Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil. Staphorst



Vergelijkbare documenten
Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil

Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Nieuwleusen

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Pedagogisch beleidsplan BSO

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Pedagogisch beleidsplan BSO

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleidsplan

Kwaliteit & pedagogiek

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

2 Algemene doelstelling en visie

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kompas

Pedagogisch Beleidsplan Peuterspeelzaal De Torteltuin Mariaschool Paterswolde

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Dubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht,

PEDAGOGISCH BELEID BSO

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf Kameleon & peutergroep t Snuffeltje

Pedagogisch beleidsplan

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan. De Avonturiers BSO

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Beknopt pedagogisch beleidsplan bso s van Kinderopvang Oldambt. De volledige versie kunt u krijgen bij de pedagogisch medewerksters

De Buitenschoolse opvang van Stichting Kinderopvang t Planzoentje.

Pedagogisch beleid. Buitenschoolse opvang. De Groene Weide

Peuteropvang Dolfijn

Informatie voor Ouders

STICHTING DE BROODTROMMEL. Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang

Doelstelling. De organisatie

Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios

Visie (Pedagogisch werkplan)

5 pedagogisch medewerkers

Pedagogisch beleid Flexkidz

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Activiteitenbeleid 2013

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

Pedagogisch beleidsplan

Inhoudsopgave Pedagogische Visie

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

Pedagogisch beleidsplan. Buitenschoolse Opvang Goirle

Samen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie

Pedagogische werkwijze BSO De Wilgenboom, versie december 2015 Vera Snelle, locatiemanager

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogisch beleidsplan.

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN KOBA

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Protocol Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Lunchkids

Pedagogisch beleidsplan BSO

Annita Jorritsma-de Vries Natuurschoonweg PK Nietap (0594) PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN THUISHUIS KNOFJE

Inhoudsopgave. Pedagogisch beleid kinderdagverblijf

Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Pedagogisch werkplan BSO De Toermalijin het Rooster

Pedagogische werkwijze

Pedagogisch plan van aanpak Kinderdagverblijf. Samen op reis worden we Wereldwijs Respect

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

Het Pedagogisch Beleidsplan

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Grootstal

Gedrags en pestprotocol

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Pedagogisch beleidsplan. (Beknopte versie)

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Een tijd om nooit te vergeten!

Pedagogisch beleidsplan. Pedagogisch beleid

Informatie voor Ouders

Pedagogische werkwijze BSO Johanna Margaretha, februari 2016 Ellen Hemmelder, locatiemanager

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Pedagogische werkwijze op de locatie

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang De Aldenhove

E: Adres: Scheepmakersstraat 4,2515VC Den Haag T: +31 (0) KVK:

Welkom. Hartelijk dank voor uw interesse in de kinderopvang. Beknopt leest u hier informatie over de visie en een aantal praktische zaken.

Pedagogisch werkplan BSO Bussloo

Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Ruimte om te groeien. Pedagogisch werkplan. Buitenschoolse Opvang. (Groen van Prinsterer) Ingangsdatum: April Pagina 1 van 7

Pedagogische werkwijze BSO De Hoek, versie januari 2018 Vera Snelle, locatiemanager

Ons pedagogisch handelen peutergroep Drakenfort

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

Informatie Prins Heerlijk

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Pedagogische werkwijze op de locatie (

Ruimte om te groeien. Oranje Nassau Pedagogisch werkplan. Buitenschoolse Opvang. Ingangsdatum: April 2016.

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Inspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Gerlachusstraat AK Loon op Zand Registratienummer

Transcriptie:

Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Staphorst Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6 Motorische ontwikkeling 6 Verstandelijke ontwikkeling 7 Visie op veiligheid 7 Groepen 8 Regels 8 Dagindeling 9 Activiteiten 9 Ziekte van een kind 10 Vergadering Pedagogisch medewerkers 10 Oudercommissie 11 Verklaring Omtrent Gedrag 11 Klachten 11

Voorwoord Kinderopvang Mathil werkt aan de hand van een pedagogisch beleid. Deze is opgesteld voor de BSO van Kinderopvang Mathil. Het beleid geeft aan wat u in grote lijnen van de BSO kan verwachten. Een pedagogisch beleidsplan is bedoeld om alle formele en informele afspraken tezamen continuïteit en gelijk gerichtheid te geven aan het handelen met betrekking tot de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Het is de visie op hetgeen wij als Kinderopvang belangrijk vinden voor (een goed functionerende) kinderopvang. Iedere medewerker van Kinderopvang behoort de uitgangspunten van het pedagogisch beleid als richtlijn te nemen voor zij overgaat tot handelen. Het pedagogisch beleid van Mathil heeft als doel: De werkwijze van Mathil wordt met het pedagogisch beleid inzichtelijk en toetsbaar gemaakt voor pedagogisch medewerkers. De ouders op de hoogte houden van wat er op de BSO gebeurt en welke uitgangspunten en regels er gehanteerd worden. Op de BSO worden de kinderen door meerdere professionele opvoeders begeleid, die werken vanuit het pedagogisch beleid. In de Wet Kinderopvang staat de verhouding tussen het aantal pedagogische medewerkers en het aantal feitelijk aanwezige kinderen beschreven. Voor de BSO is dat één medewerker op 10 kinderen.

Pedagogisch doel Ons pedagogisch doel is dat kinderen zich in hun eigen tempo, in wisselwerking met hun omgeving ontwikkelen tot evenwichtige mensen. Wij stimuleren de kinderen tot het nemen van initiatieven, om op te komen voor zich zelf, om contacten te leggen, zodat het later als een gelukkig en zelfstandig mens in de wereld zal staan. We willen de kinderen begeleiden in hun persoonlijke stappen naar de toekomst. Het kind wordt serieus genomen en betrokken bij het oplossen van problemen. Het kind kan zijn eigen mening en gevoelens uiten waarmee de leiding zoveel mogelijk rekening houdt. Ook geven wij vanuit een christelijke basis de kinderen de kans om zich normen en waarden eigen te maken door o.a.: Te leren wat wel en niet mag. De opvoeding op BSO te zien als een leerschool voor het leven. Trachten op één lijn te blijven met de ouders. Om te leren gaan met de spullen van een ander. Respectvol te leren omgaan met de kinderen en de dingen om hen heen. Waardering bij te brengen voor mooie dingen.

Visie op de ontwikkeling en opvoeding Kinderopvang Mathil ziet het kind al individueel uniek persoon en kind van God. Elk kind heeft zijn eigen persoonlijke wensen, behoeften en karaktereigenschappen. De ontwikkeling van ieder kind wordt bepaald door aanleg en milieu. De eerste levensjaren van een kind zijn erg belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. In deze jaren leert het kind de belangrijkste vaardigheden aan, die de basis vormen voor verdere ontwikkeling. Het is daarom belangrijk dat het kind zich in een omgeving bevindt waarin het zich veilig en vertrouwd voelt. Kinderen leren spelenderwijs. Op een ontspannen, leuke, creatieve en vooral ontdekkende manier kunnen de pedagogisch medewerkers de kinderen stimuleren in hun algemene ontwikkeling. Zo komen de kinderen op een positieve wijze met verschillende materialen, technieken en ideeën in aanraking en kunnen op deze manier waardevolle ervaringen opdoen. Uit ervaring blijkt dat de zeer jonge kinderen vooral individueel spelen en de ouderen wat meer op samen spelen zijn gericht. Bij het samenspelen probeert de pedagogisch medewerker zorg te dragen voor een harmonieuze gang van zaken en met complimentjes het proces van samen spelen te stimuleren. Kinderen zijn vaak gericht op gewoontes en vinden de vaste momenten van samen dingen doen overduidelijk plezierig. Hier wordt actief op ingespeeld. Er worden veel activiteiten aangeboden als: knutselen, zingen, samen buiten spelen, koekjes bakken, etc. Aandacht en vreugde zijn van belang. Wanneer de kinderen uit school komen gaan we eerst gezamenlijk wat drinken met een koekje erbij. Kinderen worden betrokken bij het klaarmaken van het drinken, de afwas, het opruimen van materiaal, etc. Op deze manier willen we de kinderen leren dat niet alles vanzelf gaat en het geeft hun een gevoel van betrokkenheid. Het kind moet voelen dat het welkom is bij Mathil. We creëren situaties die ervoor zorgen dat het kind zich prettig voelt, vertrouwen krijgt in zich zelf en in anderen door o.a.: de inrichting van de ruimte, de indeling van activiteiten, de sfeer in de groep, aandacht van de pedagogisch medewerker voor het kind.

Sociaal-emotionele veiligheid Sociaal-emotionele veiligheid geven doet de pedagogisch medewerker doormiddel van communicatie. Een goede communicatie tussen kind en pedagogisch medewerker is van belang. Het opbouwen van het contact heeft daar alles mee te maken. Het kind moet de pedagogisch medewerker leren kennen als volwassenen die het kan vertrouwen. De pedagogisch medewerker stimuleert dit door aandacht te geven, liefdevol en zorgzaam te zijn en interesse te hebben voor het kind. Er wordt ook rekening gehouden met de eigenschappen van het kind en er zal op een adequate manier op het kind gereageerd worden. Openheid, respect en vertrouwen zijn de drie sleutelwoorden die van belang zijn voor goede communicatie. Het contact met de ouders/ verzorgers van het kind is erg belangrijk. Op die manier leer je het kind kennen zoals ze ook thuis zijn en kun je met het kind praten over de thuissituatie. Het aanbieden van structuur geeft kinderen houvast en herkenning en daarmee het gevoel van veiligheid. Op de BSO vinden we het belangrijk dat er een ongedwongen, vrije sfeer is. Kinderen mogen daarom zelf kiezen met wie ze spelen en waar ze mee spelen. Ook is er de mogelijkheid om zich even terug te trekken op de bank met een boek. Vanuit een veilige basis kunnen ze initiatieven ontplooien, naar vermogen inbreng hebben en met eigen mogelijkheden experimenteren. Bijv. door verschillend spelmateriaal. Het samen spelen en samen delen wordt gestimuleerd door activiteiten aan te bieden die bij de leeftijd van het kind en de groep in het algemeen past. Samen verven aan tafel of samen een treinrails maken. Ook de gesprekjes aan tafel tijdens het eten en/of drinken waarin kinderen hun verhaal kwijt kunnen zijn belangrijke momenten die het kind het gevoel geven dat er geluisterd wordt naar hem of haar. Ieder kind is speciaal. Sociale ontwikkeling Sociale ontwikkeling is het proces waarin het kind leert omgaan met andere kinderen en volwassenen, zowel individueel als in groepsverband. Het ene kind heeft wat meer stimulans nodig om voor zichzelf op te komen en een ander kind leert juist meer te delen. De pedagogisch medewerker heeft hier aandacht voor door kinderen zoveel mogelijk hun eigen conflicten te laten voorkomen of door ze zelf op te laten lossen. Maar ook door ondersteuning te bieden als dit voor het kind meerwaarde heeft. Werken aan sociale ontwikkeling betekent vaardigheden en kennis hebben over hoe je met elkaar omgaat, hoe je rekening met elkaar houdt. De pedagogisch medewerkers spelen een grote rol in het helpen van de kinderen met het leren van sociale vaardigheden. Doordat kinderen samen spelen, ruzie maken en het weer goed maken, elkaar te helpen en verdriet te delen door te praten over wat ze meemaken, leren ze samen te leven. Spelenderwijs leren kinderen rekening te houden met elkaar, nieuwe ervaringen op te doen en samen plezier te maken. Spelen is een belangrijke activiteit waarmee het kind op een prettige manier vertrouwd raakt met zichzelf en zijn omgeving. Gerichte activiteiten worden aangeboden: Bij grotere kinderen is het luisteren naar de verhalen van elkaar. Samen te overleggen wat voor spel er wordt gespeeld.

Om de kinderen bepaalde waarden en normen mee te geven die in onze maatschappij belangrijk gevonden worden, is het belangrijk zelf als pedagogisch medewerker het goede voorbeeld te geven. Kinderen leren op jonge leeftijd vooral door in zich op te nemen van wat er in de directe omgeving gebeurt. De medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldfunctie, daarnaast letten ze op omgangsvormen. Een belangrijk uitgangspunt voor de medewerkers is; het kind en je collega s zo te behandelen zoals jezelf ook behandeld wenst te worden. Normen en waarden die wij als kinderopvang belangrijk vinden zijn o.a.: niet vloeken, het vragen als je iets wil hebben, opruimen na het spelen, tafelmanieren, niet slaan of schoppen en je excuus/ kusje geven om iets weer goed te maken als er iets vervelends is gebeurd. Emotionele ontwikkeling De emotionele ontwikkeling is het proces waarbij het kind leert om te gaan met zijn of haar gevoelens. Kinderen tonen open hun emoties zoals verdriet, pijn, angst, geluk, plezier, etc. Door het uiten van hun emoties willen ze de volwassenen iets vertellen. De pedagogisch medewerker vindt het belangrijk zich in te leven in de verschillende emoties van een kind. Waarom is het kind verdrietig en hoe kan ik het kind daarbij helpen. De pedagogisch medewerker realiseert zich dat het jonge kind andere behoeften heeft op het gebied van emotionele veiligheid dan het oudere kind. Bij het oudere kind gaat het meer om begeleiding van de emotionele veiligheid tussen de leeftijdgenootjes. Zij zoeken die veiligheid bij elkaar. Terwijl het jonge kind een grotere behoefte heeft aan aandacht voor de emotionele veiligheid vanuit de pedagogisch medewerker. Kinderen mogen altijd hun emoties tonen, maar er zijn wel grenzen wanneer zijzelf of anderen in het gedrang komen. Ze mogen zichzelf of anderen geen pijn doen of spullen kapot maken. De pedagogisch medewerker zal dan ingrijpen. Vanuit een veilig en geborgen gevoel ontwikkelen kinderen hun gevoel van eigenwaarde. Ze zullen gaandeweg steeds meer gaan ondernemen en zullen positieve ervaringen opdoen, zowel met anderen als alleen. Door het kind positief te benaderen, stimuleert de pedagogisch medewerker om nieuwe ervaringen op te doen of om iets nogmaals te proberen. Door kinderen zoveel mogelijk zelf te laten doen: ruzies/probleempjes oplossen, opruimen, spel uitzoeken, etc. leren kinderen hun eigen mogelijkheden kennen en uitbreiden. Het gevoel van eigenwaarde wordt hierdoor vergroot. Door het omgaan met volwassenen en andere kinderen leert het kind vertrouwen te hebben in anderen. Motorische ontwikkeling Met de motorische ontwikkeling bedoelen we de ontwikkeling van het bewegingsapparaat. Deze motorische ontwikkeling wordt onderscheiden in: grove motoriek: rennen, springen, klauteren, etc. fijne motoriek: knippen, kleuren, verven, etc. Deze motorische ontwikkeling gaat deels vanzelf en deels spelenderwijs. Binnen de groepsruimte en buiten is er voor de kinderen genoeg ruimte om te kunnen bewegen. De motorische ontwikkeling wordt gestimuleerd door materiaal aan te bieden dat past bij de leeftijd en interesse van het kind.

Naarmate een kind ouder wordt, heeft het steeds meer beheersing over zijn eigen coördinatie en krijgt meer bedrevenheid in de fijne motoriek. Wij bieden de kinderen materiaal aan passend bij hun mogelijkheden. (ontwikkelingsmateriaal als puzzels en constructiespelen als blokken, lego) De pedagogisch medewerker probeert steeds weer het kind uit te dagen om verder te gaan in zijn bewegingen door het voortdurend te stimuleren en te prijzen. Met tekenen, prikken, verven, etc. oefent een kind de fijne motoriek. Het kind wordt gestimuleerd om de materialen op de juiste manier vast te houden. Verstandelijke ontwikkeling Bij de verstandelijke ontwikkeling denken we aan de ontwikkeling van het praten en denken. Het opnemen van kennis en met die kennis iets te doen. Het verwerven van taal gebeurt actief (praten) en passief (luisteren). Door te praten met kinderen en voorwerpen te benoemen, leren kinderen om te gaan met taal. Bij kleine kinderen zijn korte zinnen effectief. Lezen en ook zingen zijn een prima manier om de taal te ontwikkelen. Samen zingen heeft onbewust een positief effect. Door het zingen ontwikkelt het kind de taal en het denken. Het aanbieden van strips en leesboeken gericht op de leeftijd bevordert ook deze ontwikkeling. Door goed inzicht te hebben in het kind en zijn taalontwikkeling, kunnen we inspelen op de behoefte van het kind. De pedagogisch medewerker biedt gericht materiaal aan als; boeken, puzzels, spelletjes, etc. Visie op veiligheid Kinderen ontwikkelen zich snel, zijn nieuwsgierig en willen de wereld om zich heen ontdekken. Daarbij zien ze geen gevaar. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet mag en wat wel en niet gevaarlijk is. Pedagogisch medewerkers kunnen veilig gedrag oefenen met de kinderen. Veel herhalen is nodig om situaties eigen te maken. Toch is het kind eigen om zich niet altijd aan de afspraken te houden. Omdat het voor de pedagogisch medewerkers onmogelijk is om elke minuut van de dag alle kinderen in de gaten te houden, is een veilige omgeving van groot belang. Hierbij is er een spanningsveld tussen veiligheid en pedagogische aspecten. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en voldoende leermomenten. Niet alle veiligheidsrisico s kunnen worden afgedekt, wel moeten de risico s tot een aanvaardbaar minimum worden gereduceerd om de kans op ernstig letsel te verkleinen. Groepen Binnen de BSO groep Mathil Staphorst wordt in eerste instantie gewerkt in één gemengde groep met dagopvang kinderen. De groep biedt mogelijkheid voor opvang van 14 kinderen. Zodra de groepsgrootte het toe laat zullen de BSO kinderen een eigen groep hebben. Deze groep biedt mogelijkheid voor opvang van 12 kinderen. Het toilet is in de ruime hal. In deze ruimte is materiaal en spel aanwezig wat aangepast is aan de leeftijd van de kinderen. Het gebouw van de Kinderopvang is nabij een aangelegd bos en dierenweide waar de kinderen onder begeleiding naar toe kunnen wandelen. Observaties Bij de kinderen die naar de buitenschoolse opvang gaan vinden geen specifieke observatie momenten plaats. Tijdens de komst van de kinderen observeert de pedagogisch medewerker het

gedrag van de kinderen die op dat moment aanwezig zijn. Bij twijfel aan het gedrag van de kinderen kan er een extra observatie plaats vinden en in overleg met de ouders kan dan verder bekeken worden wat te doen. Evt. verwijzing naar hulpinstanties kunnen zijn de logopedie, fysiotherapie, CJG. Dit zal altijd in overleg met ouders zijn. Open deur beleid Wanneer de BSO groep haar eigen groep heeft zal er op bepaalde dagen (woensdagmiddag en de ochtenden), nog steeds gebruik worden gemaakt van een gezamenlijke opvang in de dagopvang groep. Het zal dan gaan om 1 of 2 kinderen. We werken dan met een verticale groep. De eisen die hieraan gesteld worden, zullen dan in acht genomen worden. Wanneer een kind in groep 0/1 zit en halve dagen naar school gaat, zal het nog meegerekend worden als dagopvang kindje en het betreffende dagdeel dan ook bij één van de beide groepen van de dagopvang worden ingedeeld. Tijdens vakantie wordt gekeken of er BSO kinderen en kinderen van de dagopvang samengevoegd kunnen worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de eisen rondom een verticale groep en de leeftijd van de kinderen. Bij kinderdagopvang Mathil wordt uitsluitend gewerkt met gediplomeerde pedagogisch medewerkers. Een pedagogisch medewerker heeft een minimaal MBO 3 niveau. Bij de BSO wordt gewerkt met vaste Pedagogisch medewerkers. De kinderen weten dan ook welke pedagogisch medewerker werkt wanneer zij er zijn. Op een BSO groep met de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar mag één pedagogisch medewerker met 10 aanwezige kinderen zijn. Zolang er één pedagogisch medewerker werkt op de groep, is er altijd een achterwacht die binnen 10 minuten ter plaatse kan zijn. Verder zal er altijd op het rooster vermeld worden met hoeveel pedagogisch medewerkers er gewerkt wordt. Het rooster wordt wekelijks gemaakt en ligt in de groepsruimte. Regels De regels kunnen worden bijgesteld. Dit kan door een andere groepssamenstelling, maar ook veranderde waarden en normen spelen hierin een rol. Bijzondere situaties op de groep kunnen ook een aanleiding zijn om op een andere manier met de regels om te gaan. Hoewel de groepsregels voor alle kinderen veel overeenkomsten kennen, zijn er voor de oudste kinderen meer vrijheden (vanaf ongeveer 7 jaar, dus de bovenbouw). Dit hangt samen met de behoefte zelfstandig gedrag te ontwikkelen; om dingen te doen zonder dat de leiding meekijkt. Het kind leert op deze wijze ook grenzen kennen en dat het overschrijden hiervan consequenties met zich meebrengt. De dagindeling Bij de BSO hebben we te maken met schooldagen en vakantiedagen. De dagindeling hangt daarvan af. Halen en brengen Tussen 7.00-9.00 worden de kinderen door de ouders gebracht. Na schooltijd worden de kinderen opgehaald door een pedagogisch medewerkster.

De pedagogisch medewerkster zal hen buiten opwachten en dragen een rood hesje met de naam Mathil erop, zodat alle kinderen de leidster kunnen vinden. Tussen 17.00 en 18.00 uur worden de kinderen dan door de ouders bij de BSO opgehaald. Met de leiding kunnen afspraken gemaakt worden over eventueel eerder halen i.v.m. zwemmen e.d. Een belangrijke stelregel bij het halen van het kind is dat we hem nooit aan een derde persoon meegeven, tenzij wij hiervan op de hoogte zijn gesteld. Ook moeten wij van de identiteit van die derde persoon op de hoogte zijn gesteld. Op vakantiedagen ziet de dagindeling er globaal als volgt uit: 7.00-9.00 uur: de kinderen worden gebracht 10.00 uur: we gaan gezamenlijk iets eten en drinken 12.30 uur: gezamenlijke lunch 15.30 uur: we eten en drinken iets met zijn allen 17.00-18.00 uur: dekinderen worden opgehaald Tussendoor worden er activiteiten gedaan, al dan niet georganiseerd. In de vakanties kunnen er ook activiteiten buiten de deur georganiseerd worden. Kinderen zijn in principe vrij in de keuze van hun tijdsbesteding, maar tijdens deze activiteiten wordt verwacht - en indien nodig gestimuleerd - hieraan mee te doen. De leidsters zijn erg betrokken bij de bezigheden van de kinderen. Daar waar nodig, bieden ze aandacht en materiaal, indien er behoefte aan is nemen ze ook deel aan de activiteit. De leidsters streven ernaar een omgeving te bieden die veilig en vertrouwd is en waarin alle kinderen zich zo goed mogelijk kunnen ontplooien. Vooral voor de jonge kinderen is deze veiligheid van groot belang. Anders dan de oudere kinderen zijn ze immers minder goed in staat te voorzien in hun behoeften en meer direct afhankelijk van volwassenen. Wendagdeel Voordat de opvang bij de BSO in gaat is er de mogelijkheid tot een wendagdeel. Tijdens dit wendagdeel kan een kind vast wennen aan het spelen in de groep voor- of naschooltijd. Activiteiten Eten en drinken Vooral het eten en drinken bieden een rustmoment op de dag. Dit doen we gezamenlijk (of in kleinere groepjes verdeeld over) aan tafel. Spelenderwijs leren ze hierbij ook tafelmanieren zoals blijven zitten, brood en beleg aan elkaar vragen en netjes eten. Ook leren ze zelf hun broodje te smeren, het eerste broodje met hartig beleg. Bij de BSO hanteren we een maximum van 5 broodjes, in overleg met de ouders kan hiervan afgeweken worden. Verzorging en hygiëne Wij laten de kinderen voor elk moment van eten of drinken hun handen wassen en ook na die tijd. Ook attenderen wij de kinderen op het wassen van hun gezicht na de lunch en ook neus snuiten als dit nodig is. Na een bezoek aan het toilet vragen wij ook altijd of ze handen gewassen hebben. De BSO legt de nadruk op het invullen van vrije tijd. Dat betekent dat het kind zelf mag bepalen wat het wil doen. Er wordt veel waarde gehecht aan niet-schoolse activiteiten en

prestaties. Wel wordt er gewerkt met thema s waardoor we gerichte activiteiten kunnen aanbieden, maar als een kind de activiteit niet wil doen dan is dat ook goed. Immers een kind moet na schooltijd zich ook kunnen ontspannen. Het aanbieden van activiteiten gebeurt niet zonder reden. Hoewel een activiteit eigenlijk nooit een doel op zich is (een mooi eind product is leuk, maar niet het belangrijkste) streven we er wel naar ze als een middel te gebruiken om de kinderen iets mee te geven. Hierbij kan worden gedacht aan ontspanning en het leren vormgeven aan vrije tijd, hetzij individueel of met andere kinderen. Bijzondere activiteiten Aan feestdagen wordt de nodige aandacht besteed. Wat betreft de christelijke feestdagen zal ook het christelijke karakter worden benadrukt. Verjaardagen van pedagogisch medewerkers en kinderen worden gevierd. Wanneer de verjaardag van de ouders/verzorgers bekend is, zal er met de kinderen iets geknutseld worden. Ziekte van een kind Als het kind ziek is zal het niet snel de buitenschoolse opvang bezoeken, omdat het ook niet naar school is geweest. Indien een kind ziek op de buitenschoolse opvang arriveert of daar ziek wordt, neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouders/verzorgers. Er wordt afgesproken door wie en wanneer het kind wordt opgehaald. Er blijft de benodigde aandacht voor het kind totdat het is opgehaald. Vergadering pedagogisch medewerkers Eens per 6 a 8 weken komen de pedagogisch medewerkers bij elkaar om een werkbespreking te houden. Tijdens deze bespreking komen er vaste onderwerpen aan bod als: algemene zaken binnen het kdv en bso kinderen; zijn er problemen, etc. ouders; zijn er bijzonderheden, etc. protocollen (telkens wordt er een ander protocol doorgenomen) pedagogisch beleidsplan veiligheid/ gezondheid: wat komen we tegen activiteiten: met welk thema gaan we werken. materialen: moet er wat aangeschaft worden, etc. Oudercommissie Pedagogisch medewerkers leveren een belangrijke bijdrage aan de opvoeding, maar de ouders/verzorgers zijn de belangrijkste opvoeders en blijven eindverantwoordelijk. Als het goed is, vullen ouders/verzorgers en de pedagogisch medewerkers elkaar aan. Goede communicatie is hierbij van groot belang.

De mening van ouders is belangrijk en komt middels een oudercommissie tot zijn recht. Bij de start van het Kinderdagverblijf/ BSO Mathil wordt er z.s.m. een oudercommissie aangesteld. Een oudercommissie behartigt de belangen van ouders. De commissie bestaat uit tenminste drie personen. Er zal 4 keer per jaar, of indien nodig vaker, vergaderd worden. Verklaring Omtrent Gedrag Kinderopvang Mathil bezit van alle werknemers voor aanvang van hun werk een geldige Verklaring Omtrent Gedrag. Klachten Ouders kunnen bij Kinderopvang Mathil terecht met hun klachten. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Mochten we er samen niet uitkomen dan is Kinderopvang Mathil aangesloten bij een geschillencommissie. Deze commissie kan een officiële uitspraak doen over de afhandeling van een klacht. Persoonlijke gegevens van ouders worden vertrouwelijk behandeld. Als kinderopvang Mathil hopen we dat er tussen de ouders en pedagogisch medewerkers een goede samenwerking mag zijn.