Halfjaarlijkse publicatie - Jaargang 3 - nr. 1 Monitor Duurzaam Beleggen Juni 2004 Bedrijvenscreening: drie sectorfiches geactualiseerd... 1-6 Onze aanpak m.b.t. wapens in de bedrijvenscreening... 7-9 Succesvolle aandeelhoudersdag duurzame fondsen... 10-12 Bedrijvenscreening: drie sectorfiches geactualiseerd De voorbije zes maanden hebben de KBC-duurzaamheidsanalisten de actualisatie van drie sectorfiches afgerond, namelijk die van de sector van de informatietechnologie, de sector van de telecomoperatoren en de financiële sector. Ook werd de score van Royal Dutch Shell aangepast toen bleek dat het bedrijf gedurende verscheidene jaren zijn gas- en olievoorraden bewust had overgewaardeerd. Actualisatie screeningsresultaten Midden 2003 rondden wij de volledige screening van 112 grote bedrijven uit de 10 MSCI-sectoren in de eurozone af. Het is onze bedoeling om het duurzaam en maatschappelijk verantwoord karakter van deze bedrijven continu op te volgen en daar regelmatig over te rapporteren. In de praktijk bestuderen we elk bedrijf opnieuw telkens zich een belangrijk positief of negatief feit voordoet, zoals bijvoorbeeld eind januari 2004 het geval was voor Royal Dutch/Shell (zie verder). Verder herbekijken we jaarlijks sowieso alle bedrijven binnen elke sector grondig. Onlangs verschenen de geactualiseerde fiches van de sector van de informatietechnologie, de sector van de telecomoperatoren en de financiële sectoren. Hieronder vindt u een kort verslag. De volledige fiches met een uitgebreid verslag over de nieuwe rangschikkingen en de scores van de individuele bedrijven zijn beschikbaar op onze website (www.kbc.be/duurzaambeleggen).
DRIE SECTORFICHES GEACTUALISEERD Informatietechnologie De sterke opmars van nieuwe informatietechnologieën (computers, het internet, de mobiele telefonie) heeft het maatschappelijk functioneren van burgers en bedrijven het voorbije decennium uitermate sterk beïnvloed. Handelingen worden sneller, efficiënter en goedkoper uitgevoerd, waardoor de productiviteit van de bedrijven sterk toeneemt. De toepassingen leveren bovendien een belangrijke bijdrage tot duurzame ontwikkeling. Zo draagt bijvoorbeeld videoconferencing bij tot een afname van het fysische verkeer van personen en aldus tot een geringer energieverbruik. Het verder doordringen van informatietechnologieën leidt evenwel ook tot nefaste neveneffecten. De toenemende kenniskloof tussen industrie- en ontwikkelingslanden, de toenemende dominantie van het engels, de mogelijke inbreuk op de privacy van burgers (bijvoorbeeld via nieuwe controlemogelijkheden) of het ontstaan van zogenaamde cybercriminaliteit zijn hiervan de meest gekende voorbeelden. communicatieapparatuur Nokia blijven aan de kop van de rangschikking. Het Duitse SAP verliest zijn plaats in het duurzame universum. De vrijgekomen plaats wordt ingenomen door het eveneens Duitse micro-elektronicabedrijf Infineon Technologies, dat sterke milieuprestaties neerzet en een goed uitgebouwde corporate governance -code naleeft. Het Nederlandse ASML valt nu net onder de mediaan. Hekkensluiters zijn Cap Gemini Ernst & Young en Wanadoo. Cap Gemini Ernst & Young heeft wel een voorbeeldbeleid inzake gelijkekansen en diversiteit met betrekking tot zijn personeel, maar wordt onder meer aangewreven dat het activiteiten ontwikkelt in het mensenrechtenonvriendelijke Birma. De Franse internetprovider Wanadoo (een nieuwkomer in onze duurzaamheidsanalyse van de sector) heeft geen milieubeheerssysteem en kent weinig of geen transparantie op het vlak van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Telecomoperatoren In ons duurzaamheidsonderzoek van de sector van de informatietechnologie analyseren we acht bedrijven, waaronder producenten van halfgeleiders, gsm-fabrikanten en softwarehuizen. In de nieuwe duurzaamheidsrangschikking blijft de volgorde van de bedrijven vrijwel intact (zie grafiek 1). De Frans-Italiaanse halfgeleiderproducent STMicroelectronics en de Finse opperkoning van de corporate governance en producent van mobiele GRAFIEK 1 - ALGEMENE SCORE SCREENING INFORMATIETECHNOLOGIE STMicroelectronics Nokia Alcatel Infineon Technologies ASML Holding NV SAP Cap Gemini Ernst & Young Wanadoo 20,6 23,2 28,9 28,4 26,7 33,2 31,3 36,4 0 10 20 30 40 50 Communicatietechnologie kan een grote bijdrage leveren tot het realiseren van duurzame sociale en economische ontwikkelingsdoelen. Informatie en kennis zijn immers via mobiele telefoondiensten en het internet vrijwel onmiddellijk over nagenoeg gans de wereld beschikbaar. Zoals hierboven al met betrekking tot de informatietechnologie gesteld, creëert dat enorme mogelijkheden voor bedrijven en individuen alsook energiebesparingen door het geringer aantal fysieke verplaatsingen. Los van de al vermelde bezorgdheid rond de toenemende kloof tussen de haves en have-nots, zijn er nog twee andere sectoreigen bezorgdheden, namelijk de recyclage van de toestellen en twijfels rond de mogelijke gezondheidsrisico s van mobiel bellen. Intussen lijkt er wereldwijd een consensus te groeien over het feit dat gsm-stralingen onschadelijk zijn voor gsm-gebruikers (zie bijvoorbeeld het verslag hieromtrent van de consumentenorganisatie Test- Aankoop begin juni 2004). In de sector van de telecomoperatoren screenen wij acht bedrijven. Zeven daarvan zijn specifieke telecommunicatiemaatschappijen die vaste of mobiele communicatiediensten aanbieden. Het achtste bedrijf (Bouygues) doet dat ook, maar is wel in de eerste plaats een constructiebedrijf. De vier bedrijven die bij de vorige screening in de MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 2 Juni 2004
DRIE SECTORFICHES GEACTUALISEERD GRAFIEK 2 - ALGEMENE SCORE SCREENING TELECOMOPERATOREN Deutsche telekom Telefonica Telecom Italia Mobile Telecom Italia KPN France telecom Portugal Telecom Bouygues rangschikking boven de lat lagen, blijven ook na de actualisatie binnen het beleggingsuniversum (zie grafiek 2). Telecom Italia Mobile zakt wel van de eerste naar de derde plaats, terwijl Deutsche Telekom nu bovenaan komt te staan. De scores van de vier best-in-class -bedrijven liggen echter erg dicht bij elkaar. Bouygues zakt van de voorlaatste naar de laatste plaats. Financiële sectoren 20,2 22,9 25,7 30,3 30,1 29,6 29,4 28,6 0 10 20 30 40 50 Ondanks de relatief lage impact van de financiële sector op het milieu beginnen hoe langer hoe meer financiële instellingen een bewust milieubeleid te voeren en hun prestaties op dat vlak te verbeteren. Banken en verzekeringsmaatschappijen hebben door hun wijdvertakte netwerken van vestigingen voornamelijk impact op energieverbruik (elektriciteit, water en gas), transport en papierverbruik. De voorbije jaren werden kredietinstellingen zich er ook van bewust dat ze een zekere verantwoordelijkheid dragen voor het gebruik dat kredietnemers maken van de door hen verschafte financiële middelen. In juni 2003 ontwikkelde de financiële sector de Equator Principles. Dat is een set van vrijwillige richtlijnen om de sociale en milieurisico s bij de financiering van grote projecten grondig in te schatten. Om specifieke milieuinvesteringen, zoals de aanleg van windmolenparken, te financieren kunnen banken bovendien milieuleningen met relatief gunstige voorwaarden in hun dienstenpakket opnemen. Er zijn ook heel wat verzekeraars die uitgebreid onderzoek doen inzake duurzaamheidsproblemen, zoals de toename en vergrijzing van de bevolking en de opwarming van de aarde. Ten slotte zijn voor financiële instellingen ethiek en integriteit erg belangrijk. Er wordt van hen verwacht dat zij een degelijk corporate governance - beleid voeren en een ethische gedragscode opstellen waarvan de naleving actief wordt gecontroleerd. In de sector moeten fraude en corruptie, insider trading en het witwassen van (crimineel) geld extra aandacht krijgen. De financiële sector is een erg uitgebreide sector, waarbinnen we 24 bedrijven screenen: vijftien banken, vijf verzekeringsmaatschappijen en vier bedrijven die behoren tot de deelsector van de diverse financiële diensten. In de jongste rangschikking staat ING opnieuw bovenaan, ditmaal gevolgd door BNP Paribas (in de vorige rangschikking nog vijfde) en Deutsche Bank (vorige maal vierde) (zie grafiek 3). De nieuwe scores liggen alle lager dan voordien. Dat komt doordat wij voor mensenrechten en internationale verhoudingen nu een nieuwe strengere invulling van de criteria hanteren. De eindscores lopen uiteen van 30,3 (op een schaal van 50) voor ING tot 16,7 voor Banca Intesa. De gemiddelde score bedraagt 25,2. Voor de afzonderlijke criteria is de gemiddelde score het hoogst voor interne sociale verhoudingen. Voor mensenrechten en internationale verhoudingen is de gemiddelde score het laagst. Enkel Deutsche Bank en San Paolo IMI scoren voor dit criterium hoger dan 5 op 10. Financiële instellingen besteden doorgaans relatief weinig aandacht aan een degelijk mensenrechtenbeleid, arbeidsvoorwaarden in ontwikkelingslanden, of de effecten van hun aanwezigheid in belastingparadijzen en conflictgebieden. De bedrijven die in onze vorige rangschikking goed (d.w.z. boven de mediaan) scoorden, blijven ook nu allemaal weerhouden. De sterkste stijgers in vergelijking met de vorige rangschikking zijn AXA en Banco Santander Central Hispano. Samen met de nieuwkomers Hypovereinsbank Group en Dexia vormen ze de vier nieuwe bedrijven die voortaan ook voor opname in de duurzame beleggingsfondsen van KBC in aanmerking komen. De scores van San Paolo IMI en BBV Argentaria, die net onder de lat liggen, leunen wel sterk aan bij de scores van de bedrijven net boven de lat. Ook deze beide bedrijven voeren een vrij duurzaam beleid, maar vallen in de rela- MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 3 Juni 2004
DRIE SECTORFICHES GEACTUALISEERD GRAFIEK 3 - ALGEMENE SCORE SCREENING FINANCIELE SECTOREN ING BNP Paribas Deutsche Bank Allianz AXA Unicredito Italiano BSCH ABN Amro HVB groep Société Générale Munich Re Dexia San Paolo IMI BBV Argentaria Aegon Banco Popular Espanol Fortis Commerzbank Bank of Ireland Allied Irish Banks Crédit Agricole Generali Deutsche Boerse Banca Intesa 30,3 30,0 29,9 29,5 28,3 28,2 28,1 27,7 27,3 27,0 26,9 26,8 26,8 26,7 24,5 24,0 23,3 22,5 22,5 21,3 19,0 18,8 18,6 16,7 0 10 20 30 40 50 tieve rangschikking net uit de boot. Helemaal onderaan vinden we Banca Intesa, Deutsche Börse en Generali, die zo goed als geen verantwoording afleggen over de duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun activiteiten. Royal Dutch Shell verliest eerste plaats Los van de jaarlijkse actualisatie van de verschillende sectorfiches, kunnen de KBC-duurzaamheidsanalisten de scores van individuele bedrijven ook tussentijds aanpassen indien bepaalde (negatieve of positieve) feiten daartoe nopen. Deze procedure van onmiddellijke scorewijziging pasten wij in januari van dit jaar een eerste maal toe voor het bedrijf Royal Dutch Shell uit de energiesector (een eerste en tweede volledige screening van deze sector vond eerder plaats in december 2002 en augustus 2003). Aan de basis van deze individuele aanpassing lag een grove fout van het bedrijf. Op 9 januari l.l. kondigde Shell aan dat zijn olie- en aardgasreserves 20 % lager liggen dan aanvankelijk geraamd. In de tweede helft van de jaren 90 maakte het bedrijf heel wat opwaartse herzieningen van zijn bewezen reserves. Nu blijkt echter dat 20 % van die reserves niet als bewezen, maar als waarschijnlijk moeten worden geboekt. Volgens het Amerikaanse advocatenkantoor dat namens de aandeelhouders een collectieve klacht tegen het olieconcern indiende, heeft Shell hierdoor met opzet de balansregels ontweken en de aandeelhouders misleid. Shell heeft intussen een diepgaand onderzoek naar de oorzaken van het falen in gang gezet. In maart en april volgden nog twee neerwaartse bijstellingen van de olie- en gasreserves. Uit extern onderzoek naar de juiste toedracht van de feiten, blijkt dat managers van Shell jarenlang bewust verborgen hielden dat de voorraden lager waren. Drie topmanagers werden intussen ontslagen. MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 4 Juni 2004
DRIE SECTORFICHES GEACTUALISEERD Mensenrechten & internationale verhoudingen GRAFIEK 4 - ROYAL DUTCH PETROLEUM Royal Dutch Petroleum Sectorgemiddelde Interne sociale verhoudingen Economisch beleid 10 7,5 5 2,5 0 Milieu Bedrijfsethiek & corporate governance In onze duurzaamheidsrangschikking van de oliesector stond Shell tot nu toe met voorsprong op de eerste plaats. Vooral voor het criterium mensenrechten en internationale verhoudingen is Shell toonaangevend en ook voor milieuzorg en interne sociale verhoudingen scoort het beter dan gemiddeld. Voor de andere twee criteria, economisch beleid en bedrijfsethiek en corporate governance, pasten we de score van het bedrijf omwille van deze gebeurtenissen sterk aan. Door de misleiding en schending van het vertrouwen van aandeelhouders en andere stakeholders, het verspreiden van verkeerde informatie, de deuk in het transparante imago van het bedrijf, het creatief boekhouden en slechtere economische prestaties dan eerder gedacht, werden tal van scores neerwaarts herzien. De gehele sectorfiche werd in functie van de nieuwe scores voor Shell aangepast en het bedrijf werd ingelicht over de wijziging. Na het doorvoeren van de nodige scorewijzigingen blijft Shell boven de lat liggen en komt het bedrijf nog altijd voor opname in de duurzame fondsen van KBC in aanmerking. Wel verliest het zijn leiderspositie en staat het nu op de derde plaats na ENI en OMV. Voor bedrijfsethiek en corporate governance staat het nu zelfs op een voorlaatste plaats binnen de energiesector en voor economisch beleid zakt het bedrijf van de eerste naar de tweede plaats (zie ook de nieuwe diamantgrafiek van Shell in grafiek 4). MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 5 Juni 2004
AANPAK M.B.T. WAPENS Onze aanpak m.b.t. wapens in de bedrijvenscreening KBC kiest ervoor om bedrijven die betrokken zijn bij maatschappelijk betwiste praktijken en technologieën (gentechnologie, dierproeven, wapenhandel en productie, alcohol, tabak, kernenergie, bont en porno, drugs en gokken) niet bij voorbaat uit te sluiten. Wel voorziet het screeningsmodel in de mogelijkheid om bedrijven af te straffen voor de mate waarin ze bij deze praktijken of technologieën betrokken zijn. De Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse maakt van elk van deze praktijken een grondige wetenschappelijke analyse en stelt er een inhoudelijke codeverdeling voor op. Dat deed zij eerder al met betrekking tot gentechnologie en dierenproeven. Recent boog de Adviesraad zich over wapenproductie en handel. Strenge aanpak De discussie die binnen de Externe Adviesraad rond wapenproductie en handel werd gevoerd, was niet eenvoudig. Dat komt vooral doordat, meer nog dan bij de andere maatschappelijk betwiste praktijken en technologieën, het oordeel rond wapens niet eenduidig is. Enerzijds zijn wapens een noodzakelijk kwaad voor de verdediging, veiligheid en ordehandhaving in een land. Elk land heeft immers het recht wapens aan te wenden om het recht op leven, veiligheid en fysieke integriteit van haar burgers te beschermen. Anderzijds loopt het wapenbezit en gebruik internationaal uit de hand, met ernstige gevolgen (burgeroorlogen, terreuraanslagen, ). Wapens die aanvankelijk aan relatief betrouwbare afnemers worden verkocht, kunnen bovendien doorstromen naar meer dubieuze gebruikers. Nagenoeg alle wapens in het illegale circuit werden oorspronkelijk legaal verhandeld. Het internationale recht biedt ons in deze discussie onvoldoende uitsluitsel. Het viseert totnogtoe voornamelijk het wapentuig dat buitenproportioneel veel burgerslachtoffers maakt en hun nodeloos en excessief veel lijden bezorgt. Ondanks het enorme leed dat conventionele wapens aanrichten, is de internationale reglementering van de wapenhandel ruimschoots ontoereikend. De internationale verdragen die de wapenhandel reglementeren zijn in de meeste gevallen relatief vaag opgesteld en doorgaans niet afdwingbaar. Meestal wegen de economische belangen in het exporterende land zwaarder dan de humanitaire belangen in het importerende land. Om tot een concreet werkbare codeverdeling te komen voor onze bedrijvenscreening brengen we een aantal factoren in rekening. Zo maken we een duidelijk onderscheid tussen bedrijven die zelf wapentuig produceren en zij die slechts onderdelen maken. Daarnaast gaan we na welk percentage van hun omzet (al dan niet meer dan 5 %) bedrijven halen uit de wapenactiviteiten. Verder leggen we transparantie en wettelijkheid als een essentiële vereiste op voor bedrijven die in de wapensector actief zijn. Ten slotte maken we een onderscheid naargelang de aard van de wapens. Enerzijds zijn er de toegelaten wapens (bijv. commerciële lichte wapens zoals revolvers en geweren) en het militair materiaal (bijv. tanks, maar ook bijvoorbeeld antitankmijnen). Anderzijds zijn er wapens waarvan de ontwikkeling, productie, handel en gebruik door het geldend internationaal recht worden verboden (bijv. clusterbommen, nucleaire wapens die niet voldoen aan de regels van het non-proliferatieverdrag). Daartussenin bevindt zich nog een grijze zone van wapens waarover geen uitdrukkelijk verbod bestaat vanwege het internationaal recht, maar waarover wel een brede consensus bestaat inzake het onevenredig groot menselijk lijden dat ze beogen of berokkenen. Codeomschrijvingen Bij het opstellen van de uiteindelijke code kregen wij ook hulp van vorsers/academici van de K.U.Leuven en de UA. Omdat het onderwerp erg controversieel is, hebben er uiteindelijk voor gekozen om streng te werk te gaan. Concreet leggen we bedrijven die te maken hebben met wapenproductie en/of handel en die mogelijk boven de MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 6 Juni 2004
AANPAK M.B.T. WAPENS lat (d.w.z. in het beleggingsuniversum) gaan uitkomen voor aan de Externe Adviesraad vanaf code 2 (voor de andere maatschappelijk betwiste praktijken en technologieën leggen we bedrijven pas aan de Externe Adviesraad voor in geval van code 4). De Adviesraad oordeelt dan finaal of het bedrijf in kwestie moet worden uitgesloten dan wel het verdient om toch bij de best-in-class -selectie te worden opgenomen. In de kadertekst op de bladzijden 7-8 vindt u de volledige codeverdeling met gedetailleerde omschrijving. Op onze website stellen we bovendien een uitgebreid dossier beschikbaar met de belangrijkste argumenten van de voor- en tegenstanders van wapens (www.kbc.be/duurzaambeleggen). Specifiek voor de financiële sector wordt aangaande beleggingen volgende scorevorming gehanteerd: - code 0 wanneer een duidelijk beleid gevoerd wordt m.b.t. de opname van effecten van wapenproducenten en handelaars in de beleggingsfondsen; - code 1 wanneer geen duidelijk beleid gevoerd wordt m.b.t. de opname van effecten van wapenproducenten en handelaars in beleggingsfondsen; - code 2 indien er aanwijzingen zijn dat de eigen beleggingsfondsen effecten van wapenproducenten en handelaars hebben opgenomen die vallen onder code 5. CODE-INVULLING Code 0: geen negatieve score 1. Bedrijven die onderdelen van wapenmateriaal produceren of verhandelen, die op zichzelf niet offensief zijn (bijv. zuurstofsystemen in vliegtuigen of onderzeeërs, kogelvrije vesten, radar, fotoapparatuur...) of die hun activiteiten vooral toepassing zien vinden in de burgerlijke sfeer, slechts toevallig militair (banden voor het leger, catering, onderhoud van militaire gebouwen) voor zover ze: - minder dan 5% van hun totale omzet in deze sector realiseren, - rond hun betrokkenheid en activiteiten voldoende transparant zijn en - binnen de grenzen van de geldende wetgeving blijven. 2. Bedrijven die rechtstreekse aandeelhouder of financier/verzekeraar zijn van een bedrijf onder code 0 of 1. Code 1: - 2,5 1. Bedrijven die qua activiteit onder code 0.1 vallen, doch 5 % of meer van hun totale omzet in deze sector realiseren, terwijl wel aan de andere in 0.1 opgesomde voorwaarden voldaan is. 2. Bedrijven die rechtstreekse aandeelhouder of kredietverschaffer/verzekeraar zijn van een bedrijf onder code 2. Code 2: -5 (+ voorlegging aan de Externe Adviesraad indien bedrijf boven de lat uitkomt) 1. Bedrijven die wettelijk toegelaten wapens, om politioneel of militair gebruik, produceren of verhandelen, met het oog op de verdediging van het territorium en/of de bescherming van zijn burgers (bijv. luchtafweer), voor zover ze: - minder dan 5 % van de totale omzet in de militaire sector realiseren, - rond hun betrokkenheid en activiteiten voldoende transparant zijn en - binnen de grenzen van de geldende wetgeving blijven. 2. Bedrijven die rechtstreekse aandeelhouder of kredietverschaffer/verzekeraar zijn van een bedrijf onder code 3. MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 7 Juni 2004
AANPAK M.B.T. WAPENS Code 3: -7,5 (+ voorlegging aan de Externe Adviesraad indien bedrijf boven de lat uitkomt) 1. Bedrijven die qua activiteit onder code 2.1 vallen, doch 5 % of meer van hun totale omzet in deze sector realiseren, terwijl wel aan de andere in 2.1 opgesomde voorwaarden voldaan is. 2. Bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling, productie en handel van wapens, die niet verboden worden door het internationaal recht, maar waarvan wordt aangenomen dat zij een onevenredig leed zouden veroorzaken bij gebruik, maar de laatste 50 jaar niet zijn ingezet en aldus beschouwd kunnen worden als een afschrikkingsmiddel. Hieronder behoren de bedrijven die betrokken zijn bij de legale aanmaak van kernwapens, m.a.w. in de landen die door het non-proliferatieverdrag zijn toegestaan om kernwapens te produceren en te bezitten. 3. Bedrijven die kredietverschaffer/verzekeraar zijn van een bedrijf onder code 4 of rechtstreekse aandeelhouder zijn van een bedrijf onder code 4 of 5. Code 4: voorlegging van de bedrijven aan de Externe Adviesraad 1. Bedrijven die (onderdelen van, en/of) wapens produceren of verhandelen die niet strikt noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van het monopolie van het geweld als essentiële functie van een rechtsstaat, een niet-defensief karakter hebben of het lijden onnodig vergroten, en niet vallen onder code 5. 2. Bedrijven die betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van wapensystemen of onderdelen ervan, die in strijd zijn met de geldende wetgeving van minstens één van de betrokken landen. 3. Bedrijven uit 3.2 die betrekking hebben op landen die onder het non-proliferatieverdrag niet de toestemming hebben kernwapens te bezitten. 4. Bedrijven die kredietverschaffer/verzekeraar of hoofdaandeelhouder zijn van een bedrijf onder code 5. Daarnaast werd ook een code 5 ontwikkeld. Hieronder vallen bedrijven die niet alleen uit de duurzame beleggingsfondsen, maar tevens uit de traditionele beleggingsfondsen worden geweerd. Code 5: verwijdering van effecten van bedrijven uit alle beleggingsfondsen 1. Bedrijven waarvan, ongeacht het betrokken percentage van de omzet van het bedrijf, onomstotelijk kan worden bewezen dat zij betrokken zijn bij de ontwikkeling, productie en handel van wapens, die door het internationaal recht niet verboden worden maar waarvoor toch een breed draagvlak bestaat om ze te verbieden, waarvan de inzet tijdens de laatste 50 jaar onevenredig veel leed heeft berokkend aan delen van de wereldbevolking. Hieronder vallen clusterbommen en kernwapens die geproduceerd worden niet conform met het non-proliferatieverdrag. 2 Bedrijven waarvan, ongeacht het betrokken percentage van de omzet van het bedrijf, onomstotelijk kan worden bewezen dat zij betrokken zijn bij het ontwikkelen, produceren of verhandelen van wapensystemen, die in strijd zijn met de geldende wetgeving van de betrokken landen of met het geldende internationale juridische kader (ook inzake de identiteit van ontvangende partij) of chemische of bacteriologische wapens of antipersoonsmijnen ontwikkelen, produceren, verhandelen of gebruiken. MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 8 Juni 2004
AANPAK M.B.T. WAPENS Ook KBC werd op haar betrokkenheid bij de wapenhandel aangesproken In april 2004 bracht Netwerk Vlaanderen samen met enkele andere vredesbewegingen een rapport uit: clusterbommen, landmijnen, kernwapens en wapens met verarmd uranium: een onderzoek naar de financiële banden tussen banken en producenten van controversiële wapens. Daarin klaagt het de banden van de vijf grote Belgische banken met producenten van dit soort wapens aan. KBC Asset Management heeft dit rapport bijzonder grondig geanalyseerd. Samen met een aantal gespecialiseerde academici-vorsers van de K.U.Leuven en de UA werd nagegaan of er hierrond wel degelijk sprake is van een internationale consensus (zoals door Netwerk Vlaanderen werd geopperd), al dan niet met een wettelijke basis. Zo werd vastgesteld dat: 1. het bedrijf STE (Singapore Technologies Engineering) dat antipersoonsmijnen produceert (in Singapore) wel degelijk een activiteit bedrijft die wordt aanzien als een manifeste negatie van een bestaande internationale consensus. Ruim 130 landen hebben het Verdrag van Ottawa van 1997 geratificeerd (met uitzondering van enkele landen als Singapore, Rusland, China en de VS; België speelde een ongeziene voortrekkersrol om van de conventie een succes te maken). Vandaar dat het directiecomité van KBC Asset Management besliste de aandelen van het betrokken bedrijf uit al haar beleggingsfondsen te verwijderen, dit zowel uit de actief beheerde (wat alle financiële instellingen ondertussen hebben gedaan of plannen te doen) als de indexgerelateerde, passieve beleggingsfondsen (daarin is KBC bij ons weten de enige financiële instelling, is technisch niet zo simpel). Ondertussen werden de aandelen effectief verkocht. Ze waren niet bewust in de beleggingsfondsen opgenomen: de aandelen maakten deel uit van de New Asia -beursindex, die uitsluitend de economische realiteit van de regio weerspiegelt. Netwerk Vlaanderen heeft begrip voor het feit dat de banken niet op de hoogte waren van de productie van dit wapentuig door het bedrijf: zij heeft zelf ongeveer een jaar moeten speuren om tot die bevinding te komen. 2. er inzake de productie van clusterbommen en clustermunitie ook sprake is van een internationale consensus, echter zonder dat hiertoe een wettelijke basis bestaat. Echter, inzake dit soort wapentuig is er een bijzonder brede internationale coalitie van ngo s opgezet om de clusterbommen te verbieden. Het directiecomité van KBC Asset Management heeft gevraagd een onomstotelijk bewijs aan te dragen van de betrokkenheid van bepaalde bedrijven met deze productie, met het oog op een mogelijke uitsluiting uit de fondsen. Betrokken bedrijven zoals EADS en Raytheon zijn evenwel geen kleine spelers. De impact van de potentiële verwijdering van de aandelen van deze bedrijven uit de beleggingsfondsen is technisch zeer groot. In de loop van de maand juni zal ook deze discussie worden afgerond. 3. voor de productie van anti-tankmijnen, kernwapens en wapens met verarmd uranium geen internationale consensus bestaat om dit wapentuig te verbieden. KBC Asset Management is dan ook niet van plan de betrokken, in het rapport van Netwerk Vlaanderen vernoemde bedrijven uit de fondsen te verwijderen. Het is wel onze bedoeling de evolutie op dat vlak goed in het oog te houden. KBC Asset Management is van mening dat de sector van het vermogensbeheer in België, goed voor ruim 1500 miljard euro of zo n 50 % van het BBP, niet alleen een economische, maar tevens een maatschappelijke relevantie moet weerspiegelen. Vandaar dat zij ook op sectorniveau stappen zal ondernemen om ook andere financiële instellingen er toe aan te zetten soortgelijke beslissingen te nemen. MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 9 Juni 2004
AANDEELHOUDERSDAG Succesvolle aandeelhoudersdag Op dinsdag 16 maart 2004 organiseerde KBC Asset Management voor het eerst een aandeelhoudersdag voor alle geïnteresseerde bezitters van duurzame beleggingsfondsen. Naast de directie en de voorzitter van de Externe Adviesraad hielden duurzaamheidsanalisten en fondsenbeheerders een korte toelichting bij de KBC-aanpak. Het aanwezige publiek kreeg de gelegenheid tot het stellen van vragen over de methodiek en de resultaten van het onderzoek, de performances van de beleggingsfondsen en het investeringsproces van de duurzame aandelen- en obligatiebeleggingen. Samen met het publiek werden volgende vijf conclusies getrokken: - Het 200 %-transparantiebeleid waarop KBC Asset Management zich beroept, wordt door de organisatie van een dergelijke aandeelhoudersdag maximaal doorgetrokken. Meer transparant kan de onderneming niet zijn, tenzij alle geïnteresseerden enkele dagen bij KBC komen werken, zo werd gesteld. - In de landenscreening blijft België net onder de mediaan, zodat geen Belgische overheidsobligaties in de duurzame beleggingsfondsen worden opgenomen. Dat heeft uitsluitend te maken met de slechte score ten aanzien van het criterium milieu. De experten in dit domein binnen de Externe Adviesraad Duurzaamheidsanalyse hebben deze povere score voor ons land echter ten volle bevestigd. - Door voorbeelden te geven van bedrijven bij het overlopen van de deelindicatoren in de bedrijvenscreening worden deze meer levendig en begrijpbaar. Beleggen in aandelen is een beetje zich engageren als aandeelhouder, zich interesseren voor de ontwikkeling van activiteiten en winst van het bedrijf. Bij elk engagement wil de belegger zich ook goed voelen. Niet dat de winstverwachting van de belegging minder belangrijk zou worden. Maar de winst wordt wel liefst behaald zonder dat bijvoorbeeld milieuschandalen, kinderuitbuiting of sociale drama s ervan aan de basis liggen. - Alle duurzame beleggingsfondsen van KBC hebben intussen samen een waarde van 240 miljoen euro, dat is 65 % meer dan vorig jaar rond deze tijd. Het succes is te wijten aan de sterkere interesse voor KBC Institutional Fund Global Ethical Defensive 1, een gemengd fonds met zo n 75 à 80 % vastrentende producten. - Het overzicht van de prestaties van de duurzame beleggingsfondsen geeft twee conclusies aan: de KBC-fondsenbeheerders leveren schitterend werk en het rendement van de duurzame fondsen is minstens gelijkaardig aan dat van traditionele vergelijkbare fondsen (zie ook kader). DUURZAAM BELEGGEN, EEN WINSTGEVEND ENGAGEMENT Beleggen is niet enkel zoeken naar een scherp rendement, het is ook een engagement. Zich engageren als aandeelhouder betekent interesse tonen voor de ontwikkeling van het bedrijf. Bij elk engagement, elke investering wil de belegger zich goed voelen. Niet dat de winstverwachting van de belegging minder belangrijk is, maar een positief rendement wordt wel liefst behaald zonder dat bijvoorbeeld milieuschandalen, uitbuitende kinderarbeid of sociale drama s ervan aan de basis liggen. Vandaag staat duurzaam beleggen voor de weloverwogen vergelijking van bedrijven en overheden op basis van het maatschappelijk verantwoorde gehalte van hun beleid. Milieuzorg, het sociaal beleid, de mensenrechten, zakenethiek en deugdelijk bestuur passeren de revue. De zorg voor duurzame ontwikkeling en de maatschappelijke betrokkenheid worden gecombineerd met rendementsgedreven investeringen. Vanzelfsprekend is duurzaam beleggen veiliger beleggen. Boven op de klassieke financiële analyse wordt immers binnen elke sector vooraf het kaf van het koren gescheiden op het vlak van visie-ontwikkeling, zakenethiek, corporate governance, MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 10 Juni 2004
AANDEELHOUDERSDAG milieuzorg en de rechten van de mens (met inbegrip van het intern sociaal beleid). Zo ontstaat er meer kans dat het duurzaam beleggen de investeerders behoedt voor de gevolgen, ook financiële, van incidenten en misstappen in deze thema s. Het vooroordeel, als zou ethisch beleggen minder opbrengen dan gewone beleggingen, is ondertussen verleden tijd. Na de duurzaamheidsselectie is het gehanteerde investeringsproces volledig gelijk aan dat van de gewone traditionele beleggingsfondsen. Sinds enkele jaren blijkt dan ook dat vermogensbeheerders er in slagen aan de duurzame beleggingsfondsen een met traditionele fondsen (minstens) vergelijkbaar rendement te koppelen. Tal van internationale academische, onafhankelijke studies komen tot die conclusie. (bijv. International Evidence on Ethical Mutual Fund Performances and Investment Style, Bauer, Koedijk en Otten, 2002) Laten we dit eens concreet illustreren. We vergelijken het beleggingsresultaat van de duurzame beleggingsfondsen met dat van gelijkaardige fondsen, waarbij niet eerst een duurzaamheidsselectie werd uitgevoerd. De voorbije twaalf maanden behaalde KBC Institutional Fund Ethical Euro Bonds C., waarin ook de particuliere belegger kan toetreden, een netto-rendement dat 0,33 procentpunt hoger ligt dan het gemiddelde rendement van alle vergelijkbare obligatiefondsen in ons land. Door de juiste timing om het belang van bedrijfsobligaties te verhogen ten nadele van overheidsobligaties kon dit resultaat worden bereikt. In de euro-aandelen behaalden KBC Eco Ethi Equity Euroland en KBC Institutional Fund Ethical Euro Equities de voorbije twaalf maanden stevige rendementen. Vergeleken met drie traditionele beleggingsfondsen in euro-aandelen behaalden de duurzame fondsen de tweede en derde plaats in het groepje van vijf. Niet verwonderlijk, omdat het investeringsproces gelijkaardig is. Vermoedelijk ook omdat de selectie op het vlak van maatschappelijk verantwoord en duurzaam beleid geen toegang biedt tot bedrijven die minder ethisch omspringen met klanten of personeel, meer milieuboetes moeten betalen, enz. Ook KBC Eco Fund vormt een mooi voorbeeld. Dit fonds behaalde de afgelopen twaalf maanden een rendement van maar liefst 30,25 %, terwijl de wereldbeurzen een rendement lieten optekenen van 20,5 %. Gedurende deze periode werd de waarde positief beïnvloed door de keuze voor een beperkte Amerikaanse positie: er was immers de erg zwakke US- ECO FUND (JANUARI 1999=100) dollar. De rendementen van globale aandelenfondsen, van zowel KBC als andere financiële instellingen, behalen in dezelfde perio- 160 8/6/04 160 de rendementen tussen 15 en 23 %. In bijgevoegde grafiek ziet 140 140 u de ontwikkeling van het rendement van KBC Ecofund tussen 1999 en eind 2003, vergeleken met het rendement van de 120 120 MSCI World. 100 100 We kunnen besluiten dat duurzame en maatschappelijk verantwoorde beleggingsfondsen het (minstens) even goed doen als 80 80 traditionele fondsen. Dat komt doordat het selectieve beleggingsuniversum (enkel bedrijven met een goede duurzaamheids- 60 60 core) hand in hand gaat met eenzelfde kwalitief hoogstaand financiële analyse en beheer. 40 Source: DATASTREAM 1999 2000 2001 2002 2003 2004 KBC ECO FUND MSCI WORLD 40 Correspondentieadres: KBC BANK NV, Asset Management, Havenlaan 2, B-1080 Brussel. Tel.: 02/429 59 53 - Fax: 02/ 429 91 43. Deze publicatie komt tot stand op de afdeling Duurzaam en Maatschappelijk Verantwoord Beleggen van KBC Asset Management. De in deze uitgave voorkomende gegevens zijn ontleend aan door ons betrouwbaar geachte en met zorg geselecteerde bronnen. Voor de juistheid en volledigheid kunnen wij echter niet instaan. Overname uit deze publicatie is toegestaan op voorwaarde dat de bron wordt vermeld. Raadpleeg de legal disclaimer op www.kbcam.be/duurzaambeleggen. Verantwoordelijke uitgever: Bruno Tuybens, Havenlaan 2, 1080 Brussel - duurzaam.beleggen@kbc.be. MONITOR DUURZAAM BELEGGEN 11 Juni 2004