Seks onder je 25 e. Relationele en seksuele vorming van jongeren in Twente 2017

Vergelijkbare documenten
Seksuele gezondheid in Nederland 2017

103 vragen over jongeren en seks

FEITEN EN CIJFERS OVER DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN DE REGIO S LIMBURG-NOORD EN ZUID-LIMBURG

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

Tabel 1a. Ervaring met verschillende vormen van seksueel gedrag naar leeftijd leeftijd eerste 12 tot 15 (%) 18 tot 21 (%) 15 tot 18 (%)

Feiten en cijfers Fryslân

Seks onder je 25 e. Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jarigen in Gelderland-Zuid

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25e 2017

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Feiten en cijfers Friesland

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Welke (Zuid) Limburgse cijfers zijn bekend?

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Seksuele gezondheid van holebi s

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2014

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Liesanne van den Brink

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2016

Resultaten onderzoek Rutgers i.s.m. het NOS Jeugdjournaal 2016 Samenvatting. Utrecht, maart 2016 Auteur: Hanneke de Graaf.

Belangrijkste conclusies Seks onder je 25 ste 2012

Anticonceptie en zwangerschap

Vragenlijst Gezondheidscheck

DE SEKSUELE LEVENSLOOP

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Werkstuk Engels Enquete Seksualiteit onder jongeren

SEXPERT II. Holebi-studie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

VERSCHILLEN IN DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN ZUID-LIMBURGSE JONGEREN TUSSEN 2012 EN 2017

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Lesmethode Seksualiteit en Weerbaarheid. Module 1 What s Love

Onderzoek Veilig of niet?

Seksualiteit bij jongeren met een (chronische) aandoening

SEXPERT II. Studie bij Vlamingen van Turkse origine

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

ISBN Uitgeverij Eburon: Omslagontwerp:

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Zie De Graaf e.a voor een uitgebreide onderzoeksverantwoording van het onderzoek Seks onder je 25ste.

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Handreiking Seksualiteit

3 Competenties en indicatoren...11

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

Monitor Gezondheid 12 t/m 18 jaar Zeeland Tabellenboek Gemeente Tholen

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Relaties en seksualiteit

Gelieve deze vragen te beantwoorden vooraleer de vragenlijst in te vullen. Indien u nee antwoordt op vraag 1, hoeft u geen vragenlijst invullen

Tips voor ouders om met kinderen te praten over relaties en seksualiteit

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Een onderzoek naar seksuele voorlichtingslessen onder leerlingen uit de onderbouw van het Nederlands voortgezet onderwijs.

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Waar gaan we het over hebben?

Resultaten onderzoek sexting bij residentiële behandel- en opvangvoorzieningen van Fier: Prevalentie en gevolgen

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Whitepaper Anticonceptie

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

Resultaten onderzoek seksualiteit

Zuid-Limburgse jongeren seksueel ongezond. Seks onder je 25e Een factsheet van de GGD Zuid Limburg

Overzicht van de onderzoeksresultaten

Seks en relaties Woordenlijst

Simone de Roos & Rob Gommans

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Onderzoek Wereldproblemen en Seks

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Resultaten van een enquête onder jongeren. Sexting

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Week van de Lentekriebels

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Als jij een leraar zou zijn, wat zou je de klas dan willen leren over cyberpesten? Hoe zou je aan iemand anders kunnen uitleggen wat pesten is?

Alle cijfers hieronder gaan enkel over jongens, tenzij anders vermeld.

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Dating, verkering en seks bij jongeren met cerebrale parese

Waar gaan we het over hebben?

Ouderavond lijf & relaties

SEKS ONDER JE 25 e DEFINITIEVE RESULTATEN

Enquête intimiteit & seksualiteit Oktober 2017

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Sexual Education for Adults with Disabilities

Veelgestelde vragen over homoseksualiteit

Transcriptie:

Seks onder je 25 e Relationele en seksuele vorming van jongeren in Twente 2017

Seks onder je 25e Relationele en seksuele vorming van jongeren in Twente - 2017 Uitgave: GGD Twente, afdeling Algemene Gezondheidszorg 053 487 68 00 info@ggdtwente.nl Versie 1.3 15 november 2018 Tekst en analyse: Marieke Bijen (adviseur gezondheidsbevordering) Femke Koedijk (epidemioloog) Jannet Visser (adviseur gezondheidsbevordering) De rapportage is digitaal beschikbaar via: www.twentsegezondheidsverkenning.nl 2018, GGD Twente, Enschede. Auteursrechten voorbehouden. Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. GGD Twente is onderdeel van Regio Twente, het samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten 2

Algemene informatie Seksualiteit is een wezenlijk onderdeel van ieders leven. Dit geldt zeker voor jongeren. Zij maken in een betrekkelijk korte periode een grote seksuele ontwikkeling door, zowel in lichamelijk als in sociaalemotioneel opzicht. Om meer inzicht te krijgen in al deze veranderingen, opvattingen en ervaringen wordt onderzoek gedaan. In de periode van oktober 2016 tot maart 2017 is door GGD Twente een vragenlijst onderzoek uitgevoerd. In totaal hebben 1150 Twentse jongeren tussen de 12 en 25 jaar aan dit onderzoek deelgenomen. Doel Het doel van het onderzoek is om inzicht te geven in de seksuele gezondheid van Twentse jongeren. Welke ervaring hebben jongeren op het gebied van seksualiteit en relaties? Wat is de invloed van internet en social media? Zijn er risicogroepen? Hoe wordt er gedacht over en omgegaan met homoseksualiteit? In hoeverre is er sprake van ongewenste seksuele ervaringen? Wat wordt er gedaan om een soa te voorkomen? Welke thema s vragen aandacht? Seksuele gezondheid In deze rapportage wordt de definitie van seksuele gezondheid gevolgd, die in 2010 is opgesteld door de Wereld Gezondheids Organisatie. Seksuele gezondheid is een met seksualiteit verbonden toestand van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn. Seksuele gezondheid is meer dan alleen de afwezigheid van ziekte, disfunctie of zwakte. Seksuele gezondheid vereist een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en seksuele relaties. Seksuele gezondheid vereist ook het mogen en kunnen aangaan van plezierige en veilige seksuele ervaringen; zonder dwang, discriminatie en geweld. Samenwerking Het onderzoek in Twente staat niet op zichzelf, maar is een onderdeel van het landelijk onderzoek Seks onder je 25 e van Rutgers en Soa Aids Nederland. Vijftien van de 25 GGD en hebben door middel van een opgehoogde steekproef meegewerkt aan dit onderzoek. Mede door deze regionale ophogingen hebben totaal 20.500 jongeren aan het onderzoek deelgenomen. Landelijke samenwerking leidt tot een efficiëntere uitvoering van onderzoek, biedt de mogelijkheid tot verdieping en levert referentiecijfers op. Waarom? Onderzoek naar de seksuele gezondheid van jongeren is nodig om in te kunnen spelen op veranderende opvattingen, om hiaten in het zorg- en voorlichtingsaanbod te kunnen signaleren, om risicogroepen op te sporen en effectieve interventies te kunnen ontwikkelen. Achtergrondkenmerken De gezondheidssituatie van jongeren wordt sterk bepaald door persoonlijke kenmerken, zoals leeftijd en geslacht. Alle gegevens in deze rapportage zijn daarom volgens deze kenmerken uitgesplitst. Tabel 1. Achtergrondkenmerken Twente % 50 50 12 tot 15 jaar 23 15 tot 18 jaar 24 18 tot 21 jaar 22 21 tot 25 jaar 31 Opleiding vmbo/praktijkonderwijs 22 Opleiding havo, vwo 20 Opleiding mbo 18 Opleiding hbo/wo 19 Niet-schoolgaand 20 Opleidingsniveau Laag* 58 Hoog** 42 Etniciteit niet-westers 7 Niet gelovig 73 Beetje christelijk 15 Zeer christelijk 7 Islamitisch 4 Stedelijk 54 Matig stedelijk 15 Weinig of niet stedelijk 31 * Laag = vmbo, praktijkonderwijs en mbo ** Hoog = havo, vwo, hbo en wo Religie, etniciteit en stedelijkheid zijn in het landelijk onderzoek meegenomen als determinanten. In het Twentse onderzoek is dit niet mogelijk vanwege de geringe omvang van de respondentengroep. Uitvoering Het Twentse onderzoek is uitgevoerd tussen oktober 2016 en maart 2017. Doelgroep vormen jongeren van 12 tot 25 jaar. Het gaat voor een deel om jongeren in het voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo of vwo) en voor een deel om jongeren die al dan niet een baan hebben of een vervolgopleiding doen. De jongeren van 12 tot 17 jaar zijn bereikt via een tiental Twentse scholen. Daarbij is rekening gehouden met een evenredige verdeling 3

van schooltypen en niveaus. De vragenlijsten op school zijn klassikaal afgenomen. Jongeren van 17 tot 25 jaar zijn rechtstreeks aangeschreven op basis van een steekproef uit de BRP (Basisregistratie Personen, het Bevolkingsregister ). Deze steekproef is getrokken door het CBS. In totaal zijn op deze wijze 5267 jongeren in Twente uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Deelnemende scholen - Assink Lyceum in Haaksbergen - AOC Oost in Almelo - Twents Carmel College in Oldenzaal - Erasmus in Almelo (2 locaties) - Gildecollege in Hengelo - Noordik in Vriezenveen - Noordik in Almelo - Reggesteyn in Nijverdal - Twickel in Hengelo Respons in Twente De vragenlijst kon uitsluitend digitaal worden ingevuld. Dit hebben 1150 jongeren gedaan (345 in de groep 12 tot 17 jaar en 805 in de groep 17 tot 25 jaar). Het responspercentage van de 17 tot 25 jarigen in Twente is 15,3%. In sommige gevallen is de omvang van de respondentengroep dusdanig klein dat geen conclusies kunnen worden getrokken. In die gevallen wordt eventueel gerefereerd aan de landelijke resultaten (Seks onder je 25 e, 2017). Verschillen naar opleiding, leeftijd en geslacht zijn getoetst op de landelijke data. In de tekst wordt benoemd, wanneer er verschillen zijn en wanneer Twente afwijkt van Nederland. Tabel 2. Aantal respondenten naar geslacht Totaal 12 tot 15 jaar 95 125 220 15 tot 18 jaar 112 150 262 18 tot 21 jaar 101 195 296 21 tot 25 jaar 152 220 372 Totaal 460 690 1150 Weging De verdeling naar bijvoorbeeld geslacht en leeftijd in de respondentengroep kan afwijken van de werkelijke verdeling in de populatie. Dit verschil wordt gecorrigeerd door weging. De resultaten zijn daardoor representatief voor de beschreven groep. Er is gewogen naar regio, geslacht, opleidingsniveau en herkomst voor de gegevens die via de scholen waren verkregen. De resultaten op basis van gegevens uit de steekproef uit het BRP werden gewogen naar regio, leeftijd, geslacht, herkomst, inkomen, woonstatus en stedelijkheid. Wat levert het op? Het onderzoek levert een schat aan gegevens op, met name op Twents niveau. Daarnaast kunnen de Twentse resultaten vergeleken worden met de Nederlandse cijfers. De rapportage wordt opgenomen in de Twentse Gezondheids Verkenning (TGV) en is voor iedereen toegankelijk via: www.twentsegezondheidsverkenning.nl Niet alleen scholen, maar ook andere organisaties, zoals het welzijnswerk of de jeugdzorg kunnen voor de ontwikkeling en uitvoering van preventief gezondheidsbeleid putten uit de door de GGD verzamelde data. Leeswijzer De rapportage is verdeeld over 10 factsheets: 1. Zoenen en meer Verliefd, verkering en verder 2. Seks hebben Geslachtsgemeenschap, motieven en contacten 3. Beleving Problemen, gevoelens en opvattingen 4. Diversiteit Homoseksualiteit 5. Kennis van zaken Informatie zoeken, ouders, vrienden en school 6. Seks online Daten, sexting en porno 7. Voorkomen Condoom en pil 8. Overdraagbaar Soa en soa-testen 9. Zwangerschap Anticonceptie, morning-after pil en zwangerschap 10. Over de grens Ongewilde seksuele ervaringen 4

1 Zoenen en meer Voor de meeste jongeren begint de eerste seksuele ervaring met zoenen. Stap voor stap gaan ze verder. Na het zoenen gaan ze elkaar strelen onder hun kleren. Daarna experimenteren ze met vingeren en aftrekken en tot slot met geslachtsgemeenschap. Bij twee derde van de jongeren gaat het in deze volgorde. Het landelijk onderzoek laat zien dat jongeren in 2017 later beginnen met seks in vergelijking met 2012. Deze trend geldt voor alle vormen van seks. De eerste ervaringen met tongzoenen, voelen en strelen, vingeren, aftrekken en orale seks vinden gemiddeld een jaar later plaats dan vijf jaar geleden. Bijna allemaal verliefd Het merendeel van de jongeren geeft aan wel eens verliefd te zijn geweest (89%). Verliefdheid begint al vroeg. Ruim 80% van de jongeren van 12 tot 15 jaar is al een keer verliefd geweest. 90% Verliefd 87% Verkering niet voor iedereen Verliefdheid leidt niet altijd tot een vaste relatie. Bijna driekwart (73%) van de jongeren heeft verkering of heeft wel eens verkering gehad. Het verschil tussen jongens en meisjes is klein, maar meisjes hebben toch iets vaker verkering dan jongens. 7 74% Masturberen meer voor jongens Over het algemeen is het percentage jongens dat masturbeert hoger dan het percentage meisjes. Dit is in Twente niet anders. 76% van de jongens en 53% van de meisjes heeft ervaring met masturberen. Het verschil tussen jongens en meisjes geldt voor alle leeftijdsgroepen. Het percentage jongeren dat ervaring heeft met masturberen neemt toe met de leeftijd en loopt op van 20% bij de 12 tot 15 jarigen naar 90% in de groep 21 tot 25 jaar. s zijn er met masturberen ook eerder bij dan meisjes. De leeftijd waarop de helft van de jongens ervaring heeft met masturberen is 13,6 jaar. Bij meisjes is dat 16,1 jaar. Niet alleen geslacht en leeftijd, maar ook opleidingsniveau is van invloed op masturbatie gedrag. 69% van de hoog opgeleide jongeren heeft ervaring met masturberen tegenover 63% van de laag opgeleide jongeren. Dit geldt zowel voor meisjes als voor jongens. Niet alle jongeren beleven plezier of voldoening aan zelfbevrediging. 8% van de jongeren voelt zich schuldig na het masturberen. Verkering Tabel 1.1 Seksuele ervaring met liefde en seks 12 tot 15 jaar % 15 tot 18 jaar % 18 tot 21 jaar % 21 tot 25 jaar % Verliefd 87 90 83 87 91 92 - Verkering 71 74 63 63 75 85 - Mediane leeftijd* Masturberen 76 53 20 59 86 90 14,7 Tongzoenen 64 70 24 62 87 88 15,2 Voelen en strelen 58 62 14 49 78 88 16,2 Vingeren en aftrekken 51 56 4 40 73 85 16,8 Geslachtsgemeenschap 43 49 1 30 61 79 18,0 Orale seks 44 50 2 29 63 82 17,9 Anale seks 14 15 1 5 19 29 - *Mediane leeftijd = de leeftijd waarop de helft van de jongeren ervaring heeft 5

Helft zoent vanaf 15e jaar Tongzoenen is vaak de eerste stap op weg naar andere vormen van seksueel contact. Twee derde van de jongeren (67%) heeft ervaring met tongzoenen. s (64%) lopen hierbij wat achter op de meisjes (70%). 64% Tongzoenen Bijna een kwart (24%) van de jongste leeftijdsgroep heeft al ervaring met tongzoenen. De leeftijd waarop de helft van de jongens ervaring heeft met tongzoenen is 15,7 jaar, voor meisjes is dit 14,8 jaar. De volgende stap Na het tongzoenen is voelen en strelen onder de kleren veelal de volgende stap. Met 16,2 jaar heeft de helft van de jongeren hier ervaring mee. Het aantal meisjes dat ervaring heeft met voelen en strelen is groter dan het aantal jongens. 58% Voelen en strelen Hetzelfde geldt voor vingeren en aftrekken. 5 van de jongens heeft hier ervaring mee tegenover 56% van de meisjes. De leeftijd waarop de helft van de jongeren ervaring heeft met vingeren en aftrekken is 17,4 jaar voor jongens en 16,4 jaar voor meisjes. 14,8 14,7 14,9 15,5 70% 6 15,9 16,5 16,3 s eerder met geslachtsgemeenschap s hebben meer ervaring met geslachtsgemeenschap dan jongens. Dit geldt met name voor de oudste twee leeftijdsgroepen. 43% van de jongens en 49% van de meisjes heeft ervaring met geslachtsgemeenschap. s beginnen ook eerder met geslachtsgemeenschap dan jongens. De leeftijd waarop de helft van de Twentse meisjes ervaring heeft met geslachtsgemeenschap is 17,3 jaar, bij jongens is dat 18,8 jaar. Dit is vergelijkbaar met de landelijke cijfers. Meer informatie over geslachtsgemeenschap in hoofdstuk 2. Minder ervaring met orale en anale seks Orale en anale seks komen weinig voor in de jongste leeftijdsgroep (12 tot 15 jaar). De ervaring hiermee neemt toe met de leeftijd. 8 van de 21 tot 25 jarigen heeft ervaring met orale seks. In deze groep heeft 29% ook ervaring met anale seks. s hebben op beide terreinen iets meer ervaring dan jongens. De leeftijd waarop de helft van de jongeren ervaring heeft met orale seks is 18,4 jaar voor jongens en 17,3 jaar voor meisjes. Het aantal jongeren dat ervaring heeft met anale seks is te klein om een mediane leeftijd te kunnen berekenen. Laag opgeleide jongeren eerder seksueel actief Jongeren met een laag opleidingsniveau zijn eerder seksueel actief dan hoog opgeleide jongeren. Alleen met masturberen is er nauwelijks verschil. Zie ook figuur 1.1. 17,6 18,6 18,3 17,4 17,3 Masturberen Tongzoenen Voelen en strelen Vingeren en aftrekken Geslachtsgemeenschap Orale seks Laag opgeleid Hoog opgeleid Figuur 1.1 Leeftijd waarop de helft van de jongeren seksuele ervaring heeft 6

2 Seks hebben Met de jaren krijgen jongeren meer ervaring op seksueel gebied. Het is vaak een ontdekkingstocht langs gevoelens en behoeften in een veranderend lichaam. Verliefd, een vaste verkering of juist niet. In feite kan het met de seksuele en relationele ontwikkeling nog alle kanten op. Leeftijd, geslacht en opleiding zijn van invloed op het seksuele gedrag. De redenen om wel of niet aan seks te doen verschillen tussen jongens en meisjes. Eerste keer meestal vrijwillig Verreweg de meeste jongeren willen de eerste keer allebei seks hebben. Dit geldt voor 9 van de jongens en 84% van de meisjes. s worden wel wat vaker overgehaald (1) of gedwongen (5%) tot seks dan jongens. s worden echter ook wel eens overgehaald (4%) of gedwongen (). Eerste keer meestal niet gepland Voor veel jongeren komt de eerste keer onverwacht. Ruim de helft (5) wist dat het binnenkort zou gebeuren, maar het moment kwam toch als een verrassing. Voor ruim een derde van de jongeren kwam het totaal onverwacht. 13% wist zeker dat het die dag zou gebeuren. s vrijen vaker met een oudere jongen Ruim driekwart van de jongens en ruim de helft van de meisjes vrijt met iemand van ongeveer dezelfde leeftijd. 43% van de meisjes geeft de voorkeur aan een oudere jongen. Minstens 5 jaar ouder 2 tot 5 jaar ouder Ongeveer even oud 2 tot 5 jaar jonger Minstens 5 jaar jonger 10% 3% 7% 1 0% Figuur 2.1 Leeftijd eerste sekspartner 33% Veel jongeren kennen elkaar al wat langer Veel jongeren (43%) hebben seks met een partner die ze al een half jaar of langer kennen. Dit geldt voor meisjes veel vaker dan voor jongens. 36% 50% Partner half jaar of langer kennen 56% 77% Een derde van de jongeren (33%) kent elkaar 3 maanden of korter voor zij de eerste keer seks hebben. Bij 6% duurt de relatie minder dan een week of ze kenden elkaar helemaal niet. Figuur 2.2 Kennen eerste sekspartner s minder tevreden over de eerste keer s beoordelen de eerste keer seks veel positiever dan meisjes. Naarmate jongeren meer ervaring hebben vinden ze seks fijner en wordt het verschil tussen jongens en meisjes kleiner.. Niet kennen Minder dan 1 week 1 tot 4 weken 1 tot 3 maanden 3 tot 6 maanden 6 tot 12 maanden Langer dan 1 jaar 63% 3% 4% 7% 8% 1 1 35% Eerste keer seks was fijn 19% 18% 18% 20% Motieven om aan seks te doen De belangrijkste redenen voor jongeren om aan seks te doen zijn: - omdat ze het fijn vinden - omdat ze verliefd zijn - omdat ze de ander willen laten genieten - omdat ze opgewonden zijn. De motieven verschillen weinig tussen jongens en meisjes. Het grootste verschil is te zien bij het motief om een ander een plezier te doen. 77% van de jongens wil de ander een plezier doen tegenover 59% van de meisjes. 25% 24% 30% 7

De motieven om aan seks te doen verschillen wel naar leeftijd en opleidingsniveau. De meest genoemde redenen blijven in alle leeftijdsgroepen ongeveer gelijk. Meerdere keren per dag 1 keer per dag 3% 4% Regelmatig of vaak genoemde motieven: Een aantal keren per week 3 38% 1 keer per week 8% 15% 2 of 3 keer 23% 2 84% 90% 88% 90% omdat ik omdat ik me verliefd ben opgewonden voel 1 keer Geen seks 8% 15% 14% 17% Figuur 2.3 Hoe vaak geslachtsgemeenschap in de afgelopen vier weken? 9 85% 9 9 om de ander te omdat ik laten genieten het fijn vind Leeftijd bepaalt frequentie geslachtsgemeenschap Ruim een derde van de jongeren (34%) heeft meerdere keren per week seks. Met de leeftijd neemt de seksuele activiteit toe. 15% van de jongeren heeft in de afgelopen vier weken geen seks gehad. Dit geldt voor 17% van de jongens en 14% van de meisjes. In de jongste leeftijdsgroep heeft 74% geen seks gehad; in de oudste leeftijdsgroep is dit gedaald naar 10%. Motieven om niet aan seks te doen Een deel van de jongeren (15%) heeft de afgelopen 4 weken niet aan seks gedaan. Daar zijn verschillende redenen voor. De meesten vinden zichzelf nog te jong of het is gewoon nog niet gebeurd. s maken wat meer voorbehoud: ze willen eerst een tijdje verkering hebben en/of verliefd zijn, vinden het eng of ze hebben er gewoon (nog) geen zin in. Bij meisjes speelt angst voor zwangerschap twee keer zo vaak als reden om niet aan seks te doen dan bij jongens. Over het geheel lijken jongens er wat gemakkelijker over te denken dan meisjes. Opvattingen van de ouders of het geloof weerhouden weinig jongeren er van om niet aan seks te doen. Per leeftijdsgroep verschuiven de argumenten. Tabel 2.1 Motieven geen seks Totaal % % % 12 tot 15 jaar % 15 tot 18 jaar % 18 tot 21 jaar % 21 tot 25 jaar % Ik vind mezelf nog te jong 55 48 63 86 46 10 5 Het is gewoon nog niet gebeurd 46 51 41 32 57 71 42 Ik heb daar (nog) geen zin in 26 17 36 34 25 12 9 Ik wil eerst verliefd zijn 26 19 35 25 31 29 15 Ik wil eerst een tijdje verkering hebben 35 26 46 31 43 39 15 Ik wil eerst getrouwd zijn 12 12 12 10 7 8 44 Ik wil geen zwangerschap 11 8 16 18 8 4 3 Ik vind dat (een beetje) eng 19 9 31 19 24 15 9 Er was nog nooit iemand met wie ik dat wilde 20 13 29 15 26 28 15 Het mag niet van mijn ouders of van mijn geloof 5 4 7 6 4 3 6 8

Meestal seks met vaste partner Driekwart van de jongeren heeft seks met een vaste partner, maar er is wel een behoorlijk verschil tussen jongens en meisjes. Met laatste sekspartner langer een relatie 83% kent de laatste sekspartner 3 maanden of langer. Bij de eerste sekspartner was dit nog 68%. s hebben vaker dan jongens een relatie die een half jaar of langer duurt. 68% 80% Minder dan 3 maanden 13% 23% Seks met vaste partner Bijna een kwart van de jongeren heeft voornamelijk losse contacten. Dit geldt voor 3 van de jongens en 20% van de meisjes. s hebben twee keer zo vaak een onenight-stand dan meisjes (jongens 17%, meisjes 8%). 3 tot 6 maanden 6 tot 12 maanden 1 tot 2 jaar Langer dan 2 jaar 15% 9% 1 18% 19% 2 3 39% Meestal leren kennen via vrienden De meeste jongeren hebben hun laatste sekspartner leren kennen via vrienden, school of uitgaan. Dit geldt voor jongens en voor meisjes. Eén op de tien jongeren heeft elkaar leren kennen via een datingapp. Bij 4% van de jongeren is sprake van een vakantieliefde. Figuur 2.4 Duur relatie met laatste sekspartner School 18% Vrienden Vriendinnen 23% Feestje Uitgaan 18% Verliefd zijn leidt niet altijd tot een vaste relatie Bijna twee derde van de jongeren (64%) heeft momenteel geen vaste partner. Een derde heeft een partner van het andere geslacht en een zeer klein aantal () heeft een partner van hetzelfde geslacht. 7 57% Momenteel geen vaste partner 9

3 Beleving Ervaring opdoen met seksualiteit gaat de een gemakkelijker af dan de ander. Seks wordt door de meeste jongeren fijn gevonden. Zowel jongens als meisjes doen weinig tegen hun zin. Bijna driekwart van de jongeren is tevreden over het eigen seksleven. Een kleine groep ervaart seksuele problemen. Seks is voor veel jongeren een bespreekbaar onderwerp. Ouders, vrienden of vriendinnen zijn dan de meest aangewezen gesprekspartners. De opvattingen over seks zijn overwegend positief. Niet alle seks is probleemloos Vooral meisjes benoemen seksuele problemen. Bijna een kwart van de meisjes heeft problemen met klaarkomen. Een kleine groep heeft geen zin in seks (9%) of ervaart pijn (8%). s hebben veel minder last van seksuele problemen, maar zij komen wel vaker dan meisjes te snel klaar. Pijn Snel klaarkomen Niet klaarkomen Geen opwinding Angst Geen zin 0% 0% 3% 5% 6% Figuur 3.1 Seksuele problemen 8% 8% 20% Problemen bespreek je met je vrienden Problemen op seksueel gebied worden in de eerste plaats besproken met vrienden of vriendinnen. Op de tweede plaats komen de partner en de moeder. s stappen vaker naar hun vader dan meisjes. Moeder 4 Vader 2 Vriend of vriendin 49% s bespreken seksuele problemen veel vaker met vriendinnen dan jongens dat met vrienden doen. Ook wanneer er sprake is van verkering blijven meisjes spraakzamer dan de jongens. Opvallend is dat er ook nog een groep jongeren is (9%), die niet weet waar zij met hun vragen terecht kunnen. Weet ik niet Huisarts Kindertelefoon of infolijn Online Vriend, vriendin (verkering) Vriend, vriendin Broer(s), zus(sen) Vader Moeder Niemand 5% 1 3% 6% 7% 3% 6% 23% 2 15% 14% 1 35% 30% 38% 5 5 39% Figuur 3.2 Met wie praten over seksuele problemen Hoe meer ervaren, hoe positiever De eerste keer geslachtsgemeenschap wordt door meisjes minder fijn ervaren (35%) dan door jongens (63%). Naarmate jongeren meer ervaring opdoen beleven zij meer plezier aan seks en wordt het verschil in beoordeling van seks tussen jongens en meisjes steeds kleiner. Van de ervaren meisjes zegt 96% geslachtsgemeenschap fijn te vinden; bij ervaren jongens is dit 94%. 6 Vaste vriend of vriendin (verkering) 4 Seks meestal fijn Geslachtsgemeenschap en het ontvangen van orale seks worden in het seksuele contact het meest gewaardeerd. De verschillen tussen 10

jongens en meisjes zijn klein, evenals de verschillen naar opleidingsniveau. Anale seks Geslachtsgemeenschap Ontvangen van orale seks Geven van orale seks 40% 57% Figuur 3.3 Beleving van deze seks is fijn 66% 73% Positieve opvattingen overheersen Ruim driekwart van de jongeren die seks hebben gehad, vinden seks belangrijk en weten wat ze lekker vinden op het gebied van seks. Ze hebben weinig last van schuld- en schaamtegevoelens. Tabel 3.1 Opvattingen van ervaren jongeren Mee eens Ik schaam me als ik seksuele gevoelens heb 5% Ik vind seks belangrijk 78% Ik voel me schuldig als ik seksuele gevoelens heb 3% Ik vind seks fijn 90% Ik vind het belangrijk dat ik goed ben in seks 67% Ik weet wat ik lekker vind op het gebied van seks 80% Ik vind het belangrijk dat de ander altijd klaarkomt 66% Ik voel me schuldig na het masturberen 8% Ik wil van alles uitproberen op het gebied van seks 6 Ik ben nog niet aan seks toe 3% 96% 94% 9 9 Seks voor het huwelijk algemeen geaccepteerd Van de groep jongeren die ervaring heeft met seks vindt 95% dat seks voor het huwelijk prima is. Hetzelfde geldt voor seks als je verkering hebt of verliefd bent. Bovendien vindt twee derde dat je ook zonder verliefd te zijn wel seks kunt hebben. De Twentse jongeren wijken in hun opvattingen niet af van de Nederlandse jongeren. Jongeren die nog geen ervaring met seks hebben denken over dit alles minder positief. Zij vinden bijvoorbeeld dat seks veel meer gekoppeld is aan verliefd zijn. Slechts een derde van de onervaren jongeren vindt dat je ook zonder verliefd te zijn seks kunt hebben. Meestal prettige gevoelens in bed De meeste jongeren hebben controle over de dingen die in bed gebeuren. Ze voelen zich fijn en opgewonden en praten met de partner over wat hij/zij lekker vindt. Een derde van de jongeren zegt weinig invloed te hebben op wat er in bed gebeurt, maar blijkbaar leidt dat niet tot veel negatieve gevoelens. Tabel 3.2 Beleving seks Regelmatig Ik voelde me fijn 9 Ik voelde me opgewonden 89% Ik liet weten wat ik lekker vond 75% Ik vroeg aan de ander wat hij/zij lekker vond 66% Ik had weinig te zeggen over wat er gebeurde 13% Ik deed dingen die ik niet wilde 3% Ik deed dingen die de ander niet wilde Ik voelde me onzeker over hoe ik eruit zag 20% Ik was bang dat ik iets niet goed deed 23% Toch doet 8% van de jongens en 10% van de meisjes wel eens of regelmatig dingen die zij eigenlijk niet willen. Twee derde van de meisjes voelt zich onzeker over hoe ze er uit zien, tegenover een derde van de jongens. Eveneens twee derde van de meisjes is bang dat ze iets niet goed doen. Ruim de helft van de jongens is bang iets verkeerd te doen in bed. 55% 64% Wel eens of regelmatig bang om iets verkeerd te doen in bed Over seks wordt gepraat Praten over seks is van belang als je tegemoet wilt komen aan de wensen en behoeften van jezelf en je sekspartner. Veel jongeren doen dat ook, maar er is ook een flinke groep die nooit ergens over praat. Hoe ouder de jongeren, hoe vaker er regelmatig over seks wordt gepraat. Het meest gesproken wordt er over de leuke kanten van seks en het voorkomen van zwangerschap. In alle leeftijdsgroepen zijn meisjes spraakzamer over de leuke kanten van seks dan jongens. Verschillen naar opleiding zijn er niet. Eerdere seksuele ervaringen zijn het minst interessant. Het voorkomen van een soa en het gebruik van condooms is voor ruim een derde van de jongeren (37%) een regelmatig gespreksonderwerp. 29% bespreekt het wel eens en 35% praat hier nooit over. 11

Regelmatig bespreken: wanneer een jongen of een meisje seks heeft met veel verschillende partners. s zijn wat dit betreft wat milder. 5 56% 35% 56% dingen die ik dingen die ik leuk vind niet wil doen Een meisje dat met veel verschillende jongens seks heeft Een jongen die een meisje versiert Een jongen die met veel verschillende meisjes seks heeft 46% 39% 67% 67% Een meisje dat een jongen versiert 3% 48% 59% 29% 45% zwangerschap soa voorkomen voorkomen Twee derde tevreden over eigen lichaam s zijn meer tevreden over het eigen lichaam dan meisjes. 7 van de jongens is tevreden tegenover 63% van de meisjes. Hoog opgeleide jongeren zijn meer tevreden over het eigen lichaam dan laag opgeleide jongeren. Ongeveer twee derde van de jongeren is tevreden over gezicht, billen, buik, borsten/- borstkas, geslachtdelen, figuur en het uiterlijk in het algemeen. Het meest tevreden zijn ze over hun gezicht (7); het minst over hun buik (5). Het eigen lichaamsbeeld verschilt weinig tussen jongeren die wel of geen seks hebben gehad. Het lichaamsbeeld lijkt daarmee het wel of niet seks hebben niet in de weg te staan. Toch zijn veel jongens en meisjes (totaal 20%) regelmatig onzeker over hoe ze eruit zien tijdens de seks. Meesten tevreden over seksleven De meeste jongeren (70%) zijn tevreden over hun seksleven. 77% van de meisjes is tevreden tegenover 63% van de jongens. Leeftijd heeft weinig invloed op de tevredenheid. Hoog opgeleide jongeren zijn even tevreden over hun seksleven als laag opgeleide jongeren. Versieren is geen jongenszaak Bijna alle jongeren, zowel jongens als meisjes, vinden het geen punt als een jongen een meisje versiert of omgekeerd. Nog geen keurt versieren af, of dit nu door een jongen of een meisje gebeurt. Seks met meerdere partners vaker afgekeurd door meisjes s keuren het veel vaker dan jongens af, Figuur 3.4 Afkeuren van versieren en seks met meerdere partners Seks na alcohol en drugs 4 van de jongeren heeft wel eens seks gehad na het gebruik van alcohol. 1 heeft wel eens seks gehad na het gebruik van drugs. Hasj of wiet zijn het meest genoemd. Op de tweede plaats komt XTC. Het gebruik van alcohol en drugs neemt toe met de leeftijd. Driekwart van de jongeren van 21-25 jaar heeft wel eens seks na gebruik van alcohol, 2 heeft wel eens seks na gebruik van drugs. Er zijn kleine verschillen tussen jongens en meisjes, wanneer het gaat om seks na het gebruiken van alcohol of drugs. Drugs Alcohol 1 1 4 1 Figuur 3.5 Seks en gebruik van alcohol en drugs Opleiding speelt alleen bij drugsgebruik een rol. Laag opgeleide jongeren hebben vaker drugs gebruikt bij seks dan hoog opgeleide jongeren. 46% 40% 12

4 Diversiteit Niet alle jongeren voelen zich aangetrokken tot het andere geslacht. Lesbische, homoseksuele en biseksuele (LHB 1 -)jongeren zullen veelal in de puberteit ontdekken dat zij de voorkeur geven aan jongens, meisjes of beide. De opvattingen over homoseksualiteit zijn de laatste jaren milder geworden. Dit betekent echter niet dat homoseksuele of biseksuele jongeren gemakkelijk voor hun geaardheid uit (kunnen) komen en evenmin dat ze geen problemen ervaren. Meesten vallen op andere geslacht De meeste jongeren, 89%, zijn wel eens verliefd geweest. Van deze groep valt 94% op het andere geslacht, op beide, 4% op personen van hetzelfde geslacht en weet het nog niet. s zeggen vaker dan meisjes te vallen op iemand van het eigen geslacht. Twente is wat dit betreft vergelijkbaar met Nederland. Vallen op zelfde geslacht Vallen op beide Vallen op andere geslacht 5% Figuur 4.1 Op wie val je? Het verschil tussen jongens en meisjes is niet terug te zien bij de vraag of jongeren recent seks hebben gehad met iemand van het eigen geslacht. 5% van de jongens en 6% van de meisjes beantwoorden deze vraag bevestigend. Kleine groep noemt zich lesbisch, homoseksueel of biseksueel Aan jongeren is gevraagd hoe ze zichzelf noemen. De meesten noemen zichzelf hetero. 3% noemt zich homoseksueel of lesbisch; is biseksueel en 3% weet het nog niet. Weet ik nog niet Biseksueel Homo/lesbisch 4% 3% 4% 95% 93% De verschillen tussen jongens en meisjes zijn klein. 5% Lesbisch, homoseksueel of biseksueel (LHB) Bijna een kwart van de homoseksuele en lesbische jongeren geeft aan liever hetero te willen zijn. Een derde heeft moeite met uit de kast komen De helft van de homoseksuele jongens is 16,7 jaar, wanneer ze openlijk uitkomen voor hun geaardheid. Lesbische meisjes zijn gemiddeld een jaar jonger als zij uit de kast komen, namelijk 15,9 jaar. Deze leeftijden zijn vergelijkbaar met de landelijke gemiddelden. Ongeveer twee derde van de lesbische, homoseksuele en biseksuele (LHB-) jongeren vindt het geen probleem om te vertellen dat zij op jongens, op meisjes of op beide vallen. Een vergelijkbaar aantal geeft eerlijk antwoord als mensen ernaar vragen. Ze vinden ook dat anderen het best mogen weten. De meeste LHB-jongeren vinden hun geaardheid normaal. Een derde van de LHB-jongeren vindt het moeilijk om voor hun seksuele voorkeur uit te komen. Teveel negatieve ervaringen Vooral homoseksuele jongens hebben negatieve ervaringen. Lesbische meisjes hebben aanzienlijk minder problemen, maar worden evengoed uitgescholden, buitengesloten, gepest en krijgen vervelende dingen te horen. Negatieve ervaringen zijn weergegeven in tabel 4.1. In Twente wordt er wat meer gescholden dan landelijk. Hetero 84% 87% Figuur 4.2 Hoe noem je jezelf? 1 Het Twentse onderzoek beperkt zich tot LHB-jongeren door de kleine omvang van de respondentengroep. Andere relationele varianten blijven buiten beschouwing, wat niet wil zeggen dat ze in Twente niet voorkomen. 13

Houding niet altijd even tolerant De houding van jongeren tegenover homoseksualiteit is niet altijd even tolerant. 2 van de jongens en 5% van de meisjes vindt het niet goed, wanneer jongens zich meisjesachtig gedragen. Voor meisjes die zich jongensachtig gedragen zijn jongeren wat milder: 14% van de jongens keurt dit gedrag af tegenover 4% van de meisjes. In beide gevallen zijnde meisjes aanzienlijk toleranter dan jongens. 6% 4% 9% Figuur 4.3 Zoenen niet goed 14% 13% Een negatieve houding blijkt ook, wanneer gevraagd wordt naar zoenen op straat. Het meest afgekeurd worden jongens die elkaar op straat zoenen. Een kwart van de jongens keurt dit af en 14% van de meisjes. Dit is vergelijkbaar met landelijke cijfers. Een kleine groep keurt het af als meisjes elkaar in het openbaar zoenen. Ook het op straat zoenen van een jongen en een meisje kan niet bij iedereen door de beugel. Condoomgebruik minder Allen aan de groep van 18 tot 25 jaar zijn vragen gesteld over het aantal en de frequentie van de seksuele contacten, over veilig vrijen en het doen van een soa-test. Hierin verschillen LHB jongeren weinig van hetero jongeren. Het condoomgebruik ligt bij LHB jongeren wel wat lager. Eén op de drie gebruikt nooit een condoom; bij hetero jongeren is dat één op de vijf. Zeker bij wisselende sekspartners is condoomgebruik aan te bevelen, ongeacht of je hetero of homo bent. 26% nooit begin wel, later niet meer soms wel, soms niet altijd Figuur 4.4 Condoomgebruik Meer testen Homoseksuele jongeren nemen wat vaker het zekere voor het onzekere en laten zich testen op soa en/of aids/hiv. Dit betekent niet dat deze jongeren ook vaker een soa of hiv hebben. Figuur 4.5 Soa- en hiv/aidstest 13% 2 19% 17% homoseksueel/lesbisch/biseksueel soatest afgelopen 12 maanden ooit soa gehad hiv/aidstest afgelopen 12 maanden 3% 6% homoseksueel/lesbisch/biseksueel 25% hetero hetero Deel jongeren onbekend met termen Niet alle jongeren weten wat de termen hetero, homo, lesbisch of biseksueel betekenen. Dit geldt voor 4% van de jongens en 7% van de meisjes. Onbekendheid speelt met name in de jongste leeftijdsgroep en bij laag opgeleide jongeren. 36% 33% 36% 14% 13% Tabel 4.1 Negatieve ervaringen van de groep jongeren die op hetzelfde geslacht of beide vallen Soms % Regelmatig % Soms % Regelmatig % Uitgescholden 44 21 13 7 Buitengesloten 20 21 20 0 Gepest 20 34 13 0 Vervelende dingen geroepen 22 34 20 7 Bedreigd 7 14 0 0 Geschopt of geslagen 7 14 0 0 14

5 Kennis van zaken Seksuele gezondheid staat of valt met goede informatie, kennis en vaardigheden over seksueel gedrag, zoals het gebruik van anticonceptie, het kunnen aangeven van grenzen en het voorkomen van soa s. Internet is tegenwoordig een bron van informatie, maar daarnaast kunnen vrienden en vriendinnen, ouders, de huisarts en de school een belangrijke rol spelen. De mate waarin jongeren gebruik maken van deze informatiebronnen wisselt. Het oordeel over de voorlichting op school is matig. s weten meer dan jongens Jongeren weten al veel over seksualiteit, maar lang nog niet alles. Zie tabel 5.1. Over het algemeen weten meisjes meer dan jongens over seks. 53% Wassen na seks 65% Wassen na seks vermindert het risico op soa niet. 53% van de jongens geeft het juiste antwoord op deze stelling tegenover 65% van de meisjes. 53% 67% Onvruchtbaar door soa Er zijn soa s waardoor meisjes later geen kinderen kunnen krijgen. De helft van de jongens weet dit en twee derde van de meisjes. 57% 68% Morning-after pil bij drogist Ruim de helft van de jongens weet dat je de morning-afterpil bij de drogist kunt krijgen; bij de meisjes is dat ruim twee derde. Over de meeste onderwerpen weten meisjes meer dan jongens. Alleen over soa klachten weten jongens en meisjes evenveel. Geen enkel onderwerp scoort 100% goed. Er zijn altijd jongeren die over onvoldoende kennis beschikken. Dit onderstreept nog eens de noodzaak van relationele en seksuele vorming in het basis- en voortgezet onderwijs. Leeftijd en opleiding ook van invloed Niet alleen geslacht, maar ook leeftijd en opleiding zijn bepalend voor het kennisniveau over seks. Laag opgeleide jongeren hebben wat minder kennis van zaken dan hoog opgeleide jongeren. Zie tabel 5.1. Ook leeftijd speelt een duidelijke rol bij de kennis over seks. Kennis en ervaring nemen toe met de leeftijd. Het verschil tussen de jongste en de oudste leeftijdsgroep is groot. Zo weet 34% van de 12 tot 15 jarigen dat de pil de kans op soa niet verkleint. In de groep van 21 tot 25 jaar weet inmiddels 87% van de jongeren dat dit niet waar is. Bij de meeste onderwerpen zijn vergelijkbare verschillen in kennis te zien. Kennis neemt jaar op jaar toe, maar toch zijn er ook in de oudste groep nog steeds jongeren die niet goed weten hoe de vork in de steel zit als het om seksualiteit gaat. Tabel 5.1 Percentage jongeren dat een goed antwoord geeft op de stellingen Totaal Laag opgeleid Hoog opgeleid De pil verkleint de kans op soa (onjuist) 76% 74% 78% 7 83% Als je je na seks goed wast, loop je minder snel een soa op (onjuist) 58% 53% 65% 57% 6 Je kunt de morning-afterpil bij de drogist kopen zonder doktersrecept (juist) 6 57% 68% 60% 66% Als je geen lichamelijke klachten hebt, kun je toch een soa hebben (juist) 76% 76% 76% 70% 86% Er zijn soa's waarvan meisjes later geen kinderen meer kunnen krijgen (juist) 58% 5 66% 5 66% Als je de pil slikt, kun je later geen kinderen meer krijgen (onjuist) 90% 89% 93% 88% 94% Bij de eerste geslachtsgemeenschap bloedt een meisje altijd (onjuist) 67% 6 74% 6 76% De meeste soa's gaan vanzelf over (onjuist) 7 70% 73% 70% 75% 15

Meeste kennis via internet Websites, social media en apps worden door jongeren het meest gebruikt om informatie over seks op te zoeken. Op de tweede plaats komt een goede vriend of vriendin en op de derde plaats wordt moeder genoemd. Internet 57% Vriend Vriendin 43% Moeder 29% Het meest besproken onderwerp is verliefd zijn en relaties. Onderwerpen die weinig worden besproken zijn het voorkomen van een soa en het voorkomen van vervelende ervaringen. Voorlichting op school matig Vrjwel alle jongeren (95%) hebben op school voorlichting gekregen over seksualiteit en relaties. De waardering voor deze informatie is niet zo hoog. Gemiddeld geven de jongeren een 5,8 (op een schaal van 1 tot en met 10). s en meisjes oordelen hetzelfde. Ook leeftijd heeft geen invloed. Laag opgeleide jongeren geven landelijk wel een lagere waardering. s praten wat vaker dan jongens met vriendinnen of met hun moeder als ze iets over seks willen weten. Ze lezen ook vaker een boekje of een tijdschrift. s stappen wat eerder naar hun vader. Sense of de GGD is slechts voor 3% van de jongeren een bron van informatie. 7% van de jongeren gaat naar de huisarts voor informatie over seks. s doen dit wat vaker dan jongens. Naarmate jongeren ouder worden, hebben ze vaker contact met de huisarts. Verliefdheid meest besproken met vrienden en ouders De meeste jongeren spreken met ouders, vrienden of vriendinnen wel eens of regelmatig over seks. Seks op tv of online Online versturen van naaktfoto's en seksfilmpjes Hoe vervelende ervaringen voorkomen Hoe soa voorkomen Hoe zwangerschap voorkomen Dingen die je niet wilt doen Hoe je seks leuk kunt maken Verliefdheid en relaties 5% 14% 7% 4% 18% 10% 1 8% 2 15% 1 20% 25% 33% 68% Rapportcijfer 5,8 Meeste info op school over anticonceptie De meest informatie op school wordt gegeven over anticonceptie. Daarnaast zijn soa, hiv, aids en voortplanting veelbesproken onderwerpen. Opvallend is, dat de leuke kanten van seks en sexting weinig aan bod komen, terwijl dit actuele thema s zijn. Sexting Seks op tv en online Homoseksualiteit Leuke kanten van seks Seks tegen je wil Soa, hiv, aids Voortplanting Voorbehoedmiddelen Verliefdheid en relaties 19% 27% 25% 33% 40% 47% 56% 55% 66% Figuur 5.2 Onderwerpen die veel of in voldoende mate aan de orde komen op school Vrienden Ouders Figuur 5.1 Regelmatig spreken met ouders of vrienden 16

6 Seks online Internet biedt vele mogelijkheden voor informatie en contact. Voor jongeren is internet de belangrijkste bron van informatie over seks. Het is bovendien een middel om in contact te komen met nieuwe partners. Internet kan echter ook vervelende situaties opleveren, wanneer bijvoorbeeld ongewild naaktfoto s of seksfilmpjes worden verspreid. Google meest genoemde informatiebron Op een open vraag over welke websites goede informatie geven over seksualiteit antwoordt de helft van de jongeren: Google. Op de tweede plaats noemen zij Sense (16%) en verder de GGD (7%) en Wikipedia (6%). Daarnaast wordt een gevarieerd aantal sites genoemd, variërend van de thuisarts tot pornosites. Betrouwbare websites weinig bezocht Hoewel ongeveer de helft van de jongeren met vragen over seks zijn of haar weg zoekt via internet heeft driekwart nog nooit gebruik gemaakt van een aantal betrouwbare websites. Van deze websites is de site van Sense nog het vaakst geraadpleegd. Op de tweede plaats komt het sekswoordenboek forum. 15% Voorkeur voor real life contact Veel gebruik van social media betekent nog niet dat alles op het gebied van seksualiteit en relaties via chats verloopt. De meeste jongeren geven de voorkeur aan real life contact ondanks veelvuldig social media gebruik. Er zijn weinig verschillen tussen jongens en meisjes als het gaat om opvattingen over de manier van contact leggen en contact onderhouden. Een relatie/verkering uitmaken Met iemand een afspraak maken voor een date Iemand een complimentje geven Zeggen wat je wl en niet fijn vindt op het gebied van seks Iemand beter leren kennen 54% 50% 75% 7 8 75% 70% 70% 87% 80% 8% Iemand laten merken dat je hem of haar leuk vindt 57% 59% 7% 6% 5% Weinig afspraakjes via social media Social media, zoals WhatsApp, Instagram, Snapchat, Facebook en YouTube blijken door weinig jongeren gebruikt te worden om een afspraakje te maken en in nog minder gevallen leidt dit ook tot een seksueel contact. Ruim driekwart van de jongeren (77%) heeft in het afgelopen half jaar geen afspraak gemaakt via social media. Bijna een kwart doet dit wel, maar in de meeste gevallen (9) leidt dat niet tot een seksueel contact. In Twente is dit niet anders dan in de rest van Nederland. Figuur 6.1 Opvattingen over wat gemakkelijker is in real life contact Ruim een derde gebruikt dating app Ruim een derde van de jongeren (37%) heeft wel eens een dating app gebruikt. Meest genoemd is Tinder gevolgd door Hot or not. Verder zijn Badoo, Grindr en Happn een enkele keer genoemd. 9% van de online datende jongeren heeft ook daadwerkelijk iemand in het echt ontmoet. Meest gebruikte dating apps 26% 16% 17

Eén op de zeven ervaring met sexting Met de mogelijkheden die internet en social media bieden, is ook een nieuw fenomeen ontstaan: sexting. Dit is het verzenden en/of ontvangen van seksueel getinte foto s, filmpjes of tekstberichten. De verspreiding van seksueel getinte berichten, foto s en filmpjes kan leuk en spannend zijn, maar het brengt ook risico s met zich mee. Beelden kunnen per ongeluk of expres worden doorgestuurd, bijvoorbeeld om te pesten. Eenmaal op internet kan een ieder doen met intieme foto s of filmpjes wat hij of zij wil. De gevolgen hiervan kunnen zeer ingrijpend zijn. 15% van de Twentse jongeren heeft in het afgelopen half jaar op de een of andere manier zelf aan sexting gedaan. Landelijk ligt dit percentage op 17%. Ruim één op de tien heeft minstens één negatieve ervaring met sexting 7% 16% Negatieve ervaring met sexting s hebben veel vaker negatieve ervaringen met sexting dan jongens. Er zijn kleine verschillen naar opleiding. Laag opgeleide jongeren doen wat vaker aan sexting en hebben vaker negatieve ervaringen, dan hoog opgeleide jongeren. Grote groep keurt sexting af Ruim 40% van de jongeren vindt het niet goed om een naaktfoto van zichzelf te sturen aan de eigen vriendin of vriend. Een kleine groep (10%) heeft wel eens een naaktfoto of filmpje van zichzelf aan iemand verstuurd. Enkelen (4%) hebben naaktfoto s of filmpjes van anderen doorgestuurd. Een meisje dat een naaktfoto van zichzelf naar haar Een meisje dat een naaktfoto van zichzelf naar haar vriend stuurt vriend stuurt. Een jongen die een naaktfoto van zichzelf naar zijn Een jongen die een naaktfoto van zichzelf naar zijn vriendin stuurt vriendin stuurt. Goed Neutraal Niet goed Goed Neutraal Niet goed 14% 25% 37% 4 50% 34% 14% 20% 37% 43% 49% 37% Figuur 6.2 Houding ten aanzien van sexting Tabel 6.1 Sexting Totaal Laag opgeleid Hoog opgeleid Je borsten of geslachtsdelen laten zien tijdens een videochat 6% 6% 6% 6% 6% Een naaktfoto of seksfilmpje van jezelf aan iemand gestuurd 10% 9% 1 10% 10% Seksuele dingen gedaan tijdens een videochat 5% 6% 4% 5% 4% Een naaktfoto of seksfilmpje gezien van iemand die je kent 26% 30% 2 29% 24% Een naaktfoto of seksfilmpje van iemand anders verstuurd 4% 5% 5% Iemand stuurde mij een naaktfoto of seksfilmpje van zichzelf 23% 23% 23% 26% 20% Iemand maakte een naaktfoto of seksfilmpje van mij 3% 3% 3% 3% Iemand liet een naaktfoto of seksfilmpje van mij aan anderen zien 4% 5% 3% 5% Iemand deelde een naaktfoto of seksfilmpje van mij met anderen 3% 4% 4% Iemand vroeg mij om een naaktfoto of seksfilmpje van mijzelf 16% 1 2 17% 14% Ik zag iemands geslachtsdelen tijdens een videochat 1 1 9% 13% 7% Ik zag iemand masturberen tijdens een videochat 9% 10% 8% 1 7% 18

Sexting niet voor iedereen gespreksonderwerp Ruim de helft van de jongeren (57%) praat nooit met de ouders over het online versturen van seksueel getinte berichten, foto s of filmpjes. Een derde zegt er wel eens met ouders over te praten en 10% doet dit regelmatig. s bespreken sexting vaker met hun ouders dan jongens. Regelmatig Wel eens Nooit 4% 17% 26% Figuur 6.3 Praten met ouders over sexting Porno binnen handbereik Via internet kan gemakkelijk naar erotisch getint materiaal gezocht en gekeken worden. Een flinke groep jongeren (59%) doet dat ook, jongens vaker dan meisjes. Het opleidingsniveau heeft geen invloed op het kijkgedrag. 75% Minstens één keer contact met erotisch Materiaal in het afgelopen half jaar Pornofilmpjes meest populair Bij de jongeren die minstens drie keer per maand naar porno kijken zijn de pornofilmpjes op internet het meest populair. Dit geldt voor zowel jongens als meisjes. Pornofilmpje op DVD of blu-ray 4% Pornofilmpje 34% online 73% Houding Pornofoto's ten aanzien van porno 20% s online denken positiever over porno 53% dan meisjes, maar het verschil is klein. Klopt dit? Pornofoto's in 7% tijdschrift 2 Figuur 6.4 Hoe naar porno kijken? 38% 37% 44% 70% Vergeleken met eerder landelijk onderzoek is er niet zozeer een verschuiving te zien in de mate waarin jongeren naar porno kijken, maar wel in het medium dat ze daarvoor gebruiken. Het gebruik van pornoboekjes, seksfilms op tv en dvd s neemt af ten gunste van internet. Opvattingen over porno verschillen tussen jongens en meisjes Driekwart van de jongeren is het erover eens dat porno niet hetzelfde is als echte seks. s denken vaak wat positiever over porno dan meisjes. s vinden vaker dat je van porno nog wat kunt leren en ze vinden porno ook duidelijk vaker opwindender dan meisjes. Omgekeerd vinden meisjes porno veel vaker vies dan jongens. Seks in porno is niet hetzelfde als echte seks Porno kijken is slecht Van porno leer je wat je moet doen tijdens seks Van porno leer je wat seks is In porno zie je wat mannen lekker vinden In porno worden vrouwen vaak slecht behandeld In porno zie je wat vrouwen lekker vinden Porno kan opwindend zijn De meeste porno is vies Figuur 6.5 Opvattingen over porno 1 1 13% 16% 10% 16% 10% 16% 35% 30% 25% 34% 38% 44% 74% 74% 69% 83% 19

7 Voorkomen Het hebben van seksuele contacten vraagt om een goede bescherming tegen ongeplande zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa s). De meeste jongeren nemen inderdaad voorzorgsmaatregelen en gebruiken anticonceptie. Een kleine groep vrijt onbeschermd. Condooms worden niet altijd gebruikt in situaties waarin dit eigenlijk wel wenselijk is. Bijna driekwart gebruikt eerste keer condoom Bijna driekwart van de jongeren (70%) gebruikt bij de eerste keer geslachtsgemeenschap een condoom, al dan niet gecombineerd met een ander voorbehoedmiddel. Een kwart (26%) gebruikt de eerste keer alleen een condoom. 44% van de jongeren gebruikt een condoom èn de anticonceptiepil (Double Dutch). Eén op de vijf gebruikt alleen de pil en één op de elf gebruikt helemaal niets. Uit het landelijk onderzoek blijkt dat laag opgeleide jongeren vaker geen voorzorgsmaatregelen nemen bij de eerste keer geslachtsgemeenschap dan hoog opgeleide jongeren. Niets Alleen condoom Alleen pil of ander voorbehoedmiddel Pil en condoom 10% 8% 29% 2 2 2 40% 49% Figuur 7.1 Gebruik pil en condoom bij eerste keer Soa niet voor iedereen gespreksonderwerp Het correct gebruik van condooms voorkomt soa s. Bij de eerste keer seks is het voorkomen van een soa voor 43% van de jongeren een gespreksonderwerp. Ruim een kwart heeft er niet aan gedacht en ongeveer een even groot aantal vond het niet nodig om het te bespreken. Slechts een enkeling durft er helemaal niet over te praten. Condoomgebruik van korte duur Voor jongeren die aan een nieuwe relatie beginnen, is het niet alleen van belang om goede anticonceptie te gebruiken, maar ook om zeker te weten dat er geen soa in het spel is. Het algemene advies is om bij een nieuwe relatie minstens 3 maanden een condoom te gebruiken en vervolgens een soa-test te doen. Van de jongeren die aan het begin van hun relatie een condoom gebruikten, is 17% hiermee al binnen een week gestopt. Eenendertig procent gebruikte één tot vier weken condooms en 29% één tot drie maanden. Nog geen kwart van de jongeren heeft het gebruik van condooms drie maanden of langer volgehouden. 17% 3 29% 24% < 1 week 1 tot 4 1 tot 3 3 maanden weken maanden of langer Duur condoomgebruik bij groep die gestopt is Redenen om condoomgebruik te stoppen Jongeren kunnen stoppen met condoomgebruik als zij zeker weten dat zij geen soa hebben en een ander betrouwbaar anticonceptiemiddel gebruiken. In tabel 7.1 zijn de meest genoemde redenen weergegeven om geen condoom (meer) te Tabel 7.1 Redenen om geen condoom (meer) te gebruiken* Totaal % We gebruikten al de pil of een ander voorbehoedmiddel % % Laag opgeleid % Hoog opgeleid % 83 76 89 81 87 We vertrouwden elkaar 65 63 66 67 63 We hadden al lang een vaste relatie (verkering) 43 43 43 43 44 Met een condoom is het minder lekker 52 59 46 55 48 We hadden allebei nog nooit seks gehad met iemand anders 12 13 11 13 11 We hadden geen condooms bij ons 13 16 9 10 16 * Percentages van de groep die niet altijd of geen condoom (meer) gebruikt 20

gebruiken. Verreweg het vaakst genoemd is we gebruikten al de pil of een ander voorbehoedmiddel. Veel jongeren hebben zoveel vertrouwen in elkaar dat ze een condoom niet nodig vinden. Ruim de helft vindt vrijen met een condoom minder lekker. Onervarenheid en vergeetachtigheid spelen ook een rol, maar in veel mindere mate. Geen condoom op zak Van de jongeren heeft 19% altijd een condoom bij zich als het nodig is. s hebben vaker een condoom bij zich dan meisjes. Vooral als jongeren een vaste relatie hebben, hebben ze vaak geen condoom meer op zak. Altijd Meestal wel De helft van de keren Meestal niet Nooit Ik heb ze nooit nodig Figuur 7.2 Condoom bij je? De opvattingen over het kopen en bij je hebben van condooms verschillen tussen meisjes en jongens. 39% 3% 9% 5% 1 1 14% 45% 20% Het is gênant om condooms te kopen (mee eens). 40% 3 25% 3 3 35% Meeste meisjes gebruiken de pil Bijna alle meisjes (9) die ervaring hebben met geslachtsgemeenschap gebruiken anticonceptie. De pil is nog steeds het meest populair. 74% Bijna driekwart van de meisjes slikt de pil. 54% gebruikt bij geslachtsgemeenschap alleen de pil als anticonceptie; 20% gebruikt de pil in combinatie met een condoom en 15% heeft een hormoon-spiraaltje. Middelen als de prikpil en de anticonceptiering of staafje worden vrijwel niet gebruikt. Het gebruik van de pil is tamelijk stabiel in alle leeftijdsgroepen vanaf 15 jaar. In de groep 21 tot 25 jaar neemt het gebruik van het spiraaltje toe tot 20%. Uit het landelijk onderzoek komt naar voren dat het gebruik van de pil de laatste jaren afneemt ten gunste van andere anticonceptiemiddelen. Pil Condoom Pil en condoom Prikpil Anticonceptiering Anticonceptiestaafje Spiraaltje 8% 15% 20% Figuur 7.3 Huidige anticonceptie door meisjes 54% Huisarts vaak betrokken bij keuze anticonceptie Het is belangrijk dat jongeren een anticonceptiemiddel kiezen dat goed bij hen past en dat zij instructies krijgen over het gebruik. Het merendeel van de meisjes (84%) heeft hiervoor een gesprek gehad met de huisarts, een enkeling met een gynaecoloog. Als je condooms bij je hebt lijkt het alsof je op seks uit bent (mee eens) Weinig condooms via ouders Er zijn weinig jongeren die via hun ouders condooms krijgen. Van de jongeren tot 18 jaar heeft 4% één keer en eveneens 4% meerdere keren condooms gekregen van ouders. s krijgen bijna drie keer zo vaak condooms als meisjes. 21

8 Overdraagbaar Het risico op een seksueel overdraagbare aandoening (soa) wordt voorkomen door het correct gebruiken van condooms. Wie vermoedt dat hij of zij een soa heeft opgelopen, kan zich laten testen. Een kleine groep jongeren doet dat ook. Het gaat om ruim twee keer zoveel meisjes als jongens. Kleine groep doet soa-test In Nederland krijgen per jaar ruim 100.000 mensen een soa. Chlamydia komt het meeste voor, gevolgd door gonorroe en syfilis, hiv en hepatitis B. Ook herpes en genitale wratten zijn soa s, maar worden in geval van klachten zonder test vastgesteld. Een soa geeft niet altijd klachten, maar kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid. Het vaststellen van een soa kan door het uitvoeren van een soa-test. Ruim helft jongeren gaat naar soa-poli De meeste jongeren gaan voor een soa-test naar de poli seksuele gezondheid van de GGD. Op de tweede plaats komt de huisarts. Huisarts SOA poli Ziekenhuis Zelftest opgestuurd naar lab Zelftest uitslag thuis Anders 6% 9% Figuur 8.1 Testlocaties voor soa 40% 57% 9% van de Twentse jongeren die ervaring hebben met orale seks, geslachtsgemeenschap en/of anale seks, heeft in de afgelopen 12 maanden een soa-test gedaan. Dit percentage ligt lager dan het Nederlandse gemiddelde (15%). De meeste testen worden gedaan door jongeren van 21 tot 25 jaar. Het opleidingsniveau heeft geen invloed op meer of minder vaak testen. Jongeren testen vaker, wanneer zij meerdere sekspartners of wisselende contacten hebben. s doen vaker een soa-test 6% 1 Soa-test gedaan in het afgelopen jaar s laten zich vaker testen dan jongens. Landelijke gegevens laten zien dat zij ook vaker een soa hebben. In Twente is bij van de seksueel actieve jongeren een soa geconstateerd. Dit percentage is lager dan het Nederlandse gemiddelde (). Verschillende redenen voor soa-test De meeste jongeren doen een soa-test omdat ze onveilige seks hebben gehad of om zeker te weten dat ze geen soa hebben. Andere veelgenoemde redenen zijn: het beginnen aan een nieuwe relatie, de wens om zonder condoom te willen vrijen of het slim vinden om zo nu en dan te laten testen. Geen klachten, geen test Veel seksueel actieve jongeren vinden dat zij geen risico hebben gelopen en laten zich daarom niet testen op soa of hiv. Ook het niet hebben van lichamelijke klachten die met soa of hiv te maken zouden kunnen hebben, wordt door 45% van de jongeren genoemd als reden om geen soa-test te doen. Ik vind dat ik geen risico heb gelopen Ik heb geen onveilige seks gehad Ik heb daar niet aan gedacht Ik heb geen lichamelijke klachten Ik wist niet dat ik me kon laten testen Ik wist niet waar ik me kon laten testen Ik ben bang voor de uitslag Ik vind het eng om me te laten testen 0% 7% 7% 4% 2 14% 1 14% 33% 35% 47% 39% Figuur 8.2 Redenen om geen soa-test te doen 74% 69% 22

9 Zwangerschap Door veilig vrijen wordt het risico op een ongeplande zwangerschap uiterst klein. De ene maatregel is echter betrouwbaarder dan de andere. In de wat oudere leeftijdsgroep kan bij jongeren een reële kinderwens bestaan. Een aantal jongeren in deze groep heeft inderdaad kinderen. Kleine groep loopt groot risico De meeste jongeren (86%) hebben bij het laatste sekscontact iets gedaan om zwangerschap te voorkomen. Dit percentage ligt hoger dan in de rest van Nederland (79%). Jongeren met een hoog opleidingsniveau nemen vaker voorzorgsmaatregelen dan jongeren met een laag opleidingsniveau. Eén op de zeven jongeren (14%) neemt geen maatregelen om zwangerschap te voorkomen. eenmalig gebruik van de morning-afterpil neemt toe met de leeftijd. Het vaker gebruiken neemt juist af met de leeftijd. Er zijn geen verschillen naar opleiding. Waarom morning-afterpil geslikt? De meest genoemde reden om de morningafterpil te gebruiken is het vergeten van de anticonceptie pil. Een derde geeft aan geen voorbehoedmiddel te hebben gebruikt. Pil meest gebruikt om zwangerschap te voorkomen Er zijn verschillende methoden om zwangerschap te voorkomen. Pil en condoom zijn, mits correct gebruikt, betrouwbare methoden. Periodieke onthouding, terugtrekken en de morning-after pil zijn dat niet, maar worden wel door een flink aantal jongeren gebruikt. Periodieke onthouding Terugtrekken Morning after pil Ander voorbehoedmiddel Figuur 9.1 Wat gedaan bij laatste sekscontact? Gebruik morning-afterpil beperkt De morning-afterpil is een pil die meisjes kunnen slikken als zij onveilige seks hebben gehad. Het slikken van de morning-afterpil verkleint de kans op zwangerschap. 9% Pil Condoom 7% 10% 20% 15% Gebruik morning-afterpil in het afgelopen jaar 58% Ongeveer 9% van de Twentse meisjes heeft het afgelopen jaar één keer de morning-after pil geslikt; 3% deed dit meerdere keren. Het 79% Andere reden Pil werkte niet goed Pil vergeten Condoom gescheurd of afgegleden Geen voorbehoedmiddel gebruikt Figuur 9.2 Reden voor morning-afterpil gebruik Klein aantal meisjes toch zwanger In de Twentse respondentengroep hebben enkele jongeren te maken gehad met zwangerschap. Uit het landelijk onderzoek komt naar voren dat 3% van de meisjes ooit zwanger is geweest. In bijna alle gevallen was dit een ongeplande zwangerschap. Landelijk gezien komt zwangerschap vaker voor bij laag dan bij hoog opgeleide meisjes. Zwangerschappen nemen landelijk toe met de leeftijd en komen het meeste voor in de groep van 21 tot 25 jaar. Slechts weinig meisjes hebben een abortus of een miskraam gehad. Enkele jonge ouders In de Twentse respondentengroep hebben enkele meisjes een kind gekregen. Landelijk zitten de meeste jonge ouders in de groep van 21 tot 25 jaar. 3% 10% Liever niet zwanger Aan meisjes is gevraagd hoe zij het zouden vinden om zwanger te zijn. De meeste meisjes (8) willen dit liever niet en 1 lijkt het (erg) leuk. Pas in de leeftijd van 21-25 jaar vindt een wat grotere groep meisjes het leuk om zwanger te zijn. Uit het landelijk onderzoek komt naar voren dat laag opgeleide meisjes positiever tegenover zwangerschap staan dan hoog opgeleide meisjes. 33% 3 45% 23

10 Over de grens Relationele en seksuele ontwikkeling houdt in dat jongeren elkaars wensen, gevoelens en grenzen moeten aftasten en leren respecteren. Wat vind je zelf fijn, wat vindt de ander plezierig? Wat doen we wel en wat niet? De meeste jongeren doen niet tegen hun wil aan seks. Er blijken echter toch situaties te zijn, waarin jongens en meisjes zich gedwongen voelen of overgehaald zijn tot handelingen die zij eigenlijk niet willen. Eerste keer meestal uit vrije wil Bij 88% van de jongeren vindt de eerste keer seks op vrijwillige basis plaats. Beide partners willen het. s rapporteren vaker vrijwilligheid dan meisjes. Bij 10% haalt de een de ander over en in van de gevallen is er sprake van dwang. Laag opgeleide jongeren geven vaker aan gedwongen te zijn tot seks dan hoog opgeleide jongeren. Ik heb de ander gedwongen Ik heb de ander overgehaald Ik werd gedwongen Ik werd overgehaald We wilden het allebei Figuur 10.1 Ervaring bij eerste keer geslachtsgemeenschap Eén op de veertien meisjes gedwongen tot seksuele handelingen Binnen de Twentse respondentengroep geeft 8% van de jongeren aan wel eens gedwongen te zijn tot seksuele dingen die hij of zij niet wilde. Het gaat om 3% van de jongens en 13% van de meisjes. Dwang wordt het meest gerapporteerd in de groep van 21 tot 25 jaar en gaat in een aantal gevallen gepaard met geweld. Opleidingsniveau heeft geen invloed op het voorkomen van dwang. Bijna een derde heeft minstens één keer ongewenste seksuele ervaring gehad 16% 0% 0% 4% 1 5% 45% Minstens één keer ongewenste seksuele ervaring 84% 9 Bijna een derde (30%) van de jongeren heeft minstens één keer ooit een ongewenste seksuele ervaring gehad (variërend van zoenen tot anale seks). Het gaat hier om handelingen die iemand anders bij de jongere deed of handelingen die de jongere zelf bij iemand anders moest doen. s benoemen aanzienlijk vaker ongewenste seksuele ervaringen dan jongens. Het meest genoemd is het tegen de wil aanraken van borsten, billen of geslachtsdelen. Bijna een kwart van de jongeren noemt dit. Veel meer meisjes dan jongens hebben hier last van. Iemand zoende me Iemand raakte mijn borsten, billen of geslachtsdelen aan Aftrekken/vingeren Orale seks Geslachtsgemeenschap Anale seks 9% 6% 0% 4% 6% 0% 10% Figuur 10.2 Minstens één keer ongewenste seksuele ervaring 19% Van degene die ooit aftrekken, vingeren, orale seks, geslachtsgemeenschap of anale seks tegen de wil heeft meegemaakt, heeft bijna een derde dit vaker dan één keer meegemaakt. Meeste ongewenste handelingen door een oudere jongen of man In 87% van de gevallen is de seksuele handeling verricht door een jongen of man. In 1 van de gevallen wordt een meisje of vrouw als schuldige aangewezen. Vaak zijn degenen die deze ongewenste handelingen uitvoeren ouder dan het slachtoffer. In een derde van de gevallen zijn dader en slachtoffer ongeveer even oud. 38% 24

Diverse daders Ongewenste seksuele handelingen worden niet alleen door vrienden, vriendinnen, expartners of andere bekenden uitgevoerd, maar ook door onbekenden en familie. Ruim driekwart van de jongeren (78%) bespreekt negatieve ervaringen. s doen dit vaker (83%) dan jongens (55%). Negatieve ervaringen worden het vaakst besproken met vrienden of vriendinnen. Een onbekende Een familielid Een bekende (van school of uit de buurt) 10% 20% 27% Bijna helft heeft hulp gekregen Bijna de helft van de jongeren (47%) heeft hulp gekregen bij het verwerken van de negatieve seksuele ervaringen. Die hulp kwam voornamelijk van vrienden, familie en bekenden en in mindere mate van een arts of hulpverlener. Een goede vriend(in) 4% Vrienden, kennissen, familie 39% Iemand met wie ik seks had, maar geen relatie Mijn vriend(in) of ex vriend(in) 9% 29% Online Hulpverlener of arts Geen hulp 3% 15% 53% Figuur 10.3 Wie voerde ongewenste seksuele handeling uit? Alcohol en drugs spelen een rol bij grensoverschrijdend gedrag Van degenen die tegen hun wil seksuele dingen meemaakten zegt bijna een kwart dat dit gebeurde na gebruik van alcohol of drugs. Bij meisjes is dit vaker het geval dan bij jongens. Het verschil naar opleiding is opvallend. 19% van de laag opgeleide jongeren rapporteert ongewenste handelingen onder invloed van alcohol of drugs tegenover 3 van de hoog opgeleide jongeren. Het landelijk onderzoek bevestigt deze verschillen. Landelijk rapporteert 23% van de laag opgeleide jongeren en 33% van de hoog opgeleide jongeren ongewenste seksuele handelingen onder invloed van alcohol of drugs. Figuur 10.4 Van wie hulp gekregen bij verwerken ervaringen Klein aantal doet aangifte In 7% van de gevallen is naar aanleiding van ongewenste seksuele handelingen aangifte gedaan bij de politie. Dit is uitsluitend door meisjes gebeurd. Seks voor geld Geld betalen voor seks gebeurt weinig. Slechts een enkele keer betalen jongens voor seks en dan voornamelijk in de groep van 21 tot 25 jaar. s doen dit niet. Ook een cadeau of geld ontvangen voor seks komt weinig voor. Driekwart bespreekt negatieve ervaringen Goede vriend of vriendin 63% Ouders 27% Broer of zus 1 Arts 13% Politie 4% 25

Bij het tot stand komen van het rapport Seks onder je 25 e hebben het team epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleid (EGB) en het team seksuele gezondheid van GGD Twente intensief samengewerkt. Het team EGB stimuleert gezond gedrag door onderzoek, beleidsadvisering en het ondersteunen van gezondheidsbevorderende activiteiten en maatregelen. Het team seksuele gezondheid van GGD Twente zet in op het bevorderen van leuke, gezonde en gewenste seksuele relaties. Preventief zetten wij in op risicogroepen zoals jongeren, sekswerkers en mannen die seks hebben met mannen. Om te zorgen dat jongeren seksueel gezond zijn en blijven adviseren en trainen wij professionals die met jongeren werken. Wij testen risicogroepen op seksueel overdraagbare aandoeningen en behandelen waar nodig. Door het stimuleren van partnerwaarschuwing gaan wij verdere verspreiding van soa s tegen. Tijdens de spreekuren motiveren we cliënten tot gezond seksueel gedrag. Op deze manier zetten wij ons in voor de seksuele gezondheid van inwoners van Twente. Wilt u meer weten over de gezondheid in Twente? Kijk dan op: www.twentsegezondheidsverkenning.nl. EMAIL info@ggdtwente.nl TWITTER @TwentseGV WEBSITE twentsegezondheidsverkenning.nl 26

27