzetten van de ß- blokkade vermindert de kans op aritmieën bij inductie en intubatie. Indien de behandeling wordt voortgezet, is waakzaamheid geboden bij het gebruik van anaesthetica, zoals

cyclopropaan, ether of thrichlorethyleen. Het gebruik van halothaan in combinatie met ß-blokkade geeft in het algemeen weinig problemen. De patient kan tegen de vagusinvloed worden beschermd door intraveneuze toediening van atropine. Patiënten met perifere circulatiestoornissen (ziekte of syndroom van Raynaud, claudicatio intermittens) en variant angina pectoris dienen regelmatig te worden gecontroleerd. Ondanks dat Dilanorm de hartfunctie in rust niet significant vermindert mag Dilanorm alleen worden gebruikt bij patiënten met hartdecompensatie die adequaat met digitalis en/of diuretica worden behandeld. In geval tijdens een behandeling met Dilanorm hartdecompensatie optreedt, zal de behandeling tijdelijk worden onderbroken tot de hartdecompensatie voldoende onder controle is. De symptomen van thyreotoxicose of hypoglykemie kunnen gemaskeerd worden. Studies met Dilanorm bij diabetische patiënten hebben geen negatieve invloed op de glycogenolyse of op de insulinesecretie aangetoond. Desondanks is voorzichtigheid geboden bij patiënten met diabetes mellitus met grote schommelingen in hun bloedsuikerwaarden. Indien de polsfrequentie daalt beneden 50-55 slagen per minuut moet de dosis worden verlaagd. Bij patiënten met nierinsufficiëntie dient de dosis verlaagd te worden (zie rubriek "Dosering en wijze van gebruik"). Patiënten met leverinsufficiëntie dienen voorzichtig behandeld te worden. Dilanorm mag bij patiënten met een reversibele aandoening van de luchtwegen met omzichtigheid worden gebruikt. Dilanorm lijkt de bronchodilaterende effecten van adrenerge stimulantia niet te inhiberen en bronchodilaterende middelen zoals salbutamol kunnen toegediend worden zonder de behandeling met Dilanorm te onderbreken. In geval van een acute astma aanval dient het gebruik van Dilanorm te worden ontraden. In geval klachten over droge ogen en huiduitslag zich zonder andere oorzaak voordoen, dient de toediening van Dilanorm geleidelijk te worden stopgezet. 4.5. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interacties

Een grote mate van voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik met calciumantagonisten, in het bijzonder "calcium entry blockers", die de contractiliteit en de AV-geleiding negatief beïnvloeden. Dit geldt vooral voor verapamil, in mindere mate voor diltiazem. Bij patiënten met gestoorde hartfunctie is de combinatie gecontraïndiceerd. Bij gelijktijdig gebruik met dihydropyridine-derivaten, zoals nifedipine, behoeft men hierop minder bedacht te zijn. Wel kan het bloeddrukverlagende effect worden versterkt. Voorzichtigheid is eveneens geboden bij gelijktijdig gebruik met z.g. klasse-i-anti-arrhythmica, zoals disopyramide en kinidine, omdat hierbij een potentiërend effect op de AVgeleidingstijd en een negatief inotroop effect mogelijk is. Gelijktijdig gebruik met clonidine kan het risico van "rebound"-hypertensie vergroten. Indien clonidine gelijktijdig wordt gegeven, dient bij het staken van de therapie de clonidinemedicatie nog enige dagen te worden voortgezet. Combinatie met hartglycosiden kan leiden tot AV-dissociatie. Het bloeddrukverlagende effect kan door prostaglandinesynthetaseremmende middelen verminderd worden. Interactie met anaesthetica die depressie van de hartspier geven is mogelijk. Echter, omdat ß-receptorblokkade overmatige schommelingen van de bloeddruk tijdens intubatie kan voorkomen en snel kan worden geantagoneerd met ß- sympathicomimetica, is gelijktijdig gebruik niet gecontraindiceerd (zie ook Waarschuwingen en voorzorgen). Gelijktijdig gebruik met chloortalidon, hydrochloorthiazide, digoxine of theofylline vermindert de biobeschikbaarheid van Dilanorm. Dosisaanpassing kan noodzakelijk zijn. 4.6. Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding Over het gebruik van Dilanorm tijdens de zwangerschap bij de mens bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Er zijn tot dusver geen aanwijzingen van schadelijkheid bij dierproeven. Effecten van Dilanorm op de placentaire doorbloeding zijn niet bekend, echter andere ß-blokkeerders doen de placentaire doorbloeding afnemen, hetgeen kan resulteren in intrauteriene vruchtdood, partus immaturus en prematurus. Ook kunnen bijwerkingen (vooral hypoglykemie en bradycardie) bij

foetus en neonatus optreden. De kans op cardiale en pulmonale complicaties bij de neonatus in de postnatale periode is verhoogd. Bij gebrek aan informatie inzake de uitscheiding van celiprolol met de moedermelk, dient borstvoeding tijdens de behandeling te worden ontraden. 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Bij het besturen van voertuigen en bedienen van machines dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van optreden van: moeheid, duizeligheid, paresthesieën en visuele hallucinaties die zich incidenteel kunnen voordoen. 4.8. Bijwerkingen De volgende bijwerkingen kunnen zich voordoen: moeheid, duizeligheid, hoofdpijn, slaapstoornissen, depressie, visuele hallucinaties en paresthesieën. Andere bijwerkingen kunnen zijn: misselijkheid en niet ernstige diarree. Bijwerkingen zoals bronchospasmen, bradycardia, hartblock, hypotensie, decompensatio cordis en koude cyanotische extremiteiten, kunnen incidenteel optreden. Klachten over droge ogen en huiduitslag zijn in verband gebracht met ß-blokkeerders. 4.9. Overdosering Symptomen bij overdosering zijn: Bradycardie, hypotensie, bronchospasmen en acute hartinsufficiëntie. Na ingestie van een overdosis of bij overgevoeligheid dient de patient te worden geobserveerd en behandeld op een intensive-careafdeling. Maagspoeling, geactiveerde kool en een laxans kunnen absorptie voorkomen. Beademen kan noodzakelijk zijn. Bij bradycardie atropine of methylatropine toedienen. Hypotensie en shock behandelen met plasma/plasmavervangingsmiddelen. Het ß-blokkerende effect kan worden tegengegaan door toediening van isoprenalinehydrochloride i.v. langzaam toe te dienen totdat het gewenste effect is bereikt. In refractaire gevallen kan isoprenaline worden gecombineerd met dopamine. Bij onvoldoende resultaat kan intraveneuze toediening van glucagon worden overwogen. Eventueel de injectie binnen een uur herhalen en zo nodig laten volgen door een intraveneus infuus. Ook kan toediening van calciumionen, alsmede het gebruik van een pacemaker worden overwogen.

5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1. Farmacodynamische eigenschappen Celiprolol is een ß1-selectief adrenoreceptor blokkerend geneesmiddel met een zekere mate van partiële ß agonistisch activiteit. De cardioselectiviteit (ß1 ten opzichte van ß2-affiniteit) is vergelijkbaar met die van metoprolol en atenolol. Celiprolol bezit tevens een vasodilatoir effect dat in rust is aangetoond. De ß2-agonistische werking speelt mogelijk een rol bij het vasodilatoir effect en bij de afwezigheid van bronchoconstrictie in therapeutische doseringen bij patiënten met asymptomatische CARA. Celiprolol verlaagt de bloeddruk bij hypertensieve patiënten zowel in rust als bij inspanning. De effecten op de hartfrequentie en cardiac output zijn afhankelijk van het pre-existente achtergrond niveau van de sympaticustonus. Bij inspanning verzwakt celiprolol de chronotrope en inotrope respons op sympaticus stimulatie. In rust nemen polsfrequentie en contractiliteit niet sterk af. Celiprolol vertoont geen membraanstabiliserende eigenschappen. In een aantal onderzoeken bij hypertensieve patiënten leidde behandeling met celiprolol niet tot een ongunstige beïnvloeding van het plasmalipoproteïnepatroon. De klinische relvantie hiervan is vooralsnog onduidelijk. 5.2. Farmacokinetische eigenschappen De absolute biologische beschikbaarheid is afhankelijk van de dosis. Bij een dosis van 100 mg per os bedraagt de absolute biologische beschikbaarheid ca. 30 %. Bij een dosis van 400 mg per os neemt de beschikbaarheid toe tot ca. 74 %. De nierexcretie bedraagt ongeveer 15-25 % terwijl nagenoeg 50 % met de gal wordt uitgescheiden. Na toediening van het 14 C-gelabelde product werden de radioactieve bestanddelen volledig uitgescheiden binnen 48 uur na toediening, hetgeen duidt op het ontbreken van meetbare systemische cumulatie. Het first-pass effect in de lever is onbeduidend. Celiprolol wordt praktisch niet gemetaboliseerd (1 tot 3 %).

De eliminatiehalfwaardetijd bedraagt 4 tot 6 uur. De therapeutische effecten blijven evenwel ongeveer 24 uur na een éénmalige orale toediening aanwezig. De binding aan plasma-eiwitten is in de orde van 20 tot 30%. 5.3. Gegevens uit het preklinische veiligheidsonderzoek De resultaten van het preklinische veiligheidsonderzoek voegen geen relevante gegevens toe aan de gegevens die in andere rubrieken van het Deel IB zijn genoemd. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen Tabletkern: mannitol, microkristallijne cellulose, natriumcroscarmellose, magnesiumstearaat. Coating: hydroxypropylmethylcellulose, polyethyleenglycol 400, titaandioxide (E171). 6.2. Gevallen van onverenigbaarheid Niet bekend. 6.3. Houdbaarheid De houdbaarheidstermijn van Dilanorm 200 en Dilanorm 400 tabletten bedraagt 4 respectievelijk 3 jaar. De uiterste gebruiksdatum is vermeld op de verpakking en de strip na de aanduiding "Niet te gebruiken na:" of na "EXP". 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag Dilanorm 200 en Dilanorm 400 tabletten dienen droog en bij kamertemperatuur (15-25 C) te worden bewaard. Buiten bereik van kinderen houden. 6.5. Aard en inhoud van de verpakking Dilanorm 200 en Dilanorm 400 tabletten zijn verpakt in PVC/aluminium strips. Een strip bevat 15 tabletten. Een verpakking bevat 2 strips. 6.6. Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructies Geen bijzondere instructies.

6.7. Naam en vestigingsplaats van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen Rhône Poulenc Rorer BV Amstelveen 7. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Dilanorm 200, tabletten 200 mg RVG 13074 Dilanorm 400, tabletten 400 mg RVG 17744 8. DATUM VAN GOEDKEURING/HERZIENING VAN DE