Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die je over het onderwerp hebt. Begin je vragen altijd met WAT WAAROM HOE WANNEER WIE WAAR Deze vragen en een woordspin zijn handig omdat: Je een indeling krijgt van je spreekbeurt Je de belangrijkste dingen al op een rijtje hebt 2. Informatie verzamelen en opzoeken Speur in boeken, op het internet, in folders, bij familie naar informatie en antwoorden op je vragen. Bij het opzoeken op het internet gebruik je de woorden uit je woordspin als zoekwoorden. Bv. onderwerp: ridders Zoekwoorden: ridder, kasteel, harnas, middeleeuwen, zwaard, toernooi Gebruik meer dan één zoekwoord tegelijk bv. je wil iets opzoeken over het dier: de das Wanneer je dan in Google gewoon het woord das intypt, krijg je heel wat websites die niets te maken hebben met jouw onderwerp. Wanneer je das + zoogdier intypt, krijg je enkel informatie over het dier. Typ een vraag in bv. Waar leeft de das? Gebruik verschillende zoekmachines: - www.google.be - http://jouwzoekmachine.be - http://koekelen.nl - www.netwijs.nl Zoek niet alleen tekst! Zoek duidelijke afbeeldingen of interessante filmpjes. Wanneer je enkel een stukje van een filmpje wil gebruiken kan je het filmpje downloaden en bewerken in Movie Maker. Vraag hiervoor hulp aan de juf of meester. 1
3. Zoekresultaten op het internet bekijken Bekijk de eerste pagina met zoekresultaten. Zoek daar naar bruikbare en betrouwbare websites. Aan de naam van de website kun je vak al zien welke informatie er op staat Wikipedia geeft vaak goede informatie maar de teksten zijn voor volwassenen geschreven, de informatie klopt ook niet altijd. Kijk kritisch naar informatie op websites en controleer deze informatie ook altijd. Vind je deze informatie maar op één site, dan kan het zijn dat de informatie niet juist is. Werk met tabbladen: Hiervoor ga je met je rechtermuisknop op de link staan en kies je voor Link openen in nieuw tabblad. Op deze manier kan je verschillende websites openen in je scherm en kan je ze één voor één gaan bekijken. Wanneer je klaar bent met een website, sluit je het tabblad. Met de terug-pijl links bovenaan, kan je altijd terug naar waar je vandaan kwam. Plaats de gevonden informatie in een Word-document. Informatie die je niet kan kopiëren en plakken of die je lieven op papier naleest print je af (vraag dit wel aan de juf of meester). 4. Gevonden informatie verwerken A. Tekst LEZEN, LEZEN EN NOG EENS LEZEN Schrik niet! Het is niet de bedoeling om alle informatie die je nu hebt, letter voor letter te lezen! Jij gaat nu zappend lezen. Zo lees je zappend: 1. Bekijk de inhoudstafel van een boek 2. Blader naar de hoofdstukken waar je iets aan hebt 3. Lees dan de kopjes in de tekst 4. Als je nuttige informatie vindt, kleef je er bv. een post-it tussen. 5. Je kunt op die post-it het trefwoord schrijven waarover het gaat. 6. Doe dit ook bij de andere artikels, teksten die je gevonden hebt. 2
Maak van de gevonden informatie in Word een samenvatting of een mindmap in bv. e-mindmaps. Tip: Vat bij een gevonden tekst elke alinea kort samen Gebruik voor je samenvatting het stappenplan uit je huistakenmap (leren leren) Duid belangrijke informatie aan met fluo Zoek woorden die je niet kent op in het woordenboek, schrijf de betekenis bij het woord Zorg dat je alles wat je aan informatie verwerkt ook zelf begrijpt Schrijf de informatie in je eigen woorden op B. Afbeeldingen Sla afbeeldingen die je wil gebruiken op op je USB-stick. Maak hiervoor een mapje met de naam afbeeldingen spreekbeurt. C. Filmpjes Wil je filmpjes gebruiken van www.youtube.com of http://www.schooltv.nl/ of een andere website. Maak dan een Word-bestand aan met daarop alle links naar deze filmpjes. Zo kan je de links altijd makkelijk terugvinden. Sla dit bestand op op je USB-stick onder Lijst filmpjes. 5. Informatie structureren en informatie opbouwen Je PowerPoint of andere presentatie zal bestaan uit dia s of vakken. Het is dus belangrijk dat je je opgezochte informatie gaat structureren. Een voorbeeld: 1- begroeting 2- inleiding/inhoud (wat, waarover, waarom, ) 3- titel hoofdstuk 1 4- titel hoofdstuk 2 (enz.) 5- afsluiten 6- bedanken 7- vragen? 3
Je spreekbeurt schrijf je niet in één keer. Je herleest en schrijft opnieuw. Dat hoort erbij. De eerste keer dat je de tekst schrijft heet de eerste versie. Wees niet bang om fouten te maken. Verbeter en schrijf opnieuw. Schrijf alles wat je weet, alsof je het aan je beste vriend vertelt. Verbeter dan en haal de fouten eruit. Zorg ervoor dat elk hoofdstuk ongeveer even lang is. 6. Spreekbeurt omvormen tot presentatie Voor de presentatie van je spreekbeurt kan je kiezen tussen verschillende presentatietools: 1. PowerPoint 2. Prezi 3. Sway 4. Haiku Deck Je hebt één van deze vier mogelijkheden gekozen. Gebruik het stappenplan dat bij jouw tool past. Afspraken over inhoud: Situeer je onderwerp tijdens je presentatie op de tijdsband Zorg dat je moeilijke woorden kan uitleggen. Zoek deze woorden op in het woordenboek of online (http://www.vandale.be) Plaatsen die aan bod komen in je presentatie moeten gesitueerd worden op een duidelijke kaart. (Zoek deze plaatsen op in de atlas!) Voorkom schrijffouten door woorden die je niet goed kent op te zoeken in het groene boekje (http://woordenlijst.org) Kopieer geen teksten van het internet rechtstreeks in je presentatie. Verwerk de tekst en leg alles uit in je eigen woorden. Afspraken over de vorm: Kies een achtergrond die past bij je spreekbeurt, zorg dat je tekst leesbaar blijft Kies voor een duidelijk leesbaar lettertype 4
Zorg dat de tekst goed in contrast staat met je achtergrond (bv. zwart wit) Plaats afbeeldingen groot genoeg, zodat iedereen goed kan zien wat er wordt getoond Zorg dat de titels groter staan dan je gewone tekst. Schrijf je tekst kort en bondig op, plaats geen doorlopende tekst in je presentatie. 7. Hierop krijg je punten: Voorbereiding: - De tijd die je nodig zal hebben om je spreekbeurt af te werken correct kunnen inschatten en plannen in de tijd die je er voor krijgt. - Jouw planning bijsturen wanneer die niet haalbaar blijkt. - Eenvoudige informatie halen uit verschillende soorten bronnen. - Informatie kritisch verwerken en controleren. - Inzet tonen en doorzetten wanneer het wat moeilijker gaat. Inhoud: - De juiste begrippen gebruiken wanneer je een onderwerp situeert in de tijd. - Een onderwerp correct situeren op de tijdsband. - Situaties uit de geschiedenis vergelijken met de huidige tijd. - Voorbeelden kunnen geven van zaken die het gevolg zijn van een voorval in de geschiedenis. - Duidelijke uitleg geven, woorden gebruiken die iedereen begrijpt. - Verbanden uitleggen tussen feiten, personages, gebeurtenissen, - Je eigen mening kunnen uitleggen over je onderwerp. - Materiaal gebruiken om je spreekbeurt boeiender te maken. - Gebruik maken van kaarten (zowel historische als hedendaagse). Presentatie: - Duidelijk, leesbaar. - Aangenaam om voor een langere tijd naar te kijken. - Gebruik maken van verschillende onderdelen (tekst afbeeldingen filmpjes - ) - Boeiend en origineel. Mindmap/Samenvatting: - Inhoud van spreekbeurt moet hier volledig instaan. - Duidelijke opbouw/vormgeving - Ordelijk - Gebruik maken van kleur of tekeningen om belangrijke zaken te versterken. Luisteren: - Belangstelling tonen voor de spreekbeurt van anderen. - Gericht luisteren naar de spreekbeurt van anderen. - Vragen stellen over het onderwerp van een spreekbeurt. - Respect tonen voor het werk en de inzet van medeleerlingen. 5