Bestuur en dienstverlening

Vergelijkbare documenten
is gericht op een structurele optimalisering van de veiligheid en leefbaarheid

Bestuur en dienstverlening

Meerjarenbegroting Gemeente Krimpen aan den IJssel

Meerjarenbegroting

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

Voorbeeld Startnotitie Behorend bij Kernbeleid Veiligheid 3.0 d.d. september 2010

Jaarstukken 2012 Krimpen aan den IJssel 2 mei 2013

Integrale veiligheid. Uitvoeringsplan 2013 / 2014

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin Krimpen aan den IJssel

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

In deze raadsinformatiebrief informeren wij u over het jongerenwerk in onze gemeente.

Meerjarenbegroting

Jaaruitvoeringsprogramma integrale veiligheid 2016

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

Hoofdstuk 2. Gemeente

Voor een sterke basis. Wet- en regelgeving voor positieve ontwikkeling in opvang en onderwijs

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

Werkgroep Begroten en Verantwoorden. Programma 1 Leefbaarheid en Veiligheid

Stand van zaken Sociaal Domein

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

GEVOLGEN VOOR JA/NEE ROUTING DATUM Communicatie Ja College 13 september 2011 Financieel

HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Beschrijving. Bij opvoedingsproblemen kan doorverwezen worden naar het CJG screeningsoverleg.

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

De levendige stad De stad en haar sociaal domein De stad ruimtelijk en economisch Verbindend bestuur en dienstverlening De stad financieel

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Intentieverklaring Brede School Boechorst te Noordwijk

Programmabegroting

INTERN MEMO. Prioritering

Programma 2 Openbare Orde en Veiligheid

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Jeugdhulp in Nissewaard

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland

SERVICECODE AMSTERDAM

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008

RAADSVOORS *D * D

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen

: Vaststellen kaders van de onderwijsvisie

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Bijlage 3 Jaaruitvoeringsplan Tweestromenland 2015

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Uitvraag Vrouwenopvang

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Advies 10 Notitie Jeugdbeleid

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Prioriteiten en doelstellingen voor Openbare Orde en Veiligheid Gemeente Sliedrecht

PROGRAMMABEGROTING

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Aan de raad van de gemeente Wormerland

De visie in de Wmo beleidsnota sluit aan bij landelijk en regionaal ontwikkelingen. ( SHEET 1)

Inhoudsopgave 1. Brede School Schimortera (=BredeSchool Schimortera) 2. Doelstelling BSS 3. Mensvisie BSS 4. Mensvisie BSS 5. Pedagogische visie van B

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

T oetsingskader voor toezicht naar Veilig Thuis in 2015

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Oplegvel. 1. Onderwerp Beleidsplan leerplicht Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Efficiencytaak

Prioritering Beleidskader Veiligheid Veiligheidsanalyse 2018

Beleidsplan Integrale Veiligheid

Portefeuillehouders. Wethouder S. Luijten. 4. Onderwijs. Raad 31 okt 02 nov Programmabegroting

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan.

PROGRAMMA 8: OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Bijlage 2 Factsheet en ontwikkelagenda gemeente Ridderkerk

Programma 1 Leefbaarheid en Veiligheid. Begroting 2018 Gemeente Heerhugowaard

Missie visie en doelstellingen

Toetsingskader Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

Lokaal Educatieve Agenda Breda samenvatting

Op weg naar een inclusief Tynaarlo

*Z001F59E44 9* Leiderdorp, 16 september Afdeling: Concernzaken OOV en Rampen Onderwerp: Beleidsplan Integraal Veiligheidsbeleid

Onderwijs en Welzijn. Wat omvat het programma?

5.0 Basishulp Krimpens Sociaal Team Verlening 2017 Vaststelling 2017 Aangevraagd bedrag Geen afwijkingen

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

PROGRAMMABEGROTING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Jaarstukken Versie:

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Overzicht vastgestelde beleidsnota s gemeente Dronten

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden

Transcriptie:

Programma s

16

Programma 1 Bestuur en dienstverlening Missie Voor burgers en bedrijven wil de gemeente een gemakkelijk toegankelijke organisatie zijn, die staat voor hoge kwaliteit. In de dienstverlening wil de gemeente als een betrouwbare partner handelen. Service op maat en tijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen staan daarbij hoog in het vaandel bij de bestuurders en de medewerkers. Kaderstellende beleidsnota s a. Nota Strategisch Communicatiebeleid (2011) b. Notitie integriteit c. Gedragscode/aandachtsregels inzake Integriteit en bestuur in de gemeente Krimpen aan den IJssel d. Het concept van dienstverlening 2 (2011) Deze missie wordt naar binnen én buiten de organisatie uitgedragen onder het motto: gemeente Krimpen aan den IJssel: toegankelijk, helder en integer, altijd gericht op service en kwaliteit. Context en achtergrond Evenals voorgaande jaren zullen wij in 2013 als gemeente geconfronteerd worden met ingrijpende bestuurlijke vraagstukken. Naar verwachting zal een nieuw kabinet na de verkiezingen van 12 september 2012 genoodzaakt zijn de reeds in het lenteakkoord ingezette bezuinigingen van Rijkswege voort te zetten. Gelet op de nog steeds voortdurende financiële problematiek op Europees niveau, moeten we rekening houden met nog meer bezuinigingen. In combinatie met de voortschrijdende drang tot decentralisatie van overheidstaken, zullen gemeenten er rekening mee moeten houden dat (nog) meer gedaan zal moeten worden met (nog) minder geld. Om die reden hebben wij gemeend in een vroegtijdig stadium voorbereidingen te treffen voor een principiële discussie over het voorzieningenniveau binnen onze gemeente in relatie tot de kerntaken van een gemeente. Afhankelijk van de uitkomsten van deze discussie kan wellicht nog ruimte binnen de (meerjarige) begroting gevonden worden om de te verwachten bezuinigingen op een verantwoorde manier het hoofd te kunnen bieden. Dat doen wij ook in 2013 nog met onze waarnemend burgemeester Lennie Huizer. Wij maken in formele zin nog deel uit van een in 2009 door de provincie gestarte herindelingsprocedure (Arhiprocedure) voor de Krimpenerwaard. Wij hopen dat de nieuwe Minister van Binnenlandse Zaken nu eindelijk eens de knoop zal doorhakken: Er komt een wetsvoorstel voor een herindeling van de Krimpenerwaard op basis van het advies van de Provincie (waarbij Krimpen zelfstandig blijft) of er wordt geen wetsvoorstel ingediend, zodat alles in de Krimpenerwaard blijft zoals het is. Het wordt tijd voor duidelijkheid, zodat we in 2013 eindelijk voorbereidingen kunnen treffen voor de definitieve invulling van het burgemeesterschap. Afhankelijk van de visie van een nieuw Kabinet zal 2013 ook in het teken staan van het al dan niet tot stand komen van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Een nieuw en modern samenwerkingsverband van 24 gemeenten en onderdeel van reeds in gang gezette elementen van bestuurlijke vernieuwing. Dit samenwerkingverband komt in de plaats van de bestaande gemeenschappelijke regelingen Stadsregio Rotterdam en Stadsgewest Haaglanden. Ook hier zal de nieuwe Minister van Binnenlandse Zaken een knoop moeten doorhakken. Zoals in het collegeakkoord 2010-2014 Naar een nieuw evenwicht werd aangekondigd hebben wij medio 2012 samen met onze buurgemeente Capelle aan den IJssel de mogelijkheden onderzocht om tot een ambtelijke samenwerkingsvorm in de bedrijfsvoering te komen. Na onderzoek hebben de colleges van burgemeester en wethouders van beide gemeenten besloten een convenant met elkaar aan te gaan om samen te werken op de werkterreinen Sociale Zaken en ICT & Automatisering. Doelstelling van deze samenwerking is het bereiken van gezamenlijke synergievoordelen in kwaliteit, continuïteit, flexibiliteit en efficiency. De gemeentesecretarissen van beide gemeenten hebben de opdracht gekregen de samenwerking in 2013 daadwerkelijk in de praktijk te realiseren. 17

Als onderdeel van de invoering van het Document Management Systeem (DMS) is het bestuurlijk besluitvormingsproces in 2012 voor een groot deel gedigitaliseerd. De invoering van een nieuwe vergadercyclus voor de gemeenteraad zal in 2013 worden geëvalueerd. In combinatie met de invoering van het werken met ipads voor college- en raadsleden is het bestuurlijk besluitvormingsproces in 2013 klaar voor de toekomst. Al deze bestuurlijke ontwikkelingen dienen in een breed en open overleg met burgers, ondernemers en maatschappelijke instellingen te worden gecommuniceerd. Hiermee wordt de dialoog tussen gemeentebestuur en samenleving versterkt. Het ingezette beleid rondom de interactieve beleidsvorming zal ook in 2013 verder worden geïntensiveerd, zoals beschreven in de nota Strategisch communicatiebeleid. Antwoord Een goede communicatie gaat hand in hand met de dienstverlening richting de burgers. Via de gemeentelijke website worden steeds meer producten en diensten digitaal en op afspraak aangeboden aan diverse doelgroepen. Maar ook wordt de interactie gezocht via social media. Hoe kunnen we de dienstverlening vanuit deze media verbeteren? Het past binnen de strategie om de dienstverlening waar mogelijk digitaal te organiseren. Voor de burger gemakkelijk en eenvoudig en voor de gemeente levert dit de nodige efficiencyvoordelen op. Dienstverlening en ICT ontwikkelen zich razendsnel en gaan steeds meer hand in hand, ook binnen onze gemeente. We liggen daarmee op koers, maar we dienen de dienstverlening wel stevig door te ontwikkelen. Het landelijke concept Gemeente heeft Antwoord vormt hiervoor de basis. In dit verband is het programma Dienstverlening Krimpen aan den IJssel in 2012 opgesteld en inmiddels van start gegaan. De komende 2,5 jaar wordt dit verder uitgevoerd. Het Publiekscentrum zal daarmee doorgroeien naar een Klant Contact Centrum (KCC) in 2015. Centrale punt Een van de speerpunten van het programma Dienstverlening Krimpen aan den IJssel is dat het Publiekscentrum veel meer klantvragen over alle gemeentelijke producten en diensten vanuit de frontoffice zal beantwoorden. Op een goed georganiseerde en uniforme wijze zullen de diverse dienstverleningsprocessen in 2013 vanuit dit centrum worden vormgegeven. De medewerkers van de frontoffice worden in 2013 getraind om nog meer klantgericht te werken en er zal een verdieping plaatsvinden naar de gemeentelijke producten en diensten. De medewerkers maken daarbij intensief gebruik van de benodigde informatiesystemen. Het doel is dat ze in 2015 80% van alle eerstelijns vragen in een keer af kunnen handelen. De backoffice is verantwoordelijk voor de overige 20%. Binnen de organisatie zullen verdere afspraken worden gemaakt over het registreren en afhandelen van klantcontacten, het organisatiebreed delen van de beschikbare kennis, de inzet van en sturing op de verschillende kanalen (post, telefonie, balie en e- mail), etc. De klant wordt op deze manier snel geholpen zonder onnodig te worden doorverwezen. Transparant naar de burger Het niveau van de dienstverlening dat we als gemeente nastreven zal in 2013 nog meer transparant worden gemaakt naar de Krimpense bevolking. Hiertoe is in 2012 het kwaliteitshandvest ontwikkeld, dat inmiddels geïmplementeerd wordt. In 2013 zal het verder worden uitgebreid en zal het gecommuniceerd worden naar onze burgers. In dit handvest is inzichtelijk gemaakt op welke normen de burgers kunnen rekenen, die de gemeente bij haar dienstverlening hanteert. Haalt de gemeente de normen niet, dan kan de burger in 2013 de gemeente daar gemakkelijker op aanspreken. Waar normen gesteld worden zullen deze ook gemeten moeten worden. Hoe presteren we nu als gemeente, wat zijn de verbeterpunten en waar zijn we goed in? Klanttevredenheidsonderzoeken bieden hier duidelijkheid in. De lijn die in 2012 is ingezet om onze resultaten transparant te maken zal het komend jaar worden doorgezet. Aan de hand van de uitkomsten zal koers worden bepaald voor verbeteringen. Uiteraard worden burgers hierover geïnformeerd. Ook worden de behaalde prestaties binnen de organisatie inzichtelijk gemaakt, door deze te gaan monitoren. De managementinformatie zal in 2013 aanzienlijk verbeterd worden. 18

Aan de hand van benchmarks worden onze resultaten vergeleken met de dienstverlening van andere gemeenten. Bij de benchmark Nederlandse gemeenten scoorde Krimpen aan den IJssel in 2012 een verdienstelijke 8 e plaats. Doel is in 2013 binnen de top 5 te komen. Huwelijk In 2012 is gewerkt aan een nieuwe eigentijdse formule voor het huwelijkenaanbod, die bij onze gemeente past. Burgers krijgen daarmee meer mogelijkheden om zelf keuzes te maken voor de manier waarop zij willen trouwen. Het gaat om kiezen van een lokatie, tijdstip, etc. Na vaststelling zal begin 2013 dit beleid daadwerkelijk worden ingevoerd. Ook hier zullen de digitale mogelijkheden, waar mogelijk, worden benut. 1.1 Bestuur 1.1.1 Wat willen wij bereiken? A. De participatie van burgers en ondernemers in de gemeentelijke besluitvormingsprocessen vergroten. B. Krimpen aan den IJssel wil haar deelnemerschap in de regionale samenwerkingsverbanden op loyale wijze handhaven en waar mogelijk uitbouwen. 1.1.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 De nieuwe strategische communicatienota implementeren in de organisatie waardoor interactieve beleidsvorming een belangrijkere plaats in gaat nemen. 2 Burgers en belangengroepen worden in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken bij het maken van nieuw beleid en andere projecten. Dit gebeurt op een directe, actieve manier. Op deze manier worden zoveel mogelijke burgers en ondernemers betrokken bij het gemeentelijk besluitvormingsproces. B. 1 Intensiveren van contacten met regio- en buurgemeenten. 2 Deelnemen aan netwerkbijeenkomsten voor bestuurders en ambtenaren. 1.1.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal buurtbezoeken E Verslag Bijeenkomst Bureau Communicatie Aantal meldingen over 'niet integer handelen' dat is binnengekomen bij de gemeente Aantal bezochte bijeenkomsten E Rapportage Bureau DIV 0 (2008) P Rapportage bestuurssecretariaat Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 4 2 4 4 4 4 (2008) 80 (2009) 0 0 0 0 0 80 80 80 80 80 1.2 Dienstverlening 1.2.1 Wat willen wij bereiken? A. Het leveren van producten en diensten aan de (Krimpense) gemeenschap gebeurt volgens de service- en kwaliteitsnormen van de gemeentelijke organisatie. B. De Krimpense gemeenschap kan gebruikmaken van nieuwe en/of vernieuwde informatiekanalen om producten en diensten van de gemeente af te nemen. 19

1.2.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 Het kwaliteitshandvest wordt organisatiebreed geïmplementeerd in de organisatie. 2 De resultaten van de organisatie (het behalen van normen) worden transparant gemaakt door periodiek te meten (Benchmarken, Klanttevredenheidsonderzoeken, monitoring). B. 1 De receptie in de hal wordt verder doorontwikkeld tot Informatiecentrum waar klanten voor al hun (eerstelijns)vragen terecht kunnen. 2 De producten die via internet kunnen worden afgenomen, worden verder uitgebouwd. 3 Het Belcentrum van de gemeente wordt doorontwikkeld en gaat meer eerstelijnsvragen in een keer afhandelen. 1.2.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal service- en kwaliteitsnormen, dat het Publiekscentrum toepast Aantal klachten a.g.v. tegenstrijdigheid met het handvest Rapportcijfer meting kwaliteit dienstverlening Aantal dienstverleningen op afspraak % bezoekers dat de website meer dan een keer per maand bezoekt Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 P Handvest 2 10 12 12 12 12 (2008) E BKI 0 (2008) E Benchmark klanttevredenheidsonderzoek 0 (2008) P Digitale afsprakenkalender 0 (2008) P Statistieken website 53 (2011) 0 0 0 0 0 7,7 8 8 8 8 20 25 26 27 28 53 40 40 50 50 20

Wat mag het kosten? Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming bedragen x 1.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Lasten Bestaand beleid 6.407 6.665 5.961 6.297 6.240 6.275 Stelpost dekkingsmaatregelen - 225-420 - 605-606 Nieuw beleid & intensivering 35 35 Totaal 6.407 6.665 5.771 5.912 5.635 5.669 Baten Bestaand beleid - 629-592 - 586-573 - 597-648 Stelpost dekkingsmaatregelen Nieuw beleid & intensivering - 35-35 Totaal - 629-592 - 621-608 - 597-648 Saldo voor bestemming 5.779 6.073 5.149 5.304 5.038 5.021 Resultaatbestemming - 151-50 Saldo na bestemming 5.779 6.073 4.999 5.254 5.038 5.021 Thema Saldo 1.1 Bestuur 2.904 1.2 Dienstverlening 1.784 1.3 Middelen 462 1.4 Bedrijfsvoering 1.5 Interne dienstverlening Opbouw resultaatbestemming Reserve Begroting Meerjarenraming 2013 2014 2015 2016 Afschrijving exporuimte raadhuis Afschrijving - 8 Kosten boventallig personeel Tijdelijke kosten personeel - 93-15 Doorontwikkeling dienstverleningsconcept Vrije reserve - 15 Doorontwikkeling dienstverleningsconcept Vorming & opleiding - 35-35 - 151-50 Investeringen Begroting Meerjarenraming 2013 2014 2015 2016 Vervangingen ICT 445 265 215 400 Onderhoud kapitaalgoederen - totaalbudget 849 862 875 888 1.294 1.127 1.090 1.288 21

22

Programma 2 Veiligheid Kaderstellende beleidsnota s a. Verkeersveiligheidsplan (1999) b. Integraal Veiligheidsbeleid 2006-2010 (2006) c. Beleidsplan 2008-2012 VRR (2008) d. Regionaal Crisisplan 2010-2013 VRR (2009) e. Korpsjaarplan, Districtsplan politie (2012) f. Meerjarenbeleidsplan politie 2010-2014 (2009) Missie Het is van het grootste belang dat burgers zich veilig weten. Daarom is het waarborgen van veiligheid misschien wel de belangrijkste taak van een gemeentebestuur. Het integraal veiligheidsbeleid is gericht op een structurele optimalisering van de veiligheid en leefbaarheid van de woonen werkgebieden in Krimpen aan den IJssel. Dit houdt in dat concrete aantastingen van de veiligheid (integraal) worden aangepakt, maar ook dat wordt geanticipeerd op mogelijke toekomstige aantastingen. Bovendien worden de aanpak en verdere beleidsvoering zodanig ingericht dat het effect van de (reeds getroffen) maatregelen zoveel mogelijk in stand blijft. Context en achtergrond Uit de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2012 blijkt dat Krimpen aan den IJssel in het algemeen relatief goed scoort. Zo wordt het ook door de meeste Krimpenaren ervaren. De veiligheidsbeleving binnen de gemeente Krimpen aan den IJssel is bijzonder positief 1. Veiligheid vraagt continue inspanning. Om de integrale benadering van veiligheid te borgen is in 2006 een integraal veiligheidsplan vastgesteld. Hiermee wordt geprobeerd om alle facetten van veiligheid, die op lokaal niveau relevant zijn, te bestrijken. In 2011 hebben wij op vernieuwende wijze interactief het veiligheidsbeleid 2006 2010 geëvalueerd, waarbij burgerparticipatie een belangrijk uitgangspunt was. Deze evaluatie geeft input voor het nieuw vast te stellen integraal veiligheidsbeleid. Wij verwachten dat eind 2012 / begin 2013 de structuur van de nationale politie en de consequenties daarvan voor de uitoefening van de de politietaak in Krimpen aan den IJssel. In het nieuwe integraal veiligheidsplan dat wij eind 2012 ter vaststelling aanbieden, hopen wij deze ontwikkeling te kunnen meenemen. Veiligheid is een zaak van de samenleving als geheel. Zowel (semi)overheid als private partijen hebben hierin een verantwoordelijkheid. Ook veiligheid betreffende infrastructurele voorzieningen is belangrijk. Het betreft hier zowel wegen, waterkeringen als ondergrondse nutsvoorzieningen, zoals gasleidingen. Vanuit dat perspectief moet het thema veiligheid breed, maar ook zo concreet mogelijk worden aangepakt. De gemeente investeert in de fysieke én sociale infrastructuur (zie hiervoor met name de programma s beheer buitenruimte en jeugd en onderwijs), in gedragsbeïnvloeding en als sluitstuk in intensivering van handhaving. Een beleidsnota integrale handhaving is inmiddels ambtelijk in voorbereiding genomen. Eind 2012 verwachten wij de handhavingsnota ter vaststelling te kunnen aanbieden. Tussen politie, burgemeester en officier van justitie worden specifieke afspraken gemaakt over de inzet van de politie (driehoeksoverleg). Onderwerpen als de doelgroepgerichte aanpak van jeugd en veelplegers worden daar besproken. De politie rapporteert in haar districtsjaarverslag (eindejaarsrapportages) over de behaalde resultaten. Wij participeren in 2012 actief in het Veiligheidshuis. Naast de inspanningen die de overheid vanuit haar verantwoordelijkheid pleegt, doet de overheid ook een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van private partijen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het 1 Een belangrijke indicator hiervoor is het percentage bewoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt. Dat percentage is in de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond 2012 voor onze gemeente vastgesteld op 9,1. Tegen een gemiddelde in de regio van 22,8 %. Krimpen aan den IJssel volgt daarin als tweede op de ranglijst na Goedereede. 23

concept van Veiligheid Voorop van de Veiligheidsregio. Het idee achter Veiligheid Voorop is collectieve veiligheid realiseren door risicoalert handelen van burgers, bedrijfsleven en overheden. Deze ruime definitie is ook van toepassing op andere vlakken van het integraal veiligheidsbeleid (zoals inbraakpreventie). Ook binnen het Keurmerk Veilig Ondernemen spreken we partners aan op hun eigen verantwoordelijkheid. Veiligheid is een kwetsbaar goed. Rampen en crises in het nabije verleden onderstrepen die kwetsbaarheid. Een adequate veiligheidsorganisatie van operationele en ondersteunende diensten, alsmede een correcte uitvoering en handhaving van wettelijke regels zijn onmisbaar. De lokale crisisorganisatie is ingebed in de Veiligheidsregio. Deze inbedding is van belang omdat een crisis immers geen halt houdt bij gemeentegrenzen. Daarom vergt een adequate crisisorganisatie goede afstemming en waar mogelijk eenduidigheid van procedures met regiogemeenten en andere overheden. Om deze uniformiteit te bewerkstelligen is het regionale crisisplan vastgesteld. In 2013 zal het regionaal crisisplan worden herzien en opnieuw vastgesteld worden door het Algemeen bestuur van de Veiligheidsregio. Binnen de Veiligheidsregio zullen in 2013 in het kader van de ombuigingen diverse belangrijke stappen genomen moeten worden. Een van de belangrijkste ontwikkelingen is het feit dat per 1 januari 2013 de districtelijke indeling komt te vervallen. Hierdoor zal er op een aantal gebieden een centralisatie plaatsvinden bijvoorbeeld bij de inkoop van materiaal. 2.1 Overlast 2.1.1 Wat willen wij bereiken? A. Minder meldingen van vandalismeschade. B. Minder overlast- en schademeldingen ten gevolge van graffiti. C. Minder meldingen van overlast door hangjeugd. D. Minder meldingen uitgaansgerelateerde overlast. E. Voorkomen van escalatie bij conflicten tussen buren. 2.1.2 Wat gaan wij er voor doen? A. Actief opsporen van vandalisme en het zo mogelijk verhalen van schade. B. Actief opsporen van graffiti en het zo mogelijk verhalen van schade. Inzetten van capaciteit en bekostigen Bureau Halt. Treffen van fysieke maatregelen in de openbare ruimte ( hufterproof inrichting). C. Afspraken maken met politie en OM over aanpak. Treffen van fysieke maatregelen in de openbare ruimte ( hufterproof inrichting, plaatsing hekken, creëren zichtlijnen ten behoeve van meer sociale controle, plaatsing van geluidsmodules die hoogfrequent geluid uitzenden ter ontmoediging van hangjeugd). Ketenaanpak op groeps- en casusniveau (GOSA/groepsaanpak), inzet casemanager. D. Afspraken maken met politie over aanpak. Handhaving van exploitatievergunningen. In evenementenbeleid opnemen van randvoorwaarden. E. Inzet buurtbemiddeling. 24

2.1.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron % inwoners dat zich in het algemeen wel eens onveilig voelt % inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt E E Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Vernieling cq zaakbeschadiging E Eindejaarsrapportage Politie RR Aantal meldingen overlast E Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond % inwonders dat denkt dat overlast van groepen jongeren vaak voortkomt in hun buurt E Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 20 15 20 20 20 20 (2005) 8 (2005) 508 (2009) 19 (2005) 9 (2005) 9 8 8 8 8 346 450 450 400 400 17 16 15 11,3 11 10 Toelichting: De percentages zijn belevingsindicatoren die afkomstig zijn uit het bevolkingsonderzoek (enquête) van de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond. De aantallen aangiften/meldingen (per 1000 inwoners) zijn effectindicatoren die afkomstig zijn uit de politiegegevens van de Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond. 2.2 Criminaliteit 2.2.1 Wat willen wij bereiken? A. Minder (huiselijk) geweld. B. Minder woninginbraken. C. Minder motorvoertuiggerelateerde criminaliteit. D. Minder diefstal van fietsen en brom- en snorfietsen. E. Minder georganiseerde criminaliteit. 2.2.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 2 3 4 5 In stand houden van Advies- en steunpunt huiselijk geweld (zie ook het programma Maatschappelijke ondersteuning). Afspraken met politie en Openbaar Ministerie (OM) maken over prioriteitstelling van geweldsdelicten. Afspraken met politie en OM maken over ambtshalve opsporing en vervolging huiselijk geweld. Ketenaanpak op casusniveau (Lokaal Team Huiselijk Geweld). Als ultimum remedium het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan plegers van huiselijk geweld en daarvoor een adequaat ambtelijk adviesteam paraat houden. B. 1 Afspraken met politie en OM maken over prioriteitstelling. 2 Gemeentebreed met ketenpartners realiseren van Politiekeurmerk Veilig Wonen. Zie de tabel voor de specifieke werkwijze bij bestaande bouw en nieuwbouw. Op het niveau van de woonomgeving kan de gemeente het keurmerk zelf realiseren (zie onderstaande tabel). Niveau woning Niveau complex Niveau woonomgeving Bestaande bouw Stimuleren en subsidiëren (bijv. prestatieafspraken Herbestratingsplannen met QuaWonen) Nieuwbouw Realiseringsovereenkomst Afwerkingsplannen C. 1 Afspraken met politie en OM maken over prioriteitstelling. D. 1 2 3 Afspraken met politie en OM maken over prioriteitstelling. In stand houden (onbewaakte) fietsenstallingen bij Crimpenhof en busstation. Plaatsen van Fietsparkeur rekken bij afwerkings-, herbestrating- en herinrichtingsplannen. 25

E. 1 2 3 In stand houden van het Regionale Informatie- en Expertisecentrum (RIEC). Een adequaat gebruik van het regelgevend kader (exploitatievergunning, instrumentarium wet BIBOB, APV). Actief participeren in de werkgroep Keurmerk Veilig Ondernemen Stormpolder, Parallelweg en De Krom. 2.2.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal aangiften geweld totaal E Veiligheidsrapportage Rotterdam-Rijnmond Aantal misdrijven huiselijk geweld Aantal aangiften diefstal brom-, snor- en fietsen Aantal aangiften woningcriminaliteit E Jaarverslag politie 86 (2006) E Veiligheidsrapportage 4 Rotterdam-Rijnmond (2005) E Eindejaarsrapportage Politie RR Aantal aangiften diefstal auto E Eindejaarsrapportage Politie RR Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 5 92 95 95 95 95 (2005) 5 (2005) 4 (2005) 28 40 40 40 40 72 65 65 65 65 52 50 50 50 50 26 10 10 10 10 2.3 Verkeersveiligheid 2.3.1 Wat willen wij bereiken? A. Minder verkeersslachtoffers (ziekenhuisgewonden en verkeersdoden). 2.3.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 Wij pakken black spots aan. 2 Wij richten de infrastructuur en de woongebieden in conform de wegencategorisering en de richtlijnen van Duurzaam Veilig. 3 Wij proberen het gedrag van verkeersdeelnemers zodanig te beïnvloeden (o.a. door verkeerseducatie en de inzet van het SnelheidsInformatieDisplay) dat de kans op ongevallen (met letsel) zo klein mogelijk is. 4 Wij zetten in overleg met politie en justitie handhaving in als sluitstuk van ons beleid. 2.3.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving Totaal aantal ernstige ongevallen Rapportcijfer ervaren verkeersveiligheid in gemeente Rapportcijfer ervaren verkeersveiligheid in de buurt Realisatiewaarde Nulmeting E/P Bron Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 E ViaStat-online 5,7 1 5 5 5 5 (2001-03) E Waar staat je gemeente 6,6 (2010) E Waar staat je gemeente 6,6 (2010) 7 7 7 7 2.4 Brandveiligheid 2.4.1 Wat willen wij bereiken? Minder slachtoffers en materiële schade door brand. A. Behoud en waar mogelijk verbeteren van de repressieve brandweerzorg. B. Behoud en waar mogelijk verbeteren van de brandweerzorg op de terreinen pro-actie, preventie, preparatie en nazorg. C. Behoud en waar mogelijk verbeteren van brandveiligheid van gebouwen. 2.4.2 Wat gaan wij er voor doen? A. Realiseren aanrijtijden binnen de norm. B. 1 Regelmatig realistisch oefenen. 26

2 Stimuleren van bewustwording bij burgers en bedrijven door middel van Brandveilig Leven. In dat kader wordt voorlichting gegeven aan specifieke groepen, zoals basisschoolleerlingen en ouderen en worden rookmelders uitgereikt. C. Zie het thema vergunningverlening en handhaving. 2.4.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal branden (excl. containerbranden) Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 E VRR 62 27 55 50 45 35 (2008) % uitrukken binnen de landelijke aanrijtijd P VRR 79 (2008) Aantal kleine buiten branden E VRR 15 (2008) Aantal loos alarm E VRR 76 (2008) 82,3 80 80 80 80 22 15 15 15 15 6 20 20 20 20 2.5 Crisisbeheersing en rampenbestrijding 2.5.1 Wat willen wij bereiken? A. De Krimpense gemeenschap kan erop vertrouwen dat de gemeente is voorbereid op een crisis en dat zij in staat is de eventuele negatieve gevolgen van een crisis te beperken. B. Crisisbeheersing maakt structureel deel uit van de reguliere werkzaamheden van de diverse afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie. 2.5.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 Communiceren naar de Krimpense samenleving over actuele thema s met betrekking tot risico s en risico s voortvloeiend uit het opgestelde regionale risicoprofiel. 2 Externe organisaties participeren bij oefeningen. B. 1 Houden van oefeningen en workshops voor bestuurders en medewerkers die een functie hebben binnen de crisisorganisatie. 2 Jaarlijkse actualisatie van de draaiboeken conform het Regionaal Crisisplan. 3 Uitvoeren van het meerjarenopleidingsplan oranje kolom van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) i.c.m. het lokale Opleiden-Trainen-Oefenen (OTO) beleidsplan. 4 Het houden van een alarmerings- en opkomstoefening voor de bestuurders en de medewerkers van de crisisorganisatie. 27

2.5.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal externe organisaties dat heeft deelgenomen aan oefeningen % bestuurders en medewerkers dat opgeleid, getraind en geoefend is conform het meerjarenopleidingsplan oranje kolom van de Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond (VRR) en het lokale Opleiden-Trainen-Oefenen (OTO) beleidsplan Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 P Bureau Crisisbeheersing 2 1 2 2 2 2 (2008) P Bureau Crisisbeheersing 12,7 (2008) 50 80 80 80 80 % medewerkers crisisorganisatie dat bij een ramp gealarmeerd wordt via regionale communicator (belcomputer) % spoedritten ambulance (A1 en A2) die niet voldoen aan de vastgestelde aanrijtijden P Bureau Crisisbeheersing 11 (2009) P AZRR 35 (2005) 16,5 100 100 100 100 A1: 13,6 A2: 10,4 5 5 5 5 2.6 Vergunningverlening en handhaving 2.6.1 Wat willen wij bereiken? A. Vergunningverlening en handhaving op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Wet milieubeheer voldoen aan de eisen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de Voedsel- en Warenautoriteit. B. Minder (overlast)klachten die betrekking hebben op evenementen en horeca-inrichtingen. C. Minder (overlast)meldingen over het (illegaal) gebruik van de openbare ruimte. 2.6.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1 Vaststellen Integrale Handhavingsnota Omgevingsrecht. 2 Beslissen op aanvragen om omgevingsvergunning conform de in de WABO gestelde kwaliteitseisen. 3 Handhaving van regelgeving als sprake is van gevaarzetting en/of klachten van derden. 4 Het inrichten van een gemeentelijk toezichtmodel voor de horeca en het organiseren van gemeentelijk toezicht op de horecabranche. Toelichting Uitvoering van de wetgeving vindt plaats door het Omgevingsloket van de afdeling Ruimte van de gemeente, DCMR Milieudienst Rijnmond, Technisch Bureau in de Krimpenerwaard (TBK) en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Jaarlijks worden met deze gemeenschappelijke regelingen uitvoeringsafspraken gemaakt. B. Vergunningverlening en handhaving conform de in de Algemene Plaatselijke Verordening en de bijzondere wetten gestelde (kwaliteits)eisen. C. Jaarlijkse integrale horecacontrole. 28

2.6.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Realisatiewaarde Nulmeting Omschrijving E/P Bron Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 Aantal milieuklachten E DCMR 53 (2006) 111 85 85 85 85 Aantal geluidsklachten (lawaai binnen en buiten) % binnen de wettelijke termijn verleende omgevingsvergunningen op het gebied van bouwen en planologisch strijdig gebruik bestemmingsplan Rapportcijfer duidelijke regels en verordeningen E DCMR 38 (2006) P GISVG/AVR 99,6 E Waar staat je gemeente 6,7 (2010) Rapportcijfer ontbreken regels E Waar staat je gemeente 5,6 (2010) Rapportcijfer tegenstrijdige regels Rapportcijfer handhaving regels E Waar staat je gemeente 6 (2010) E Waar staat je gemeente 6,2 (2010) 52 45 45 45 45 99,3 100 100 100 100 7 7 5,6 6 6,2 6,5 6,2 6,2 Wat mag het kosten? Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming bedragen x 1.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Lasten Bestaand beleid 2.870 3.375 3.319 2.925 2.996 2.952 Stelpost dekkingsmaatregelen - 75 Nieuw beleid & intensivering 18 18 18 18 Totaal 2.870 3.375 3.336 2.942 3.013 2.895 Baten Bestaand beleid - 298-1.156-1.116-298 - 377-216 Stelpost dekkingsmaatregelen Nieuw beleid & intensivering Totaal - 298-1.156-1.116-298 - 377-216 Saldo voor bestemming 2.572 2.219 2.220 2.644 2.636 2.679 Resultaatbestemming 95-301 - 264-279 Saldo na bestemming 2.572 2.219 2.315 2.343 2.372 2.400 Thema Saldo 2.1 Overlast 339 2.2 Criminaliteit 2.3 Verkeersveiligheid 2.4 Brandveiligheid 1.185 2.5 Crisisbeheersing en rampenbestrijding 105 2.6 Vergunningverlening en handhaving 591 29

Opbouw resultaatbestemming Reserve Begroting Meerjarenraming 2013 2014 2015 2016 Egalisatie opbrengst bouwleges Egalisatie bouwleges 140-301 - 264-279 Digitaliseren bouwvergunningen Vrije reserve - 45 95-301 - 264-279 30

Programma 3 Jeugd en Onderwijs Missie Jeugdigen groeien op tot verantwoordelijke burgers, doordat zij: Voldoende kennis en vaardigheden ontwikkelen om later via arbeid in hun levensonderhoud te voorzien; Hun talenten ontplooien; Een gezonde leefstijl ontwikkelen; In een veilige omgeving leven; Daarbij door hun ouders in voldoende mate worden ondersteund. Kaderstellende beleidsnota s a. Positionering Leerplicht (2004) b. Agenda Jeugd en Onderwijs (2009) c. Beleidsnota Samen verder Wmo (2012-2015) d. Programmaplan Decentralisatie Jeugdzorg (2012) e. Notitie prioriteitstelling onderwijshuisvesting 2010-2014 f. Beleidsvisie speelruimte (2010) g. Uitvoeringsprogramma Het jonge kind (2011) In 2013 bereiden we ons voor op de komende decentralisaties. We willen daarmee bereiken dat de gemeente Krimpen aan den IJssel voldoende is toegerust om de nieuwe taken in het kader van de decentralisatie jeugdzorg zowel organisatorisch als inhoudelijk adequaat en binnen de gestelde financiële kaders uit te voeren. We willen dat zoveel mogelijk kinderen en jongeren in de gemeente kansrijk en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving. Uitgangspunt daarbij is dat we het jeugdbeleid vormgeven aan de hand van twee pijlers, te weten versterken van de basis en een samenhangende zorgstructuur. 1. Een sterke en positieve basis in onze samenleving voor jeugd en ouders door het versterken van de informele steun van sociale netwerken (bouwend aan de zogeheten civil society) en de algemene voorzieningen. 2. Een samenhangende zorgstructuur in het stelsel realiseren, erop gericht de opvoeding niet over te nemen, maar zoveel mogelijk te versterken. De zorgstructuur moet een bijdrage leveren aan: Compartiment 1: Het versterken van het opvoeden. Dit is beschikbaar voor iedereen. Het gaat hier om preventie, opvoedingsondersteuning en jeugdgezondheidszorg. Waar nodig moet intensievere hulp ingeroepen kunnen worden en de hulp moet gecoördineerd worden. Het helpt de informele hulp en de sociale netwerken te organiseren. Compartiment 2: Versterking ondersteunen. Het gaat hier om het organiseren van intensievere hulp voor wie dat nodig heeft. De hulp vindt plaats in de eigen omgeving en komt dus naar de jeugdige en (beroeps) opvoeder(s) toe. Compartiment 3: Opvoeding overnemen. Aangezien deze hulp de oorspronkelijke opvoedingscontext doorbreekt moet dit zo min mogelijk worden ingezet. Het gaat dan bijvoorbeeld om hulpverlening in het kader van een maatregel van jeugdbescherming of jeugdreclassering, fulltime residentiële hulp, gesloten opnames of plaatsing in een aparte school voor speciaal onderwijs. Context en achtergrond Met de Agenda Jeugd en Onderwijs 2009 hebben wij samen met de partners richting gegeven aan het jeugdbeleid. De in de agenda Jeugd en Onderwijs aangegeven thema s zijn: - Meedoen en ontmoeten - Spelen en leren - Gezond opgroeien en opvoeden In 2013 vinden de voorbereidingen plaats voor het op te stellen beleidsplan Jeugd. De verplichting voor het beleidsplan wordt naar verwachting in de nieuwe Jeugdwet, die in 2015 in werking zal treden, opgenomen. 31

3.1 Meedoen en ontmoeten 3.1.1 Wat willen wij bereiken? A. Kinderen, jongeren en hun ouders en opvoeders weten waar zij informatie kunnen krijgen over bijvoorbeeld vrijetijdsbesteding, onderwijs en hulp. B. De jeugd wordt gestimuleerd en waar nodig ondersteund om mee te denken en mee te doen in de samenleving. Hierbij wordt rekening gehouden met het ontwikkelingsniveau van de jeugdige. C. De maatschappelijke betrokkenheid van de jeugd is vergroot wat zich uit in een toename van het aantal deelnemers aan activiteiten en een toename van het aantal actieve jonge vrijwilligers, dat zijn steentje bijdraagt aan de maatschappij. D. Jongeren (ook meiden) in de leeftijd van 12-17 jaar, die extra begeleiding nodig hebben bij hun vrijetijdsbesteding worden ondersteund, geactiveerd en/of gestimuleerd om actief betrokken te zijn bij de samenleving, rekening houdend met hun ontwikkelingsniveau. E. Jeugdigen hebben mogelijkheden voor het beoefenen van sport en cultuur (zie ook programma 4). F. De voorzieningen, zoals buiten speelruimte en ontmoetingsplaatsen zijn meer afgestemd op de verschillende leeftijden, doelgroepen en de behoefte van de kinderen en jongeren. De speelvoorzieningen voldoen aan het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen. G. Professionals en andere volwassenen waar de jeugdigen mee in contact komen, kunnen beter begrijpen welk gedrag hoort bij een opgroeiende jeugdige en hoe daar het beste mee omgegaan kan worden. Dit om afwijkend gedrag te normaliseren. H. Het aantal meldingen van overlast door jongeren daalt en het aantal jongeren dat met justitie in aanraking komt daalt. I. Er is een sluitende aanpak van risico- en probleemjongeren woonachtig binnen onze gemeente, dat shopgedrag door en het rondpompen van jongeren voorkomt en bestrijdt. 3.1.2 Wat gaan wij er voor doen? A. Naast de jongerensite zullen ook de social media worden ingezet om de informatievoorziening te optimaliseren (zie ook 3.3). B. Samen met de scholen en andere partners die betrokken zijn bij jeugdigen mede uitvoering geven aan jeugdparticipatie. C. Met de partners bespreken we hoe zij de ondersteuning van jongeren kunnen versterken, zodat activiteiten/evenementen voor en door jongeren georganiseerd worden. We zoeken daarbij contact met onze partners, die rechtstreeks met de jongeren in contact staan. Jonge vrijwilligers worden bij hun maatschappelijke stage en eventueel ander vrijwilligerswerk ondersteund. D. Het jongerenwerk wordt vormgegeven volgens de methodiek van modern jongerenwerk, een opbouwwerk vorm van jongerenwerk. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van inloopaccommodaties met een activiteitenaanbod voor tieners en jongeren in de buurt, maar er wordt ook outreachend gewerkt op die plaatsen waar de jongeren komen. Het jongerenwerk bevordert verder een goede verstandhouding tussen jong en oud door de dialoog aan te gaan en het organiseren van activiteiten voor jong en oud gericht op dialoog. Het jongerenwerk moet effectiever en efficiënter werken. Dit moet resulteren in een besparing op het jeugd- en jongerenwerk in 2014. E. 1. Het inzetten van de combinatiefuncties (zie ook programma 4). 2. Uitvoeren van het beleidskader Brede school. F. Uitvoeren van het Speelruimteplan. G. Het ontzorgen, een hulpvraag zo veel mogelijk beantwoorden binnen de context waar die wordt opgemerkt, bespreekbaar maken met de partners en hen stimuleren om van elkaar te kunnen leren. H. De gemeente participeert in het veiligheidshuis (zie ook programma 2). I. De gemeentelijke organisatie sluitende aanpak wordt mede gelet op ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de decentralisatie jeugdzorg geoptimaliseerd. 32

3.1.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Onder paragraaf 7.4.3 zijn twee indicatoren met betrekking tot de speelplaatsen opgenomen: het percentage goedgekeurde speeltoestellen en het rapportcijfer dat inwoners geven aan speelplekken in de buurt uit de rapportage waar staat je gemeente. 3.2 Spelen en leren 3.2.1 Wat willen wij bereiken? A. Voor de onderwijshuisvesting wordt op de langere termijn gestreefd naar buurtgerichte multifunctionele accommodaties. Dit beleid gaat hand in hand met ruimtelijke ontwikkelingen. Enerzijds leidt dit in de periode 2010-2014 tot vernieuwing en anderzijds tot instandhouding van de onderwijsgebouwen. B. Elk kind krijgt een goede start voor het basisonderwijs begint. C. De locaties kinderopvang (kinderdagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang, gastouderbureau en peuterspeelzalen) voldoen aan de gestelde wettelijke eisen. D. Kinderen en jongeren krijgen de ruimte voldoende kennis en vaardigheden te ontwikkelen om later te voorzien in hun levensonderhoud. Alle leerlingen volgen het onderwijs dat past bij hun competenties en behalen minimaal een startkwalificatie. E. Mede gelet op de ontwikkelingen met betrekking tot passend onderwijs en het jeugdbeleid willen we de samenwerking met het onderwijs verder versterken. 3.2.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1. In de achterliggende jaren is een aantal vernieuwingsprojecten afgerond. Dit zijn de Johannes Calvijnschool, het Comenius College, pcbs het Kompas als onderdeel van het Facet en recent de Admiraal de Ruyterschool. De vervangende nieuwbouw voor het Krimpenerwaard College is toegekend door vaststelling van het onderwijshuisvestingsprogramma 2012. Er wordt multifunctionaliteit bereikt door integratie van het KOAG-complex en de bouw van een sporthal in plaats van 3 gymnastieklokalen. Wij constateren dat het project vertraging oploopt. In deze begroting hebben wij rekening gehouden met start van de bouw in 2014. De nieuwbouw voor OBS Kortland en Rudolf Steinerschool in de Prinsessenhof is in een ander daglicht komen te staan door recente demografische ontwikkelingen, ontwikkelingen van de leerlingenaantallen, beperking van middelen en herbezinning bij de schoolbesturen OPOCK en PCPO. Wij verwachten dat bij intensieve samenwerking van de betreffende schoolbesturen de ruimtebehoefte in de bestaande onderwijshuisvestingscapaciteit van deze scholen kan worden gevonden. In deze begroting gaan wij daarom niet langer uit van nieuwbouw in de Prinsessenhof, maar houden in financiële zin rekening met intensieve samenwerking van schoolbesturen en aanpassing/onderhoud van de bestaande schoolgebouwen binnen de kaders van de onderwijshuisvestingsverordening. Om ook voor het passend onderwijs en voor de beperking van de kosten op het leerlingenvervoer tot een goede afweging te komen, wordt de totale onderwijshuisvestingscapaciteit in relatie tot de geprognosticeerde ruimtebehoefte in beeld gebracht. B. 1. Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Het Jonge Kind. 2. Het subsidiëren van peuterplaatsen. Er is een toenemende behoefte aan peuterplaatsen. De inzet blijven we monitoren, opdat we voldoende peuterplaatsen kunnen blijven aanbieden. C. Het uitvoeren van de Wet op de kinderopvang. D. 1. Zorgstructuur van het onderwijs en het Centrum voor Jeugd en Gezin verder optimaliseren. 2. Subsidiëren en versterken van het schoolmaatschappelijk werk en zorgadvies teams. 3. Samen met het onderwijs wordt een pilot integraal arrangeren vormgegeven op één van de Krimpense basisscholen. 33

. 4. Samen met het Krimpenerwaard college wordt de Plus-voorziening voor leerlingen met problemen vormgegeven en ingepast in de zorgstructuur. 5. De leerplichtwet wordt gehandhaafd. Jongeren zonder startkwalificatie die geen opleiding volgen worden actief opgespoord en aangemoedigd om alsnog een startkwalificatie te behalen. De aanpak luxe verzuim wordt gecontinueerd. 6. Uitvoering geven aan het leerlingenvervoer. E 1. In samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin vinden netwerkbijeenkomsten plaats en wordt uitvoering gegeven aan de notitie samen zijn we sterk, waarin het Centrum voor Jeugd en Gezin en de scholen afstemmingsafspraken hebben vastgelegd. 2. In het schoolbesturenoverleg is het jeugdbeleid onderwerp van gesprek en worden procesafspraken gemaakt voor het verder vormgeven van het ondersteuningsplan in het kader van passend onderwijs dat de scholen moeten opstellen en het beleidsplan jeugd dat we als gemeente, met participatie van inwoners en partners, gaan opstellen. Aandachtspunten zijn afstemming jeugdhulp en onderwijs, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting, en het in de nabijheid organiseren van onderwijs. 3.2.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Aantal doelgroepkinderen van 2,5-4 jaar dat bereikt wordt met voorschoolse educatie Aantal meldingen absoluut verzuim 5-18 jarigen bij leerplicht Aantal meldingen relatief verzuim in het Primair Onderwijs Aantal meldingen relatief verzuim (tot 18 jaar) in het Voortgezet Onderwijs en MBO Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 E Peuterspeelzalen 24 43 57 57 57 57 E Leerplicht 25 (2010) E Leerplicht 2 (2010) E Leerplicht 77 (2011) % nieuwe VSV E DUO 3,5 (2010) Basisonderwijs in de buurt E Waar staat je gemeente 8,2 (2010) 29 15 15 15 15 2 5 5 5 5 77 90 100 100 100 3,1 2,4 2,1 2 1,8 8,2 8,2 Toelichting: Bij de indicator Aantal doelgroepkinderen van 2,5-4 jaar dat wordt bereikt met voorschoolse educatie staat 57 gelijk aan 100%. Relatief verzuim (meer dan 16 uur spijbelen en regelmatig te laat komen) wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar. De verwachting is dat scholen meer zullen melden door strenger toezicht op scholen en ingebruikname van nieuwe registratiesystemen. 3.3 Gezond opgroeien en opvoeden 3.3.1 Wat willen wij bereiken? A. Kinderen en jongeren groeien gezond op. Zij c.q. hun ouders oordelen over het algemeen positief over hun lichamelijke en psychische gezondheid. B. 1. Kinderen en jongeren groeien veilig op. 2. Een versterkt opvoedkundig klimaat. 3. Het versterken van de ouderbetrokkenheid. 4. Een kwantitatief en kwalitatief toereikend aanbod van verschillende vormen van jeugdhulp, Indien er sprake is van verschillende vormen van jeugdhulp dan worden deze gecoördineerd ingezet vanuit het principe van één gezin, één plan. 5. Jongeren, ouders, professionals en vrijwilligers, die met jeugd werken, kunnen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht voor opvoed- en opgroeiondersteuning. 34

6. De partners in het netwerk Centrum voor Jeugd en Gezin werken samen als ware zij werkzaam zijn in één organisatie. 7. Het voorkomen en bestrijden van kindermishandeling. 3.3.2 Wat gaan wij er voor doen? A. 1. De jeugdgezondheidszorg wordt uitgevoerd door het Centrum voor Jeugd en Gezin. 2. Het uitvoeren van de gezondheidsnota (zie programma 5). B. 1. Uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid, waarbij specifieke aandacht gaat naar de veiligheid van de jeugdigen. Bij veilig opgroeien denken wij aan geborgenheid, onvoorwaardelijke liefde, respect, aandacht, grenzen, structuur en regelmaat, veiligheid thuis (huiselijk geweld) en veiligheid buitenshuis. (zie ook B 7 en programma 2 en programma 5). 2. Het CJG, maar ook partners zoals bijvoorbeeld het onderwijs en het jongerenwerk dragen in belangrijke mate bij aan het creëren van een positief opvoedingsklimaat. Met hen, maar ook met andere partners die betrokken zijn bij jeugdigen, wordt bekeken hoe de sociaal pedagogische omgeving van gezinnen verder kan worden versterkt (de zgn pedagogische civil society). 3. Met de partners bespreken we hoe zij de ouderbetrokkenheid kunnen versterken, zowel bij peuterspeelzalen, kinderopvang als in het onderwijs, bij het jongerenwerk e.d. 4. Voor ouders die dat nodig hebben biedt het CJG vrij toegankelijke ondersteuningsprogramma s (bv jeugdgezondheidszorg, pedagogische advisering, opvoedcursussen, gezinscoaching, groepstrainingen voor ouders, maar ook voor (mede-)opvoeders) (zie ook 3.2.2.- D.2). Er is een toenemende behoefte aan opvoedingsondersteuning, zoals pedagogische hulpverlening. De inzet blijven we monitoren, opdat we de meest effectieve, tijdige en passende opvoedingsondersteuning kunnen (blijven) aanbieden. Het CJG participeert samen met de gemeenten Capelle aan den IJssel en Spijkenisse in een proeftuin. Binnen de setting van deze proeftuin gaat het CJG ook ambulante jeugdhulp inzetten, dat voorheen via het bureau Jeugdzorg ingezet werd. 5. In het gezondheidscentrum is een baliefunctie Welzijn, Zorg en opvoeden. Het CJG participeert hierin. Gelet op het versterken van de rol van het CJG in verband met de decentralisatie jeugdzorg en de decentralisatie awbz-begeleiding (jeugd) wordt deze baliefunctie verder geoptimaliseerd. Bij de balie kan men zowel fysiek, telefonisch als digitaal terecht. Het CJG doet met verschillende activiteiten mee aan de nationale opvoedweek. 6. De gemeente voert de regie over het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). CJG Rijnmond, Flexusjeugdplein, Kwadraad en Vluchtheuvel ontvangen als kernpartners CJG subsidie. Met hen worden subsidieafspraken gemaakt over de te leveren prestaties. Voor partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin organiseert het CJG Krimpen periodiek netwerkbijeenkomsten om kennis uit te wisselen en ervaringen te delen. Bij de inzet van jeugdhulp gaan we uit van het principe zelfredzaam waar het kan, ondersteunen waar het hoort, doorpakken waar het moet. Indien de hulpverlening stagneert vindt opschaling plaats via de GOSA (Gemeentelijk organisatie sluitende aanpak). De partners Centrum voor Jeugd en Gezin leggen hun samenwerkingsafspraken vast in een samenwerkingsovereenkomst hetzij een convenant. In samenwerking met de partners worden voorbereidingen getroffen in verband met de decentralisatie van de jeugdzorg. 7. Het regionale aanvalsplan aanpak kindermishandeling wordt uitgevoerd, waar onder het gebruik van de meldcode kindermishandeling. 35

3.3.3 Tabel effect- en prestatie-indicatoren Omschrijving E/P Bron Het totaal aantal jongeren (0-23 jaar) dat bereikt wordt door het CJG en GOSA Nulmeting Realisatiewaarde Streefwaarde (Jaar) 2011 2013 2014 2015 2016 E GOSA 104 147 150 150 150 150 (2011) Toelichting: De realisatiewaarde in 2011 is opgebouwd uit 104 kinderen van 35 gezinnen in het CJG en 43 kinderen door GOSA. Hier zitten 5 gezinnen dubbel in i.v.m. op- en afschalen. Aangezien het CJG ernaar streef om jaarlijks een groter bereik te hebben waardoor het GOSA automatisch minder clienten heeft, worden deze cijfers vanaf volgend jaar in een aparte indicator vermeld. Wat mag het kosten? Rekening Begroting Begroting Meerjarenraming bedragen x 1.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Lasten Bestaand beleid 5.501 5.733 5.438 5.089 5.309 6.145 Stelpost dekkingsmaatregelen - 26-53 - 53-53 Nieuw beleid & intensivering 264 Totaal 5.501 5.733 5.412 5.301 5.256 6.092 Baten Bestaand beleid - 1.401-377 - 366-369 - 372-376 Stelpost dekkingsmaatregelen Nieuw beleid & intensivering Totaal - 1.401-377 - 366-369 - 372-376 Saldo voor bestemming 4.100 5.356 5.046 4.932 4.884 5.716 Resultaatbestemming - 42-42 - 42-801 Saldo na bestemming 4.100 5.356 5.004 4.890 4.842 4.915 Thema Saldo 3.1 Meedoen en ontmoeten 816 3.2 Spelen en leren 2.720 3.3 Gezond opgroeien en opvoeden 1.510 36

Opbouw resultaatbestemming Reserve Begroting Meerjarenraming 2013 2014 2015 2016 Afschrijving noodlokalen Kortlandschool Afschrijving - 42-42 - 42 Afschrijv. boekwaarde K'waardcollege Onderwijshuisvesting - 801-42 - 42-42 - 801 Investeringen Begroting Meerjarenraming 2013 2014 2015 2016 Vervanging BOJ's 50 Onderwijshuisvestingsprogramma de Fontein en dep. Kortland 75 Aanpassing/onderhoud Kortland/Steiner 1.336 Nieuwbouw Krimpenerwaardcollege 11.900 Afschrijving boekwaarde Krimpenerwaardcollege 801 75 13.236 851 37

38

Programma 4 Sport en Cultuur Missie De gemeente Krimpen aan den IJssel draagt er zorg voor dat zoveel mogelijk inwoners sportief actief zijn en dat de maatschappelijke waarde van sport wordt vergroot door het versterken van de sportinfrastructuur, zowel die van verenigingsondersteuning als die van sportaccommodaties. Kaderstellende beleidsnota s a. Beleidsnota Sport & Bewegen (Een leven lang bewegen & sport) (2009-2013) b. Inventarisatie beeldbepalende objecten/gebieden (2010) c. Archeologische verwachtingen- en beleidsadvieskaart d. Notitie Combinatiefuncties onderwijs, sport, cultuur (2011) De gemeente Krimpen aan den IJssel biedt een breed en gevarieerd, voor iedereen toegankelijk aanbod van culturele voorzieningen en activiteiten en draagt hierdoor positief bij aan de kwaliteit van leven van haar burgers. Inwoners van elke leeftijd kunnen hierdoor kunst en cultuur genieten, beleven en ervaren en zich hierin blijvend ontwikkelen. Context en achtergrond Met de toenemende drukte in de samenleving wordt vrije tijd steeds schaarser. De gemeente Krimpen aan den IJssel ziet het mede daarom als haar taak om de inwoners in staat te stellen hun vrije tijd op een gevarieerde manier in te vullen. In de eerste plaats omdat de Krimpense gemeenschap daar baat bij heeft. Sport, cultuur en recreatie (zie ook programma 8) maken ontmoeting mogelijk en versterken daarmee de sociale samenhang. In de tweede plaats zijn het bij uitstek terreinen waar mensen zich naast werk en onderwijs kunnen ontplooien en ontspannen. Dat kan het welzijn en de gezondheid van de burgers bevorderen. Op het terrein van sport en cultuur wordt gestreefd naar een samenhangend en toegankelijk aanbod dat aanvullend is op het regionale aanbod. Niet zo zeer door zelf voorzieningen te ontwikkelen (of in stand te houden), maar door maatschappelijke ondernemers te stimuleren en (projectmatig) te subsidiëren. Het belang van gemeentelijk sportbeleid wordt steeds breder onderkend. Dit, tegen de achtergrond van de toenemende bewegingsarmoede en de maatschappelijke waarden die verbonden zijn aan de sportdeelname. De positieve gezondheidsaspecten van sport zijn zeer belangrijk. Belangrijke culturele voorzieningen zijn de openbare bibliotheek, de muziekschool, het ontmoetingscentrum de Tuyter en het streekmuseum. Het kunstbereik wordt bevorderd door onder meer de organisatie van exposities in de Tuyter en de mogelijkheid van kunstuitleen tegen een redelijke vergoeding. De Basisbibliotheek aan den IJssel staat voor een goed bereikbare en voor iedereen toegankelijke voorziening voor informatie, educatie, cultuur en ontmoeting. De Muziekschool Krimpen is een professionele instelling met bevoegde docenten. De docenten van de muziekschool verzorgen lessen op de muziekschool en zijn actief in het primair- en voorgezet onderwijs met binnenschoolse en buitenschoolse lessen. De muziekschool zet daarbij in op verbinding met de Brede School en naschoolse opvang. Naast muziek zijn er ook lessen beeldende vorming, workshops streetdance en bandcoaching voor het voortgezet onderwijs. De muziekschool coördineert tevens Kunst+: cultuureducatieve activiteiten binnen scholen. In het kader van de zorg voor het cultureel erfgoed is een inventarisatie van alle beeldbepalende objecten/gebieden in onze gemeente opgesteld. Aanbevelingen uit die inventarisatie, waaronder het mogelijk aanwijzen van gemeentelijke monumenten, worden uitgewerkt. Ook het archeologisch erfgoed is in kaart gebracht in de vorm van een archeologische verwachtingen- en beleidsadvieskaart. De uitkomsten ervan worden verwerkt in de te herziene bestemmingsplannen. 39