Parkinson. Voeding bij de Ziekte van Parkinson. 1. Onbedoeld gewcihts verlies / ondervoeding. 2. Obstipatie

Vergelijkbare documenten
Voeding en Parkinson

Parkinsonismen Vereniging. Parkinson en Voeding

Parkinson en voeding Informatie over gezonde voeding en voedingsadviezen bij de ziekte van Parkinson

Risico op ondervoeding tijdens opname

Parkinson en voeding. Melissa van der Plaats, diëtist Meander Medisch Centrum, voorheen ook Norschoten

Richtlijn voeding bij de ziekte van Parkinson

Voedingsadviezen na een Whipple-operatie

Risico op ondervoeding tijdens uw behandeling

Voeding bij chronische longziekten

H Voedingsadvies voor ouderen met (dreigende) ondervoeding

Een operatie? Let op uw voeding!

Dieetadviezen bij wondgenezing

voedingsadvies bij dreigende ondervoeding

Ondervoeding een zaak van gewicht

Voorkomen van ondervoeding bij volwassenen

Wie beter eet, wordt sneller beter. Afdeling Diëtetiek

PARKINSON EN VOEDING. Expertise Behandelcentrum, Diëtetiek. Anne Tammes en Marian Schoonveld

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek

voorkomen van ondervoeding bij ouderen ZorgSaam

Energie en eiwitverrijkt dieet. Afdeling Diëtetiek

Goed eten en drinken in het CWZ

Voedingsadviezen bij zwangerschapsdiabetes

SNAQ AFDELING DIËTETIEK FRANCISCUS GASTHUIS

voedingsvezel verrijkt dieet

Voedingsadvies voor de 70-plusser

Energie en eiwitverrijkt dieet. Afdeling Diëtetiek

Rekenen met eiwitten. zorgorganisatie Norschoten Klaverweide 1, 3773 AW Barneveld. T

Scheper Beter: 'SNAQ-en met zorg' Folder over ondervoeding op de polikliniek van het Scheper Ziekenhuis. SNAQ-score > 2. Diëtetiek

Adviezen voor een optimale voeding. Energie- en eiwitrijke voeding bij ouderen

Eiwitbeperkt dieet. Over een eiwitbeperkt dieet. Almere, Dieetadvies voor: Eiwitbeperkt à gram eiwit per dag

Voeding bij mitochondriële ziekten

Energie en eiwitverrijkte. voor kinderen

Voeding bij kaakreconstructie. Afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie

Voeding bij ziekte en herstel

Dieetadvies na een maagresectie. Diëtetiek

Ongewild afvallen. Dietetiek. gemini-ziekenhuis.nl

(Risico op) ondervoeding

Dieetadviezen voor mensen met een colostoma

Goede voeding vóór een operatie

Eet smakelijk Informatie over vocht en voeding voor ouderen

Dieet bij COPD. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Ongewild afvallen Diëtetiek.

FORMAT BEHANDELPLAN MW, DE JONG (CASUS 1)

Sneller herstellen door beter te eten

Voedingsadviezen na een buismaagoperatie

Naam : Datum : Specialist : Diëtist : Telefoonnummer : o (0223) o (0223) o (0223) o (0223)

Voedingsadvies bij een kaakfixatie. Diëtetiek

Eiwitbeperkt dieet Radboud universitair medisch centrum Radboud universitair medisch centrum

Daarbij kan er sprake zijn van minder eten door bijvoorbeeld: toenemende vermoeidheid; kortademigheid; minder beweging; angst; depressie.

Voeding bij pancreatitis

Voeding bij zwangerschaps diabetes. Diabetes Gravidarum

Inleiding. Wat is COPD?

Voeding bij kanker. Ondervoeding. Diëtetiek Telefoon Route

Relatie voeding en valpreventie

Zachte voeding na een behandeling door de kaakchirurg

Voedingsadviezen na een maagresectie

PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING

Darmproblemen bij acute buikpijn

Dieetadvies bij COPD. Diëtetiek

Zin en onzin van voedingssupplementen Voeding voor senioren 23 november 2017 Best

Bij ongewenst afvallen is het belangrijk verder gewichtsverlies te voorkomen en liefst weer enkele kilo s aan te komen.

Wie beter eet, wordt sneller beter! Energie en eiwit in de voeding

Informatie. Voeding en COPD Overzicht gegevens. Naam. Geboortedatum. Datum. Diëtist. Telefonisch spreekuur

COPD en voeding. Afdeling Diëtetiek IJsselland Ziekenhuis

Energie- en eiwitverrijkte voeding

Goede voeding bij ziekte en herstel

Voedingsadvies na een buismaagoperatie

Voedingsadvies bij levercirrose

Dieet bij een kaakfixatie

ZorgSaam. Zichtbaar beter voeding eten! bij diabetes. mellitus. Wie beter eet, wordt sneller beter

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

Dieet bij een stent in de slokdarm/maag

Bloedarmoede tijdens en na de zwangerschap

Adviezen bij ondervoeding

Wat is goede voeding? Aanbevelingen & tips voor kinderen 9 t/m 18 jaar

Introductie van voeding na pancreatitis

Voedingsvezelverrijkt dieet

Voedingsadvies bij een Nissen fundoplicatie

VOEDINGSADVIEZEN VOOR DE 70-PLUSSER

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77

Dieet bij decubitus (doorliggen)

Voorkómen van ondervoeding bij ouderen

Vezelverrijkt dieetadvies. Diëtetiek

Diëtetiek Ondervoeding bij ziekte

Hoe kan uw kind zwaarder worden en groeien?

Wat kunt u doen bij ondervoeding?

Voedingsvezelverrijkt dieet. Algemene richtlijnen

Diëtetiek Voeding bij COPD

Voeding en kanker. jeanne vogel diëtist

Energierijk voedingsadvies voor de operatie

Diëtetiek. Voedingsadviezen na een slokdarmoperatie

Afdeling Diëtetiek Vezelrijke voeding

VOEDING OP DE BUURDERIJ

Dieetadviezen bij zwangerschapsdiabetes

Diëtetiek Voeding bij COPD

Voedingsadviezen bij misselijkheid

Eet smakelijk René de Groot

Vezelrijke voeding bij darmklachten

Voedingsadvies bij een colostoma

Transcriptie:

Parkinson Voeding bij de Ziekte van Parkinson Bij de ziekte van Parkinson kan het eten en drinken op den duur moeizamer gaan. Door de bijbehorende medicijnen kunnen ook klachten ontstaan zoals verminderde eetlust, kauw- en slikproblemen, misselijkheid, obstipatie (verstopping) en gewichtsverlies. Soms is de werking van Levodopa te optimaliseren door een goede eiwitverdeling over de dag. Deze brochure geeft praktische voedingstips om de klachten te verminderen of uw conditie te verbeteren. Gezonde voeding Gezonde voeding levert de voedingsstoffen die nodig zijn om het lichaam gezond te houden. Het is de basis voor een gezond gewicht. Gezond eten betekent vooral: gevarieerd eten. Er is niet één voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen in voldoende mate bevat, door te variëren krijgt u alle benodigde stoffen binnen. Het Voedingscentrum heeft een voedingsadvies dat voor iedereen geldt: de Schijf van Vijf. In de Schijf van Vijf staan de producten beschreven die de meeste gezondheidswinst opleveren. Hoe vaker u een gezonde keuze maakt, hoe meer u gezond eet. Meer informatie: www.voedingscentrum.nl 1. Onbedoeld gewcihts verlies / ondervoeding Gewichtverlies ontstaat vaak al een aantal jaren voordat de diagnose Ziekte van Parkinson wordt gesteld. Het gewichtsverlies neemt toe bij progressie van de ziekte, bij motorische fluctuaties en slechte respons op de behandeling. Gewichtsverlies verhoogt het risico op het ontstaan van ondervoeding. Bij 3-60% van de patiënten is sprake van een risico op ondervoeding en bij 24% is sprake van ondervoeding. Deze prevalentiecijfers variëren sterk omdat er verschillende criteria voor het definiëren van ondervoeding/risico op ondervoeding zijn gebruikt en de onderzoekspopulaties variëren in leeftijd en stadium van de Ziekte van Parkinson. 2. Obstipatie Obstipatie komt voor bij 30-35% van de patiënten met de Ziekte van Parkinson. De pathofysiologie wordt deels bepaald door het optreden van neurodegeneratie in de plexus myentericus. Immobiliteit en een verminderde vocht- en/of vezelinname kunnen tevens een rol spelen. Obstipatie kan al ontstaan voordat de diagnose Ziekte van Parkinson wordt gesteld. Obstipatie komt ook veel voor bij patiënten met MSA. Obstipatie kan leiden tot een onvoorspelbare opname van de Parkinsonmedicatie, waardoor responsfluctuaties kunnen ontstaan of verergeren, maar obstipatie geeft de patiënt ook veel ongemak. 3. Medicatie-inname en responsfluctuaties in relatie tot voeding Levodopa is tot op heden de meest effectieve Parkinsonmedicatie. Eiwitten kunnen bij zowel de opname in de darm als bij de passage van de bloed-hersenbarrière een competitie aangaan met levodopa en daardoor mogelijk het effect van levodopa remmen. De klinische relevantie van de

competitie tussen de eiwitten en levodopa is nog onduidelijk. 4. Ongewenste gewichtstoenme/overgewicht Gewichtstoename treedt op indien energieverbruik en energie-inname niet met elkaar in balans zijn. Ongewenste gewichtstoename kan ontstaan als gevolg van een gewijzigd leef-, beweeg- en voedingspatroon. Daarnaast kan ongewenste gewichtstoename een bijwerking zijn van de behandeling met dopamine agonisten, die obsessief eetgedrag kunnen veroorzaken, of van diepe hersenstimulatie (deep brain stimulation, DBS). Ongewenste gewichtstoename kan leiden tot een verhoogd risico op het ontstaan van het metabool syndroom, diabetes mellitus, hart- en vaatziekten. 5. Kauw- en slikstoornissen In het algemeen zijn kauw- en slikstoornissen pas een laat symptoom bij de Ziekte van Parkinson. Bij MSA en PSP treden slikklachten al in een vroeger stadium op. Ongeveer 35% van de patiënten met de Ziekte van Parkinson ervaart subjectief een slikstoornis, echter bij het gebruik van objectieve parameters heeft 82% van de patiënten een slikstoornis. Hypokinesie en rigiditeit in het mondgebied kunnen leiden tot kauw- en slikstoornissen. Bij kauw- en slikstoornissen kan de patiënt problemen ervaren met het eten of drinken van bepaalde consistenties, waardoor een onvolwaardige voeding kan ontstaan en/ of gewichtsverlies kan optreden. 6. Vertraagde maaglediging Een vertraagde maaglediging komt regelmatig voor bij patiënten met de Ziekte van Parkinson, maar de precieze prevalentie is onduidelijk. De maaglediging kan al vanaf het begin van de ziekte vertraagd zijn. Een vertraagde maaglediging kan leiden tot een onvoorspelbare opname van de levodopa, verminderde werkzaamheid van de levodopa en tot klachten als een opgeblazen gevoel, snelle verzadiging en misselijkheid. Ook bij MSA komt een vertraagde maaglediging voor. Er is nauwelijks onderzoek gedaan naar het effect van voeding op de maaglediging. Bij gebruik van een vloeibare voeding is er minder vaak sprake van een vertraagde maaglediging dan bij het gebruik van een vaste voeding. Verder wordt de verteringssnelheid vertraagd door het gebruik van een vetrijke en/of vezelrijke voeding. 7. Orthostatische hypotensie Orthostatische hypotensie komt bij ongeveer de helft van de patiënten voor en vindt meestal plaats in een gevorderd stadium van de Ziekte van Parkinson. Bij MSA is sprake van ernstige autonome functiestoornissen, waarbij orthostatische hypotensie al in een vroeg stadium kan optreden. Voedingsmaatregelen maken een klein onderdeel uitmaken van de behandeling van orthostatische hypotensie. 8. De rol van vitaminen en mineralen Regelmatig hebben patiënten vragen over de mogelijke positieve effecten van het gebruik van vitaminen- en mineralensupplementen en in het bijzonder de anti-oxidanten zoals vitamine E en

co-enzym Q10. Verder hebben patiënten met de Ziekte van Parkinson een verhoogd risico op een vitamine D deficiëntie. Een vitamine D deficiëntie verhoogt het risico op een verminderde botdichtheid, osteoporose, vallen en heupfracturen. Daarnaast lijkt een relatie te bestaan tussen langdurig gebruik van hoge dosis levodopa en het ontstaan van polyneuropathie, die mogelijk veroorzaakt wordt door een vitamine B12 tekort. Voeding en gebruik van Levodopa Bij de ziekte van Parkinson is er een tekort aan dopamine in de hersenen. Parkinson patiënten krijgen daarom vaak Levodopa voorgeschreven; dit is een stof die in het lichaam omgezet wordt in dopamine. Levodopa gaat via de maag naar de dunne darm en wordt daar naar het bloed getransporteerd. Vervolgens wordt Levodopa vanuit het bloed in de hersenen opgenomen. In de hersenen wordt de Levodopa omgezet in dopamine. Het tekort aan dopamine in de hersenen wordt op deze manier aangevuld. De opname van Levodopa kan op verschillende manieren verstoord worden. Dit kan door een volle maag, door obstipatie (verstopping) of door het eten van eiwitten. Adviezen bij het innemen van Levodopa: Neem Levodopa een half uur voor de maaltijd in, op een lege maag of een 1 tot 1,5 uur na de maaltijd. Neem Levodopa in met water of appelmoes. Neem Levodopa nooit in met melk of melkproducten. Zorg voor een goede stoelgang (voor adviezen lees verder) Verdeel het eiwit optimaal over de dag. Eventueel kan een eiwitbeperkt dieet uitgeprobeerd worden. Eiwitbeperking bij gebruik van Levodopa Bij sommige Parkinson patiënten wordt de werking van Levodopa beïnvloed door de inname van eiwitten. Door de inname van eiwitten licht te beperken en door de eiwitten beter over de dag te verdelen kan de werking van de Levodopa bevorderd worden. De gevolgen van de beperking en de verdeling van de eiwitten over de dag is per persoon verschillend. Binnen enkele dagen weet u of u er baat bij heeft, of het medicijn beter werkt. Eiwitten zitten in melk, melkproducten, kaas, vis, vlees, vleeswaren, eieren, noten en in mindere mate in brood, aardappelen en groente. Bij een lichte eiwitbeperking gaan we uit van 0,8 gram eiwit per kg lichaamsgewicht. Dus bij een gewicht van 70 kg, heeft u 70 x 0,8 g eiwit = 56 gram eiwit per dag nodig. Om u een indruk te geven hoeveel eiwitten in voedingsmiddelen zitten, zie onderstaande berekening van een dagmenu: 4 sneden brood = 12 gram eiwit beleg van 1 plak kaas = 5 gram eiwit en 2 plakken vleeswaar = 6 gram eiwit 2 bekers melk van 150 ml = 10 gram eiwit 1 stukje vlees = 20 gram eiwit 2 aardappelen = 2 gram eiwit

1 portie groente = 2 gram eiwit Totaal: 57 gram eiwit Verder is het belangrijk dat de eiwitrijke producten uit de voeding gelijkmatig over de dag verdeeld worden, bij voorkeur over de 3 hoofdmaaltijden en de drie tussenmaaltijden. Een goede eiwitverdeling betekent in de praktijk: Neem per broodmaaltijd maximaal 1 boterham met hartig beleg. Gebruik bij hoofdmaaltijden bouillon, water, vruchtensap, koffie of thee om te drinken (= eiwitarm) Gebruik melkproducten zoveel mogelijk tijdens de 3 tussenmaaltijden. Een persoonlijk dieetadvies met betrekking tot de eiwitverdeling kunt u het beste vragen aan een diëtist Adviezen bij obstipatie (moeizame ontlasting/verstopping) De werking van de darmspieren kan door de ziekte van Parkinson veranderd zijn. Door deze veranderingen kan het zijn dat uw stoelgang minder soepel en minder frequent is. We spreken van obstipatie als u minder dan driemaal per week ontlasting heeft, als de ontlasting hard is en als deze alleen door hard persen naar buiten komt. Obstipatie kan ook veroorzaakt worden doordat er te weinig voedingsvezel en/of te weinig vocht in de voeding zit, door te weinig beweging of door een combinatie van deze oorzaken. Adviezen om de stoelgang te verbeteren: Gebruik dagelijks 2 stuks fruit en 200 gram groenten. Gebruik volkoren producten zoals volkorenbrood, volkorenbeschuit of bruinbrood. Gebruik bij pap Brinta, Bambix of Havermout. Drink voldoende: 1,5 tot 2 liter vocht = 12-15 consumpties. Eet regelmatig: gebruik dagelijks 3 hoofdmaaltijden en 3 tussenmaaltijden. Eet rustig en kauw goed. Rook niet. Zorg voor zoveel mogelijk lichaamsbeweging. Geef gehoor aan "aandrang" om naar het toilet te gaan. Adviezen bij verminderende eetlust of misselijkheid Misselijkheid en een verminderde eetlust kunnen bijwerkingen zijn van antiparkinsonmedicatie. Wanneer u misselijk bent of een verminderde eetlust heeft, kunt u rekening houden met het volgende: Zorg dat u regelmatig eet. Verdeel de maaltijden over de dag en zorg dat u steeds kleine hoeveelheden eet. Zorg er daarnaast voor dat tussendoortjes niet te vet zijn. Te vet eten remt de eetlust en vertraagt de maaglediging. Eet gevarieerd: verandering van spijs doet eten. Zorg daarom voor variatie in de smaak van het eten (zoet-zuur), de temperatuur (warm-koud), de ingrediënten en de wijze van bereiden.

Drink voldoende, minimaal 1,5 liter vocht per dag. Dit staat gelijk aan ongeveer 12 kopjes. Alle vocht is goed: water, vruchtensap, limonade, melk, karnemelk, yoghurt, vla, soep, bouillon, koffie, thee Eet op tijdstippen dat u minder misselijk bent, zelfs s nachts als u wakker bent Eet bij de warme maaltijd geen soep. Door de soep krijgt de maaltijd teveel volume. Vaak staan warme gerechten tegen. Eet dan brood of een salade. Eet rustig en kauw goed. Adviezen bij gewichtsverlies Veranderingen in het lichaamsgewicht worden veroorzaakt door veranderingen in de energiebalans. De energiebalans. De energiebalans wordt bepaald door de energie-inname (dat u wat eet) door te weinig energie-inname of door een verhoogd energieverbruik. Om het gewichtsverlies te voorkomen of te beperkenis het goed om ervoor te zorgen dat de voeding meer energie bevat. Dit kunt u bereiken door: Regelmatig te eten. Naast de drie hoofdmaaltijden ook drie tussenmaaltijden te gebruiken. Als tussenmaaltijd zowel zoete als hartige versnaperingen te gebruiken. Voorbeelden van zoete versnaperingen zijn een koekje, een chocolaatje, een plak ontbijtkoek, maar ook fruit of een glas vruchtensap. Voorbeelden van hartige versnaperingen zijn blokjes kaas, pinda s, chips, toastjes met beleg. Volle producten te gebruiken als volle melk, volle yoghurt, volle kwark, volvette kaas, slagroom, magere en vettere vleeswaren en vleessoorten afwisselen. Het nagerecht een half uur na de warme maaltijd gebruiken. Geen soep vlak voor de maaltijd te gebruiken. Soep vermindert de eetlust en bevat weinig energie. Gevarieerd te eten, verandering van spijs doet eten. Vervang vlees door bijvoorbeeld kip, vis, ei of vegetarische vleesvervangers. Aardappelen kunt u vervangen door frites, rijst, macaroni of spaghetti. Brood kunt u afwisselen met krentenbrood, suikerbrood of een kom pap. Adviezen bij kauw- en slikproblemen Als u moeite heeft met kauwen of slikken is het goed om een zachte, gemalen en eventueel een vloeibare voeding te gaan gebruiken. Brood kunt u vervangen door pap, vla, yoghurt, kwark of drinkontbijt. Andere opties zijn brood zonder korst eten of krentenbrood, een pannenkoek of zachte bolletje. U kunt de warme maaltijd koken zoals u gewend bent. Verschillende onderdelen als het vlees, de aardappelen en groente mogen fijn gesneden worden, gestampt of gemixt. Ook kunt u de warme maaltijd smeuïger maken met wat extra jus, saus of appelmoes. Op advies van de logopedist kunnen dranken zo nodig ingedikt worden met een verdikkingsmiddel om verslikken te voorkomen.